RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING
RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING
Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 XXXXXXXXXXXX 000 — 0000 XXXXXXX
──────
Dienst voor geneeskundige verzorging
WIJZIGINGSCLAUSULE BIJ DE REVALIDATIEOVEREENKOMST INZAKE ZELFREGULATIE VAN DIABETES-MELLITUS-PATIËNTEN
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 22, 6° en 23, § 3,
Op voorstel van het College van Geneesheren-directeurs, ingesteld bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering,
wordt het volgende overeengekomen tussen, enerzijds,
het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging en anderzijds,
#####, waarvan de dienst Diabetologie van het ##### te ##### afhangt, die in deze overeenkomst met de term «inrichting» wordt aangeduid,
DOEL VAN DE WIJZIGINGSCLAUSULE
Art. 1.
Deze wijzigingsclausule heeft tot doel bepaalde specifieke toepassingsregels in te voeren naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Koninklijk Besluit van 21 januari 2009 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten en rekening te houden met de gevolgen ervan voor de verschillende mogelijkheden van tenlasteneming waarin de overeenkomst voorziet.
Art. 2.
Een bijkomend hoofdstuk dat na het hoofdstuk over de overgangsbepalingen wordt ingevoegd, luidt als volgt:
« ZORGTRAJECTEN
Artikel 25 bis.
§ 1. De in dit artikel beoogde rechthebbenden zijn patiënten die lijden aan type II-diabetes en die een “zorgtrajectcontract” hebben gesloten (zoals bedoeld in artikel 5, § 1 van het Koninklijk Besluit van 21 januari 2009 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten) of die (wat de in artikel 25 bis, § 2, 3° bedoelde verstrekking betreft) van plan zijn om een dergelijk contract te sluiten.
§ 2. Vanaf 1 januari 2010 maken de rechthebbenden die een zorgtrajectcontract hebben gesloten dat nog geldig is, geen deel meer uit van de in artikel 4 van deze overeenkomst bedoelde rechthebbenden. Bijgevolg kunnen de in de artikelen 14 en 15 bedoelde verstrekkingen, vanaf die datum niet meer voor de rechthebbenden met een zorgtrajectcontract worden vergoed.
In de hierna vermelde gevallen en onder de voorwaarden die eraan verbonden zijn, kunnen er echter toch specifieke verstrekkingen voor de patiënten die een zorgtrajectcontract hebben gesloten of die van plan zijn een dergelijk contract te sluiten, in het kader van deze overeenkomst worden verleend. Het gaat om de volgende verstrekkingen :
1° Verstrekking ambulante educatie van patiënten met een zorgtraject diabetes, door het educatorenteam van een geconventioneerde inrichting, op vraag van de huisarts
Deze verstrekking beoogt de rechthebbenden die een zorgtrajectcontract hebben gesloten dat nog geldig is en die een specifieke educatie met het oog op de zelfregulatie van hun diabetes nodig hebben en voor wie de huisarts, voor het geven van deze educatie, wenst beroep te doen op het educatorenteam in het kader van deze overeenkomst, en dit ofwel omwille van de complexe medische toestand van de rechthebbende, ofwel omdat het aanbod aan eerstelijnseducatoren ontoereikend is.
De verstrekking start vanaf de dag waarop de educatie tot zelfregulatie effectief is begonnen (educatie door het multidisciplinair diabetesteam bedoeld in artikel 8 van deze overeenkomst), mits aan alle hieronder vermelde bijkomende voorwaarden is voldaan :
• de verstrekking is voorgeschreven door de huisarts die het zorgtrajectcontract met de betrokken rechthebbende heeft gesloten, in overleg met de geneesheer-specialist die het zorgtrajectcontract mee ondertekend heeft. De geneesheer-specialist die het zorgtrajectcontract mee ondertekend heeft, hoeft niet werkzaam te zijn in het ziekenhuis dat deze ambulante educatie aanbiedt. Het voorschrift van de huisarts dekt een periode van 12 maanden educatie en moet duidelijk vermelden dat het een voorschrift betreft voor ambulante educatie door een geconventioneerde inrichting ; op het einde van iedere periode van 12 maanden kan de huisarts een nieuw voorschrift voor een bijkomende periode van 12 maanden ambulante educatie door een geconventioneerde inrichting opmaken.
• deze verstrekking dekt enkel het geven van de in artikel 6 van deze overeenkomst bedoelde educatie, aangezien het zelfregulatiemateriaal buiten deze overeenkomst wordt afgeleverd in het kader van de reglementering inzake de zorgtrajecten en conform de hieraan verbonden voorwaarden ;
• gedurende de periode van 12 maanden waarop het voorschrift betrekking heeft, krijgt de patiënt geen educatieverstrekkingen die buiten het kader van deze overeenkomst worden
verricht door een verpleegkundige met een specifiek registratienummer als diabeteseducator of door een andere zorgverlener die als diabeteseducator erkend is in het kader van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen.
Wat de rechthebbenden betreft die deze verstrekking genieten, kan er onderscheid worden gemaakt tussen:
• enerzijds de nieuwe patiënten die starten met zelfregulatie en die nooit eerder in het kader van de zelfregulatieovereenkomst ten laste zijn genomen en die ook nooit eerder educatieverstrekkingen hebben genoten die hen (buiten het kader van de overeenkomst) werden gegeven door een verpleegkundige met een specifiek registratienummer als diabeteseducator of door een andere zorgverlener die als diabeteseducator erkend is in het kader van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen. Voor deze nieuwe patiënten kan een verhoogd jaarforfait worden aangerekend (cf. de prijzen en honoraria vermeld in artikel 25 ter). Eenzelfde patiënt kan slechts één keer voor een verhoogd jaarforfait in aanmerking komen.
• anderzijds alle andere patiënten : voor deze patiënten kan het gewone jaarforfait worden aangerekend (cf. de prijzen en honoraria vermeld in artikel 25 ter).
Beide jaarforfaits dekken de educatie door het educatorenteam van de inrichting gedurende een periode van 12 maanden vanaf de start van de educatie. De periodes waarvoor dergelijke jaarforfaits worden aangerekend, kunnen mekaar nooit overlappen. Aangezien het voorschrift van de huisarts voor deze vorm van educatie eveneens een periode van 12 maanden dekt, kan op basis van ieder voorschrift van de huisarts slechts één jaarforfait worden aangerekend.
Het jaarforfait kan worden aangerekend van zodra 3 maanden van de voorziene 12 maanden verlopen zijn. Ook indien een patiënt in de loop van de 12 maanden die het jaarforfait vergoedt, zou opgenomen worden in groep 1 of groep 2 van deze overeenkomst, of zou overlijden, is het jaarforfait verschuldigd indien reeds 3 maanden van de voorziene 12 maanden verlopen zijn. Vanaf de dag dat gestart wordt met het zelfregulatieprogramma voor groep 1 of 2, kan voor die patiënt het forfait van groep 1 of 2 worden aangerekend, mits voldaan wordt aan alle voorwaarden van de overeenkomst ter zake.
2° Verstrekking educatie tijdens hospitalisatie van patiënten met een zorgtraject diabetes, door het educatorenteam van een geconventioneerde inrichting
Deze verstrekking beoogt de rechthebbenden die een zorgtrajectcontract hebben gesloten dat nog geldig is en die tijdens een hospitalisatie bijkomende educatie (educatie door het multidisciplinair diabetesteam bedoeld in artikel 8 van deze overeenkomst) nodig hebben omdat ze ontregeld zijn. De geneesheer-specialist die het zorgtrajectcontract mee ondertekend heeft, hoeft niet werkzaam te zijn in het ziekenhuis dat deze bijkomende educatie aanbiedt.
De verstrekking is vergoedbaar mits aan alle hieronder vermelde bijkomende voorwaarden is voldaan :
• de verstrekking wordt voorgeschreven door de specialist in overleg met de huisarts die het zorgtrajectcontract met de betrokken rechthebbende heeft gesloten.
• deze verstrekking kan voor eenzelfde rechthebbende slechts 1 maal per kalenderjaar worden aangevraagd. Ook als eenzelfde rechthebbende in een zelfde kalenderjaar in meerdere ziekenhuizen wordt gehospitaliseerd, is deze verstrekking slechts één keer per
kalenderjaar vergoedbaar.
• deze verstrekking dekt enkel het geven (tijdens de hospitalisatieperiode) van de in artikel 6 van deze overeenkomst bedoelde educatie, aangezien het zelfregulatiemateriaal buiten deze overeenkomst in het kader van de reglementering inzake de zorgtrajecten en conform de hieraan verbonden voorwaarden wordt afgeleverd
• tijdens de hospitalisatieperiode waarop deze prestatie betrekking heeft, krijgt de patiënt geen educatieverstrekkingen die buiten het kader van deze overeenkomst worden verricht door een verpleegkundige met een specifiek registratienummer als diabeteseducator of door een andere zorgverlener die als diabeteseducator erkend is in het kader van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen.
3° Zelfregulatieprogramma in geval van hospitalisatie van patiënten zonder bestaand zorgtraject die de intentie hebben om een zorgtrajectcontract te sluiten na hun ziekenhuisopname
Dit programma beoogt de rechthebbenden die in het ziekenhuis dat onderhavige overeenkomst heeft gesloten, zijn opgenomen omwille van de acute problematiek waarmee ze kampen, die nooit eerder (binnen of buiten het kader van deze overeenkomst) een programma voor zelfregulatie hebben gevolgd, die tijdens de hospitalisatie starten met een programma voor zelfregulatie van hun diabetes mellitus, die (aan het einde van hun ziekenhuisopname) aan de inclusiecriteria van de zorgtrajecten beantwoorden en die de intentie hebben om met hun huisarts en een endocrino- diabetoloog (of gelijkgestelde in de zin van artikel 8 § 1 van de overeenkomst), een zorgtrajectcontract te sluiten na hun ziekenhuisopname.
Voor deze patiënten kunnen twee verstrekkingen worden vergoed: het materiaalforfait dat het verstrekken van het noodzakelijke zelfregulatiemateriaal vergoedt en een educatieforfait dat de noodzakelijke opstarteducatie vergoedt.
• Het materiaalforfait dekt al het zelfregulatiemateriaal bedoeld in artikel 6 b van de overeenkomst en omvat onder meer een glycemiemeettoestel en een lancettehouder, 150 strookjes voor het meten van de glycemie en 100 lancetten. Het dekt de eerste periode van 6 maanden dat de patiënt aan zelfregulatie doet. In het verslag waarmee de huisarts op de hoogte wordt gebracht van het verloop van de hospitalisatie, zal de inrichting de huisarts er onder meer op wijzen dat een glycemiemeter ter beschikking van de patiënt werd gesteld en zal de inrichting ook de einddatum van de periode van 6 maanden meedelen waarvoor reeds aan de patiënt glycemiestrookjes werden gegeven. Indien de patiënt na zijn ziekenhuisopname een zorgtrajectcontract sluit, worden de door de huisarts (in het kader van het zorgtraject) voorgeschreven glycemiestrookjes en lancetten voor deze patiënt geacht bedoeld te zijn voor de periode van 6 maand die volgt op de periode gedekt door het materiaalforfait.
• Het educatieforfait dekt de educatie (educatie door het multidisciplinair diabetesteam bedoeld in artikel 8 van deze overeenkomst) die tijdens de hospitalisatieperiode aan de patiënt is gegeven. Het kan alleen worden aangerekend nadat de patiënt, zijn huisarts en een endocrino-diabetoloog (of gelijkgestelde in de zin van artikel 8 § 1 van de overeenkomst), effectief een zorgtrajectcontract hebben gesloten. De endocrino-diabetoloog (of gelijkgestelde) waarmee het zorgtrajectcontract uiteindelijk wordt gesloten, hoeft niet werkzaam te zijn in het ziekenhuis dat de educatie (en het zelfregulatiemateriaal) heeft aangeboden.
Zowel het materiaalforfait als het educatieforfait kunnen alleen worden aangerekend als er daarenboven aan de hieronder vermelde bijkomende voorwaarden wordt voldaan :
• vanaf de dag waarop met de educatie tot zelfregulatie wordt gestart, moet het in artikel 8 van de overeenkomst bedoelde diabetesteam van de inrichting, gedurende de resterende tijd van de ziekenhuisopname van de patiënt, minstens iedere werkdag (dus niet tijdens weekends en feestdagen) betrokken zijn geweest bij de behandeling van de patiënt ;
• de patiënt heeft voorheen in het kader van de overeenkomst betreffende de zelfregulatie van diabetes mellitus nooit educatie tot zelfregulatie genoten en heeft ook nooit een andere educatie genoten die is verricht door een verpleegkundige met een specifiek registratienummer als diabeteseducator of door een andere zorgverlener die als diabeteseducator erkend is in het kader van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen ;
• gedurende de hospitalisatieperiode krijgt de patiënt geen educatieverstrekkingen die buiten het kader van de overeenkomst worden verricht door een verpleegkundige met een specifiek registratienummer als diabeteseducator of door een andere zorgverlener die als diabeteseducator erkend is in het kader van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkkingen ;
Indien het materiaalforfait voor een patiënt wordt aangerekend, kunnen voor die patiënt, tijdens de periode van 6 maanden die gedekt wordt door het materiaalforfait, nooit andere vergoedbare verstrekkingen in het kader van deze overeenkomst worden gerealiseerd, met uitzondering van het educatieforfait, het forfait voor ambulante educatie van een zorgtrajectpatiënt en het forfait voor algemene coaching, die wel kunnen worden aangerekend indien aan de vergoedingsvoorwaarden voor die forfaits is voldaan.
Het materiaalforfait kan worden aangerekend vanaf het einde van de hospitalisatieperiode.
4° Verstrekking “algemene coaching van de diabeteseducatoren van de eerste lijn”
Deze verstrekking houdt in dat de verpleegkundigen zoals bedoeld in artikel 8 van deze overeenkomst of de diëtisten die een specifieke opleiding als diabeteseducator hebben genoten en die deel uitmaken van de equipe, algemene coaching geven aan de eerstelijnseducatoren die betrokken zijn bij de tenlasteneming van patiënten die een zorgtrajectcontract hebben gesloten, teneinde deze laatsten te ondersteunen in hun werkzaamheden op het vlak van de educatie van de patiënten die een zorgtrajectcontract hebben gesloten.
Om die algemene coaching te realiseren, moet de inrichting:
• kunnen gecontacteerd worden door de eerstelijnseducatoren die een samenwerkingscontract met de inrichting hebben gesloten, alsook door iedere eerstelijnseducator die een patiënt volgt die een zorgtrajectcontract heeft gesloten met een geneesheer-specialist die deel uitmaakt van de medische omkadering bedoeld in artikel 8 van deze overeenkomst.
• minstens één keer per jaar rechtstreeks contact hebben met elke eerstelijnseducator die een samenwerkingscontract met de inrichting heeft gesloten, om te overleggen over algemene thema’s betreffende de educatie van diabetespatiënten. Er zijn zowel individuele contacten als contacten in kleine groepen van educatoren mogelijk. De inrichting moet
kunnen bewijzen dat zij die voorwaarden vervult. Telefonische en/of elektronische contacten volstaan niet om aan deze voorwaarde te beantwoorden.
Het specifieke jaarforfait voor algemene coaching mag worden aangerekend voor alle patiënten die een zorgtrajectcontract hebben gesloten met een geneesheer-specialist die deel uitmaakt van de medische omkadering bedoeld in artikel 8 van deze overeenkomst. Het forfait mag één keer per patiënt en per jaar (volledig jaar te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van het zorgtrajectcontract) worden aangerekend. Indien de geneesheer-specialist waarmee een zorgtrajectcontract is gesloten, deel uitmaakt van de medische omkadering van meerdere geconventioneerde ziekenhuisdiensten, kan slechts één geconventioneerde inrichting het jaarforfait voor algemene coaching aanrekenen. Het forfait mag bij het begin van ieder jaar (te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van het zorgtrajectcontract) worden aangerekend.
Artikel 25 ter.
§ 1. De prijzen en honoraria van het gewone jaarforfait voor zorgtrajectpatiënten die ambulante educatie genieten in de inrichting (cf. artikel 25 bis, § 2, 1° van deze overeenkomst), bedragen 87,32 EUR (jaarforfait).
§ 2. De prijzen en honoraria van het verhoogd jaarforfait voor zorgtrajectpatiënten die starten met zelfregulatie en die ambulante educatie genieten in de inrichting (cf. artikel 25 bis, § 2, 1° van deze overeenkomst), bedragen 152,81 EUR (jaarforfait).
§ 3. De prijzen en honoraria van het educatieprogramma voor gehospitaliseerde zorgtrajectpatiënten (cf. artikel 25 bis, § 2, 2° van deze overeenkomst), bedragen 130,98 EUR.
§ 4. De prijzen en honoraria van het materiaalforfait voor gehospitaliseerde patiënten die nog geen zorgtrajectcontract hebben afgesloten maar wel de intentie hebben om dat na hun hospitalisatie te doen (cf. artikel 25bis, § 2, 3°, van deze overeenkomst), bedragen 72,61 EUR.
§ 5. De prijzen en honoraria van het educatieforfait voor gehospitaliseerde patiënten die nog geen zorgtrajectcontract hebben afgesloten maar wel de intentie hebben om dat na hun hospitalisatie te doen en dat ook effectief doen (cf. artikel 25bis, § 2, 3°, van deze overeenkomst), bedragen 152,81 EUR.
§ 6. De prijzen en honoraria van het jaarforfait voor algemene coaching voorzien in artikel 25 bis, § 2, 4° van deze overeenkomst, bedragen 36,38 EUR (jaarforfait).
§ 7. De prijzen en honoraria die in de paragrafen 1, 2, 3, 5 en 6 van dit artikel zijn vastgesteld, zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 110,52 (september 2008 – basis 2004) van de consumptieprijzen. Ze worden aangepast volgens de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.
Artikel 25 quater.
§ 1. De individuele aanvragen voor de voormelde rechthebbenden zijn onderworpen aan een voorafgaand akkoord van de adviserend geneesheer van hun verzekeringsinstelling, behalve voor de verstrekking algemene coaching, bedoeld in artikel 25bis, § 2, 4°. De bepalingen van de artikelen 11 en 13, § 1 blijven dus van toepassing voor de verstrekkingen bedoeld in artikel 25bis, § 2, 1°, 2° en 3°, maar zijn niet van toepassing op de verstrekkingen bedoeld in artikel 25 bis, § 2, 4°.
Voor de patiënten, bedoeld in artikel 25 bis, § 2, 1° van deze overeenkomst, dienen de aanvragen om tegemoetkoming, naast de verklaring van de patiënt, eveneens het voorschrift van de huisarts te bevatten. Het in bijlage bij deze wijzigingsclausule gevoegde aanvraagformulier kan ten allen tijde door het Verzekeringscomité (na advies van het College van geneesheren-directeurs en in overleg met de Akkoordraad) worden gewijzigd.
§ 2. De vergoeding van de verstrekkingen bedoeld in artikel 25 bis, 1°, 2° en 4°, eindigt bij het verstrijken van het zorgtrajectcontract, ook als de adviserend geneesheer met de tenlasteneming van die verstrekking tot een latere datum heeft ingestemd.
Artikel 25 quinquies.
De volgende verplichtingen die in de overeenkomst zijn vastgelegd en die reeds van toepassing zijn voor de andere patiënten die door deze overeenkomst worden beoogd, moeten eveneens worden gerespecteerd voor de patiënten die door dit hoofdstuk worden beoogd :
- Individueel educatiedossier (bedoeld in artikel 9 van deze overeenkomst)
Voor elke patiënt die een interventie van een educator van het geconventioneerd team nodig heeft, moet een individueel educatiedossier worden bijgehouden. Dat dossier moet minstens de patiëntencontacten bevatten met het oog op de educatie, alsook de conclusies van de tenlasteneming.
- Bereikbaarheid – Beschikbaarheid (bedoeld in artikel 9 van deze overeenkomst)
Het diabetesteam dient, tijdens de normale werkuren, ook buiten de uren van de raadpleging, zelf een telefonische opvang te organiseren. Het diabetesteam dient ook, minstens op het niveau van de urgentiedienst van het ziekenhuis waaraan het is verbonden, de nodige organisatorische maatregelen te nemen teneinde een permanente beschikbaarheid van een endocrino-diabetoloog of gelijkgestelde (cf. artikel 8 van de overeenkomst) te waarborgen.
Artikel 25 sexies
De inrichting verbindt er zich toe om de educatie aan de patiënten met een zorgtrajectcontract die in de inrichting opstarteducatie (voor nieuwe patiënten die starten met zelfregulatie) of bijkomende educatie genieten, zo te organiseren dat deze patiënten voldoende uren educatie genieten om in aanmerking te komen voor de terugbetaling van het zelfregulatiemateriaal buiten het kader van deze overeenkomst (cf. de specifieke reglementering inzake de vergoeding van het zelfregulatiemateriaal voor zorgtrajectpatiënten).
Artikel 25 septies
De inrichting stuurt minstens na afloop van ieder educatieprogramma een verslag over de educatie naar de huisarts.
Wat de verstrekking ambulante educatie betreft, moet dit uiterlijk op het einde van iedere periode van 12 maanden waarvoor een jaarforfait kan worden aangerekend, naar de huisarts worden gestuurd. Indien de patiënt krachtens de specifieke reglementering inzake de vergoeding van het zelfregulatiemateriaal voor zorgtrajectpatiënten, verplicht educatie moet volgen om verder in
aanmerking te komen voor de terugbetaling van het zelfregulatiemateriaal, kan het evenwel noodzakelijk zijn reeds na enkele maanden educatie een verslag aan de huisarts te bezorgen, zodat die op basis van dit verslag verder zelfregulatiemateriaal voor de patiënt kan voorschrijven.
Wat de educatieverstrekkingen voor gehospitaliseerde patiënten betreft, moet het verslag nadat de hospitalisatie beëindigd is, naar de huisarts worden gestuurd.
In het verslag moet de inrichting onder meer bevestigen dat het aantal uren educatie dat aan de patiënt werd gegeven, beantwoordt aan de voorwaarden van de reglementering inzake de terugbetaling van het zelfregulatiemateriaal (cf. de in artikel 25 sexies bedoelde specifieke reglementering inzake de vergoeding van het zelfregulatiemateriaal voor zorgtrajectpatiënten, buiten het kader van deze overeenkomst). »
Art. 3.
De bepalingen van artikel 8, § 2 van de overeenkomst worden vervangen door de volgende bepalingen:
« Het aantal VTE, waaruit het in §1 vermeld diabetesteam moet bestaan, is afhankelijk van het aantal patiënten van de verschillende groepen (groep 1, groep 2, groep 3 en de groep van patiënten, bedoeld in artikel 25 bis, § 2, 4°), dat de inrichting begeleidt in het kader van deze overeenkomst, zoals die aantallen patiënten onder meer kunnen worden afgeleid uit de in artikel 21 van deze overeenkomst bedoelde productiecijfers. Die patiëntenaantallen kunnen worden berekend door het totaal aantal forfaits (van een bepaald kalenderjaar) die voor de patiënten van groep 1, 2 en 3 zijn gerealiseerd (totaal aantal zoals vermeld in de productiecijfers) te delen door 12 (zijnde het jaarlijks aantal forfaits dat voor een zelfde patiënt kan worden aangerekend) en door hieraan het aantal (in hetzelfde kalenderjaar) gerealiseerde jaarforfaits toe te voegen voor de patiënten bedoeld in artikel 25 bis, § 2, 4° (totaal aantal van dit type forfaits zoals vermeld in de productiecijfers). »
Art. 4.
De bepalingen van artikel 8, § 3 van de overeenkomst worden met de volgende bepalingen aangevuld:
« Van een inrichting die in een bepaald kalenderjaar 100 patiënten, bedoeld in artikel 25 bis, § 2, 4°, begeleidt, wordt verwacht dat ze minstens beschikt over 0,051 VTE paramedische omkadering, te verdelen tussen de diabetesverpleegkundigen en de diëtisten die een specifieke opleiding als diabeteseducator hebben genoten. »
Art. 5.
De bepalingen van artikel 8, § 4 van de overeenkomst worden met de volgende bepalingen aangevuld:
« • de personeelsomkadering waarover ze moet beschikken voor de patiënten bedoeld in artikel 25 bis, § 2, 4°. »
Art. 6.
§1. Deze wijzigingsclausule maakt integrerend deel uit van de overeenkomst die op ##### tussen het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging en ##### is ondertekend.
§2. Deze wijzigingsclausule, opgemaakt in twee exemplaren en behoorlijk ondertekend door beide partijen, treedt in werking op 1 september 2009.
§ 3. De bepalingen van artikel 26, § 2 van de voormelde overeenkomst worden door de volgende bepalingen vervangen:
« Deze overeenkomst is geldig tot en met 31 december 2012. De overeenkomst kan echter altijd voor die datum door één van beide partijen, om welke reden ook (dus ook om redenen die niet expliciet in de tekst van de overeenkomst zijn opgenomen), worden beëindigd met een ter post aangetekende brief die aan de andere partij wordt gestuurd, mits een opzeggingstermijn van 3 maanden in acht wordt genomen, die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van verzending van de aangetekende brief. »
Voor ##### waarvan de dienst diabetologie van het ##### afhangt,
(datum en handtekening)
De gemachtigde namens de inrichtende macht,
De hoofdgeneesheer,
Voor het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV,
Brussel, ….
De leidend ambtenaar,
X. XX XXXXXX, Directeur-generaal