BASISONTWERP
BASISONTWERP
Verkabeling 150kV-lijnen Gem. Zutphen RTE-00000260
Datum: 8-2-2023
Versie: 1.1
Specifieke criteria Basisontwerp (hoofddocument én bijlagen) | Functie | Geconsulteerde(n) (naam / namen) |
Betrokken bij opstellen Basisontwerp | Customer & Markets (alleen van toepassing bij klant BO) | … |
Betrokken bij opstellen Basisontwerp | Technoloog (AMN) | |
OIV'er | ||
TV'er (SP) | ||
Xxxxxxxxxx (SP) | Xxxxxx Xxxxxxxxx | |
Regio veiligheidskundige (SP) | Jan-Xxxxxx Xxxxxxxx | |
Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx (SP) | Xxxxxxx Xxxxx | |
Projectleider (sp) | Xxxx xxx xxx Xxxx | |
Basisontwerp gecontroleerd en akkoord Specialistische engineers geconsulteerd | Lead Engineer (SP) | Xxxx xx Xxxxxx |
Eindverantwoordelijk namens PMT voor inhoud BO (PID) | Projectleider (SP) | Xxxx xxx xxx Xxxx |
Wijzigingen
Revisielog basisontwerp | |
Versie | 1.1 |
Status | Definitief |
Datum | 8-2-2023 |
Documentnummer | 003.388.20 Basisontwerp 150kV-lijnen Gem. Zutphen |
Opdrachtgever | TenneT: Xxx Xxxxxxx, Xxxxx Xxxxxx |
Auteur(s) | Xxxx xxx xxx Xxxx, Xxxxx Xxxxxx, Xxxxx Xxxxx, Xxxxxxx Xxxxx, Xxxx xx Xxxxxx |
Inhoud
Wijzigingen | 2 |
1 Projectomschrijving | 5 |
1.1 Van belang zijnde documenten | 5 |
1.2 Introductie, achtergronden en projecthistorie | 6 |
1.3 Betrokken stations / verbindingen | 6 |
1.4 Bestaande situatie (algemeen) | 6 |
1.5 Gewenste situatie (algemeen) | 7 |
1.6 Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied | 8 |
1.6.1 Vooronderzoeken | 8 |
1.6.2 Vooronderzoeken/engineering | 9 |
1.7 Objectenboom | 9 |
1.8 Functieboom | 9 |
1.9 Context diagram | 10 |
1.10 Realisatie aspecten | 11 |
1.11 Testen en inbedrijfname | 12 |
1.12 Bedrijfsvoeringaspecten en ombouwplan | 12 |
1.13 VNB-plan | 13 |
1.14 Raakvlakken en grenzen van het project | 13 |
2 Algemene eisen | 14 |
2.1 Projectrisico's | 14 |
2.2 Veiligheid, gezondheid en milieu (uitvoerings- en beheerfase) | 14 |
2.3 Kwaliteit | 14 |
2.4 Duurzaamheid | 14 |
2.5 TenneT Standaarden ('AMN Documenten') | 14 |
2.6 Topeisen | 14 |
2.7 Overige eisen en planologische- en vergunningsrandvoorwaarden | 15 |
2.7.1 Overige eisen | 15 |
2.7.2 Planologische- en vergunningsrandvoorwaarden | 16 |
2.8 Naamgeving | 16 |
2.9 (As built) Documentatie | 16 |
2.10 Beheer en onderhoud | 16 |
2.10.1 Beheer- en onderhoudsaspecten | 16 |
2.10.2 Reserveonderdelen | 17 |
2.10.3 Hergebruik componenten | 17 |
3 Techniek en specifieke eisen | 18 |
3.1 Primair | 20 |
3.1.1 Bestaande situatie primair | 20 |
3.1.2 Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied primair | 20 |
3.1.3 Gewenste situatie primair | 21 |
3.1.4 Specifieke eisen primair | 21 |
3.2 Secundair | 22 |
3.2.1 Bestaande situatie secundair | 22 |
3.2.2 Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied secundair | 22 |
3.2.3 Gewenste situatie secundair | 22 |
3.2.4 Specifieke eisen secundair | 22 |
3.3 Telecom | 22 |
3.3.1 Bestaande situatie telecom | 22 | ||
3.3.2 Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied telecom | 22 | ||
3.3.3 Telecom (gewenste situatie) | 22 | ||
3.3.4 Specifieke eisen telecom | 22 | ||
3.4 | Bouwkundig / civiel / security | 22 | |
3.4.1 Bestaande situatie bouwkunde / civiel / security | 23 | ||
3.4.2 Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied bouwkunde/civiel/security | 23 | ||
3.4.3 Gewenste situatie bouwkunde / civiel / security | 23 | ||
3.4.4 Specifieke eisen bouwkunde / civiel / security | 23 | ||
3.5 | Hoogspanningslijnen | 23 | |
3.5.1 Bestaande situatie hoogspanningslijnen | 23 | ||
3.5.2 Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied hoogspanningslijnen | 25 | ||
3.5.3 Gewenste situatie hoogspanningslijnen | 26 | ||
3.5.4 Specifieke eisen hoogspanningslijnen | 26 | ||
3.6 | Hoogspanningskabels | 26 | |
3.6.1 | Bestaande situatie hoogspanningskabels | 26 | |
3.6.2 | Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied hoogspanningskabels | 27 | |
3.6.3 | Gewenste situatie hoogspanningskabels | 29 | |
3.6.4 | EM-velden | 29 | |
3.6.5 | Specifieke eisen hoogspanningskabels | 30 | |
3.7 | EMC / | aarding | 30 |
3.7.1 Bestaande situatie EMC / aarding | 30 | ||
3.7.2 Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied EMC / aarding | 31 | ||
3.7.3 Gewenste situatie EMC / aarding | 31 | ||
3.7.4 Specifieke eisen EMC / aarding | 31 | ||
4 | Omgeving | 32 | |
4.1 Planologie | 32 | ||
4.2 Private rechten | 33 | ||
4.2.1 Overzicht rechthebbenden | 33 | ||
4.2.2 Overzicht overeen te komen private rechten | 33 | ||
4.2.3 Aankopen | 34 | ||
4.2.4 Vergoedingen | 35 | ||
4.2.5 Benodigde informatie | 36 | ||
4.2.6 Eigendomsmatrix | 36 | ||
4.3 Publiekrechtelijke vergunningen / toestemmingen etc. | 37 | ||
4.3.1 Overzicht activiteiten | 37 | ||
4.3.2 Overzicht vergunningen / toestemmingen etc. | 37 | ||
4.3.3 Vergunbaarheid | 38 | ||
4.3.4 Overige aspecten | 38 | ||
4.4 Strategisch omgevingsmanagement | 38 | ||
5 | Lijst met begrippen en afkortingen | 38 | |
6 | Bijlagen | 39 |
1 Projectomschrijving
Gemeente Zutphen heeft bij TenneT het verzoek ingediend de bovengrondse hoogspanningslijnen binnen de bebouwde kom van gemeente Zutphen te verkabelen, om te bouwen naar ondergrondse kabels. Het betreft de 150 kV hoogspanningslijnen Woudhuis–Zutphen (WHS-ZP) mast 43 t/m 46, Zutphen–Lochem (ZP-LC) mast 1 t/m 4 en Langerak-Zutphen (LGK-ZP) mast 55 t/m 65. In 2019 is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd
t.b.v. de verkabeling van deze tracés. De voorkeursvarianten uit de haalbaarheidsstudie zijn verder uitgewerkt tot voorliggend basisontwerp. In dit basisontwerp is tevens het amoveren van de 150kV hoogspanningslijnen opgenomen.
De werkzaamheden betreffen de aanleg van 150kV hoogspanningskabels, de aanpassing van de lijnenvelden op OS Zutphen naar kabelvelden, de bouw van opstijgpunten in de verschillende hoogspanningslijnen en het amoveren van geleiders en hoogspanningsmasten.
In Figuur 1 zijn de locaties van de verkabelingen weergegeven.
Figuur 1: Overzicht verkabeling.
1.1 Van belang zijnde documenten
In onderstaande tabel zijn de van belang zijnde projectdocumenten weergegeven:
Document | Meridiannr | Onderdeel |
Quick Scan (Bij klantaansluitingen / reconstructies ) | Niet ontvangen | -Document |
PU-AM 17-274 G1 – Selection of Alternatives ………… | Niet ontvangen Niet ontvangen | -G1 Hoofddocument -Appendix 1 |
SPVEs AMN | 003.338.00 0965610 | -Bijlage AQUA S1 |
Kwaliteitsplan AMN | Niet ontvangen | -G1 Hoofddocument |
Haalbaarheidsstudie verkabeling bovengrondse 150kV lijnen Zutphen | 002.729.00 0696922 002.729.00 0696923 t/m 002.729.00 0696970 | -Hoofddocument -Bijlagen |
RTE-260 Offerte BO verkabeling Zutphen | 003.338.00 0905399 | Offerte BO |
1.2 Introductie, achtergronden en projecthistorie
150kV station Zutphen staat aan de noodzijde net binnen de bebouwde kom van de gemeente. Op dit station komen drie hoogspanningslijnen samen. De hoogspanningslijnen die In het kader van de wet VET verkabeld kunnen worden zijn de verbinding Woudhuis-Zutphen mast 43 t/m 46, de verbinding Zutphen-Lochem mast 1 t/m 3 en de verbinding Langerak-Zutphen mast 55 t/m 65. Gemeente Zutphen heeft de mogelijkheid de hoogspanningslijnen binnen de bebouwde kom te laten verkabelen in het kader van de wet VET aangegrepen en heeft TenneT hiertoe verzocht.
Xxxxxx voert het basisontwerp uit in opdracht van TenneT.
1.3 Betrokken stations / verbindingen
De volgende stations zijn betrokken bij dit project:
OS Zutphen (ZP)
o Wijzigen van lijnenvelden naar kabelvelden:
Veld WHS
Veld LC
Veld LGK
OS Woudhuis (WHS);
OS Lochem (LC);
OS Langerak (LGK).
1.4 Bestaande situatie (algemeen)
De bestaande situatie op hoofdlijnen is als volgt:
OS Zutphen staan binnen de bebouwde kom van Zutphen. Op het onderstation komen drie lijnen samen;
De lijnen van en naar OS Zutphen lopen door de bebouwde kom;
De situatie rond de HS-lijnen is opgenomen in de opties tot verkabelen volgens de wet VET.
De volgende 'algemene' aspecten zijn nader geïnventariseerd en de resultaten zijn op hoofdlijnen vermeld (de 'specifieke' aspecten per vakgebied zijn in hoofdstuk 4 aangegeven):
a) Gedeeld station?
☐ Nee
☒ Ja, consequenties (hoofdlijnen):
Liander
De specifieke uitwerking in geval van gedeelde assets (o.a. eigendomsmatrix) staat in bijlage B4 Omgeving weergegeven.
b) Bijzondere bedrijfsvoeringaspecten bestaande situatie:
o Normale situatie:
De verbindingen zijn uitgevoerd met twee circuits en voeren momenteel een maximale winterwaarde van:
Woudhuis-Zutphen 246MVA/946A Zutphen-Lochem 177MVA/682A Langerak-Zutphen 229MVA/880A.
o Onderhoud situatie:
Indien onderhoud wordt gepleegd aan de verbinding WHS-ZP dan wordt 150kV Zutphen gevoed via het niet vrij geschakelde circuit uit Woudhuis en vormen de verbindingen ZP-LC en LGK-ZP een back up.
Indien onderhoud wordt gepleegd aan de verbinding ZP-LC dan wordt 150kV Zutphen gevoed via het niet vrij geschakelde circuit uit Lochem en vormen de verbindingen WHS-ZP en LGK- ZP een back up.
Indien onderhoud wordt gepleegd aan de verbinding LGK-ZP dan wordt 150kV Zutphen gevoed via het niet vrij geschakelde circuit uit Langerak en vormen de verbindingen WHS-ZP en ZP-LC een back up.
o Bijzondere klantafspraken: Voor een korte periode kunnen de verbindingen ZP-LC en LGK-ZP op beide circuits vrij geschakeld worden. Dit om de masten voor de overgang naar de kabels tussen de circuits te plaatsen.
c) VNB (on)mogelijkheden bestaande:
o Mogelijke werkzaamheden in overige 150kV-verbindingen waardoor de N-1 situatie niet gewaarborgd kan worden.
o Overschrijding kortsluitvermogen.
d) Bijzonderheden ten aanzien van het betreden van de locatie(s):
☒ Nee
☐ Ja, bijzonderheden
1.5 Gewenste situatie (algemeen)
In de gewenste eindsituatie zijn drie hoogspanningslijnen binnen de bebouwde kom van Zutphen verkabeld. Dit betreffen de verbindingen WHS-ZP mast 44 t/m 46, ZP-LC mast 1 t/m 4 en LGK-ZP mast 55 t/m 65.
De toegepaste kabels zijn uitgelegd met de vereiste belastbaarheid:
Woudhuis-Zutphen 300MVA/1155A
Zutphen-Lochem 230MVA/885A
Langerak-Zutphen 300MVA/1155A.
In de verbinding WHS-ZP is hoekmast 43 verzwaard en is een kabel opstijgpunt gerealiseerd. Het opstijgpunt en de mast zijn omgegeven door een hekwerk. De kabels van beide circuits zijn middels twee gestuurde boringen en gedeeltelijk middels open ontgraving aangelegd door weiland en park en sluiten aan op de tot kabelvelden omgebouwde lijnvelden op 150kV station Zutphen. De masten 44, 45 en 46 zijn verwijderd. De funderingspalen van masten 44 en 45 zijn tot minimaal 2 m onder maaiveld verwijderd. De fundering van mast 46 is geheel verwijderd.
In de verbinding ZP-LC is tussen mast 4 en 5 mast 4A geplaatst. Mast 4A is voorzien van een kabel opstijgpunt. Mast 4A en het opstijgpunt zijn omgeven door een hekwerk. De kabels van beide circuits zijn middels twee gestuurde boringen en gedeeltelijk middels open ontgraving aangelegd door akker, bebost COA-terrein en park en sluiten aan op de tot kabelvelden omgebouwde lijnvelden op 150kV station Zutphen. De masten 1, 2, 3 en 4 zijn verwijderd. De funderingspalen van masten 2 en 3 zijn tot minimaal 2 m onder maaiveld verwijderd. De funderingen van mast 1 en 4 zijn geheel verwijderd.
In de verbinding LGK-ZP is tussen mast 54 en 55 mast 55A geplaatst. Mast 55A is voorzien van een kabel opstijgpunt. Mast 55A en het opstijgpunt zijn omgeven door een hekwerk. De kabels van beide circuits zijn middels negen gestuurde boringen en gedeeltelijk middels open ontgraving aangelegd door akkers, weilanden
en parken en sluiten aan op de tot kabelvelden omgebouwde lijnvelden op 150kV station Zutphen. De masten 55 t/m 65 zijn verwijderd. De funderingen van deze masten zijn geheel verwijderd.
De realisatie zal in grove lijnen als volgt geschieden:
Aanleg werkwegen naar mastlocaties;
Verzwaren mast 43, aanbrengen fundaties masten 4A en 55A inclusief fundaties opstijgpunten (mast 4A, 43 en 55A);
Aanleg werkwegen en werkstroken voor het kabelwerk;
Uitleggen boorbuizen op werkstroken voor gestuurde boringen;
Uitvoeren gestuurde boringen;
Sleuven graven voor de aanleg van twee circuits per verbinding;
Aanvoer kabelhaspels middels zwaar transport;
Trekken kabels in sleuven en door gestuurde boringen;
Montage verbindingsmoffen en eindsluitingen;
Testen verbindingen;
In bedrijf nemen nieuwe kabelverbindingen;
Amoveren geleiders uit de hoogspanningslijnen;
Amoveren masten inclusief funderingen:
o WHS-ZP mast 44 t/m 46
Funderingspalen mast 44 en 45 tot minimaal 2 m onder maaiveld.
o ZP-LC mast 1 t/m 4
Funderingspalen mast 2 en 3 tot m minimaal 2 m onder maaiveld.
o LGK-ZP mast 55 t/m 65.
Opruimen en herstellen projectgebied.
Tijdens en na het realiseren van de kabelverbindingen worden de volgende testen uitgevoerd:
Het primair en secundair uitkleuren van de kabels;
Het uitvoeren van manteltesten met een huidspanning van 5kV;
Het uitvoeren van HS-testen met een testspanning van 2,5U0.
Per circuit zullen de geleiders uit de lijn geknipt en omgezwaaid worden waarna de IBN van dat circuit volgt.
1.6 Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied
1.6.1 Vooronderzoeken
De reeds uitgevoerde vooronderzoeken, welke voorafgaand aan 'technical- and spatial design' fase zijn uitgevoerd (in 'study on technical alternatives' fase), staan in onderstaande tabel:
Ref | Documentnaam | Type document | Meridiannr: | Onderdeel |
[1] | Verkabeling bovengrondse 150kV lijnen Zutphen | Haalbaarheidsstudie | -002.729.00 0696922 -002.729.00 0696923 t/m 0696970 | -Hoofddocument -Bijlagen |
De resultaten van de reeds uitgevoerde vooronderzoeken, voorafgaand aan de 'technical- and spatial design' fase, zijn hieronder kort beschreven:
1. Verkabeling bovengrondse 150kV lijnen Zutphen
In deze haalbaarheidsstudie zijn drie varianten voor de verkabeling onderzocht en daar is een voorkeursvariant uit voortgekomen.
1.6.2 Vooronderzoeken/engineering
De volgende algemene station/verbinding 'aspecten' zijn tijdens de 'technical- and spatial design' fase nader onderzocht en/of ge-engineerd en hieronder beschreven (de specifieke resultaten zijn per vakgebied in hoofdstuk 4 aangegeven):
a) Standaarden, normen en richtlijnen (vakgebied '00'):
Zijn er wijzigingen op van toepassing verklaarde AMN Standaarden en/of SPVEs in het AQUA S1 protocol?
☒ Nee
☐ Ja, te weten:
Zijn er op advies van de SP aanvullende interne of externe standaarden, normen en/of richtlijnen van toepassing?
☒ Nee
☐ Ja, te weten:
b) Overige aspecten:
o In afwijking op het voorkeurstracé uit de haalbaarheidsstudie worden de aangegeven gestuurde boringen aanzienlijk korter en volgt het kabeltracé voor LGK-ZP zoveel mogelijk de provinciale weg (N348).
1.7 Objectenboom
Een objectenboom betreft een hiërarchische structuur van objecten waaruit het project is samengesteld. De eisen met betrekking tot deze objecten zijn verwoord in de eisen in hoofdstuk 2 en 3.
De objectenboom is hieronder weergegeven (en in bijlage B1.7):
Functieboom
In deze paragraaf zijn de functies weergegeven die het Systeem op enig moment aan zijn omgeving biedt. De prestaties met betrekking tot deze functies zijn verwoord in de eisen in hoofdstuk 2 en 3.
De functieboom is hieronder weergegeven (en in bijlage B1.8):
1.9 Context diagram
Het Contextdiagram geeft de relaties weer tussen het project en de projectomgeving. De eisen volgend uit dit contextdiagram zijn verwoord in de eisen in hoofdstuk 2 en 3. Het contextdiagram is hieronder weergegeven (en in bijlage B1.9):
1.10 Realisatie aspecten
Zaken relevant voor de realisatie worden hieronder weergegeven.
Hierbij dient onderscheid gemaakt te worden tussen voorbereidende werkzaamheden en werkzaamheden voor de aanleg van de hoogspanningskabels en de werkzaamheden rond de aanpassing aan de hoogspanningslijnen en het uiteindelijk amoveren van de verkabelde hoogspanningslijnen.
Voorbereidende werkzaamheden zijn:
Nulopname om schades te kunnen relateren aan de werkzaamheden;
Bouwrijp maken van het projectgebied, waaronder het rooien van bomen en struiken;
Preventieve maatregelen t.a.v. Flora & Fauna;
Inrichten werkterreinen en aanleg bouwwegen.
Werkzaamheden aan hoogspanningslijnen ter voorbereiding aan het kabelwerk:
Fundatieverzwaringen bestaande mast 43 van de 150kV verbinding WHS-ZP;
Fundatiewerkzaamheden nieuwe masten en opstijg punten t.b.v.;
o mast 43 van de verbinding WHS-ZP
o Mast 4a van de 150kV verbinding ZP-LC
o Mast 55a van de150kV verbinding LGK-ZP
Mastverzwaringen bestaande mast 43 van de 150kV verbinding WHS-ZP;
Aanvoer & voormontage staalwerk nieuwe masten en OSP`s;
Aanvoer & voormontage kettingen nieuwe masten en OSP`s;
SAT’s en zeegmetingen
Werkzaamheden voor de aanleg van de hoogspanningskabels:
Uitlegstroken voor mantelbuizen voor de gestuurde boringen;
Realiseren van 13 gestuurde boringen met een totale lengte van circa 1960 m;
Grondverzet: het graven van 3.400 m sleuf voor de aanleg van HS-kabels in open ontgraving met een
diepte van circa 2,05 m;
Langdurig open liggen van sleuven;
Langdurig open liggen van lasgaten;
Bemalingspompen (bij voorkeur elektrisch aangedreven)
Aanvoer van schoon zand middels vrachtwagens;
Realiseren van kabeltrekken, waarbij in de directe omgeving zo min mogelijk personen aanwezig dienen te zijn;
Montage van verbindingsmoffen en eindsluitingen;
Testen en in bedrijfstellen van de nieuwe kabelverbindingen; Werkzaamheden rond het amoveren van de verkabelde hoogspanningslijnen:
Amoveren geleiders tussen masten :
o Mast 43 t/m 46 van de verbinding Whs-Zp
o Mast 1 t/m 4 van de verbinding Zp-Lc
o Mast 55 t/m 65 van de verbinding Lgk-Zp
Amoveren van bestaande masten en fundaties
o Mast 44 t/m 46 van de verbinding Whs-Zp
o Mast 1 t/m 4 van de verbinding Zp-Lc
o Mast 55 t/m 65 van de verbinding Lgk-Zp
Na-opname;
Cultuurtechnisch herstel van de gebruikte terreinen voor lijnen werk en kabel werk.
De volgende activiteiten zullen impact hebben op de omgeving:
Zwaar transport voor het aanvoeren van materieel en materialen
o Transport van beton en staal voor de aanpassingen van de masten;
o Transport van boorinstallatie(s), die in het werk ook meerdere malen verplaatst dient te worden;
o Transport van grondverzet materieel;
o Transport van zand voor grondverbetering;
o Transport van kabelhaspels (bijzonder transport en vergunning plichtig).
Bemaling van sleuven en lasgaten, bij voorkeur elektrisch aangedreven bemalingspompen toepassen
Buizen op uitlegstroken voor gestuurde boringen kunnen plaatselijke paden tijdelijk blokkeren.
In bijlage B1.10 Realisatie aspecten Lijnen is een overzicht van de werkzaamheden aan de hoogspanningslijnen opgenomen met een toelichting van de verschillende onderdelen.
1.11 Testen en inbedrijfname
Het tracé bestaat uit meerdere secties. Voor elke sectie wordt na de kabeltrek en afdekken van de kabels tot aan de afdekband een manteltest uitgevoerd met een houdspanning van 5kV.
Voordat de nieuwe verbinding in bedrijf genomen kan worden dienen de fasen uitgekleurd te worden en dient er een meting van de karakteristieke grootheden, een ontladingsmeting en een HS-test gedaan te worden.
Omdat dit een nieuwe verbinding betreft zal de spanning waarmee de test uitgevoerd 2,5U0 bedragen zoals beschreven staat in het SPE.06.359 v2.2 en ook staat beschreven in de NEN-HD632.
1.12 Bedrijfsvoeringaspecten en ombouwplan
Zaken relevant voor de bedrijfsvoering zijn hier weergegeven:
a) Eventuele afwijkingen op de AMN documenten (TenneT standaarden) welke consequenties hebben voor bedrijfsvoering:
o Geen.
b) Eventuele beheer- en onderhoudsaspecten welke consequenties hebben voor bedrijfsvoering:
o Geen.
c) Voorlopig ombouwplan ('stappenplan' op hoofdlijnen):
Het voorlopige ombouwplan is nader uitgewerkt in bijlage B3.5.2-g2 voor de drie verschillende verbindingen. Het voorlopige ombouwplan dient als basis voor het VNB-plan.
1.13 VNB-plan
ID | Netschakel (veld / rail / verbinding) | VNB duur (dagen) | Start (dd-mm-jj) | Einde (dd-mm-jj) | Teruggave tijd (uur) |
.. | WHZ-ZP150 | 48 | NTB | NTB | 6 |
.. | ZP-LC150… | 48 | NTB | NTB | 6 |
.. | LGK-ZP150… | 48 | NTB | NTB | 6 |
Het voorlopige VNB-plan moet worden afgeleid van het voorlopige ombouwplan en als bijlage B3.5.2-g2 worden toegevoegd.Voorlopig VNB plan op hoofdlijnen:
a) Is het voorlopige VNB-plan afgestemd met System Operations NL (SON)?
☐ Ja, referentie: xxxxxx xxx / meridian 002.xxx.xx xxxxxxx
☒ Nee, reden: uitvoeringsdatum is nog niet bekend.
b) Is het voorlopige VNB-plan opgenomen in het integraal planningssysteem waarbij relaties en conflicten met naburige projecten in kaart zijn gebracht?
☐ Ja, referentie: xxxxxx xxx / meridian 002.xxx.xx xxxxxxx
☒ Nee, reden: uitvoeringsdatum dient nog bepaald te worden.
c) VNB Telecom:
o VNB (on)mogelijkheden telecom: n.v.t.
o Is er sprake van gedeelde telecomverbindingen?
☒ Nee
☐ Ja, te weten: …
1.14 Raakvlakken en grenzen van het project
In deze paragraaf worden de raakvlakken en grenzen van het project en de uitsluitingen weergegeven. Voor een overzicht van stakeholders is in paragraaf 1.9 de omgeving in kaart gebracht middels het contextdiagram. Met de volgende projecten zijn raakvlakken in ontwerp en uitvoering:
RTE- 159 Te19326 OS Zutphen uitbr. 150kV veld en vork DOR
Waterschap Rijn & IJssel, het 150kV-kabeltracé LGK-ZP kruist de Berkel.
2 Algemene eisen
2.1 Projectrisico's
Het risicodossier is opgenomen in bijlage B2.1.
2.2 Veiligheid, gezondheid en milieu (uitvoerings- en beheerfase)
Het VGM plan en dossier is opgenomen in bijlage B2.2.1 en B2.2.2.
2.3 Kwaliteit
Het kwaliteitsplan is opgenomen in bijlage 2.3.
2.4 Duurzaamheid
De duurzaamheidsdoelstellingen zijn opgenomen in bijlage B2.4.TenneT Standaarden ('AMN Documenten')
De volgende PvE’s zijn gehanteerd:
PVE.00.002 Planologische traceringsuitgangspunten en locatie-eisen d.d. 06-08-2021;
PVE.00.003 Publieke en Private rechten d.d. 25-01-2019;
PVE.01.000 Primair d.d. 06-08-2021;
PVE.05.000 Lijnen d.d. 29-01-2021;
PVE.06.000 Standaard programma van eisen kabels d.d. 25-01-2021;
SPE.06.359 Technical Specificationf or 110 _ 150 kV AC Land Cable connections with Insulation made of extruded Polyethylene d.d. 30-10-2019.
2.6 Topeisen
De in de 'technical- and spatial design' fase opgestelde / afgeleide topeisen zijn in de tabel weergegeven:
2.7 Overige eisen en planologische- en vergunningsrandvoorwaarden
2.7.1 Overige eisen
Het project dient te voldoen aan de volgende overige eisen:
Eisnr. | Bron | Object | Eis | Toelichting / informatie | Referentie |
H2.7.1-1 | XX | Xxxxx T St andaarden (AMN documenten) Project is uitgevoerd conformvastgestelde TenneT Standaarden (ook wel 'AMN documenten' genoemd) welke in gerefereerde bijlage zijn opgenomen | In het AQUA S1protocol is vastgelegd welke AMN documenten, in de 'volksmond' vaak 'TenneT Standaarden' genoemd) van toepassing zijn voor het project. In het BO is deze tabel door de SP getoetst en zijn eventuele afwijkingen benoemd. Alle technische keuzes die afwijken van de AMN documenten ('TenneT Standaarden') of van de opdracht moeten expliciet worden afgestemd met Project Ontwikkeling. | Bijlage B3 (werkblad 'H2.5' TenneT Standaarden') | |
H2.7.1-2 | BO | Voorlopig ombouwplan Het voorlopig ombouwplan (uit gerefereerde bijlage) is in de realisatie fase verder uitgewerkt tot een definitief ombouwplan en afgestemd met TenneT. | Bijlage 2.12.1 | ||
H2.7.1-3 | BO | Voorlopig VNB- plan Het voorlopig VNB-plan (uit gerefereerde bijlage) is in de realisatie fase verder uitgewerkt tot een definitief VNB-plan welke is ingediend en goedgekeurd door SO. | Bijlage 2.12.2 | ||
H2.7.1-4 | BO | OGGs Het project dient te worden gerealiseerd met de door TenneT ter beschikking gestelde goederen (OGG) | |||
H2.7.1-5 | BO | Klic meldingen Klic meldingen zijn uitgevoerd in de 'final permits and detailed design' fase. | Ook voor nieuwbouw. | ||
H2.7.1-6 | BO | Onderhoud en inspectie volgens TOR Alle in te bouwen nieuwe en eventueel her te gebruiken componenten (primair, secundair (incl. tertiair), verbindingen, telecomen civiel), tijdens hun totale "leven-cyclus", zijn op een veilige, doelmatige en onderhoudsvriendelijk wijze (volgens de vigerende Technische Onderhoud Richtlijnen (TOR) van TenneT TSO B.V.) te onderhouden en te inspecteren. | |||
H2.7.1-7 | BO | Compliance- en data exchange eisen klantaansluitingen (niet zijnde RNB's) <Hier kunnen compliance en data exchange eisen vermeld worden m.b.t. klantaansluitingen (niet zijnde RNB's) |
2.7.2 Planologische- en vergunningsrandvoorwaarden
In hoofdstuk 4 Omgeving (en bijlage B4) wordt planologie en vergunningen verder uitgewerkt.
2.8 Naamgeving
In dit hoofdstuk is vastgelegd wat de consequenties zijn voor het project m.b.t. de naamgeving van assets:
a) Is sprake van verhoogde veiligheidsrisico's in verband met verwarrende situaties in tussenfases of na afronding van een project?
☒ Nee, reden: er is op dit moment geen aanleiding voor verhoogde risico’s door verwarrende
naamgeving.
☐ Ja, zie B2.1 risicodossier
b) Is alle naamgeving m.b.t. assets beoordeeld en goedgekeurd in het naamgevingsoverleg? Verzoek dient ingediend te worden via het Asset Informatieloket van ADM (xxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx).
☐ Ja, onder registratienr assetinformatieloket: Vxxxxxx xxx of e-mail (meridian 002.xxx.xx xxxxxxx)
☒ Nee, reden: de aanvraag volgt tijdens de DO-fase.
Eisnr. | Bron | Object | Eis | Toelichting / informatie | Referentie |
H2.8-1 | BO | Naamgeving Nieuwe of gewijzigde naamgeving is toegepast in alle formele communicatie zowel mondeling als schriftelijk, zoals aanduidingen op locatie, systemen en computerdisplays en alle tekeningen en documentatie. |
c) In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de naamgeving van nieuwe of gewijzigde assets, zoals locaties, stations, circuits, masten, velden en componenten, conform AMN documenten:
2.9 (As built) Documentatie
De eisen m.b.t. asset informatie en de op te leveren producten zijn besproken en vastgelegd in het Draaiboek Asset Informatie Overdracht (DAIO) in het AQUA P0 protocol met meridiankenmerk: 002.xxx.00 xxxxxxx).
2.10 Beheer en onderhoud
2.10.1 Beheer- en onderhoudsaspecten
a) Onderhoud en inspectie volgens Technische Onderhoud Xxxxxxxxxxx (TOR):
Zijn alle in te bouwen nieuwe en eventueel her te gebruiken componenten (primair, secundair (incl. tertiair), verbindingen, telecom en civiel), tijdens hun totale "leven-cyclus", op een veilige, doelmatige
en onderhoudsvriendelijke wijze (volgens de vigerende Technische Onderhoud Xxxxxxxxxxx (TOR) van TenneT TSO B.V.) te onderhouden en te inspecteren?
☒ Ja
☐ Nee, reden …, overlegd met Asset Management ……, meridian 002.xxx.xx xxxxxxx
b) Toegankelijkheid componenten bij (ver)storingen:In de ontwerpfase moet worden meegenomen dat bij een (ver)storing aan een component de Onvoorziene Niet beschikbare (ONB) tijd minimaal kan worden gehouden. Veilige toegankelijkheid voor het in- en uitbouwen van het component is hier dan een belangrijk aandachtspunt.
De verschillende kabeltracés worden op veilige afstand van elkaar en van in bedrijf zijnde componenten geprojecteerd. Bij falen van een component inde nieuwe kabelverbindingen zal alleen voor het betreffende circuit een Onvoorziene Niet Beschikbare (ONB) tijd gelden. Overige velden en verbindingen zullen geen hinder ervaren.
c) De toegankelijk van de opstijgpunten en toebehoren.
Met name het opstijgpunt bij mast 43 is moeilijk bereikbaar.
Het is geen eis 150kV opstijgpunten middels een toegangsweg te kunnen bereiken. Op vrijwillige basis wordt dit geborgd eventueel met een recht van overpad.
2.10.2 Reserveonderdelen
1) Is de aanbeveling vanuit leverancier of fabrikant ten aanzien van de reservedelen afgestemd met onderhoudsstrategie en materiaalcommissie en is het advies overgenomen?
☐ Ja, referentie: xxxxxx xxx / meridian 002.xxx.xx xxxxxxx
☒ Nee, reden: voor de kabels wordt rekening gehouden met voldoende lengte, zodat verliezen bij montages geen nadelige effecten hebben. De benodigde componenten zullen op exacte aantallen worden besteld. Verlies van componenten door falen bij montage zal door de leverancier opgevangen worden.
2) Vragen de aan te kopen reservedelen om bijzonderheden ten aanzien van opslag? En is dit afgestemd met de stationsbeheerder en / of magazijnbeheerder?
☐ Ja, referentie: xxxxxx xxx / meridian 002.xxx.xx xxxxxxx
☒ Nee, reden: dit is voorzien in het storingscontract.
2.10.3 Hergebruik componenten
Naast hergebruik van bestaande poeren op 150kV station Zutphen is verder hergebruik van componenten niet aan de orde.
3 Techniek en specifieke eisen
Overzicht generieke 'aspecten' bestaande situatie per vakgebied:
Generieke aspecten m.b.t. bestaande installatie | Primair | Secundair | Telecom | Bouwkunde / Civiel / Security | Hoogspanningslijnen | Hoogspanningskabels | EMC / aarding |
1) Gevaarlijke materialen/stoffen aanwezig? | ☒ Nee ☐ Ja, zie B2.2 VGM plan | ☒ Nee ☐ Ja, zie B2.2 VGM plan | ☒ Nee ☐ Ja, zie B2.2 VGM plan | ☒ Nee ☐ Ja, zie B2.2 VGM plan | ☒ Nee ☐ Ja, zie B2.2 VGM plan | ☒ Nee ☐ Ja, zie B2.2 VGM plan | ☒ Nee ☐ Ja, zie B2.2 VGM plan |
2) Objecten en/of kabels/leidingen | ☒ Nee | ☒ Nee | ☒ Nee | ☒ Nee | ☐ Nee | ☐ Nee | ☒ Nee |
van derden aanwezig? | ☐ Ja, te weten: … | ☐ Ja, te weten: … | ☐ Ja, te weten: … | ☐ Ja, te weten: | ☒ Ja, te weten: Telecom | ☒ Ja, te weten: K&L | ☐ Ja, te weten: … |
kabels bij masten met | derden in alle tracés | ||||||
zenders. | aanwezig | ||||||
3) Asset data Kwaliteit en afwijkingen van de as-built | ☒ Goed ☐ Voldoende ☐ Matig ☐ Onvoldoende | ☒ Goed ☐ Voldoende ☐ Matig ☐ Onvoldoende | ☒ Goed ☐ Voldoende ☐ Matig ☐ Onvoldoende | ☐ Goed ☐ Voldoende ☐ Matig ☐ Onvoldoende | ☒ Goed ☐ Voldoende ☐ Matig ☐ Onvoldoende | ☒ Goed ☐ Voldoende ☐ Matig ☐ Onvoldoende | ☒ Goed ☐ Voldoende ☐ Matig ☐ Onvoldoende |
4) EMC / aarding | de primaire bliksemafvang | de EMC van de secundaire | de EMC van de telecom | De bliksemafvang en – | de EMC beïnvloeding van | de EMC beïnvloeding van | -een actueel en compleet |
Zijn van het bestaande station rapporten / berekeningen aanwezig van | en –afleiderinstallatie (NEN-EN-IEC 62305) ? ☒ Nee | installatie (incl. bekabeling) (NPR-IEC/TR 61000)? ☒ Nee | installatie (incl. bekabeling) (NPR-IEC/TR 61000)? ☒ Nee | afleiderinstallatie (NEN-EN- IEC 62305) van gebouwen ☒ Nee | de lijnverbinding (NEN 3654)? ☒ Nee | de kabelverbinding (NEN 3654)? ☒ Nee | integraal EMCaardingsplan ☒ Nee ☐ Ja, meridian 002.xxx.xx xxxxxxx |
☐ Ja, meridian 002.xxx.xx xxxxxxx | ☐ Ja, meridian 002.xxx.xx xxxxxxx | ☐ Ja, meridian 002.xxx.xx xxxxxxx | ☐ Ja, meridian 002.xxx.xx xxxxxxx | ☐ Ja, meridian 002.xxx.xx xxxxxxx | ☐ Ja, meridian 002.xxx.xx xxxxxxx | -Stap- en aanraakspanning ☒ Nee | |
☐ Ja, meridian 002.xxx.xx xxxxxxx | |||||||
5) Technische status bestaande | ☒ Goed ☐ Voldoende | ☒ Goed ☐ Voldoende | ☒ Goed ☐ Voldoende | ☒ Goed ☐ Voldoende | ☒ Goed ☐ Voldoende | ☒ Goed ☐ Voldoende | ☒ Goed ☐ Voldoende |
installatie | ☐ Matig ☐ Onvoldoende | ☐ Matig ☐ Onvoldoende | ☐ Matig ☐ Onvoldoende | ☐ Matig ☐ Onvoldoende | ☐ Matig ☐ Onvoldoende | ☐ Matig ☐ Onvoldoende | ☐ Matig ☐ Onvoldoende |
TenneT- glasvezelnetwerk & | |||||||
TTA apparatuur aanwezig? ☒ Nee ☐ Ja |
Overzicht generieke 'aspecten 'uitgevoerd onderzoek/engineering' per vakgebied:
Generieke aspecten m.b.t. uitgevoerd onderzoek/engineering | Primair | Secundair | Telecom | Bouwkunde / Civiel / Security | Hoogspanningslijnen | Hoogspanningskabels | EMC / aarding |
1) Restrisico's die bewust naar volgende projectfase(n) meegenomen worden (met totaal risicoscore > 9 en/of een individuele score op kans of effect van > 4 | ☐ Nee ☒ Ja, zie B2.1 risicodossier | ☐ Nee ☒ Ja, zie B2.1 risicodossier | ☐ Nee ☒ Ja, zie B2.1 risicodossier | ☐ Nee ☒ Ja, zie B2.1 risicodossier | ☐ Nee ☒ Ja, zie B2.1 risicodossier | ☐ Nee ☒ Ja, zie B2.1 risicodossier | ☐ Nee ☒ Ja, zie B2.1 risicodossier |
2) Wijzigingen AMN Standaarden (T.o.v. eisen uit het aqua S1 protocol?) | ☒ Nee ☐ Ja, zie B3 BO Eisenlijst | ☒ Nee ☐ Ja, zie B3 BO Eisenlijst | ☒ Nee ☐ Ja, zie B3 BO Eisenlijst | ☒ Nee ☐ Ja, zie B3 BO Eisenlijst | ☒ Nee ☐ Ja, zie B3 BO Eisenlijst | ☒ Nee ☐ Ja, zie B3 BO Eisenlijst | ☒ Nee ☐ Ja, zie B3 BO Eisenlijst |
3) Aanvullende standaarden, normen, richtlijnen op advies SP? | ☒ Nee ☐ Ja, zie B3 BO Eisenlijst | ☒ Nee ☐ Ja, zie B3 BO Eisenlijst | ☒ Nee ☐ Ja, zie B3 BO Eisenlijst | ☒ Nee ☐ Ja, zie B3 BO Eisenlijst | ☒ Nee ☐ Ja, zie B3 BO Eisenlijst | ☒ Nee ☐ Ja, zie B3 BO Eisenlijst | ☒ Nee ☐ Ja, zie B3 BO Eisenlijst |
4) Gebruik raamcontracten / erkenningsregelingen Worden componenten uit de raamovereenkomsten (RO) / erkenningsregeling (EK) toegepast? | RO AIS componenten en EK GIS: ☐ Nee …, reden: …, overlegd met AMN …, meridian 002.xxx.xx xxxxxxx, Conseqentie mbt FAT, routine en typetesten … ☒ Ja | RO VBSn, beveiligings- en meetapparatuur ☐ Nee …, reden: …, overlegd met AMN …, meridian 002.xxx.xx xxxxxxx, Conseqentie mbt FAT, routine en typetesten … ☒ Ja | RO Telecom Transmissie App., routers, switches ☐ Nee …, reden: …, overlegd met AMN …, meridian 002.xxx.xx xxxxxxx, Conseqentie mbt FAT, routine en typetesten … ☒ Ja | ☒ N.v.t. (er is geen raamovereenkomst) | Geleiders (EK) ☒ Ja ☐ Nee, deze | Kabels (EK) ☒ Ja ☐ Nee, deze | ☒ N.v.t. (er is geen raamovereenkomst) |
5) Duurzaamheid Keuzes en uitgangspunten die | ☒ Nee ☐ Ja, circulariteit, | ☒ Nee ☐ Ja, circulariteit, | ☒ Nee ☒ Ja, circulariteit, | ☒ Nee ☐ Ja, circulariteit, | ☒ Nee ☐ Ja, circulariteit, | ☒ Nee ☐ Ja, circulariteit, | ☒ Nee ☐ Ja, circulariteit, |
Basisontwerp Verkabeling Zutphen, projectnummer: RTE-260
bijdragen aan duurzaamheid. Zie voor meer info B2.4 Duurzaamheidsdoelstellingen | duurzame materialen of minder energiegebruik. | duurzame materialen of minder energiegebruik. | duurzame materialen of minder energiegebruik. | duurzame materialen of minder energiegebruik. | duurzame materialen of minder energiegebruik. | duurzame materialen of minder energiegebruik. | duurzame materialen of minder energiegebruik. |
Datum: 8 februari 2023, versie: 1.1 19
3.1 Primair
3.1.1 Bestaande situatie primair
De bestaande situatie primair is als volgt: (hierbij waar mogelijk refereren aan oude (RNB-)ontwerpfilosofieën): De 150kV hoogspanningslijnen Lochem-Wit en -Zwart, Woudhuis-Wit en -Zwart en Langerak-Wit en -Zwart komen op 150kV station Zutphen binnen op een mast. De veldrail van lijnvelden is aangesloten op een afspanning vanuit de mast. Vanaf de afspanning wordt eerst een spanning transformator aangesloten, waarna de veldrail op de lijnscheider aansluit.
3.1.2 Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied primair
De volgende 'aspecten' zijn tijdens de 'technical design' fase nader onderzocht en/of ge-engineerd m.b.t. werkgebied primair en de resultaten zijn hieronder beschreven.
a) Algemeen:
o …
b) EMC / aarding / bliksembeveiliging:
o Aardnet
Is er een complete aardingsberekening uitgevoerd?
☒ Nee, in het BO is geen complete berekening (van de nieuwe installatie en de interfacepunten met de bestaande installatie) uitgevoerd aangezien de uitbreiding of wijziging van de installatie volledig binnen het beschermd gebied van de bestaande installatie valt én er geen toename is van de maximaal optredende éénfase kortsluitstroom ten opzichte van de ontwerpwaarde;
☐ Nee, het aardnet is ontworpen op basis van algemene kennisregels. In de
realisatiefase wordt de layout van het aardnet definitief bepaald aan de hand van onderliggende stap- en aanraakspanningberekeningen (zie hfd. EMC / aarding)
☐ Ja, vanwege risicomitigatie t.g.v. een bijzondere technische situatie, is er een
complete berekening (van de nieuwe installatie en de interfacepunten met de bestaande installatie) uitgevoerd (bijlage 3.1.2-e1)
☐ Nee, reden …
o Bliksembeveiliging (primaire installatie):
Is er een complete bliksembeveiligingberekening uitgevoerd?
☒ Nee, in het BO is geen complete bliksembeveiligingberekening (van de nieuwe installatie en de interfacepunten met de bestaande installatie) uitgevoerd aangezien de uitbreiding of wijziging van de installatie volledig binnen het beschermd gebied van de bestaande installatie valt;
☐ Nee, bliksempieken zijn gekozen op basis van algemene kennisregels. In de
realisatiefase worden de locaties voor de bliksempieken definitief bepaald aan de hand van onderliggende stap- en aanraakspanningberekeningen (zie hfd. EMC / aarding);
☐ Ja, vanwege risicomitigatie t.g.v. een bijzondere technische situatie, is er een
complete bliksembeveiliging berekening (van de nieuwe installatie en de interfacepunten met de bestaande installatie) uitgevoerd (bijlage 3.1.2-e2)
☐ Nee, reden …
c) Isolatiecoördinatie:
Is het ontwerp getoetst aan de hand van de Nota Isolatiecoördinatie?
☒ Nee, het BO is opgesteld op basis van algemene kennisregels. In de realisatiefase wordt het ontwerp getoetst aan de Nota Isolatiecoördinatie.
☐ Ja, vanwege risicomitigatie t.g.v. een bijzondere technische situatie, heeft er een complete toetsing plaatsgevonden (van de nieuwe installatie en de interfacepunten met de bestaande installatie) (bijlage 3.1.2-f1)
d) Stations- en veldlay-out:
o Is er binnen het bestaande openluchtstation voldoende ruimte voor de primaire standaardinstallaties, is deze ruimte vrij ter beschikking (ook toestemming vanuit de eigenaar in geval van gedeeld station) én is er géén sprake van uitzonderlijke bodemcondities)?
☒ Ja
☐ Nee
o Tekeningen (zowel de bestaande als nieuwe situatie weergegeven):
Eénlijnschema van de primaire installatie van het station (opnemen als bijlage 3.1.2-g1)
Zij- en bovenaanzicht per type schakelveld en railsysteem:
- Bestaande situatie (opnemen als bijlage 3.1.2-g4.1)
- Nieuwe situatie (opnemen als bijlage 3.1.2-g4.2)
e) Componenten keuzes:
o Vermogensschakelaar: N.V.T.
o Scheiders / aarders: N.V.T.
o Meettransformatoren: N.V.T.
o Overspanningsafleiders: N.V.T.
f) Isolatorsterkte:
o …
g) Kortsluitkrachten berekening:
Is er een complete kortsluitkrachtenberekening uitgevoerd?
☐ Nee, in het BO is geen complete kortsluitkrachten berekening (van de nieuwe installatie en de interfacepunten met de bestaande installatie) uitgevoerd aangezien het kortsluitvermogen niet is uitgebreid of verhoogd.
NB Er moet dan in de realisatiefase een complete kortsluitkrachten berekening (nieuwe installatie en de interfacepunten met de bestaande installatie) worden uitgevoerd.
☒ Ja, er is een complete kortsluitkrachten berekening (van de nieuwe installatie en de
interfacepunten met de bestaande installatie) uitgevoerd (bijlage 3.1.2-j1)
☐ Nee, reden …
h) Vermogenstransformator(en): N.V.T.
o Bereikbaarheid zwaar (transformator)transport (bureaustudie) op basis van een referentie transformator (bijlage 3.1.2-k1)
…
3.1.3 Gewenste situatie primair
In de velden Lochem-Wit en -Zwart, Woudhuis-Wit en -Zwart en Langerak-Wit en -Zwart worden de kabels aangesloten op kabeleindsluitingen. De kabeleindsluitingen zijn geplaatst op nieuw staalwerk op nieuwe poeren op de oude positie van de spanningstransformatoren. De spanningstransformatoren zijn geplaatst op nieuwe poeren op de positie van de oude mastafspanning. De kabeleindsluitingen en de spanningstransformatoren zijn met een litze verbonden met de kabelscheider.
3.1.4 Specifieke eisen primair
Totaaloverzicht eisen BO.
3.2 Secundair
Gezien de kleine raakvlakken met secundair wordt dit omschreven in hoofdstuk 3.6.
3.2.1 Bestaande situatie secundair
3.2.2 Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied secundair
3.2.3 Gewenste situatie secundair
3.2.4 Specifieke eisen secundair
3.3 Telecom
Gezien de kleine raakvlakken met telecom wordt dit omschreven in hoofdstuk 3.6.
3.3.1 Bestaande situatie telecom
3.3.2 Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied telecom
3.3.3 Telecom (gewenste situatie)
3.3.4 Specifieke eisen telecom
3.4 Bouwkundig / civiel / security
Gezien de kleine raakvlakken met bouwkunde wordt dit omschreven in hoofdstuk 3.1.
3.4.1 Bestaande situatie bouwkunde / civiel / security
3.4.2 Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied bouwkunde/civiel/security
3.4.3 Gewenste situatie bouwkunde / civiel / security
3.4.4 Specifieke eisen bouwkunde / civiel / security
3.5 Hoogspanningslijnen
3.5.1 Bestaande situatie hoogspanningslijnen
De scope bestaat uit een drietal hoogspanningslijnen is als volgt:
Lijn 312 150kV Woudhuis – Zutphen (WHS-ZP)
a) Hoogspanningslijn componenten:
o Masten
▪ Mast 43: HAW+0
▪ Mast 44: HC+0
▪ Mast 45 S+0
▪ Mast 46 DAV+0
o Geleiders
▪ Fasedraad: ACSR 48/7 Nuon enkele bundel
▪ Bliksemdraad: 12/7 Minorca
o Isolatoren
▪ Glasisolatoren
o Klimvoorziening
▪ Klimijzers in enkele randstaaf
▪ Klimladders
o Aarding
▪ Aanwezig in alle poten
b) Interne en externe spanningsafstanden:
o Conform : NEN 50341-2-15:2019
c) Antennesites
o Mastlocaties
▪ Geen antennes aanwezig in bovengenoemde masten.
Lijn 422 150kV Langerak – Zutphen (LGK-ZP)
a) Hoogspanningslijn componenten:
o Masten
▪ Mast 49 HA+0
▪ Mast 50 S+0
▪ Mast 51 S+0
▪ Mast 52: S+0
▪ Mast 53: S+0
▪ Mast 54: S+0
▪ Mast 55: S+0
▪ Mast 56: S+0
▪ Mast 57: S+0
▪ Mast 58: HA+0
▪ Mast 59: S+11
▪ Mast 60: HA+0
▪ Mast 61: S+0
▪ Mast 62: S+6
▪ Mast 63: HB+0
▪ Mast 64: S+0
▪ Mast 65: EAV+0
o Geleiders
▪ Fasedraad: ACSR 48/7 Nuon enkele bundel
▪ Bliksemdraad: 12/7 Minorca
o Isolatoren
▪ Glasisolatoren
o Klimvoorziening
▪ Klimijzers in enkele randstaaf
▪ Klimladders
o Aarding
▪ Aanwezig in alle poten
b) Interne en externe spanningsafstanden:
o Conform: NEN 50341-2-15:2017
c) Antennesites
o Mastlocaties
▪ Antennes aanwezig in masten 60, 61, 62 en 65
Lijn 420 150kV Zupthen – Lochem (ZP-LC)
a) Hoogspanningslijn componenten:
o Masten
▪ Mast 1: Eindmast
▪ Mast 2: S+0
▪ Mast 3: HC+0
▪ Mast 4: S+0
▪ Mast 5: HB+0
o Geleiders
▪ Fasedraad: ACSR 26/7 Hawk Enkele bundel
▪ Bliksemdraad: 12/7 Minorca
o Isolatoren
▪ Glasisolatoren
o Klimvoorziening
▪ Klimijzers in enkele randstaaf
▪ Klimladders
o Aarding
▪ Aanwezig in alle poten
b) Interne en externe spanningsafstanden:
o Conform: NEN 50341-2-15:2017
c) Antennesites
o Mastlocaties
▪ Geen antennes aanwezig in bovengenoemde masten.
3.5.2 Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied hoogspanningslijnen
De volgende 'aspecten' zijn tijdens de 'technical design' fase nader onderzocht en/of ge-engineerd m.b.t. werkgebied secundair en de resultaten zijn hieronder beschreven.Algemeen:
o Op basis van een zeegmeting is de trek in de geleiders vastgelegd;
o Op basis van sonderingen is grondgesteldheid vastgelegd. De resultaten zijn gebruikt voor het berekenen van benodigde fundatie aanpassingen op de bestaande mast 43 (WHS-ZP)en het ontwerpen van fundatie van de nieuwe masten 4A (ZP-LC) en 55A (LGK-ZP) .
o Positie van de nieuwe masten 4A en 55A is afgestemd met TenneT.
b) EMC / aarding:
o Voor de bestaande mast 43 geldt dat aarding aanwezig is. Daarnaast is het ontwerp aangepast naar de nieuwe situatie waarbij de aarding van de OSP meegenomen is.
o Voor de nieuwe masten 4A en 55A is een volledig nieuw aardingsontwerp opgesteld. Ook hier is de aarding voor de OSP meegenomen.
c) Geleiderkeuze:
o Bestaande geleider wordt in nieuwe situatie hergebruikt.
d) Controle berekeningen mastconstructie en fundamenten zijn opgenomen als bijlage 3.5.2-g1.
D.m.v. standaard PLS-Pole/Tower figuren zijn de benodigde aanpassingen inzichtelijk gemaakt.
o Elektrotechnische rapport voor de nieuwe situatie met daarin het ontwerp van de nieuwe mast 4A;
o Ontwerp fundatie mast 4A;
o Ontwerp mastconstructie mast 4A;
o Principe ontwerp staalconstructie & fundaties OSP mast 4A
o Overzichtstekening OSP 4A
o Elektrotechnische rapport voor de nieuwe situatie met daarin ontwerp van de nieuwe mast 55A;
o Ontwerp fundatie mast 55A;
o Ontwerp mastconstructie mast 55A;
o Principe ontwerp staalconstructie & fundaties OSP mast 55A;
o Overzichtstekening OSP mast 55A
o Elektrotechnische rapport voor de nieuwe situatie van mast 43;
o Beschouwing inclusief verzwaringsvoorstel bestaande fundatie van mast 43 in de nieuwe situatie;
o Beschouwing inclusief benodigde aanpassingen mastconstructie mast 43.
o Principe ontwerp staalconstructie & fundaties OSP mast 43
o Overzichtstekening OSP 43
e) Ombouwplannen zijn opgenomen onder bijlage 3.5.2-g2
▪ Voor het ombouwen van de verbinding naar de definitieve situatie is een ombouwplan opgesteld voor de verbinding WHS-ZP
▪ Voor het ombouwen van de verbinding naar de definitieve situatie is een ombouwplan opgesteld voor de verbinding ZP-LC.
▪ Voor het ombouwen van de verbinding naar de definitieve situatie is een ombouwplan opgesteld voor de verbinding LGK-ZP.
f) Amoveren:
g) Tracé:
▪ Voor het amoveren van de te verwijderen masten is een amoveringsplan gemaakt voor de betreffende masten van de verbinding ZP-LC
▪ Voor het amoveren van de te verwijderen masten is een amoveringsplan gemaakt voor de betreffende masten van de verbinding LGK-ZP
▪ Voor het amoveren van de te verwijderen masten is een amoveringsplan gemaakt voor de betreffende masten van de verbinding WHS-ZP
o Tracétekeningen zijn als bijlage 3.5.2h1 opgenomen met hierin aangegeven hoe de verbinding loopt, inclusief begin- en eindstation van alle gekozen varianten. Voor een hoogspanningslijn moet uit de (tracé)tekening het volgende blijken:
▪ Er is een nieuwe tracé tekening opgesteld met daarin de nieuwe mast 4A.
▪ Er is een nieuwe tracé tekening opgesteld met daarin de nieuwe mast 55A.
▪ Er is een nieuwe tracé tekening opgesteld met daarin de huidige mast 43 in de nieuwe situatie.
o Spanveldschema wordt opgenomen als bijlage 3.5.2-h2 met hierin aangeven de opbouw van de hoogspanningslijn. Voor een hoogspanningslijn moet uit het spanveldschema blijken:
▪ Plaats, benaming en spanningsniveau(s) van de circuits
▪ Veld- en vaklengte
▪ Type mast (hoek/eind/steun/wissel) en mastnummer
▪ Kettingtypen, geleiderconfiguratie en klokgetallen
Een spanveldschema wordt in volgende fase van het project opgesteld.
a) Antennesites:
o Bij sanering van masten, waarvan telecomproviders gebruik maken, zijn afspraken gemaakt
m.b.t. opzeggen van de overeenkomst. Aankondiging voor het verwijderen van de antenne sites zijn gemeld.
3.5.3 Gewenste situatie hoogspanningslijnen
In het kader van het landelijke verkabelingsprogramma op basis van Wet VET heeft de gemeente Zutphen bij TenneT een verzoek ingediend, om de bestaande 150kV-bovengrondse verbindingen in de bebouwde omgeving van Zutphen te verkabelen. Het betreft een drietal lijnverbindingen, te weten:
Zutphen-Woudhuis vanaf mast 43 t/m 46 (lijncode ZP-WHS150) ;
Zutphen-Lochem vanaf mast 1 t/m 4 (lijncode ZP-LC150);
• Langerak-Zutphen vanaf mast 55 -65 (lijncode LGK-ZP150).
In de gewenste situatie begint de verkabeling vanaf mast 43 in de lijn Woudhuis – Zutphen naar OS Zutphen. In de lijn Langerak – Zutphen komt een nieuwe mast 55A tussen de masten 54 en 55 (nabij mast 55) met een OSP op maaiveld. Verkabeling vindt plaats vanaf OS Zutphen tot aan de nieuwe OSP 55A. Ten slotte komt een nieuwe mast 4A tussen de masten 4 en 5 (nabij mast 4) met een OSP op maaiveld. Verkabeling vindt plaats vanaf OS Zutphen tot aan de nieuwe OSP 4A.
3.5.4 Specifieke eisen hoogspanningslijnen
Eisnr. | Bron | Object | Eis | Toelichting / informatie | Referentie |
H3.5-1 | BO | Aanpassingen mast construct ie en fundament De benodigde aanpassingen vanuit PLS-Pole/Tower zijn uitgevoerd. | Bijl. B3.5.2-g1 | ||
H3.5-2 | Geleiders De volgende geleiders zijn toegepast: -… | Geleiderkeuze is bepaald in BO in hfd 3.5.2 onder f) | |||
H3.5-3 | BO | Tracét ekeningen De tracétekeningen uit de gerefereerde bijlage zijn als uitgangspunt gebruikt voor de verdere detaillering van de verbinding. | Bijl. B3.5.2-h1 | ||
H3.5-4 | BO | Spanveldschema De spanveldschema's uit de gerefereerde bijlage zijn als uitgangspunt gebruikt voor de verdere detaillering van de verbinding. | Bijl. B3.5.2-h2 | ||
H3.5-5 |
3.6 Hoogspanningskabels
3.6.1 Bestaande situatie hoogspanningskabels
De bestaande situatie hoogspanningskabels is als volgt (hierbij waar mogelijk refereren aan oude (RNB-) ontwerpfilosofieën):
In de bestaande situatie zijn geen 150kV-hoogspanningskabels in het projectgebied rond Zutphen aanwezig.
3.6.2 Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied hoogspanningskabels
De volgende 'aspecten' zijn tijdens de 'technical design' fase nader onderzocht en/of ge-engineerd m.b.t. werkgebied hoogspanningskabels en de resultaten zijn hieronder beschreven:
1. Algemeen:
o Onderzoek naar de G-waarde heeft plaatsgevonden.
o De aanbeveling naar aanleiding van de belastbaarheidsberekeningen is toepassing van grondverbetering type A (schoon zand).
2. EMC / aarding:
o Aarding WHS-ZP:
▪ Gezien de geringe lengte van het kabeltracé (ruim 800 m) wordt het kabelsysteem enkelzijdig geaard met toevoeging van een aardkabel 240mm² Cu (zie Bijlage B3.6.2- h2a Systeemontwerp WHS-ZP). Aan de uiteinden wordt de aarding van alle drie de fase per circuit naar de middelste fase gebracht waarna de aardkabels afgemonteerd worden in een 3-fase mantelaardingskast. Vanuit de mantelaardingskast zal er een aardkabel naar beneden lopen die aan het aardnet van het station of het opstijgpunt worden gekoppeld. Aan één zijde wordt de mantelaarding onderbroken door SVL’s. De berekende spanning voor het bepalen van de SVL’s is 2,00 kV (bij 3-fase kortsluiting) en 57,84 V (bij normaal bedrijf).
o Aarding ZP-LC:
▪ Gezien de geringe lengte van het kabeltracé (ruim 1.000 m) wordt het kabelsysteem enkelzijdig geaard met toevoeging van een aardkabel 240mm² Cu (zie Bijlage B3.6.2- h2b Systeemontwerp ZP-LC). Aan de uiteinden wordt de aarding van alle drie de fase per circuit naar de middelste fase gebracht waarna de aardkabels afgemonteerd worden in een 3-fase mantelaardingskast. Vanuit de mantelaardingskast zal er een aardkabel naar beneden lopen die aan het aardnet van het station of het opstijgpunt worden gekoppeld. Aan één zijde wordt de mantelaarding onderbroken door SVL’s. De berekende spanning voor het bepalen van de SVL’s is 2,73 kV (bij 3-fase kortsluiting) en 60,44 V (bij normaal bedrijf).
o Aarding LGK-ZP:
▪ Het kabeltracé wordt tweezijdig geaard middels een cross bonding systeem (zie Bijlage B3.6.2-h2c Systeemontwerp LGK-ZP). Aan de uiteinden wordt de aarding van alle drie de fase per circuit naar de middelste fase gebracht waarna de aardkabels afgemonteerd worden in een 3-fase mantelaardingskast. Vanuit de mantelaardingskast zal er een aardkabel naar beneden lopen die aan het aardnet van het station of het opstijgpunt worden gekoppeld.
▪ De geïndiceerde aanraakspanningen voor de drie verschillende kabeltracés zijn opgenomen in bijlage B3.6.2-h2e.
o EMC:
▪ Vanuit het EMC aspect zullen de leidingen conform de NEN3654 moeten worden beschouwd omdat zich er een nieuwe mogelijk verslechterde situatie zich kan voordoen. Dit wordt in de DO-fase nader onderzocht en uitgewerkt.
3. Kabelkeuze en systeemontwerp (bijlage 3.6.2-f1):
o Onderbouwen van kabelkeuze en systeemontwerp op basis van de noodzakelijke investering, de gevraagde capaciteit (inclusief toekomstige groei) en de gekapitaliseerde netverliezen:
▪ Geleiderkeuze op basis van belasting
▪ Geleiderkeuze op basis van OPEX/CAPEX
▪ Geleiderdoorsnede o.b.v. de 3-f-, Schermdoorsnede o.b.v. de 1-f-kortsluitstroom
▪ Geïnduceerde mantelspanningen
▪ Isolatiecoördinatie (zijn er OSA's benodigd?)
o Op basis van de TOTEX-berekeningen is de geleider vastgesteld op 2500AlMil.
Voor de verbinding ZP-LC kan een kleinere geleider diameter toegepast worden. Aangezien dit een geringe lengte van bijna 1.100 m betreft, is gekozen ook voor deze verbinding 2500AlMil toe te passen.
4. G- waarde en (eventuele) grondverbetering:
o G-waarde is onderzocht x.x.x. xxxxxxxxxxxxx.
o In de BO-fase van het project is de werkelijke "g-waarde" van de grond bepaald door middel van monstername en onderzoek in laboratorium.
o Grondverbetering is voor een klein deel van het tracé noodzakelijk. Hierbij kan volstaan worden met toepassing van grondverbetering type A (schoon zand).
5. Tracé:
o In hoofdlijnen duidelijkheid verschaffen over het tracé en de in het tracé opgenomen gestuurde boringen.
o Tracétekeningen (bijlage B3.6.2-h1a t/m c) met hierin aangegeven hoe de verbinding loopt, inclusief begin- en eindstation en kruisingen met overige infrastructuur zoals snelwegen, waterwegen spoorbanen e.d. en benoemd per bijlage wat hierin bindend is. Voor een hoogspanningskabel moet uit de tracétekening de volgende zaken blijken:
■ plaats en benaming van de circuits ■ configuratiekeuze en klokgetallen
■ profiel doorsneden ■ doorsnede gestuurde boringen
■ het spanningsniveau ■ nominale stroom
■ huidig grondgebruik ■ opstijgpunten en/of crossbonding
o Eventuele 'technische' maatregelen vermelden n.a.v. toetsing aan de NEN 3654: Wederzijdse beïnvloeding van buisleidingen en hoogspanningssystemen (zie ook hfd. 4 Omgeving).
3.6.3 Gewenste situatie hoogspanningskabels
Dit wordt bereikt door vanaf 150kV station Zutphen twee dubbele kabelverbindingen in noordelijke richting te leggen. De kabels in de verbinding WHS-ZP kruisen de nieuw aangelegde 150kV trafokabels (RTE-159) bovenlangs, omdat deze kabels ter plaatse in een gestuurde boring op een diepte van ongeveer 6,00 m onder maaiveld liggen. Hierbij worden vier parallel gelegen gestuurde boringen uitgevoerd om gezichtsbepalende bomen in het park te kruisen. Na de bomen worden de kabels in open ontgraving verder door het park aangelegd. Aan de noordzijde van het park kruisen de kabels voor WHS-ZP het Oostveensepad middels een gestuurde boring. Het Oostveensepad is een landelijke asfaltweg met aan weerszijden kabels en leidingen.
Het tracé vervolgt in open ontgraving tot mast 43 met opstijgpunt.
Voor het Oostveensepad buigen de kabels voor ZP-LC af om middels een gestuurde boring parallel aan het Oostveensepad het bomenrijke perceel van het COA te passeren. Het tracé vervolgt in open ontgraving op voldoende afstand van de bomenrij langs het Oostveensepad naar mast 4A met opstijgpunt.
Aan de zuidzijde van 150kV station Zutphen worden de kabels voor LGK-ZP ter hoogte van mast 65 het onderstation afgeleid en kruisen de Wijnhofstraat middels geperste mantelbuizen. De Berkel wordt vervolgens gekruist middels een gestuurde boring. Het tracé vervolgt in open ontgraving om vervolgens de Kleine Omlegging (provinciale weg N346) middels een gestuurde boring nabij de Den Eltenweg (provinciale weg N348) te kruisen. Het tracé vervolgt in open ontgraving in de agrarische percelen en ligt parallel aan de N348. De verhoogde toerit naar de agrarische percelen wordt middels een korte gestuurde boring gekruist.
Eveneens wordt de Rijksstraatweg middels een gestuurde boring gekruist. Aan het einde van de agrarische percelen volgt een gestuurde boring om de Draaiomsdreef en een brede waterpartij te kruisen. Het tracé vervolgt in open ontgraving door een openbaar sportveld en kruist middels een schuine gestuurde boring een tennispark. Het tracé volgt verder de berm van de Lage Weide om vervolgens middels een gestuurde boring een park met hoogteverschillen en afvoerkanaal te kruisen. Hierbij wordt de boring onder de plaatfundering van mast 59 geleid, wat geen invloed heeft op het amoveren van de mast en fundering. Het tracé vervolgt verder in open ontgraving via de weilanden tussen park en Den Eltenweg (N348) en komt vervolgens parallel aan de Jan Brugmansstraat te liggen. Middels een complexe gestuurde boring wordt de rotonde met de Jo Spierlaan, de Laakse Oever met waterpartij met mast 56, het park naast de Xxxxxx Xxxxxxxxxxx en omgeving en de Leestense Rondweg (N314) gekruist. schuin gekruist. Ook mast 56 staat op een plaatfundering en heeft geen invloed op het kabeltracé bij het amoveren van de mast en fundering. Aan de zuidzijde van de N314 sluiten de kabels aan op het opstijgpunt bij mast 55A.
In bijlage B3.6.2-h1 a t/m c zijn de beoogde kabeltracés weergegeven.
In bijlage B3.6.2-h1d zijn de ontwerpen van de gestuurde boringen opgenomen.
3.6.4 EM-velden
De bestaande hoogspanningslijnen hebben volgens de RIVM richtlijnen een (indicatieve) magneetveldzone die uitstrekt tot 60 m naar beide zijden van de lijnen Langerak - Zutphen en Woudhuis – Zutphen. Voor de hoogspanningslijn Zutphen – Lochem strekt de (indicatieve) magneetveldzone uit tot 50 m naar beide zijden. Op basis van deze (indicatieve) magneetveldzones liggen 192 woningen en 28 woonpercelen binnen deze zone.
Bij (de voorbereidingen om te komen tot) realisatie van een nieuwe ondergrondse verbinding wordt het vermijden van gevoelige objecten (woningen, scholen, crèches en kinderopvangplaatsen) binnen de 0,4 microtesla magneetveldcontour niet als zodanig als traceringsprincipe gehanteerd, maar wordt om mogelijke
hinder bij aanleg zoveel als redelijkerwijs mogelijk te voorkomen een aanlegstrook vrij gehouden van bebouwing.
De kabeltracés zijn zodanig ontworpen dat de ZRO-stroken zo min mogelijk percelen beslaan. Hiervoor is hier en daar het tracé verschoven om te voorkomen dat de ZRO net door een hoekje van een perceel gaat.
Voor ondergrondse hoogspanningsverbindingen is geen RIVM voorzorgsbeleid ingesteld. Op verzoek van gemeente Zutphen zijn de 0,4µT contouren inzichtelijk gemaakt.
Maximale EM-contour open ontgraving = 15 meter (meestal 10) vanaf hartlijn Maximale EM-contour boring = 20 meter vanaf hartlijn
Dit is verwoord in bijlage B3.6.2-h3 EM-velden rapport.
De tekeningen met de EM-contouren zijn opgenomen als bijlagen B3.6.2-h3a -B3.6.2-h3c.
Het voorliggende ontwerp is met het oog op bovenstaande punten zodanig ontworpen dat geen enkele woning meer door de 0,4µT contouren geraakt worden. Slechts 4 woonpercelen worden geraakt door de 0,4µT contouren. Dit betreffen tuinen waarbij de contouren ver van de woningen af liggen. Zie bijlage B3.6.2-h3d voor het overzicht 0,4µTcontouren t.o.v. woningen en percelen.
3.6.5 Specifieke eisen hoogspanningskabels
Eisen m.b.t. de toepassing van grondverbetering rond de kabels. Toepassing schoon zand type A:
Zand type A dient te voldoen aan de volgende eisen:
Het te leveren nieuwe aanvulzand dient te bestaan uit matig fijn zand of matig grof zand met een maximum leempercentage van circa 5%;
Proctordichtheid van tenminste 1.700 kg/m3;
Dient aangebracht te worden in lagen van maximaal 20 cm (verdicht gemeten);
Na het verwerken en verdichten dient het zand een droge dichtheid te hebben van tenminste 1550 kg/m3 (circa 91% van de proctorwaarde).
3.7 EMC / aarding
3.7.1 Bestaande situatie EMC / aarding
150kV station Zutphen is een bestaand onderstation met bestaande EMC / aarding. De masten met opstijgpunten worden voorzien van een aardnet.
3.7.2 Uitgevoerd onderzoek/engineering werkgebied EMC / aarding
De volgende 'aspecten' zijn tijdens de 'technical design' fase nader onderzocht en/of ge-engineerd m.b.t. werkgebied secundair en de resultaten zijn hieronder beschreven:In de verbinding WHS-ZP is vastgesteld dat aarding aanwezig is. De aarding is ontworpen voor de inpassing van het opstijgpunt bij de mast.
In de verbindingen ZP-LC en LGK-ZP worden beiden voorzien van een nieuwe eindmast met een opstijgpunt. In het aardingsontwerp is ook de aarding van het betreffende opstijgpunt opgenomen.
3.7.3 Gewenste situatie EMC / aarding
150kV station Zutphen heeft na de verkabeling geen lijnvelden meer maar kabelvelden. De EMC / aarding zal hierdoor niet wijzigen.
De kabelcircuits zijn op het onderstation allen voorzien van een 3-fase mantelaardingskast. De buitenmantel van de kabels worden per circuit naar de mantelaardingkast geleid. Vanuit de mantelaardingskast is een flexibele geleider middels twee C-klemmen verbonden met het aardnet.
De kabelcircuits worden ter plaatse van de opstijgpunten eveneens voorzien van een 3-fase mantelaardingskast. De buitenmantel van de kabels worden per circuit naar de mantelaardingkast geleid. Vanuit de mantelaardingskast is een flexibele geleider middels twee C-klemmen verbonden met het aardnet van heet betreffende opstijgpunt.
Voor de verbindingen WHS-ZP en ZP-LC worden de mantelaardingskasten bij het opstijgpunt voorzien van SVL’s om directe aarding te voorkomen.
De verbinding LGK-ZP wordt uitgevoerd met een cross bonding systeem.
3.7.4 Specifieke eisen EMC / aarding
4 Omgeving
In dit hoofdstuk zijn de aspecten m.b.t. planologie, private rechten / eigendomsmatrix, publiekrechtelijke vergunningen / toestemmingen en strategisch omgevingsmanagement beknopt weergegeven als onderdeel van de 'spatial design' fase. Detailuitwerking is in bijlage 4 Template Omgeving opgenomen.
4.1 Planologie
In dit hoofdstuk wordt beknopt ingegaan op het onderdeel planologie (of planologische activiteiten
Thema | Huidige situatie | Gewenste situatie | Vervolgacties | Termijn uitvoering |
Planologische situatie | Niet mogelijk binnen huidige bestemmingsplan | Planologisch toegestaan | Herziening bestemmingsplan of projectplan | Na Go-moment en definitief worden tracé |
Bodem | Het tracé ligt in verdachte deellocaties | Werken in veiligheidsklasse “basishygiëne” | Vervolgonderzoek in te zetten | DO-fase |
Water | Grondwater aanwezig | Droog in de bouwput te kunnen werken | Omvang onttrekking berekenen | DO-fase |
Natuur | Natuurwaarden aanwezig Bomen aanwezig | Werken zonder natuurwaarden te verstoren Zo min mogelijk bomen beschadigen | Jaarrond beschermd nest en mogelijke verblijfplaats Bunzing, wezel, hermelijn en steenmarter onderzoeken Aerius berekening Voorwaarden meegeven tijdens uitvoering | DO-fase/uitvoering |
Archeologie en cultuurhistorie | Archeologische waarden aanwezig | Archeologische waarden vooraf in beeld te hebben, zodat zij geen vertragende werking hebben op de uitvoering | PvE opstellen en nader onderzoek doen | Do-fase/uitvoering |
(Ruimtelijke) beïnvloeding en veiligheid | Routes provinciale wegen aanwezig | Ongehinderd het werk uitvoeren. | Ontheffing provincie aanvragen | DO-fase |
Geluid en trillingen | Geen geluid en trillingen van onze werkzaamheden | Geen overlast van geluid en trillingen van onze werkzaamheden | Voorwaarden meegeven aan aannemer | uitvoering |
EM-velden | EM-velden van de lijnen | Geen overschrijding van de waarden van EM-velden | Resultaten berekening meenemen in ontwerp | BO-fase |
Explosieven | Verdachte gebieden binnen het tracé | Veilig en zonder vertraging kunnen werken | Oppervlakte detectie en dieptedetectie uitvoeren | DO-fase/uitvoering |
Overige relevante info | Onduidelijk of huidige masten met een melding of met een vergunning verwijderd kunnen worden. | Volgens planning huidige masten kunnen verwijderen | Op asbest en chroom VI onderzoeken | DO-fase |
De bevindingen zijn per thema in onderstaande tabel samengevat. In bijlage 4 Omgeving (hfd. 4.1) zijn de thema's in detail uitgewerkt
4.2 Private rechten
In dit hoofdstuk wordt per paragraaf beknopt ingegaan op alle stappen die nodig zijn om de benodigde private rechten te verkrijgen. In bijlage 4 Omgeving (hfd. 4.2) is de detailuitwerking opgenomen.
4.2.1 Overzicht rechthebbenden
Betrokken grondeigenaren bij aanleg nieuwe verbinding
GEMEENTE ZUTPHEN |
PROVINCIE GELDERLAND |
WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL |
CENTRAAL ORGAAN OPVANG ASIELZOEKERS |
STICHTING HET BURGERWEESHUIS |
de heer G.W.M. Kleine Schaars |
Mevrouw K.L.M. Verhage |
de heer T.B. Polman en mevrouw W.B.M. Xxxxxxxxx |
T.C. Welgelegen |
Xxxxxx-Xxx Xxxxxx (onderdeel landgoed 't Wolferinck) |
LIANDER N.V. |
Nb: De eigenaren betrokken bij (alleen) de amovering en/of werkterreinen en de gebruikers zijn nog niet bekend en staan niet in deze lijst omdat deze terreinen nog verder uitgewerkt gaan worden.
4.2.2 Overzicht overeen te komen private rechten
Het project betreft het deels verkabelen van 3 verbindingen:
- 150kV Woudhuis Zutphen
- 150kV Zutphen-Lochem
- 150kV Langerak Zutphen
Het juridisch vastleggen van nieuw aan te leggen verbindingsdelen gebeurt met het vestigen van opstalrechten (zakelijk recht overeenkomst) bij zowel private als publieke partijen. (Een deel) van de verbindingen staat juridisch nog op naam van Liander. Economisch eigenaar en beheerder van de verbindingen is TenneT. De nieuw te vestigen rechten worden daarom op naam van en met de voorwaarden en systematiek van TenneT vastgelegd.
Omdat er sprake is van 3 verbindingen zullen de rechten m.b.t. deze verbindingen separaat gevestigd dienen te worden. Dit is wenselijk zodat bij toekomstig juridisch beheer, aanpassing en eventuele buiten gebruik name van een tracé deze rechten afzonderlijk aangepast of doorgehaald kunnen worden. Met sommige betrokkenen zullen daarom meerdere zakelijk recht overeenkomsten afgesloten worden.
Ook een zakelijk recht met (semi) overheden
TenneT wil ook voor percelen van (semi) overheden een zakelijk recht vestigen. Het betreft voor dit project
o.a. de Gemeente Zutphen, Provincie Gelderland, het Waterschap en mogelijk het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers. Een ligging op alleen publiekrechtelijke toestemming (vergunning) is niet voldoende.
(Tijdelijke) Gebruikers
Onder gebruikers vallen, huurders, pachters en gebruikers om niet.
Op percelen waar een zakelijk recht met de grondeigenaar wordt gevestigd zal met deze partijen de TenneT gebruiksovereenkomst afgesloten worden. Gebruikers van de betrokken percelen verklaren bekend te zijn met de vestigen van het zakelijk recht door grondeigenaar en de voorwaarden die hierop van toepassing zijn, waaronder gebruiksvoorwaarden. Daarnaast worden in de gebruiksovereenkomst de werkterreinen vastgelegd, waarvoor de gebruiker een vergoeding krijgt en recht heeft op vergoeding van eventuele schade.
Mochten eigenaren of gebruikers alleen betrokken zijn met werkterreinen bij het project dan worden de afspraken voor de werkterreinen of toegangswegen vastgelegd in een tijdelijke gebruiksovereenkomst.
Kabel- en leidingeigenaren
Met kabel- en leidingeigenaren met rechten op de betrokken percelen zal het project in overleg gaan voor juridische toestemming voor het vestigen van een opstalrecht door TenneT. Deze toestemmingen heeft de notaris nodig om het zakelijk recht voor de nieuwe verbinding in te kunnen schrijven in het kadaster
Gedoogplicht
Als overeenstemming niet op een minnelijke wijze verkregen kan worden kan de gedoogplicht worden ingezet.
Doorhalen oude rechten na verwijderen bovengrondse verbinding
Na ingebruikname van de nieuwe verbinding zal de oude bovengrondse verbinding verwijderd worden. De oude verbinding is vastgelegd met een zakelijk recht welke staat ingeschreven in het kadaster. Liander is op dit moment juridisch eigenaar van de verbinding en staat vermeld in het kadaster. De verbindingen is in economisch eigendom en beheer van TenneT.
Na verwijdering van de lijnen en masten zullen de rechten voor de verbinding doorgehaald moeten worden. Dit kan gedaan worden door met de betreffende grondeigenaren doorhalingsverklaringen overeen te komen. Omdat het hier een notariële handeling betreft zullen de grondeigenaren geïdentificeerd moeten worden. De rentmeester van Xxxxxxx of TenneT kan deze identificatie uitvoeren.
Omdat de belemmerende strook van de bovengrondse verbreding breder is dan de nieuwe ondergrondse en ze niet overal dezelfde lijn volgen, zijn er meer rechthebbenden waar doorgehaald moet worden dan betrokken bij de nieuwe realisatie. Het betreft ongeveer een 150 percelen verdeeld over een 80 dossiers.
Sommige masten staan op stalen funderingen. Deze kunnen technisch niet volledig verwijderd worden. Op deze locatie zullen bij de verwijdering van de masten mogelijk aanvullende afspraken vastgelegd moeten worden. Waar dit aan de orde is zal bij uitwerking van het detaillontwerp bekend worden.
Opzeggen opstelpunten mobiele werken
In enkele masten die verwijderd gaan worden bevinden zicht opstelplaatsen voor mobiele netwerken.
Als er een akkoord komt op dit plan zullen deze partijen tijdig geïnformeerd moeten worden dat de contracten in de toekomst opgezegd gaan worden. Deze partijen hebben in dat geval tijd genoeg om alternatieve locaties te zoeken om het mobiele netwerk te waarborgen.
De opzegging gebeurt door de beherende netwerkbeheerder.
4.2.3 Aankopen
Op drie locaties komen opstijgpunten. TenneT wil ondergronden van opstijgpunten in eigendom verkrijgen.
Twee opstijgpunten komen op percelen in eigendom van de gemeente Zutphen.
Eén opstijgpunt komt bij een mast welke op twee percelen staat. Één perceel in particulier eigendom, welke agrarisch in gebruik is en één perceel in particulier eigendom, maar onderdeel van Landgoed ’t Wolferinck. Op
dit perceel is de Erfgoedwet van toepassing. De particuliere eigenaar van het landgoed heeft een eerste recht van koop op het agrarische perceel. De grens tussen het landgoed en het agrarische perceel loopt onder de mast door. De grens wordt gevormd door een watergreppel en Grensbeplanting. Om de landschappelijke waarden en instandhoudingsplicht van het landgoed te ontzien, wordt het opstijgpunt los van de mast op het agrarische perceel voorzien.
Het particuliere perceel is in reguliere pacht uitgegeven aan twee agrarische gebruikers.
Belemmerende strook naast aankoop
Voor onderhoud en veiligheid wil TenneT naast de aan te kopen grond een belemmering afstemmen voor het gedeelte 2,5 meter rondom het hekwerk om werkzaamheden te kunnen uitvoeren aan het hekwerk en het opstijgpunt. Als de grondeigenaar hier geen belemmering voor wil afstemmen dan zal deze grond mee aangekocht worden.
Toegangsweg opstijgpunt
Toegangswegen naar de te realiseren opstijgpunten worden niet aangekocht. Een recht van overpad zal wel worden afgestemd en vastgelegd. Daarnaast kunnen we nagaan of de grondeigenaar op vrijwillige basis wil meewerken aan het realiseren van een (semi)verharding als toegangsweg. Beheerkosten zijn niet in de begroting meegenomen. Na overleg met de grondeigenaren en TenneT zal per opstijgpunt de mogelijkheid voor aanleggen van (semi)verharden worden afgestemd.
Oppervlakte aankoop per opstijgpunt
De opstijgpunten op gemeentegrond hebben een oppervlakte van 25 maal 27 meter, buitenkant hekwerk. In totaal aldus 675 m2. Het opstijgpunt bij mast 43 zal los komen van de mast en kleiner zijn. 15 maal 27. Totaal 405 m2. Door het los plaatsen van het opstijgpunt zullen op dit perceel inefficiënte overhoeken ontstaan. Voor deze overhoeken heeft de grondeigenaar recht op een vergoeding.
4.2.4 Vergoedingen
Vestigen opstalrecht en (tijdelijke) gebruiksovereenkomsten
Vergoeding vindt plaats op basis van de TenneT systematiek. De vergoedingen veranderen jaarlijks en worden aan de start van het project vastgelegd door middel van projecttarieven. TenneT levert deze en de te hanteren financiële bijlage aan bij start van het project.
Aankoop
Aankoop van de opstijgpunten gebeurt in afstemming en overleg met TenneT REM. De koopsom voor particulieren zal worden bepaald op basis van marktwaarde of schadeloosstelling.
Vergoedingen en aankoopprijzen percelen Gemeente
Omdat in dit project de gemeente opdrachtgever is en zelf grondeigenaar van twee locaties voor opstijgpunten zullen er mogelijke nadere afspraken zijn tussen de Gemeente en TenneT over de te hanteren vergoedingen voor aankoop en zakelijk recht. Vooralsnog gaan wij er in dit BO vanuit dat er om niet wordt geleverd en de Gemeente geen recht heeft op afsluit- werkterrein en/of vergoedingen voor landschappelijke inpassingen.
Voor de gebruikers op de percelen van de gemeente gelden wel de standaard tarieven.
Planschade
In het geval van direct betrokken grondeigenaren bij de nieuwe kabelverbinding wordt de eventuele planschade meegenomen in de gesprekken en overeenkomst voor het vestigen van een zakelijk recht of aankoop. Overige verzoeken van planschade verlopen via de gemeente.
4.2.5 Benodigde informatie
Niet van toepassing,
4.2.6 Eigendomsmatrix
Perce(e)l(en) | Betrokkene(n) | Type gebruik | Naam |
ZPN00N 04306 | GEMEENTE ZUTPHEN | Onbekend | Mts A.J. Berenpas, T.A. Beren |
ZPN00N 03370 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
ZPN00O 03909 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
ZPN00N 04677 | GEMEENTE ZUTPHEN | onbekend | X. Xxxxxxx |
WVD00L 02880 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
WVD00L 02930 | GEMEENTE ZUTPHEN | Isendoorn college/ TC Welgelegen/ moestuincomplex | |
WVD00L 02944 | GEMEENTE ZUTPHEN | Agrarische natuurvereniging ’t Onderholt | |
WVD00L 02834 | GEMEENTE ZUTPHEN | onbekend | X. Xxxxxxx |
WVD00L 02875 | GEMEENTE ZUTPHEN | onbekend | X. xxx Xxxxxxxx |
ZPN00H 00351 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
WVD00L 01832 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
WVD00L 02881 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
WVD00L 02928 | GEMEENTE ZUTPHEN | onbekend | X. Xxxxxxx |
WVD00L 02957 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
ZPN00H 00579 | GEMEENTE ZUTPHEN | onbekend | Moestuin de Eendracht |
ZPN00H 00593 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
ZPN00N 02962 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
ZPN00N 03343 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
ZPN00N 03463 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
ZPN00N 04152 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
ZPN00N 04194 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
ZPN00N 04195 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
ZPN00O 03676 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
ZPN00O 03908 | GEMEENTE ZUTPHEN | ||
WVD00L 01432 | PROVINCIE GELDERLAND | ||
ZPN00O 03437 | PROVINCIE GELDERLAND | ||
WVD00L 02922 | WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL | ||
WVD00L 02924 | WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL | ||
ZPN00H 00564 | WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL | ||
ZPN00N 03371 | WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL | ||
ZPN00N 04193 | WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL |
ZPN00O 03438 | WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL | ||
ZPN00O 03678 | WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL | ||
ZPN00H 00358 | CENTRAAL ORGAAN OPVANG ASIELZOEKERS | ||
WVD00L 02939 | STICHTING HET BURGERWEESHUIS | X.Xxxxxxx | |
WVD00L 01434 | STICHTING HET BURGERWEESHUIS | X.Xxxxxxx | |
WVD00L 01744 | STICHTING HET BURGERWEESHUIS | X.Xxxxxxx | |
ZPN00H 00149 | de heer G.W.M. Kleine Schaars | ||
ZPN00H 00555 | Mevrouw K.L.M. verhage | onbekend | X. xxx Xxxxxxxx Dhr. Tjoonk |
WVD00L 01745 | de heer T.B. Polman en mevrouw W.B.M. Xxxxxxxxx | ||
WVD00L 01534 | T.C. Welgelegen | Tennisvereniging | |
WVD00L 02009 | T.C. Welgelegen | Tennisvereniging | |
ZPN00H 00554 | Xxxxxx-Xxx Xxxxxx (onderdeel landgoed 't Wolferinck) | ||
ZPN00H 00543 | LIANDER N.V. |
4.3 Publiekrechtelijke vergunningen / toestemmingen etc.
In dit hoofdstuk wordt per paragraaf beknopt ingegaan op 'alle (tijdelijke) activiteiten die nodig zijn om de benodigde publiekrechtelijke toestemmingen te verkrijgen die nodig zijn om te mogen bouwen, aanleggen of gebruiken'. In bijlage 4 Omgeving (hfd. 4.3) Omgeving is de detailuitwerking opgenomen.
4.3.1 Overzicht activiteiten
Ten behoeve van de verkabeling worden vooraf bomen en begroeiing verwijderd en worden werkterreinen en depots ingericht. Er worden boringen en persingen uitgevoerd en de sleuf wordt open gegraven. Na het aanbrengen van de kabels wordt de sleuf gevuld met de uitgekomen grond en afgewerkt. Mast 43 (WHS-ZP) wordt aangepast en mast 4A (ZP-LC) en mast 55A (LGK-ZP) worden nieuw gebouwd. Voor deze masten wordt in de grond een betonnen fundering gemaakt waarna de mast wordt opgebouwd. Uiteindelijk worden lijnen en kabels met elkaar verbonden. Vrijgekomen materialen worden afgevoerd naar een erkende verwerker.
4.3.2 Overzicht vergunningen / toestemmingen etc.
- Ontheffing kabelwerkzaamheden
- Omgevingsvergunning Bouwen
- Omgevingsvergunning Inrit
- Melding of vergunning bronnering en lozing grondwater
- Melding of een vergunning op basis van de keur
- Melding of omgevingsvergunning slopen
- Objectenvergunning Plaatsen objecten in de openbare ruimte
- Saneringsvergunning
- Omgevingsvergunning werken op basis van archeologie
- Instemmingsbesluit verkeersmaatregelen
- Omgevingsvergunning Kappen
4.3.3 Vergunbaarheid
Er zijn geen zwaarwegende bezwaren waardoor het ontwerp niet uitgevoerd zou kunnen worden.
4.3.4 Overige aspecten
Een deel van het plangebied bij mast 43 is gelegen op een perceel welke onderdeel is van een landgoed. Op het perceel zit een publiekrechtelijke beperking in kader van de Erfgoedwet. Er zal nader onderzocht worden welke publiekrechtelijke eisen voor het project hieruit voortvloeien.
4.4 Strategisch omgevingsmanagement
Zie bijlage B4 Omgeving hoofdstuk 4.4.
5 Lijst met begrippen en afkortingen
Afkorting | Betekenis | Afkorting | Betekenis |
ACI | Asset Chain Innitiative | PDH | Plesiochronus Digital Hierarchy |
AMN | Asset Management Nederland (TenneT) | POTS | Plain Old Telecom System |
APA | Automatisch Parallelschakel Apparaat | PQ | Power Quality |
BIN | Bliksem Isolatie Niveau | PVE | Programma van Eisen |
B&I | Beheer- en Instandhouding | RCR | RijksCoördinatie Regeling |
BKK | Buiten Klemmen Kast | RVS | Raad van Staten |
CDG | Centraal Diensten Gebouw | Sf-f | Slagwijdte fase-fase |
Cu | Koper (Cuprum) | Sf-a | Slagwijdte fase-aarde |
DDF | Digital Distribution Frame | SDH | Synchronous Digital Hierarchy |
EMC | Electro Magnetic Compatibility | SIT | Site Integration Test |
EMS | Energie Management Systeem | SM | Single Mode (fiber) |
FE | Fast Ethernet | SON | System Operations NL |
GGB | Gebouw GeBonden (Installaties) | SPvE | projectSpecifiek Programma van Eisen |
GS | Grid Service (Business Unit TenneT) | SRBV | Schakelaar Reserve Beveiliging |
HH | Hand Hole | SSU | Synchronization Unit |
HSL | Hoogspanning Schakelaar | TBD | TenneT BeleidsDocument |
In | Nominale Stroom | TOR | Technische OnderhoudsRichtlijn |
Ik | Kortsluitstroom | TRU | Top Rack Unit |
IBA | Individuele Behandeling Afvalwater | TTA | TelecomTransmissieApparatuur |
KA | Kantoor Automatisering | Un | Nominale Spanning |
LBC | Landelijk Bedrijfsvoering Centrum | Um | Maximale Spanning |
MDF | Main Distribution Frame | VAC | Volt Alternating Current |
MM | Multi Mode (fiber) | VBS | Veld Besturing Systeem |
x.x. | Xxxxxxxx | VDC | Volt Direct Current |
ODF | Optical Distribution Frame | VGM | Veiligheid, Gezondheid en Milieu |
OIR | Object Interface Requirements | VNB | Voorziene Niet Beschikbaarheid |
ONB | Onvoorzien Niet Beschikbaar | ZRO | Zakelijk Recht Overeenkomst |
OPGW | Optical Ground Wire | ||
Power Distribution Frame |
In dit hoofdstuk moeten lijsten worden opgenomen met begrippen, definities en gehanteerde afkortingen die in dit BO worden gebruikt. Onderstaande lijsten kunnen als basis gebruikt worden.
6 Bijlagen
Opsomming van de toegevoegde bijlagen.Hfd. 1 Projectomschrijving
o B1.7 Objectenboom
o B1.8 Functieboom
o B1.9 Contextdiagram
o B1.10 Realisatie aspecten hoogspanningslijnen
o B3.5.2-g2 Voorlopig Ombouwplan en Voorlopig VNB-plan
Hfd. 2 Algemene eisen
o B2.1 Risicodossier: meridian
o B2.2 VGM plan (uitvoerings- en beheersfase): meridian
o B2.3 Kwaliteitsplan
Hfd. 3 Techniek en specifieke eisen
o B3 BO Eisenlijst
o B3.1 Primair
▪ B3.1.2-g1 Eénlijnschema van de primaire installatie van het station
▪ B3.1.2-g4.1 Zij- en bovenaanzicht per type schakelveld en railsysteem
▪ B3.1.2-g4.2 Zij- en bovenaanzicht per type schakelveld en railsysteem
▪ B3.1.2-j1 Berekening kortsluitkrachten
o B3.2 Secundair
▪ N.v.t.
o B3.3 Telecom
▪ N.v.t.
o B3.4 Bouwkunde / civiel / security
▪ N.v.t.
o B3.5 Lijnen
▪ B3.5.2-g1 Controleberekening mastconstructie en fundament + PLS- Pole/Tower figuren
▪ B3.5.2-g2 Ombouw en amoveringsplannen
▪ B3.5.2-h1 Tracétekeningen
▪ B3.5.2-h2 Spanveldschema
o B3.6 Kabels
▪ B3.6.2-f1 Kabelkeuze en systeemontwerp
▪ B3.6.2-f1a TOTEX WHS-ZP
▪ B3.6.2-f1b TOTEX ZP-LC
▪ B3.6.2-f1c TOTEX LGK-ZP
▪ B3.6.2-h1a Tracétekening WHS-ZP
▪ B3.6.2-h1b Tracétekening ZP-LC
▪ B3.6.2-h1c Tracétekening LGK-ZP
▪ B3.6.2-h2a Systeemontwerp WHS-ZP
▪ B3.6.2-h2b Systeemontwerp ZP-LC
▪ B3.6.2-h2c Systeemontwerp LGK-ZP
▪ B3.6.2-h3 EM-velden rapport
▪ B3.6.2-h3a EM-velden WHS-ZP
▪ B3.6.2-h3b EM-velden ZP-LC
▪ B3.6.2-h3c EM-velden LGK-ZP
▪ B3.6.2-h3d-Overzicht 0,4µTcontouren t.o.v. woningen en percelen
▪ B3.6.2-h3e-Aanraakspanning
o B4 Omgeving
▪ B4 Omgeving
▪ B4.1 Bomenbeleidsplan Gemeente Zutphen
▪ B4.2 Rapport milieuhygiënisch vo kabeltracé Zutphen