SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
LIRA-NUV
INZAKE DIGITALE RECHTEN
Overwegingen
Auteurs hebben in grote aantallen positief gereageerd op de aan hen via een nieuw aanslui- tingscontract van de Stichting Lira ter vrije keus aangeboden gelegenheid om hun zogenoemde ‘digitale rechten’ aan Lira over te dragen, dan wel zijn gehouden voor bepaalde rechten op niet-exclusieve basis last en volmacht te verlenen ten behoeve van de collectieve uitoefening van deze rechten (zie bijlage).
De praktijk bewijst dat collectieve rechtenverlening alleen dan voorspoedig kan worden uitgevoerd als er overeenstemming bestaat tussen verschillende rechthebbenden en hun rechtenbeherende organisaties en betrokken vakorganisaties, in dit geval tussen (organisaties van) auteurs en uitgevers. Voorbeelden van samenwerking zijn de paritair bestuurde stichtingen Reprorecht en Leenrecht, waar de samenwerking is vastgelegd in repartitiereglementen. Ook voor de definiëring van wat als collectieve rechtenverlening kan worden beschouwd, is onderlinge overeenstemming onontbeerlijk.
Lira richt zich als auteursrechtorganisatie op collectieve rechtenverlening in collectief geëxploiteerde projecten en laat de exploitatie voor zover deze individueel kan worden uitgeoefend graag aan de uitgever en auteur over. De uitgever zal de exploitatie ter hand nemen op grond van een overeenkomst met de auteur in kwestie, terwijl Xxxx optreedt wanneer een collectieve regeling kan worden getroffen en collectief vergoedingen voor auteurs worden geïncasseerd op grond van collectieve rechtenverlening, respectievelijk collectieve vrijwaring.
Definities
Individuele rechtenverlening
Onder individuele rechtenverlening wordt in deze samenwerkingsovereenkomst verstaan: contracten tussen een gebruiker en een uitgever die mede namens de auteur afspraken maakt over de voorwaarden van het gebruik en exploitatie van het uitgegeven werk, met, voor zover relevant, toepassing van de voorwaarden vastgelegd in modelovereenkomsten zoals overeengekomen tussen de betrokken uitgeversorganisatie en de betrokken beroepsorganisatie van auteurs.
Collectieve rechtenverlening
Onder collectieve rechtenverlening wordt in deze samenwerkingsovereenkomst verstaan: een in overleg met het Nederlands Uitgeversverbond, of met de betrokken Groep uitgevers of met de betrokken individuele uitgever(s) tot stand gekomen rechtenverlening met betrekking tot uitgegeven werken tussen een gebruiker of een groep gebruikers en Lira namens in beginsel alle of een groot deel van de betrokken of aangesloten auteurs.
Huidige voorbeelden van collectieve rechtenverlening zijn:
• (digitaliserings-)projecten in de culturele erfgoedsfeer, zoals het project Databank Digitale Dagbladen, een overeenkomst met de Koninklijke Bibliotheek om vóór 1996 verschenen dagbladen te digitaliseren en beschikbaar te stellen.
• de collectieve schadevergoedingsclaim, zoals recent ten overstaan van het Google Book Settlement aan de orde is geweest.
• de Literomregeling, collectieve regeling uitgevoerd door Lira en PRO voor de digitalisering en beschikbaarstelling van een grote verzameling recensies en artikelen over Nederlandstalige literatuur.
• digitaliseringprojecten van archieven van dagblad- en tijdschriftuitgevers waarbij o.a. een beroep wordt gedaan op Lira voor de vertegenwoordiging en verdeling van auteursrechtelijke vergoedingen van de auteurs.
In de nabije toekomst kan eveneens worden gedacht aan:
• mogelijke collectieve regelingen voor tijdelijke terbeschikkingstelling van gedigitaliseerde werken door bibliotheken (analoog aan de leenrechtregeling).
• eventuele collectieve regelingen voor het openbaar maken van werken van auteurs door exploitanten alsmede voor aanverwante rechten, anders dan de huidige regelingen met kabelexploitanten.
Overeenkomst
Lira en het Nederlands Uitgeversverbond zijn het volgende overeengekomen:
1. Lira beperkt het doel:
• van de niet exclusieve last en volmacht als bedoeld in artikel II a inzake de uitzending van audio(-visuele) werken gebaseerd op uitgegeven werken tot Collectieve rechtenverlening aan derden;
• van de niet exclusieve last en volmacht als bedoeld in artikel II b tot Collectieve rechtenverlening aan derden;
• van de overdracht in artikel III a tot en met d tot Collectieve rechtenverlening aan derden.
2. Lira en het Nederlands Uitgeversverbond c.q. de betrokken Groep uitgevers of de betrokken individuele uitgever(s) zullen, wanneer Lira aangeeft dat een bepaalde vorm van gebruik zich bij uitstek leent voor Collectieve rechtenverlening, in overleg treden over de vraag of Collectieve rechtenregeling voor die vorm(en) van gebruik de voorkeur heeft boven Individuele rechtenverlening en zo ja, op welke wijze de uitvoering het beste plaats kan hebben. Het overleg zal plaatsvinden in de geest van samenwerking en met oog voor de wederzijdse belangen bij de exploitatie van de werken.
3. Mocht een geschil ontstaan over de vraag of een vorm van gebruik zich beter leent voor Collectieve rechtenverlening, dan zullen partijen deze vraag kunnen voorleggen aan het bestuur van de stichting Auteursrechtbelangen met het verzoek om bemiddeling. De stichting Auteursrechtbelangen kan, afhankelijk van de mate van escalatie van het conflict, een onafhankelijke bemiddelaar verzoeken partijen te begeleiden in het vinden van een oplossing.
4. Lira en het NUV zullen periodiek overleg gaan voeren over ontwikkelingen in de markt, digitaliseringvraagstukken en verdere samenwerking.
5. Lira zal voormelde beperking van de artikelen II en III van het Aansluitingscontract in alle uitingen over de werkingssfeer van het aansluitingscontract vermelden, alsmede schriftelijk meedelen aan de auteurs die deze rechten reeds hebben overgedragen c.q. de last en volmacht hebben verleend. Het Nederlands Uitgeversverbond zal bevorderen dat de uitgevers de auteurs adviseren zich bij Lira aan te sluiten.
Bijlage
Voor aansluiting verplichte niet-exclusieve lasten en volmachten:
II a Uitzending van audio(-visuele) werken anders dan als bedoeld onder I-a tot en met I-f II b Digitalisering door musea, archief(instellingen), bibliotheken, uitgevers, et cetera
Extra facultatieve overdrachten:
III a Terbeschikkingstelling van Werken in tekstvorm via internet of andere elektronische (mobiele) netwerken
III b Elektronische verspreiding van Werken in tekstvorm anders dan on demand (bijvoorbeeld e-nieuwsbrief, elektronische knipseldienst, verzending krant naar e-bookreader)
III c Vastlegging en uitgave van Werken, zoals bijvoorbeeld hoorspel, luisterboek, film of tv-programma, op dvd, cd, blu ray disc, hd-dvd, et cetera
III d Vastlegging en uitgave van tekst op elektronische informatiedragers (bijvoorbeeld multimedia-uitgave, voorbespeelde e-bookreader)