94 MAANDBLAD VOOR ACCOUNTANCY EN BEDRIJFSHUISHOUDKUNDE
94 MAANDBLAD VOOR ACCOUNTANCY EN BEDRIJFSHUISHOUDKUNDE
Verkoopcontracten
Voor de verkoopcontracten wordt een register gehouden naar dezelfde principes ingericht, waarvan we dus de liniatuur- samenstelling aan den lezer over kunnen laten. Alleen de con- tract-verkoopen (niet de reizigersorders voor de kleine afleve ringen) worden hierin opgenomen.
Hoofdzaak is dat hier de bepaling der winstpunten op gelijke wijze geschiedt als bovenaangegeven voor de inkoopen.
Bootenboek.
In bet bootenboek worden, behoudens de aankoopen boven bedoeld, ook de facturbedragen opgenomen en worden de kos ten van aanvoer, assurantie etc. tot en met den veemopslag op genomen. Hierin ligt dus de controle dat geen andere kosten worden betaald dan in verband met de koopconditie toelaatbaar'
is.Verkoopen van stoomende partijen worden in dit register af geschreven, zoodat hierin tevens controle verkregen wordt op het quantum, dat per saldo te Amsterdam moet worden aange voerd en dat na het ontvangen opslagbewijs in de voorraadad ministratie wordt opgenomen. Dit register stelt, daar elke ver zending hierin is opgenomen tevens in staat de ter acceptatie aangeboden documentenwissel te controleeren. Vermelding van gedaan accept en betaaldatum in het register, waarin later na de betaling ook aanteekening van de ontvangst der docu menten. De verdere behandeling van den wissel valt buiten dit vraagstuk.
Locokoop en verkoop Reizigersorders
Deze worden in registers naar een gewone voor zulke trans acties gebruikelijke en dus aan deelnemers der studiekolom wel bekende wijze gehouden. De ontvangst of aflevering wordt door invulling van factuurdatum en nummer vastgelegd.
Bij de maandbalans wordt het voor- of nadeelig verschil op niet uitgevoei'de orders bepaald door de verschillen met de marktnoteering te berekenen. Behandeling van deze verschik len als bovenbeschreven met winstpunten is hier niet van be lang, daar deze orders niet langer dan een maand openstaan.
Voorraadadministratie
Deze sluit aan bij het bootenboek en geeft dus op gebruike lijke wijze (naar de verschilende wijzen naar verkoop-soorten- onderscheiding gerubriceerd) de voorraden op veem aanwezig onder vermelding van naam veem en Geelnummer.
In het inkoopboek en verkoopboek wordt Santos en Robusta afzonderlijk gehouden en in speciale kolommen de gefactureerde hoeveelheden vermeld, welke nader op de betreffende groot boekrekening „Santoskoffies” en „Robustakoffies ’’ worden vermeld. De hoofdadministratie geeft dus een totaalcontröle op den voorraad.
Van de ceelen in onderpand bij de A. L. K. houdt men aan- teekening in het vooraadboek, zoodat men bij inventarisatie ge makkelijk zien kan, welke ceelen op kantoor aanwezig moeten zijn.
Een afzonderlijk eenvoudig contröleboekje op de bjj de A.L.K.
liggende Geelnummers behoeft geen nadere beschrijving.
Effectieve positie.
Men stelle tegenover elkander:
de hoeveelheid van beide soorten in inkoop- of verkoopcon tracten nog loopende; het quantum van loco-inkoopen, nog idet door ons ontvangen en van loco- en reizigers verkoopen nog niet afgeleverd, de op veem liggende voorraad en het quan tum nog in verkoopcontracten verkocht, maar niet afgeleverd. Een en ander mede te onderscheiden naar de verschillende maanden, waarop de contracten loopen.
Contracten A. L. K.
Hierbjj is het niet noodig om inkoop- en verkooporders in afzonderlijke administratie te scheiden, omdat alle contracten betrekking hebben op standaard qualiteit (Robusta of Santos) en in compensatie worden afgerekend. Een register als model II kan hiervoor worden aangehouden.
Elke maand waarop contracten worden afgesloten krijgt een folio; de datumkolom bevat dan maand en dag waarop het con tract is afgesloten.
Wanneer afrekening met de A. L. K. heeft plaats gehad wordt ter bestemde plaats de verwijzing naar de afrekening ingevuld, zoodat dus in het register steeds blijkt, welke con tracten nog openstaan.
Opmaking in debet en credit geeft dus, daar elk contract 250 balen is, aan hoe groot de positie in termijncontracten per de betreffende maand is. .
Ook hier worden voor inkoop- en verkoopcontracten bij in- boeking dadelijk bepaald de voor- of nadeelige verschillen ten aanzien van een standaardnoteering.
Maandelijksehe becijfering van de winstpunten van de
standaardnoteering ten aanzien van de marktnoteering over het saldo der contracten geeft dus aan hoe bij elke maandbalans het cjjfer der voorloopige winstpunten gereduceerd moet wor den om de juiste contraetwinst te bepalen.
Wanneer bij afwikkeling van contracten door de Kas aan zegging tot levering gedaan wordt, wordt de ontvangen koffie in de voorraadadministratie gebracht, bijzonderheden zijn daar aan niet verbonden. Alleen moet erop gelet worden dat het verband met de hoeveelheden in de hoofdadministratie bewaard blijft.
Geen inzendingen werden op dit vraagstuk ontvangen, wat steller zeer verbaasd, daar de enkele technische moeilijkheden die hierin zaten, toch aan elk die Handelstechniek bestudeerd heeft bekend moeten zijn. .
Voor ditmaal zal, teneinde het interesse bij studeerenden wat aan te wakkeren, een examenopgave in de studierubriek op gegeven worden.
FISCALITEITEN
Onder de voorgestelde wijzigingen der Belastingwetten in den laatsten tijd aangenomen, een aantal der werkelijk onrust barend is geworden, is er een, waarbij het 3e lid van art. 11 der Wet op de Dividend en Tantième Belasting ingetrokken is. Het diende ter bescherming van de belangen van de aandeel houders tegen directeuren en commisarissen hunner Naamlooze Vennootschappen. Het bepaalde, dat de belasting verschuldigd van de tantièmes daarvan afgehouden moet worden, en dat alles wat in strijd hiermede door de tantièmisten is genoten van hen teruggevorderd kan worden, terwijl ten overvloede is bepaald, dat elk besluit, dat met die bepalingen in strijd is, nietig is. Reeds bij de behandeling van de wet in de Staten-Generaal stond het artikel in het centrum van de belangstelling. De commentaren er op beslaan kolommen en kolommen in de Han delingen. Reeds daarin komt duidelijk tot uiting, dat men om aandeelhouders te beschermen en te voorkomen, dat de belasting te betalen over de tantièmes hun dividend nog eens extra zou drukken, de bij de winstverdeeliug noodige berekeningen ter vaststelling van het dividend en de tantièmes nu niet bepaald gemakkelijk maakte. Helaas werd deze moeilijkheid voorname lijk als betoog gebruikt om het niet al te moeilijk te maken en dus de geheele belasting op de tantièmes maar te laten ver vallen. Hiertegen hadden de elkaar in snelle vaart opvolgende Ministers, n.1. eerst Treub, daarna van Xxxx en vervolgens weer Treub bezwaar, totdat de laatste er in slaagde de bezwaren te overwinnen door de berekening als bijzonder eenvoudig voor
MODEL I.
MAANDBLAD VOOR ACCOUNTANCY EN BEDRIJFSHUISHOUD KUNDE 95
INKOOPCONTRACTENREGISTER.
—1 »—< | Aantal af te leveren | Verlading der partijen naar de onderstaande maanden. | |||||||||||||||||||||||
Datum | e e | Ver- | Aflader | aqual.i andu ding | balen naar de maanden | ||||||||||||||||||||
kooper | |||||||||||||||||||||||||
u0 cr | afsch. | s | afsch. | s. | afsch. | s. | afsch. | s. | afsch. | s. | afsch. | s | |||||||||||||
s. | f°. | f°. | f°. | f°. | f°. | s. | f°. | ||||||||||||||||||
dat. | dat. | s. | dat. | s | dat. | s. | dat. | s. | dat. |
. .
MODEL II.
INKOOP.
Prijs per <8 | In te dekken bedrag in £ naar de maanden | Voorl. Winst- of Verliespunten naar de maanden | Factuurnummer der aflevering | |||||||||||
Koop- condities | Indekkings koers | |||||||||||||
4- | + | |||||||||||||
- | + | + | — | + | — | + | — | |||||||
— | — |
CONTRACTENBOEK A. L. K.
VERKOOP.
Datum | Contract No. | Prijs | Voorloopige Winstpunten | Datum van afrekening | folio nummer. Bankboek A. L. K. | Datum | Contract No. | Prijs | Voorloopige Winstpunten | Datum van afrekening | folio nummer. Bankboek A. L. K. | |
+ | — | + ! - | ||||||||||
Confrarfm aanH |
te stellen. Inderdaad was zijn berekening tamelijk eenvoudig, maar helaas niet juist, daar de belasting, zoowel van dividend als van tantième boven het honderd gerekend was, in strijd met de algemeen geldende interpretatie van het begrip uitdeeling, waaronder men steeds verstond het bedrag, dat ontvangen werd op de dividendbewijzen. Hoe het ook zij, de Kamer zwichtte voor het argument en nam het artikel aan.
Na invoering der wet berekende de Administratie de belas ting van de dividenden van het honderd, die der tantièmes boven het honderd. Zij beriep zich hierbij behalve op het feit, dat de belasting een zakelijke was, op art. 11 derde lid m.i. ten onrechte, daar hierin alleen bepaald wordt te wiens laste de belasting moet komen, in welk geval het onverschillig is, of deze van, of wel boven het honderd berekend werd.
De Raad van Beroep stelde den fiscus in het gelijk, doch de Ilooge Raad overwoog in cassatie (B 2369), dat ingevolge art. 1 en 2 als uitdeeling wordt aangemerkt, wat inderdaad als zoo danig aan aandeelhouders wordt uitgekeerd, nadat daarvan door de N. V. dividend-belasting is betaald. Wel is waar gaf de omstandigheid, dat voorstellen naar de bedoeling van den voor steller de belasting een zuiver zakelijke zou zijn, geheven van een bepaalde opbrengst, steun aan de opvatting van den Raad van Beroep. Evenzoo waren in het besprokene bij de behande ling wel gronden daarvoor te vinden, doch dit alles nam niet weg, dat waar in art. 2 dividend en tantième in beginsel waren gelijkgesteld, geen reden aanwezig was de belasting van beide verschillend te berekenen.
Deze zwarigheid was dus opgelost, bleef dus alleen de moei lijkheid om de grootte van het tantième te bepalen, rekening
houdende met de belasting, die er van afgehouden moest wor den. Vooral indien naar evenredigheid de belasting van divi dend en die van tantième verminderd moest worden met een aftrek, omdat onder de winst opbrengst van aandeelen op naam begrepen was, was dit niet direct eenvoudig te noemen, daar men, als het precies geschiedde, hoogere machtsvergelij- ingen noodig had.
Dez moeilijkheid bestond niet voor den fiscus, daar die alleen te maken had met de vastgestelde dividenden en tantièmes. De moeilijkheid daar was, dat er, ondanks de goede meening, die de Minister in de Memorie van Antwoord had van de be stuurders van Naamlooze Vennootschappen, zeer vele waren, die trots alles, zich niets gelegen lieten liggen aan art. 11 en zooals steeds de dividend- en tantième-belasting boekten ten laste van de winst- en verlies-rekening. Trouwens by het mee- rendeel ervan liepen de belangen van de aandeelhouders en de bestuurders vrijwel parallel. Men stelde zich algemeen op het standpunt, dat de in strijd met art. 11 der wet door de N.V. betaalde belasting van de tantièmes een nieuwe uitkeering vormde, uitgaande van de overweging, dat belastbaar is, het geen uitgekeerd is en niet hetgeen volgens de statuten uitge keerd had moeten worden.
Feitelijk zou dit een uitkeering zijn genoten in het volgende boekjaar, doch algemeen onderzocht men alleen of het aange geven bedrag werkelijk uitgekeerd was, zoodat, indien de be lasting van het berekende tantième niet werd afgenomen, deze dadelyk werd belast.
Hiez'inede was de Hooge Raad het blijkens B. 3251 echter niet eens. Eene N.V. had zich verzet tegen den aanslag berekend
96 MAANDBLAD VOOR ACCOUNTANCY EN BEDRIJFSHUISHOUDKUNDE
over de bruto uitkeeriug van het tantième, doch haar reclame was afgewezen door den Raad van Beroep, omdat erkend was, dat de belasting niet in mindering van het salaris en winst aandeel werd gebracht. Daar de belasting werd geheven over hetgeen de genieters werkelijk in handen kregen, was de aan slag, volgens den Raad, juist opgelegd.
De Hooge Raad echter concludeerde uit de omstandigheid dat krachtens art. 11 een uitkeering van tantième, waarvan de daarop verschuldigde belasting niet is afgetrokken, in strijd met de wet geschiedt en zonder nader besluit terug gevorderd kan worden, volgt, dat dit bedrag niet behoorde tot dit uitdee- lingen, waarop de directie of commissarissen recht hebben.
De uitspraak werd dus gecasseerd en de aanslag moest over
totaal zijn afgelost onder elkaar in een kolom worden
geplaatst, wat is dan de som van alle in die kolom voorkomende bedragen ?
De formules moeten worden uitgedrukt in A1, p, x en n.
II
Een fabriek verkoopt hare machines volgens het huurkoop- stelsel, tegen maandeüjksche betaling van ƒ 293.75 postnu xxxxxxx gedurende 4 jaar, berekend naar een rente van iy 2
% per maand.
100
109.05
van liet tantième berekend worden.
Gevraagd wordt:
Dit arrest is zeker de aanleiding geweest voor het indienen van het hierboven bedoelde wetsontwerp. In de practyk toch was gebleken, dat art. 11 derde lid in zeer vele gevallen een doode letter was, waar men zich toch niet aan stoorde. Het had eenerzijde geen beteekenis, wanneer de aandeelhouders de zelfde waren als de bestuurders, anderzijds is het onverschillig of de N.Y. de belasting kan terug vorderen, indien degenen die de tantièmes genoten, de overwegende macht in handen hebben. Waar dit nu het geval in een groot deel, om niet te zeggen het overgroote deel der Nederlandsche Naamlooze Vennoot schappen is, sprak het van zelf, dat ondanks de zorg van den Wetgever in de praktijk de rechten van de aandeelhouders in
dien zij aangetast werden, niet te verdedigen waren.
Had de administratie vóór dien tijd de belasting berekend, naar het bedrag, dat de tantièmisten in handen kregen en dus vermeld was op het aangiftebiljet, nu zou men moeten nagaan, hoe het tantième berekend was en of de belasting reeds in min dering werd gebracht of niet, waarna men het bedrag hetzij van, hetzij boven het honderd moest berekenen.
Deze moeilijkheden hebben aan het korte bestaan van art. 11 derde lid een einde gemaakt. In zoover was dit bestaan nut tig, doordat het opnieuw leert, dat iemand, in casu de aandeel houders niet-insiders, niet beschermd kunnen worden, als zy zich niet zelf weten te verdedigen. Ook kan men van meening zijn, dat „der Molir seine Schuldigkeit getan,, en deswege „gehen kann”, daar het diende om het argument der bestrijders der tantième-belasting, dat de tantièmisten de op hen gelegden last toch zouden afwentelen op de aandeelhouders, te weerleggen.
J. H. HAGEMAN
EXAMEN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUT VAN ACCOUNTANTS
FINANCIEELE REKENKUNDE
DONDERDAG 14 MEI 1925
9—1 uur
I
Bij eene n-jarige p% leening, losbaar in annuïteiten, is de le aflossing A1
Gevraagd wordt:
le De formule voor de Xe aflossing
2e „ „ „ het totaal afgeloste bedrag na de Xe aflossing.
3e Indien de bedragen, die aan het einde van elk jaar in
a. Het bedrag van de contante verkoopsom.
b. Hoeveel op die contante verkoopsom wordt afgelost in het le jaar, in het 2e jaar, in het 3e jaar en in het 4e jaar? (elk jaar afzonderlijk in een totaal per jaar, niet per maand).
III
Een leening, groot ƒ 2400.—, af te lossen met ƒ 100.— aan het eind van iedere maand, is gesloten tegen 77/g % ’s-jaars. Welk bedrag wordt bij het sluiten der leening uitbetaald, in dien dan de verschuldigde rente, volgens het beginsel van sa mengestelden interest op hare contante waarde berekend, wordt ingehouden ?
IV
Een bank heeft op 31 December 1924 op een harer cliënten een vordering van ƒ 20.000.-—. De cliënt heeft zijn zaken ge- likwideerd; hij heeft geen bezittingen meer en een onderge schikte betrekking aanvaard, die hem in staat zal stellen, voor taan aan het einde van elk kwartaal ƒ 150.— af te betalen en bovendien jaarlijks op den 30sten Juni een bedrag van ƒ 500.—.
De bank is in het bezit van een haar door den cliënt verpan de levensverzekeringspolis, nominaal groot ƒ 10.000.—, uit te keeren op 31 December 1939 of bij eerder overlijden van den cliënt. De premie ad ƒ 400.— is jaarlijks bij vooruitbetaling op den 31sten December te voldoen. De premie, vervallende 31 December 1924 werd nog door den cliënt betaald; voortaan echter zal de bank de premiën moeten voldoen.
Hoeveel dient de bank op 31 December 1924 op hare vorde ring af te schrijven by een rentestand van l]/2 % per kwar taal, indien zy taxeert, dat haar cliënt nog 20 jaar zal leven en de bovenvermelde afbetalingen steeds op tijd zal kunnen doen.
ONTVANGEN BOEKWERKEN
Begrooting en Rekening van Gemeentebedrijven door N. L. Reuvekamp. Uitgever X. Xxxxxx, Alphen aan den Rijn 1925 (brochure).
Nieuwe stroomingen in het Nederlandsche Bankwezen door Dr.
II. M. Horschfeld en
Regeeringsbemoeiïng met het bedrijfsleven in Nederland en Ned.-Indië, door Mr. M. W. II. Treub, beide uitgaven van X . X. Xxxxxx & Xxxxx, Roermond. Prijs resp. ƒ 0.75 en ƒ 1.25.