AVANT
UITVOERINGSOVEREENKOMST tot REGELING van PLANUITWERKING en REALISATIE van
AVANT
AANPAK VERKEERSDRUK AMBACHT N516 THORBECKEWEG
Eindversie 17 d.d. 29 maart 2021
Uitvoeringsovereenkomst betreffende de realisatie van het AVANT project: het aanpakken van de Verkeersdruk, het verbeteren van het openbaar vervoer en fietsverkeer op de Thorbeckeweg – N516.
Xx xxxxxxxxxxxxxxx:
0 Xxxxxxxxx Xxxxx-Xxxxxxx, gevestigd Dreef 3 te Haarlem, te dezen krachtens het Besluit mandaat, volmacht en machtiging commissaris van de Koning van Noord-Holland rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxxxxx Xxxxxx, gedeputeerde Mobiliteit en Bereikbaarheid, verder te
noemen: “de provincie Xxxxx-Xxxxxxx”,
0 Xxxxxxxx Xxxxxxxx, gevestigd Xxxxxxxxxxxxxx 000 te Zaandam, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder Mobiliteit en Bereikbaarheid, de xxxx X. Xxxxxxx, krachtens volmacht van de burgemeester van 26 januari 2021 en handelende ter uitvoering van het B&W besluit van 26 januari 2021, verder te noemen “de gemeente Zaanstad”; door Xxxxxx Xxxxxxx,
0 Xxxxxxxx Xxxxxxxx, gevestigd Kerkbuurt 4 te Oostzaan, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxxxxxxxxx Xxxx, krachtens volmacht van de burgemeester van Oostzaan en handelende ter uitvoering van B&W besluit 2 februari 2021, verder te noemen “de gemeente Oostzaan”,
4 Vervoerregio Amsterdam, te dezen krachtens het Besluit van de Regioraad tot verlening mandaat, machtiging en volmacht aan het Dagelijks Bestuur d.d. 11 december 2018, vertegenwoordigd door Xxxxxx Xxxxxxx, verder te noemen “de Vervoerregio Amsterdam”,
Gezamenlijk te noemen “Partijen”,
Partijen 2 en 3 gezamenlijk te noemen: de gemeenten
Overwegende:
1. dat het Rijk, Provincie Noord-Holland, Vervoerregio, de bij de corridor Amsterdam Hoorn betrokken gemeenten en het Hoogheemraadschap Hollands Noorder Kwartier hebben besloten een Multimodaal Mobiliteitspakket te realiseren en te financieren in het kader van de Corridorstudie Amsterdam Hoorn (CAH);
2. dat dit Mobiliteitspakket gericht is op het verbeteren van de bereikbaarheid ten noorden van Amsterdam (CAH) waarbij het project AVANT één van de maatregelen is;
3. dat er een Bestuursovereenkomst (BOK) Mirt-verkenning CAH (hierna BOK CAH) is opgesteld waarin de verplichtingen van Partijen zijn opgenomen die het realiseren van het Multimodaal mobiliteitspakket voor elk van hen meebrengt. Dat in de BOK CAH voor AVANT is afgesproken dat een overeenkomst wordt opgesteld voor de Planuitwerkingfase en een uitvoeringsovereenkomst voor de Realisatiefase;
4. dat in de BOK CAH is opgenomen dat de onderlinge verdeling van taken, verantwoordelijkheden, governance, risico en financiële bijdragen voor de Planuitwerkingfase AVANT door Partijen zijn vastgelegd in het Plan van Aanpak Planuitwerking AVANT en dat Partijen de verdeling van verantwoordelijkheden en risico’s voor de Realisatiefase willen vastleggen in een Uitvoeringsovereenkomst AVANT;
5. dat Partijen de afspraken voor zowel de Planuitwerkingfase als de Realisatiefase vast willen leggen:
6. dat gezien het feit dat de BOK CAH op 20 november 2019 bestuurlijk is ondertekend en het project AVANT nu aan het einde van de Planuitwerkingfase zit en naar verwachting de Realisatiefase in 1 april 2021 zal starten, de afspraken voor beide fasen zullen worden samengevoegd in één Uitvoeringsovereenkomst;
7. dat de Provincie Noord-Holland, gemeente Zaanstad, gemeente Oostzaan en de Vervoerregio Amsterdam voornemens zijn om in het project AVANT gezamenlijk en rekening houdend met de grote woningbouwambities, de knelpunten in de verkeersdruk aan te pakken en het fietsnetwerk en het openbaar vervoer te verbeteren op de N516 te Zaandam (Thorbeckeweg), Sluispolderweg, Verlengde Stellingweg en Oostzaan (Kolkweg);
8. dat Partijen, in samenspraak met Rijkswaterstaat, in het bestuurlijk overleg CAH op 29 maart 2019 hebben gekozen voor het voorkeursalternatief zoals voorgesteld in de Planstudierapportage “Aanpak Verkeersdruk Ambacht N516 Thorbeckeweg” van januari 2019 en zoals vastgelegd in de BOK CAH;
9. Partijen als uitgangspunt voor hun samenwerking hebben gekozen voor een gezamenlijke regie op de realisatie van het Project, volgens het besturingsmodel ‘Samen besturen’ zoals opgenomen in advies Xxxxxxxx dd. 4 augustus 2020 (zie bijlage 4).
10. dat Partijen hun afspraken over de samenwerking voor de voorbereiding, planuitwerking en realisatie van het project Aanpak Verkeersdruk Ambacht N516 Thorbeckeweg (AVANT) wensen vast te leggen in deze Overeenkomst.
Partijen zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1 DEFINITIES
AVANT: Aanpak Verkeersdruk Ambacht X000 Xxxxxxxxxxxx.
XXX: De ambtelijke begeleidingsgroep is adviseur voor de ambtelijk opdrachtgever. De ABG wordt bemenst met adviseurs afkomstig uit de organisaties van de samenwerkingspartners.
Ambtelijk
Opdrachtgever: De ambtelijk opdrachtgever (AOG) is op het ambtelijk niveau gepositioneerd en is opdrachtgever voor de Projectorganisatie. De AOG wordt bijgestaan door een ambtelijke begeleidingsgroep (ABG).
Baseline 2.0: Het ontwerp, dat als opvolger van het voorkeursalternatief van de Planstudiefase (genaamd Baseline 1) nader ontworpen en gedetailleerd is in de Planuitwerkingfase, en dat als uitgangspunt geldt voor de Realisatiefase.
Bestuurders: De (leden van de) bevoegde bestuursorganen van Partijen. Bestuurlijk
Opdrachtgever: De bestuurlijk opdrachtgever (BO) is op het bestuurlijk niveau
gepositioneerd en is opdrachtgever voor de ambtelijk opdrachtgever. De BO bestaat uit bestuurders van de UOK Partijen, vormen gezamenlijk de Stuurgroep en wordt voorgezeten door de bestuurder van de Vervoerregio Amsterdam.
BOK CAH: Bestuursovereenkomst Mirt-verkenning Corridorstudie Amsterdam Hoorn, ondertekend 21 november 2019.
Hoofdcontract: Het contract met een aannemer(scombinatie) ten behoeve van het realiseren van de Scope van AVANT bestaande uit de aanleg van de wegen, kruisingen en kunstwerken dat als één contract wordt aanbesteed.
IPM-team: Projectorganisatie dat werkt volgens de principes van Integraal Project Management, die tot doel heeft de Scope van het Project te realiseren.
Kasbeheerder De partij die namens de andere Partijen het volledig Taakstellend budget beheert.
Lumpsum Betaling in één keer van een vast bedrag.
Management Overleg: Het Management Overleg (MO) is adviseur voor de ambtelijk opdrachtgever. Het MO wordt bemenst met managers afkomstig uit de organisaties van de samenwerkingspartners
Overeenkomst: Deze uitvoeringsovereenkomst.
Partijen: De betrokken overheden die deze uitvoeringsovereenkomst hebben ondertekend.
Planstudiefase: De projectfase waarin het voorkeursalternatief is vastgesteld op basis van de Planstudierapportage “Aanpak Verkeersdruk Ambacht N516 Thorbeckeweg” van januari 2019, bestuurlijk vastgesteld 8 februari 2019.
Planuitwerkingfase: De projectfase waarin het voorkeursalternatief nader onderzocht en gedetailleerd wordt, en aan de hand van een definitief referentieontwerp voorbereid wordt op het kunnen aanbesteden in de Realisatiefase.
Prognose Einde Werk: De financiële verhouding van de verschillende deelbudgetten van het Project tot aan oplevering van het werk.
Project: Project Aanpak Verkeersdruk Ambacht N516 Thorbeckeweg (AVANT).
Projectkosten: De kosten die voor de planuitwerking en realisatie van het Project moeten worden gemaakt, waaronder de kosten van de aanleg van de infrastructuur en kunstwerken, de kosten voor voorbereiding, aanbesteding, toezicht, grondverwerving en verlegging van kabels en leidingen.
Projectorganisatie: IPM-team die werkt volgens de principes van Integraal Project Management, die tot doel heeft de integrale Scope van het Project te realiseren.
Realisatiefase: De projectfase die start na de Planuitwerkingfase en eindigt na de realisatie van de Scope.
Risicobudget: Budget dat aangewend kan worden ter beheersing van de risico’s die kunnen optreden tijdens de Realisatiefase.
Scope: De aard en omvang van het Project, zoals vastgelegd in de bijlage 1 van deze uitvoeringsovereenkomst.
Stuurgroep: Overlegvorm van de bestuurlijke opdrachtgevers van het Project en wordt voorgezeten door de bestuurder van de Vervoerregio Amsterdam.
Taakstellend budget: Het geheel van door Partijen in de BOK CAH beschikbaar gestelde bijdragen ter dekking van de kosten van de Planuitwerking- en Realisatiefase van het Project, zijnde het beschikbaar gestelde projectbudget.
VAT kosten: Kosten geraamd voor de Planuitwerking- en Realisatiefase voor de voorbereiding, administratie en toezicht van het Project.
Artikel 2 DOELSTELLINGEN
2.1. Doel van deze Overeenkomst is om afspraken tussen Partijen vast te leggen betreffende de voorbereiding, planuitwerking, realisatie en beheer van het Project.
2.2. Doel van het Project is het realiseren van maatregelen om de verkeersknelpunten aan te pakken en de doorstroming van het wegverkeer, het openbaar vervoer en het langzaam verkeer te bevorderen.
2.3. Deze Overeenkomst met betrekking tot de Planuitwerkingfase en Realisatiefase treedt met terugwerkende kracht tot 29 maart 2019 in werking, het moment waarop de Planuitwerkingfase is gestart met vaststelling van het voorkeursalternatief in het bestuurlijke overleg CAH.
2.4. Deze Overeenkomst eindigt binnen één jaar nadat het Project is opgeleverd.
Artikel 3 SCOPE (bijlage 1: Scope)
3.1. Als basis voor het te realiseren Project geldt de situatie zoals aangegeven op de tekeningen en beschrijving van bijlage 1, genaamd Baseline 2.0. In hoofdlijnen bestaat de Scope uit de volgende onderdelen:
a. een onderdoorgang bij de Vijfhoekkruising voor het oost-west verkeer met busbanen op de Wibautstraat en Thorbeckeweg voor een betrouwbare openbaar vervoer doorstroming en een kortere en veiligere oversteek voor fietsers en voetgangers;
b. een nieuwe aansluiting voor het wegverkeer en openbaar vervoer op de Thorbeckeweg ter hoogte van bus- en fietsbrug De Vlinder. Dit zorgt voor een centrale entree voor de toekomstige woningbouw ontwikkeling van de Achtersluispolder, een verbeterde doorstroming voor het autoverkeer en een directere en snellere verbinding voor gebruikers van het openbaar vervoer;
c. het afsluiten van de Westkolkdijk dat ervoor zorgt dat het verkeer op de Thorbeckeweg naar de A8 beter kan doorstromen;
d. een fiets- voetgangersbrug over de N516 ter hoogte van bedrijventerrein Ambacht voor een veilige en vlotte oversteek van de N516 in aansluiting op de snelfietsroute Zaandam – Amsterdam;
e. een uitbreiding aan rijstroken op de N516 en Verlengde Stellingweg en ter hoogte van de twee kruisingen met de A8 voor een vlotte en betrouwbare doorstroming van het wegverkeer;
f. een fiets- en voetgangerstunnel onder de Verlengde Stellingweg door in aansluiting op het fietspad naar bedrijventerrein Skoon, voor een veilige en vlotte doorstroming van het fietsverkeer van Oostzaan naar Amsterdam.
Artikel 4 TIJD
4.1. Partijen streven er naar het gehele Project conform de planning af te ronden. Dit betekent dat gestreefd wordt naar de volgende mijlpalen:
a. 29 maart 2019 start Planuitwerking;
b. 1 april 2021 start Realisatiefase;
c. Q3 2021 publicatie Hoofdcontract;
d. Q1 2022 gunning Hoofdcontract;
e. Q2 2022- Q4 2025 uitvoering van het Hoofdcontract.
Artikel 5 FINANCIERING EN INDEXERING
5.1. Voor het Project is een Taakstellend budget van € 83.300.000 begroot op basis van prijspeil 2018 en exclusief BTW, beschikbaar.
5.2. Partijen dragen als volgt bij aan het beschikbaar gestelde Taakstellend budget:
a. Het Ministerie I&W draagt € 12.030.000 bij op basis van een Lumpsum. Dit bedrag bestaat uit €9.100.000 AROV bijdrage en €2.9300.000 aanvullende bijdrage uit de BOK CAH. De aanvullende bijdrage uit de BOK CAH wordt betaalbaar gesteld op het moment dat uitvoering door aannemer aanvangt.
b. De Provincie Noord-Holland draagt € 15.930.000 bij, onder het voorbehoud dat Provinciale Staten van Noord-Holland positief besluiten over het ter beschikking stellen van deze bijdrage;
c. De Vervoerregio Amsterdam draagt € 46.340.000 aan subsidie bij;
d. De Gemeente Zaanstad draagt € 9.000.000 bij;
e. De Gemeente Oostzaan draagt financieel niet bij aan het Taakstellend budget.
5.3. De beschikbaar gestelde bijdragen zijn gebaseerd op prijspeil 2018 en worden jaarlijks, conform de door de Minister van Financiën gehanteerde indexering in dat jaar aan de Minister van I&W, geïndexeerd op basis van de IBOI. Op basis van deze indexering is het beschikbare Taakstellend budget €86.010.000 prijspeil 2020 exclusief BTW.
5.4. Het beschikbaar gestelde Taakstellend budget voor de Planuitwerkingfase en Realisatiefase inclusief de geïndexeerde bijdragen, is qua omvang verdeeld naar de volgende deelbudgetten:
a. Historische kosten Planfase
b. Bouwkosten
c. Grondverwervingskosten
d. VAT-kosten
e. Overige bijkomende kosten
f. Risicoreservering
De bovenstaande verdeling is gebaseerd op basis van de in artikel 3 beschreven Xxxxx en is conform de Prognose Einde Werk (PEW) en Baseline 2.0.
5.5. Partijen spannen zich in ervoor te zorgen dat de kosten niet meer zullen bedragen dan het Taakstellend budget, waarbij in de in artikel 11.4 genoemde gevallen aanspraak mogelijk is op de aanvullende risicobuffer.
5.6 Partijen spannen zich in om de administratieve kosten tot een minimum te beperken.
5.7. Uitgangspunt is dat de (toekomstige) indexering van het Taakstellend budget wordt opgevangen binnen de (eigen) begroting van elk van de Partijen die financieel bijdragen.
5.8. De uitwerking van de financiële afspraken met betrekking tot de subsidiestromen, betalingen en bijdragen zijn nader beschreven in artikel 10 van deze Overeenkomst.
Artikel 6 CONTRACTERINGSSTRATEGIE (bijlage 2: Contracteringsstrategie, bijlage 3 Mandaatregeling)
6.1. Partijen kiezen ten behoeve van de aanbesteding van het Hoofdcontract van het Project met een aannemer/consortium als contractvorm voor een integraal D&C-contract op basis van de UAV-GC 2005, conform het projectadvies zoals opgenomen in bijlage 2.
6.2. De aanbestedingsprocedures worden door de gemeente Zaanstad mede namens de Partijen genoemd in de Overeenkomst, als aanbestedende dienst gevoerd.
6.3. De overige Partijen worden door de Projectorganisatie van Xxxxxxxx als volgt betrokken: Ten behoeve van het Hoofdcontract:
a. tijdens de voorbereiding van de aanbestedingsprocedure:
• adviseren en toetsen van de aanbestedingsdocumenten;
b. tijdens de aanbestedingsprocedure:
• om vragen te beantwoorden van gegadigden in de inlichtingen- en dialoogfase;
• voor deelname aan een beoordelingscommissie die de aanbiedingen van marktpartijen beoordeelt.
6.4. De gunning van het Project geschiedt na goedkeuring van het gunningsadvies door de Bestuurlijk Opdrachtgever. Na aflopen van de stand still periode, zal de gemeente Zaanstad tot contractering met de aannemer overgaan.
6.5. Overige inkoop en aanbestedingen worden door het IPM-team voorbereid en gegund binnen de kaders van de Mandaatregeling van bijlage 3.
Artikel 7 BESTURINGSPRINCIPES (bijlage 4: Governance advies Xxxxxxxx
7.1. Partijen zijn besturingsprincipes overeengekomen voor het project AVANT tijdens de Realisatiefase. Met behulp van de hieronder beschreven besturingsprincipes (uitgangspunten) dienen de projectdoelen en de Scope te worden gerealiseerd:
a. Scopestabiliteit, sturen op geld, sober & doelmatig en proven technology
• De met het vaststellen van deze Overeenkomst bepaalde Scope wordt tijdens de Realisatiefase in beginsel niet aangepast. Zie ook artikel 3 van deze Overeenkomst. Wijzigingen van de Scope vinden uitsluitend plaats middels de VTW procedure zoals beschreven in artikel 9 van deze Overeenkomst.
• Bij het ontwerp en bij eventuele wijzigingen van de Scope wordt gestuurd
op sober en doelmatig en er wordt gekozen voor ‘proven technology’.
• Het voorkomen van overschrijding van het Taakstellend budget heeft de hoogste prioriteit waarbij rand voorwaardelijk is dat de Scope moet worden gerealiseerd tegen het kwaliteitsniveau dat in Baseline 2.0 en het daarbij behorende beeldkwaliteitsplan staat beschreven.
b. Strategische positionering, best for project en beheer, selectie op basis van deskundigheid, onafhankelijk ambtelijk opdrachtgeverschap, Projectorganisatie volgens IPM-model, samen besturen
• De besturing van het Project ligt bij de Partijen, waarbij de dagelijkse sturing is belegd bij de AOG, die namens de Partijen de opdracht gevende rol richting de Projectorganisatie vervult.
• De uitvoering van het Project ligt bij een deskundige en ervaren Projectorganisatie ingericht volgens het IPM-model waarin personen
deelnemen. Dit staat verder beschreven in bijlage 4 en artikel 9.9 e.v. van deze Overeenkomst.
• De AOG voor dit Project is ervaren in deze rol en heeft een onafhankelijke positie ten opzichte van de samenwerkende Partijen. Zie bijlage 4 en artikel 9 voor een nadere beschrijving over de rol van de AOG.
• Directies en bestuurders van alle Partijen dienen op de hoogte te zijn en periodiek te worden geïnformeerd over de voortgang, de risico’s en de financiën van het Project door de AOG.
• Beslissingen worden genomen op basis van het uitgangspunt wat ‘best for project’ is. Deelbelangen van de Partijen zijn ondergeschikt aan de projectdoelen die zijn opgenomen in het projectplan voor de Realisatiefase.
• Bij alle beslissingen wordt rekening gehouden met de beheerfase waarin de nieuwe infrastructuur tegen minimale kosten in stand moet kunnen worden gehouden.
c. Risicoverdeling en -beheersing
De uitgangspunten en afspraken hieromtrent staan beschreven in artikel 11 van deze Overeenkomst.
Artikel 8 ALGEMENE TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN (bijlage 5:
afspraken Beheer & Onderhoud)
8.1. Partijen zullen, hun publieke taken en verantwoordelijkheden onverlet latend, geen andere overeenkomsten sluiten die de onverkorte uitvoering van het Project kunnen verhinderen, vertragen of anderszins belemmeren dan wel de kosten van het Project zouden kunnen verhogen.
8.2. Partijen dragen zorg voor het leveren van de benodigde capaciteit vanuit de eigen organisaties en maken gezamenlijk afspraken over het betrekken en informeren van omgevingspartijen bij de uitwerking en realisatie van het Project.
8.3. Partijen zullen deelnemen aan ambtelijke en bestuurlijke overleggen en tijdig de benodigde interne besluitvorming voorbereiden dan wel coördineren ten behoeve van het Project.
8.4. Partijen zullen, met behoud van ieders publiekrechtelijke verantwoordelijkheid, geen nieuwe monumenten aanwijzen of procedures daartoe starten op, aan of onder het projectgebied ten tijde van de voorbereiding en realisatie van het Project.
8.5. Partijen zullen elkaar desgewenst de benodigde (onderzoeks-)gegevens kosteloos leveren voor het Project, niet zijnde gegevens die betrekking hebben op de interne verantwoording en besluitvorming van de desbetreffende partij.
8.6. De gemeenten en de provincie Noord-Holland zullen de voor het Project benodigde ruimtelijke procedures voeren, inclusief het vaststellen van een bestemmingsplan, het verstrekken van omgevingsvergunningen, het nemen van verkeersbesluiten en het verwerven van gronden.
8.7. De gemeenten en de provincie Noord-Holland dragen, na realisatie, zorg voor het beheer en onderhoud van het gerealiseerd areaal dat conform bijlage 5 is toebedeeld als hun toekomstig eigendom, zoals de weginfrastructuur, fiets-/ voetpaden en dergelijke.
Artikel 9 ORGANISATIE (bijlage 3: Mandaatregeling, bijlage 4: Governance Palladio, en bijlage 6: VTW procedure)
9.1. Partijen besturen gezamenlijk het project AVANT overeenkomstig de governancestructuur opgenomen in de figuur op pagina 11 van het Rapport projectkaders en governance AVANT, (bijlage 4).
9.2. De governancestructuur onderscheidt, in volgorde van zeggenschap, drie lagen:
▪ De Bestuurlijk Opdrachtgever (BO)
▪ De Ambtelijk Opdrachtgever (AOG)
▪ De Projectorganisatie (PO)
Bestuurlijk Opdrachtgever
9.3. De BO is, namens Partijen, opdrachtgever en eindverantwoordelijk voor de realisatie van het Project. Het BO bepaalt het beleid en de Scope van het Project: wat moet binnen welke projectkaders (scope, geld, tijd en kwaliteit) worden gerealiseerd.
9.4. De BO beslist unaniem over wijzigingen/afwijkingen die niet passen binnen de vastgelegde kaders als beschreven in de UOK. Zo nodig zal de BO het verantwoordelijke bestuursorgaan van de Partijen daarvoor raadplegen.
9.5. De BO bestaat uit een bestuurlijke stuurgroep (de Stuurgroep) waarin zowel de AOG als van iedere Partij, één afgevaardigd bestuurder zitting neemt. De AOG legt verantwoording af aan de Stuurgroep.
Ambtelijk Opdrachtgever
9.6. De AOG is, namens de BO, verantwoordelijk voor de dagelijkse sturing van het Project. Dit houdt in dat de AOG namens de BO de uitvoering van taken in de Realisatiefase bewaakt en in de gaten houdt of deze uitvoering past binnen de vastgestelde projectkaders.
9.7. De AOG, aangesteld door de Vervoerregio Amsterdam, beheert het Taakstellend budget en is verantwoordelijk voor de financiële transacties binnen het Project.
9.8. De AOG voert op ambtelijk niveau de regie over de Scope van het Project en wordt daarin ondersteund door een Ambtelijke Begeleidingsgroep (ABG) en het Management Overleg waarin vertegenwoordigers van Partijen zitting hebben.
9.9. De leden van de ABG zijn bij de uitvoering van hun taken geen verantwoording verschuldigd aan, en opereren onafhankelijk van de Projectorganisatie. Zij zijn adviseur voor de AOG en coördineren de inhoudelijke inbreng vanuit Partijen.
9.10. De AOG bereidt met de ABG de bestuurlijke besluitvorming voor.
9.11. Indien de ABG niet tot een eensluidend advies kan komen, vraagt de ABG het Management Overleg een uitspraak te doen, dat daarmee fungeert als het escalatieniveau voor de ABG.
Projectorganisatie
9.12. De PO is verantwoordelijk voor de aanbesteding en realisatie van het Project en is daarmee opdrachtgever voor derden.
9.13. De PO wordt ingericht volgens het IPM-model en kent de volgende disciplines: projectmanagement, projectbeheersing, technisch management, omgevingsmanagement en contractmanagement. Per discipline worden deelteams samengesteld. De projectmanager rapporteert aan de AOG over de voortgang van de uitvoering.
9.14. De PO ondersteunt de AOG op inhoudelijk en procesmatig vlak bij de uitvoering van zijn/haar regietaak op ambtelijk niveau.
9.15. De PO zal voor de Realisatiefase worden ondergebracht bij de Gemeente Zaanstad. Gemeente Zaanstad en Vervoerregio Amsterdam stellen een Samenwerkingsovereenkomst (SOK) op waarin de samenwerking tussen Vervoerregio Amsterdam en de Gemeente Zaanstad wordt uitgewerkt en vastgelegd. Onderdeel daarvan is een gezamenlijk op te stellen projectplan Realisatiefase. De SOK zal door de BO worden goedgekeurd.
Mandaatregeling
9.16. Voor een efficiënte en slagvaardige sturing van het uitvoeringsproces is een Mandaatregeling in bijlage 3 opgenomen. Hiermee hebben de AOG en de PO mandaat en volmacht om, binnen de grenzen van de Mandaatregeling, namens de gezamenlijke Partijen opdrachtgever te kunnen zijn naar marktpartijen.
Overlegstructuur
9.17. De Stuurgroep komt eens per kwartaal bij elkaar. De AOG bereidt de agenda en stukken voor dit overleg voor. Het voorzitterschap van de Stuurgroep is belegd bij de afgevaardigd bestuurder van de Vervoerregio Amsterdam, tenzij dit vanwege zijn/haar andere bestuurlijke functies niet past. In dat laatste geval is de afgevaardigd gedeputeerde van de provincie Noord-Holland voorzitter van de Stuurgroep.
9.18. De ABG komt eens per maand bij elkaar. De AOG is voorzitter van de ABG. De projectmanager uit het IPM-team heeft zitting in de ABG.
9.19. Het Management Overleg (MO) komt eens per kwartaal bijeen. De AOG heeft zitting in het MO. De AOG legt besluiten voor aan het MO. De manager van de Vervoerregio Amsterdam is voorzitter van het Management Overleg (MO).
9.20. De PO heeft periodiek een intern IPM-team overleg. De projectmanager is voorzitter van het IPM-team overleg
Voorstellen Tot Wijziging (VTW)
9.21. Alle wijzigingen van de projectkaders, al dan niet binnen of buiten Scope, zijn alleen mogelijk met unanieme goedkeuring van de BO dan wel AOG conform de Mandaatregeling (bijlage 3).
9.22. Voorstellen tot wijziging (VTW’s) dienen conform VTW procedure in bijlage 6 te worden getoetst op onder andere de effecten op tijd, geld, risico’s en/of kwaliteit. Ook worden deze wijzigingen getoetst op (eventuele) consequenties voor de beheerfase. Zo nodig wordt door de AOG advies ingewonnen bij de ABG.
9.23. De initiator van een VTW dient de financiële consequenties, die uit de VTW voortkomen, te dragen.
Rapportage en verantwoording
9.24. Ten behoeve van de rapportage en verantwoording aan de BO stelt de PO na afloop van ieder kwartaal binnen een maand een integrale voortgangsrapportage op. In deze rapportage worden tenminste de volgende onderwerpen beschreven:
• De algemene voortgang van het Project en de verschillende disciplines van het Project (o.a. technisch management, omgevingsmanagement, contractmanagement).
• De ontwikkeling van het risicoprofiel van het Project.
• De ontwikkeling van de financiën van het Project.
• De ontwikkeling van de planning van het Project.
9.25. Ten behoeve van de beheersing door AOG van het Taakstellend budget levert de PO een maandelijkse financiële rapportage. Deze rapportage dient tevens als prestatieverklaring voor de door PO gemaakte inspanning en kosten.
Audits en reviews
9.26. Door de PO wordt met audits en reviews op periodieke basis getoetst of de afgesproken werkwijzen en procedures conform projectplan worden uitgevoerd in de Realisatiefase. Daarnaast vindt regelmatig evaluatie plaats van de samenwerking tussen de Partijen.
9.27. De audits en reviews worden uitgevoerd door onafhankelijke deskundigen.
Artikel 10 FINANCIELE AFSPRAKEN (bijlage 7: Notitie Fiscaliade)
10.1. Conform het governance model Samen Besturen treedt de Vervoerregio op als Kasbeheerder voor het Project en is de gemeente Zaanstad de aanbestedende partij voor het Project.
10.2. De gemeente Zaanstad declareert als opdrachtgever (PO) voor de aannemer van het Hoofdcontract en derden gedurende de Realisatiefase de kosten van het Project exclusief btw bij de Vervoerregio Amsterdam.
10.3. Partijen streven naar een fiscaal optimale situatie voor alle partijen in het Project en stemmen waar nodig en gewenst de fiscale aspecten af met de Belastingdienst.
10.4. Bijlage 7 van deze UOK bevat een nadere fiscale uitwerking van het Project. Op de volgende wijze wordt hier invulling aan gegeven:
a. De btw op de kosten van de Realisatiefase van het Project worden door de gemeente Zaanstad deels gecompenseerd, in aftrek gebracht en kostprijsverhogend aangemerkt, afhankelijk van wie de afnemer is van de prestatie.
b. Voor zover de gemeente Zaanstad optreedt als btw belast ondernemer en naar de provincie Noord-Holland en de gemeente Oostzaan factureert, brengt zij aan beide een factuur met btw in rekening. Beide partijen zijn uitsluitend de btw
verschuldigd aan de gemeente Zaanstad omdat alle kosten exclusief btw worden gedeclareerd door de gemeente Zaanstad bij de Vervoerregio.
c. De btw die de provincie Noord-Holland en de gemeente Oostzaan in rekening gebracht krijgen, is compensabel omdat zij afnemer van de prestatie zijn.
d. Partijen zijn zelf verantwoordelijk voor het compenseren, boeken van kostprijsverhogende btw dan wel het in aftrek brengen van de btw.
10.5. De bijdrage van de provincie Noord-Holland aan het Project wordt verstrekt aan de Kasbeheerder, de Vervoerregio.
10.6. De bijdrage van de gemeente Zaanstad aan het Project wordt verrekend met de declaraties bij de Kasbeheerder, de Vervoerregio.
10.7. Indien het beschikbaar gestelde Taakstellend budget overschreden dreigt te worden treden Partijen onmiddellijk in overleg. Uitgangspunt is overschrijding te voorkomen door verlaging van kosten van (andere) onderdelen het Project en/of versobering.
10.8. Alleen op basis van een unaniem besluit kan besloten worden dat het Project geen doorgang vindt. De kosten die al wel ten behoeve van het Project zijn gemaakt, worden verdeeld over de Partijen op basis van de volgende percentages: gemeente Zaanstad 13%, provincie Noord-Holland 22 % en Vervoerregio 65 %.
10.9. Als de Projectkosten minder bedragen dan het beschikbaar gestelde Taakstellend budget wordt het overschot over Partijen verdeeld op basis van de volgende percentages: gemeente Zaanstad 13%, provincie Noord-Holland 22 % en Vervoerregio 65 %.
10.10. Op basis van de in artikel 9.25 bedoelde maandrapportage stelt de gemeente Zaanstad een factuur op voor de gemaakte kosten, welke op basis van declaratie vorm exclusief btw bij de Vervoerregio Amsterdam als Kasbeheerder worden ingediend.
Artikel 11 RISICO’S EN RISICOVERDELING (Bijlage 8: Risicoverdeling)
11.1. Het uitgangspunt bij de verdeling van risico’s in het Project is dat de risico’s worden neergelegd bij de partij die deze het beste kan beheersen. Partijen zullen zich dan ook maximaal inzetten op het beheersen van de toegewezen risico’s, waaronder begrepen is het voorkomen van optreden van risico’s dan wel het zo veel mogelijk beperken van effecten van optreden.
11.2. Uitgangspunt is dat het risicomanagement van de risico’s in categorie 1 (onvoorziene omstandigheden tijdens de uitvoering) en categorie 2 (wijzigingen in de Scope) plaatsvindt door het Projectorganisatie. In het risicodossier zijn de risico’s voor de Realisatiefase geïdentificeerd en gekwantificeerd in geld en tijd en zijn voor elk risico de preventieve en correctieve beheersmaatregelen en de eigenaren van die beheersmaatregelen benoemd. De budgetpost ‘Risicoreservering’ in de Prognose Einde Werk (PEW) is bestemd om de financiële gevolgen van in dit lid genoemde risico categorieën te dekken.
11.3. Bij eventuele overschrijding van de Risicoreservering als gevolg van optredende risico’s in categorie 1 en 2, dienen de Vervoerregio Amsterdam en gemeente Zaanstad te zorgen voor aanvullende dekking.
11.4 Indien een Partij een afspraak uit deze Overeenkomst niet kan nakomen wegens overmacht, of een andere omstandigheid als bedoeld in categorie 3 van bijlage 8, treden Partijen in overleg. Dit overleg vindt plaats binnen vier weken nadat een Partij daartoe een mededeling heeft gedaan aan de andere Partijen. Partijen zullen in dat geval in goed overleg bezien welke consequenties dit geval van overmacht heeft op het Project. Bij overeenstemming over de mitigerende maatregelen om de gevolgen van dit feit te beperken, worden deze kosten in beginsel volgens de in bijlage 8 genoemde verdeelsleutel onder Partijen verdeeld passend binnen de aanvullende risicobuffer van €4 miljoen. Daarnaast hebben Partijen de mogelijkheid om deze kosten ten laste te brengen van de Risicoreservering van categorie 1 en 2, indien daar voldoende budget ruimte aanwezig is.
11.5 Financiële gevolgen van het optreden van risico’s, voor zover dit aantoonbaar te wijten is aan verrichte handelingen door één van de partij buiten de afspraken van deze Overeenkomst, zijn voor rekening van die Partij.
Artikel 12 PROCEDURES en VERGUNNINGEN
12.1. Partijen spannen zich tot het uiterste in om tijdig de benodigde vergunningen voor het realiseren van het Project te verlenen. Voor de behandeling staan de normale wettelijke termijnen.
12.2. Indien van toepassing vragen de betreffende Partijen de planologische toestemmingen aan die in het kader van de Wet ruimtelijke ordening, Omgevingswet, Wet beheer rijkswaterstaatwerken, Wegenverkeerswet en andere van belang zijnde wetten ten behoeve van de werken van het Project moeten worden gevoerd. Na aanvraag zullen Partijen de procedures volgens de wettelijke termijnen voeren.
12.3. Partijen vragen de benodigde verkeersbesluiten aan en doorlopen de daarvoor benodigde procedure.
12.4. De administratieve kosten worden conform artikel 14.5 van de BOK CAH tot een minimum beperkt. Met betrekking tot de kosten van de leges geldt het in beginsel om uit te gaan van de werkelijk gemaakte kosten, dit onder voorbehoud dat de gemeenten een rechtmatige oplossing vinden om het verschil met de betaalde leges conform verordening, aan het Project achteraf te kunnen compenseren.
Artikel 13 COMMUNICATIE (bijlage 10: Communicatieplan Realisatiefase )
13.1. De Projectorganisatie is verantwoordelijk voor de communicatieplannen en beoordeelt het omgevingsparticipatieplan dat invulling gaat geven aan de communicatie in de Realisatiefase. De aannemer maakt dit omgevingsparticipatieplan, waarin staat welke impact van het werk met de verschillende doelgroepen moet worden afgestemd. De Projectorganisatie werkt dit communicatieplan in de Realisatiefase verder uit in communicatieacties.
13.2. Partijen dragen zorg voor en zijn verantwoordelijk voor het informeren van hun eigen belanghebbenden, stakeholders en omgeving en stemmen onder regie van de Projectorganisatie de communicatieacties betreffende het Project af. De Projectorganisatie
kan de invulling hiervan ook deels neerleggen bij de aannemer. De communicatie over het Project wordt op een voor de omgeving en stakeholders herkenbare en eenduidige manier ingezet. Uitgangspunt is een project specifieke huisstijl.
13.3. De Projectorganisatie is (eind)verantwoordelijk voor de communicatie met doelgroepen, het inrichten van de communicatiemiddelen en het organiseren van de afstemming van communicatie met de partners en bestuurders, tenzij een andere partij het wettelijk aangewezen bevoegd gezag is. In de Ambtelijke Begeleidingsgroep vindt indien nodig afstemming en regie plaats.
13.4. Uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur, zowel actieve als passieve openbaarmaking van informatie en documenten, wordt gecoördineerd door de Projectorganisatie. Eén loket voor de omgeving is daarbij uitgangspunt. Het besluit tot al dan niet openbaar maken en het overleggen van de gevraagde documenten geschiedt in beginsel door het bestuursorgaan dat over de gevraagde documenten beschikt. Eventuele bezwaar- en beroepsprocedures naar aanleiding van de openbaarmaking, worden gevoerd door het bestuursorgaan dat het betreffende besluit heeft genomen.
Artikel 14 KABELS en LEIDINGEN
14.1. Partijen verlenen met het ondertekenen van deze Overeenkomst aan de gemeente Zaanstad gebruiksrechten strekkende tot de uitvoering van het werk, voor alle percelen in het beheer/eigendom van Partijen waarop werkzaamheden moeten worden uitgevoerd ten behoeve van de realisatie van het Project. In bijlage 5 is een overzicht opgenomen van deze percelen inclusief kadastrale tenaamstelling. De gebruiksrechten eindigen van rechtswege op de datum van oplevering van het Project.
14.2. Als aanbestedende dienst van het Hoofdcontract en contracten met derden, zal de gemeente Zaanstad overgaan tot het versturen van verzoeken tot het nemen van maatregelen als bedoeld in artikel 5.8 van de Telecommunicatiewet. De gemeente Zaanstad heeft een directe contractuele relatie met de civiele aannemer die het werk uitvoert en kan onder verwijzing naar de uitspraak van de Hoge Raad (16 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT6685) worden beschouwd als de (enige) partij ‘door of vanwege wie’ de werken worden uitgevoerd waardoor het nemen van maatregelen aan telecomkabels noodzakelijk is.
14.3. Elke Partij is separaat verantwoordelijk voor het aanschrijven van kabel- en leidingbeheerders (met uitzondering van telecom-aanbieders die onder de Telecommunicatiewet vallen) en de afhandeling van verzoeken tot schadevergoeding voor het scope-onderdeel waarvan zij als Opdrachtgever kan worden beschouwd. Hierbij wordt de scope-verdeling als beschreven in bijlage 5 als uitgangspunt genomen. Daarbij past elke Partij zijn eigen Schadevergoedingsregeling kabels & leidingen toe bij het vaststellen van de omvang van de schade(vergoeding).
14.4. De aanpassingsverzoeken, projectovereenstemmingen en eindafrekeningen zullen inhoudelijk worden voorbereid door de Projectorganisatie (categorie 1 en 2 aanpassingen) of door de aannemer (categorie 3) op basis van proceseisen in het uitvoeringscontract. Alle Partijen reserveren intern voldoende capaciteit om tijdig (dat wil zeggen binnen twee
weken na voorleggen door het Projectorganisatie of de civiele aannemer) over te kunnen gaan tot toetsen, ondertekening en verzending van deze documenten.
14.5. Kostenvergoedingen en schadevergoeding die een Partij verschuldigd is aan een derde kabel- en leidingbeheerder, zullen rechtstreeks tussen de Projectorganisatie en de betreffende kabel- en leidingbeheerder worden afgehandeld.
14.6. Indien voor werkzaamheden aan kabels en leidingen (derden) vergunningen, ontheffingen en/of toestemmingen benodigd zijn, dan zorgen alle Partijen voor tijdige afhandeling van de aanvragen daarvan. Indien noodzakelijk, zorgen Partijen voor voldoende capaciteit om van tevoren verleggingsplannen te beoordelen, zodat aanvragen versneld kunnen worden doorlopen.
Artikel 15 BENODIGDE GRONDEN (bijlage 10: Overzicht te verwerven gronden en intentie overeenkomsten tankstations)
15.1. De provincie Noord-Holland en de gemeenten stellen de, voor de uitvoering van de werkzaamheden benodigde gronden, voor zover bij hen in eigendom, voor de duur van de uitvoering van de werkzaamheden van het Project, om niet ter beschikking aan het Project.
15.2. Het moment van de grondoverdracht en de begrenzing is nader beschreven in bijlage 10.
15.3. Uitgangspunt bij de grondverwerving is dat de toekomstige grondeigenaar de grond tijdig verwerft.
15.4. Voor de aankoop van tankstation Esso en verhuizing van het tankstation Shell zijn intentie overeenkomsten opgesteld die aankoop en verhuizing ervan regelen, zoals opgenomen in bijlage 10. Alle kosten gemoeid met deze grondtransacties, zoals optredende risico’s en eventuele boetes op staatssteun, vormen onderdeel van het Taakstellend budget.
Artikel 16 BODEMVERONTREINIGING
16.1. Indien blijkt dat bij de uitvoering van civieltechnische werken er als gevolg van bodemverontreiniging en/of niet gesprongen explosieven, reiniging, sanering of ruiming dient plaats te vinden, zullen de provincie Noord-Holland en de gemeenten de daartoe benodigde procedures opstarten teneinde alles in het werk stellen om de uitvoering van het Project niet te laten stagneren.
16.2. De provincie Noord-Holland en de gemeenten dragen er zorg voor dat bodemonderzoek en -sanering in het kader van de uitvoering van deze Overeenkomst worden uitgevoerd overeenkomstig de regels van de Wet bodembescherming en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten, alsmede in overeenstemming met de in de Leidraad bodembescherming opgenomen beleidsregels, dan wel hiervoor in de plaats tredende regels. De sanering/en of afvoering en/of verwerking is voor rekening van de huidige eigenaar. Het is aan de huidige eigenaar eventuele saneringskosten en/of afvoeringskosten te verhalen op de vervuiler. Indien de huidige eigenaar Partij is bij deze
Overeenkomst, worden deze kosten geacht onderdeel van het Project te zijn, tenzij deze kosten verhaald kunnen worden op de vervuiler.
Artikel 17 OPLEVERING, EIGENDOM, BEHEER EN ONDERHOUD (bijlage 6: Afspraken Beheer & Onderhoud)
17.1. De oplevering van het Project geschiedt nadat inspectie en schriftelijke akkoordbevinding door Partijen heeft plaatsgevonden op basis van de vastgelegde Scope. Partijen laten steeds binnen 2 maanden nadat een werk gereed is gemeld voor oplevering weten of zij akkoord zijn met de oplevering.
17.2. Het eigendom, beheer en onderhoud van de wegen, fietspaden en voetpaden zal na oplevering berusten bij de gemeenten of de provincie Noord-Holland, ieder voor zover deze op eigen grondgebied zijn gelegen. In bijlage 6 “Afspraken Beheer & Onderhoud”, zijn afspraken opgenomen waarin bepaald is wie de toekomstig beheerder is van de gerealiseerde Scope.
17.3. Bij oplevering van het Project worden ‘as built’ tekeningen ter beschikking gesteld met daarop weergegeven de kadastrale grenzen, die bij aanwijzing door het kadaster definitief worden.
Artikel 18 PLANSCHADE EN NADEELCOMPENSATIE
18.1. De verzoeken tot planschadevergoedingen in het kader van de realisatie van het Project zullen worden afgehandeld door de gemeenten die de bestemmingsplannen hebben vastgesteld.
18.2. De deskundigenkosten voor de afhandeling van de verzoeken voor een vergoeding van planschade evenals de vergoedingen voor planschade maken deel uit van de geraamde projectkosten. De kosten zijn geraamd op basis van een risico-inventarisatie voor planschadevergoedingen.
18.3. De afhandeling van eventuele nadeelcompensatieclaims is de verantwoordelijkheid van de gemeente Zaanstad. De vergoedingen voor nadeelcompensatieclaims maken deel uit van het Taakstellend budget.
Artikel 19 WIJZIGING EN BEËINDIGING
19.1. Indien zich gedurende de looptijd van de Overeenkomst onvoorziene omstandigheden voordoen welke van dien aard zijn dat van een der Partijen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de Overeenkomst niet mag worden verwacht, treden Partijen hieromtrent in overleg en regelen de daaruit voortvloeiende consequenties.
19.2. Elke partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken deze Overeenkomst te wijzigen. De voorgestelde wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen. Partijen treden daartoe binnen 6 weken na datum waarop de wijziging als bedoeld in het eerste lid wordt voorgesteld in overleg.
19.3. De goedgekeurde wijziging wordt onderdeel van de Overeenkomst en de wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift aan de Overeenkomst gehecht.
19.4. Deze Overeenkomst kan alleen worden beëindigd indien Partijen in gezamenlijk overleg besluiten dat het Project geen doorgang vindt. Een beëindigingsovereenkomst kan uitsluitend schriftelijk worden aangegaan en dient een regeling te bevatten omtrent de verdeling van nog te maken kosten als gevolg van de tussentijdse beëindiging.
19.5. Bij eventuele tussentijdse of gedeeltelijke beëindiging van deze Overeenkomst zullen Partijen hun reeds ingebrachte middelen terug ontvangen. Dit na aftrek van de reeds gemaakte of niet meer te vermijden kosten die conform verhouding zoals opgenomen in artikel 10.8 worden verrekend op deze ingebrachte middelen.
19.6. Indien een of meer bepalingen van deze Overeenkomst onverbindend, nietig of niet rechtsgeldig blijken te zijn, zullen Partijen in overleg treden teneinde deze Overeenkomst zodanig te wijzigen, dat het geen onverbindende bepalingen meer bevat en dat het doel dat met deze Overeenkomst wordt beoogd zoveel mogelijk wordt bereikt.
Artikel 20 GESCHILLEN EN TOEPASSELIJK RECHT
20.1. Deze Overeenkomst is in rechte afdwingbaar.
20.2. Er is sprake van een geschil zodra een van de Partijen dit schriftelijk aan de andere Partijen meldt. Partijen dienen hierop in overleg met elkaar te treden teneinde te bezien of in der minne een oplossing voor dit geschil kan worden gevonden.
20.3. Indien binnen twee maanden na melding van het geschil, zoals bedoeld in het eerste lid, tussen de Partijen geen oplossing is gevonden, beraden Partijen zich over de wijze waarop het geschil zal worden beslecht, bijvoorbeeld door mediation, arbitrage of een beoordeling door de burgerlijke rechter.
20.4. Komen Partijen niet tot een keuze dan is de bevoegde burgerlijke rechter van de rechtbank Noord-Holland bevoegd om het geschil te beslechten.
Artikel 21 GEHEIMHOUDING
21.1. Partijen zijn verplicht tot geheimhouding van de in het kader van deze Overeenkomst van elkaar ontvangen gegevens en informatie over dit Project, die als vertrouwelijk zijn medegedeeld of waarvan het vertrouwelijke karakter begrepen moest worden. Partijen beschouwen deze Overeenkomst als vertrouwelijk.
21.2. In het kader van de uitvoering van deze Overeenkomst ontvangen informatie mag door Partijen alleen gebruikt worden voor de doeleinden waarvoor zij werd verstrekt.
21.3. Partijen verstrekken deze Overeenkomst, een deel daarvan of daarmee samenhangende gegevens, niet aan derden zonder toestemming van de andere Partijen.
21.4. Partijen, rekening houdend met artikel 13.4 van deze Overeenkomst, informeren elkaar over informatieverzoeken van derden, waarbij de coördinatie is belegd bij de
Projectorganisatie.
21.5. Onverminderd het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel, kan vertrouwelijke informatie zonder toestemming van Partijen aan een derde verstrekt worden indien dit bij of krachtens wettelijke regeling dan wel rechterlijke uitspraak bepaald is.
Artikel 22 BIJLAGEN
22.1. Alle bij deze Overeenkomst gevoegde en benoemde bijlagen maken in hun geheel deel uit van deze Overeenkomst, namelijk:
1. Scopebeschrijving
2. Contracteringstrategie
3. Mandaatregeling en Volmacht
4. Governance advies Xxxxxxxx
5. Afspraken beheer en onderhoud
6. VTW procedure
7. Notitie Fiscaliade
8. Risicoverdeling
9. Communicatieplan Realisatiefase
10. Overzicht te verwerven gronden en intentieovereenkomsten tankstations
22.2. Alle wijzigingen in genoemde bijlagen, zullen, ook in de toekomst, deel uitmaken van deze Overeenkomst.
Aldus overeengekomen opgemaakt en ondertekend in viervoud te Zaanstad, 1 april 2021
De commissaris van de Koning De burgemeester van Zaanstad
van Noord-Holland, namens deze,
namens deze,
Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx
De burgemeester van Oostzaan, De voorzitter van de Vervoerregio,
namens deze, namens deze,
Xxxxxxxxxx Xxxx Xxxxxx Xxxxxxx
Bijlagen van deze UOK:
1. Scopebeschrijving
2. Contracteringstrategie
3. Mandaatregeling en Volmacht
4. Governance advies Xxxxxxxx
5. Afspraken beheer en onderhoud
6. VTW procedure
7. Notitie Fiscaliade
8. Risicoverdeling
9. Communicatieplan Realisatiefase
10. Overzicht te verwerven gronden en intentieovereenkomsten tankstations