BESTUURSOVEREENKOMST
Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr. 20232024-0004
25-04-2024
BIJLAGE
Bijlage nr. 1
Bestuursovereenkomst MOS-programma met ingang van 1 januari 2025
BESTUURSOVEREENKOMST
tussen de Vlaamse overheid en
de Vlaamse Gemeenschapscommissie MOS-Programma
met ingang van 1 januari 2025
Tussen :
enerzijds
het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, voor wie optreedt de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, met kantoor te Sint-Joost-ten-Node, Koning Xxxxxx XX-laan7,
hierna aangeduid als ‘de Vlaamse overheid’;
en anderzijds
De Vlaamse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door Xxxx Xxxx, Collegelid bevoegd voor Onderwijs en Scholenbouw,
is overeengekomen wat volgt :
Artikel 1. Voorwerp van de bestuursovereenkomst
Het MOS-programma is een gezamenlijk initiatief van 7 partners: de Vlaamse overheid, de vijf Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC).
MOS helpt leerkrachten en directies om van hun school een milieuvriendelijke en duurzame leer- en leefomgeving te maken, samen met de leerlingen, het schoolteam en het netwerk van de school. De partners maken daartoe een operationeel plan op met doelstellingen en indicatoren (zie verder artikel 4.1.).
De MOS-werking is ontstaan in 2002 en vormt voor ongeveer de helft van de scholen in Vlaanderen dé basis voor een geïntegreerde en structurele werking rond milieu- en duurzaamheidsvraagstukken op school. In 2018 werd het huidige MOS-programma vormgegeven. De partners sloten bestuursovereenkomsten om de MOS-werking met ingang van 1 januari 2020 t.e.m. 31 december 2024 vorm te geven.
De voorliggende bestuursovereenkomst heeft betrekking op de verdere implementatie in de Vlaamse scholen van het MOS-programma vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 augustus 2025. Deze verlenging garandeert dat scholen op MOS-ondersteuning kunnen rekenen voor het volledige schooljaar 2024-2025.
De Vlaamse overheid blijft verantwoordelijk voor de coördinatie. De provincies zorgen op hun grondgebied voor de implementatie tot op schoolniveau; de Vlaamse Gemeenschapscommissie doet dit voor de Nederlandstalige scholen in het Brussels hoofdstedelijk gewest.
Artikel 2. Aanvang en duur van de overeenkomst
De bestuursovereenkomst neemt een aanvang op 1 januari 2025 en loopt tot en met 31 augustus 2025.
De overeenkomst kan van rechtswege worden ontbonden bij een geschil over de toepassing van de uitvoering van deze bestuursovereenkomst nadat werd getracht een minnelijke regeling te bekomen.
Artikel 3. Uitvoering en taakverdeling Artikel 3.1. Opdracht
De Vlaamse overheid, de Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie engageren zich om het MOS-programma in het basis- en secundair onderwijs te implementeren.
Alle partners engageren zich om in te zetten op een goede inhoudelijke wisselwerking en samenwerking met de eigen relevante beleidsinitiatieven. De partners gaan op zoek naar synergiën binnen het eigen netwerk en de eigen (lokale) partnerschappen om de MOS- werking te versterken.
Voor de uitvoering van de overeenkomst maken alle partners een afsprakennota, die volgens de noodwendigheden van het ogenblik aanpasbaar is, en zo desgevallend flexibel kan inspelen op de beleidsprioriteiten, actualiteit en de noden van het onderwijs. De afsprakennota is een in consensus gemaakte nota waarin, binnen de krijtlijnen van de bestuursovereenkomsten, de dagelijkse uitvoering van MOS wordt beschreven met de specifieke taakverdeling voor elke partner, de inspanningsverbintenissen, wijze van erkenning en waardering voor scholen, de rol en de bevoegdheid van overlegstructuren.
Artikel 3.2. Personeel
Voor de implementatie van MOS in de scholen stelt elke provincie minstens 3 VTE MOS- begeleiders tewerk; de Vlaamse Gemeenschapscommissie stelt minstens 1 VTE MOS- begeleider tewerk. Voor de coördinatie van het gehele project zet de Vlaamse overheid minstens 4 VTE coördinatoren in die samen de MOS-coördinatie vormen.
Binnen de kredieten voorzien in de Vlaamse begroting 2024 wordt een tegemoetkoming van de volledige loonkost van 1 VTE MOS-begeleider van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voorzien. Van het saldo van de voorziene kredieten wordt een evenredig deel voor elke provincie voorzien als tegemoetkoming voor de loonkosten van 2 VTE provinciale MOS-begeleiders per provincie, na de aanwerving van de eerste VTE MOS-begeleider op budgetten van de provincie.
Voor de tegemoetkoming in de loonkosten worden volgende kosten aanvaard: 1° brutoloon, vakantiegeld, eindejaarspremie en RSZ-bijdrage van de werkgever; 2° verzekering tegen arbeidsongevallen;
3° verzekering burgerlijke aansprakelijkheid; 4° kosten medische preventie;
5° premie hospitalisatieverzekering;
6° tegemoetkoming in de verplaatsing van en naar het werk; 7° bijdrage 2de pensioenpijler;
8° werkgeversbijdrage maaltijdcheques;
9° ecocheques;
10° consumptiecheques;
11° vergoeding thuiswerk;
12° vakbondspremiebijdrage;
13° RSZ-verminderingen waar de werkgever een beroep op doet en die hij verkrijgt; 14° administratieve kosten aangerekend bij detachering leerkracht.
Het staat elke provincie en de Vlaamse Gemeenschapscommissie vrij extra MOS- begeleiders aan te werven op eigen budgetten, zowel voor wat loonkosten als werkings- en uitrustingskosten betreft.
De provincie neemt de aanwervings-, werkings-, huisvestings- en uitrustingskosten voor minstens 3 VTE MOS-begeleiders op zich. De Vlaamse Gemeenschapscommissie neemt de aanwervings-, werkings-, huisvestings- en uitrustingskosten voor minstens 1 VTE MOS- begeleider op zich.
De provincie bepaalt hoe de MOS-begeleidingstaken onder de MOS-begeleiders worden verdeeld. De provincie beslist over de standplaats van de provinciale MOS-begeleiders.
De Vlaamse overheid werft 4 VTE MOS-coördinatoren en neemt de loonkost, de aanwervings-, werkings-, huisvestings- en uitrustingskosten op zich, onder voorbehoud van beschikbaarheid van kredieten op de Vlaamse begroting 2025.
De Vlaamse overheid bepaalt hoe de MOS-coördinatietaken onder de MOS-coördinatoren worden verdeeld. Zij beslist over de standplaats van de MOS-coördinatoren.
Artikel 3.3. Ondersteuning door de MOS-begeleiders en -coördinatoren
De MOS-begeleiders zorgen voor schoolspecifieke begeleiding en implementeren de MOS- doelstellingen op lokaal niveau.
De MOS-coördinatie staat in voor de ondersteuning van de MOS-begeleiders en voor de inhoudelijke, educatieve, organisatorische en informatieve coördinatie van het MOS- programma op Vlaams niveau.
Artikel 3.4. Eenvormigheid
De 7 partners streven naar eenvormigheid van het MOS-programma. De MOS-coördinatie bewaakt de minimale eenvormigheid en zorgt voor voldoende afstemming tussen alle partners. De aard van minimale eenvormigheid wordt bepaald in de afsprakennota.
Artikel 3.5. Communicatie en naambekendheid
De communicatiestrategie (incl. planning, mediakanalen, huisstijl, …) en de afspraken over de informatiestroom voor allerlei communicatiemiddelen worden vastgelegd in de afsprakennota.
De partijen erkennen het belang van het gebruik van het Nederlands bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten. De partijen gebruiken uitsluitend het Nederlands in hun onderlinge mondelinge en schriftelijke communicatie.
Het Departement Omgeving plaatst het jaarverslag zoals vermeld in artikel 4.2 op haar website.
Artikel 4. Planning, evaluatie en overlegstructuur Artikel 4.1. Planning, opvolging en evaluatie
Op voorstel van de MOS-coördinatie en in overleg maken de 7 partners een operationeel plan op. Het operationeel plan specifieert de verantwoordelijkheid van elke partner hierin en laat evaluatie toe via de opvolging van indicatoren zoals opgenomen in het operationeel plan. Het operationeel plan wordt voorgelegd aan de Vlaams minister bevoegd voor Omgeving samen met het dossier voor vastlegging van de tegemoetkoming van de lonen voor MOS-begeleiders.
Artikel 4.3. MOS-Overleg Vlaamse overheid, provincies en VGC
Het MOS-overleg behandelt contractuele verbintenissen en de evaluatie van de lopende werking in het kader van deze overeenkomst.
Het MOS-overleg bestaat uit:
- 5 vertegenwoordigers van de provincies;
- een vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschapscommissie;
- een vertegenwoordiging van de Vlaamse overheid, waaronder de MOS- coördinatie.
Het voorzitterschap en secretariaat van het overleg wordt opgenomen door de Vlaamse overheid. De frequentie van vergaderen wordt bepaald in de afsprakennota.
Dit overleg beslist in consensus en binnen de kaders van deze bestuursovereenkomst over eventuele operationele knelpunten. Bij gebrek aan consensus neemt de Vlaams minister bevoegd voor Omgeving een beslissing.
Artikel 4.4. Afstemming met onderwijsactoren: VLOR-commissie Onderwijs en Samenleving
Afstemming met onderwijsactoren gebeurt via de VLOR-commissie Onderwijs en samenleving waarvan MOS formeel lid is. Deze VLOR-commissie komt een 5-tal keer per jaar samen en is samengesteld uit vertegenwoordigers van:
- de onderwijskoepels en/of hun pedagogische begeleidingsdiensten;
- andere schoolondersteunende partners zoals de clb;
- onderwijspersoneel;
- leerlingen;
- ouders;
- externe aanbieders;
- lerarenopleidingen;
- betrokken overheden (oa. beleidsdomein Onderwijs en Vorming van de Vlaamse overheid, het Departement Onderwijs en Vorming).
MOS kan zaken agenderen op de commissie om over uit te wisselen met de verschillende onderwijsactoren. Door deelname aan de commissie kan MOS zowel feedback verzamelen op eigen initiatief als de vinger aan de pols houden over wat leeft binnen de ruime onderwijssector.
Artikel 5. Financiële modaliteiten Artikel 5.1. Uitgaven en begroting
De uitgaven m.b.t. de loonkosten van de gedetacheerde leraren en van de contractuele of statutaire personeelsleden die tewerkgesteld zijn bij de Vlaamse overheid in het kader van deze overeenkomst, de uitgaven m.b.t. de tegemoetkoming van het Vlaams Gewest aan de provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de uitgaven m.b.t. de algemene werkingskosten voor het Vlaams Gewest die verband houden met deze overeenkomst vallen ten laste van de Vlaamse begroting.
Artikel 5.2. Betalingsmodaliteiten
De uitbetaling van de tegemoetkomingen, verbonden aan deze overeenkomst, aan de provincie / de VGC zal als volgt worden uitgevoerd:
1. een voorschot van 60% van de toegekende subsidie wordt uitbetaald voor 1 mei 2025;
2. het saldo van maximaal 40% van de toegekende subsidie wordt uitbetaald na goedkeuring van de financiële en functionele verantwoording (zie verder).
De provincie / de VGC dient uiterlijk op 15 mei van het daarop volgende kalenderjaar een schuldvordering in samen met de financiële en functionele verantwoording (zie verder).
De financiële verantwoording omvat een verklaring op erewoord (door de gevolmachtigde) met een gedetailleerde verantwoording van de loonkost. Bij onduidelijkheid kan een kopie van de loonfiches van elk personeelslid voor wie een tegemoetkoming gevraagd wordt of een kopie van de facturen van het Departement Onderwijs en Vorming als het over een gedetacheerde leraar gaat, worden opgevraagd.
De functionele verantwoording omvat een beschrijving van de bereikte resultaten en de uitgevoerde activiteiten en gebeurt aan de hand van het jaarverslag zoals vermeld in artikel 4.2.
De aanvraag om betaling van de schuldvordering wordt gericht aan het afdelingshoofd van de Afdeling Partnerschappen met Besturen en Maatschappij, van het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid.
Bij elke nieuwe of gewijzigde arbeidsovereenkomst tussen de provincie en elke MOS- begeleider, worden de arbeidsovereenkomsten binnen de maand bezorgd aan de Afdeling Partnerschappen met Besturen en Maatschappij, van het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid.
Artikel 6. Gegevensverwerking
Artikel 6.1. Gegevensverwerking
Om aan de verplichtingen voortvloeiend uit deze overeenkomst te voldoen, verwerkt het Departement Omgeving de volgende persoonsgegevens:
1° gedetailleerde loonkostgegevens van de MOS-begeleiders;
2° loonfiches of individuele rekening van de MOS-begeleiders in voorkomend geval; 3° arbeidsovereenkomsten van de MOS-begeleiders.
Artikel 6.2. Subsidieregister
De gegevens in het kader van het subsidiedossier, zoals nader vermeld in artikel 4 van het decreet subsidieregister, worden door het Departement Omgeving verwerkt. Die gegevens kunnen volgende categorieën van gegevens van de subsidiebegunstigden bevatten:
1° naam;
2° gegevens over de financiële tegemoetkoming.
Het Departement Omgeving verwerkt die gegevens in uitvoering van het subsidieregister en in kader van het voorwerp van deze overeenkomst. Meer informatie is te vinden in de gegevensbeschermingsverklaring. Het provinciebestuur bevestigt door het ondertekenen van deze overeenkomst op de hoogte te zijn van voorgaande bepalingen, aanvaardt zij die volledig en stemt zij in met de verwerking van de gegevens in het kader van de subsidieaanvraag (met inbegrip van de publicatie ervan) met toepassing van het decreet van 19 november 2021 tot oprichting van een Vlaams subsidieregister.
Opgemaakt te Brussel in drie exemplaren, waarvan elke partij verklaart een exemplaar te hebben ontvangen op ……………………………….
Voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie
Collegelid bevoegd voor Onderwijs en Scholenbouw
Xxxx XXXX
Voor de Vlaamse Regering
Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme,
Xxxxx XXXXX
Gezien om gevoegd te worden bij Collegebesluit houdende de goedkeuring van de bestuursovereenkomst 'MOS-programma' tussen de Vlaamse overheid en de Vlaamse Gemeenschapscommissie nr. 20232024-0004 van 25-04-2024
De collegeleden,