Plastic Pact NL
Plastic Pact NL
Koplopers gaan voor méér met minder plastic in de circulaire economie
Partijen:
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat:
1. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, xxxxxxx X. xxx Xxxxxxxxx-xxx xxx Xxxx, handelend in haar hoedanigheid van bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna te noemen Ministerie van IenW;
Plastics Toepassende Bedrijven: bedrijven die hetzij plastics toepassen in consumptiegoederen of verpakkingen, zoals producenten in de voedsel- en drinkwarensector en verpakkers, dan wel deze gebruiken in hun bedrijfsvoering, zoals retailers, horeca ondernemingen, logistieke dienstverleners, cateraars, festivalorganisatoren:
2. Friesland Campina Nederland B.V., vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxxx en mw. X. Xxxxxxx
3. Unilever Nederland B.V., vertegenwoordigd door mw. X. Xxxxxx
4. Nestlé Nederland B.V., vertegenwoordigd door dhr. P.A. Xxxxxxx
5. Vrumona B.V., vertegenwoordigd door dhr. M. Spits
6. Coca-Cola European Partners Nederland B.V., vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxxx
7. Heineken Nederland Commercie, vertegenwoordigd door mw. X. Xxxxxxxxxxx
8. Koninklijke Grolsch N.V., vertegenwoordigd door dhr. K.J. van ‘t Hof
9. Inbev Nederland N.V., vertegenwoordigd door dhr. W. Heiwegen
10. Xxxxxx Xxxxx X.X., vertegenwoordigd door mw. X.X.X. xxx Xxxxxx
00. Jumbo Supermarkten B.V., vertegenwoordigd door mw. C.S. Trügg
12. Lidl Nederland GmbH, vertegenwoordigd door mw. Q.A. de Weerd en dhr. M.A. Oosterwijk
13. Aldi Inkoop B.V., vertegenwoordigd door dhr. E.J. Verheul
14. Ekoplaza Franchise B.V., vertegenwoordigd door dhr. S.H.O. IJzerman
15. C.I.V. Superunie B.V.1, vertegenwoordigd door dhr. T.J.M. Roozen
16. Plus Retail B.V., vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxxx
00. Vomar Voordeelmarkt B.V., vertegenwoordigd door dhr. X.X. xxx Xxxxx en dhr. X.X Xxxxxxxxxx
18. HEMA B.V. vertegenwoordigd door dhr. I. Vliegen
19. Sodexo B.V., vertegenwoordigd door mw. M.J. Paalvast
20. ISS Catering Services, vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxxxxx
21. Starbucks Coffee Netherlands B.V., vertegenwoordigd door xxx. X. xxx Xxxx
22. McDonald’s Nederland B.V., vertegenwoordigd door dhr. E. Dito
23. NS Stations B.V., vertegenwoordigd door dhr. B.A.J. Hendriks
24. Pathé Theatres B.V., vertegenwoordigd door dhr. J. Hoedervangers
25. Mojo Concerts B.V., vertegenwoordigd door dhr. R.M. Brouwer
26. Air Events, vertegenwoordigd door xxx. X. xx Xxxx
27. Xxxxxxxx, vertegenwoordigd door J.G.A. Goossen
28. Stichting Vierdaagsefeesten, vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxxxxx
29. Coöperatie Royal FloraHolland U.A., vertegenwoordigd door dhr. Y.N. Pasma
30. Hordijk Spuitgietverpakkingen B.V., vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxxx
31. Hordijk Verpakkingsindustrie Zaandam B.V., vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxxx
32. PaCombi Group B.V., vertegenwoordigd door Xxx. X.X. xxx Xxxxxx.
33. Oerlemans Packaging, vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxxxx
34. A TOP B.V., vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxxxx en X. Xxxxxxx
35. Haval Disposables B.V., vertegenwoordigd door dhr. X.X.X. xxx Xxxxx
1 C.I.V. Superunie B.V. is een inkooporganisatie die 13 onafhankelijke retailorganisaties vertegenwoordigt: A-C Holding B.V., Boni Beheer B.V., Boon Food Group Beheer B.V., Coop Retail B.V., Deen Supermarkten B.V., Detailresult Groep N.V., Hoogvliet Super B.V., Xxx Xxxxxxx B.V., B.V. Nettorama Distributie, PLUS Retail B.V., Poiesz Supermarkt B.V., SPAR Holding B.V., Sligro Food Group Nederland B.V.
36. PolyStyreneLoop B.V., vertegenwoordigd door dhr. A.J.M. Janssen
37. Gampet Plastics B.V. (handelend onder de naam Save Plastics), vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxx
38. Koninklijke Philips N.V., vertegenwoordigd door dhr. H.L. Tepper Partijen 2 t/m 38 samen hierna te noemen: Plastic Toepassende Bedrijven;
Plastics Producerende Bedrijven: producenten van primaire, biobased en gerecyclede plastic materialen werkzaam in de chemie, in de (fossiele en biobased) plastics industrie en/of in de afval- en recyclingindustrie:
39. Indorama Ventures Europe B.V., vertegenwoordigd door dhr. X.X. Xxxxxxxxxxx
00. Total Corbion PLA B.V., vertegenwoordigd door xxx. X. xx Xxx
41. Purac Biochem BV (Corbion), vertegenwoordigd door dhr. S.B. Roest
42. Ioniqa Technologies B.V., vertegenwoordigd door dhr. T.B. Hooghoudt
43. Cumapol B.V., vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxx
44. Morssinkhof Plastics Heerenveen B.V., vertegenwoordigd door dhr. E.G.J. Morssinkhof
45. QCP B.V., vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxx
46. Veolia Nederland B.V., vertegenwoordigd door mw. X. XxXxxxxxxx
47. Kunststof Recycling Van Werven B.V., vertegenwoordigd door dhr. X.X. xxx xxx Xxxxxxx
48. 4PET Recycling, vertegenwoordigd door dhr. X.X. xxx xx Xxxxx
00. Wellman International Ltd, handelend onder de naam Wellman Recycling, vertegenwoordigd door dhr. W.N. Christiaans
50. Renewi Nederland B.V., vertegenwoordigd door dhr. R. Amoureus
51. SUEZ Recycling & Recovery Netherlands B.V., vertegenwoordigd door xxx. X.X. Xxxxxx
00. Attero B.V., vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxx
53. Afvalsturing Friesland N.V., vertegenwoordigd door dhr. X.X.X. Xxxxxxxx
00. Kunststoffen Sorteer Installatie B.V., vertegenwoordigd door dhr. X.X. xxx xx Xxxxxx
55. HVC Group N.V., vertegenwoordigd door xxx. X. xxx Xxxxxxxx
Partijen 39 t/m 55 samen hierna te noemen: Plastic Producerende Bedrijven.
Overige Partijen: organisaties die vanwege de aard van hun werkzaamheden, niet zelfstandig kunnen voldoen aan de monitoringsvereisten van het Plastic Pact, maar wel in het netwerk van het Plastic Pact een belangrijke bijdrage kunnen en willen leveren:
56. Stichting Natuur & Milieu, vertegenwoordigd door mw. X. Xxxxxxx
57. Stichting MVO Nederland, vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxxxxx
58. A New Zero, vertegenwoordigd door mw. J. Kroon
59. Plastic Whale, vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxx
60. Nationaal Testcentrum Circulaire Plastics (NTCP), vertegenwoordigd door mw. X. Xxxxxxxx
61. TNO, vertegenwoordigd door mw. X.X. Xxxxxxxxx
00. CLICK-NL, TKI Topsector Creatieve Industrie (CIRCO), vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxxxxx
63. Stichting Polymer Science Park, vertegenwoordigd door mw. X. Xxxxxx-Xxxxxxxxx
64. Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie (NRK), vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxx
65. NRK Recycling, vertegenwoordigd door dhr. R.H. Bruggen
66. NRK Verpakkingen, vertegenwoordigd door dhr. X.X.X. xxx xxx Xxxxxxx
67. Vereniging Afvalbedrijven (VA), vertegenwoordigd door dhr. X. xxx xxx Xxx
68. BRBS Recycling, vertegenwoordigd door dhr. X.X. xxx xxx Xxxxxxx
69. Coöperatie Green Events Nederland UA, vertegenwoordigd door mw. X.X.X.X. xxx xx Xxxxx
70. ABN-AMRO, vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxxx en mw. X. Xxxxxx d’Arcais
71. ASN Bank, vertegenwoordigd door dhr. A.P. Koornneef
72. Filigrade Sustainable Watermarks B.V., vertegenwoordigd door dhr. J.B. Kerver
73. Obbotec B.V., vertegenwoordigd door xxx. X. Xxx Xxxxxxx en xxx. X. Xxxxxxx
74. Stichting Holland Circular Hotspot, vertegenwoordigd door dhr. X.X. xxx xxx Xxxxxxx
75. NS Groep N.V., vertegenwoordigd door dhr. B.A.J. Hendriks
Partijen 56 t/m 75 hierna samen te noemen: Overige Partijen. Partijen 1 t/m 75 hierna samen te noemen: Partijen.
Partijen die zijn toegetreden tot het Plastic Pact na het moment van ondertekening, staan vermeld in bijlage 1. Deze bijlage vormt een integraal onderdeel van het Plastic Pact. De bijlage wordt actueel gehouden door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en indien gewijzigd, halfjaarlijks gepubliceerd in de Staatscourant, zodat voor iedereen kenbaar is welke partijen de doelstellingen van dit Plastic Pact onderschrijven en welke rol zij daarin vervullen.
Overwegingen
De afgelopen vijftig jaar heeft het gebruik van plastics een grote vlucht genomen. Mede door de veelzijdige eigenschappen is de wereldwijde toepassing vertwintigvoudigd. Plastics zijn sterk, stijf, flexibel, vormvast of juist vormvrij en dragen zo bij aan comfort, veiligheid, houdbaarheid, hygiëne en energie-efficiëntie. Met plastic geproduceerde toepassingen leveren veelal ten opzichte van het gebruik van andere materialen een bijdrage aan het verminderen van de CO2-emissies. Maar de grootschalige toepassing van plastics brengt ook nadelen met zich mee. Het gebruik van primaire (vaak fossiele) grondstoffen en energie oefent druk uit op het milieu: met de productie en afdanking van plastics gaat CO2-uitstoot gepaard, door een gebrek aan recycling gaan waardevolle grondstoffen verloren en de verspreiding van plastic zwerfvuil en microplastics op land en in zee resulteert in een groeiende vervuiling van de ecosystemen. Gelet hierop zijn partijen voornemens de milieudruk van plastics te verminderen en circulariteit te bevorderen.
Partijen zien de noodzaak om in samenwerking tussen (keten)partijen te komen tot een meer verantwoorde en vereenvoudigde plasticketen, zowel in de fasen van ontwerp, gebruik, afdanken als nieuwe toepassing van eenmalige plastic producten en verpakkingen. Samenwerking is nodig, om eenduidige afspraken te kunnen maken in de keten, krachten te bundelen in onderzoek & innovatie, en consistentie te vergroten in de communicatie met klanten en consumenten.
Partijen willen ter aanvulling op wettelijke afspraken en ter versnelling van de transitie naar het sluiten van de plastickringloop dit Plastic Pact sluiten. Niet alleen om de kwantitatieve doelen die in het Plastic Pact zijn opgenomen te halen, maar met de gebundelde krachten nog verder te reiken dan misschien nu nog ondenkbaar is. Partijen willen als koploper gaan voor meer met minder plastic in de circulaire economie.
Partijen gaan hierbij uit van het zo hoog mogelijk interveniëren op de Ladder van Circulariteit (de zgn. ‘R-ladder’)2, waarbij de te nemen maatregelen om de doelen van Plastic Pact te realiseren niet ten koste mogen gaan van de primaire functie van verpakkingen (zoals productveiligheid en houdbaarheid, mede vervat in regelgeving). Voor het verbeteren van de herbruikbaarheid en recyclebaarheid en het meer toepassen van gerecyclede plastics, is het vereenvoudigen van de plasticketen onontbeerlijk. Voor de aanvullende grondstoffen die nodig blijven, streven zij naar productie en toepassing van duurzaam geproduceerde biobased grondstoffen. Met dit alles wordt de afhankelijkheid van primair fossiele grondstoffen verminderd en kan een belangrijke bijdrage geleverd worden aan de Nederlandse klimaatopgave zoals afgesproken in de klimaatovereenkomst van Parijs.
Dit Plastic Pact ziet in hoofdzaak op eenmalige plastic producten en verpakkingen (de zogenaamde ‘fast moving consumer goods’). Daarnaast ziet dit Pact ook op de toepassing van het recyclaat in andere consumptiegoederen door producenten in complementaire sectoren (zoals in meubels, elektronica, kleding en speelgoed).
Het Ministerie van XxxX overweegt om in een later stadium ook afspraken te maken met andere sectoren waarin veel plastics worden toegepast, zoals de bouw en de automotive.
Partijen overwegen verder dat:
2 De R-ladder (refuse, reduce, redesign, reuse, repair, refurbish, repurpose, recycle, recover), zoals beschreven door X. Xxxxxx, Milieu, Amsterdam University Press, Amsterdam 2014.
• het noodzakelijk en wenselijk is om de krachten te bundelen om deze uitdagingen aan te gaan.
• zij met dit Plastic Pact in partnerschap kunnen bijdragen aan de versnelde transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie;
• de betekenis van dit Plastic Pact ten opzichte van andere initiatieven ligt in het feit dat Partijen in een pre-competitieve setting en in ketensamenwerking voorop willen lopen in het verminderen van eenmalig gebruik en in het meer recycleren van plastic producten en verpakkingen en zij stellen daartoe concrete en meetbare doelen waar te staan in 2025;
• Partijen zoals genoemd onder 5 t/m 9 en 25 t/m 28 al zijn vooruitgelopen op dit Plastic Pact door een ‘Plastic Promise’ op 17 oktober 2018 te sluiten3, waarin zij een gemeenschappelijk en individueel commitment zijn aangegaan om op festivals en andere evenementen het gebruik van eenmalige plastic producten te verminderen en meer her te gebruiken;
• met dit Pact wordt voortgebouwd op de transitieagenda’s kunststoffen/consumptiegoederen in het kader van het nationaal Grondstoffenakkoord4, op het EU-actieplan voor een circulaire economie5 en de Europese Plastic Strategie6, op de relevante EU-regelgeving, zoals de EU SUP Richtlijn7, ‘The New Plastics Economy8’ (Xxxxx XxxXxxxxx Foundation) en de G7 Ocean Plastics Charter9;
• hiermee tevens een concrete bijdrage geleverd wordt aan de verwezenlijking van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties (Sustainable Development Goals – SDGs), waaronder SDG 12 (Duurzame consumptie en productie), 13 (Klimaatverandering aanpakken) en 14 (Bescherming van zeeën en oceanen).
Komen het volgende overeen:
Artikel 1. Doel
1. Partijen hebben de ambitie om gezamenlijk de plasticketen te vereenvoudigen en te sluiten, door zoveel mogelijk herbruikbare en uitsluitend recycleerbare plastic producten en verpakkingen op de markt te brengen, daarvoor niet meer (soorten) plastic te gebruiken dan nodig is, meer plastic te recyclen en gerecyclede en biobased plastics opnieuw toe te passen in nieuwe producten en verpakkingen.
2. Daartoe ondernemen Partijen activiteiten die ertoe leiden dat in 2025:
a. alle eenmalig te gebruiken plastic producten en verpakkingen die de Plastic Toepassende Bedrijven op de Nederlandse markt brengen waar mogelijk en zinvol herbruikbaar, maar in ieder geval 100% recycleerbaar zijn;
b. elk van de Plastic Toepassende Bedrijven niet meer dan nodig gebruik maakt van plastic materialen door minder gebruik, door hergebruik, en/of door alternatieve duurzamere materialen, resulterend in 20% minder volume plastic (in kg) relatief ten opzichte van het totale volume op de markt gebrachte producten ten opzichte van het gebruik in het basisjaar (201710). Hierdoor zal in ieder geval het totale volume eenmalige plastic producten en verpakkingen van het geheel aan Plastic Toepassende Bedrijven dalen11;
c. er door de Plastic Producerende Bedrijven voldoende sorteer- en recyclingcapaciteit in Nederland is gecreëerd zodanig dat minimaal 70% van het gewicht van alle eenmalige plastic producten en verpakkingen die in Nederland in de afvalfase belanden, hoogwaardig gerecycled worden;
3 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx
4 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
5 COM (2015) 614
6 COM (2018) 28
7 Voorstel voor Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu COM(2018) 340 final.
8 xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxxxxx/xxxxxx-xxxxxxxxxx
9 xxxxx://x0.xx.xx/xx-xxxxxxx/xxxxxxx/0000/00/XxxxxXxxxxxxxXxxxxxx.xxx
10 Plastic Toepassende Bedrijven die al enkele jaren eerder grote slagen hebben gemaakt in een vermindering van plastics in hun producten en verpakkingen, kunnen in redelijkheid niet gestraft worden voor deze resultaten en mogen daarom in hun individuele doelbereik een eerder basisjaar dan 2017 hanteren (doch niet verder teruggaand dan 2013), indien zij kunnen aantonen dat zij in dat jaar het hoogste volume bereikten in de toepassing van primair fossiele plastic materialen in hun producten en verpakkingen. Collectief rapporteren de Partijen over de prestaties ten opzichte van het basisjaar 2017.
11 Ook al zullen individuele bedrijven door omzetstijging of juridische verplichtingen netto minder afname van het plastic gebruik kunnen realiseren.
d. alle eenmalig te gebruiken plastic producten en verpakkingen die Plastic Toepassende Bedrijven op de markt brengen, zullen in 2025 een zo hoog mogelijk percentage gerecyclede plastics (in kg12) bevatten, met een gemiddelde per bedrijf van minimaal 35%. Daarnaast zullen zoveel mogelijk duurzaam geproduceerde biobased plastics worden gebruikt om het gebruik van primair fossiele plastics te verminderen.
Artikel 2. Definities en gebruikte terminologie
In dit Plastic Pact worden door Partijen de volgende definities gehanteerd:
1. Plastic: een materiaal bestaande uit een polymeer zoals bedoeld in artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1907/2006, waaraan mogelijk additieven of andere stoffen zijn toegevoegd, en dat als een structureel hoofdbestanddeel van eindproducten kan worden gebruikt, met uitzondering van natuurlijke polymeren die niet chemisch gemodificeerd zijn (zoals zijde en cellulose);
2. Additieven: toevoegingen van stoffen die de functies van het plastic materiaal ondersteunen, zoals weekmakers, brandvertragers en kleurstoffen;
3. Biobased plastics: plastics die gemaakt zijn uit duurzaam geproduceerde biomassa (zoals suiker, cellulose, zetmeel) of uit een CCU-proces13 en die een lagere CO2-voetafdruk hebben dan vergelijkbare fossiele plastics;
4. Alternatieve duurzamere materialen: materialen die een lagere CO2 voetafdruk hebben ten opzichte van de huidige gebruikte materialen;
5. Eenmalige plastic producten en verpakkingen: consumptiegoederen die geheel of gedeeltelijk van plastic zijn gemaakt en niet werden bedacht, ontworpen of in de handel gebracht om binnen hun levensduur meerdere omlopen te maken door te worden teruggestuurd naar de producent om opnieuw gevuld te worden of opnieuw gebruikt te worden voor hetzelfde doel als waarvoor het ontworpen was;
6. Plastic verpakkingen: alle producten waarin plastic materiaal is verwerkt die kunnen worden gebruikt voor het insluiten, beschermen, verladen, afleveren en aanbieden van andere producten, van grondstoffen tot afgewerkte producten, over het gehele traject van producent tot gebruiker of consument.
7. Herbruikbaar product of verpakking: is bestemd, ontworpen en in de handel gebracht om binnen haar levensduur verscheidene omlopen te maken door opnieuw te worden gevuld of gebruikt voor hetzelfde doel als waarvoor het is ontworpen;
8. Recycleerbaar product of verpakking: is recycleerbaar als de onderscheiden materialen in de afvalfase tegen redelijke kosten zuiver gescheiden kunnen worden in monostromen en de toevoeging van additieven (waarin zeer zorgwekkende stoffen zijn verwerkt), tot een minimum is beperkt, zodanig dat deze materialen opnieuw toegepast kunnen worden in nieuwe producten en/of verpakkingen en waarmee verbranding en/of storten wordt voorkomen14;
9. Recycling15: elke nuttige mechanische, fysische of chemische verwerking van plastic afvalstoffen waardoor deze opnieuw worden bewerkt tot producten, materialen of stoffen, voor het oorspronkelijke doel of voor een ander doel. Dit omvat niet energieterugwinning, noch het opnieuw bewerken tot materialen die bestemd zijn om te worden gebruikt als brandstof of als opvulmateriaal. Het gewicht van gerecycled afval wordt berekend als het gewicht van afval, dat - na alle controle-, sorteer- of andere voorbereidende behandelingen te hebben ondergaan om afvalstoffen te verwijderen waarop de herverwerking niet is gericht en om recycling van hoge kwaliteit te waarborgen – wordt ingebracht in de recyclinghandeling waarbij afvalmaterialen daadwerkelijk worden herverwerkt tot producten, materialen of stoffen;
10. Feedstock recycling: is een vorm van chemische recycling waarbij afgedankte plastic materialen zodanig worden teruggebracht tot schone basismaterialen dat zij als voeding (feedstock) in de fabriek van een plastic producent kunnen worden bijgemengd voor de productie van nieuwe plastics;
12 Ten opzichte van het totaal gewicht aan toegepaste plastic materialen.
13 Onder CCU wordt verstaan “Carbon Capture and Utilization”, het opvangen van CO2 en het verwerken tot nieuwe grondstoffen.
14 Om te bepalen of iets meer of minder recycleerbaar is, kan gebruik worden gemaakt van de door het KIDV ontwikkelde ‘Recyclecheck’ van het Afvalfonds Verpakkingen. Zie: xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx.
15 Richtlijn 2008/98/EG betreffende Afvalstoffen.
11. Recyclaat: is plastic materiaal dat voortkomt uit een proces van mechanische, fysische of chemische recycling en weer opnieuw als plastic materiaal in nieuwe producten en verpakkingen kan worden toegepast.
12. Toepassing recyclaat: de toepassing van plastic materialen die voortkomen uit een proces van mechanische, fysische of chemische recycling en die als materiaal in een nieuwe productcyclus zo hoogwaardig mogelijk worden gebruikt voor hetzelfde of voor een ander doel.
Artikel 3. Betere recycleerbaarheid in ontwerp van plastic producten & verpakkingen Inleiding
Partijen onderkennen dat in het verleden plastic producten en verpakkingen niet zijn ontworpen vanuit
circulair perspectief. Daardoor zijn producten en verpakkingen regelmatig zo ontworpen dat deze in de afvalfase moeilijk gerecycled kunnen worden en is een veelvoud van soorten plastics ontstaan. Voor dezelfde functie worden meer en/of gemengde soorten plastics (en etiketten) toegepast naast een veelheid aan verschillende additieven waaronder zeer zorgwekkende stoffen. Dat leidt er weer toe dat de kwaliteit van het recyclaat niet hoog genoeg is om in veel nieuwe producten weer toegepast te worden. Het kan er ook toe leiden dat het product of de verpakking niet anders dan verbrand of gestort kan worden. Partijen willen dit in de toekomst waar mogelijk voorkomen en ondernemen stappen om in het ontwerp van deze producten en verpakkingen eenvoud in materiaal- en additievengebruik te bereiken. Door na te denken over circulair ontwerp (het ‘tweede leven’ van een verpakking of grondstof) kan de herbruikbaarheid en recycleerbaarheid sterk verbeteren. Het Ministerie van XxxX heeft daarom in het kader van haar circulaire economie beleid dit jaar een bedrag van 3 miljoen euro beschikbaar gesteld voor bedrijven die zogenaamde CIRCO tracks willen volgen, waarbij gestimuleerd wordt om vanuit circulair perspectief naar de producten en verpakkingen te kijken.
Ambitie
In 2025 zijn eenmalige plastic producten en verpakkingen die Plastic Toepassende Bedrijven op de Nederlandse markt brengen waar mogelijk en zinvol herbruikbaar, maar in ieder geval 100% recycleerbaar.
Inzet en acties
Om deze ambitie te realiseren, maken Partijen afspraken over de inzet en acties van partijen gericht op de ontwerp- en ontwikkelfase van eenmalige plastic producten en verpakkingen:
Artikel 3.1 Inzet en acties van Plastic Toepassende Bedrijven
1. De Plastic Toepassende Bedrijven identificeren welke toepassingen van plastics, additieven en andere storende factoren, zoals zeer zorgwekkende stoffen in eenmalige producten en verpakkingen de recycleerbaarheid van de afvalstroom nu nog beperken.
2. De Plastic Toepassende bedrijven lichten hun assortiment aan eenmalig te gebruiken plastic producten en verpakkingen door op de mogelijkheid om in het ontwerp aanpassingen te verrichten, zodat deze producten meermalig gebruikt en zodat minder soorten plastic materialen en additieven toegepast kunnen worden in deze producten.
3. De Plastic Toepassende Bedrijven bespreken vervolgens in het kader van een in te stellen werkgroep zoals bedoeld in artikel 8, vierde lid, voor welke toepassingen het voor de hand ligt om bepaalde soorten plastics en additieven te gebruiken. Zij nemen vervolgens concrete maatregelen en koppelen die terug aan de Stuurgroep. De Plastic Toepassende Bedrijven streven ernaar om eind 2019 de eerste maatregelen aan te kunnen kondigen.
4. Waar mogelijk vermarkten de Plastic Toepassende Bedrijven hun innovaties in herbruikbaarheid en recycleerbaarheid op Europees en internationaal niveau en trekken indien mogelijk hierin gezamenlijk via handelsmissies op in het kader van Holland Circular Hotspot.
5. De Plastic Toepassende Bedrijven blijven volledig vrij om hun assortiment naar eigen goeddunken in te richten.
Artikel 3.2 Inzet en acties van Plastic Producerende Bedrijven
Plastic Producerende Bedrijven plegen onderzoek naar innovatieve plastic monomaterialen die de juiste barrière eigenschappen hebben om moeilijk recycleerbare plastic producten en verpakkingen te kunnen vervangen, zodanig dat de marktvraag hier tijdig in kan worden meegenomen. Daarbij kijken zij tevens naar mogelijkheden om zeer zorgwekkende stoffen te verminderen. Partijen zoals genoemd
onder 42 t/m 49 gaan actief het gesprek aan met Plastic Toepassende Bedrijven om de recycleerbaarheid van hun plastic producten en verpakkingen te bevorderen.
Artikel 3.3 Inzet en acties van het Ministerie van IenW
1. Het Ministerie van IenW stimuleert Plastic Toepassende Bedrijven om gebruik te maken van circulair ontwerp trajecten, zoals de zogenaamde CIRCO-tracks en –classes, waardoor bedrijven geïnspireerd worden om bij het op de markt brengen van nieuwe plastic producten en verpakkingen tot gebruik van alternatieve materialen en additieven te komen, tot een andere vormgeving van producten en/of tot het meer circulair vormgeven van het onderliggende business model.
2. Het Ministerie van XxxX stimuleert internationaal opererende Plastic Toepassende Bedrijven om de kennis en ervaring uit de trajecten zoals genoemd onder het eerste lid internationaal te verspreiden en ondersteunt deze partijen in de kennisverspreiding.
3. Het Ministerie van XxxX stimuleert ‘safe by design’ en zal het proces om tot vermindering van additieven met zeer zorgwekkende stoffen te komen, zoals bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, actief ondersteunen door deskundigen te betrekken in een in te stellen werkgroep dienaangaande, zoals bedoeld in artikel 8, vierde lid en kennis te delen over instrumenten die elders in de wereld worden toegepast.16
4. Het Ministerie van XxxX ondersteunt de internationale opschaling van Nederlandse innovaties op het gebied van circulair ontwerp van eenmalige plastic producten en verpakkingen via zijn netwerk van Europese lidstaten, de Europese instituties en internationale netwerken, zoals PACE, en ondersteunt inkomende en uitgaande handelsmissies in het kader van Holland Circular Hotspot (HCH) en bestaande Memoranda of Understanding (MoU) met andere landen.
Artikel 4. Verantwoord gebruik van plastics Inleiding
De Plastic Toepassende Bedrijven en Plastic Producerende Bedrijven zien de noodzaak om de CO2
voetafdruk te beperken en het gebruik van fossiele grondstoffen te verminderen door niet meer dan nodig plastics te gebruiken. Daarbij kan gedacht worden aan (1) minder gebruik, (2) meer hergebruik en/of (3) het vervangen van het plastic materiaal door een alternatief duurzamer materiaal.17
Ambitie
Elk van de Plastic Toepassende Bedrijven maakt in 2025 niet meer dan nodig gebruik van plastic materialen door minder gebruik, door hergebruik, en/of door alternatieve duurzamere materialen, resulterend in 20% minder volume plastic (in kg) relatief ten opzichte van het totale volume op de markt gebrachte producten ten opzichte van het gebruik in het basisjaar (201718). Hierdoor zal in ieder geval het totale volume eenmalige plastic producten en verpakkingen van het geheel aan Plastic Toepassende Bedrijven dalen19.
Inzet en acties
Om deze ambitie te realiseren, maken Partijen afspraken over de inzet en acties van partijen gericht op de gebruiksfase van plastics:
Artikel 4.1 Inzet en acties van Plastic Toepassende Bedrijven
1. De Plastic Toepassende Bedrijven lichten hun assortiment aan producten, verpakkingen en marketingmaterialen door op nut, noodzaak en de mogelijkheid tot hergebruik of
16 Zoals de OECD Substitution Toolbox, de Safer Chemicals Ingredients List van US EPA, de Plastics Scorecard van BizNGO, en de PRIO tool van het Swedish Chemical agency.
17 Vervanging van het ene materiaal door het andere is niet noodzakelijkerwijs duurzamer. Een levenscyclusanalyse is veelal wenselijk om alternatieven te evalueren.
18 Plastic Toepassende Bedrijven die al enkele jaren eerder grote slagen hebben gemaakt in een vermindering van plastics in hun producten en verpakkingen, kunnen in redelijkheid niet gestraft worden voor deze resultaten en mogen daarom in hun individuele doelbereik een eerder basisjaar dan 2017 hanteren (doch niet verder teruggaand dan 2013), indien zij kunnen aantonen dat zij in dat jaar het hoogste volume bereikten in de toepassing van primair fossiele plastic materialen in hun producten en verpakkingen. Collectief rapporteren de Partijen over de prestaties ten opzichte van het basisjaar 2017.
19 Ook al zullen individuele bedrijven door omzetstijging of juridische verplichtingen netto minder afname van het plastic gebruik kunnen realiseren.
materiaalsubstitutie vanuit het perspectief van een zuiniger gebruik en het voorkomen van plastic zwerfvuil in het milieu.
2. De Plastic Toepassende Bedrijven beoordelen aan de hand van deze doorlichting in hoeverre het nodig is om te kiezen voor andere materialen of distributiesystemen20 en informeren de Stuurgroep hierover.
3. De Plastic Toepassende Bedrijven streven ernaar om in de eerstkomende jaren een substantieel deel van hun assortiment21 te hebben doorgelicht en nemen zo snel mogelijk daarna op basis van de resultaten maatregelen die concreet bijdragen aan het realiseren van de ambities zoals gesteld in dit artikel.
4. Voor het stimuleren van hergebruik van producten verkennen Plastic Toepassende Bedrijven samen met logistieke dienstverleners hoe (hygiënisch) hergebruik van hun producten kostenefficiënt kan worden georganiseerd. De resultaten van de eerste verkenningen worden nog in 2019 aan de Stuurgroep gestuurd.
5. In ieder geval Plastic Toepassende Bedrijven zoals genoemd onder 29 t/m 38 verkennen het gebruik van alternatieve materialen en slimme verpakkingen, waarbij zij met andere Plastic Toepassende Bedrijven de afspraak maken om deze alternatieve duurzamere materialen en slimme verpakkingen te testen en uit te gaan proberen in de praktijk. De eerste resultaten worden zo mogelijk uiterlijk voor het einde van 2019 geboekt en worden aan de Stuurgroep gestuurd.
6. Plastic Toepassende Bedrijven zoals genoemd onder 10 t/m 28 ontwikkelen in 2019 een strategie om zwerfvuil verder te reduceren. Daarbij wordt aandacht besteed aan maatregelen in de sfeer van ontwerp, communicatie en (het ontwerp van) retoursystemen die het weggooigedrag van consumenten structureel beïnvloeden. Deze partijen voeren vervolgens die strategie in 2020-2025 uit. Resultaten worden aan de Stuurgroep aangeboden.
7. Waar mogelijk vermarkten de Plastic Toepassende Bedrijven hun innovaties in het verminderen en hergebruik van plastics of de toepassing van alternatieve materialen op Europees en internationaal niveau en trekken indien mogelijk via inkomende en uitgaande handelsmissies hierin gezamenlijk op in het kader van Holland Circular Hotspot.
Artikel 4.2 Inzet en acties van Plastic Producerende Bedrijven
Plastic Producerende Bedrijven zoals genoemd onder 50 t/m 55 ontwikkelen uiterlijk in 2020 nieuwe slimme inzamel- en retoursystemen en bieden aan Plastics Toepassende Bedrijven zoals genoemd onder 2 t/m 38 aan om daarmee uiterlijk vanaf 2021 concrete experimenten uit te voeren. Resultaten worden gemeld aan de Stuurgroep.
Artikel 4.3 Inzet en acties van het Ministerie van IenW
1. Het Ministerie van IenW spant zich in het kader van zijn beleid rond circulair inkopen en de rijksbedrijfsvoering in om het gebruik van eenmalige plastic producten en verpakkingen in de catering in alle rijkspanden terug te dringen.
2. Daartoe wordt in 2019 een Visie- en Actieplan Circulaire Catering opgesteld, waarmee het Rijk onder meer zijn CO2-voetafdruk als gevolg van zijn gebruik van eenmalige plastic producten en verpakkingen verlaagt. Daarvoor wordt onder meer het instrument van de Plastic Scan ingezet. In 2021 stelt het Ministerie xxx XxxX, als eigenaar van inkoopcategorie catering van de Rijksoverheid, een nieuw categorieplan voor de catering van het Rijk op inclusief concrete, kwantitatieve doelen. Het Ministerie van IenW streeft ernaar om in 2019 de eerste contracten te sluiten voor circulaire catering voor 16 locaties van Rijkswaterstaat en het Centraal Justitieel Incasso Bureau.
3. Het Ministerie van XxxX ondersteunt partijen in de ontmoediging van het weggooigedrag van plastic producten en verpakkingen door consumenten en de ontwikkeling van de strategie zoals genoemd in artikel 4.1, zesde lid, via de inzet van haar Behavioral Insight Team (BIT).
4. Het Ministerie van IenW deelt zijn opgebouwde ervaringen zoals bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, actief met andere departementen, andere overheden (Manifest MVI) en bedrijven (Green Deal Circulair Inkopen 2.0).
20 Zoals bijvoorbeeld het gebruik van herbruikbare transport trays, dispensers, verpakkingsvrije schappen, herbruikbare koffiemokken en netten voor groenten en fruit, etc.
21 Plastic Toepassende Bedrijven zoals bedoeld onder 11 t/m 18 kunnen hun invloed vooral uitoefenen in het ontwerp van eenmalige plastic producten en verpakkingen voor zover het hun huisproducten betreft en veel minder op de zogenaamde A-merken).
5. Het Ministerie xxx XxxX ondersteunt de internationale opschaling van Nederlandse innovaties op het gebied van verantwoord (her)gebruik van eenmalige plastic producten en verpakkingen via zijn netwerk van Europese lidstaten, de Europese instituties en internationale netwerken, zoals PACE, en ondersteunt inkomende en uitgaande handelsmissies in het kader van Holland Circular Hotspot (HCH) en bestaande Memoranda of Understanding (MoU) met andere landen.
Artikel 5. Meer en betere sortering en recycling van plastics Inleiding
In Nederland wordt momenteel ca. 52% van alle plastic verpakkingen van huishoudens voor recycling
aangeboden aan recyclers. Feitelijk betekent dit dat conform de nieuwe definities uit de EU Kaderrichtlijn Afvalstoffen momenteel een veel lager percentage van deze verpakkingen gerecycled wordt. Het is van groot belang dat de sorteer- en recyclingcapaciteit in Nederland aanzienlijk wordt uitgebreid omdat het anders onmogelijk wordt om de plastic kringloop te sluiten en de doelstellingen zoals hierna genoemd in artikel 6 te gaan halen. Immers, de toepassende industrie zal niet alleen vragen om hoogwaardige gerecyclede materialen, maar ook om een omvangrijke en continue stroom van recyclaat dat gebruikt kan worden in nieuwe producten en verpakkingen. Daarbij moet tegelijkertijd voldoende kwaliteit van het recyclaat worden geleverd om weer toegepast te worden in nieuwe producten. Zowel afval- en recyclingbedrijven als chemieconcerns investeren momenteel in de verbetering en uitbreiding van de sorteer- en recyclingcapaciteit. Veelbelovend is dat met chemische recycling het mogelijk wordt om ook foodgrade verpakkingen te recyclen tot foodgrade verpakkingen en additieven - zoals kleurstoffen - te onttrekken aan het plastic materiaal. Met gerichte investeringen is het mogelijk om tot een forse uitbreiding en kwaliteitsverbetering van de recycling te komen, zodanig dat Plastics Toepassende Bedrijven grootschalig en continu gerecyclede plastics kunnen inkopen.
Ook de Nederlandse consument, zowel thuis, op het werk als onderweg, kan een bijdrage leveren aan betere sortering en recycling door beter gescheiden afval aan te bieden aan de afvalinzamelaar.
Partijen kunnen daarbij helpen door eenduidige communicatie over het gewenste scheidingsgedrag van de consument. De weggooiwijzer22 is daarvoor een geschikt instrument.
In Nederland komt ca. 2.000 kton plastic per jaar op de markt. Daarvan zal ca. 40-45% bestaan uit eenmalige plastic producten en verpakkingen. Daar deze een korte omloopsnelheid hebben, zal jaarlijks eenzelfde omvang ook in de afvalfase belanden. Dit betekent een volume van 800-900 kton. Bij deze berekening is de import van afgedankte plastic producten en materialen niet meegerekend.
Het Ministerie van XxxX heeft in het kader van de Klimaatenveloppe voor 2019 een bedrag van vijf miljoen euro beschikbaar gesteld voor het stimuleren van meer en betere sortering en mechanische/chemische recycling van plastics en consumptiegoederen. Daartoe wordt de zogenaamde Demonstratie-Energie-Innovatie (DEI-)tenderregeling23 opengesteld voor (consortia) van bedrijven die willen investeren in innovatieve sorteer- en recyclinginstallaties.
Bij de uitbreiding van en innovatie in de sorteer- en recyclingcapaciteit is het van belang dat niet alleen wordt gekeken naar de Nederlandse markt. Andere landen kunnen profiteren van de innovaties die in Nederland zijn ontwikkeld, waarmee het mogelijk wordt gemaakt om ook aldaar de transitie naar de circulaire economie te stimuleren. Maar ook kunnen Nederlandse bedrijven baat hebben bij de internationale opschaling van hun innovaties doordat zij daardoor sneller hun investeringen kunnen terugverdienen en/of volgende innovatiestappen kunnen zetten.
Ambitie
In 2025 is door Plastic Producerende Bedrijven voldoende sorteer- en recyclingcapaciteit in Nederland gecreëerd zodanig dat minimaal 70% van alle eenmalige plastic producten en verpakkingen die in Nederland in de afvalfase belanden, hoogwaardig gerecycled worden.
22 xxxxx://xxx.xxxx.xx/0000/xxxxxxxxxxxxx.xxxx
23 xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxxx-xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx-xxxxxxx-xxxxxxxxx
Inzet en acties
Om deze ambitie te realiseren, maken Partijen afspraken over de inzet en acties van partijen gericht op de afval- en recyclingfase in de plastic kringloop:
Artikel 5.1 Inzet en acties van Plastic Producerende Bedrijven
1. Plastic Producerende Bedrijven zoals genoemd onder 42 t/m 49 investeren in een grotere capaciteit in mechanische en chemische recycling en investeren in onderzoek en ontwikkeling om de gewenste kwaliteit (en het rendement) van recycling te verhogen.
2. Plastic Producerende Bedrijven zoals genoemd onder 50 t/m 55 investeren in een grotere capaciteit in sortering van plastics en investeren in onderzoek en ontwikkeling om de gewenste kwaliteit (en het rendement) van sortering te verhogen (meer monostromen), en streven ernaar dat hun sorteersystemen in 2025 95% plastic monostromen recyclaat opleveren. Om dit te ondersteunen, wordt gebruik gemaakt van de aanwezige en te ontwikkelen kennis en testmogelijkheden, zoals bijvoorbeeld het in 2019 te openen Nationaal Testcentrum Kunststoffen.
3. Waar mogelijk vermarkten de Plastic Producerende Bedrijven afzonderlijk hun innovaties in sortering, mechanische en chemische recycling op Europees en internationaal niveau en trekken indien mogelijk hierin gezamenlijk op via inkomende en uitgaande handelsmissies in het kader van Holland Circular Hotspot.
Artikel 5.2. Inzet en acties van Plastic Toepassende Bedrijven
1. Plastic Toepassende Bedrijven zullen in hun productketen met toeleveranciers afspraken maken, waardoor de vraag naar recyclaat wordt verhoogd en het lonend wordt voor Plastic Producerende Bedrijven te investeren in uitbreiding van de sorteer- en recyclingcapaciteit in Nederland.
2. Plastic Toepassende Bedrijven streven naar een eenduidige communicatie over de afvalstroom waarin eenmalige plastic producten en verpakkingen terecht moeten komen na consumptie van het (verpakte) product, waarvoor de weggooiwijzer een geschikt instrument is.
3. Plastic Toepassende Bedrijven dragen bij aan de effectiviteit van testcentra voor plastics, zoals het Nationaal Testcentrum Kunststoffen door deze te betrekken in hun vragen en dilemma’s rond de ambities zoals gesteld in artikel 3, 4 en 6.
4. Waar mogelijk vermarkten de Plastic Producerende Bedrijven hun innovaties in sortering, mechanische en chemische recycling op Europees en internationaal niveau en trekken indien mogelijk hierin gezamenlijk op via inkomende en uitgaande handelsmissies in het kader van Holland Circular Hotspot.
Artikel 5.3 Inzet en acties van het Ministerie van IenW
1. Het Ministerie van XxxX ontwikkelt een afwegingskader chemische recycling die duidelijkheid schept in de wenselijkheid van de toepassing van bepaalde chemische recycling technologieën;
2. Het Ministerie van XxxX promoot het gebruik van de aanwezige en te ontwikkelen kennis en testmogelijkheden en enthousiasmeert Plastic Producerende Bedrijven om verder te blijven investeren in hoogwaardige plastic sortering en recycling.
3. Het Ministerie van XxxX zoekt de verbinding met de lessen die worden getrokken uit het convenant Meer en Beter Recyclen24.
4. Het Ministerie van XxxX roept de Plastic Producerende Bedrijven op om gebruik te maken van de DEI tenderregeling om private investeringen te ondersteunen voor sortering en mechanische/chemische recycling van kunststoffen en consumptiegoederen.
5. Het Ministerie xxx XxxX ondersteunt de internationale opschaling van Nederlandse innovaties op het gebied van sortering, mechanische en chemische recycling via zijn netwerk van Europese lidstaten, de Europese instituties en internationale netwerken, zoals PACE25, en ondersteunt inkomende en uitgaande handelsmissies in het kader van Holland Circular Hotspot (HCH) en bestaande Memoranda of Understanding (MoU) met andere landen.
Artikel 6. Toepassing gerecyclede en biobased plastics Inleiding
24 Zie: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/
25 Platform for Accelerating the Circular Economy: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/
Partijen in de keten zijn van elkaar afhankelijk. Beleid en innovatie gericht op de ene schakel hebben effecten verderop in de keten. Soms stimuleert dat de circulaire economie, soms maakt het recycling of hergebruik juist moeilijker. De uitdaging is om gecoördineerd te innoveren en beleid te maken, zodat het hergebruik van verpakkingen en grondstoffen steeds aantrekkelijker wordt. Tot op heden vindt nog weinig recyclaat zijn weg in nieuwe producten. Bij de toepassing van recyclaat in foodgrade plastic producten en verpakkingen vormt de Europese regelgeving voor voedselveiligheid een barrière. Partijen hebben de ambitie om meer recyclaat toe te gaan passen in hun producten, omdat met de inzet van recyclaat de meeste milieuwinst te boeken is en omdat we in de circulaire economie zo min mogelijk primaire grondstoffen willen gebruiken. Daarnaast zien Partijen de noodzaak om biobased grondstoffen aan de stroom toe te voegen. Er zal immers altijd materiaal nodig zijn doordat de kwaliteit van molecuulverbindingen zwakker worden en/of aan bepaalde specificaties anders niet voldaan kan worden. Voor beide doelen is het belangrijk dat onnodig belemmerende regelgeving wordt aangepakt en er innovatie en onderzoek plaatsvindt. Maar ook is belangrijk dat zekerheid ontstaat in het economisch verkeer tussen bedrijven over de gerecyclede en biobased content van materialen en producten.
Ambitie
Alle eenmalig te gebruiken plastic producten en verpakkingen die Plastic Toepassende Bedrijven op de markt brengen, zullen in 2025 een zo hoog mogelijk percentage gerecyclede plastics (in kg26) bevatten, met een gemiddelde per bedrijf van minimaal 35%. Daarnaast zullen zoveel mogelijk duurzaam geproduceerde biobased plastics worden gebruikt om het gebruik van primair fossiele plastics te verminderen.
Inzet en acties
Om deze ambitie te realiseren, maken Partijen afspraken over de inzet en acties van partijen gericht op de sluiting van de plastic kringloop, de fase waarin plastic recyclaat en biobased plastics worden toegepast in nieuwe producten:
Artikel 6.1 Inzet en acties van Plastic Toepassende Bedrijven
1. Plastic Toepassende Bedrijven stellen elk jaar een plan vast waarin zij aangeven wanneer voor welke productcategorieën zij welk percentage gerecycelde en biobased plastics gaan toepassen in hun eenmalige producten en verpakkingen en voeren vervolgens dit plan uit. In dat plan formuleren ze tevens doelen en maatregelen voor het beperken van zeer zorgwekkende stoffen (additieven).
2. Bij gebleken geschiktheid committeren de Plastic Toepassende Bedrijven zich in de jaren 2020- 2025 aan het uitvragen van een toenemend volume van gerecyclede en biobased plastics in deze productcategorieën.
3. De Plastic Toepassende Bedrijven informeren de Stuurgroep omtrent de hieruit voortkomende relevante maar niet-concurrentiegevoelige informatie, zodat die een overzicht kan publiceren op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
4. De Plastic Toepassende Bedrijven geven richting Plastic Producerende Bedrijven aan welke cruciale specificaties nodig zijn om aan te voldoen om kostenefficiënt meer gerecyclede en biobased plastics te gebruiken in hun toepassingen, zoals bedoeld in het eerste lid.
5. De Plastic Toepassende Bedrijven willen onterechte claims over het aandeel gerecycled en/of biobased materiaal in plastic producten en verpakkingen voorkomen en ontwikkelen daarom samen met Plastic Producerende Bedrijven in 2019-2020 een afsprakenkader (evt. met certificering) om de juistheid van claims over de samenstelling van toeleverende bedrijven te kunnen waarborgen.
Artikel 6.2. Inzet en acties van Plastic Producerende Bedrijven
1. De Plastic Producerende Bedrijven genoemd onder 39 t/m 49 ontwikkelen nieuwe productie- en recyclingtechnologieën en investeren in de productie- en recyclingcapaciteit om afgedankte plastics hoogwaardig te recycleren en biobased plastics de juiste barrière eigenschappen te geven, waardoor gerecyclede en biobased plastics goed toegepast kunnen worden in nieuwe eenmalige producten en verpakkingen.
2. Plastic Producerende Bedrijven genoemd onder 40 en 41 ontwikkelen in het kader van het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie onder regie van het Transitieteam Kunststoffen een
26 Ten opzichte van het totaal gewicht aan toegepaste plastic materialen.
Actieplan Bioplastics waarin wordt aangegeven onder welke condities en hoe opschaling van veelbelovende duurzaam geproduceerde biobased plastics kan plaatsvinden.27
3. Plastic Producerende Bedrijven genoemd onder 50 t/m 55 ontwikkelen nieuwe sorteertechnologieën en sturen op een schone input van hun sorteerproces door afspraken te maken met hun toeleveranciers, op een zodanige manier dat het mogelijk is voor andere Plastic Producerende Bedrijven om hoogwaardig plastic recyclaat te produceren uit de door deze partijen ter recycling aangeboden gesorteerde materialen.
4. Waar mogelijk vermarkten de Plastic Producerende Bedrijven hun innovaties in sortering, mechanische en chemische recycling op Europees en internationaal niveau en trekken indien mogelijk hierin gezamenlijk op via inkomende en uitgaande handelsmissies in het kader van Holland Circular Hotspot.
Artikel 6.3 Inzet en acties van de Rijksoverheid
1. Mochten er mogelijkheden zijn om bij aangepaste EU-regelgeving de systematiek aan te passen waardoor (chemische) recycling van en voor foodgrade plastics mogelijk gemaakt wordt zonder dat dit ten koste gaat van de voedselveiligheid en volksgezondheid, dan zal het Ministerie van XxxX onderzoeken of deze regelgeving aangepast zou kunnen worden.
2. Het Ministerie van XxxX zal ook bij gebleken andere belemmeringen in nationale en Europese wet- en regelgeving onderzoeken of die regelgeving aangepast zou kunnen worden, uiteraard mits deze aanpassingen niet ten koste gaan van het oorspronkelijke doel van die regelgeving (zoals milieubescherming) en zal over de inzet en resultaten jaarlijks rapporteren binnen het Plastic Pact.
3. Het Ministerie van IenW zal de ontwikkeling van het Actieplan Bioplastics via het transitieteam kunststoffen28 faciliteren, waarmee een impuls wordt gegeven aan de toepassing van duurzaam geproduceerde biobased plastics.
Artikel 7 Rol van Overige Partijen Inleiding
Voor alle genoemde activiteiten, zoals beschreven in artikelen 3 t/m 6, is het van belang dat naast het
Ministerie van XxxX en de Plastic Toepassende Bedrijven en Plastic Producerende Bedrijven, andere partijen proactief participeren in het proces om de gestelde doelen onder artikel 1, eerste en tweede lid, te realiseren. Zij kunnen deze partijen, verenigd in een zogenaamde ‘Community of Practise’, ondersteunen. Dat kunnen maatschappelijke organisaties zijn die vanuit een brede, kritische blik partijen scherp houden in hun aanpak en het doelbereik, maar ook overheden die een regionale regierol willen spelen in het verbinden van partijen en activiteiten. Tevens kunnen brancheorganisaties een rol spelen in het verspreiden van kennis en ervaringen met betrekking tot bijvoorbeeld technische en logistieke innovaties, technologieleveranciers kunnen innovatieve technologie leveren die helpen de doelen te bereiken. Kennisinstellingen dragen bij om de juiste data te verzamelen, andere kennis te ontwikkelen en te delen en die te verspreiden onder de deelnemers van het Plastic Pact.
Ambities
De Overige Partijen ondersteunen het Plastic Pact op een constructieve manier en onderschrijven de doelen zoals die zijn gesteld in artikel 1, eerste en tweede lid. Zij erkennen het belang van een goede uitwisseling van kennis en ervaring en het feit dat de ondertekenaars van het Plastic Pact niet de gehele sector vertegenwoordigen, maar de ambitie hebben om hun ambities verder en hoger te stellen.
Inzet en acties
De Overige Partijen zijn in principe actief in alle fasen van de plastic kringloop.
Artikel 7.1
27 Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/0000/00/00/xxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx- circulaire-economie-2019-2023.
28 Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/0000/00/00/xxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx- circulaire-economie-2019-2023.
De Overige Partijen zullen afhankelijk van hun rol en positie en hun expertise deelnemen aan werkgroepen zoals genoemd in artikel 8, vierde lid, en organiseren ook zelf bijeenkomsten om de succesvolle uitvoering van het Plastic Pact te faciliteren.
Governance
Artikel 8. Kennis, ervaring en dilemma’s delen
1. Partijen informeren hun eigen netwerken over het Plastic Pact en de afgesproken acties en resultaten die geboekt worden.
2. Het Ministerie van XxxX ondersteunt deze uitwisseling door het organiseren van één of meer jaarlijkse bijeenkomsten. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van de faciliteiten die andere Partijen kunnen aanbieden in de vorm van vergaderlocaties en andere voorzieningen.
3. Voor een optimale communicatie wordt in opdracht van het Ministerie van IenW een gemeenschappelijke pagina van het Plastic Pact op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx gebouwd.
4. Er worden door Partijen afhankelijk van de voorliggende vraagstukken werkgroepen samengesteld om dilemma’s te bespreken, samenwerking in de (product)keten te bevorderen, juridische- en marktbelemmeringen te identificeren en inspiratie op te doen voor concrete vervolgacties, zoals bijvoorbeeld rond circulair ontwerp, vereenvoudiging in het gebruik van soorten plastics, de vermindering toegevoegde additieven en zeer zorgwekkende stoffen, hergebruik en logistiek, het beïnvloeden van consumenten (wegwerp) gedrag en/of de toepassing van recyclaat.
5. Het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) kan indien gewenst hierbij ondersteuning bieden.
6. Bij die werkgroepen zullen Partijen zijnde private deelnemers in ieder geval een mededingingsrechtelijk geschoolde jurist laten meekijken om te waarborgen dat specifieke handelingen niet in strijd zullen zijn met het mededingingsrecht.
7. De werkgroepen, zoals genoemd in het vierde lid, rapporteren aan de Stuurgroep die de uitkomsten publiceert op de website zoals genoemd in het derde lid.
8. Partijen organiseren prijsvragen en andere vormen van ‘challenges’ om innovaties aan te jagen.
Artikel 9. Voortgang meten
1. Partijen spreken af om alle relevante data die nodig zijn om de realisatie van de doelstellingen inzichtelijk te maken - voor de nulmeting en voor het meten van de voortgang tijdens het proces - via het secretariaat van de Stuurgroep ter beschikking te stellen aan het RIVM. Het RIVM stelt zo spoedig mogelijk na ondertekening, maar uiterlijk voor 1 mei 2019 aan de Stuurgroep zoals bedoeld onder artikel 10, voor welke indicatoren (data voor meten van de voortgang) relevant zijn, waarop de Stuurgroep de Partijen in kennis stelt van de op te leveren data. Indien nodig volgt in de jaarlijkse voortgangsrapportage een voorstel voor herziening van de indicatoren.
2. Plastic Toepassende Bedrijven rapporteren hun voortgang op basis van de volgende indicatoren:
Ontwerpfase, gerelateerd aan doelstelling in artikel 1, tweede lid onder a:
a. Recycleerbare plastic producten/verpakkingen per bedrijf (in aantal producten en als % van de totale portfolio aan producten en verpakkingen).
b. Aantal eenmalige plastic producten/verpakkingen die voortaan meermalig kunnen worden ingezet per bedrijf (in aantal producten en als % van de totale portfolio aan producten en verpakkingen).
Gebruiksfase, gerelateerd aan doelstelling in artikel 1, tweede lid onder b:
c. Gebruik eenmalige plastic producten en verpakkingen per bedrijf (in kg; in % van het totaal volume aan toegepaste producten/verpakkingen per bedrijf).
d. Aantal eenmalige plastic producten en verpakkingen die voortaan meermalig worden ingezet (in kg; in % van het totaal volume aan toegepaste producten/verpakkingen per bedrijf).
e. Hoeveelheid plastic afval dat per bedrijf (nog) wordt geproduceerd.
Sluiten van de keten (toepassing gerecyclede en biobased plastics), gerelateerd aan doelstelling in artikel 1, tweede lid onder d:
f. Gebruik van gerecyclede plastics (in kg; in % van het totale volume eenmalige producten en verpakkingen per bedrijf met als basisjaar 201729, gecorrigeerd voor de ontwikkeling van de omzet van het bedrijf).
g. Gebruik van biobased plastics (in kg; in % van het totale volume eenmalige producten en verpakkingen per bedrijf met als basisjaar 201730, gecorrigeerd voor de ontwikkeling van de omzet van het bedrijf).
3. Plastic Producerende Bedrijven rapporteren hun voortgang op basis van de volgende indicatoren:
Afdankfase, gerelateerd aan doelstelling in artikel 1, tweede lid onder c:
a. Sortering in mono- en mixstromen uitgesplitst naar soorten plastics uit bron-resp. nascheiding (in kg; in % totale volume aan ingezamelde plastics).
b. Plastic recycling, uitgesplitst in mechanische, chemische en feedstock recycling (per bedrijf; in kg; in % van totale volume afgedankte plastics).
c. Hoeveelheid afgedankte plastics in Nederland die als restmateriaal in afvalenergiecentrales in Nederland zijn verwerkt.
4. Het Ministerie van XxxX rapporteert over de voortgang genoemd in artikel 4.3, op basis van de volgende indicator:
a. Gebruik van plastic producten en verpakkingen in de gebouwen van het Ministerie van IenW (in kg; in %).
5. Het Ministerie van XxxX verkent de opzet van een grondstoffeninformatiesysteem (GRIS) en de wijze waarop gegevens van bedrijven en organisaties over materiaalstromen verkregen kunnen worden en hoe de data in een database vastgelegd worden.
6. Partijen proberen data zoveel mogelijk gelijkvormig aan te leveren. Dat maakt aggregatie, vergelijking van data makkelijker en daarmee wordt collectief gerapporteerd over de voortgang. Partijen zullen hiertoe ook in overleg treden met het zogenaamde Global Reporting Initiative (GRI). Het doel is dat via GRI een gestandaardiseerde en breed toepasbare set indicatoren wordt ontwikkeld die de plastic-impact van organisaties zo precies mogelijk beschrijft die aansluit bij de in artikel 9 genoemde indicatoren. Partijen werken in meerderheid al volgens deze standaard en daarmee wordt onnodig extra datavergaring voorkomen.
7. Over 2017 zal een nulmeting worden uitgevoerd als vertrekpunt voor de uitvoering van het Plastic Pact. Data ten behoeve van de nulmeting worden door de bedrijven uiterlijk 1 augustus 2019 via het secretariaat aan het RIVM aangeleverd.
8. Partijen die alleen de beschikking hebben over wereldwijde of Europese data vanwege het multinationale karakter van hun bedrijf, corrigeren bovenstaande data naar rato van het aandeel van in Nederland op de markt gebrachte producten.
9. Het RIVM analyseert de genoemde data en presenteert de analyse aan de Voortgangscommissie, zoals is bedoeld in artikel 12. Waar nodig worden betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de gegevens in overleg verbeterd.
10. De Voortgangscommissie zal als feedback de nulmeting en de voortgangsdata aan Partijen terugkoppelen, waarbij deze data worden vergeleken met het gemiddelde van de andere Partijen (benchmark).
11. De exacte procedure zal nog worden verfijnd door de Voortgangscommissie.
12. Het Ministerie van XxxX ontvangt alleen de geaggregeerde data van het RIVM, om het ministerie in staat te stellen om de voortgang van de uitvoering van het Pact te volgen, om waar mogelijk extra ondersteuning te bieden en om het parlement te informeren.
Artikel 10. Stuurgroep van het Plastic Pact
1. Partijen stellen een Stuurgroep in.
29 Plastic toepassende Bedrijven die al enkele jaren eerder (niet verder teruggaand dan 2013) grote slagen hebben gemaakt in een vermindering van plastics in hun producten en verpakkingen, kunnen in redelijkheid niet gestraft worden voor deze resultaten en mogen daarom in hun individuele rapportage een eerder basisjaar dan 2017 hanteren, indien zij kunnen aantonen dat zij in dat jaar het hoogste volume bereikten in de toepassing van primair fossiele plastic materialen in hun producten en verpakkingen.
30 Idem als onder voetnoot 29.
2. De Stuurgroep wordt samengesteld uit:
a. een onafhankelijke voorzitter,
b. leden namens Partijen, zodanig dat de verschillende geledingen onder Partijen zich vertegenwoordigd weten, waaronder één vertegenwoordiger van het Ministerie van IenW; en
c. een secretariaat om de stuurgroep en de Voortgangscommissie te ondersteunen met de dagelijkse werkzaamheden, waaronder ook het verkrijgen van monitoringgegevens van de Partijen.
3. De voorzitter van de Stuurgroep wordt op voordracht van Partijen benoemd door de Staatssecretaris van IenW.
4. In de periode 2019 — 2021 wordt het secretariaat verzorgd door het ministerie van IenW (Rijkswaterstaat).
5. Over de periode daarna maken Partijen nadere afspraken.
Artikel 11. Taken van de Stuurgroep
1. De Stuurgroep heeft als primaire taak te sturen op het behalen van de in dit Plastic Pact afgesproken doelen en het nakomen van gemaakte afspraken.
2. De Stuurgroep organiseert tenminste één maal per jaar een bijeenkomst van Partijen.
3. De Stuurgroep draagt zorg voor publicatie van aan haar verstrekte informatie als bedoeld in artikel 3.1, derde lid, artikel 4.1, tweede, vierde en zesde lid, artikel 4.2, eerste lid, en artikel 6.1, derde lid, op de site xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
4. Partijen geven het mandaat aan de stuurgroep om namens hen te beslissen over de toetreding van nieuwe partijen op basis van de gestelde criteria van toetreding, zoals genoemd in artikel 16, derde lid.
5. Het Ministerie van XxxX behoudt zich het recht voor om op basis van gegronde twijfel omtrent de integriteit van de toetredende partij geen instemming voor toetreding te geven.
6. De Stuurgroep krijgt het mandaat om indien de jaarlijkse evaluatie of gewijzigde omstandigheden en inzichten daar aanleiding toe geven, een voorstel te doen aan Partijen om de doelen van het Plastic Pact aan te passen. Een dergelijk voorstel wordt besproken en in stemming gebracht in de jaarlijkse bijeenkomst van Partijen. Het voorstel wordt van kracht als voldaan is aan de voorwaarden als gesteld in artikel 15, tweede lid31.
Artikel 12. Voortgangscommissie van het Plastic Pact
1. Partijen stellen een Voortgangscommissie in. Deze commissie heeft als taak de afspraken in en de effecten van het Plastic Pact te monitoren, te rapporteren en te evalueren.
2. De Voortgangscommissie wordt samengesteld uit deskundigen die in staat worden geacht voortgang van afspraken en de hieruit voortvloeiende effecten uit het Plastic Pact te kunnen vaststellen. De voortgangscommissie wordt voorgezeten door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
3. Het secretariaat van de Stuurgroep coördineert en regisseert het proces van gegevensverzameling. Het RIVM neemt deel aan de voortgangscommissie, adviseert over de indicatoren en de wijze van monitoring, en kan de data over de indicatoren interpreteren en over de voortgang van de doelen rapporteren.
4. Teneinde sturing en monitoring gescheiden te houden, is de Voortgangscommissie onafhankelijk van de Stuurgroep gepositioneerd. De Voortgangscommissie:
a. wordt actief, zo snel mogelijk na inwerkingtreding van het Plastic Pact;
b. kan Partijen op basis van haar bevindingen adviseren;
c. ontvangt data, rapportages en andere informatie over de voortgang van individuele partijen en/of sectoren;
d. kan proactief data verzamelen om de voortgang (beter) te kunnen vaststellen en mag daartoe Partijen verzoeken om (aanvullende) informatie. Daarmee borgt de Voortgangscommissie de kwaliteit van de data en rapportages.
e. komt op gezette tijden bijeen om de voortgang op alle afspraken in kaart te brengen en op basis van die voortgang advies uit te brengen aan de Stuurgroep;
f. houdt bij of er ongewenste effecten ontstaan als gevolg van afspraken in het Plastic Pact en adviseert hierover Stuurgroep en Partijen;
31 Mogelijk is dan wederom een notificatieprocedure noodzakelijk.
x. rapporteert aan de Stuurgroep en Partijen en legt verantwoording af over haar activiteiten en bestedingen;
5. Indien de meningen binnen de Voortgangscommissie over de evaluatie of de uitkomsten daarvan verschillen, vermeldt het verslag de verschillende meningen;
6. De Voortgangscommissie maakt de eerste (nul)meting (over 2017) bekend niet later dan 1 november 2019.
7. De Voortgangscommissie biedt haar verslag vervolgens telkens uiterlijk per 1 januari van elk jaar aan Partijen aan.
Artikel 13. Vertrouwelijkheid van gegevensverstrekking
1. Elke Partij verplicht zich al hetgeen hem bij de uitvoering van het Plastic Pact ter kennis komt, en waarvan hij het (bedrijfs)vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden, op generlei wijze bekend te maken aan derden tot 1 jaar na de looptijd van het Plastic Pact, behalve voor zover enig wettelijk voorschrift of uitspraak van de rechter hem tot bekendmaking verplicht.
2. Partijen zullen in het kader van gegevensverstrekking een of meer protocollen opstellen waarin afspraken worden neergelegd over het delen van informatie en de naleving van de daarop van toepassing zijnde wet- en regelgeving zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming en de Wet openbaarheid van Bestuur.
3. De onderlinge gegevensverstrekking mag niet leiden tot uitwisseling van concurrentiegevoelige informatie tussen Partijen, rechtstreeks dan wel indirect door tussenkomst van de Stuurgroep of Voortgangscommissie.
Slotbepalingen
Artikel 14. Uitvoering in overeenstemming met het recht
De afspraken van het Plastic Pact en de nadere uitwerking daarvan zullen in overeenstemming met het Nederlands recht en met het recht van de Europese Unie worden uitgevoerd, in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese- en Nederlandse regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.
Artikel 15. Wijzigingen
1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken het Plastic Pact te wijzigen.
2. De wijziging behoeft de instemming van het Ministerie van IenW alsmede 75% van alle overige aanwezige Partijen op het jaarlijkse overleg zoals bedoeld in artikel 11, vijfde lid.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden door het secretariaat van de Stuurgroep in afschrift als bijlagen aan het Plastic Pact gehecht en gepubliceerd in de Staatscourant.
Artikel 16. Toetreding van nieuwe Partijen
1. Er kunnen nieuwe Partijen toetreden tot dit Plastic Pact.
2. Deze nieuwe partijen kunnen het verzoek om toe te treden tot het Plastic Pact indienen door een ingevuld en ondertekend digitaal formulier te uploaden naar de betreffende pagina van de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx. Met dat verzoek geven zij tevens aan in welke hoedanigheid zij aan het Plastic Pact willen bijdragen, geven zij aan dat zij het doel en de uitgangspunten van het Plastic Pact onderschrijven en geven zij tevens aan welke actie(s) zij gaan ontplooien en/of aan welke actie(s) zij gaan deelnemen.
3. De stuurgroep zoals genoemd in artikel 10 keurt uiterlijk binnen één maand na ontvangst de toetreding van nieuwe partijen goed op basis van de volgende criteria:
a. De nieuwe partij onderschrijft de algemene doelen en activiteiten van dit Plastic Pact zoals beschreven in artikel 1 t/m 7;
b. De nieuwe partij draagt aantoonbaar in de eigen doelstellingen en activiteiten zoals beschreven in het ingediende formulier bij aan de realisatie van de gemeenschappelijke doelen zoals gesteld in artikel 1 van dit Plastic Pact.
c. Het Ministerie van XxxX heeft geen gegronde twijfel kenbaar gemaakt omtrent de integriteit van de toetredende partij.
4. Het secretariaat van de Stuurgroep houdt een actuele lijst van Partijen bij in bijlage 1 bij dit Plastic Pact, die tevens wordt gepubliceerd op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en - indien gewijzigd - elk half jaar wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
5. Partijen gaan akkoord met het gebruiken van hun officiële naam en logo op de website, zoals genoemd in artikel 8, derde lid.
Artikel 17. Opzegging
1. Elke Partij kan zijn deelname in het Plastic Pact (te allen tijde) met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken schriftelijk opzeggen. De Stuurgroep zal deze opzegging vervolgens publiceren op de website.
2. De deelname van een Partij aan dit Plastic Pact eindigt indien het Ministerie van IenW gegronde twijfel kenbaar heeft gemaakt tegen deze Partij in verband met integriteitsrisico’s die negatief kunnen afstralen op het Plastic Pact.
Artikel 18. Nakoming en geschillenbeslechting
1. Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken in het Plastic Pact niet in rechte afdwingbaar is.
2. Alle geschillen in verband met dit Plastic Pact trachten Partijen op te lossen in onderling overleg. Indien Partijen daar niet in slagen kan het geschil worden voorgelegd aan de Stuurgroep.
3. De Stuurgroep zoekt een oplossing voor het geschil en biedt de bij het geschil betrokken Partijen de gelegenheid om hun zienswijzen te geven. Indien na zes maanden geen oplossing is gevonden, komt de Stuurgroep met een advies gericht aan de bij het geschil betrokken Partijen.
4. Voor zover het geschil het tekortschieten van de nakoming van verplichtingen van een Partij uit hoofde van dit Plastic Pact betreft, kan de Stuurgroep in zijn advies deze Partij aanmanen om binnen een termijn van drie maanden alsnog na te komen tenzij de Partij besluit om het Plastic Pact op te zeggen.
5. Indien de Partij na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn aan het advies geen gevolg geeft, zal de Stuurgroep de overige Partijen verzoeken het Plastic Pact jegens deze Partij op te zeggen. Bij instemming van tweederde meerderheid van Partijen zal de Stuurgroep aan de tekortschietende Partij mededelen dat het Plastic Pact jegens hem wordt opgezegd door de overige Partijen en hij geen rechten meer kan ontlenen aan het Plastic Pact.
Artikel 19. Ontbinding
Het Plastic Pact kan ontbonden worden op verzoek van zowel de Rijksoverheid als een tweederde meerderheid van de overige Partijen. Het verzoek hiertoe wordt gemotiveerd en ondertekend aan de Stuurgroep gemeld en geagendeerd op het eerstvolgende overleg tussen alle Partijen met inachtneming van een vooraankondiging van minimaal vier weken.
Artikel 20. Looptijd, notificatie bij de Europese Commissie en inwerkingtreding
1. Dit Plastic Pact wordt aangegaan voor een periode van de datum van inwerkingtreding tot en met 31 december 2025.
2. Het Plastic Pact wordt geacht niet te zijn vastgesteld en treedt niet in werking dan na afloop van een periode van drie maanden, te rekenen vanaf de datum waarop de Commissie de mededeling ontvangt als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEU L241), mits er in die periode geen Uitvoerig Gemotiveerde Meningen (UGM) door de Commissie of een andere lidstaat worden ingediend.
3. Partijen nemen de uitvoering van alle in dit Plastic Pact genoemde afspraken na inwerkingtreding zo snel mogelijk ter hand.
4. Verlenging van de looptijd van dit Plastic Pact is mogelijk. Partijen treden uiterlijk 6 maanden voor 31 december 2025 in overleg over voortzetting van dit Plastic Pact.
Artikel 21. Citeertitel
Dit convenant kan worden aangehaald als Plastic Pact NL. Artikel 22. Openbaarmaking
Dit Plastic Pact zal na de periode genoemd in artikel 20, tweede lid, openbaar worden gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van het Plastic Pact NL.