TRAC T A TENBLAD
40 (1995) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 1995 Nr. 164
A. TITEL
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Tunesische Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, met Protocol;
’s-Gravenhage, 16 mei 1995
B. TEKST1)
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Tunesische Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en
de Regering van de Tunesische Republiek,
Geleid door de wens, dat door beide Staten een verdrag wordt geslo- ten tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen,
Zijn het volgende overeengekomen:
HOOFDSTUK I REIKWIJDTE VAN HET VERDRAG
Artikel 1
Personen op wie het Verdrag van toepassing is
Dit Verdrag is van toepassing op personen die inwoner zijn van een of van beide Verdragsluitende Staten.
Artikel 2
Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is
1. Dit Verdrag is van toepassing op belastingen naar het inkomen die, ongeacht de wijze van heffing, worden geheven ten behoeve van een van de Verdragsluitende Staten of van de staatkundige onderdelen of plaat- selijke publiekrechtelijke lichamen daarvan.
2. Als belastingen naar het inkomen worden beschouwd alle belastin- gen die worden geheven naar het gehele inkomen, of naar bestanddelen van het inkomen, daaronder begrepen belastingen naar voordelen ver- kregen uit de vervreemding van roerende of onroerende zaken, belastin- gen naar het totaalbedrag van de door ondernemingen betaalde lonen of salarissen, alsmede belastingen naar waardevermeerdering.
3. De bestaande belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, zijn in het bijzonder:
a. in het geval van Nederland:
1) De Arabische tekst is niet afgedrukt.
Convention entre le Royaume des Pays-Bas et la Re´publique Tunisienne en vue d’e´viter les doubles impositions et de pre´venir l’e´vasion fiscale en matie`re d’impoˆts sur le revenu
Xx Xxxxxxxxxxxx xx Xxxxxxx xxx Xxxx-Xxx xx
xx Xxxxxxxxxxxx de la Re´publique Tunisienne,
De´sireux qu’une convention tendant a` e´viter les doubles impositions et a` pre´venir l’e´vasion fiscale en matie`re d’impoˆts sur le revenu soit conclue par les deux Etats,
sont convenus des dispositions suivantes:
CHAPITRE I
CHAMP D’APPLICATION DE LA CONVENTION
Article 1
Personnes Vise´es
La pre´sente Convention s’applique aux personnes qui sont des re´si- dents d’un Etat contractant ou des deux Etats contractants.
Article 2
Impoˆts Vise´s
1. La pre´sente Convention s’applique aux impoˆts sur le revenu perc¸us pour le compte d’un Etat contractant, de ses subdivisions politiques ou de ses collectivite´s locales, quel que soit le syste`me de perception.
2. Sont conside´re´s comme impoˆts sur le revenu les impoˆts perc¸us sur le revenu total, ou sur des e´le´ments du revenu, y compris les impoˆts sur les gains provenant de l’alie´nation de biens mobiliers ou immobiliers, les impoˆts sur le montant global des salaires paye´s par les entreprises, ainsi que les impoˆts sur les plus-values.
3. Les impoˆts actuels auxquels s’applique la Convention sont notam- ment:
a) en ce qui concerne les Pays-Bas:
(i) de inkomstenbelasting;
(ii) de loonbelasting;
(iii) de vennootschapsbelasting, daaronder begrepen het aandeel van de Regering in de nettowinsten behaald met de exploitatie van natuurlijke rijkdommen geheven krachtens de Mijnwet 1810 met betrekking tot concessies uitgegeven vanaf 1967, of geheven krachtens de Nederlandse Mijnwet continentaal plat 1965;
(iv) de dividendbelasting;
(hierna te noemen: ,,Nederlandse belasting’’);
b. in het geval van Tunesie¨:
(i) l’impoˆt sur le revenu des personnes physiques (de inkomstenbe- lasting voor natuurlijke personen);
(ii) l’impoˆt sur les socie´te´s (de vennootschapsbelasting); (hierna te noemen: ,,Tunesische belasting’’).
4. Het Verdrag is ook van toepassing op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van ondertekening van het Verdrag naast of in de plaats van de bestaande belastingen worden gehe- ven. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten doen elkaar mededeling van alle belangrijke wijzigingen die in hun onder- scheiden belastingwetgevingen zijn aangebracht.
HOOFDSTUK II BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 3
Algemene begripsbepalingen
1. Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij de context anders ver- eist:
a. betekent de uitdrukking ,,Nederland’’ het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen, en de buiten de territoriale wateren van Nederland gelegen gebieden waarop Nederland, in overeen- stemming met het internationale recht, soevereine rechten kan uitoefe- nen met betrekking tot de exploratie en exploitatie van deze gebieden en de natuurlijke rijkdommen daarvan;
b. betekent de uitdrukking ,,Tunesie¨’’ het grondgebied van de Tune- sische Republiek en de buiten de territoriale wateren van Tunesie¨ gele- gen gebieden waarop Tunesie¨, in overeenstemming met het internatio- nale recht, soevereine rechten kan uitoefenen met betrekking tot de exploratie en exploitatie van deze gebieden en de natuurlijke rijkdom- men daarvan;
c. betekenen de uitdrukkingen ,,een Verdragsluitende Staat’’ en ,,de andere Verdragsluitende Staat’’ Nederland of Tunesie¨, naar gelang van het geval; betekent de uitdrukking ,,de beide Verdragsluitende Staten’’ Nederland en Tunesie¨;
(i) l’impoˆt sur le revenu (de inkomstenbelasting);
(ii) l’impoˆt sur les traitements, salaires et pensions (de loonbelasting);
(iii) l’impoˆt des socie´te´s y compris la part du Gouvernement dans les be´ne´fices nets de l’exploitation de ressources naturelles e´tablie selon la loi minie`re de 1810 («Mijnwet 1810») par rapport aux concessions qui sont conce´de´es de`s 1967, ou selon la Loi Minie`re pour le Plateau Continental de 1965 («Mijnwet Continentaal Plat 1965») (de vennootschapsbelasting);
(iv) l’impoˆt sur les dividendes (de dividendbelasting); (ci-apre`s de´nomme´s: «l’impoˆt ne´erlandais»);
b) en ce qui concerne la Tunisie:
(i) l’impoˆt sur le revenu des personnes physiques;
(ii) l’impoˆt sur les socie´te´s;
(ci-apre`s de´nomme´s: «l’impoˆt tunisien»).
4. La Convention s’applique aussi aux impoˆts de nature identique ou analogue qui seraient e´tablis apre`s la date de signature de la Convention et qui s’ajouteraient aux impoˆts actuels ou qui les remplaceraient. Les autorite´s compe´tentes des Etats contractants se communiquent les modi- fications importantes apporte´es a` leurs le´gislations fiscales respectives.
CHAPITRE II DÉFINITIONS
Article 3
De´finitions Ge´ne´rales
1. Au sens de la pre´sente Convention, a` moins que le contexte n’exige une interpre´tation diffe´rente:
a) le terme «Pays-Bas» de´signe le territoire europe´en du Royaume des Pays-Bas et les zones adjacentes aux eaux territoriales des Pays-Bas sur lesquelles, en conformite´ avec le droit international, les Pays-Bas peuvent exercer des droits souverains a` fin d’exploration et d’exploita- tion de ces zones et de leurs ressources naturelles;
b) le terme «Tunisie» de´signe le territoire de la Re´publique Tuni- sienne et les zones adjacentes aux eaux territoriales de la Tunisie sur les- quelles, en conformite´ avec le droit international, la Tunisie peut exercer des droits souverains a` fin d’exploration et d’exploitation de ces zones et de leurs ressources naturelles;
c) les expressions «un Etat contractant» et «l’autre Etat contractant» de´signent, suivant les cas, les Pays-Bas ou la Tunisie; l’expression «les deux Etats contractants» de´signe les Pays-Bas et la Tunisie;
d. omvat de uitdrukking ,,persoon’’ een natuurlijke persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;
e. betekent de uitdrukking ,,lichaam’’ elke rechtspersoon of elke een- heid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt beschouwd;
f. betekenen de uitdrukkingen ,,onderneming van een Verdrag- sluitende Staat’’ en ,,onderneming van de andere Verdragsluitende Staat’’ onderscheidenlijk een onderneming gedreven door een inwoner van een Verdragsluitende Staat en een onderneming gedreven door een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat;
g. betekent de uitdrukking ,,internationaal verkeer’’ alle vervoer met een schip of een luchtvaartuig gee¨xploiteerd door een onderneming waarvan de plaats van de werkelijke leiding in een Verdragsluitende Staat is gelegen, behalve wanneer het schip of luchtvaartuig uitsluitend wordt gee¨xploiteerd tussen plaatsen die in de andere Verdragsluitende Staat zijn gelegen;
h. betekent de uitdrukking ,,onderdanen’’:
(i) alle natuurlijke personen die de nationaliteit van een Verdrag- sluitende Staat bezitten;
(ii) alle rechtspersonen, vennootschappen en verenigingen die hun rechtspositie als zodanig ontlenen aan de wetgeving die in een Verdragsluitende Staat van kracht is;
i. betekent de uitdrukking ,,bevoegde autoriteit’’:
(i) in het geval van Nederland: de Minister van Financie¨n of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
(ii) in het geval van Tunesie¨: de Minister belast met de Financie¨n of zijn bevoegde vertegenwoordiger.
2. Voor de toepassing van het Verdrag door een Verdragsluitende Staat heeft elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens het recht van die Staat met betrekking tot de belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, tenzij de context anders vereist of de bevoegde autoriteiten het eens worden over een gemeenschappelijke uitlegging op basis van artikel 24 van dit Verdrag.
Artikel 4
Inwoner
1. Voor de toepassing van dit Verdrag betekent de uitdrukking ,,inwo- ner van een Verdragsluitende Staat’’ iedere persoon die, ingevolge de wetgeving van die Staat, aldaar aan belasting is onderworpen op grond van zijn woonplaats, verblijf, plaats van leiding of enige andere soort- gelijke omstandigheid. Deze uitdrukking omvat echter niet een persoon die in die Staat slechts aan belasting is onderworpen ter zake van inkom- sten uit bronnen in die Staat.
2. Indien een natuurlijke persoon ingevolge de bepalingen van het eerste lid inwoner van beide Verdragsluitende Staten is, wordt zijn posi- tie als volgt bepaald:
d) le terme «personne» comprend les personnes physiques, les socie´- te´s et tous autres groupements de personnes;
e) le terme «socie´te´» de´signe toute personne morale ou toute entite´ qui est conside´re´e comme une personne morale aux fins d’imposition;
f) les expressions «entreprise d’un Etat contractant» et «entreprise de l’autre Etat contractant» de´signent respectivement une entreprise exploi- te´e par un re´sident d’un Etat contractant et une entreprise exploite´e par un re´sident de l’autre Etat contractant;
g) l’expression «trafic international» de´signe tout transport effectue´ par un navire ou un ae´ronef exploite´ par une entreprise dont le sie`ge de direction effective est situe´ dans un Etat contractant, sauf lorsque le navire ou l’ae´ronef n’est exploite´ qu’entre des points situe´s dans l’autre Etat contractant;
h) le terme «nationaux» de´signe:
(i) toutes les personnes physiques qui posse`dent la nationalite´ d’un Etat contractant;
(ii) toutes les personnes morales, socie´te´s de personnes et associations constitue´es conforme´ment a` la le´gislation en vigueur dans un Etat contractant;
i) l’expression «autorite´ compe´tente» de´signe:
(i) dans le cas des Pays-Bas: le Ministre des Finances ou son repre´- sentant autorise´;
(ii) dans le cas de la Tunisie: le Ministre charge´ des Finances ou son repre´sentant autorise´.
2. Pour l’application de la Convention par un Etat contractant, toute expression qui n’y est pas de´finie a le sens que lui attribue le droit de cet Etat concernant les impoˆts auxquels s’applique la Convention, a` moins que le contexte n’exige une interpre´tation diffe´rente ou que les autorite´s compe´tentes ne se mettent d’accord sur une interpre´tation com- mune sur la base de l’article 24 de la pre´sente Convention.
Article 4
Re´sident
1. Au sens de la pre´sente Convention, l’expression «re´sident d’un Etat contractant» de´signe toute personne qui, en vertu de la le´gislation de cet Etat, est assujettie a` l’impoˆt dans cet Etat, en raison de son domi- cile, de sa re´sidence, de son sie`ge de direction ou de tout autre crite`re de nature analogue. Toutefois, cette expression ne comprend pas les per- sonnes qui ne sont assujetties a` l’impoˆt dans cet Etat que pour les reve- nus de sources situe´es dans cet Etat.
2. Lorsque, selon les dispositions du paragraphe 1, une personne phy- sique est un re´sident des deux Etats contractants, sa situation est re´gle´e de la manie`re suivante:
a. hij wordt geacht inwoner te zijn van de Staat waar hij een duur- zaam tehuis tot zijn beschikking heeft; indien hij in beide Staten een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft, wordt hij geacht inwoner te zijn van de Staat waarmede zijn persoonlijke en economische betrekkin- gen het nauwst zijn (middelpunt van de levensbelangen);
b. indien niet kan worden bepaald in welke Staat hij het middelpunt van zijn levensbelangen heeft, of indien hij in geen van de Staten een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft, wordt hij geacht inwoner te zijn van de Staat waar hij gewoonlijk verblijft;
c. indien hij in beide Staten of in geen van beide gewoonlijk ver- blijft, wordt hij geacht inwoner te zijn van de Staat waarvan hij onder- daan is;
d. indien hij onderdaan is van beide Staten of van geen van beide, regelen de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten de aan- gelegenheid in onderlinge overeenstemming.
3. Indien een andere dan een natuurlijke persoon ingevolge de bepa- lingen van het eerste lid inwoner van beide Verdragsluitende Staten is, wordt hij geacht inwoner te zijn van de Staat waar de plaats van zijn werkelijke leiding is gelegen.
Artikel 5
Vaste inrichting
1. Voor de toepassing van dit Verdrag betekent de uitdrukking ,,vaste inrichting’’ een vaste bedrijfsinrichting door middel waarvan de werk- zaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoe- fend.
2. De uitdrukking ,,vaste inrichting’’ omvat in het bijzonder:
a. een plaats waar leiding wordt gegeven;
b. een filiaal;
c. een kantoor;
d. een fabriek;
e. een werkplaats, en
f. een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen.
3. Als vaste inrichting wordt beschouwd de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie- of montagewerkzaamheden of van werkzaamheden van toezichthoudende aard die aldaar worden uitgeoe- fend, indien de duur van dit bouwwerk of deze werkzaamheden zes maanden overschrijdt.
4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een vaste inrichting niet aanwezig geacht, indien:
a. gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar;
a) cette personne est conside´re´e comme un re´sident de l’Etat ou` elle dispose d’un foyer d’habitation permanent; si elle dispose d’un foyer d’habitation permanent dans les deux Etats, elle est conside´re´e comme un re´sident de l’Etat avec lequel ses liens personnels et e´conomiques sont les plus e´troits (centre des inte´reˆts vitaux);
b) si l’Etat ou` cette personne a le centre de ses inte´reˆts vitaux ne peut pas eˆtre de´termine´, ou si elle ne dispose d’un foyer d’habitation perma- nent dans aucun des Etats, elle est conside´re´e comme un re´sident de l’Etat ou` elle se´journe de fac¸on habituelle;
c) si cette personne se´journe de fac¸on habituelle dans les deux Etats ou si elle ne se´journe de fac¸on habituelle dans aucun d’eux, elle est conside´re´e comme un re´sident de l’Etat dont elle posse`de la nationalite´;
d) si cette personne posse`de la nationalite´ des deux Etats ou si elle ne posse`de la nationalite´ d’aucun d’eux, les autorite´s compe´tentes des Etats contractants tranchent la question d’un commun accord.
3. Lorsque, selon les dispositions du paragraphe 1, une personne autre qu’une personne physique est un re´sident des deux Etats contrac- tants, elle est conside´re´e comme un re´sident de l’Etat ou` son sie`ge de direction effective est situe´.
Article 5
Eutablissement Stable
1. Au sens de la pre´sente Convention, l’expression «e´tablissement stable» de´signe une installation fixe d’affaires par l’interme´diaire de laquelle une entreprise exerce tout ou partie de son activite´.
2. L’expression «e´tablissement stable» comprend notamment:
a) un sie`ge de direction;
b) une succursale;
c) un bureau;
d) une usine;
e) un atelier, et
f) une mine, un puits de pe´trole ou de gaz, une carrie`re ou tout autre lieu d’extraction de ressources naturelles.
3. Est conside´re´ comme e´tablissement stable, le chantier de construc- tion ou des ope´rations de montage, ou des activite´s de surveillance s’y exerc¸ant, lorsque ce chantier, ces ope´rations ou ces activite´s ont une dure´e supe´rieure a` six mois.
4. Nonobstant les dispositions pre´ce´dentes du pre´sent article, on conside`re qu’il n’y a pas «e´tablissement stable» si:
a) il est fait usage d’installations aux seules fins de stockage, d’expo- sition ou de livraison de marchandises appartenant a` l’entreprise;
b. een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar wordt aangehouden, uitsluitend voor opslag, uitstalling of aflevering;
c. een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar wordt aangehouden, uitsluitend voor bewerking of verwerking door een andere onderneming;
d. een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtin- gen in te winnen;
e. een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen, die van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft;
f. een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor een combinatie van de in de onderdelen a. tot en met e. genoemde werk- zaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijf- sinrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulp-werkzaamheid heeft.
5. Indien een persoon – niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoor- diger waarop het zevende lid van toepassing is – voor een onderneming werkzaam is, en een machtiging bezit om namens de onderneming over- eenkomsten af te sluiten en dit recht in een Verdragsluitende Staat gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepa- lingen van het eerste en tweede lid, geacht in die Staat een vaste inrich- ting te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die die persoon voor de onderneming verricht, tenzij de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het vierde lid, die, indien zij worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsin- richting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de bepalingen van dat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken.
6. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een verzekeringsonderneming van een Verdragsluitende Staat, behou- dens in geval van herverzekering, geacht een vaste inrichting in de andere Staat te bezitten, indien zij op het grondgebied van die Staat pre- mies int of risico’s verzekert die aldaar worden gelopen, door tussen- komst van een persoon niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordi- ger waarop het zevende lid van toepassing is.
7. Een onderneming wordt niet geacht een vaste inrichting in een Verdragsluitende Staat te bezitten alleen op grond van de omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door bemiddeling van een makelaar, een com- missionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, mits deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen.
8. Alleen de omstandigheid dat een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat, een lichaam beheerst of door een lichaam wordt beheerst, dat inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat of dat in
b) des marchandises appartenant a` l’entreprise sont entrepose´es aux seules fins de stockage, d’exposition ou de livraison;
c) des marchandises appartenant a` l’entreprise sont entrepose´es aux seules fins de transformation par une autre entreprise;
d) une installation fixe d’affaires est utilise´e aux seules fins d’ache- ter des marchandises ou de re´unir des informations, pour l’entreprise;
e) une installation fixe d’affaires est utilise´e aux seules fins d’exer- cer, pour l’entreprise, toute autre activite´ de caracte`re pre´paratoire ou auxiliaire;
f) une installation fixe d’affaires est utilise´e aux seules fins de l’exer- cice cumule´ d’activite´s mentionne´es aux aline´as a) a` e), a` condition que l’activite´ d’ensemble de l’installation fixe d’affaires re´sultant de ce cumul garde un caracte`re pre´paratoire ou auxiliaire.
5. Nonobstant les dispositions des paragraphes 1 et 2, lorsqu’une per- sonne – autre qu’un agent jouissant d’un statut inde´pendant auquel s’applique le paragraphe 7 – agit pour le compte d’une entreprise et dis- pose dans un Etat contractant de pouvoirs qu’elle y exerce habituelle- ment lui permettant de conclure des contrats au nom de l’entreprise, cette entreprise est conside´re´e comme ayant un e´tablissement stable dans cet Etat pour toutes les activite´s que cette personne exerce pour l’entre- prise, a` moins que les activite´s de cette personne ne soient limite´es a` celles qui sont mentionne´es au paragraphe 4 et qui, si elles e´taient exer- ce´es par l’interme´diaire d’une installation fixe d’affaires, ne permet- traient pas de conside´rer cette installation comme un e´tablissement sta- ble selon les dispositions de ce paragraphe.
6. Nonobstant les dispositions pre´ce´dentes du pre´sent article, une entreprise d’assurance d’un Etat contractant est conside´re´e, sauf en matie`re de re´assurance, comme ayant un e´tablissement stable dans l’autre Etat si elle perc¸oit des primes sur le territoire de cet Etat ou assure des risques qui y sont encourus, par l’interme´diaire d’une personnne autre qu’un agent jouissant d’un statut inde´pendant auquel s’applique le para- graphe 7.
7. Une entreprise n’est pas conside´re´e comme ayant un e´tablissement stable dans un Etat contractant du seul fait qu’elle y exerce son activite´ par l’entremise d’un courtier, d’un commissionnaire ge´ne´ral ou de tout autre agent jouissant d’un statut inde´pendant, a` condition que ces per- sonnes agissent dans le cadre ordinaire de leur activite´.
8. Le fait qu’une socie´te´ qui est un re´sident d’un Etat contractant controˆle ou est controˆle´e par une socie´te´ qui est un re´sident de l’autre Etat contractant ou qui y exerce son activite´ (que ce soit par l’interme´-
die andere Staat zaken doet (hetzij door middel van een vaste inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide lichamen niet tot een vaste inrichting van het andere.
HOOFDSTUK III BELASTINGHEFFING NAAR HET INKOMEN
Artikel 6
Inkomsten uit onroerende zaken
1. Inkomsten verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat uit onroerende zaken (daaronder begrepen voordelen uit landbouw- of bosbedrijven) die in de andere Verdragsluitende Staat zijn gelegen, mogen in die andere Staat worden belast.
2. De uitdrukking ,,onroerende zaken’’ heeft de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens het recht van de Verdragsluitende Staat waar de desbetreffende zaken zijn gelegen. De uitdrukking omvat in ieder geval de zaken die bij de onroerende zaken behoren, levende en dode have van landbouw- en bosbedrijven, rechten waarop de bepalingen van het privaatrecht betreffende de grondeigendom van toepassing zijn, vruchtgebruik van onroerende zaken en rechten op veranderlijke of vaste vergoedingen ter zake van de exploitatie, of concessie tot exploitatie, van minerale aardlagen, bronnen en andere natuurlijke rijkdommen. Schepen en luchtvaartuigen worden niet als onroerende zaken be- schouwd.
3. De bepalingen van het eerste lid zijn van toepassing op inkomsten verkregen uit de rechtstreekse exploitatie, uit het verhuren of verpach- ten, alsmede uit elke andere vorm van exploitatie van onroerende zaken.
4. De bepalingen van het eerste en derde lid zijn ook van toepassing op inkomsten uit onroerende zaken van een onderneming en op inkom- sten uit onroerende zaken die worden gebruikt voor het verrichten van zelfstandige arbeid.
Artikel 7
Winst uit onderneming
1. De voordelen van een onderneming van een Verdragsluitende Staat zijn slechts in die Staat belastbaar, tenzij de onderneming in de andere Verdragsluitende Staat haar bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting. Indien de onderneming aldus haar bedrijf uitoefent, mogen de voordelen van de onderneming in de andere Staat worden belast, maar slechts in zoverre als zij aan die vaste inrichting kunnen worden toegerekend.
diaire d’un e´tablissement stable ou non) ne suffit pas, en lui-meˆme, a` faire de l’une quelconque de ces socie´te´s un e´tablissement stable de l’autre.
CHAPITRE III IMPOSITION DES REVENUS
Article 6
Revenus Immobiliers
1. Les revenus qu’un re´sident d’un Etat contractant tire de biens immobiliers (y compris les revenus des exploitations agricoles ou fores- tie`res) situe´s dans l’autre Etat contractant, sont imposables dans cet autre Etat.
2. L’expression «biens immobiliers» a le sens que lui attribue le droit de l’Etat contractant ou` les biens conside´re´s sont situe´s. L’expression comprend en tous cas les accessoires, le cheptel mort ou vif des exploi- tations agricoles et forestie`res, les droits auxquels s’appliquent les dis- positions du droit prive´ concernant la proprie´te´ foncie`re, l’usufruit des biens immobiliers et les droits a` des paiements variables ou fixes pour l’exploitation ou la concession de l’exploitation de gisements mine´raux, sources et autres ressources naturelles; les navires et ae´ronefs ne sont pas conside´re´s comme des biens immobiliers.
3. Les dispositions du paragraphe 1 s’appliquent aux revenus prove- nant de l’exploitation directe, de la location ou de l’affermage, ainsi que de toute autre forme d’exploitation de biens immobiliers.
4. Les dispositions des paragraphes 1 et 3 s’appliquent e´galement aux revenus provenant des biens immobiliers d’une entreprise ainsi qu’aux revenus des biens immobiliers servant a` l’exercice d’une profession inde´pendante.
Article 7
Be´ne´fices des Entreprises
1. Les be´ne´fices d’une entreprise d’un Etat contractant ne sont impo- sables que dans cet Etat, a` moins que l’entreprise n’exerce son activite´ dans l’autre Etat contractant par l’interme´diaire d’un e´tablissement sta- ble qui y est situe´. Si l’entreprise exerce son activite´ d’une telle fac¸on, les be´ne´fices de l’entreprise sont imposables dans l’autre Etat mais uni- quement dans la mesure ou` ils sont imputables a` cet e´tablissement sta- ble.
2. Onder voorbehoud van de bepalingen van het derde lid worden, indien een onderneming van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdragsluitende Staat haar bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, in elk van de Verdragsluitende Staten aan die vaste inrichting de voordelen toegerekend, die zij geacht zou kunnen worden te behalen, indien zij een zelfstandige onderneming zou zijn, die dezelfde of soortgelijke werkzaamheden zou uitoefenen onder dezelfde of soortgelijke omstandigheden en die geheel onafhankelijk transacties zou aangaan met de onderneming waarvan zij een vaste inrichting is.
3. Bij het bepalen van de voordelen van een vaste inrichting worden in aftrek toegelaten kosten – daaronder begrepen kosten van de leiding en algemene beheerskosten – die ten behoeve van de vaste inrichting zijn gemaakt, hetzij in de Staat waar de vaste inrichting is gevestigd, het- zij elders.
4. Geen voordelen worden aan een vaste inrichting toegerekend enkel op grond van aankoop door die vaste inrichting van goederen of koop- waar voor de onderneming.
5. Voor de toepassing van de voorgaande leden worden de aan de vaste inrichting toe te rekenen voordelen van jaar tot jaar volgens dezelfde methode bepaald, tenzij er een goede en genoegzame reden bestaat hiervan af te wijken.
6. Indien in de voordelen bestanddelen zijn begrepen, die afzonder- lijk in andere artikelen van dit Verdrag worden behandeld, worden de bepalingen van die artikelen niet aangetast door de bepalingen van dit artikel.
Artikel 8
Zee- en luchtvaart
1. Voordelen uit de exploitatie van schepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer zijn slechts belastbaar in de Verdragsluitende Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen.
2. Indien de plaats van de werkelijke leiding van een zeescheepvaart- onderneming zich aan boord van een schip bevindt, wordt deze plaats geacht te zijn gelegen in de Verdragsluitende Staat waar de thuishaven van het schip is gelegen, of, indien er geen thuishaven is, in de Verdrag- sluitende Staat waarvan de exploitant van het schip inwoner is.
3. De bepalingen van het eerste lid zijn ook van toepassing op voor- delen uit de deelneming in een ,,pool’’, een gemeenschappelijke onder- neming of een internationaal opererend agentschap.
2. Sous re´serve des dispositions du paragraphe 3, lorsqu’une entre- prise d’un Etat contractant exerce son activite´ dans l’autre Etat contrac- tant par l’interme´diaire d’un e´tablissement stable qui y est situe´, il est impute´, dans chaque Etat contractant, a` cet e´tablissement stable les be´ne´- fices qu’il aurait pu re´aliser s’il avait constitue´ une entreprise distincte exerc¸ant des activite´s identiques ou analogues dans des conditions iden- tiques ou analogues et traitant en toute inde´pendance avec l’entreprise dont il constitue un e´tablissement stable.
3. Pour de´terminer les be´ne´fices d’un e´tablissement stable, sont admi- ses en de´duction les de´penses expose´es aux fins poursuivies par cet e´ta- blissement stable, y compris les de´penses de direction et les frais ge´ne´- raux d’administration ainsi expose´s, soit dans l’Etat ou` est situe´ cet e´tablissement stable, soit ailleurs.
4. Aucun be´ne´fice n’est impute´ a` un e´tablissement stable du fait qu’il a simplement achete´ des marchandises pour l’entreprise.
5. Aux fins des paragraphes pre´ce´dents, les be´ne´fices a` imputer a` l’e´tablissement stable sont de´termine´s chaque anne´e selon la meˆme me´thode, a` moins qu’il n’existe des motifs valables et suffisants de pro- ce´der autrement.
6. Lorsque les be´ne´fices comprennent des e´le´ments de revenu traite´s se´pare´ment dans d’autres articles de la pre´sente Convention, les dispo- sitions de ces articles ne sont pas affecte´es par les dispositions du pre´- sent article.
Article 8
Navigation Maritime et Ae´rienne
1. Les be´ne´fices provenant de l’exploitation, en trafic international, de navires ou d’ae´ronefs ne sont imposables que dans l’Etat contractant ou` le sie`ge de direction effective de l’entreprise est situe´.
2. Si le sie`ge de direction effective d’une entreprise de navigation maritime est a` bord d’un navire, ce sie`ge est conside´re´ comme situe´ dans l’Etat contractant ou` se trouve le port d’attache de ce navire, ou a` de´faut de port d’attache, dans l’Etat contractant dont l’exploitant du navire est un re´sident.
3. Les dispositions du paragraphe 1 s’appliquent aussi aux be´ne´fices provenant de la participation a` un groupe, une exploitation en commun ou un organisme international d’exploitation.
Artikel 91)
1. Indien
a. een onderneming van een Verdragsluitende Staat onmiddellijk of middellijk deelneemt aan de leiding van, aan het toezicht op dan wel in het kapitaal van een onderneming van de andere Verdragsluitende Staat, of
b. dezelfde personen onmiddellijk of middellijk deelnemen aan de leiding van, aan het toezicht op dan wel in het kapitaal van een onder- neming van een Verdragsluitende Staat en een onderneming van de andere Verdragsluitende Staat,
en in het ene of in het andere geval tussen de beide ondernemingen in hun handelsbetrekkingen of financie¨le betrekkingen voorwaarden wor- den overeengekomen of opgelegd, die afwijken van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke ondernemingen, mogen alle voordelen die een van de ondernemingen zonder deze voorwaarden zou hebben behaald, maar ten gevolge van die voorwaarden niet heeft behaald, worden begrepen in de voordelen van die onderneming en dien- overeenkomstig worden belast.
2. Indien een Verdragsluitende Staat in de voordelen van een onder- neming van die Staat voordelen begrijpt – en dienovereenkomstig belast
– ter zake waarvan een onderneming van de andere Verdragsluitende Staat in die andere Staat in de belastingheffing is betrokken en deze voordelen bestaan uit voordelen welke de onderneming van de eerst- bedoelde Staat zou hebben behaald indien tussen de beide ondernemin- gen zodanige voorwaarden zouden zijn overeengekomen als die welke tussen onafhankelijke ondernemingen zouden zijn overeengekomen, zal die andere Staat het bedrag aan belasting dat in die Staat over die voor- delen is geheven, dienovereenkomstig herzien. Bij deze herziening wordt rekening gehouden met de overige bepalingen van dit Verdrag en plegen de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten zo nodig met elkaar overleg.
Artikel 10
Dividenden
1. Dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat, aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
2. Deze dividenden mogen echter ook in de Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, overeenkom-
1) Xxxx voor opschrift: ,,Gelieerde ondernemingen’’.
Article 9
Entreprises Associe´es
1. Lorsque
a) une entreprise d’un Etat contractant participe directement ou indi- rectement a` la direction, au controˆle, ou au capital d’une entreprise de l’autre Etat contractant, ou que,
b) les meˆmes personnes participent directement ou indirectement a` la direction, au controˆle ou au capital d’une entreprise d’un Etat contrac- tant et d’une entreprise de l’autre Etat contractant, et que, dans l’un et l’autre cas, les deux entreprises sont, dans leurs relations commerciales ou financie`res, lie´es par des conditions convenues ou impose´es, qui dif- fe`rent de celles qui seraient convenues entre des entreprises inde´pendan- tes, les be´ne´fices qui, sans ces conditions, auraient e´te´ re´alise´s par l’une des entreprises mais n’ont pu l’eˆtre en fait a` cause de ces conditions, peuvent eˆtre inclus dans les be´ne´fices de cette entreprise et impose´s en conse´quence.
2. Lorsqu’un Etat contractant inclut dans les be´ne´fices d’une entre- prise de cet Etat – et impose en conse´quence – des be´ne´fices sur lesquels une entreprise de l’autre Etat contractant a e´te´ impose´e dans cet autre Etat, et que les be´ne´fices ainsi inclus sont des be´ne´fices qui auraient e´te´ re´alise´s par l’entreprise du premier Etat si les conditions convenues entre les deux entreprises avaient e´te´ celles qui auraient e´te´ convenues entre des entreprises inde´pendantes, l’autre Etat proce`de a` un ajustement approprie´ du montant de l’impoˆt qui y a e´te´ perc¸u sur ces be´ne´fices. Pour de´terminer cet ajustement, il est tenu compte des autres dispositions de la pre´sente Convention et, si c’est ne´cessaire, les autorite´s compe´tentes des Etats contractants se consultent.
Article 10
Dividendes
1. Les dividendes paye´s par une socie´te´ qui est un re´sident d’un Etat contractant a` un re´sident de l’autre Etat contractant sont imposables dans cet autre Etat.
2. Toutefois, ces dividendes sont aussi imposables dans l’Etat contrac- tant dont la socie´te´ qui paie les dividendes est un re´sident, et selon la
stig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de genieter de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden is, mag de aldus geheven belasting niet overschrijden:
a. 0 percent van het brutobedrag van de dividenden, indien de uit- eindelijk gerechtigde een lichaam is dat onmiddellijk ten minste 10 per- cent bezit van het kapitaal van het lichaam dat de dividenden betaalt;
b. 20 percent van het brutobedrag van de dividenden, in alle andere gevallen.
De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten regelen de wijze van toepassing van deze beperkingen, indien ze dat noodzakelijk achten.
Dit lid laat onverlet de belastingheffing van het lichaam ter zake van de winst waaruit de dividenden worden betaald.
3. De bepalingen van het eerste lid en het tweede lid, onderdeel a, zullen van toepassing zijn op voorwaarde dat de betrekking tussen het lichaam dat de dividenden betaalt, en de genieter van deze dividenden niet hoofdzakelijk is aangegaan of wordt gehandhaafd teneinde het ver- laagde percentage in de zin van het tweede lid, onderdeel a, te genieten.
4. De uitdrukking ,,dividenden’’, zoals gebezigd in dit artikel, bete- kent inkomsten uit aandelen, winstaandelen of winstbewijzen, mijn- aandelen, oprichtersaandelen of andere rechten die aanspraak geven op een aandeel in de winst, alsmede inkomsten uit schuldvorderingen die aanspraak geven op een aandeel in de winst, alsmede inkomsten uit andere vennootschappelijke rechten, die door de belastingwetgeving van de Staat waarvan het lichaam dat de uitdeling doet inwoner is, op dezelfde wijze aan de belastingheffing worden onderworpen als inkom- sten uit aandelen.
5. De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn niet van toepas- sing, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, die inwoner is van een Verdragsluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing.
6. Indien een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat, voordelen of inkomsten verkrijgt uit de andere Verdragsluitende Staat, mag die andere Staat geen belasting heffen op de dividenden die door het lichaam worden betaald aan personen die geen inwoner zijn van die andere Staat, noch de niet-uitgedeelde winst van het lichaam onderwer- pen aan een belasting op niet-uitgedeelde winst, zelfs indien de betaalde
le´gislation de cet Etat, mais si la personne qui rec¸oit les dividendes en est le be´ne´ficiaire effectif, l’impoˆt ainsi e´tabli ne peut exce´der:
a) 0 pour cent du montant brut des dividendes si le be´ne´ficiaire effec- tif est une socie´te´ qui de´tient directement au moins 10 pour cent du capi- tal de la socie´te´ qui paie les dividendes;
b) 20 pour cent du montant brut des dividendes, dans tous les autres cas.
Les autorite´s compe´tentes des Etats contractants re`glent, si elles le jugent ne´cessaire, les modalite´s d’application de ces limitations.
Le pre´sent paragraphe n’affecte pas l’imposition de la socie´te´ au titre des be´ne´fices qui servent au paiement des dividendes.
3. Les dispositions des paragraphes 1 et 2 aline´a a) seront applicables a` condition que la relation entre la socie´te´ qui paie les dividendes et la personne qui rec¸oit ces dividendes n’ait pas e´te´ e´tablie ou ne soit pas maintenue principalement afin de be´ne´ficier du taux re´duit au sens du paragraphe 2 aline´a a).
4. Le terme «dividendes» employe´ dans le pre´sent article de´signe les revenus provenant d’actions, actions ou bons de jouissance, parts de mine, parts de fondateur ou autres parts be´ne´ficiaires, ainsi que les reve- nus des cre´ances assorties d’une clause de participation aux be´ne´fices, ainsi que les revenus d’autres parts sociales soumis au meˆme re´gime fis- cal que les revenus d’actions par la le´gislation fiscale de l’Etat dont la socie´te´ distributrice est un re´sident.
5. Les dispositions des paragraphes 1 et 2 ne s’appliquent pas lorsque le be´ne´ficiaire effectif des dividendes, re´sident d’un Etat contractant, exerce dans l’autre Etat contractant dont la socie´te´ qui paie les dividen- des est un re´sident, soit une activite´ industrielle ou commerciale par l’interme´diaire d’un e´tablissement stable qui y est situe´, soit une profes- sion inde´pendante au moyen d’une base fixe qui y est situe´e, et que la participation ge´ne´ratrice des dividendes s’y rattache effectivement. Dans ce cas, les dispositions de l’article 7 ou de l’article 14, suivant les cas, sont applicables.
6. Lorsqu’une socie´te´ qui est un re´sident d’un Etat contractant tire des be´ne´fices ou des revenus de l’autre Etat contractant, cet autre Etat ne peut percevoir aucun impoˆt sur les dividendes paye´s par la socie´te´ aux personnes qui ne sont pas des re´sidents de cet autre Etat, ni pre´lever aucun impoˆt, au titre de l’imposition des be´ne´fices non distribue´s, sur les be´ne´fices non distribue´s de la socie´te´, meˆme si les dividendes paye´s
dividenden of de niet-uitgedeelde winst geheel of gedeeltelijk bestaan uit voordelen of inkomsten die uit die andere Staat afkomstig zijn.
Artikel 11
Interest
1. Interest afkomstig uit een Verdragsluitende Staat en betaald aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, mag in die andere Staat worden belast.
2. Deze interest mag echter ook in de Staat waaruit hij afkomstig is, overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de genieter de uiteindelijk gerechtigde tot de interest is, mag de aldus geheven belasting 10 percent van het brutobedrag van de interest niet overschrijden.
3. Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid, is interest afkomstig uit een Verdragsluitende Staat en betaald aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat die de uiteindelijk gerechtigde tot de interest is, slechts in die andere Staat belastbaar, indien de interest:
a. wordt betaald ter zake van een obligatie of een schuldbewijs of een andere soortgelijke verplichting van de overheid van een Verdrag- sluitende Staat of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiek- rechtelijk lichaam daarvan; of
b. wordt betaald ter zake van leningen van elke soort verstrekt door de overheid van de andere Verdragsluitende Staat, een staatkundig on- derdeel daarvan, een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan, de Centrale Bank van die andere Staat of een rechtspersoon (daaronder begrepen financie¨le instellingen) die wordt beheerst door die Staat of door een staatkundig onderdeel of plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan.
4. De uitdrukking ,,interest’’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet verze- kerd door hypotheek, met uitzondering van inkomsten uit schuldvorde- ringen die aanspraak geven op een aandeel in de winst van de schulde- naar, en in het bijzonder inkomsten uit overheidsleningen en inkomsten uit obligaties of schuldbewijzen, daaronder begrepen de aan zodanige leningen, obligaties of schuldbewijzen verbonden premies en prijzen. In rekening gebrachte boete voor te late betaling wordt voor de toepassing van dit artikel niet als interest aangemerkt.
5. De bepalingen van het eerste, tweede en derde lid zijn niet van toe- passing, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de interest, die inwoner is van een Verdragsluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat waaruit de interest afkomstig is, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en de vor-
ou les be´ne´fices non distribue´s consistent en tout ou en partie en be´ne´- fices ou revenus provenant de cet autre Etat.
Article 11
Inte´reˆts
1. Les inte´reˆts provenant d’un Etat contractant et paye´s a` un re´sident de l’autre Etat contractant sont imposables dans cet autre Etat.
2. Toutefois, ces inte´reˆts sont aussi imposables dans l’Etat d’ou` ils proviennent et selon la le´gislation de cet Etat, mais si la personne qui rec¸oit les inte´reˆts en est le be´ne´ficiaire effectif, l’impoˆt ainsi e´tabli ne peut exce´der 10 pour cent du montant brut des inte´reˆts.
3. Nonobstant les dispositions du paragraphe 2, les inte´reˆts, provenant d’un Etat contractant et paye´s a` un re´sident de l’autre Etat contractant qui en est le be´ne´ficiaire effectif, ne sont imposables que dans cet autre Etat lorsqu’ils
a) sont paye´s au titre d’une obligation, d’un billet, d’un bon ou d’un autre titre analogue du Gouvernement d’un Etat contractant ou de l’une de ses subdivisions politiques ou collectivite´s locales; ou
b) sont paye´s en vertu de preˆts de toute nature accorde´s par le Gou- vernement de l’autre Etat contractant, une de ses subdivisions politiques, une de ses collectivite´s locales, la banque centrale de cet autre Etat ou une personne morale (y compris les institutions financie`res) controˆle´e par cet Etat ou par l’une de ses subdivisions politiques ou collectivite´s locales.
4. Le terme «inte´reˆts» employe´ dans le pre´sent article de´signe les revenus des cre´ances de toute nature, assorties ou non de garanties hypo- the´caires, a` l’exception des revenus des cre´ances assorties d’une clause de participation aux be´ne´fices du de´biteur, et notamment les revenus des fonds publics et des obligations d’emprunts, y compris les primes et lots attache´s a` ces titres. Les pe´nalisations pour paiement tardif ne sont pas conside´re´es comme des inte´reˆts au sens du pre´sent article.
5. Les dispositions des paragraphes 1, 2 et 3 ne s’appliquent pas lors- que le be´ne´ficiaire effectif des inte´reˆts, re´sident d’un Etat contractant, exerce dans l’autre Etat contractant d’ou` proviennent les inte´reˆts, soit une activite´ industrielle ou commerciale par l’interme´diaire d’un e´tablis- sement stable qui y est situe´, soit une profession inde´pendante au moyen d’une base fixe qui y est situe´e et que la cre´ance ge´ne´ratrice des inte´reˆts
dering uit hoofde waarvan de interest wordt betaald, tot het bedrijfs- vermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing.
6. Interest wordt geacht uit een Verdragsluitende Staat afkomstig te zijn, indien hij wordt betaald door die Staat zelf, door een staatkundig onderdeel, door een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam of door een inwoner van die Staat. Indien evenwel de persoon die de interest betaalt, of hij inwoner van een Verdragsluitende Staat is of niet, in een Verdrag- sluitende Staat een vaste inrichting of een vast middelpunt heeft, waar- voor de schuld ter zake waarvan de interest wordt betaald, was aange- gaan en deze interest ten laste komt van die vaste inrichting of van dat vaste middelpunt, wordt deze interest geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting of het vaste middelpunt is gevestigd.
7. Indien, wegens een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de betaalde interest, gelet op de schuldvordering ter zake waarvan deze wordt betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, vinden de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag toepassing.
In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de Verdrag- sluitende Staten, zulks met inachtneming van de overige bepalingen van dit Verdrag.
Artikel 12
Royalty’s
1. Xxxxxxx’x afkomstig uit een Verdragsluitende Staat en betaald aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
2. Deze royalty’s mogen echter ook in de Verdragsluitende Staat waaruit zij afkomstig zijn, overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de genieter de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty’s is, mag de aldus geheven belasting 11 percent van het bruto- bedrag van de royalty’s niet overschrijden.
3. De uitdrukking ,,royalty’s’’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent vergoedingen van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht op een werk op het gebied van letter- kunde, kunst of wetenschap, van bioscoop- of televisiefilms, van een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een tekening of model, een plan, een geheim recept of een geheime werkwijze, dan wel voor het gebruik van, of het recht van gebruik van, nijverheids- en handelsuitrusting of
s’y rattache effectivement. Dans ce cas, les dispositions de l’article 7 ou de l’article 14, suivant les cas, sont applicables.
6. Les inte´reˆts sont conside´re´s comme provenant d’un Etat contrac- tant lorsque le de´biteur est cet Etat lui-meˆme, une subdivision politique, une collectivite´ locale ou un re´sident de cet Etat. Toutefois, lorsque le de´biteur des inte´reˆts, qu’il soit ou non un re´sident d’un Etat contractant, a dans un Etat contractant un e´tablissement stable, ou une base fixe, pour lequel la dette donnant lieu au paiement des inte´reˆts a e´te´ contracte´e et qui supporte la charge de ces inte´reˆts, ceux-ci sont conside´re´s comme provenant de l’Etat ou` l’e´tablissement stable, ou la base fixe, est situe´.
7. Lorsque, en raison de relations spe´ciales existant entre le de´biteur et le be´ne´ficiaire effectif ou que l’un et l’autre entretiennent avec de tier- ces personnes, le montant des inte´reˆts, compte tenu de la cre´ance pour laquelle ils sont paye´s, exce`de celui dont seraient convenus le de´biteur et le be´ne´ficiaire effectif en l’absence de pareilles relations, les disposi- tions du pre´sent article ne s’appliquent qu’a` ce dernier montant.
Dans ce cas, la partie exce´dentaire des paiements reste imposable selon la le´gislation de chaque Etat contractant et compte tenu des autres dispositions de la pre´sente Convention.
Article 12
Redevances
1. Les redevances provenant d’un Etat contractant et paye´es a` un re´si- dent de l’autre Etat contractant sont imposables dans cet autre Etat.
2. Toutefois, ces redevances sont aussi imposables dans l’Etat contrac- tant d’ou` elles proviennent et selon la le´gislation de cet Etat, mais si la personne qui rec¸oit les redevances en est le be´ne´ficiaire effectif, l’impoˆt ainsi e´tabli ne peut exce´der 11 pour cent du montant brut des redevan- ces.
3. Le terme «redevances» employe´ dans le pre´sent article de´signe les re´mune´rations de toute nature paye´es pour l’usage ou la concession de l’usage d’un droit d’auteur sur une oeuvre litte´raire, artistique ou scien- tifique, de films cine´matographiques ou de te´le´vision, d’un brevet, d’une marque de fabrique ou de commerce, d’un dessin ou d’un mode`le, d’un plan, d’une formule ou d’un proce´de´ secrets, ainsi que pour l’usage ou la concession de l’usage d’un e´quipement industriel, commercial ou
wetenschappelijke uitrusting (met uitzondering van vergoedingen voor het verhuren van schepen en luchtvaartuigen gebruikt in internationaal verkeer) en voor inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nij- verheid, handel of wetenschap, alsmede voor technische of economische studies, of voor technische diensten verleend in de Staat waaruit de ver- goedingen afkomstig zijn.
4. De bepalingen van het eerste lid zijn niet van toepassing, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty’s, die inwoner is van een Verdrag- sluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat waaruit de royalty’s afkomstig zijn, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar geves- tigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en het recht of de zaak uit hoofde waarvan de royalty’s worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste mid- delpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepa- lingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing.
5. Royalty’s worden geacht uit een Verdragsluitende Staat afkomstig te zijn, indien zij worden betaald door die Staat zelf, door een staatkun- dig onderdeel, door een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam of door een inwoner van die Staat. Indien evenwel de persoon die de royalty’s betaalt, of hij inwoner van een Verdragsluitende Staat is of niet, in een Verdragsluitende Staat een vaste inrichting of een vast middelpunt heeft, waarvoor het contract op grond waarvan de royalty’s worden betaald, was gesloten, en deze royalty’s ten laste komen van die vaste inrichting of van dat vaste middelpunt, worden deze royalty’s geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting of het vaste middelpunt is gevestigd.
6. Indien, wegens een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de royalty’s, gelet op het gebruik, het recht of de inlichtin- gen waarvoor zij worden betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, vinden de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag toepassing. In dat geval blijft het daarbo- ven uitgaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de Verdragsluitende Staten, zulks met inacht- neming van de overige bepalingen van dit Verdrag.
Artikel 13
Vermogenswinsten
1. Voordelen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat uit de vervreemding van onroerende zaken, zoals bedoeld in arti- kel 6 en die zijn gelegen in de andere Verdragsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
scientifique (a` l’exception des re´munerations pour affreˆtement de navi- res et ae´ronefs affecte´s au trafic international) et pour des informations ayant trait a` une expe´rience acquise dans le domaine industriel, commer- cial ou scientifique, ainsi que pour des e´tudes techniques ou e´conomi- ques, ou pour des services d’une assistance technique rendus dans l’Etat d’ou` proviennent les re´mune´rations.
4. Les dispositions du paragraphe 1 ne s’appliquent pas lorsque le be´ne´ficiaire effectif des redevances, re´sident d’un Etat contractant, exerce dans l’autre Etat contractant d’ou` proviennent les redevances, soit une activite´ industrielle ou commerciale par l’interme´diaire d’un e´tablisse- ment stable qui y est situe´, soit une profession inde´pendante au moyen d’une base fixe qui y est situe´e, et que le droit ou le bien ge´ne´rateur des redevances s’y rattache effectivement. Dans ce cas, les dispositions de l’article 7 ou de l’article 14, suivant les cas, sont applicables.
5. Les redevances sont conside´re´es comme provenant d’un Etat contractant lorsque le de´biteur est cet Etat lui-meˆme, une subdivision politique, une collectivite´ locale ou un re´sident de cet Etat. Toutefois, lorsque le de´biteur des redevances, qu’il soit ou non un re´sident d’un Etat contractant, a dans un Etat contractant un e´tablissement stable, ou une base fixe, pour lesquels l’engagement donnant lieu aux redevances a e´te´ contracte´ et qui supportent la charge de ces redevances, celles-ci sont conside´re´es comme provenant de l’Etat ou` l’e´tablissement stable ou la base fixe est situe´.
6. Lorsque, en raison de relations spe´ciales existant entre le de´biteur et le be´ne´ficiaire effectif ou que l’un et l’autre entretiennent avec de tier- ces personnes, le montant des redevances, compte tenu de la prestation pour laquelle elles sont paye´es, exce`de celui dont seraient convenus le de´biteur et le be´ne´ficiaire effectif en l’absence de pareilles relations, les dispositions du pre´sent article ne s’appliquent qu’a` ce dernier montant. Dans ce cas, la partie exce´dentaire des paiements reste imposable selon la le´gislation de chaque Etat contractant et compte tenu des autres dis- positions de la pre´sente Convention.
Article 13
Gains en Capital
1. Les gains qu’un re´sident d’un Etat contractant tire de l’alie´nation de biens immobiliers, vise´s a` l’article 6 et situe´s dans l’autre Etat contractant sont imposables dans cet autre Etat.
2. Voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende goederen die deel uitmaken van het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting die een onderneming van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdrag- sluitende Staat heeft, of van roerende goederen die behoren tot een vast middelpunt dat een inwoner van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdragsluitende Staat tot zijn beschikking heeft voor het verrichten van zelfstandige arbeid, daaronder begrepen voordelen verkregen uit de ver- vreemding van de vaste inrichting (alleen of met de gehele onderne- ming) of van het vaste middelpunt, mogen in die andere Staat worden belast.
3. Voordelen verkregen uit de vervreemding van schepen of lucht- vaartuigen die in internationaal verkeer worden gee¨xploiteerd, of van roerende goederen die worden gebruikt bij de exploitatie van deze sche- pen of luchtvaartuigen, zijn slechts belastbaar in de Verdragsluitende Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen; de plaats van de werkelijke leiding wordt, in voorkomend geval, vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 8, tweede lid.
4. Voordelen verkregen uit de vervreemding van alle andere goederen dan die bedoeld in het eerste, tweede en derde lid zijn slechts belastbaar in de Verdragsluitende Staat waarvan de vervreemder inwoner is.
5. De bepalingen van het vierde lid tasten niet aan het recht van elk van de Verdragsluitende Staten overeenkomstig zijn eigen wetgeving belasting te heffen op voordelen die uit de vervreemding van aandelen of winstbewijzen die deel uitmaken van een aanmerkelijk belang in het kapitaal van een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat overeenkomstig zijn eigen wetgeving, worden verkregen door een na- tuurlijke persoon die inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat en die in de loop van de laatste drie jaren voorafgaande aan het jaar van de vervreemding van de aandelen of winstbewijzen inwoner van de eerst- bedoelde Staat is geweest.
Artikel 14
Zelfstandige arbeid
1. Voordelen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat in de uitoefening van een vrij beroep of ter zake van andere werk- zaamheden van zelfstandige aard, zijn slechts in die Staat belastbaar. Deze voordelen mogen echter ook in de andere Verdragsluitende Staat worden belast in de volgende gevallen:
a. indien deze inwoner in de andere Verdragsluitende Staat voor het verrichten van zijn werkzaamheden geregeld over een vast middelpunt beschikt; in dat geval mag slechts het deel van de voordelen, dat aan dat vaste middelpunt kan worden toegerekend, in de andere Verdragsluitende Staat worden belast; of
2. Les gains provenant de l’alie´nation de biens mobiliers qui font par- tie de l’actif d’un e´tablissement stable qu’une entreprise d’un Etat contractant a dans l’autre Etat contractant, ou de biens mobiliers qui appartiennent a` une base fixe dont un re´sident d’un Etat contractant dis- pose dans l’autre Etat contractant pour l’exercice d’une profession inde´- pendante, y compris de tels gains provenant de l’alie´nation de cet e´ta- blissement stable (seul ou avec l’ensemble de l’entreprise) ou de cette base fixe, sont imposables dans cet autre Etat.
3. Les gains provenant de l’alie´nation de navires ou d’ae´ronefs ex- ploite´s en trafic international ou de biens mobiliers affecte´s a` l’exploita- tion de ces navires ou ae´ronefs, ne sont imposables que dans l’Etat contractant ou` le sie`ge de direction effective de l’entreprise est situe´; le lieu de direction effective est de´fini, le cas e´che´ant, conforme´ment aux dispositions du paragraphe 2 article 8.
4. Les gains provenant de l’alie´nation de tous biens autres que ceux vise´s aux paragraphes 1, 2 et 3 ne sont imposables que dans l’Etat contractant dont le ce´dant est un re´sident.
5. Les dispositions du paragraphe 4 ne portent pas atteinte au droit de chacun des Etats contractants de percevoir, conforme´ment a` sa propre le´gislation, un impoˆt sur les gains provenant de l’alie´nation d’actions ou de bons de jouissance faisant partie d’une participation substantielle dans le capital d’une socie´te´ qui est un re´sident d’un Etat contractant conforme´ment a` sa propre le´gislation lorsque ces gains sont re´alise´s par une personne physique qui est un re´sident de l’autre Etat contractant et qui a e´te´ un re´sident du premier Etat au cours des dernie`res trois xxxx´es pre´ce´dant celle de l’alie´nation des actions.
Article 14
Professions Inde´pendantes
1. Les revenus qu’un re´sident d’un Etat contractant tire d’une profes- sion libe´rale ou d’autres activite´s de caracte`re inde´pendant ne sont impo- sables que dans cet Etat. Toutefois, ces revenus sont aussi imposables dans l’autre Etat contractant dans les cas suivants:
a) Si ce re´sident dispose de fac¸on habituelle dans l’autre Etat contrac- tant d’une base fixe pour l’exercice de ses activite´s; dans ce cas, seule la fraction des revenus qui est imputable a` ladite base fixe est imposable dans l’autre Etat contractant; ou
b. indien hij in de andere Verdragsluitende Staat verblijft gedurende een tijdvak of tijdvakken die in het desbetreffende belastingjaar een totaal van 183 of meer dagen belopen; in dat geval mag slechts het deel van de voordelen, dat verkregen wordt uit de werkzaamheden uitgeoe- fend in die andere Staat, in die andere Staat worden belast.
2. De uitdrukking ,,vrij beroep’’ omvat in het bijzonder zelfstandige werkzaamheden op het gebied van wetenschap, letterkunde, kunst, op- voeding of onderwijs, alsmede de zelfstandige werkzaamheden van art- sen, advocaten, technici, architecten, tandartsen en accountants.
Artikel 15
Niet-zelfstandige arbeid
1. Onder voorbehoud van de bepalingen van de artikelen 16, 18, 19 en 20 zijn salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een dienstbetrekking slechts in die Staat belastbaar, tenzij de dienstbetrek- king in de andere Verdragsluitende Staat wordt uitgeoefend. Indien de dienstbetrekking aldaar wordt uitgeoefend, mag de ter zake daarvan ver- kregen beloning in die andere Staat worden belast.
2. Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid is de beloning verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een in de andere Verdragsluitende Staat uitgeoefende dienstbetrekking slechts in de eerstbedoelde Staat belastbaar, indien:
a. de genieter in de andere Staat verblijft gedurende een tijdvak of tijdvakken die in het desbetreffende belastingjaar een totaal van 183 dagen niet te boven gaan, en
x. xx xxxxxxxx wordt betaald door of namens een werkgever die geen inwoner van de andere Staat is, en
x. xx xxxxxxxx niet ten laste komt van een vaste inrichting die, of van een vast middelpunt dat de werkgever in de andere Staat heeft.
3. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel is de beloning genoten door een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip of luchtvaartuig dat in internationaal verkeer wordt gee¨xploiteerd, slechts in die Staat belastbaar.
Artikel 16
Beheerders, bestuurders en commissarissen van vennootschappen
Tantie`mes, presentiegelden en andere beloningen, verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat in zijn hoedanigheid van lid van de raad van beheer of van de raad van toezicht van een lichaam dat inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
b) Si son se´jour dans l’autre Etat contractant s’e´tend sur une pe´riode ou des pe´riodes d’une dure´e totale e´gale ou supe´rieure a` 183 jours pen- dant l’anne´e fiscale conside´re´e; en ce cas, seule la fraction des revenus qui est tire´e des activite´s exerce´es dans cet autre Etat est imposable dans cet autre Etat.
2. L’expression «profession libe´rale» comprend notamment les acti- vite´s inde´pendantes d’ordre scientifique, litte´raire, artistique, e´ducatif ou pe´dagogique, ainsi que les activite´s inde´pendantes des me´decins, avo- xxxx, xxxx´nieurs, architectes, dentistes et comptables.
Article 15
Professions De´pendantes
1. Xxxx xxxxxxxx xxx xxxxxxxxxxxx xxx xxxxxxxx 00, 00, 00 xx 00 xxx xxxxx- res, traitements et autres re´mune´rations similaires qu’un re´sident d’un Etat contractant rec¸oit au titre d’un emploi salarie´ ne sont imposables que dans cet Etat, a` moins que l’emploi ne soit exerce´ dans l’autre Etat contractant. Si l’emploi y est exerce´, les re´mune´rations rec¸ues a` ce titre sont imposables dans cet autre Etat.
2. Nonobstant les dispositions du paragraphe 1, les re´mune´rations qu’un re´sident d’un Etat contractant rec¸oit au titre d’un emploi salarie´ exerce´ dans l’autre Etat contractant ne sont imposables que dans le pre- mier Etat si:
a) le be´ne´ficiaire se´journe dans l’autre Etat pendant une pe´riode ou des pe´riodes n’exce´dant pas au total 183 jours au cours de l’anne´e fis- cale conside´re´e, et
b) les re´mune´rations sont paye´es par un employeur ou pour le compte d’un employeur qui n’est pas un re´sident de l’autre Etat; et
c) la charge des re´mune´rations n’est pas supporte´e par un e´tablisse- ment stable ou une base fixe que l’employeur a dans l’autre Etat.
3. Nonobstant les dispositions pre´ce´dentes du pre´sent article, les re´mune´rations rec¸ues par un re´sident d’un Etat contractant, au titre d’un emploi salarie´ exerce´ a` bord d’un navire ou d’un ae´ronef, exploite´ en trafic international, ne sont imposables que dans cet Etat.
Article 16
Administrateurs, Directeurs et Commissaires de Socie´te´s
Les tantie`mes, jetons de pre´sence et autres re´mune´rations qu’un re´si- dent d’un Etat contractant rec¸oit en sa qualite´ de membre de conseil d’administration ou de surveillance d’une socie´te´ re´sidente de l’autre Etat contractant, sont imposables dans cet autre Etat.
Artikel 17
Artiesten en sportbeoefenaars
1. Niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 14 en 15 mogen voordelen of inkomsten, verkregen door een inwoner van een Verdrag- sluitende Staat als artiest, zoals een toneelspeler, film-, radio-, of televisie- artiest of een musicus, of als sportbeoefenaar, uit zijn persoonlijke werk- zaamheden als zodanig die worden verricht in de andere Verdragsluitende Staat, worden belast in die andere Staat.
2. Indien voordelen of inkomsten ter zake van persoonlijke werk- zaamheden die door een artiest of een sportbeoefenaar in die hoedanig- heid worden verricht, niet aan de artiest of sportbeoefenaar zelf toeko- men, maar aan een andere persoon, mogen die voordelen of inkomsten, niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 7, 14 en 15, worden belast in de Verdragsluitende Staat waar de werkzaamheden van de artiest of de sportbeoefenaar worden verricht.
Artikel 18
Pensioenen
1. Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 19, tweede lid, zijn pensioenen en andere soortgelijke beloningen betaald aan een inwo- ner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een vroegere dienstbe- trekking, slechts in die Staat belastbaar.
2. Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid mogen pensioe- nen en andere soortgelijke beloningen die geen periodiek karakter dra- gen en ter zake van een in de andere Verdragsluitende Staat uitgeoefende vroegere dienstbetrekking worden betaald aan een inwoner van een Verdragsluitende Staat, in die andere Staat worden belast.
3. Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid zijn pensioenen en andere uitkeringen betaald met toepassing van de sociale- zekerheidswetgeving van een Verdragsluitende Staat slechts in die Staat belastbaar.
Artikel 19
Overheidsfuncties
1. a. Beloningen, niet zijnde pensioenen, betaald door een Verdrag- sluitende Staat of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiek- rechtelijk lichaam daarvan aan een natuurlijke persoon ter zake van diensten bewezen aan die Staat of dat onderdeel of dat publiekrechtelijk lichaam, zijn slechts in die Staat belastbaar.
b. Deze beloningen zijn echter slechts in de andere Verdragsluitende Staat belastbaar indien de diensten in die Staat worden bewezen en de natuurlijke persoon een inwoner is van die Staat, die:
Article 17
Artistes et Sportifs
1. Nonobstant les dispositions des articles 14 et 15, les revenus qu’un re´sident d’un Etat contractant tire de ses activite´s personnelles exerce´es dans l’autre Etat contractant en tant qu’artiste du spectacle, tel qu’un artiste de the´aˆtre, de cine´ma, de la radio ou de la te´le´vision ou qu’un musicien, ou en tant que sportif, sont imposables dans cet autre Etat.
2. Lorsque les revenus d’activite´s qu’un artiste du spectacle ou un sportif exerce personnellement et en cette qualite´ sont attribue´s non pas a` l’artiste ou au sportif lui-meˆme mais a` une autre personne, ces reve- nus sont imposables, nonobstant les dispositions des articles 7, 14 et 15, dans l’Etat contractant ou` les activite´s de l’artiste ou du sportif sont exerce´es.
Article 18
Pensions
1. Sous re´serve des dispositions du paragraphe 2 de l’article 19, les pensions et autres re´mune´rations similaires paye´es a` un re´sident d’un Etat contractant au titre d’un emploi ante´rieur, ne sont imposables que dans cet Etat.
2. Nonobstant les dispositions du paragraphe 1, les pensions et autres re´mune´rations similaires qui n’ont pas un caracte`re pe´riodique, verse´es a` un re´sident d’un Etat contractant, au titre d’un emploi ante´rieur exerce´ dans l’autre Etat contractant, sont imposables dans cet autre Etat.
3. Nonobstant les dispositions du paragraphe 1, les pensions et autres sommes paye´es en application de la le´gislation sur la se´curite´ sociale d’un Etat contractant ne sont imposables que dans cet Etat.
Article 19
Fonctions Publiques
1. a) Les re´mune´rations, autres que les pensions, paye´es par un Etat contractant ou l’une de ses subdivisions politiques ou collectivite´s loca- les a` une personne physique, au titre de services rendus a` cet Etat ou a` cette subdivision ou collectivite´, ne sont imposables que dans cet Etat.
b) Toutefois, ces re´mune´rations ne sont imposables que dans l’autre Etat contractant si les services sont rendus dans cet Etat et si la personne physique est un re´sident de cet Etat qui:
(i) onderdaan is van die Staat, of
(ii) niet uitsluitend voor het verrichten van de diensten inwoner van die Staat werd.
2. a. Pensioenen betaald door, of uit fondsen in het leven geroepen door, een Verdragsluitende Staat of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan aan een natuurlijke persoon ter zake van diensten bewezen aan die Staat of dat onderdeel of dat publiekrechtelijk lichaam, zijn slechts in die Staat belastbaar.
b. Deze pensioenen zijn echter slechts in de andere Verdragsluitende Staat belastbaar, indien de natuurlijke persoon inwoner en onderdaan is van die Staat.
3. De bepalingen van de artikelen 15, 16 en 18 zijn van toepassing op beloningen en pensioenen ter zake van diensten bewezen in het kader van een op winst gericht bedrijf, uitgeoefend door een Verdragsluitende Staat of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan.
Artikel 20
Studenten, stagiaires en leerlingen
Een student, een voor een beroep of bedrijf in opleiding zijnde per- soon of een leerling die onmiddellijk voorafgaand aan zijn bezoek aan een Verdragsluitende Staat inwoner is of was van de andere Verdrag- sluitende Staat en die uitsluitend voor zijn studie of opleiding in de eerstbedoelde Staat verblijft, is in die Staat vrijgesteld van belasting ter zake van:
a. betalingen die hij ontvangt ten behoeve van zijn onderhoud, stu- die of opleiding, mits deze betalingen aan hem worden gedaan uit bron- nen buiten die Staat, en
b. beloningen die hij ontvangt met de uitoefening van werkzaamhe- den in die Staat teneinde de noodzakelijke middelen voor zijn onderhoud aan te vullen en ten behoeve van zijn studie of opleiding, en die per kalenderjaar 4000 Nederlandse guldens of de tegenwaarde daarvan in Tunesische dinars niet te boven gaan, zulks voor een tijdvak van niet meer dan vijf jaren van de datum af waarop hij voor de eerste keer in die Staat aankomt.
Artikel 21
Overige inkomsten
1. Bestanddelen van het inkomen van een inwoner van een Verdrag- sluitende Staat, van waaruit ook afkomstig, die niet in de voorgaande artikelen van dit Verdrag zijn behandeld, zijn slechts in die Staat belast- baar.
(i) posse`de la nationalite´ de cet Etat, ou
(ii) n’est pas devenue un re´sident de cet Etat a` seule fin de rendre les services.
2. a) Les pensions paye´es par un Etat contractant ou l’une de ses sub- divisions politiques ou collectivite´s locales, soit directement soit par pre´- le`vement sur des fonds qu’ils ont constitue´s, a` une personne physique, au titre de services rendus a` cet Etat ou a` cette subdivision ou collecti- vite´, ne sont imposables que dans cet Etat.
b) Toutefois, ces pensions ne sont imposables que dans l’autre Etat contractant si la personne physique est un re´sident de cet Etat et en posse`de la nationalite´.
3. Les dispositions des articles 15, 16 et 18 s’appliquent aux re´mu- ne´rations et pensions paye´es au titre de services rendus dans le cadre d’une activite´ industrielle ou commerciale exerce´e par un Etat contrac- tant ou l’une de ses subdivisions politiques ou collectivite´s locales.
Article 20
Eutudiants, Stagiaires et Apprentis
Un e´tudiant, un stagiaire ou un apprenti qui est, ou qui e´tait imme´dia- tement avant de se rendre dans un Etat contractant, un re´sident de l’autre Etat contractant et qui se´journe dans le premier Etat a` seule fin d’y pour- suivre ses e´tudes ou sa formation, est exempt de tout impoˆt frappant, dans cet Etat,
a) les sommes qu’il rec¸oit pour couvrir ses frais d’entretien, d’e´tudes ou de formation, a` condition qu’elles proviennent de sources situe´es en dehors de cet Etat, et
b) pour une pe´riode ne de´passant pas cinq ans a` partir de la date de sa premie`re arrive´e dans cet Etat, les re´mune´rations qu’il perc¸oit de l’exercice d’une activite´ dans cet Etat en vue de comple´ter les ressour- ces ne´cessaires a` son entretien et pour couvrir ses frais d’e´tudes ou de formation, n’exce´dant pas 4.000 florins ne´erlandais ou l’e´quivalent en dinars tunisiens par anne´e civile.
Article 21
Autres Revenus
1. Les e´le´ments du revenu d’un re´sident d’un Etat contractant, d’ou` qu’ils proviennent, qui ne sont pas traite´s dans les articles pre´ce´dents de la pre´sente Convention ne sont imposables que dans cet Etat.
2. De bepalingen van het eerste lid zijn niet van toepassing op inkom- sten, niet zijnde inkomsten uit onroerende zaken, zoals omschreven in artikel 6, tweede lid, indien de genieter van die inkomsten, die inwoner is van een Verdragsluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrich- ting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en het recht of de zaak ter zake waarvan de inkomsten worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste in- richting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing.
HOOFDSTUK IV VERMIJDING VAN DUBBELE BELASTING
Artikel 22
Vermijding van dubbele belasting
Dubbele belasting wordt op de volgende wijze vermeden:
1. Nederland is bevoegd bij het heffen van belasting van zijn inwo- ners in de grondslag waarnaar de belasting wordt geheven, de bestand- delen van het inkomen te begrijpen, die overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag in Tunesie¨ mogen worden belast.
2. Indien echter een inwoner van Nederland bestanddelen van het inkomen verkrijgt die volgens artikel 6, artikel 7, artikel 10, vijfde lid, artikel 11, vijfde lid, artikel 12, vierde lid, artikel 13, eerste en tweede lid, artikel 14, artikel 15, eerste lid, artikel 18, derde lid, artikel 19, eer- ste lid, onderdeel a, en tweede lid, onderdeel a, en artikel 21, tweede lid, van dit Verdrag in Tunesie¨ mogen worden belast en die in de in het eer- ste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, stelt Nederland deze bestand- delen vrij door een vermindering van de Nederlandse belasting toe te staan. Deze vermindering wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in de Nederlandse wetgeving, onder handhaving van het beginsel van de vrijstelling. Te dien einde worden genoemde bestanddelen geacht te zijn begrepen in het totale bedrag van de bestanddelen van het inkomen die ingevolge die bepalingen van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
3. Nederland verleent voorts een aftrek op de aldus berekende Neder- landse belasting voor die bestanddelen van het inkomen die volgens arti- kel 10, tweede lid, artikel 11, tweede lid, artikel 12, tweede lid, artikel 16 en artikel 17 van dit Verdrag in Tunesie¨ mogen worden belast, in zoverre deze bestanddelen in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen.
Het bedrag van deze aftrek is gelijk aan de in Tunesie¨ over deze bestanddelen van het inkomen betaalde belasting, maar bedraagt niet meer dan het bedrag van de vermindering die zou zijn verleend indien
2. Les dispositions du paragraphe 1 ne s’appliquent pas aux revenus autres que les revenus provenant de biens immobiliers tels qu’ils sont de´finis au paragraphe 2 de l’article 6, lorsque le be´ne´ficiaire de tels reve- nus, re´sident d’un Etat contractant, exerce dans l’autre Etat contractant, soit une activite´ industrielle ou commerciale par l’interme´diaire d’un e´tablissement stable qui y est situe´, soit une profession inde´pendante au moyen d’une base fixe qui y est situe´e, et que le droit ou le bien ge´ne´- rateur des revenus s’y rattache effectivement. Dans ce cas, les disposi- tions de l’article 7 ou de l’article 14, suivant les cas, sont applicables.
CHAPITRE IV
MEuTHODES POUR EuLIMINER LES DOUBLES IMPOSITIONS
Article 22
Dispositions pour Xxxxxxxxx les doubles Impositions
La double imposition est e´vite´e de la manie`re suivante:
1. Les Pays-Bas, en pre´levant des impoˆts de leurs re´sidents, pourront inclure dans la base sur laquelle l’impoˆt est pre´leve´, les e´le´ments du revenu qui, conforme´ment aux dispositions de la pre´sente Convention, sont imposables en Tunisie.
2. Toutefois, lorsqu’un re´sident des Pays-Bas obtient des e´le´ments de revenu qui, en vertu des articles 6, 7, 10 paragraphe 5, 11 paragraphe 5, 12 paragraphe 4, 13 paragraphes 1 et 2, 14, 15 paragraphe 1, 18 para- graphe 3, 19 paragraphes 1 aline´a a) et 2 aline´a a), et 21 paragraphe 2 de la pre´sente Convention, sont imposables en Tunisie et qui sont inclus dans la base vise´e au paragraphe 1, les Pays-Bas exone´reront ces e´le´- ments en accordant une re´duction de l’impoˆt ne´erlandais. Cette re´duc- tion est calcule´e conforme´ment aux dispositions de la le´gislation ne´er- landaise, tout en pre´servant l’exone´ration. A cette fin, les e´le´ments mentionne´s ci-dessus sont conside´re´s comme e´tant compris dans le mon- tant total des e´le´ments du revenu qui, en vertu de ces dispositions, sont exone´re´s de l’impoˆt ne´erlandais.
3. En outre, les Pays-Bas accorderont une de´duction sur l’impoˆt ne´er- landais ainsi calcule´ pour les e´le´ments du revenu imposables en Tunisie en vertu des articles 10 paragraphe 2, 11 paragraphe 2, 12 paragraphe 2, 16 et 17 de la pre´sente Convention, pour autant que ces e´le´ments soient compris dans la base vise´e au paragraphe 1.
Le montant de cette de´duction est e´gal a` l’impoˆt paye´ en Tunisie pour ces e´le´ments du revenu, mais n’exce`de pas le montant de la re´duction qui serait accorde´e si les e´le´ments du revenu ainsi compris dans la base
de aldus in de belastbare grondslag begrepen bestanddelen van het inko- men de enige bestanddelen van het inkomen zouden zijn geweest, die uit hoofde van de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het ver- mijden van dubbele belasting van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
4. Voor de toepassing van de verrekening met de belasting in Neder- land verschuldigd ter zake van dividenden, interest en royalty’s worden deze categoriee¨n van inkomsten geacht feitelijk aan betaling van belas- ting in Tunesie¨ onderworpen te zijn geweest binnen de grenzen van de percentages waarin dit Verdrag voorziet, en zulks niettegenstaande de vrijstelling of vermindering van belasting die door Tunesie¨ ter zake daar- van wordt verleend uit hoofde van zijn nationale wetgeving.
Voor de toepassing van de voorgaande bepalingen van dit lid met betrekking tot dividenden worden deze, in geval van belastingheffing in Nederland, geacht feitelijk aan de belasting in Tunesie¨ onderworpen te zijn geweest naar het percentage waarin artikel 10, tweede lid, onderdeel b, voorziet, en zulks ongeacht het percentage van deelneming in het kapitaal van het lichaam dat de dividenden betaalt.
De bepalingen van dit lid zijn van toepassing gedurende een tijdvak van 15 jaren te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag. Dit tijdvak wordt telkens voor de duur van 10 jaren stilzwij- gend verlengd behoudens uitdrukkelijke opzegging door de autoriteiten van een Verdragsluitende Staat, en zulks 6 maanden vo´o´r het einde van de bedoelde periode.
5. Indien een inwoner van Tunesie¨ inkomsten verkrijgt die overeen- komstig de bepalingen van dit Verdrag in Nederland mogen worden belast, verleent Tunesie¨, onder voorbehoud van de bepalingen van de nationale wet, op de belasting die het heft over de inkomsten van die inwoner, een vermindering die gelijk is aan de in Nederland over het inkomen betaalde belasting. Deze vermindering overschrijdt evenwel niet het deel van de belasting naar het inkomen, zoals deze is berekend vo´o´r het verlenen van de vermindering, dat kan worden toegerekend aan de inkomsten die in Nederland mogen worden belast.
Voor de toepassing van dit lid worden de belastingen bedoeld in arti- kel 2, derde lid, onderdeel a, en vierde lid, beschouwd als belasting naar het inkomen.
6. Indien een inwoner van een Verdragsluitende Staat voordelen ver- krijgt die overeenkomstig de bepalingen van artikel 13, vijfde lid, of inkomsten die overeenkomstig de bepalingen van artikel 18, tweede lid, in de andere Verdragsluitende Staat mogen worden belast, verleent die andere Staat een vermindering op zijn belasting over genoemde voorde- len of inkomsten tot een bedrag dat gelijk is aan de belasting van de eerstbedoelde Staat, die in voorkomend geval betrekking heeft op deze voordelen of inkomsten.
imposable e´taient les seuls e´le´ments du revenu exone´re´s de l’impoˆt ne´er- landais en vertu des dispositions de la le´gislation ne´erlandaise tendant a` e´viter les doubles impositions.
4. Pour l’application du cre´dit de´ductible de l’impoˆt duˆ aux Pays-Bas, au titre des dividendes, inte´reˆts et redevances, ces cate´gories de revenus seront conside´re´es comme ayant e´te´ soumis effectivement au paiement de l’impoˆt en Tunisie dans la limite des taux pre´vus par la pre´sente convention, et ce nonobstant l’exone´ration ou la re´duction d’impoˆt accorde´e a` ce titre en Tunisie en vertu de sa le´gislation nationale.
Pour l’application des dispositions qui pre´ce`dent du pre´sent paragra- phe aux dividendes et en cas d’imposition aux Pays-Bas, ils seront conside´re´s comme ayant e´te´ soumis effectivement a` l’impoˆt en Tunisie au taux pre´vu par le paragraphe 2 aline´a b de l’article 10, et ce inde´pen- damment du pourcentage de participation dans le capital de la socie´te´ qui paie les dividendes.
Les dispositions de ce paragraphe sont applicables pendant une pe´- riode de 15 ans a` partir de la date d’entre´e en vigueur de la pre´sente convention. Cette pe´riode est reconduite tacitement chaque fois pour une dure´e de 10 ans sauf de´nonciation expresse faite par les autorite´s de l’un des Etats contractants, et ce, 6 mois avant l’expiration de la pe´riode sus- vise´e.
5. Lorsqu’un re´sident de Tunisie rec¸oit des revenus qui, conforme´- ment aux dispositions de la pre´sente Convention, sont imposables aux Pays-Bas, la Tunisie accorde, sous re´serve des dispositions de la loi interne, sur l’impoˆt qu’elle perc¸oit sur les revenus de ce re´sident une de´duction d’un montant e´gal a` l’impoˆt sur le revenu paye´ aux Pays-Bas. Cette de´duction ne peut toutefois exce´der la fraction de l’impoˆt sur le revenu calcule´ avant de´duction, correspondant aux revenus imposables aux Pays-Bas.
Pour l’application du pre´sent paragraphe les impoˆts vise´s a` l’article 2, paragraphes 3 aline´a a) et 4, sont conside´re´s comme impoˆt sur le revenu.
6. Lorsqu’un re´sident d’un Etat contractant rec¸oit de gains qui, confor- me´ment aux dispositions du paragraphe 5 de l’article 13, ou des revenus qui, conforme´ment aux dispositions du paragraphe 2 de l’article 18, sont imposables dans l’autre Etat contractant, cet autre Etat permet de de´duire de son impoˆt sur lesdits gains ou revenus un montant e´gal a` l’impoˆt du premier Etat relatif, le cas e´che´ant, a` ces gains ou ces revenus.
HOOFDSTUK V BIJZONDERE BEPALINGEN
Artikel 23
Non-discriminatie
1. Onderdanen van een Verdragsluitende Staat worden in de andere Verdragsluitende Staat niet aan enige belastingheffing of daarmede ver- band houdende verplichting onderworpen, die anders of zwaarder is dan de belastingheffing en daarmede verband houdende verplichtingen waar- aan onderdanen van die andere Staat onder dezelfde omstandigheden zijn of kunnen worden onderworpen. Deze bepaling is, niettegenstaande het bepaalde in artikel 1, ook van toepassing op personen die geen inwo- ners zijn van een of van beide Verdragsluitende Staten.
2. De belastingheffing van een vaste inrichting die een onderneming van een Verdragsluitende Staat heeft in de andere Verdragsluitende Staat, is in die andere Staat niet ongunstiger dan de belastingheffing van onder- nemingen van die andere Staat, die dezelfde werkzaamheden uitoefenen. Deze bepaling mag niet aldus worden uitgelegd, dat zij een Verdrag- sluitende Staat verplicht aan inwoners van de andere Verdragsluitende Staat bij de belastingheffing de persoonlijke aftrekken, tegemoetkomin- gen en verminderingen uit hoofde van de samenstelling van het gezin of gezinslasten te verlenen, die eerstbedoelde Staat aan zijn eigen inwoners verleent.
3. Behalve indien de bepalingen van artikel 9, eerste lid, artikel 11, zevende lid of artikel 12, zesde lid, van toepassing zijn, zijn interest, royalty’s en andere uitgaven, betaald door een onderneming van een Verdragsluitende Staat aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, bij de vaststelling van de belastbare winst van die onderneming onder dezelfde voorwaarden aftrekbaar als wanneer zij betaald waren aan een inwoner van de eerstbedoelde Staat.
4. Ondernemingen van een Verdragsluitende Staat, waarvan het kapi- taal geheel of ten dele, onmiddellijk of middellijk, in het bezit is van of wordt beheerst door een of meer inwoners van de andere Verdrag- sluitende Staat, worden in de eerstbedoelde Staat niet aan enige belas- tingheffing of daarmede verband houdende verplichting onderworpen, die anders of zwaarder is dan de belastingheffing en daarmede verband houdende verplichtingen waaraan andere, soortgelijke ondernemingen van de eerstbedoelde Staat zijn of kunnen worden onderworpen.
5. De bepalingen van dit artikel zijn, niettegenstaande de bepalingen van artikel 2, van toepassing op belastingen van elke soort en benaming.
CHAPITRE V DISPOSITIONS SPEuCIALES
Article 23
Non-Discrimination
1. Les nationaux d’un Etat contractant ne sont soumis dans l’autre Etat contractant a` aucune imposition ou obligation y relative, qui est autre ou plus lourde que celles auxquelles sont ou pourront eˆtre assujet- tis les nationaux de cet autre Etat qui se trouvent dans la meˆme situa- tion. La pre´sente disposition s’applique aussi, nonobstant les disposi- tions de l’article 1, aux personnes qui ne sont pas des re´sidents d’un Etat contractant ou des deux Etats contractants.
2. L’imposition d’un e´tablissement stable qu’une entreprise d’un Etat contractant a dans l’autre Etat contractant n’est pas e´tablie dans cet autre Etat d’une fac¸on moins favorable que l’imposition des entreprises de cet autre Etat qui exercent la meˆme activite´. La pre´sente disposition ne peut eˆtre interpre´te´e comme obligeant un Etat contractant a` accorder aux re´si- dents de l’autre Etat contractant les de´ductions personnelles, abattements et re´ductions d’impoˆt en fonction de la situation ou des charges de famille qu’il accorde a` ses propres re´sidents.
3. A moins que les dispositions du paragraphe 1 de l’article 9, du paragraphe 7 de l’article 11 ou du paragraphe 6 de l’article 12 ne soient applicables, les inte´reˆts, redevances et autres de´penses paye´s par une entreprise d’un Etat contractant a` un re´sident de l’autre Etat contractant sont de´ductibles, pour la de´termination des be´ne´fices imposables de cette entreprise, dans les meˆmes conditions que s’ils avaient e´te´ paye´s a` un re´sident du premier Etat.
4. Les entreprises d’un Etat contractant, dont le capital est en totalite´ ou en partie, directement ou indirectement, de´tenu ou controˆle´ par un ou plusieurs re´sidents de l’autre Etat contractant, ne sont soumises dans le premier Etat a` aucune imposition ou obligation y relative, qui est autre ou plus lourde que celles auxquelles sont ou pourront eˆtre assujetties les autres entreprises similaires du premier Etat.
5. Les dispositions du pre´sent article s’appliquent, nonobstant les dis- positions de l’article 2, aux impoˆts de toute nature ou de´nomination.
Artikel 24
Regeling voor onderling overleg
1. Indien een persoon van oordeel is dat de maatregelen van een of van beide Verdragsluitende Staten voor hem leiden of zullen leiden tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit Verdrag, kan hij, ongeacht de rechtsmiddelen waarin de natio- nale wetgeving van die Staten voorziet, zijn geval voorleggen aan de bevoegde autoriteit van de Verdragsluitende Staat waarvan hij inwoner is, of, indien zijn geval valt onder artikel 23, eerste lid, aan die van de Verdragsluitende Staat waarvan hij onderdaan is. Het geval moet wor- den voorgelegd binnen drie jaar nadat de maatregel die leidt tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van het Verdrag, voor het eerst ter kennis is gebracht.
2. De bevoegde autoriteit tracht, indien het bezwaar haar gegrond voorkomt en indien zij niet zelf in staat is tot een bevredigende oplos- sing te komen, de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming met de bevoegde autoriteit van de andere Verdragsluitende Staat te regelen teneinde een belastingheffing die niet in overeenstemming is met het Verdrag, te vermijden.
De overeengekomen regeling wordt uitgevoerd ongeacht de termijnen waarin de nationale wetgeving van de Verdragsluitende Staten voorziet.
3. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten trachten moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van het Verdrag in onderlinge overeenstem- ming op te lossen.
Zij kunnen ook met elkaar overleg plegen teneinde dubbele belasting ongedaan te maken in gevallen waarin het Verdrag niet voorziet.
4. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen teneinde een overeen- stemming zoals bedoeld in de voorgaande leden te bereiken.
Artikel 25
Uitwisseling van inlichtingen
1. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten wisselen die inlichtingen uit, die nodig zijn om uitvoering te geven aan de bepa- lingen van dit Verdrag, en in het bijzonder om fraude en het ontgaan van belasting te voorkomen.
Elke aldus uitgewisselde inlichting wordt geheim gehouden en niet ter kennis gebracht van andere personen of autoriteiten dan die belast met de vaststelling of invordering van de belastingen waarop het Verdrag van toepassing is.
2. In geen geval worden de bepalingen van het eerste lid zo uitgelegd dat zij een Verdragsluitende Staat de verplichting opleggen:
Article 24
Proce´dure Amiable
1. Lorsqu’une personne estime que les mesures prises par un Etat contractant ou par les deux Etats contractants entraˆınent ou entraˆıneront pour elle une imposition non conforme aux dispositions de la pre´sente Convention, elle peut, inde´pendamment des recours pre´vus par le droit interne de ces Etats, soumettre son cas a` l’autorite´ compe´tente de l’Etat contractant dont elle est un re´sident ou, si son cas rele`ve du paragraphe 1 de l’article 23, a` celle de l’Etat contractant dont elle posse`de la natio- nalite´. Le cas doit eˆtre soumis dans les trois ans qui suivent la premie`re notification de la mesure qui entraˆıne une imposition non conforme aux dispositions de la Convention.
2. L’autorite´ compe´tente s’efforce, si la re´clamation lui xxxxxxx fonde´e et si elle n’est pas elle-meˆme en mesure d’y apporter une solution satis- faisante, de re´soudre le cas par voie d’accord amiable avec l’autorite´ compe´tente de l’autre Etat contractant, en vue d’e´viter une imposition non conforme a` la Convention.
L’accord est applique´ quels que soient les de´lais pre´vus par le droit interne des Etats contractants.
3. Les autorite´s compe´tentes des Etats contractants s’efforcent, par voie d’accord amiable, de re´soudre les difficulte´s ou de dissiper les dou- tes auxquels peuvent donner lieu l’interpre´tation ou l’application de la Convention.
Elles peuvent aussi se concerter en vue d’e´liminer la double imposi- tion dans les cas non pre´vus par la Convention.
4. Les autorite´s compe´tentes des Etats contractants peuvent commu- niquer directement entre elles en vue de parvenir a` un accord comme il est indique´ aux paragraphes pre´ce´dents.
Article 25
Euchange de Renseignements
1. Les autorite´s compe´tentes des Etats contractants e´changent les ren- seignements ne´cessaires pour appliquer les dispositions de la pre´sente Convention, et en particulier pour pre´venir la fraude et e´viter l’e´vasion fiscale.
Tout renseignement ainsi e´change´ sera tenu secret et ne pourra eˆtre communique´ qu’aux personnes ou autorite´s charge´es de l’e´tablissement ou du recouvrement des impoˆts vise´s par la pre´sente Convention.
2. Les dispositions du paragraphe 1 ne peuvent en aucun cas eˆtre interpre´te´es comme imposant a` un Etat contractant l’obligation:
a. administratieve maatregelen te nemen, die in strijd zijn met de wetgeving of de administratieve praktijk van die of van de andere Verdragsluitende Staat;
b. inlichtingen te verstrekken, die niet verkrijgbaar zijn krachtens de wetgeving of in de normale gang van zaken in de administratie van die of van de andere Verdragsluitende Staat;
c. inlichtingen te verstrekken, die een handels-, bedrijfs- of beroeps- geheim of een fabrieks- of handelswerkwijze zouden onthullen, of in- lichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde.
Artikel 26
Diplomatieke en consulaire ambtenaren
1. De bepalingen van dit Verdrag tasten in geen enkel opzicht de fis- cale voorrechten aan die diplomatieke en consulaire ambtenaren ontle- nen aan de algemene regels van het volkenrecht of aan de bepalingen van bijzondere overeenkomsten.
2. Voor de toepassing van dit Verdrag wordt een natuurlijke persoon die deel uitmaakt van een diplomatieke of consulaire vertegenwoordi- ging van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdragsluitende Staat of in een derde Staat en die onderdaan is van de zendstaat, geacht inwo- ner van de zendstaat te zijn, indien hij aldaar aan dezelfde verplichtin- gen ter zake van belastingen naar het inkomen is onderworpen als inwo- ners van die Staat.
3. Het Verdrag is niet van toepassing op internationale organisaties, hun organen of functionarissen, noch op leden van een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van een derde Staat, indien zij zich op het grondgebied van een Verdragsluitende Staat bevinden en zij in geen van de beide Verdragsluitende Staten aan dezelfde verplichtingen ter zake van belastingen naar het inkomen zijn onderworpen als inwoners van die Staat.
HOOFDSTUK VI SLOTBEPALINGEN
Artikel 27
Inwerkingtreding
1. Dit Verdrag dient te worden bekrachtigd en de akten van bekrach- tiging worden langs diplomatieke weg uitgewisseld.
2. Dit Verdrag treedt in werking op de dertigste dag na de datum van de uitwisseling van de akten van bekrachtiging en vindt toepassing:
a) de prendre des mesures administratives de´rogeant a` sa le´gislation et a` sa pratique administrative ou a` celle de l’autre Etat contractant;
b) de fournir des renseignements qui ne pourraient eˆtre obtenus sur la base de sa le´gislation ou dans le cadre de sa pratique administrative normale ou de celle de l’autre Etat contractant;
c) de fournir des renseignements qui re´ve´leraient un secret commer- cial, industriel, professionnel ou un proce´de´ commercial ou des rensei- gnements dont la communication serait contraire a` l’ordre public.
Article 26
Fonctionnaires Diplomatiques et Consulaires
1. Les dispositions de la pre´sente Convention ne portent pas atteinte aux privile`ges fiscaux dont be´ne´ficient les agents diplomatiques ou les fonctionnaires consulaires en vertu soit des re`gles ge´ne´rales du droit international soit de dispositions d’accords particuliers.
2. Aux fins de la pre´sente Convention, une personne physique, qui est membre d’une mission diplomatique ou consulaire d’un Etat contractant e´tablie dans l’autre Etat contractant ou dans un Etat tiers, et qui est un national de l’Etat accre´ditant, est conside´re´e comme un re´sident de l’Etat accre´ditant a` condition d’y eˆtre soumise aux meˆmes obligations en matie`re d’impoˆts sur le revenu que les re´sidents de cet Etat.
3. La Convention ne s’applique pas aux organisations internationales, a` leurs organes ou a` leurs fonctionnaires, ni aux membres d’une mission diplomatique ou consulaire d’un Etat tiers, lorsqu’ils se trouvent sur le territoire d’un Etat contractant et ne sont pas soumis dans l’un ou l’autre Etat contractant aux meˆmes obligations, en matie`re d’impoˆts sur le revenu que les re´sidents de cet Etat.
CHAPITRE VI DISPOSITIONS FINALES
Article 27
Entre´e en Vigueur
1. Cette Convention sera ratifie´e et les instruments de ratification seront e´change´s par la voie diplomatique.
2. Cette Convention entrera en vigueur a` partir du trentie`me jour apre`s la date de l’e´change des instruments de ratification, et prendra effet:
(i) met betrekking tot aan de bron geheven belastingen: op inkom- sten betaald of betaalbaar gesteld op of na 1 januari van het kalen- derjaar dat onmiddellijk volgt op het jaar van de inwerkingtre- ding; en
(ii) met betrekking tot de andere belastingen: op inkomsten van belastingjaren en -tijdvakken die aanvangen op of na 1 januari van het kalenderjaar dat onmiddellijk volgt op het jaar van de inwerkingtreding.
Artikel 28
Bee¨indiging
Dit Verdrag blijft voor onbepaalde tijd van kracht, maar elk van de Verdragsluitende Staten kan vo´o´r de dertigste juni van enig kalenderjaar na het verstrijken van het vijfde jaar dat volgt op het jaar waarin de akten van bekrachtiging zijn uitgewisseld, langs diplomatieke weg een schriftelijke kennisgeving van bee¨indiging zenden aan de andere Verdrag- sluitende Staat, en in dat geval houdt het Verdrag op van toepassing te zijn:
a. met betrekking tot de aan de bron geheven belastingen: op inkom- sten betaald of betaalbaar gesteld op of na 1 januari van het kalender- jaar dat volgt op het jaar waarin de kennisgeving is gedaan, dan wel later; en
b. met betrekking tot de andere geheven belastingen: op inkomsten van belastingjaren en -tijdvakken die aanvangen op of na 1 januari van het jaar waarin de kennisgeving is gedaan, dan wel later.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN te ’s-Gravenhage de 16 mei 1995 in drievoud, in de Neder- landse, de Franse en de Arabische taal. Bij een verschillende uitleg is de Franse tekst beslissend.
Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
(w.g.) W. A. F. G. VERMEEND
Voor de Regering van de Tunesische Republiek
(w.g.) XXXXXXX XXXXXXXXXX
(i) en ce qui concerne les impoˆts dus a` la source sur les revenus attri- bue´s ou mis en paiement a` partir du ler janvier de l’anne´e civile qui suit imme´diatement celle de l’entre´e en vigueur; et
(ii) aux autres impoˆts e´tablis sur les revenus des pe´riodes d’imposi- tion commenc¸ant a` partir du ler janvier de l’anne´e civile suivant imme´diatement celle de l’entre´e en vigueur.
Article 28
De´nonciation
Cette Convention demeurera inde´finiment en vigueur, mais chaque Etat contractant peut, avant le trentie`me jour de juin d’une anne´e civile quelconque apre`s la cinquie`me anne´e qui suit celle au cours de laquelle les instruments de ratification ont e´te´ e´change´s, donner a` l’autre Etat contractant, par l’interme´diaire des voies diplomatiques, un pre´avis de de´nonciation e´crit, et dans tel cas, cette Convention cessera d’avoir effet:
a) en ce qui concerne les impoˆts dus a` la source sur les revenus attri- bue´s ou mis en paiement a` partir du ler janvier de l’anne´e civile suivant celle au cours de laquelle le pre´avis a e´te´ donne´, soit poste´rieurement; et
b) aux autres impoˆts e´tablis sur des revenus des pe´riodes imposables commenc¸ant a` partir du 1er janvier de l’anne´e au cours de laquelle le pre´avis a e´te´ donne´, soit poste´rieurement.
EN FOI DE QUOI les soussigne´s, duˆment autorise´s a` cet effet, ont signe´ la pre´sente Convention.
FAIT a` La Haye, le 16 mai 1995, en trois exemplaires, en langues ne´erlandaise, franc¸aise et arabe. En cas de diffe´rence le texte franc¸ais fait foi.
Pour le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas
(s.) W. A. F. G. VERMEEND
Pour le Gouvernement de la Re´publique Tunisienne
(s.) XXXXXXX XXXXXXXXXX
Protocol
Bij de ondertekening van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Tunesische Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrek- king tot belastingen naar het inkomen zijn de ondergetekenden overeen- gekomen, dat de volgende bepalingen een integrerend deel van het Ver- drag vormen.
Ad artikel 4
1. Met betrekking tot artikel 4 geldt dat een natuurlijke persoon die aan boord van een schip woont zonder een werkelijke woonplaats in een Verdragsluitende Staat te hebben, wordt geacht inwoner te zijn van de Verdragsluitende Staat waar dat schip zijn thuishaven heeft.
Ad artikel 7
2. Het is wel verstaan dat in geval van toezicht, constructie- of montagewerkzaamheden die een vaste inrichting vormen, alleen de voor- delen uit deze werkzaamheden kunnen worden toegerekend aan die vaste inrichting. Dientengevolge kunnen voordelen behaald met de leve- ring van goederen die noodzakelijk zijn voor de hiervoor bedoelde werk- zaamheden en die bestemd zijn voor de uitvoerder en rechtstreeks gele- verd worden door het hoofdkantoor van de onderneming, niet aan die vaste inrichting worden toegerekend.
3. Met betrekking tot artikel 7, derde lid, worden bij het bepalen van de voordelen van een vaste inrichting in aftrek toegelaten kosten – daar- onder begrepen kosten van de leiding en algemene beheerskosten – die ten behoeve van de vaste inrichting zijn gemaakt, hetzij in de Staat waar de vaste inrichting is gevestigd, hetzij elders.
Geen aftrek wordt echter toegelaten voor bedragen (met uitzondering van die wegens werkelijk gemaakte kosten) welke eventueel door de vaste inrichting aan het hoofdkantoor van de onderneming of een van haar kantoren worden betaald als royalty’s, vergoedingen of andere soortgelijke betalingen voor het gebruik van octrooien of andere rech- ten, of als commissieloon voor bepaalde diensten of voor het geven van leiding dan wel, behalve in het geval van een onderneming die het bank- bedrijf uitoefent, als interest op bedragen die aan de vaste inrichting zijn geleend.
Evenmin wordt bij de berekening van de voordelen van een vaste inrichting rekening gehouden met bedragen (met uitzondering van die wegens werkelijk gemaakte kosten) welke door de vaste inrichting aan het hoofdkantoor van de onderneming of een van haar andere kantoren in rekening worden gebracht als royalty’s, vergoedingen of andere soort- gelijke betalingen voor het gebruik van octrooien of andere rechten, of
Protocole
Au moment de proce´der a` la signature de la Convention entre le Royaume des Pays-Bas et la Re´publique Tunisienne en vue d’e´viter les doubles impositions et de pre´venir l’e´vasion fiscale en matie`re d’impoˆts sur le revenu, les soussigne´s sont convenus des dispositions suivantes qui font partie inte´grante de la Convention.
Ad Article 4
1. En ce qui concerne l’article 4, une personne physique qui demeure a` bord d’un navire, sans avoir de domicile re´el dans aucun des Etats contractants, est conside´re´e comme un re´sident de l’Etat contractant ou` se trouve le port d’attache de ce navire.
Ad Article 7
2. Dans le cas des activite´s de sondage, de construction ou de mon- tage, qui constituent un e´tablissement stable, il est entendu que seule- ment les be´ne´fices provenant de ces activite´s sont imputables a` cet e´ta- blissement stable. En conse´quence, les be´ne´fices provenant de la livraison de biens ne´cessaires a` l’exercice des activite´s ci-dessus vise´es, destine´s au maˆıtre de l’ouvrage et livre´s directement par le sie`ge central de l’entreprise ne sont pas imputables a` cet e´tablissement stable.
3. Pour de´terminer les be´ne´fices d’un e´tablissement stable, sont en ce qui concerne le paragraphe 3 de l’article 7, admises en de´duction les de´penses expose´es aux fins poursuivies par cet e´tablissement stable, y compris les de´penses de direction et les frais ge´ne´raux d’administration ainsi expose´s, soit dans l’Etat ou` est situe´ cet e´tablissement stable, soit ailleurs.
Toutefois, aucune de´duction n’est admise pour les sommes qui se- raient, le cas e´che´ant, verse´es (a` d’autres titres que le remboursement de frais encourus) par l’e´tablissement stable au sie`ge central de l’entreprise ou a` l’un quelconque de ses bureaux, comme redevances, honoraires ou autres paiements similaires, pour l’usage de brevets ou d’autres droits, ou comme commission, pour des services pre´cis rendus ou pour une activite´ de direction ou, sauf dans le cas d’une entreprise bancaire, comme inte´reˆts sur des sommes preˆte´es a` l’e´tablissement stable.
De meˆme, il n’est pas tenu compte, dans le calcul des be´ne´fices d’un e´tablissement stable, des sommes (autres que le remboursement des frais encourus) porte´es par l’e´tablissement stable au de´bit du sie`ge central de l’entreprise ou de l’un quelconque de ses autres bureaux, comme rede- vances, honoraires ou autres paiements similaires, pour l’usage de bre- vets ou d’autres droits, ou comme commission pour des services pre´cis
als commissieloon voor bepaalde diensten of voor het geven van leiding dan wel, behalve in het geval van een onderneming die het bankbedrijf uitoefent, als interest op bedragen die aan het hoofdkantoor of een van haar andere kantoren zijn geleend.
4. Voor zover het in een Verdragsluitende Staat gebruikelijk is de aan een vaste inrichting toe te rekenen voordelen te bepalen op basis van een verdeling van de totale winst van de onderneming over haar verschil- lende delen, belet geen enkele bepaling van het tweede lid die Verdrag- sluitende Staat de te belasten voordelen te bepalen volgens de gebruike- lijke verdeling; de gevolgde methode van verdeling moet echter zodanig zijn, dat het verkregen resultaat in overeenstemming is met de in dit arti- kel neergelegde beginselen.
5. De aandelen van een vennoot in de winst van een onderneming die is opgericht in de vorm van een maatschap of vennootschap onder firma in een Verdragsluitende Staat, mogen niet worden belast, indien een der- gelijke vennoot in die Staat geen vaste inrichting heeft als omschreven in artikel 5 van dit Verdrag.
Ad artikel 9
6. De omstandigheid dat gelieerde ondernemingen overeenkomsten hebben afgesloten, zoals ,,costsharing’’-overeenkomsten of algemene dienstverleningsovereenkomsten voor of gebaseerd op de toerekening van de kosten van de leiding, de algemene beheerskosten, de technische en zakelijke kosten, de kosten voor onderzoek en ontwikkeling en andere soortgelijke kosten, vormt op zichzelf geen voorwaarde als be- doeld in artikel 9, eerste lid.
Ad artikelen 11 en 12
7. Interest bedoeld in artikel 11, tweede lid, is onderworpen aan de belasting naar een percentage van 7,5 zolang de interest ontvangen door een inwoner van Tunesie¨ in Nederland niet is onderworpen aan inhou- ding bij de bron en zolang Nederland op dat punt niet is overgegaan tot wijziging van zijn belastingwetgeving.
8. Een financie¨le instelling in de zin van artikel 11, derde lid, onder- deel b, omvat wat Nederland betreft de Nederlandse Financierings- maatschappij voor Ontwikkelingslanden N.V. en de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden N.V.
9. Xxxxxxx’x bedoeld in artikel 12, tweede lid, zijn onderworpen aan de belasting naar een percentage van 7,5 zolang de royalty’s ontvangen door een inwoner van Tunesie¨ in Nederland niet zijn onderworpen aan
rendus ou pour une activite´ de direction ou, sauf dans le cas d’une entre- prise bancaire, comme inte´reˆts sur des sommes preˆte´es au sie`ge central de l’entreprise ou a` l’un quelconque de ses autres bureaux.
4. S’il est d’usage, dans un Etat contractant, de de´terminer les be´ne´- fices imputables a` un e´tablissement stable sur la base d’une re´partition des be´ne´fices totaux de l’entreprise entre ses diverses parties, aucune disposition du paragraphe 2 n’empeˆche cet Etat contractant de de´termi- ner les be´ne´fices imposables selon la re´partition en usage; la me´thode de re´partition adopte´e doit cependant eˆtre telle que le re´sultat obtenu soit conforme aux principes contenus dans le pre´sent article.
5. Les participations d’un associe´ au be´ne´fice d’une entreprise constitue´e sous forme de socie´te´ de fait ou d’association en participation dans un Etat contractant ne sont pas imposables lorsqu’un tel associe´ n’a pas dans cet Etat un e´tablissement stable tel que de´fini par l’article 5 du pre´sent accord.
Ad Article 9
6. Le fait que des entreprises associe´es aient conclu des arrange- ments, tels que des accords de partage des frais ou des services ge´ne´- raux pour, ou base´s sur, la re´partition des frais de direction, d’adminis- tration ge´ne´rale, des frais techniques et commerciaux, des frais de recherche et de´veloppement et autres frais similaires, ne constitue pas en soi une condition au sens du paragraphe 1 de l’article 9.
Ad Articles 11 et 12
7. Les inte´reˆts pre´vus par le paragraphe 2 de l’article 11 sont soumis a` l’impoˆt au taux de 7,5 pour cent tant que les inte´reˆts rec¸us par un re´si- dent de Tunisie ne sont pas soumis a` la retenue a` la source aux Pays- Bas et tant que les Pays-Bas n’auront pas proce´de´ a` la modification de leur le´gislation fiscale.
8. Une institution financie`re au sens du paragraphe 3, aline´a b, de l’article 11 comprend, en ce qui concerne les Pays-Bas, le Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden N.V. (la Socie´te´ Financie`re Ne´erlandaise pour les Pays en De´veloppement S.A.) et le Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden N.V. (la Ban- que Ne´erlandaise pour Investissements aux Pays en De´veloppement S.A.).
9. Les redevances pre´vues par le paragraphe 2 de l’article 12 sont soumises a` l’impoˆt au taux de 7,5 pour cent tant que les redevances rec¸ues par un re´sident de Tunisie ne sont pas soumises a` la retenue a` la
inhouding bij de bron en zolang Nederland op dat punt niet is overge- gaan tot wijziging van zijn belastingwetgeving.
Ad artikel 16
10. Het is wel verstaan dat wat een Nederlands lichaam betreft per- sonen die als zodanig zijn benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders of door enig ander bevoegd orgaan van dat lichaam en die zijn belast met de algemene leiding van het lichaam onderscheiden- lijk met het toezicht daarop, bestuurder of commissaris zijn.
Ad artikelen 18 en 19
11. Het is wel verstaan dat de bepalingen van artikel 18, derde lid, en artikel 19, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, onderdeel a, Nederland niet beletten de bepalingen van artikel 22, eerste en tweede lid, van dit Verdrag toe te passen.
Ad artikel 22
12. Het blijft wel verstaan dat de bepalingen van artikel 22, vierde lid, slechts van toepassing zijn indien de uiteindelijke schuldenaar van en de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, interest en royalty’s inwoner zijn van Tunesie¨ of Nederland, overeenkomstig de bepalingen van artikel 1 van dit Verdrag.
13. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het Ver- drag, en in het bijzonder de formaliteiten die de inwoners van een Verdragsluitende Staat moeten vervullen om in de andere Verdrag- sluitende Staat de verminderingen of vrijstellingen van belastingen te verkrijgen, waarin het Verdrag voorziet.
14. Voor de toepassing van de artikelen 10, 11, en 12 moeten verzoe- ken om teruggaaf bij de bevoegde autoriteit van de Verdragsluitende Staat die de belasting heeft geheven, worden ingediend binnen een tijd- vak van drie jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN te ’s-Gravenhage de 16 mei 1995 in drievoud, in de Neder- landse, de Franse en de Arabische taal. Bij een verschillende uitleg is de Franse tekst beslissend.
Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
(w.g.) W. A. F. G. VERMEEND
source aux Pays-Bas et tant que les Pays-Bas n’auront pas proce´de´ a` la modification de leur le´gislation fiscale.
Ad Article 16
10. En ce qui concerne une socie´te´ ne´erlandaise, il est entendu que les personnes qui sont mandate´es a` cet effet par l’assemble´e ge´ne´rale des actionnaires ou par tout autre groupement compe´tent d’une telle socie´te´ et qui occupent respectivement des fonctions de direction et de sur- veillance dans la socie´te´ sont un «bestuurder» ou un «commissaris».
Ad Articles 18 et 19
11. Il est entendu que les dispositions des articles 18, paragraphe 3 et 19, paragraphe 1 aline´a a) et 2 aline´a a) n’empeˆchent pas les Pays-Bas d’appliquer les dispositions de l’article 22, paragraphes 1 et 2 de la pre´- sente convention.
Ad Article 22
12. Il demeure entendu que les dispositions du paragraphe 4 de l’arti- cle 22 ne sont applicables que lorsque le de´biteur et le be´ne´ficiaire effec- tifs des dividendes, inte´reˆts et redevances sont des re´sidents de Tunisie ou des Pays-Bas, conforme´ment aux dispositions de l’article 1 de la pre´- sente convention.
13. Les autorite´s compe´tentes des Etats contractants re`glent d’un commun accord les modalite´s d’application de la Convention, et notam- ment les formalite´s que devront accomplir les re´sidents d’un Etat contrac- tant pour obtenir, dans l’autre Etat contractant, les re´ductions ou les exo- ne´rations d’impoˆt pre´vues par la Convention.
14. Pour l’application des articles 10, 11 et 12, les demandes de rem- boursement doivent eˆtre faites a` l’autorite´ compe´tente de l’Etat contrac- tant qui a perc¸u l’impoˆt, dans le de´lai de trois ans apre`s l’expiration de l’anne´e civile au cours de laquelle l’impoˆt a e´te´ perc¸u.
EN FOI DE QUOI les soussigne´s, duˆment autorise´s a` cet effet, ont signe´ la pre´sente Convention.
FAIT a` La Haye, le 16 mai 1995, en trois exemplaires, en langues ne´erlandaise, franc¸aise et arabe. En cas de diffe´rence le texte franc¸ais fait foi.
Pour le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas
(s.) W. A. F. G. VERMEEND
Voor de Regering van de Tunesische Republiek
(w.g.) XXXXXXX XXXXXXXXXX
Pour le Gouvernement de la Re´publique Tunisienne
(s.) XXXXXXX XXXXXXXXXX
D. PARLEMENT
Het Verdrag, met Protocol, behoeft ingevolge artikel 91 van de Grond- wet de goedkeuring der Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag, met Protocol, kan worden gebonden.
E. BEKRACHTIGING
Bekrachtiging van het Verdrag is voorzien in artikel 27, eerste lid, van het Verdrag.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Verdrag, met Protocol, zullen ingevolge artikel 27, tweede lid, van het Verdrag, juncto de preambule tot het Protocol in werking treden op de dertigste dag na de datum van de uitwisseling van de akten van bekrachtiging.
Uitgegeven de vijfde juli 1995.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. VAN MIERLO
51U1645
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgeverij Plantijnstraat ’s-Gravenhage 1995