GEMEENTEBLAD
GEMEENTEBLAD
Officiële uitgave van de gemeente Landgraaf
Nr. 561862
28 december
2023
Subsidieregeling gemeente Landgraaf 2024
Burgemeester en wethouders van L a n d g r a a f ;
overwegende dat het wenselijk is om ter uitwerking van de Algemene subsidieverordening gemeente Landgraaf 2023 regels voor subsidieverlening vast te stellen;
gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Landgraaf 2023;
b e s l u i t e n :
de Subsidieregeling gemeente Landgraaf 2024 vast te stellen, die luidt als volgt:
Hoofdstuk 1: Algemeen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
Voor deze subsidieregeling gelden de begripsomschrijvingen zoals hieronder vermeld. Voor zover be- grippen niet gedefinieerd zijn geldt de begripsomschrijving zoals opgenomen in de algemene subsidie- verordening Landgraaf 2023.
1. Actief lid: een natuurlijk persoon die is ingeschreven bij een vrijwilligersorganisatie, deelneemt aan de kernactiviteiten van de organisatie, vermeld staat op de (bonds)ledenlijst en hiervoor contributie betaalt of deelneemt aan het bestuur of trainer/instructeur is bij de organisatie.
2. Alliantie: samenwerkingsverband van professionele organisaties, gericht op het in gang zetten van een gezamenlijke ontwikkeling binnen het sociaal domein.
3. Asv: Algemene subsidieverordening gemeente Landgraaf 2023.
4. Awb: Algemene wet bestuursrecht.
5. Badhuur-uren: kosten die gemaakt worden voor de huur van uren zwembadwater per accommo- datie in Landgraaf, ten behoeve van de subsidiabele activiteiten.
6. Basissubsidie: een jaarlijkse of meerjarige subsidie die wordt verleend aan vrijwilligersorganisaties als tegemoetkoming in de kosten die direct verbonden zijn aan de kernactiviteiten.
7. Budgetsubsidie: een subsidie voor (semi-)professionele organisaties die werkzaam zijn in de ge- meente Landgraaf, voor activiteiten die de gemeente Landgraaf ondersteunen in het uitvoeren van haar wettelijke taken en/of bijdragen aan de gemeentelijke beleidsdoelen binnen het sociaal domein.
8. Burgerinitiatief: een niet beroepsmatig maatschappelijk en innovatief initiatief van een of meer bewoners van de gemeente Landgraaf en/of van een of meer in Landgraaf gevestigde verenigingen.
9. Buurt: een herkenbaar en samenhangend deel van een wijk.
10. Buurtevenement: een bijzondere gebeurtenis van tijdelijke aard met een eenmalig of terugkerend karakter, waarbij de activiteiten zijn georganiseerd voor de eigen buurt.
1. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landgraaf.
12. Evenement: een bijzondere, openbaar toegankelijke vertoning of gebeurtenis van tijdelijke aard waarbij de activiteiten zijn georganiseerd met het oog op het aantrekken van publiek.
13. Huisvestingskosten: kosten die gemaakt worden voor gebouwen en eventuele buitenterreinen, die structureel worden gebruikt voor de subsidiabele activiteiten.
14. Innovatiesubsidie: subsidie ten behoeve van een project van een professionele organisatie of een alliantie gericht op sociale innovatie dat mede ten goede komt aan de Landgraafse samenleving.
15. Jeugdlid: een lid dat op 1 januari van het betreffende subsidiejaar jonger is dan 23 jaar.
16. Jubileumsubsidie: een subsidie als symbolische bijdrage voor de feestvreugde in het geval een vrijwilligersorganisatie een door het college erkend bestaansjubileum viert.
17. Kernactiviteit: de activiteit die de vrijwilligersorganisatie bestaansrecht geeft en die de organisatie typeert.
18. Lid: een natuurlijk persoon, ingeschreven bij een vrijwilligersorganisatie en vermeld op de (bonds)ledenlijst.
19. Maatschappelijke activiteiten: activiteiten die een (sociale) meerwaarde hebben voor de lokale samenleving en kwetsbare burgers in het bijzonder.
20. Nevenactiviteit: diensten of activiteiten die de organisatie naast de kernactiviteit(en) of –diensten verricht.
21. Ouderen: personen in de leeftijd van 60 jaar en ouder.
22. Project: samenhangende activiteiten, gericht op het bereiken van concrete doelen binnen een vooraf vastgestelde begroting en periode.
23. Reserve: een reserve als bedoeld in artikel 2:373 van het Burgerlijk Wetboek.
24. Samenwerkingssubsidie: subsidie ten behoeve van een project van rechtspersonen gericht op de verwezenlijking van meer samenwerking binnen het sociaal domein in de gemeente Landgraaf.
25. Sociale innovatie: inzet gericht op vernieuwing van (onderdelen van) het sociaal domein die leidt tot verbetering van producten, diensten, methodieken en systemen
26. Stimuleringssubsidie: subsidie voor vrijwilligersorganisaties die hun kernactiviteit(en) toegankelijk maken voor mensen met een beperking en/of inwoners in de gemeente Landgraaf stimuleren om te participeren aan hun kernactiviteit(en).
27. Subsidiabele kosten: kosten die volgens de subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen.
28. Subsidieovereenkomst: de overeenkomst, die op grond van artikel 4:36 Awb tussen de subsidie- ontvanger en het college gesloten kan worden ter uitvoering van de subsidiebeschikking.
29. Vrijwilligersorganisatie: een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, die door vrijwilligers wordt bestuurd, gevestigd en actief in de gemeente Landgraaf.
30. Werksoort: een verzameling van gelijke dan wel gelijksoortige activiteiten of belangen als bedoeld in artikel 3.1 van deze subsidieregeling.
31. Wijk: Schaesberg, Ubach over Worms of Nieuwenhagen.
Artikel 1.2 Toepassingsbereik
Het college kan subsidie verstrekken voor activiteiten binnen de gemeente Landgraaf die een bijdrage leveren aan de bevordering van:
1. de leefbaarheid en de sociale cohesie;
2. de maatschappelijke participatie van inwoners;
3. de zelfredzaamheid/samenredzaamheid van inwoners;
4. de formele en informele netwerken;
5. de fysieke en mentale gezondheid van inwoners;
6. de promotie en toeristische aantrekkelijkheid;
7. de culturele infrastructuur;
8. (sociale) activering van kwetsbare doelgroepen;
9. de ontwikkeling van kinderen met kans op (onderwijs)achterstanden en/of;
10. een robuust verenigingsleven dat een duurzame bijdrage levert aan het participeren van inwoners aan activiteiten.
Hoofdstuk 2: Budgetsubsidie
Artikel 2.1 Doelgroep
Budgetsubsidie is bedoeld voor (semi-)professionele organisaties die met hun activiteiten de gemeente Landgraaf ondersteunen in het uitvoeren van haar wettelijke taken en/of bijdragen aan de gemeentelijke beleidsdoelen binnen het sociaal domein.
Artikel 2.2 Subsidievoorwaarden
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
1. Als een (semi-)professionele organisatie voldoet aan artikel 2.1 kan het college subsidie verlenen mits de activiteiten gericht zijn op welzijn, jeugd, onderwijs, maatschappelijke dienstverlening, maatschappelijke opvang, verslavingsbeleid, sociaal-cultureel werk, emancipatie, bibliotheekwerk, gezondheidszorg, sport, welzijn, peuteropvang, ouderen, gehandicapten, armoede en opvang en integratie van vreemdelingen.
2. Voor zover de activiteiten in het voorgaande jaar reeds zijn uitgevoerd, dienen deze naar het oordeel van het college naar tevredenheid te zijn uitgevoerd en de organisatie dient te hebben voldaan aan haar verplichtingen.
3. Voor budgetsubsidie komen alleen die gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van de opgedragen activiteiten en producten.
Artikel 2.3 Meerjarige subsidies
1. Subsidies boven de € 10.000 worden jaarlijks verstrekt.
2. Subsidies tot € 10.000 kunnen meerjarig worden verstrekt, met een maximum van 4 jaar:
a. indien de (semi-)professionele organisatie over tenminste drie kalenderjaren voorafgaand aan het subsidiejaar subsidie heeft ontvangen voor vergelijkbare activiteiten en heeft voldaan aan alle aan die subsidie verbonden verplichtingen;
b. indien de aard van de activiteiten en de (semi-)professionele organisatie het toelaten om meerjarige afspraken te maken, en
c. onder voorbehoud van voldoende financiële middelen en ongewijzigde omstandigheden.
Artikel 2.4 Berekening subsidie
1. De budgetsubsidie is proportioneel ten opzichte van de beoogde beleidsdoelen en de beoogde effecten van de uit te voeren activiteiten. Uitgangspunt voor de subsidieberekening is de door de aanvrager ingediende begroting en jaarrekening.
2. Een peuteropvangorganisatie komt in aanmerking voor een budgetsubsidie op basis van de grootte en de zwaarte van de groepen. De subsidie wordt berekend overeenkomstig de tabel in bijlage vermenigvuldigd met de indexering van de maximale uurprijs voor de kinderopvangtoeslag ten op zichte van het basisjaar 2020.
3.
a. Een peuteropvangorganisatie komt voorts in aanmerking voor een budgetsubsidie niet-KOT (kinderopvangtoeslag) ter compensatie van de kosten voor de opvang van kinderen wier ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. De kostprijs per uur die daarbij maximaal voor vergoeding in aanmerking komt, is gelijk aan de kostprijs per uur die de Belastingdienst hanteert in het kader van de berekening van kinderopvangtoeslag.
b. Een peuteropvangorganisatie moet streven naar een halfjaarlijkse nauwkeurig geschatte aanvraag inzake een budgetsubsidie niet-KOT. Ook moet de aanbieder van de peuteropvang kunnen aantonen dat de betreffende ouders geen recht hebben op KOT. De verlening van budgetsubsidie niet-KOT kan alleen worden gewijzigd wanneer er sprake is van uitzonder- lijke omstandigheden.
Artikel 2.5 Subsidieplafond Het jaarlijks door de gemeenteraad in de begroting per organisatie en/of maatschappelijke taak beschik- baar gestelde bedrag is het subsidieplafond.
Artikel 2.6 Uitvoeringsovereenkomst, overleg en subsidieverantwoording
1. Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan een subsidieovereenkomst worden afgesloten.
2. De (semi-)professionele organisatie neemt deel aan ambtelijk en/of bestuurlijk overleg met de gemeente Landgraaf. Minimaal 1 keer per jaar wordt dit overleg gevoerd om na te gaan welke doelen zijn gerealiseerd en vindt er door de (semi-)professionele organisatie een financiële toe- lichting plaats.
3. Waar nodig werkt de (semi-)professionele organisatie samen met andere organisaties.
Hoofdstuk 3: Basissubsidie
Artikel 3.1 Doelgroep
Dit hoofdstuk is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college ten behoeve van de kernactiviteiten van vrijwilligersorganisaties op het gebied van:
1. amateurkunst: richt zich op activiteiten in groepsverband ter bevordering van kunstzinnige vorming en samenkomst gericht op het beoefenen van een kunstvorm, waaronder fotografie, niet vallend onder een andere werksoort.
2. belangenbehartiging: het in groepsverband ontplooien van regelmatige activiteiten ter instand- houding en bevordering van natuur en milieu en/of, zelfstandigheid en maatschappelijke partici- patie van ouderen en/of, sociaal-culturele activiteiten gericht op vrouwenontplooiing en/of, lokale
scholing en dienstverlening rondom het verlenen van EHBO en reanimatie en/of het ondersteunen van vrijwilligers in de gezondheidszorg en/of andere door de gemeenteraad erkende belangenbe- hartiging.
3. carnaval: activiteiten in groepsverband gericht op de instandhouding van de viering van carnaval als algemeen volksvermaak in de vorm van het organiseren van een optocht, revue of zitting.
4. dans- en Wandelsport: danskunst en/of wandelsport beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening.
5. denk- en behendigheidssporten: denk of behendigheidssporten beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening.
6. dierensport: sportactiviteiten met dieren beoefend in groepsverband door een vrijwilligersorga- nisatie, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of instructeur.
7. folklore en Cultuurhistorie: activiteiten gericht op de bevordering van onderzoek, bestudering en beschrijving van de lokale geschiedenis, gebruiken en gewoonten, het publiceren daarover, evenals het verzamelen, conserveren en beschrijven van voorwerpen en geschriften en/of activi- teiten voor het behouden en bevorderen van de culturele identiteit en/of cultuurhistorie en folklore van Landgraaf.
8. kerkgenootschappen: activiteiten gericht op de ontplooiing van de sociaal-maatschappelijke acti- viteiten door een in Landgraaf gevestigde gemeenschap van gelovigen die onderdeel uitmaakt van een landelijke overkoepelende organisatiestructuur c.q. geloofsgemeenschap ten dienste van de (buurt)bewoners van Landgraaf.
9. gymnastiek en Turnen: door het NOC*NSF erkende gymnastiek- en/of turnactiviteiten beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of instructeur.
10. instrumentale muziek (HaFa): instrumentale muziek beoefend in groepsverband, zijnde uitsluitend een harmonie of fanfare, waarbij de muziek wordt beoefend door muzikale vorming en samenkomst onder leiding van een dirigent of instructeur.
1. jeugd- en Jongerenwerk: activiteiten die zich richten op regelmatige activiteiten in groepsverband ter instandhouding en bevordering van sociale, culturele, educatieve en recreatieve activiteiten of tradities voor jongeren.
12. overig: stichting Oefenbunker Live, stichting Theater Landgraaf, stichting Hartveilig Landgraaf en stichting Bijzonder in beweging ter uitvoering van activiteiten zoals statutair vastgelegd en over- eengekomen met de gemeente Landgraaf.
13. schutterswezen: activiteiten gericht op de instandhouding en bevordering van het schutterswezen en de schutterijfolklore.
14. sjpasskapellen: activiteiten gericht op het beoefenen van instrumentale muziek in groepsverband, al dan niet onder leiding van een dirigent of instructeur, vaak ontstaan vanuit het carnaval, maar tegenwoordig gericht op opluistering van sociale festiviteiten in bredere zin.
15. speeltuinwerk: activiteiten gericht op het aanbieden van speelmogelijkheden ten behoeve van jeugdigen in de leeftijd tot en met 12 jaar met een recreatief, creatief dan wel educatief karakter.
16. overige buitensport (tennis en atletiek): door het NOC*NSF erkende tennis en/of atletiek beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of instructeur.
17. toneel: activiteiten gericht op het beoefenen van de toneelkunst.
18. verdedigingssport: door het NOC*NSF erkende verdedigingssporten beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of in- structeur.
19. vocale muziek: vocale muziek beoefend in groepsverband, zijnde wereldlijke en kerkelijke zangko- ren, jeugd- en jongerenkoren of kinderkoren. De muziek wordt beoefend door muzikale vorming en samenkomst onder leiding van een dirigent of instructeur.
20. veldvoetbal: door het NOC*NSF erkend veldvoetbal beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of instructeur.
21. overige binnensport (volleybal, zaalvoetbal, handbal en badminton): door het NOC*NSF erkende volleybal en/of zaalvoetbal en/of handbal en/of badminton beoefend in groepsverband door een vrijwilligersorganisatie, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of instructeur.
22. wielersport: door het NOC*NSF erkende wielersport beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of instructeur.
23. zwemsport: door het NOC*NSF erkende zwem en/of duikactiviteiten beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of in- structeur.
Artikel 3.2 Subsidieaanvraag
1. Aanvragen voor basissubsidie dienen vóór 1 maart van het betreffende subsidiejaar, via het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagformulier te worden ingediend.
2. Een vrijwilligersorganisatie die voor de eerste keer een subsidieaanvraag voor basissubsidie indient stuurt tevens mee:
a. een afschrift van de statuten van de vrijwilligersorganisatie;
b. een recent bewijs van inschrijving van de Kamer van Koophandel;
c. een opgave van de bestuurssamenstelling;
d. een omschrijving van de kernactiviteiten van de vrijwilligersorganisatie;
e. een bewijs van lidmaatschap van de koepelorganisatie, indien van toepassing;
f. andere door het college gevraagde stukken die van belang zijn voor een goede beoordeling van de subsidieaanvraag.
3. Vrijwilligersorganisaties die niet bij de aanvang van een subsidieperiode, als bedoeld in artikel
3.4 lid 2 zijn meegenomen in de algemene vierjaarlijkse vaststelling van de subsidies, kunnen alsnog later een subsidieaanvraag indienen.
4. Een aanvraag voor tussentijdse herziening of een latere aanvraag kan schriftelijk worden ingediend tot uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar/de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.
Artikel 3.3. Subsidievoorwaarden
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
1. Een vrijwilligersorganisatie telt minimaal 15 actieve leden op 1 januari van het betreffende subsi- diejaar. Ter controle dient voorafgaand aan de subsidieperiode een ondertekende (bonds)ledenlijst te worden overhandigd, waarop het aantal actieve leden duidelijk zichtbaar is.
2. Het eerste lid is niet van toepassing indien voor de betreffende vrijwilligersorganisatie, door het college voor deze bij naam genoemde vrijwilligersorganisatie een vast bedrag aan basissubsidie is opgenomen in bijlage II, ongeacht het actieve ledenaantal.
Artikel 3.4 Berekening subsidie
1. Het college kan basissubsidie verlenen ten behoeve van de redelijk te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van de kernactiviteit(en) van deze organisatie, zoals omschreven in artikel 3.1.
2. De te verlenen subsidie wordt eenmaal per vier jaar vastgesteld.
3. De subsidieberekening per werksoort is opgenomen in bijlage II van deze subsidieregeling.
Artikel 3.5 Subsidieplafond
1. Het college stelt jaarlijks de deelbudgetten voor de diverse werksoorten vast.
2. In afwijking van artikel 11, tweede lid onder g, van de Asv wordt indien het totale bedrag van de subsidiebedragen het subsidieplafond binnen de werksoort overschrijdt, naar rato het subsidie- bedrag per organisatie verminderd.
3. De verdeling bij overschrijding van het subsidieplafond geschiedt als volgt: het subsidiebedrag (A), wordt gedeeld door het totaal van de subsidies (B), vermenigvuldigd met het bedrag van het subsidieplafond (C). Dit ziet er in een formule als volgt uit: (A/B)*C.
Artikel 3.6 Tussentijdse aanvraag en herziening meerjarige basissubsidie
1. Het college kan een verleende subsidie gedurende het subsidietijdvak tussentijds herzien indien ten opzichte van de oorspronkelijke opgave het aantal actieve leden met tenminste met 15 procent of met tenminste 15 leden is toegenomen/afgenomen. Peildatum voor het ledenaantal is 1 januari van het subsidiejaar.
2. Een tussentijdse herziening kan slechts twee keer plaatsvinden en geldt vervolgens voor het res- terende deel van het subsidietijdvak.
Artikel 3.7 Aanvullende weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 1 van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien:
1. De activiteiten worden uitgevoerd door ten behoeve van een vrijwilligersorganisatie functionerende nevenorganisaties of verzelfstandigde onderdelen/afdelingen waarvan de activiteiten primair ten dienste staan van of zijn toe te rekenen aan de vereniging. De activiteiten van dit soort organisaties worden betrokken bij de subsidievaststelling door de ‘moedervereniging’.
2. De vrijwilligersorganisatie minder dan 15 actieve leden heeft.
Artikel 3.8 Verplichtingen
1. Op verzoek van het college verleent de vrijwilligersorganisatie medewerking aan evenementen/ac- tiviteiten in de gemeente Landgraaf, voor zover dit van de vrijwilligersorganisatie verlangd kan worden.
2. De vrijwilligersorganisatie informeert het college onverwijld schriftelijk over een toe- of afname van het ledenaantal met 15 procent of tenminste 15 actieve leden.
3. De vrijwilligersorganisatie informeert het college onverwijld schriftelijk over wijzigingen in het bestuur, statuten en adressen.
Artikel 3.9 Subsidieverantwoording en vaststelling
1. Het college kan steekproefsgewijs of wanneer hier aanleiding voor is, de volgende gegevens controleren:
a. financiële situatie van de vrijwilligersorganisatie;
b. het ledenaantal;
c. inschrijving bij de Kamer van Koophandel;
d. uitvoering van kernactiviteiten.
2. Het college is bevoegd om de hiervoor noodzakelijke gegevens bij de vrijwilligersorganisatie en/of bij een overkoepelende organisatie op te vragen. De vrijwilligersorganisatie is gehouden om hier medewerking aan te verlenen.
Hoofdstuk 4: Jubileumsubsidie
Artikel 4.1 Doelgroep
1. Het college kan op aanvraag aan een vrijwilligersorganisatie die een 25-, 50-, 75- of 100- jarig ju- bileum of een veelvoud daarvan viert subsidie verstrekken, mits de vrijwilligersorganisatie zelf op enige wijze aandacht besteedt aan dit jubileum.
2. In afwijking van lid 1 kan het college op aanvraag aan een vrijwilligersorganisatie uit de werksoort carnaval die een 11- jarig jubileum of een veelvoud daarvan viert, subsidie verstrekken, mits de vrijwilligersorganisatie zelf op enige wijze aandacht besteedt aan dit jubileum.
Artikel 4.2 Subsidieaanvraag
1. De vrijwilligersorganisatie moet de jubileumsubsidie uiterlijk 8 weken voorafgaand aan de activiteit via het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagformulier indienen bij het college.
2. De jubilerende vereniging of stichting voegt een bewijsstuk toe waaruit het te vieren jubileum blijkt.
Artikel 4.3 Berekening subsidie
1. Aan een vrijwilligersorganisatie die een jubileum viert als bedoeld in artikel 4.1 lid 1 wordt een jubileumsubsidie verstrekt van respectievelijk: € 200, € 300, € 400, € 500.
2. Bij een opvolgend bestaansjubileum gelden telkens de in lid 1 genoemde oplopende bedragen.
3. Aan een vrijwilligersorganisatie uit de werksoort carnaval die een jubileum viert als bedoeld in artikel 4.1 lid 2 wordt een jubileumsubsidie verstrekt van € 11,11.
Hoofdstuk 5: Evenementensubsidie
Artikel 5.1 Subsidievoorwaarden
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
1. Het evenement dient bij te dragen aan de verbetering van de sociale samenhang binnen de ge- meente of identiteit van de gemeente.
2. Het evenement heeft tenminste een uitstraling op buurtniveau, wijkniveau, gemeentelijk of (eu)regionaal niveau.
Artikel 5.2 Subsidieaanvraag
1. De subsidieaanvraag dient ten hoogste 24 weken en uiterlijk 6 weken voorafgaand aan het evene- ment via het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagformulier te worden ingediend bij het college.
2. De aanvrager kan het college schriftelijk gemotiveerd verzoeken om een afwijkende termijn voor het indienen van de subsidieaanvraag.
3. De aanvraag voor een evenementensubsidie dient tenminste te bevatten:
a. een omschrijving van het evenement waaruit blijkt dat het bijdraagt aan de verbetering van de sociale samenhang;
b. datum waarop het evenement plaatsvindt dan wel wordt beoogd;
c. de wijk waarbinnen en de locatie waar het evenement gaat plaatsvinden;
d. inzicht in de met het evenement gepaard gaande kosten en baten.
4. De aanvraag voor een buurtevenementensubsidie dient tenminste te bevatten:
a. indien de aanvrager een natuurlijk persoon is, een verklaring voorzien van namen, adressen en handtekeningen dat de aanvraag door tenminste vier buurtgenoten wordt ondersteund;
b. een omschrijving van het buurtevenement waaruit blijkt dat het gericht is op de verbetering van de sociale samenhang in de betreffende buurt;
c. de datum waarop het buurtevenement plaatsvindt dan wel wordt beoogd;
d. de buurt waarbinnen en de locatie waar het evenement gaat plaatsvinden.
Artikel 5.3 Berekening subsidie
1. De hoogte van subsidie voor een evenement, niet zijnde een buurtevenement, dat voor de eerste keer wordt georganiseerd, is maximaal 50 procent van de kosten met een maximum van € 1000.
2. De hoogte van een subsidie voor een evenement, niet zijnde een buurtevenement, dat voor de tweede keer of vaker wordt georganiseerd is maximaal 50 procent van de kosten met een maximum van € 500.
3. De hoogte van subsidie voor een buurtevenement is maximaal € 250.
4. Subsidie heeft uitsluitend betrekking op de direct aan de organisatie en uitvoering van het (buurt)evenement verbonden kosten, die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van de gesubsidieerde activiteiten.
Artikel 5.4 Aanvullende weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 1 van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien:
1. de subsidieaanvraag is ingediend buiten het in artikel 5.2, lid 1 genoemde tijdvak.
2. het (buurt)evenement niet of onvoldoende in de gemeente Landgraaf plaatsvindt.
3. een benodigde vergunning voor het evenement is geweigerd.
4. de organisatie een winstoogmerk heeft.
5. het (buurt)evenement in hetzelfde kalenderjaar reeds in aanmerking is gebracht voor subsidie op grond van een andere subsidieregeling van de gemeente Landgraaf.
6. het (buurt)evenement behoort tot of rechtstreeks voortvloeit uit de kernactiviteiten van een vrij- willigersorganisatie die in aanmerking komt voor een basissubsidie.
7. het (buurt)evenement onvoldoende bijdraagt aan de kwaliteit en diversiteit van het evenementen- aanbod en het imago van de gemeente Landgraaf.
8. het (buurt)evenement onvoldoende bijdraagt aan de verbetering van de sociale samenhang, identiteit van de gemeente of onvoldoende uitstraling heeft.
9. de aanvrager in hetzelfde kalenderjaar reeds in aanmerking is gebracht voor evenementensubsidie of buurtevenementensubsidie.
10. in voorafgaande kalenderjaren de aanvrager niet of onvoldoende heeft voldaan aan de in artikel
5.5 opgenomen verplichtingen.
Artikel 5.5 Verplichtingen
1. De subsidieontvanger die in aanmerking wordt gebracht voor subsidie voor een evenement, is verplicht in alle tot derden gerichte uitingen met betrekking tot het evenement, waaronder in ieder geval begrepen drukwerk en publicaties, duidelijk leesbaar aan te geven dat het evenement (mede) tot stand gekomen is dankzij subsidie van de gemeente Landgraaf.
2. Het college kan nadere aanwijzingen geven over de aard en wijze van vermelding.
3. Het toegekende subsidiebedrag wordt geheel besteed ten behoeve van het (buurt)evenement.
Artikel 5.6 Subsidieverantwoording en vaststelling
1. Het college kan steekproefsgewijs of wanneer hier aanleiding voor is, de volgende gegevens controleren:
a. financiële situatie van de vrijwilligersorganisatie;
b. inschrijving bij de Kamer van Koophandel;
c. uitvoering van het (buurt)evenement;
d. vermelding van de gemeente Landgraaf in tot derden gerichte uitingen.
2. Het college is bevoegd om de hiervoor noodzakelijke gegevens bij de vrijwilligersorganisatie/sub- sidieontvanger op te vragen. De vrijwilligersorganisatie/subsidieontvanger is gehouden om hier medewerking aan te verlenen.
Hoofdstuk 6: Stimuleringssubsidie
Artikel 6.1 Doelgroep Het college kan aan een vrijwilligersorganisatie op aanvraag een stimuleringssubsidie verstrekken voor de kosten die zij maakt om haar kernactiviteit(en) toegankelijk te maken voor mensen met een beperking of inwoners te stimuleren om te participeren aan hun kernactiviteit(en).
Artikel 6.2 Subsidieaanvraag
Een aanvraag wordt ten hoogste 24 weken en tenminste 8 weken voorafgaand aan de beoogde activi- teit(en), via het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagformulier, bij het college ingediend.
Artikel 6.3 Berekening subsidie
1. De hoogte van het subsidiebedrag is gelijk aan het bedrag van de gemaakte kosten en bedraagt maximaal € 1.000.
2. Subsidie heeft uitsluitend betrekking op de direct aan de organisatie en uitvoering van de stimu- leringsactiviteit(en) verbonden kosten, die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van de gesubsidieerde acti- viteiten.
Artikel 6.4 Aanvullende weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 1 van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien:
1. de vrijwilligersorganisatie gedurende het subsidiejaar al een stimuleringssubsidie heeft ontvangen.
2. een eerdere subsidie is verstrekt of geweigerd voor eenzelfde stimuleringsactiviteit door de aan- vrager.
3. voor de stimuleringsactiviteit(en) al subsidie wordt ontvangen op grond van een andere subsidie- regeling.
4. de aanvraag wordt ingediend buiten het in artikel 6.2 opgenomen tijdvak.
Artikel 6.5 Verplichtingen De vrijwilligersorganisatie deelt haar opgedane kennis en ervaring met andere vrijwilligersorganisaties uit Landgraaf.
Artikel 6.6 Subsidieverantwoording
Indien een steekproefsgewijze controle plaatsvindt zoals bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Asv, dient de subsidieontvanger facturen te overleggen waaruit blijkt dat de kosten zoals bedoeld in artikel
6.3 zijn gemaakt.
Hoofdstuk 7: Burgerinitiatieven
Artikel 7.1 Doelgroep
Het college kan aan een of meer burgers van de gemeente Landgraaf of aan een of meer in Landgraaf gevestigde vrijwilligersorganisaties op aanvraag een subsidie toekennen ten behoeve van de verwe- zenlijking van een burgerinitiatief, mits dit initiatief een bijdrage levert aan de leefbaarheid, de sociale samenhang en de betrokkenheid van bewoners in (een deel van) de gemeente.
Artikel 7.2 Subsidievoorwaarden
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
1. Het burgerinitiatief draagt bij aan de leefbaarheid, sociale samenhang en betrokkenheid van in- woners in (een deel van) de gemeente.
2. Het burgerinitiatief dient binnen 24 weken nadat de subsidie verleend is gerealiseerd te zijn.
3. Het college kan op verzoek van de aanvrager afwijken van de in het eerste lid genoemde termijn indien naar het oordeel van het college uit een gemotiveerd verzoek van de aanvrager blijkt dat dit noodzakelijk is.
Artikel 7.3 Subsidieaanvraag
1. Een aanvraag voor burgerinitiatievensubsidie dient maximaal 24 weken en minimaal 4 weken vóór de start van het burgerinitiatief te worden ingediend en bevat onverminderd het bepaalde in artikel 8 Asv in elk geval:
a. een beschrijving van het burgerinitiatief waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;
b. de hieraan deelnemende partijen;
c. een begroting voor de kosten van het burgerinitiatief;
d. de wijze waarop het burgerinitiatief wordt gerealiseerd.
2. Een aanvraag kan slechts betrekking hebben op één burgerinitiatief.
Artikel 7.4 Berekening subsidie
1. De subsidie is proportioneel ten opzichte van het burgerinitiatief en het aantal burgers dat met het initiatief wordt bereikt.
2. Niet voor subsidie in aanmerking komen in ieder geval de kosten van:
a. derden;
b. consumpties of huur van een locatie voor open activiteiten;
c. een ontbijt, brunch, lunch of diner;
d. sponsoring;
e. kosten voor communicatie zoals telefoon, printer, laptop, computer, drukkosten en eventu- ele abonnementskosten.
3. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de direct aan de organisatie en uitvoering van het burgerinitiatief verbonden kosten, die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van het burgerinitiatief.
4. Bij de beslissing op een aanvraag neemt het college kennis van een advies van een burgercom- missie over het burgerinitiatief waarop de aanvraag betrekking heeft.
Artikel 7.5 Aanvullende weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 1 van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien:
1. de aanvraag wordt ingediend buiten het in artikel 7.3, lid 1 opgenomen tijdvak.
2. het burgerinitiatief niet of onvoldoende bijdraagt aan de leefbaarheid, sociale samenhang of be- trokkenheid van bewoners in (een deel van) de gemeente.
3. het burgerinitiatief niet wordt gerealiseerd binnen de gemeente Landgraaf of niet voldoende ten goede komt aan de Landgraafse samenleving.
4. de aanvrager zelf niet bijdraagt aan de realisering van het burgerinitiatief.
5. voor het burgerinitiatief of een vergelijkbaar initiatief reeds subsidie is verleend.
6. voor het burgerinitiatief subsidie kan worden verleend op een andere grondslag.
7. er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat het burgerinitiatief niet of niet binnen 24 weken na de subsidieverlening gerealiseerd zal worden en er geen reden is om van deze termijn af te wijken.
Artikel 7.6 Verplichtingen
De subsidieontvanger deelt opgedane kennis en ervaring met andere burgerinitiatieven uit Landgraaf tijdens een jaarlijkse bijeenkomst.
Artikel 7.7 Subsidieverantwoording en vaststelling
1. De subsidieontvanger dient binnen 8 weken na realisering van het burgerinitiatief een aanvraag tot subsidievaststelling in, voor zover er eerst subsidieverlening heeft plaatsgevonden.
2. Bij de verleningsbeschikking wordt vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden in diens aanvraag om subsidievaststelling.
Hoofdstuk 8: Samenwerkingssubsidie
Artikel 8.1 Doelgroep
Het college kan ten behoeve van een project van twee of meer rechtspersonen op hun verzoek subsidie verlenen ten behoeve van een project gericht op de verwezenlijking van meer samenwerking binnen het sociaal domein in de gemeente Landgraaf indien dit project maatschappelijke meerwaarde genereert voor de Landgraafse samenleving en/of een kostenbesparing oplevert en in overwegende mate ten goede komt aan de Landgraafse samenleving.
Artikel 8.2 Subsidievoorwaarden
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
1. Het project dient in belangrijke mate ten goede te komen aan het bereiken van de doelen die de gemeente heeft gesteld binnen het sociaal domein en de aangevraagde samenwerkingssubsidie is noodzakelijk voor het realiseren van het project.
2. Samenwerkingssubsidie mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de realisering van het project.
3. De effecten van het project zijn meetbaar.
4. Het project dient binnen 12 weken nadat de subsidie verleend is te zijn gestart.
5. Het college kan op verzoek van de aanvrager afwijken van de in het vierde lid genoemde termijn indien naar het oordeel van het college uit een gemotiveerd verzoek van de aanvrager blijkt dat dit noodzakelijk is.
6. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de direct aan de organisatie en uitvoering van de aan het project verbonden kosten, die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van de samenwerking.
7. Niet voor subsidie in aanmerking komen in ieder geval de kosten van:
a. alle vormen van exploitatiekosten, die zijn gerelateerd aan gebouwen en systemen;
b. kosten van onderhoud of verbouwing van gebouwen en inventaris;
c. reguliere overhead, uurvergoeding (onder)directeuren en/of managers;
d. accountantskosten;
e. onvoorziene kosten.
Artikel 8.3 Subsidieaanvraag
1. Een aanvraag voor samenwerkingssubsidie dient maximaal 24 weken en minimaal 4 weken vóór de start van het project bij het college te worden ingediend en bevat onverminderd het bepaalde in artikel 8 Asv in elk geval:
a. een beschrijving van het project waarvoor de samenwerkingssubsidie wordt aangevraagd,
b. de hieraan deelnemende partijen en
c. de wijze waarop het project wordt gerealiseerd.
2. Een aanvraag kan slechts betrekking hebben op één project.
Artikel 8.4 Berekening subsidie
1. De samenwerkingssubsidie is proportioneel ten opzichte van de beoogde doelen en het beoogde effect van het project en wordt verstrekt voor zover de structurele besparing in de kosten en/of structurele kwalitatieve voordelen direct tot het project zijn terug te leiden.
2. Bij de beslissing op een aanvraag neemt het college kennis van een advies van Landgraaf Xxxxxxxx over het project waarop de aanvraag betrekking heeft.
Artikel 8.5 Aanvullende weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 1 van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien:
1. De aanvraag wordt ingediend buiten het in artikel 8.3 lid 1 opgenomen tijdvak.
2. De aanvrager en/of andere deelnemers geen activiteiten uitvoeren in de gemeente Landgraaf.
3. Voor het project of een vergelijkbaar initiatief reeds subsidie is verleend of anderszins van over- heidswege is bijgedragen aan het project.
4. Voor het project subsidie kan worden verleend op een andere grondslag.
5. Het project onvoldoende is gericht op samenwerking binnen het sociaal domein.
6. De structurele besparing in de kosten en/of structurele kwalitatieve voordelen niet direct tot het project terug zijn te leiden.
7. Met het project het maken van winst wordt beoogd.
8. Er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat het project niet of niet binnen 12 weken na de subsidieverlening zal worden gestart en er geen reden is om op grond van artikel 8.2 lid 5 van deze termijn af te wijken.
Artikel 8.6 Verplichtingen
De subsidieontvanger deelt opgedane kennis en ervaring met andere samenwerkingsinitiatieven uit Landgraaf.
Artikel 8.7 Subsidieverantwoording en vaststelling
1. De subsidieontvanger dient binnen 12 weken na de realisering van het project een aanvraag tot subsidievaststelling in, voor zover er eerst subsidieverlening heeft plaatsgevonden.
2. Bij de verleningsbeschikking wordt vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden in diens aanvraag om subsidievaststelling.
Hoofdstuk 9: Innovatiesubsidie
Artikel 9.1 Doelgroep Het college kan aan een professionele organisatie of alliantie innovatiesubsidie verstrekken ten behoeve van een project dat is gericht op sociale innovatie en dat mede ten goede komt aan de Landgraafse gemeenschap.
Artikel 9.2 Subsidievoorwaarden
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
1. De aangevraagde innovatiesubsidie is noodzakelijk voor het realiseren van het project.
2. De innovatiesubsidie mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van het realiseren van het project.
3. De effecten van het project zijn meetbaar.
4. Het project dient binnen 12 weken nadat de subsidie is verleend te zijn gestart.
5. Het college kan op verzoek van de aanvrager afwijken van de in het vierde lid genoemde termijn indien naar het oordeel van het college uit een gemotiveerd verzoek van de aanvrager blijkt dat dit noodzakelijk is.
6. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de direct aan de organisatie en uitvoering van de aan het project verbonden kosten, die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van het project.
7. Niet voor subsidie in aanmerking komen in ieder geval de kosten van:
a. alle vormen van exploitatiekosten, die zijn gerelateerd aan gebouwen en systemen;
b. kosten van onderhoud of verbouwing van gebouwen en inventaris;
c. reguliere overhead, uurvergoeding (onder)directeuren en/of managers;
d. accountantskosten;
e. onvoorziene kosten.
Artikel 9.3 Subsidieaanvraag
1. Een aanvraag voor innovatiesubsidie dient maximaal 24 weken en minimaal 4 weken vóór de start van het project te worden ingediend en bevat onverminderd het bepaalde in artikel 8 Asv in elk geval:
a. een beschrijving van het project waarvoor de samenwerkingssubsidie wordt aangevraagd;
b. de hieraan deelnemende partijen;
c. een begroting voor de kosten van het project;
d. de wijze waarop het project wordt gerealiseerd.
2. Een aanvraag kan slechts betrekking hebben op één project.
Artikel 9.4 Berekening subsidie
De innovatiesubsidie is proportioneel ten opzichte van de beoogde doelen en het beoogde effect van het project en wordt verstrekt voor zover de structurele besparing in de kosten en/of structurele kwali- tatieve voordelen direct tot het project zijn terug te leiden.
Artikel 9.5 Aanvullende weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 1 van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien:
1. De aanvrager en/of andere deelnemers geen activiteiten uitvoeren in de gemeente Landgraaf.
2. De aanvraag wordt ingediend buiten in het artikel 9.2, lid 1 opgenomen tijdvak.
3. Voor het project subsidie kan worden verleend op een andere grondslag.
4. Het project onvoldoende is gericht op innovatie binnen het sociaal domein.
5. De aanvraag een ondersteuningsaanbod betreft waarover geen afstemming heeft plaatsgevonden met (andere) betrokken professionals en/of informele zorgverleners.
6. De structurele besparing in de kosten en/of de structurele kwalitatieve voordelen niet direct tot het project zijn terug te leiden.
7. Met het project het maken van winst wordt beoogd.
8. De activiteiten bestaan uit het verstrekken van geld of goederen.
9. Er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat het project niet of niet binnen 12 weken na de subsidieverlening zal worden gestart en er geen reden is om van deze termijn af te wijken.
Artikel 9.6 Verplichtingen
De subsidieontvanger deelt opgedane kennis en ervaring met andere sociale innovatieprojecten uit Landgraaf.
Artikel 9.7 Subsidieverantwoording en vaststelling
1. De subsidieontvanger dient binnen 12 weken na de realisering van het project een aanvraag tot subsidievaststelling in, voor zover er eerst subsidieverlening heeft plaatsgevonden.
2. Bij de verleningsbeschikking wordt vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden in diens aanvraag om subsidievaststelling.
Hoofdstuk 10: Slotbepalingen
Artikel 10.1 hardheidsclausule
1. Het college kan van deze subsidieregeling afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaan- vrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.
2. Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in het besluit tot afwijking.
Artikel 10.2 inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2024 onder gelijktijdige intrekking van de Subsidieregeling gemeente Landgraaf 2023.
2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling gemeente Landgraaf 2024.
Landgraaf, 19 december 2023 Burgemeester en wethouders voornoemd, de secretaris, de burgemeester,
ir. J.M.C. Rijvers xx. X. xx Xxxx
Toelichting
De gemeente Landgraaf verstrekt jaarlijks subsidies aan instellingen, verenigingen, organisaties, na- tuurlijke personen en burgerinitiatieven. Het beleid hiervoor is vastgelegd in de kadernota subsidiebeleid gemeente Landgraaf 2023, de procedures c.q. regelgeving hiervoor zijn vastgelegd in de Algemene subsidieverordening gemeente Landgraaf 2023. De uitwerking van de verschillende subsidiemogelijk- heden ingevolge de kadernota subsidiebeleid en de algemene subsidieverordening is uitgewerkt in de Subsidieregeling gemeente Landgraaf 2024.
Wat is subsidie?
Subsidie is een bijdrage van de gemeente aan een organisatie of instelling voor het organiseren van activiteiten met een maatschappelijk effect. Het gaat om activiteiten en resultaten die van belang zijn voor de inwoners van de gemeente Landgraaf. De gemeente ondersteunt deze activiteiten via het ver- lenen van subsidies. Zo kunnen organisaties, instellingen, verenigingen, burgerinitiatieven en de ge- meente met elkaar zorgen voor een gevarieerd aanbod van activiteiten voor de inwoners van Landgraaf.
Subsidie aanvragen?
Er zijn een aantal subsidiesoorten in Landgraaf waarvoor een subsidie kan worden aangevraagd. Voor een vrijwilligersorganisatie zijn er vier soorten subsidies:
Een basissubsidie kan worden aangevraagd door een vrijwilligersorganisatie voor een (jaarlijkse) ba- sisbijdrage voor de vrijwilligersorganisatie.
Een Jubileumsubsidie kan worden aangevraagd door een vrijwilligersorganisatie voor een (extra) jubi- leumbijdrage voor de vrijwilligersorganisatie
Een Evenementensubsidie kan worden aangevraagd door een vrijwilligersorganisatie voor een evene- ment dat bijdraagt aan de verbetering van de sociale samenhang binnen (een deel van) de gemeente of de identiteit van de gemeente.
Een stimuleringssubsidie kan worden aangevraagd door een vrijwilligersorganisatie voor het toegan- kelijk maken van de kernactiviteit(en) voor mensen met een beperking en/of het stimuleren van inwoners om te participeren aan de kernactiviteit(en).
Voor een professionele organisatie, zijn er twee subsidiesoorten in Landgraaf waarvoor een subsidie kan worden aangevraagd:
Een Budgetsubsidie kan worden aangevraagd door een (semi-)professionele organisatie, voor een (jaarlijkse) bijdrage aan de door de gemeente aan de professionele organisatie opgedragen activiteiten. Een Innovatiesubsidie kan worden aangevraagd door een professionele organisatie, voor een project gericht op sociale innovatie waarbij de professionele organisatie samenwerkt met één of meerdere organisaties binnen het sociaal domein.
Daarnaast kent de gemeente Landgraaf twee subsidiesoorten die breed inzetbaar zijn:
Een subsidieaanvraag voor een Burgerinitiatief kan worden aangevraagd voor een bijdrage voor het uitvoeren van een niet beroepsmatig maatschappelijk en innovatief initiatief met één of meerdere in- woners of verenigingen.
Een subsidieaanvraag voor een Samenwerkingssubsidie kan worden aangevraagd door tenminste twee rechtspersonen die initiatieven ontplooien om (meer) met elkaar te gaan samenwerken en daarmee een bijdrage leveren aan de doelstellingen binnen het sociaal domein.
Per subsidiesoort is er in deze subsidieregeling een apart hoofdstuk opgenomen met voorwaarden en verplichtingen waaraan de aanvrager moet voldoen voor de subsidieverstrekking. Deze voorwaarden en verplichtingen zijn specifiek voor het subsidiesoort van toepassing. Daarnaast gelden de algemene regels zoals deze zijn opgenomen in de Algemene subsidieverordening Landgraaf 2019.
Toelichting budgetsubsidie
Budgetsubsidie is bedoeld voor professionele en semiprofessionele organisaties. Onder semiprofessi- oneel verstaan we een organisatie die werkzaam is in de gemeente Landgraaf en taken uitvoert die volgens deze regeling vallen onder de budgetsubsidie.
Afhankelijk van de vastgestelde maatschappelijke taken die een (semi-)professionele organisatie moet vervullen, vindt een analyse plaats. Dit op grond van het jaarlijkse gesprek en tussentijds aan te leveren stukken, in elk geval een begroting en jaarrekening. Hierbij wordt bekeken hoeveel subsidie nodig is om de maatschappelijke taken te kunnen vervullen. Het betreft hier een jaarlijks terugkerend proces. Subsidies van € 10.000 en meer moeten dan ook jaarlijks worden aangevraagd. Voor subsidies tot
€ 10.000 kan het college besluiten om deze meerjarig, met een maximum van vier jaar te verstrekken.
Toelichting basissubsidie
De bassisubsidie is voor vrijwilligersorganisaties ter waardering van de maatschappelijke bijdrage die de vrijwilligersorganisaties leveren. Deze organisaties vormen grotendeels de sociale infrastructuur in de gemeente Landgraaf en zorgen ervoor dat burgers mee kunnen doen aan de samenleving. Er ligt een gedeelde verantwoordelijkheid voor het behoud van de in hoofdstuk 1 benoemde doelstellingen. Voor de verschillende werksoorten geldt dat indien het subsidieplafond wordt overschreden, in afwijking van de algemene subsidieverordening het subsidiebedrag naar rato per organisatie wordt verminderd, zodat alle vrijwilligersorganisaties die in aanmerking komen voor subsidie ook subsidie ontvangen.
Voor de berekening van basissubsidie wordt uitgegaan van een basisdeel (vast bedrag) en een variabel deel (per actief lid) of een combinatie van beide. Dit betekent dat vrijwilligersorganisaties bij hun aanvraag een ondertekende (bonds)ledenlijst mee dienen te sturen waarop het aantal actieve leden staat vermeld. Indien er geen (bonds)ledenlijst is om het aantal actieve leden aan te tonen dient op een andere te ve- rifiëren wijze het aantal actieve leden aangetoond te worden. Om voor basissubsidie in aanmerking te komen dient de vrijwilligersorganisatie minimaal 15 actieve leden te hebben. De begripsomschrijving van een actief lid is vastgelegd in de subsidieregeling. Onder een passief lid verstaan we een natuurlijk persoon die is ingeschreven bij een vrijwilligersorganisatie en geen gebruik maakt van de faciliteiten en/of de kernactiviteiten van de organisatie, dan wel zich niet persoonlijk inzet voor de vrijwilligersor- ganisatie door deelname aan het bestuur of als trainer/instructeur.
Onder actieve leden worden verstaan, natuurlijke personen die deelnemen aan de kernactiviteit(en) of deze organiseren. Het gaat dan bijvoorbeeld om zingen bij zangkoren, voetballen bij een voetbalvere- niging, maar ook om deelname aan het bestuur of begeleiding als trainer/instructeur van de kernactiviteit.
Voor een aantal vrijwilligersorganisaties stelt het college een vast bedrag ter beschikking voor de uit- voering van hun maatschappelijke activiteiten. Bij deze vrijwilligersorganisaties is het minimumaantal actieve leden niet van toepassing om voor de subsidie in aanmerking te komen. Het gaat dan om orga- nisaties die algemene maatschappelijke activiteiten ontplooien voor een groot deel van de inwoners van Landgraaf.
Om de administratieve lasten te verminderen is gekozen voor het verstrekken van meerjarige subsidies, met een maximum van vier jaar. Dit betekent dat vrijwilligersorganisaties één keer per vier jaar een subsidieaanvraag indienen die vervolgens geldt voor het gehele subsidietijdvak. De dan vastgestelde subsidies blijven in principe ongewijzigd, tenzij het jaarlijks subsidieplafond wordt overschreden en afgezien van de jaarlijkse indexeringen of andere algemene bijstellingen. Daarnaast heeft een vrijwilli- gersorganisatie twee keer in het subsidietijdvak de mogelijkheid om de subsidie te laten bijstellen indien het aantal leden met 15 procent of 15 leden is toe/afgenomen.
Bijlage I Berekening budgetsubsidie peuteropvangorganisaties op basis van groepsgrootte en –zwaarte
Categorie (‘zwaarte’) | Aantal peuters in de groep | Basissubsidie-bedrag per groep | Aandeel doelgroeppeuters in groep (aan- vullend op het basisbedrag) | Aanvullend subsidiebe- drag per groep |
Categorie 0 | Minder dan 8 | € 0 | 0 t/m 4 doelgroeppeuters | € 0 |
Categorie 1 | 8 t/m 9 peuters | € 15.000 | 5 t/m 8 doelgroeppeuters | € 4.000 |
Categorie 2 | 10 t/m 12 peu- ters | € 20.000 | 9 t/m 12 doelgroeppeuters | € 8.000 |
Categorie 3 | 13 t/m 16 peu- ters | € 25.000 | 13 t/m 16 doelgroeppeuters | € 12.000 |
Bijlage II Subsidiebedragen basissubsidie per 2024
Werksoort:
Subsidieberekening
Werksoort:
Subsidieberekening
Werksoort
Subsidieberekening
Werksoort
Subsidieberekening
Werksoort
Subsidieberekening
Werksoort
Subsidieberekening
1.Amateurkunst
Een basissubsidie voor stichting DigiFotoPlus van € 400
Een basissubsidie voor Fotogroep Abedia Landgraaf van € 400 Een basissubsidie voor Fotoclub ISO’73 van € 400
2.Belangenbehartiging
Een basissubsidie voor Stichting Buurtbus Rimburg-Eygelshoven van € 3.551 Een basissubsidie voor stichting Seniorweb Landgraaf van € 1.714
Een basissubsidie voor stichting Service Gilde Landgraaf van € 1.714 Een basissubsidie voor de Zonnebloem van € 3.427
Een basissubsidie voor IVN Ubach over Worms van € 1.714 Een basissubsidie voor IVN De Oude Landgraaf van € 1.714
Een basissubsidie voor stichting Wetswinkel Landgraaf van € 4.650
Een basissubsidie van € 1.679 t.b.v. de internationale vrouwendag voor de organiserende vereniging.
Een basissubsidie voor de Vereniging van Bechterewpatienten Zuid-Limburg van € 286 Een basissubsidie voor Alzheimer Nederland, afdeling Parkstad Limburg van € 286 t.b.v. de organisatie van het Alzheimercafé.
Een basissubsidie voor Stichting Parkinsoncafé Parkstad van € 286 t.b.v. de organisatie van het Parkinsoncafe.
Een basissubsidie voor de Bond Nederlandse Militaire- en Oorlogsslachtoffers (BNMO) (afdeling Limburg) van € 286
Voor andere vrijwilligersorganisaties binnen dit werksoort, een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden:
15-45 actieve leden € 428
46-75 actieve leden € 857
76-125 actieve leden € 1.714
126-300 actieve leden € 3.427
301 en meer actieve leden € 4.227 3.Carnaval
Een basissubsidie voor stichting stuurgroep Carnavalsorganisaties Landgraaf van € 1.656 Een basissubsidie voor stichting Overkoepelend Orgaan Carnavalsvereniging Ubach over Worms van € 1.428
Een basissubsidie voor stichting Landgraaf Optocht van € 3.427
Een basissubsidie voor stichting Stadsprinsenwagen-Landgraaf van €521
Voor andere vrijwilligersorganisaties binnen dit werksoort, een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden:
16-30 actieve leden € 171
31-45 actieve leden € 228
46-60 actieve leden € 343
61-70 actieve leden € 457
71-80 actieve leden € 571
81-90 actieve leden € 743
91-100 actieve leden € 800
101-110 actieve leden € 857
111-120 actieve leden € 914
120 en meer actieve leden € 1.028 4.Dans- en Wandelsport
Een basissubsidie voor Stichting Avond4daagse Landgraaf van € 1.714
Voor andere vrijwilligersorganisaties bestaat de basissubsidie uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.
Een vast bedrag van € 114 per vrijwilligersorganisatie of € 343 bij meer dan 150 actieve leden.
Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden: 16-30 actieve leden € 57
31-60 actieve leden € 69
61-90 actieve leden € 80
91-120 actieve leden € 103
121-150 actieve leden € 126
151-160 actieve leden € 149
161-170 actieve leden € 228
171 en meer actieve leden € 257 5.Denk- en Behendigheidssporten
De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.
Een vast bedrag van € 114 per vrijwilligersorganisatie.
Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden: 16-30 actieve leden € 143
31-60 actieve leden € 257
61-90 actieve leden € 343
91 en meer actieve leden € 457 6.Dierensport
Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden: 16-45 actieve leden € 114
46-65 actieve leden € 286
66-85 actieve leden € 343
86-105 actieve leden € 457
106-125 actieve leden € 857
126-145 actieve leden € 971
Werksoort
Subsidieberekening
Werksoort
Subsidieberekening
Werksoort
Subsidieberekening
Werksoort
Subsidieberekening
Werksoort
Subsidieberekening
Werksoort
Subsidieberekening
Werksoort
Subsidieberekening
Werksoort Subsidieberekening Werksoort Subsidieberekening
Werksoort
146-160 actieve leden € 1.085
161-180 actieve leden € 1.142
181-200 actieve leden € 1.200
201-220 actieve leden € 1.314
221 en meer actieve leden € 1.371 7.Folklore en Cultuurhistorie
Een basissubsidie voor Stichting Heerlyckheyt van € 1.092
Een basissubsidie voor Heemkundevereniging Landgraaf van € 17.364 Een basissubsidie voor ’t Bakkes Rimburg van € 457
Een basissubsidie voor vrienden van de st. Jozefkapel Rimburg van € 457
Een basissubsidie voor Vereniging Levend Kerstspel Nieuwenhagen van € 457 Een basissubsidie voor Volkstuinvereniging Hoefveldje van € 171
Een basissubsidie voor Volkstuinvereniging Achter de Winkel van € 171 Een basissubsidie voor Volkstuinvereniging Ons Genoegen van € 171 Een basissubsidie voor Bargoensclub Ut Keieskwieëste van € 457
Een basissubsidie voor Oranje Comité Landgraaf van € 6.854
Een basissubsidie voor de Stichting Veteranen Landgraaf van € 1.142 Een basissubsidie voor Stichting Linea Recta Landgraaf van € 1.142 Een basissubsidie voor Stichting Bokkenrijders van € 1.142
8.Kerkgenootschappen
Een basissubsidie voor Nieuw Apostolische Kerk van € 2.285
Een basissubsidie voor Protestantse Gemeente Oude Mijnstreek van € 2.285 Een basissubsidie voor Gemeente Gods Nederland van € 2.285
Een basissubsidie voor de samenwerkende parochies Schaesberg, Heilig Hart van Xxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxx, Heilige Familie en OLV Hulp der Christenen van € 10.853
Een basissubsidie voor kerkbestuur cluster Ubach over Worms van € 6.283 9.Gymnastiek en turnen
De basissubsidie bestaat uit een variabel bedrag op basis van het aantal actieve jeugdleden. Een vast bedrag van € 1.314 bij 15-100 actieve jeugdleden
Een vast bedrag van € 2.285 bij 101-150 actieve jeugdleden
Een vast bedrag van € 3.427 bij 151 en meer actieve jeugdleden
Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden: 15-100 actieve leden € 1.314
101-200 actieve leden € 5.712 201-300 actieve leden € 7.997 301-350 actieve leden € 11.424
351 en meer actieve leden € 16.565 10.Instrumentale muziek (HaFa)
De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.
Een vast bedrag van € 1.142 per vrijwilligersorganisatie. Een variabele basissubsidie van € 71 per actief lid
11.Jeugd- en Jongerenwerk
Een vaste basissubsidie voor Xxx-Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx van € 257 Een vaste basissubsidie voor Xxx-Xxxxxxx Groenstraat van € 257
De basissubsidie voor scouting en Jong Nederland bestaat uit een vast bedrag en een va- riabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.
Een vast bedrag van € 4.570 voor een scouting of Jong NL
Aanvullend een vast bedrag van € 3.427 voor een scouting of Jong NL met meer dan 150 actieve jeugdleden
Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden: 16-50 actieve leden € 2.856
51-100 actieve leden € 6.283
101-150 actieve leden € 8.568
151-200 actieve leden € 11.424
201-250 actieve leden € 13.709
251 en meer actieve leden € 23.419 12.Overig
Een basissubsidie voor stichting Oefenbunker Live van € 41.688 Een basissubsidie voor stichting theater Landgraaf van € 57.694 Een basissubsidie voor stichting hartveilig Landgraaf van € 13.901 Een basissubsidie voor stichting Bijzonder in beweging van € 521
13.Schutterswezen
De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.
Een vast bedrag van € 2.285 of een vast bedrag van € 2.570 bij minimaal 20 jeugdleden. Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden: 16-40 actieve leden € 171
41-65 actieve leden € 343
66-80 actieve leden € 571
81 en meer actieve leden € 1.714 14.Sjpasskapellen
Een vast bedrag van € 553 per vrijwilligersorganisatie. 15.Speeltuinwerk
Een basissubsidie voor stichting speeltuin ’t Eikhoorntje van € 3.973 Een basissubsidie voor stichting speeltuin Abdissenhof van € 3.671
16. Overige buitensport (tennis en atletiek)
Subsidieberekening
Werksoort Subsidieberekening Werksoort Subsidieberekening
Werksoort
Subsidieberekening
Werksoort
Subsidieberekening
Werksoort
Subsidieberekening
Werksoort
Subsidieberekening
Werksoort
Subsidieberekening
De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.
Een vast bedrag van € 1.371 of een vast bedrag van € 1.714 bij meer dan 61 actieve jeugdleden.
Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden: 201-250 actieve leden € 1.257
251-300 actieve leden € 1.714
301 en meer actieve leden € 2.285 17.Toneel
Een vast bedrag van € 1.428 per vrijwilligersorganisatie. 18.Verdedigingssport
De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.
Een vast bedrag van € 1.142 per vrijwilligersorganisatie of € 4.570 bij meer dan 100 actieve leden.
Het variabel bedrag geldt alleen voor organisaties die zijn aangesloten bij een door NOCNSF erkende nationale bond. Niet aangesloten organisaties ontvangen een bedrag van € 286. Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden:
16-25 actieve leden € 914
26-55 actieve leden € 2.056
56-100 actieve leden € 5.141
101-125 actieve leden € 6.283 126-150 actieve leden € 7.426 151-175 actieve leden € 7.997
176 en meer actieve leden € 8.568 19.Vocale muziek
De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.
Een vast bedrag van € 971 voor een zangkoor, een vast bedrag van € 1.257 voor een zangkoor met meer dan 56 actieve leden of een vast bedrag van € 1.599 voor een zangkoor met minimaal 10 actieve jeugdleden.
Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden:
€ 17 per actief lid
€ 44 per actief jeugdlid 20.Veldvoetbal
De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.
Een vast bedrag van € 1.371 per vrijwilligersorganisatie
Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden: 151-200 actieve leden € 914
201-250 actieve leden € 1.942
251-300 actieve leden € 2.856
301-350 actieve leden € 4.284
351-450 actieve leden € 4.570
451-550 actieve leden € 5.712
551 en meer actieve leden € 10.567
21.Overige binnensport (volleybal, zaalvoetbal, handbal en badminton)
De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.
Een vast bedrag van € 571 of een vast bedrag van € 1.142 bij een vrijwilligersorganisaties met meer dan 51 actieve leden.
Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden: 61-70 actieve leden € 743
71-80 actieve leden € 857
81-90 actieve leden € 914
91-100 actieve leden € 1.371
101-150 actieve leden € 3.199
151-200 actieve leden € 4.684
201-250 actieve leden € 5.712
251 en meer actieve leden € 6.626 22.Wielersport
Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden: 15-75 actieve leden € 400
76-150 actieve leden € 857
151-200 actieve leden € 1.142
201-225 actieve leden € 1.599
226-250 actieve leden € 1.828
251 en meer actieve leden € 2.056 23.Zwemsport
De basissubsidie voor Zwemsport Parkstad bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden afkomstig uit Landgraaf. Daarnaast wordt er badhuursubsidie verstrekt voor huren van badwater binnen de gemeente Landgraaf.
De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden. Daarnaast wordt er badhuursubsidie verstrekt.
De badhuursubsidie wordt naar rato van het aantal door de vrijwilligersorganisatie opge- geven uren verstrekt en hiervoor wordt 70% van het subsidiebudget gereserveerd.
Een vast bedrag van € 1.142,39 voor een vrijwilligersorganisatie met meer dan 50 actieve jeugdleden.
Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden: 16-25 actieve leden € 628,31
26-50 actieve leden € 1.028,15
51-75 actieve leden € 1.542,22
76 en meer actieve leden € 1.999,18