CAO UITVAARTBRANCHE
CAO UITVAARTBRANCHE
VOORSTELLENBRIEF
INLEIDING EN UITGANGSPUNTEN
De huidige cao voor de uitvaartbranche heeft een looptijd tot 1 januari 2020. Wij willen deze cao niet ongewijzigd voortzetten.
Wij streven er naar om in goed overleg met de vakbonden tot afspraken te komen over voortzetting van deze cao, waarbij wij graag, evenals bij vorige gelegenheden, onze uitgangspunten in dat verband onder de aandacht willen brengen:
• Het niveau van de cao Uitvaartbranche moet voldoende ruimte bieden voor het behalen van
een gezond rendement.
• De cao Uitvaartbranche moet voldoende basis bieden voor het concept van goed werkgeverschap.
• De uitvoerbaarheid van cao-bepalingen is een factor van betekenis bij het maken van afspraken en de redactie daarvan.
• Er worden geen afspraken gemaakt ‘met terugwerkende kracht’.
VOORSTELLEN
INLEIDING
Het groeitempo van de Nederlandse economie neemt af. Voor 2020 en 2021 wordt de groei geraamd op respectievelijk 1,5% en 1,4%. De lagere groei hangt vooral samen met de onzekerheid over ontwikkelingen in de internationale economie, met name het Amerikaanse handelsbeleid en de kans op een no-deal Brexit.
Specifiek voor de uitvaartbranche geldt nog steeds een situatie van lastige marktomstandigheden met immer toenemende concurrentie. Het aantal uitvaartondernemingen stijgt jaar op jaar. Het aantal crematoria idem dito. De toename van het aantal bedrijven overtreft sterk de groei van het aantal overledenen.
Tegelijkertijd hebben wij, vanuit onze visie op goed werkgeverschap, uiteraard oog voor de belangen van werknemers.
Derhalve, het zij volledigheidshalve maar genoemd, streven wij naar constructieve onderhandelingen en een aan beide zijden verdedigbaar akkoord.
WIJZIGINGSVOORSTELLEN
Ter voorbereiding op onze onderhandelingen om te komen tot een cao Uitvaartbranche ingaande 1 januari 2020 presenteren wij u hierbij de voorstellen van de onderhandelings- commissie van de BGNU, NARDUS en WVNC.
Looptijd
Het heeft onze voorkeur om te komen tot een looptijd van 2 jaar.
Financieel
Een verantwoorde ontwikkeling van de salarissen is voor ons bespreekbaar; de loonruimte is mede afhankelijk van de looptijd van de cao en het totale pakket van wijzigingen.
Overgangsmaatregelen
In het kader van de harmonisatie zijn in de zomer van 2014 diverse overgangsbepalingen afgesproken. Wij stellen deze overgangsmaatregelen als volgt ter discussie:
• Wij stellen voor het perspectief op het maximaal te behalen salaris conform de cao Crematoria redactioneel zo aan te passen dat het volledig duidelijk wordt dat het salaris ‘hard mag worden bevroren’ indien het salaris hoger is dan het maximum van de nieuwe van toepassing zijnde schaal van de cao uitvaartbranche.
• Wij stellen voor de 30% toeslag binnen het dagvenster voor gewerkte uren op zaterdag af te
schaffen.
• Wij stellen voor de extra vakantiedagen en vrije dagen voor oudere werknemers op basis van de cao Crematoria ten opzichte van de cao uitvaartbranche af te schaffen.
Bijzonder verlof
Vastgesteld mag worden dat de bepalingen ten aanzien van bijzonder verlof aan herziening toe zijn. Graag maken wij afspraken ter modernisering hierover. Onze insteek daarbij is dat:
• alle huidige bepalingen, met uitzondering van de bepalingen m.b.t. rouwverlof, komen te vervallen;
• verlof voortaan slechts verleend zal worden conform de wettelijke regelingen;
• bovenwettelijke afspraken wat ons betreft mogelijk zijn (bijvoorbeeld voor mantelzorg, vrijwilligerswerk e.d.) mits het onbetaald verlof betreft en er geen zwaarwichtige bedrijfsbelangen zijn die zich hiertegen verzetten.
Ter compensatie wordt dan het verlofsaldo verhoogd met anderhalve dag per jaar (conform cao Verzekeringen buitendienst destijds).
Deze optie wordt als mogelijk alternatief in de CAO opgenomen. Waarbij invoering alleen toegestaan is met instemming van de OR of PVT.
Feestdagenregeling
In de cao Uitvaartbranche is in artikel 3.9 lid 4 m.b.t. feestdagen bepaald:
‘Werknemers die volgens een dienstrooster werken op onregelmatige tijdstippen en parttimers, hebben jaarlijks (nieuw: naar evenredigheid) hetzelfde aantal vrije dagen als werknemers met een fulltime dienstverband met een vaste arbeidsduur en vaste werktijden van maandag tot en met vrijdag.’
Het artikel is ongelukkig geformuleerd, omdat er staat dat parttimers en fulltimers jaarlijks recht hebben op hetzelfde aantal vrije dagen. Bij letterlijke uitleg zou dit betekenen dat een parttimer die bijvoorbeeld gemiddeld 2 dagen per week werkt, evenveel feestdagen vrij moet krijgen als een fulltimer.
Voorstel nieuwe tekst:
• Medewerkers met een vast rooster genieten op feestdagen die binnen dat rooster vallen salaris over niet gewerkte feestdagen (en uiteraard nogmaals salaris als ze wel werken op die feestdag).
• Overige medewerkers, niet zijnde oproepkrachten, ontvangen geen salaris over niet
gewerkte feestdagen maar ontvangen in plaats daarvan, naar keuze van de werkgever een toeslag op het vaste bruto maandsalaris van 2% of daarmee overeenkomend extra verlof; de toeslag is pensioengevend en wordt ook tijdens ziekte en vakantie uitgekeerd.
Deze optie wordt als mogelijk alternatief in de CAO opgenomen. Waarbij invoering alleen toegestaan is met instemming van de OR of PVT.
Wetgeving
Algemeen
Veranderende wetgeving kan raken aan cao bepalingen. Mocht dat tijdens de looptijd van de cao het geval zijn dan zullen partijen met elkaar overleggen over de gevolgen daarvan en waar nodig tussentijdse nieuwe afspraken maken.
Specifiek: WAB
Wanneer de werkgever de oproep binnen 4 dagen voor aanvang van de werkzaamheden intrekt of de tijdstippen wijzigt, heeft de werknemer recht op loonbetaling conform de (oorspronkelijke) oproep.
Deze termijn van 4 dagen kan bij cao verkort worden, maar hij kan niet korter zijn dan 24 uur. Wij stellen voor, gelet op de aard van de werkzaamheden in de branche, deze termijn in de cao te verkorten tot 24 uur.
In het perspectief van de WAB zouden wij ook graag een jaaruren-model willen invoeren, ter beperking van de mogelijkheid dat werkgevers worden geconfronteerd met naheffingen in de sfeer van de ww-premie als gevolg van de gehanteerde bandbreedte bij de inzet van parttimers.
Duurzame inzetbaarheid
In lijn met hetgeen eerder tussen ons besproken is, laatstelijk in december 2018, zijn wij graag bereid tot verkenning van mogelijkheden om duurzame inzetbaarheid via cao afspraken verder te stimuleren.
WGA-premie
Wij zijn bereid de bestaande protocolafspraak ten aanzien van (het verhalen van) de WGA- premie te continueren.
Naleving cao-afspraken
Wij zijn bereid om nadere afspraken te maken met het oog op onze gezamenlijke ambitie een betere waarborging te bewerkstelligen op dit vlak.
Redactioneel
Een aantal cao-teksten komt uit overwegingen van leesbaarheid, helderheid en/of uitvoerbaarheid in aanmerking voor herredactie; dat kan gevolgen hebben voor de inhoud van de bepalingen. Het gaat hierbij om:
• Definities: salaris, maandsalaris, loon, …, in relatie tot de relevante artikelen.
Voorbeeld: Uitkering bij ziekte en ongeval
In artikel 4.11 lid 5 van de cao Uitvaartbranche staat dat gedurende het eerste ziektejaar 100% van het salaris wordt doorbetaald en gedurende het tweede jaar 70%. Als een medewerker in het tweede ziektejaar actief re-integreert ontvangt hij tevens een aanvulling op zijn salaris van maximaal 30%.
In artikel 1.4 (definities) staat onder 10 de definitie van salaris, te weten het tussen werkgever en werknemer overeengekomen vaste bruto maandbedrag met uitzondering van toeslagen, vergoedingen en vakantietoeslag.
Als de definitie strikt gehanteerd zou worden, zou het eerste ziektejaar alleen het vaste bruto maandbedrag zonder vakantietoeslag hoeven te worden doorbetaald en in het tweede jaar ook alleen maar te worden aangevuld op het vaste bruto maandbedrag. Dat is niet de bedoeling.
Het verdient de voorkeur om de definities ongewijzigd te laten en artikel 4.11 lid 5 daarop aan te passen. Aangezien in de staffel van artikel 4.11 lid 5 en in artikel 4.11 lid 6 al wordt
gesproken over ‘loondoorbetaling’ is het wellicht het handigst om bij deze in de cao niet nader gedefinieerde term aan te sluiten.
De tekst van artikel 4.11 lid 5 zou daarom beter als volgt kunnen worden:
‘Gedurende het eerste ziektejaar zal 100% van het loon worden doorbetaald en gedurende het tweede jaar 70%. De werknemer die ook in het tweede ziektejaar actief re-integreert en geheel of gedeeltelijk het werk hervat, ontvangt tevens een aanvulling op zijn loon van maximaal 30%.’
• Overwerk en vakantiebijslag in de WML
Om misverstanden te voorkomen willen we in de cao (ten overvloede maar voor de zekerheid) opnemen dat over de vergoeding voor overwerk geen vakantietoeslag wordt gerekend. Tenzij de medewerker minder dan 108% van het minimum loon verdiend.
• Overig
Wij hebben diverse voorstellen tot aanpassingen van technisch-juridische aard. Het voert te ver om die suggesties hier allemaal op te sommen. Wij stellen voor om deze voorstellen op een gepast moment tijdens de onderhandelingen in te brengen. Daarbij geven wij vast mee dat het ons verstandig lijkt om een aantal arbeidsrechtelijke zaken op te nemen in de bijlagen van de cao of als toelichting bij een artikel. In principe in de vorm van een goed leesbare samenvatting van het betreffende onderwerp, zo nodig met een verwijzing naar meer uitgebreide informatie die dan te vinden zal zijn op de website van het cao fonds en/of andere websites met betrouwbare informatie (zoals die van de rijksoverheid).
TENSLOTTE
Wij behouden ons het recht voor om tijdens de besprekingen met aanvullende en gewijzigde voorstellen te komen.
BGNU, NARDUS en WVNC kijken uit naar een constructief en doelgericht overleg, waarbij het belang van de branche en de medewerkers voor alle partijen als uitgangspunt zal dienen.
5 oktober 2019
Namens:
BGNU
Xxxxx xxx Xxxxxxxx/Xxxxx Xxxxxx
XXXXXX
Xxxxxx xxx xxx Xxxx
WVNC
Xxx Xxxxxxxxx/Xxxxx xxx xxx Xxxxxxx