BIJLAGE 1: OBLIGATIEVOORWAARDEN
BIJLAGE 1: OBLIGATIEVOORWAARDEN
OVERWEGINGEN
(A) De Uitgevende Instelling, schrijft, ter financiering van de exploitatie van de Portefeuille Zonneparken, de Obligatielening uit bestaande uit maximaal 250 Obligaties met een nominale waarde van €1.000 elk, in totaal maximaal €250.000, een en ander overeenkomstig de Obligatievoorwaarden en het Informatie Memorandum;
(B) Op 23 mei 2019 heeft de directie van de Uitgevende Instelling besloten tot de uitgifte van de Obligatielening;
(C) In de onderhavige Obligatievoorwaarden stelt de Uitgevende Instelling de voorwaarden vast waaronder de Obligatielening wordt uitgegeven;
(D) Geïnteresseerden bevestigen met een Inschrijving op de Obligatielening kennis te hebben genomen van het Informatie Memorandum en deze Obligatievoorwaarden;
(E) Inschrijven op de Obligatielening is enkel mogelijk gedurende de Inschrijvingsperiode, gebruik makend van de online inschrijvingsmogelijkheid op de website van DuurzaamInvesteren (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). Een concept het Inschrijfformulier is opgenomen Bijlage 2 (Inschrijfformulier).
ARTIKEL 1. DEFINITIES
In het Informatie Memorandum en de Obligatievoorwaarden hebben de volgende termen met een hoofdletter de betekenis zoals hierna omschreven. Alle hierna gedefinieerde woorden en termen in het enkelvoud hebben dezelfde betekenis als in het meervoud en vice versa.
Aflossing Een (gedeeltelijke) terugbetaling van de Hoofdsom aan de Obligatiehouder door de Uitgevende Instelling.
Aflossingsdatum De datum waarop uiterlijk de Obligatielening geheel afgelost dient te zijn,
zijnde 14 jaar (168 maanden) na de Ingangsdatum, voor zover de Uitgevende Instelling geen gebruik maakt van de mogelijkheid om vervroegd af te lossen.
Akte van Achterstelling Zoals opgenomen in Bijlage 3 van het Informatie Memorandum.
Artikel Een artikel in deze Obligatievoorwaarden.
Bijlage Een bijlage bij het Informatie Memorandum dat daarvan een integraal onderdeel vormt.
Corresponderende Verplichtingen Deze term heeft de betekenis als weergegeven in artikel 1 van de Omnibus
Pandakte.
EUR of euro De euro, het wettig betaalmiddel in de eurozone.
FSFE Het energiefonds van de Provincie Friesland. Tevens bekend onder de naam Fûns Skjinne Fryske Enerzjy B.V. (xxx.xxxx.xxx)
Geïnteresseerde Een natuurlijke- of rechtspersoon die de aanschaf van Obligaties
overweegt.
Gekwalificeerd Besluit Deze term heeft de betekenis als weergegeven in Artikel 12.8.
Hoofdsom Het door de Obligatiehouder, onder deze Obligatievoorwaarden, geïnvesteerde bedrag, exclusief Transactiekosten, minus de som van de reeds terugebetaalde (afgeloste) bedragen en plus bijgeschreven Rente.
Informatie Memorandum Het op 26 juni 2019 door de Uitgevende Instelling uitgegeven
memorandum verbonden aan de uitgifte van de Obligatielening, inclusief de daarbij behorende Bijlagen.
Ingangsdatum De datum gelegen uiterlijk 14 (veertien) dagen na sluiting van de Inschrijvingsperiode, mits de uitgifte van de Obligatielening daaraan voorafgaand niet is ingetrokken door de Uitgevende Instelling. De Ingangsdatum zal door de Uitgevende Instelling, met inachtneming van bovenstaande beperking, worden vastgesteld en aan Obligatiehouders worden gecommuniceerd.
Inschrijver Een Geïnteresseerde die een Inschrijving doet of heeft gedaan.
Inschrijvingsperiode De periode van 28 juni 2019 tot en met 28 juli 2019 gedurende welke
Geïnteresseerden zich kunnen inschrijven op de Obligatielening.
Inschrijving Een toezegging van een Geïnteresseerde om Obligaties te verwerven.
Kwaliteitsrekening De in artikel 25 van de Wet op het Notarisambt bedoelde bijzondere
rekening welke wordt aangehouden bij ABN AMRO Bank N.V. onder IBAN nummer XX00XXXX0000000000 ten name van Xxxxx & Xxx xx Xxxxxx Notarissen.
Looptijd De looptijd van de Obligatielening zijnde 14 jaar (168 maanden) vanaf de Ingangsdatum.
Notaris Mr. X.X.X. xxx xx Xxxxxx, notaris bij Horst & Xxx xx Xxxxxx Notarissen te Hilversum.
Obligatie Een door Uitgevende Instelling uitgegeven, niet-beursgenoteerde schuldtitel op naam, met een nominale waarde van €1.000 (duizend euro) per stuk.
Obligatiehouder Een natuurlijk- of rechtspersoon die één of meerdere Obligaties houdt.
Obligatielening De door de Uitgevende Instelling uit te geven, aan de Projectfinanciering achtergestelde obligatielening met een nominale waarde van maximaal
€250.000 (tweehonderdvijftig duizend euro) zoals beschreven in het Informatie Memorandum.
Obligatievoorwaarden Deze voorwaarden waaronder de Uitgevende Instelling de Obligatielening
uitgeeft.
Omnibus Pandakte Zoals opgenomen in Bijlage 4 van het Informatie Memorandum.
Parallelle Vordering Deze term heeft de betekenis als weergegeven in artikel 1 van de Omnibus
Pandakte.
Projectfinancier De verstrekker van de Projectfinanciering, zijnde ASN
Groenprojectenfonds.
Projectfinanciering De financieringsfaciliteit verstrekt aan de Uitgevende Instelling van
maximaal €3,466 miljoen met een looptijd van 15 jaar ten behoeve van de realisatie van de Portefeuille Zonneparken zoals beschreven in het Informatie Memorandum.
Register Het register van Obligatiehouders waarin in ieder geval de naam en het adres van de Obligatiehouders is opgenomen met vermelding van de betreffende nummers van de Obligaties die door de Obligatiehouders worden gehouden.
Rente De door de Uitgevende Instelling op grond van de Obligatielening aan de Obligatiehouder verschuldigde vergoeding op jaarbasis over de nog uitstaande Hoofdsom.
In de eerste twee jaar van de Looptijd is de Uitgevende Instelling een vergoeding van 6,5% op jaarbasis verschuldigd aan de Obligatiehouder. In de jaren 3 tot en met 14 van de Looptijd bedraagt deze vergoeding 5,0% op jaarbasis.
Rente- en Aflossingsdatum De datum waarop, gedurende de Looptijd, jaarlijks de aan de
Obligatiehouder verschuldigde Xxxxx en Aflossing wordt uitgekeerd. Deze datum valt elk jaar telkens op dezelfde dag en dezelfde maand als de Ingangsdatum.
Stichting Stichting Belangenbehartiging DuurzaamInvesteren
Transactiekosten Bij het doen van een investering betalen Obligatiehouders éénmalig
transactiekosten aan Duurzaaminvesteren voor gebruik van haar infrastructuur en administratiediensten. Deze kosten bedragen 3,0% (incl. BTW) over de Hoofdsom.
Uitgevende Instelling Eco Invest FRL B.V., een naar Nederlands recht opgerichte vennootschap
met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te Veldhoven en ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 67653413.
Vergadering van
Obligatiehouders Deze term heeft de betekenis weergeven in Artikel 12.1.
Volmacht Zoals volgt uit Bijlage 2 van het Informatie Memorandum en Artikel 9.6.
Entiteiten
Eco Invest FRL B.V. (Uitgevende Instelling) | Een naar Nederlands recht opgerichte vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te Veldhoven en ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 67653413. |
DuurzaamInvesteren | Handelsnaam van Crowdinvesting B.V., een naar Nederlands recht opgerichte besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gevestigd en kantoorhoudend aan de Keizersgracht 125-127, 1015 CJ te Amsterdam en geregistreerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Amsterdam onder nummer 58407529. |
Fûns Skjinne Fryske Enerzjy B.V. | Een naar Nederlands recht opgerichte vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te Leeuwarden en ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 61316113. |
Stichting Belangenbehartiging DuurzaamInvesteren | Een naar Nederlands recht opgerichte stichting, statutair gevestigd te Amsterdam en ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 69337772. |
ARTIKEL 2. DOEL VAN DE OBLIGATIELENING
2.1 De opbrengst van de uitgifte van de Obligatielening wordt door de Uitgevende Instelling uitsluitend ingezet voor de gedeeltelijke (her)financiering van de exploitatie van de Portefeuille Zonneparken te Leeuwarden zoals beschreven in het Informatie Memorandum.
ARTIKEL 3. OBLIGATIELENING
3.1 De Uitgevende Instelling geeft de Obligatielening uit krachtens de in deze Obligatievoorwaarden beschreven voorwaarden. Obligatiehouders worden met het doen van een Inschrijving geacht kennis te hebben genomen van deze Obligatievoorwaarden en zijn daaraan gehouden.
3.2 De uit te geven Obligatielening bedraagt minimaal €100.000 (honderdduizend euro) en maximaal
€250.000 (tweehonderdvijftig duizend euro), verdeeld in maximaal 250 Obligaties van nominaal €1.000 (duizend euro) elk, oplopend vanaf 1. De Obligaties vormen directe verplichtingen van de Uitgevende Instelling jegens de Obligatiehouders die onderling en ten opzichte van elkaar van gelijke rang zijn, zonder enig verschil in preferentie.
3.3 De Obligaties zijn niet en zullen niet geregistreerd worden onder de ‘U.S. Securities Act of 1933’ of geregistreerd worden bij enige toezichthouder op het effectenverkeer in een staat van of in een andere jurisdictie behorende tot de Verenigde Staten van Amerika. De Obligaties mogen expliciet niet worden aangeboden, verkocht of geleverd, direct of indirect, in- of aan of namens ingezetenen van de Verenigde Staten van Amerika.
ARTIKEL 4. INSCHRIJVING OP EN UITGIFTE VAN OBLIGATIES
4.1 Geïnteresseerden kunnen inschrijven op de Obligatielening gedurende de Inschrijvingsperiode, welke in beginsel geopend is van 28 juni 2019 tot en met 28 juli 2019. Na sluiting van de Inschrijvingsperiode zal de Uitgevende Instelling Obligaties aan Geïnteresseerden toewijzen mede met inachtneming van de bepalingen in dit Artikel.
4.2 Inschrijven op de Obligatielening geschiedt middels het invullen van een online Inschrijfformulier, beschikbaar op de betreffende projectpagina op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en het overmaken van het te investeren bedrag, vermeerderd met Transactiekosten, op de Kwaliteitsrekening van de Notaris.
4.3 De Uitgevende Instelling kan zonder opgaaf van reden een Inschrijving weigeren, de Inschrijvingsperiode verlengen, verkorten of opschorten dan wel de aanbieding en uitgifte van de Obligatielening intrekken voorafgaande of gedurende de Inschrijvingsperiode. De Uitgevende Instelling is niet aansprakelijk voor enige schade die iemand door een dergelijke handeling van de Uitgevende Instelling lijdt.
De Uitgevende Instelling zal de uitgifte van de Obligatielening in elk geval intrekken indien voor het einde van de Inschrijvingsperiode voor minder dan €100.000 (honderdduizend euro) is Ingeschreven op Obligaties.
4.4 Inschrijvingen worden in behandeling genomen op volgorde van binnenkomst. Indien de Uitgevende Instelling een Inschrijving niet (geheel) accepteert zal zij dit zo snel mogelijk en in ieder geval voor de Ingangsdatum melden aan de Inschrijver. Zonder andersluidend bericht wordt een Inschrijving door de Uitgevende Instelling geaccepteerd en wordt het beoogde aantal Obligaties toegewezen aan de Inschrijver. De Uitgevende Instelling is de enige die Obligaties kan toewijzen.
4.5 Een Inschrijver heeft 14 dagen na accordering van het online Inschrijfformulier de mogelijkheid om, zonder opgaaf van reden, de Inschrijving terug te trekken. De Inschrijving wordt in dat geval van rechtswege ontbonden en eventueel reeds op de Kwaliteitsrekening gestorte bedragen zullen worden teruggestort aan de Inschrijver.
4.6 De ingangsdatum van de Obligatielening valt, tenzij de Uitgevende Instelling de uitgifte van de Obligatielening intrekt, uiterlijk 14 dagen na sluiting van de Inschrijvingsperiode. De Ingangsdatum alsmede een bevestiging van toewijzing van Obligaties zal door de Uitgevende Instelling na sluiting van de Inschrijvingsperiode per e-mail aan Obligatiehouders worden gecommuniceerd.
ARTIKEL 5. LEVERING EN ADMINISTRATIE VAN DE OBLIGATIES; REGISTER
5.1 Uitgifte van de Obligaties geschiedt door inschrijving van de Inschrijver in het Register als Obligatiehouder. Obligatiehouders ontvangen een bevestiging van inschrijving en zijn vrijelijk gerechtigd hun inschrijving in het Register in te zien ten kantore van de Uitgevende Instelling. Er zullen geen fysieke (papieren) bewijzen van inschrijving worden verstrekt.
5.2 De Uitgevende Instelling houdt het Register in elektronische of andere door de Uitgevende Instelling te bepalen vorm, waarin in ieder geval de namen en adressen van Obligatiehouders zijn opgenomen, zoals van tijd tot tijd gewijzigd, onder vermelding van het aantal door hen gehouden Obligaties.
5.3 Een Obligatiehouder dient iedere wijziging in de gegevens als genoemd in lid 2 van dit artikel onmiddellijk aan de Uitgevende Instelling door te geven. Een wijziging van deze gegevens van de Obligatiehouder zijn slechts tegenover het Uitgevende Instelling van kracht nadat de Obligatiehouder de Uitgevende Instelling daarvan schriftelijk in kennis heeft gesteld.
5.4 Betaling van gelden uit hoofde van de Obligatie door of namens de Uitgevende Instelling op de door de Obligatiehouder gebruikte rekening bij de initiële storting van de Hoofdsom op de kwaliteitsrekening van de notaris bevrijdt de Uitgevende Instelling jegens de Obligatiehouder. De Obligatiehouder verleent de Uitgevende Instelling hiervoor bij voorbaat kwijting.
5.5 De Uitgevende Instelling actualiseert het Register na iedere wijziging van de daarin opgenomen gegevens zoals beschreven in lid 3 van dit artikel.
ARTIKEL 6. RENTE EN AFLOSSING
6.1 De Uitgevende Instelling is over de uitstaande Hoofdsom, de volgende Rente verschuldigd aan de Obligatiehouder:
▪ Gedurende de eerste twee jaar van de Looptijd een Rente van 6,5% op jaarbasis;
▪ Vanaf het derde jaar tot de Obligatielening geheel afgelost is: een Rente van 5,0% op jaarbasis.
De Rentebetaling geschiedt, met in achtneming van de beperking voortvloeiende uit Artikel 6.7, jaarlijks op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) jaar dient te zijn voldaan.
6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van 14 jaar (168 maanden) vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd (op de Aflossingsdatum) dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald te zijn).
6.3 Vervroegde Aflossing, geheel of gedeeltelijk, van de Obligatielening door de Uitgevende Instelling is in beginsel, onder voorbehoud van schriftelijke goedkeuring van de verstrekker van de Projectfinanciering, op enig moment mogelijk.
Indien de Uitgevende Instelling besluit om (een deel van) de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan Obligatiehouder een boeterente verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het gemiddelde effectieve rendement op de lening gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 (Rekenvoorbeeld en effectief rendement) van het Informatie Memorandum berekende percentage van 4,95%.
6.4. Indien op enig moment de Rente en/of Aflossingsbetalingen aan Obligatiehouders niet (volledig) worden gedaan, geldt dat de bedragen worden bijgeschreven op, respectievelijk gehandhaafd als onderdeel van de Hoofdsom. De Uitgevende Instelling zal zodra de kasstroom dat weer toestaat de achterstallige aflossing- en rentebetalingen trachten te verrichten.
6.5 De Uitgevende Instelling zal bij het niet geheel of tijdig kunnen of mogen voldoen aan haar betalingsverplichtingen jegens de Obligatiehouder deze – uiterlijk één werkdag voorafgaand aan de Rentedatum in een jaar - informeren over de kasstroom die de Uitgevende Instelling kent en aannemelijk maken dat deze niet afdoende is om (volledig) aan haar betalingsverplichtingen te voldoen.
6.6 Onderstaand zijn de jaarlijkse reguliere Rente- en Aflossingsbetalingen uit hoofde van één Obligatie weergegeven. De som van de betalingen van Rente en Aflossing gedurende de Looptijd van de Obligatielening bedraagt, met inachtneming van de beperking zoals vastgelegd in Artikel 6.7, €1.404 per Obligatie met een nominale waarde van €1.000.
De jaarlijkse Rente en Aflossingsbetalingen zijn als volgt opgebouwd:
Eén Obligatie (€1.000) | Jaar 1 | Jaar 2 | Jaar 3 | Jaar 4 | Jaar 5 | Jaar 6 | Jaar 7 | Jaar 8 | Jaar 9 | Jaar 10 | Jaar 11 | Jaar 12 | Jaar 13 | Jaar 14 | Totaal |
Hoofdsom | 1.000,00 | 928,57 | 857,14 | 785,71 | 714,29 | 642,86 | 571,43 | 500,00 | 428,57 | 357,14 | 285,71 | 214,29 | 142,86 | 71,43 | |
Rente | 65,00 | 60,36 | 42,86 | 39,29 | 35,71 | 32,14 | 28,57 | 25,00 | 21,43 | 17,86 | 14,29 | 10,71 | 7,14 | 3,57 | 403,93 |
Aflossing | 71,43 | 71,43 | 71,43 | 71,43 | 71,43 | 71,43 | 71,43 | 71,43 | 71,43 | 71,43 | 71,43 | 71,43 | 71,43 | 71,43 | 1.000,00 |
Totaal Rente en Aflossing | 136,43 | 131,79 | 114,29 | 110,71 | 107,14 | 103,57 | 100,00 | 96,43 | 92,86 | 89,29 | 85,71 | 82,14 | 78,57 | 75,00 | 1.403,93 |
6.7 Een betalingsverplichting aan Obligatiehouders van de Uitgevende Instelling op grond van het bepaalde in deze Obligatievoorwaarden is slechts betaalbaar voor zover de betaling hiervan is goedgekeurd door de Projectfinancier en niet op andere wijze strijdig is met hetgeen in Artikel 7 (Achterstelling en overige voorwaarden) is bepaald.
6.8 Alle betalingen aan de Obligatiehouder, waaronder Rente en (vervroegde) Aflossing, zullen worden gedaan op de door de Obligatiehouder gebruikte rekening bij de initiële storting van de Hoofdsom op de kwaliteitsrekening van de Notaris. Betaling door de Uitgevende Instelling middels storting op dat rekeningnummer werkt bevrijdend, ook ingeval van overdracht of overgang van (een) Obligatie(s), tenzij door de Obligatiehouder tijdig per e-mail of aangetekende post een andere tenaamstelling en/of rekeningnummer is/zijn meegedeeld aan de Uitgevende Instelling.
6.9 De administratie van de Uitgevende Instelling is leidend voor het leveren van bewijs voor betaling van Rente en Aflossing met uitzondering van door de Obligatiehouder te leveren tegenbewijs.
ARTIKEL 7. ACHTERSTELLING EN OVERIGE VOORWAARDEN
7.1 De vordering van de Obligatiehouder (waaronder Aflossing, Rente en eventuele kosten) uit hoofde van deze Obligatievoorwaarden is achtergesteld aan betaling door de Uitgevende Instelling van verschuldigde bedragen onder de Projectfinanciering zoals beschreven in de Akte van Achterstelling.
7.2 Onder de Akte van Achterstelling is een betaling van Rente of Aflossing(en) uit hoofde van deze Obligatievoorwaarden aan een Obligatiehouder onderworpen aan de voorafgaande schriftelijke toestemming van de Projectfinancier.
In geval de Projectfinancier een betaling toestaat, is deze betaling direct opeisbaar (voor zover deze verschuldigd is op grond van het overige bepaalde onder deze Obligatievoorwaarden).
In geval de Projectfinancier geen toestemming geeft aan de Uitgevende Instelling om een verschuldigde Rente- of Aflossingsbetaling aan Obligatiehouders te doen, zal dit niet gelden als een verzuim van de
Uitgevende Instelling zoals beschreven in Artikel 10. In een dergelijk geval zal dan ook geen grond zijn voor opeising van bedragen door de Obligatiehouder bestaan.
7.3 In geval de Obligatiehouder een niet door de Projectfinancier goedgekeurde betaling van de Uitgevende Instelling ontvangt kan deze door de Uitgevende Instelling of door de verstrekker van de Projectfinanciering in overeenstemming met hetgeen is bepaald in de Akte van Achterstelling worden teruggevorderd van de Obligatiehouder. De Obligatiehouder verplicht zich hierbij om een dergelijke vordering op eerste verzoek te voldoen.
7.4 De Uitgevende Instelling zal geen geldlening aangaan (hoe ook genaamd) die in rang hoger is dan de Obligatielening (anders dan de Projectfinanciering), of zekerheden verstrekken aan een derde (anders dan aan de Projectfinancier en FSFE).
7.5 De Obligatiehouders hebben een preferente positie ten opzichte van haar aandeelhouders. Het is de Uitgevende Instelling toegestaan om uitkeringen (waaronder mede wordt verstaan uitkering van winst, terugbetaling van kapitaal of achtergestelde leningen) aan de Aandeelhouders te doen, echter, de Uitgevende Instelling zal enkel hiertoe besluiten na een gedegen analyse van haar financiële positie en vooruitzichten, rekening houdend met verplichtingen onder de Projectfinanciering, de Obligatielening en de door FSFE aan haar verstrekte financiering. De Uitgevende Instelling zal in elk geval geen uitkeringen of terugbetalingen doen aan haar aandeelhouders zolang er achterstallige betalingsverplichtingen aan Obligatiehouders en/of FSFE bestaan of dreigen te ontstaan.
ARTIKEL 8. OVERDRAAGBAARHEID
8.1 De Obligaties zijn beperkt verhandelbaar en zullen niet worden genoteerd op een gereglementeerde markt. De Obligaties zijn zonder schriftelijke, andersluidende toestemming van de Uitgevende Instelling enkel overdraagbaar tussen Obligatiehouders. Overdraagbaarheid aan niet-Obligatiehouders is in beginsel uitgesloten.
8.2 Overdracht onder bijzondere titel, zoals ten gevolge van schenking of verkoop, van de Obligatie(s) kan, onverminderd het bepaalde in het eerste lid van dit Artikel, slechts rechtsgeldig plaatsvinden door middel van een schriftelijke overeenkomst tussen overdragende en verkrijgende Obligatiehouders. De Uitgevende Instelling zal de overdracht, na ontvangst van de hiervoor bedoelde documenten, verwerken in het Register en de overdragende en de verkrijgende Obligatiehouder hierover schriftelijk informeren.
8.3 In afwijking van het eerste lid van dit Artikel, kan of kunnen in geval van overlijden van een Obligatiehouder de Obligatie(s) onder algemene titel krachtens erfrecht overgaan op erfgenamen van de Obligatiehouder. In die situatie geldt dat de verkrijgende Obligatiehouder, onder overlegging van een verklaring van erfrecht, mededeling van de overdracht aan de Uitgevende Instelling dient te doen. De Uitgevende Instelling zal, na bevestiging van ontvangst van bedoeld bewijs, de overdracht verwerken in het Register.
ARTIKEL 9. ZEKERHEID
9.1 Tot zekerheid van de nakoming door de Uitgevende Instelling van de Parallelle Vordering, draagt de Uitgevende Instelling zorg voor - en verleend daar alle medewerking aan - de vestiging op naam van de Stichting van een pandrecht derde in rang zoals nader omschreven in Bijlage 4 (Omnibus Pandakte). De Uitgevende Instelling draagt hierbij de Notaris op om onverwijld na de Ingangsdatum het bovengenoemde zekerheidsrecht te vestigen.
9.2 De Projectfinancier, FSFE, de Obligatiehouders (vertegenwoordigd door de Stichting op basis van de volmacht zoals opgenomen in Bijlage 2 (Voorbeeld Inschrijfformulier) van het Informatie Memorandum) en de Stichting, zullen onverwijld na de Ingangsdatum de Akte Van Achterstelling aangaan in de vorm zoals weergegeven in Bijlage 3 (Akte van Achterstelling) van het Informatie Memorandum. De Akte van Achterstelling komt in de plaats van de thans tussen de Projectfinancier en FSFE overeengekomen Akte van Achterstelling.
9.3 Ingeval de Stichting overgaat tot uitwinning van de zekerheid gevestigd onder de Omnibus Pandakte, verleent de Uitgevende Instelling daaraan alle medewerking.
9.4 De kosten voor het vestigen van de zekerheidsrechten, en mogelijke uitwinning ervan, zijn voor rekening van de Uitgevende Instelling, en kunnen onder het zekerheidsrecht komen te vallen als onderdeel van de vorderingen van de Obligatiehouders en/of FSFE op de Uitgevende Instelling.
ARTIKEL 10. VERZUIM EN OPEISBAARHEID
10.1 Onverminderd eventuele wettelijke rechten van de Obligatiehouder op ontbinding en/of schadevergoeding wegens tekortkoming van of door de Uitgevende Instelling, is de Hoofdsom vermeerderd met bijgeschreven Rente direct opeisbaar in de navolgende gevallen:
i. Indien de Uitgevende Instelling één of meer van zijn verplichtingen uit hoofde van deze Obligatievoorwaarden jegens Obligatiehouder niet, niet tijdig, niet volledig of niet behoorlijk nakomt en na te zijn gesommeerd en een termijn van ten minste 30 (dertig) dagen te hebben gekregen om zijn verplichting alsnog na te komen, in verzuim blijft;
ii. Indien de Uitgevende Instelling een nieuwe geldlening (hoe ook genaamd) met een derde aangaat (anders de verstrekker van de Projectfinanciering en/of FSFE) die in rang gelijk of hoger is dan de Obligatielening of zekerheden verstrekt aan een derde (anders dan aan de Projectfinancier en/of FSFE);
iii. Indien en zodra de Uitgevende Instelling in staat van faillissement wordt verklaard, haar eigen faillissement aanvraagt, of surseance van betaling wordt verleend of aanvraagt;
iv. In geval van beslaglegging op of overdracht van een naar het oordeel van een Obligatiehouder belangrijk gedeelte van de activa (waaronder ook begrepen verhuurcontracten) van de Uitgevende Instelling;
v. Bij een besluit tot splitsing, (juridische) fusie, verkoop, ontbinding of liquidatie of algehele staking of staking van een essentieel onderdeel van de onderneming van de Uitgevende Instelling;
vi. Indien en zodra de aandelen in het kapitaal van de Uitgevende Instelling geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan een derde, dan wel een wijziging plaatsvindt in de zeggenschap van de Uitgevende Instelling dan wel een kennelijk voornemen daartoe bestaat.
10.2 In elk geval van opeisbaarheid van bedragen, zoals beschreven in lid 1 van dit artikel, dient de Obligatiehouder onverminderd rekening te houden met het achtergestelde karakter van de
Obligatielening. Een Obligatiehouder zal niet bij de Uitgevende Instelling tot opeising overgaan indien en voor zover betaling van het betreffende bedrag door Uitgevende Instelling in strijd zou zijn met de Akte van Achterstelling.
10.3 Een opeising van de Hoofdsom vermeerderd met bijgeschreven Rente door een Obligatiehouder is in elk geval niet in strijd met de Akte van Achterstelling in geval de Uitgevende Instelling (a) geen verplichtingen meer heeft onder de Projectfinanciering, of (b) de verplichtingen onder de Projectfinanciering direct opeisbaar zijn gesteld door de Projectfinancier en deze tot daadwerkelijke opeising is overgegaan of (c) in alle andere gevallen, met toestemming van de Projectfinancier.
ARTIKEL 11. STICHTING; TAAK, LAST EN VOLMACHT, VRIJWARINGEN, BEËINDIGING FUNCTIE
De Stichting heeft de taak, last en volmacht zoals omschreven in artikelen 6, 7 en 8 van de Akte van Achterstelling en daarin staan vermeldt de verdere voorwaarden en bepalingen die van toepassing zijn op, of verband houden met, haar rol als zekerheidsagent (zonder afbreuk te doen aan enige bepaling die elders is vermeldt en van toepassing is op, of verband houdt met, haar rol als zekerheidsagent).
ARTIKEL 12 – VERGADERING VAN OBLIGATIEHOUDERS
12.1 Een vergadering van Obligatiehouders (“Vergadering van Obligatiehouders”) zal worden gehouden (i) indien de Stichting dit wenselijk acht, (ii) op schriftelijk verzoek van de Uitgevende Instelling; (iii) op schriftelijk verzoek van de houders van ten minste 30% (dertig procent) van het totale nominale bedrag aan uitstaande Obligaties of (iv) ingeval zich een omstandigheid als bedoeld in Artikel 10.1 heeft voorgedaan. Een schriftelijk verzoek als hiervoor bedoeld, moet de te behandelen onderwerpen bevatten.
12.2 De Vergadering van Obligatiehouders zal worden uitgeschreven door de Uitgevende Instelling. De Uitgevende Instelling roept de Vergadering van Obligatiehouders uiterlijk binnen één (1) maand, na ontvangst van het schriftelijke verzoek daartoe, bijeen. Obligatiehouders zullen ten minste vijftien (15) dagen voor de dag waarop de vergadering wordt gehouden een oproepingsbrief voor de Vergadering van Obligatiehouders ontvangen. De oproepingsbrief moet de te bespreken onderwerpen bevatten, de plaats waar de Vergadering van Obligatiehouders zal worden gehouden alsmede een begeleidende toelichting daarop.
12.3 In spoedeisende gevallen (waaronder mede wordt verstaan in geval zich een omstandigheid als bedoeld in Artikel 10.1 heeft voorgedaan), zulks ter beoordeling van de Uitgevende Instelling of de Stichting, kan de oproepingstermijn ten aanzien van de Vergadering van Obligatiehouders worden teruggebracht tot vijf (5) dagen, de dag van de vergadering en van de oproeping niet meegerekend.
12.4 Indien de Uitgevende Instelling in gebreke blijft met het bijeenroepen van een Vergadering van Obligatiehouders, als bedoeld in artikel 12.1, heeft de Stichting casu quo hebben de verzoekende Obligatiehouders zelf het recht een Vergadering van Obligatiehouders uit te schrijven met inachtneming van de hiervoor in Artikel 12.1 tot en met 12.3 omschreven termijnen en formaliteiten.
12.5 De Vergadering van Obligatiehouders wordt voorgezeten door een door de Uitgevende Instelling aan te wijzen persoon. Indien de door de Uitgevende Instelling aangewezen persoon niet ter vergadering aanwezig is of de Uitgevende Instelling geen persoon heeft aangewezen, wordt de Vergadering van Obligatiehouders voorgezeten door een door de vergadering uit haar midden aan te wijzen persoon.
12.6 Op een Vergadering van Obligatiehouders zal door middel van stembriefjes worden gestemd. Elke Obligatie geeft de houder ervan recht op één stem in de vergadering van Obligatiehouders.
12.7 Tenzij het een Gekwalificeerd Besluit (als gedefinieerd in artikel 12.8 hierna) betreft, worden besluiten in de Vergadering van Obligatiehouders genomen met een absolute meerderheid van stemmen.
12.8 In het geval dat de besluiten van de Vergadering van Obligatiehouders betrekking hebben op onderwerpen zoals hieronder beschreven, kunnen deze slechts genomen worden met een meerderheid
van drie/vierde (3/4) gedeelte van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste drie/vierde (3/4) gedeelte van het totaal aantal uitstaande Obligaties aanwezig of vertegenwoordigd is (“Gekwalificeerd Besluit”). Deze onderwerpen hebben betrekking op:
(a) het veranderen van de Looptijd en/of het veranderen van de Rentebetalingsdatum; of
(b) het verminderen van de uitstaande Hoofdsom anders dan door Aflossing en/of het verminderen van de Rente;
(c) het veranderen van de Obligatievoorwaarden die betrekking hebben op het onmiddellijk betalen van Hoofdsom en Rente door de Uitgevende Instelling op een manier die nadelig is voor de Obligatiehouders;
(d) het aantrekken van andere financieringen dan de Obligatielening (waaronder begrepen maar niet beperkt tot bancaire financieringen en niet-bancaire geldleningen van derden) voor welke financieringen zekerheden worden gegeven;
(e) het ontslaan van een of meerdere bestuurders van de Stichting en het instemmen met de benoeming van een bestuurder van de Stichting; of
(f) het verlenen van een machtiging als bedoeld in paragraaf b. van artikel 7 van de Akte van Achterstelling.
12.9 Behoudens ingeval er sprake is van een noodsituatie (waarmee wordt bedoeld een omstandigheid als bedoeld in Artikel 12.3 of waarbij het voortbestaan van de Uitgevende Instelling onmiddellijk wordt bedreigd) zal in een Vergadering van Obligatiehouders ten minste 2/3 (twee/derde) gedeelte van het aantal uitstaande Obligaties aanwezig of vertegenwoordigd moeten zijn om rechtsgeldige besluiten te kunnen nemen. Ingeval het quorum niet wordt gehaald zal –met inachtneming van dezelfde oproepingsformaliteiten als van de eerste vergadering van Obligatiehouders – binnen vier (4) weken daarna een tweede Vergadering van Obligatiehouders moeten worden gehouden, waarin opnieuw een Gekwalificeerd Besluit kan worden genomen, ongeacht het aanwezige quorum.
12.10 Besluiten van de Vergadering van Obligatiehouders kunnen buiten vergadering worden genomen, mits
(a) met medeweten van de Stichting, (b) schriftelijk en (c) met unanieme stemmen.
12.11 De Obligatiehouder die in staat van faillissement is verklaard of surseance van betaling is verleend, zal het stemrecht in de Vergadering van Obligatiehouders verliezen ten aanzien van besluiten ingevolge paragraaf b. van artikel 7 van de Akte van Achterstelling. De door deze Obligatiehouder gehouden Obligaties worden ten aanzien van besluiten ingevolge paragraaf b. van artikel 7 van de Akte van Achterstelling in mindering gebracht op het totaal aantal uitstaande Obligaties zoals genoemd in Artikel 12.8.
ARTIKEL 13 – WIJZIGING VAN OBLIGATIEVOORWAARDEN
13.1 Wijziging van deze Obligatievoorwaarden anders dan zoals bedoeld in Artikel 13.3 kan uitsluitend geschieden door de Uitgevende Instelling met instemming van de Stichting en machtiging daartoe van de Vergadering van Obligatiehouders, voor welke machtiging een Gekwalificeerd Besluit is vereist. De Obligatiehouders worden schriftelijk geïnformeerd over de wijziging van de Obligatievoorwaarden.
13.2 Zowel de Stichting, de Uitgevende Instelling als de Obligatiehouders kunnen bij de bijeenroeping als bedoeld in Artikel 13.1 een voorstel tot wijziging van de Obligatievoorwaarden aan de Vergadering van Obligatiehouders voorleggen. Voorts kan een individuele Obligatiehouder de Uitgevende Instelling enkel verzoeken, doch niet dwingen, om een voorstel te doen voor de wijziging van de Obligatievoorwaarden.
13.3 In aanvulling op het bepaalde in Artikel 13.1 kan de Uitgevende Instelling zonder toestemming van de Obligatiehouders besluiten deze Obligatievoorwaarden aan te passen indien het veranderingen betreffen van niet-materiële aard en/of indien het veranderingen betreffen van formele, onderschikte
en/of technische aard en deze wijzigingen de belangen van de Obligatiehouders of de Stichting niet schaden.
ARTIKEL 14. KENNISGEVING
14.1 Alle kennisgevingen door de Uitgevende Instelling en/of de Stichting aan de Obligatiehouders dienen schriftelijk te geschieden en zijn geldig indien deze zijn verzonden naar de (email)adressen van de individuele Obligatiehouders, zoals vermeld in het Register. Iedere kennisgeving wordt geacht te zijn gedaan op de dag dat deze is verzonden.
14.2 Kennisgevingen door de Obligatiehouders dienen schriftelijk te worden gedaan door verzending daarvan aan het adres van de Uitgevende Instelling, zijnde:
Xxxxxxx 00, 0000 XX xx Xxxxxxxxx Per email: xxxxxxxxxx@xxxxxx.xxx
ARTIKEL 15. SLOTBEPALINGEN
15.1 Als enige bepaling in de Obligatievoorwaarden nietig of vernietigbaar zou zijn, zal dat geen afbreuk doen aan de rechtsgeldigheid van alle overige bepalingen in de Obligatievoorwaarden.
15.2 Behoudens in geval van opzet of bewuste roekeloosheid is de totale aansprakelijkheid van de Uitgevende Instelling uit hoofde van de uitgifte van de Obligatielening beperkt tot de vergoeding van eventuele schade tot maximaal de Hoofdsom, waarbij aansprakelijkheid voor enige vorm van indirecte (gevolg)schade is uitgesloten.
15.3 Op de Obligatievoorwaarden is Nederlands recht van toepassing. Geschillen worden voorgelegd aan de Rechtbank te Amsterdam.