Erfpachtovereenkomst
ONDERGETEKENDEN:
1. Gemeente Weert, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd krachtens verleend mandaat door mevrouw X.X. xxx Xxxxxxxxx, afdelingshoofd Ruimte en Economie, hierna te noemen “de grondeigenaar”
en
2. Sportvereniging Altweerterheide, kvk-nummer 40175321, postadres Xxxxxxxxxxx 00, 0000 XX xx Xxxxx, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxxx, vicevoorzitter/penningmeester, hierna te noemen “de erfpachter”.
overwegen als volgt:
Op 01 januari 1978 heeft de grondeigenaar aan de erfpachter in erfpacht gegeven voor een tijdvak van veertig jaar, een perceel gelegen aan Xxxxxxxxxxxx 00 xx Xxxxx.
Partijen wensen de erfpacht te verlengen en komen derhalve overeen:
De ondergetekende sub 1, handelend als gemeld, verklaarde bij dezen een nieuwe erfpachtovereenkomst aan te gaan en derhalve in erfpacht uit te geven aan de ondergetekende sub 2 die verklaarde in erfpacht aan te nemen:
het perceel met de daarop aanwezige clubaccommodatie met overkapping gelegen te Weert, bebouwd, in het bestemmingsplan Altweerterheide, Laar, Stramproy, Swartbroek en Tungelroy, zijnde het kadastrale perceel gemeente Weert sectie AE nummer 575, groot 109 vierkante meter en een deel van het kadastrale perceel Weert sectie AE 579, groot ca. 175 vierkante meter, plaatselijk bekend als Xxxxxxxxxxxx 00 te Weert; op de aan deze overeenkomst gehechte en door ondergetekenden gewaarmerkte situatietekening in kleur aangegeven.
De ondergetekenden, handelend als gemeld, verklaarden dat deze uitgifte en aanvaarding in erfpacht zijn geschied voor een tijdvak van 10 jaren, ingaande op datum notariële akte tegen een canon van € 50,00 (zegge: vijftig euro en nul eurocent) per jaar, vrij van BTW.
Voorbehoud
• Het de erfpachter bekend is dat vooralsnog sprake is van een concept overeenkomst; dat in deze conceptovereenkomst uitsluitend de resultaten zijn omschreven van het door partijen gevoerde overleg, waarover echter nog bestuurlijke besluitvorming moet plaatsvinden.
• De conceptovereenkomst wordt na ondertekening door de erfpachter binnen twee maanden ter goedkeuring aan het college van Burgemeester en Wethouders van Weert voorgelegd.
• Na goedkeuring van het college van Burgemeester en Wethouders wordt de overeenkomst namens de grondeigenaar ondertekend en wordt deze aan de erfpachter toegezonden. Eerst dan is sprake van wilsovereenstemming en van een door partijen gesloten overeenkomst.
• Het is de erfpachter bekend dat er bij onthouding van goedkeuring door het college van Burgemeester en Wethouders geen sprake is van wilsovereenstemming. In dat geval is de conceptovereenkomst niet tot stand gekomen. Partijen kunnen aan het niet tot stand komen van de overeenkomst geen rechten ontlenen en partijen zijn niet gehouden tot enige schadevergoeding in welke vorm dan ook.
Voorwaarden
De ondergetekenden, handelend als gemeld, verklaarden dat deze uitgifte en aanvaarding in erfpacht verder zijn geschied onder de volgende voorwaarden:
Artikel 1 Staat van aflevering
De onroerende zaak wordt afgeleverd in de toestand, waarin zij zich bevindt op de datum van ondertekening van de notariële akte.
De grondeigenaar is gehouden het recht van erfpacht te leveren:
1. vrij van hypotheken, beslagen of inschrijvingen daarvan of andere dan in de erfpachtovereenkomst opgegeven beperkte rechten;
2. vrij van huur, pacht en andere gebruiksrechten;
3. vrij van bijzondere lasten of beperkingen;
4. met de eigenschappen die voor de bestemming en het gebruik zoals omschreven in de erfpachtovereenkomst nodig zijn; de grondeigenaar staat er voor in dat hij bevoegd is de onroerende zaak in erfpacht uit te geven en het recht van erfpacht te vestigen.
Artikel 2 Betalingen, belastingen en lasten
1. De canon dient per jaar en bij vooruitbetaling te worden voldaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de desbetreffende nota. Alle betalingen door de erfpachter aan de grondeigenaar te doen, zowel van de canon als van hetgeen overigens ter zake van het erfpachtrecht mocht verschuldigd worden, zullen moeten geschieden zonder enige korting, inhouding of schuldvergelijking door overschrijving op een bankrekeningnummer van de grondeigenaar.
2. Alle belastingen en lasten, die, onder welke benaming ook, voor de tijd gedurende welke het erfpachtrecht zal bestaan, op of wegens de eigendom van de grond en de gebouwen of wegens de bebouwing worden geheven, zijn voor rekening van de erfpachter.
Artikel 3 Verrekening
Eventueel verschil tussen de bovengenoemde grootte van het in erfpacht uitgegeven perceel grond en de werkelijke grootte zal nimmer aanleiding kunnen geven tot vermeerdering of vermindering van de canon.
Artikel 4 Bestemming/gebruik
Het in erfpacht uit te geven registergoed en de daarop reeds gestichte opstallen zullen slechts mogen worden gebruikt als kantine, waaronder ook begrepen de bestuurskamer, keuken en toiletten en terras.
Deze bestemming dient gedurende het bestaan van het erfpachtrecht te worden gehandhaafd. Ter controle van de naleving van het vorenstaande zal aan de grondeigenaar en/of aan een door deze aan te wijzen gemachtigde op eerste mondelinge aanvraag toegang moeten worden verschaft tot het in erfpacht uitgegeven registergoed en tot de daarop reeds gestichte en nog te stichten opstallen.
Artikel 5 Bebouwing
1. De door de erfpachter gestichte opstallen, beplantingen en eventuele andere werken zullen direct aan de grondeigenaar in eigendom toebehoren.
2. De erfpachter zal de grond en gebouwen in goede staat moeten onderhouden. Wijzigingen aan de opstallen zullen slechts met toestemming van de grondeigenaar mogen worden aangebracht.
3. Het is de erfpachter niet geoorloofd opstallen geheel of gedeeltelijk te slopen of het bouwvolume van de opstallen te wijzigen, zonder dat het college van Burgemeester en Wethouders daarvoor schriftelijke toestemming heeft verleend. Tevens dient krachtens de daarvoor geldende publiekrechtelijke voorschriften een vergunning te zijn verleend.
4. De erfpachter is verplicht alle opstallen tegen brand- en stormschade te verzekeren. De erfpachter is, behoudens uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de grondeigenaar, verplicht tot gehele of gedeeltelijke herbouw van opstallen over te gaan indien deze door welke oorzaak ook zijn teniet gegaan.
5. De erfpachter is verplicht bij beëindiging van de erfpacht de opstallen en verharde terreindelen voor eigen rekening te verwijderen en de grond op te leveren als braakliggend terrein ingezaaid met gras. De erfpachter heeft in verband met het vorenstaande geen enkel recht op een contraprestatie van de grondeigenaar.
Artikel 6 Verontreiniging of aantasting onroerende zaak
De erfpachter is verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde verontreiniging of aantasting van de onroerende zaak te voorkomen, dan wel indien die verontreiniging of aantasting zich voordoet, de onroerende zaak te saneren of de aantasting en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken.
De erfpachter is bovendien verplicht de grondeigenaar terstond op de hoogte te brengen wanneer zich een verontreiniging of aantasting voordoet of dreigt voor te doen.
Artikel 7 Erfafscheiding
De erfpachter verplicht zich tegenover de grondeigenaar het terrein voor zijn rekening af te scheiden en afgescheiden te houden met een deugdelijke, niet ontsierende perceelafscheiding. Erfpachter is verantwoordelijk voor de benodigde vergunning.
Artikel 8 Vrijwaring door de erfpachter, buitengewone herstellingen en lasten
1. De erfpachter is aansprakelijk voor alle aanspraken van derden op vergoeding van schades die na de uitgifte in erfpacht ontstaan door het gebruik of door verontreiniging door de erfpachter van de onroerende zaak of door gehele of gedeeltelijke instorting van opstallen die op de onroerende zaak zijn of worden gebouwd.
2. De erfpachter is verplicht om de noodzaak van buitengewone herstellingen aan de grondeigenaar te melden. De grondeigenaar is niet verplicht tot het uitvoeren van buitengewone herstellingen, noch tot het voldoen van buitengewone lasten.
Artikel 9 Vervreemding
Zonder nadrukkelijke schriftelijke toestemming van de grondeigenaar, is het niet toegestaan het recht van erfpacht, voor het geheel of gedeeltelijk, over te dragen of aan een ander toe te bedelen, in ondererfpacht uit te geven of een ander zakelijk genotsrecht te vestigen. Verder is het niet toegestaan zonder genoemde toestemming het erfpachtrecht op een andere naam te zetten of over te dragen middels een juridische fusie. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.
Artikel 10 Kettingbeding
1. De erfpachter is verplicht en verbindt zich jegens de grondeigenaar, die dit voor zich aanvaardt, de in de overeenkomst opgenomen bepalingen, voor zover zij geen zakelijke werking hebben, bij overdracht van het erfpachtrecht of het verlenen daarop van enig zakelijk recht - met uitzondering van het recht van hypotheek - aan de nieuwe erfpachter of zakelijk gerechtigde ten behoeve van de grondeigenaar op te leggen en aan te nemen, zulks op verbeurte ten behoeve van de grondeigenaar van een terstond invorderbare boete van € 25.000 met bevoegdheid van laatstgenoemde vergoeding van een eventueel meer geleden schade te vorderen.
2. De erfpachter en opvolgende partijen zijn verplicht van zijn rechtsopvolger(s) te bedingen dat deze ook aan bedoelde verplichtingen zijn gebonden en dat deze zijn rechtsopvolger(s) ten behoeve van de andere partij of diens rechtsopvolger(s) gelijke verplichtingen opleggen op straffe van de hiervoor vermelde boete wegens niet-nakoming van deze verplichtingen.
Artikel 11 Nalatigheid
1. Indien de erfpachter langer dan twee jaren in gebreke is gebleven om de canon te betalen, alsmede ingeval naar het oordeel van de grondeigenaar niet voldaan is of wordt aan enige verplichting, die de erfpachter is opgelegd bij of krachtens deze overeenkomst of de wet, kan zonder enige nadere ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst het erfpachtrecht door de grondeigenaar worden vervallen verklaard, onverminderd het recht van deze op schadevergoeding indien daartoe termen aanwezig zijn.
2. Indien de grondeigenaar tot vervallenverklaring besluit, deelt hij dit bij aangetekend schrijven of deurwaardersexploot aan de erfpachter mede en stelt daarbij tevens de dag vast, waarop het recht geëindigd zal zijn en de grond met de opstallen te zijner vrije beschikking moeten worden gesteld,
welke dag tenminste zes maanden na de dagtekening van het aangetekend schrijven of exploot zal dienen te liggen.
3. Binnen veertien dagen na die dagtekening worden door de grondeigenaar ook aan de eventuele hypotheekhouders bij aangetekend schrijven of deurwaardersexploot van de vervallenverklaring kennis gegeven.
4. Indien voor de door de grondeigenaar vastgestelde dag van eindiging van het erfpachtrecht, de oorzaak der vervallenverklaring naar het oordeel van de grondeigenaar is weggenomen en voor die dag bovendien aan de grondeigenaar vergoed zijn de kosten van de bovenbedoelde kennisgeving(en), zal de vervallenverklaring niet in werking treden en mitsdien het erfpachtrecht ongewijzigd blijven voortbestaan. Is de termijn ongebruikt voorbijgegaan, dan is het erfpachtrecht geëindigd op de daarvoor vastgestelde dag.
5. De grondeigenaar is bevoegd, indien het erfpachtrecht door vervallenverklaring eindigt, daarvan te doen blijken in de openbare registers met verwijzing naar bovenbedoelde aan de erfpachter gedane kennisgeving.
Artikel 12 Opzegging om redenen van algemeen belang
1. De grondeigenaar kan het recht van erfpacht beëindigen om redenen van algemeen belang. De beëindiging geschiedt door opzegging van het recht van erfpacht, nadat burgemeester en wethouders een daartoe strekkend besluit hebben genomen.
2. Burgemeester en wethouders maken in de vorm van een ontwerpbesluit een voornemen tot opzegging van het recht van erfpacht bekend, waarin zij gemotiveerd uiteenzetten, welke de redenen zijn die opzegging van het recht in het algemeen belang rechtvaardigen. Burgemeester en wethouders geven de erfpachter, de hypotheekhouder en eventuele derde- belanghebbenden kennis van het voornemen bij aangetekende brief. Tevens maken burgemeester en wethouders hun voornemen tot opzegging algemeen bekend.
3. Omtrent het voornemen tot opzegging van het recht van erfpacht nemen burgemeester en wethouders geen besluit zolang niet tenminste twee maanden na dagtekening van de in lid 2 van dit artikel bedoelde aangetekende brief zijn verstreken. Gedurende deze termijn kunnen de erfpachter, de hypotheekhouder en eventuele derde-belanghebbenden bezwaren tegen het voornemen bij burgemeester en wethouders inbrengen. Burgemeester en wethouders besluiten met inachtneming van de eventueel ingebrachte bezwaren. Indien burgemeester en wethouders niet binnen een jaar na dagtekening van de in lid 2 van dit artikel bedoelde aangetekende brief besluiten tot opzegging van het recht van erfpacht, wordt het in lid 2 van dit artikel bedoelde voornemen geacht niet te zijn gedaan.
4. Het besluit van burgemeester en wethouders bepaalt de dag, waarop het recht van erfpacht uiterlijk moet worden opgezegd. Opzegging vindt vervolgens plaats bij deurwaardersexploot en met inachtneming van een termijn van tenminste één jaar. Deze opzegging moet op straffe van nietigheid binnen acht dagen tevens betekend worden aan de hypotheekhouder en aan anderen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op het recht van erfpacht in de openbare registers staan ingeschreven.
5. Indien het recht van erfpacht eindigt volgens het bepaalde in dit artikel zijn burgemeester en wethouders bevoegd daarvan te doen blijken in de
openbare registers met verwijzing naar hun besluit en naar de aan de erfpachter gedane opzegging.
6. Indien, op de dag dat het recht van erfpacht eindigt, de onroerende zaak niet is ontruimd, kunnen burgemeester en wethouders zonder nadere ingebrekestelling ontruiming doen bewerkstelligen met inachtneming van door derden rechtmatig verkregen gebruiksrechten en het eventuele retentierecht van de erfpachter.
Artikel 13 Schadeloosstelling bij opzegging in het algemeen belang
1. Indien het recht van erfpacht eindigt op de wijze als in het vorige artikel bedoeld, vindt schadeloosstelling plaats met toepassing van hetgeen daaromtrent is bepaald in de Onteigeningswet.
2. Niet zal worden vergoed de waarde van hetgeen in strijd met enige bepaling of voorwaarde in de notariële akte of in een notariële akte houdende wijziging van het recht van erfpacht is gesticht, noch zal worden vergoed de schade ter zake van het beëindigen van een activiteit die in strijd met enige bepaling of voorwaarde in de notariële akte of in een notariële akte houdende wijziging van het recht van erfpacht op de onroerende zaak wordt uitgeoefend, tenzij burgemeester en wethouders daartoe schriftelijk toestemming hebben verleend.
Artikel 14 Beëindiging erfpachtrecht
1. De erfpachter verbindt zich, indien het erfpachtrecht om welke reden of om welke oorzaak ook zal zijn geëindigd, de grond vrij van opstallen, werken en beplantingen onmiddellijk te ontruimen en ter vrije beschikking van de grondeigenaar te stellen. De erfpachter heeft in verband met het vorenstaande geen enkel recht op een contraprestatie van de grondeigenaar.
2. Van lid 1 kan worden afgeweken wanneer grondeigenaar en erfpachter in onderling overleg gezamenlijk schriftelijk anders overeenkomen.
Artikel 15 Kosten
Alle kosten dezer uitgifte in erfpacht, die der onderhavige akte en mogelijke aanvullings- of wijzigingsakten daaronder begrepen, als ook die van de uitgifte aan de grondeigenaar van een eerste grosse dezer akte, zijn voor rekening van en moeten worden voldaan door de erfpachter.
Artikel 16 Faillissement en beslag
1. Indien de erfpachter voor de datum van ondertekening van de notariële akte in staat van faillissement wordt verklaard of surseance van betaling is verleend, alsmede wanneer er voor de datum van ondertekening van de notariële akte executoriaal beslag wordt gelegd op zijn roerende en/of onroerende zaken en/of vorderingen, die de erfpachter (op een derde) heeft dan wel uit een ten tijde van het beslag reeds bestaande rechtsverhouding rechtstreeks zal verkrijgen, is de grondeigenaar bevoegd de erfpachtovereenkomst als ontbonden te beschouwen, zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst zal zijn vereist.
Reeds betaalde gedeelten van de canon zullen worden gerestitueerd voor zover ze het bedrag van de kosten en boeten ingevolge de erfpachtovereenkomst te boven gaan.
Artikel 17 Geschillenregeling
Alle geschillen, die naar aanleiding van de deze overeenkomst mochten ontstaan, van welke aard en omvang ook, daaronder mede begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter.
Artikel 18 Notariële akte.
1. De notariële akte zal worden opgemaakt nadat deze overeenkomst door het gemeentebestuur is goedgekeurd. De notariële akte zal worden verleden voor MHK Notarissen te Weert.
2. Indien een der partijen op het in het vorige lid genoemde tijdstip mocht weigeren aan de ondertekening van de notariële akte mee te werken, verbeurt hij aan de wederpartij een zonder ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst onmiddellijk opeisbare en invorderbare boete ter grootte van het bedrag van vijftig euro per dag, onverminderd het recht van de grondeigenaar op verdere schadevergoeding.
De weigering zal zijn geconstateerd door het niet verschijnen na een ontvangen oproep tot ondertekening van de akte door de notaris voornoemd.
3. De betaling van de hier genoemde boete ontheft de nalatige partij niet van de verplichting tot nakoming van deze overeenkomst.
Xxxxx, 0000
namens de grondeigenaar, namens de erfpachter,
X.X. xxx Xxxxxxxxx J.J.M. Smolenaers afdelingshoofd Ruimte en Economie vicevoorzitter/penningmeester