Onze voorwaarden voor
uw woonpolis
Onze voorwaarden voor
Algemene Voorwaarden Woonhuis-, Glas-, Inboedel- En Kostbaarhedenverzekering P/ALG-0905
Deze algemene voorwaarden vormen tezamen met de op het polisblad van toepassing verklaarde bijzondere voorwaarden en clausules de verzekeringsvoorwaarden.
1 Verzekeringsovereenkomst
1.1 Grondslag
Deze verzekering is een overeenkomst tussen de verzekeringnemer en de maatschappij, welke is aangegaan op basis van de door de verzekeringnemer ingediende aanvraag alsmede door of namens hem verstrekte inlichtingen en verklaringen – in welke vorm dan ook – die geacht worden daarmee één geheel te vormen.
1.2 Mededelingsplicht
Op grond van het bepaalde in artikel 7:928 van het Burgerlijk Wetboek was de verzekeringnemer verplicht om vóór het sluiten van deze verzekering aan de maatschappij alle feiten mede te delen die hij kende of behoorde te kennen, en waarvan, naar hij begreep of behoorde te begrijpen, de acceptatiebeslissing van de maatschappij afhing of kon afhangen.
1.3 Vereiste van onzekerheid
Deze overeenkomst beantwoordt – tenzij blijkens een aantekening op het polisblad uitdrukkelijk anders is overeengekomen – aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 van het Burgerlijk Wetboek, indien en voor zover de schade op vergoeding waarvan aanspraak wordt gemaakt het gevolg is van een gebeurtenis waarvan het voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor een verzekerde schade was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden nog zou ontstaan.
1.4 De statuten van de maatschappij maken deel uit van deze verzekering.
2 Begripsomschrijvingen
In deze verzekering wordt verstaan onder:
2.1 Verzekerde: de verzekeringnemer en/of degene wiens belang blijkens de toepasselijke bijzondere voorwaarden is meeverzekerd.
2.2 Verzekeringnemer: de persoon, met wie de maatschappij de verzekering is aangegaan en die als zodanig is vermeld op het polisblad.
2.3 Maatschappij: de onderlinge waarborgmaatschappij Wederkerige 1820 U.A.
2.4 Gebeurtenis: een binnen de geldigheidsduur van de verzekering plaatsvindende verwezenlijking van een onder deze verzekering gedekt risico, In geval van een reeks met elkaar samenhangende gebeurtenissen worden deze geacht te hebben plaatsgevonden op het tijdstip waarop de eerste gebeurtenis zich voordeed.
2.5 Verzekerde zaak: de op het polisblad omschreven roerende of onroerende zaak.
2.6 Gebouw: de op het polisblad omschreven onroerende zaak met al wat volgens algemeen aanvaarde verkeersopvattingen daarvan deel uitmaakt, met uitzondering van funderingen en grond.
2.7 Glas: ruiten dienende tot lichtdoorlating, aanwezig in ramen en deuren van het woonhuis. Onder ruiten worden ook verstaan:
- glas functionerend als ramen en deuren;
- lichtdoorlatend kunststof, aanwezig in of functionerend als ramen, deuren of lichtkoepels.
2.8 Inboedel: alle in de bijzondere voorwaarden nader omschreven roerende zaken van de verzekeringnemer en van een persoon met wie hij duurzaam samenwoont, aanwezig in de woning en behorende tot de particuliere huishouding.
2.9 Kostbaarheden: zaken van hoge waarde zoals antiek, bont, juwelen, sieraden, kunstvoorwerpen, optische instrumenten, voor particulier gebruik bestemde en als zodanig gebruikte muziekinstrumenten alsmede audio, video- en computerapparatuur.
Onder kostbaarheden worden niet verstaan: brillen, contactlenzen, gehoorapparaten, (vul)pennen, (vul)potloden en zakaanstekers.
2.10 Woning: het door de verzekeringnemer permanent bewoonde (gedeelte van) een uitsluitend voor particuliere bewoning dienend gebouw alsmede de daarbij behorende en bij de verzekeringnemer in gebruik zijnde, uitsluitend voor particulier gebruik dienende, bijgebouwen en privébergruimten.
2.11 Woonhuis: het op het polisblad omschreven gebouw, dienende tot particuliere bewoning, met inbegrip van alle uitsluitend voor particulier gebruik dienende stenen en/of houten bouwsels met harde dakbedekking die naar hun aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam op hun plaats te blijven.
2.12 Eigen risico: het op het polisblad vermelde bedrag dat per gebeurtenis voor rekening van de verzekerde blijft.
2.13 Bereddingskosten: kosten van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door of namens de verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade, waarvoor – bij verwezenlijking van het risico – de verzekering dekking biedt, af te wenden of om die schade te beperken. Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.
2.14 Opruimingskosten: de kosten van het laten afbreken, wegruimen, afvoeren en storten van een verzekerde zaak, die het noodzakelijk gevolg zijn van de verwezenlijking van een verzekerd risico.
2.15 Dagwaarde: de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door veroudering en/of slijtage.
2.16 Herbouwwaarde: het bedrag benodigd voor herbouw van een onroerende zaak onmiddellijk na de gebeurtenis op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming.
2.17 Nieuwwaarde: het bedrag dat benodigd is voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit.
2.18 Sloopwaarde: het bedrag dat zou kunnen worden verkregen voor de nog bruikbare respectievelijk waardevolle onderdelen van een onroerende zaak, verminderd met de opruimingskosten.
2.19 Verkoopwaarde: het bedrag dat, onder aftrek van de waarde van de grond, zou kunnen worden verkregen bij verkoop van een onroerende zaak in het normale verkeer en uitgaande van dezelfde bestemming van de onroerende zaak.
2.20 Vervangingswaarde: het bedrag dat benodigd is voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken. Als er geen vervangingsmarkt bestaat dan wordt aangehouden de hoogste uitkomst van:
• de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor technische veroudering; of
• de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor economische veroudering. Hierbij wordt rekening gehouden met de staat van onderhoud van de zaak.
2.21 Voortaxatie: de vooraf getaxeerde waarde van een verzekerde zaak krachtens de beslissing van:
• een daartoe aangewezen deskundige; of
• partijen overeenkomstig het advies van een aangewezen deskundige.
2.22 Onderverzekering: een verzekerde zaak is onderverzekerd als het bedrag waarvoor die zaak is verzekerd lager is dan de waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis.
3 Omvang van de dekking
3.1 Deze verzekering dekt verzekerde zaken, tot ten hoogste het verzekerd bedrag, tegen schade die het gevolg is van de verwezenlijking van een verzekerd risico als omschreven in de op het polisblad vermelde bijzondere voorwaarden en clausules.
3.2 Deze verzekering dekt de bereddingskosten, ook wanneer daardoor het verzekerd bedrag wordt overschreden, en de kosten die door of namens Stichting Salvage tijdens of na de verwezenlijking van een verzekerd risico worden gemaakt voor het bieden van hulpverlening en het treffen van de eerste en meest noodzakelijke maatregelen om de schade te beperken.
3.3 In afwijking van het hiervoor in 3.1 bepaalde dekt deze verzekering gedurende de tijd dat het gebouw of de woning waarin de inboedel zich bevindt in aanbouw is of wordt verbouwd uitsluitend:
• schade ten gevolge van brand, blikseminslag, ontploffing, storm en luchtvaartuigen, mits deze risico’s reeds waren verzekerd;
• schade ten gevolge van diefstal van sanitair, verwarmingsketels, warmwatertoestellen en inbouwkeukenapparatuur of een poging daartoe, mits na braak aan het gebouw en hetzij alle koppelingen met de desbetreffende leidingen tot stand waren gebracht hetzij voortdurend een persoon van 16 jaar of ouder aanwezig was in het gebouw. Hiervoor geldt een eigen risico van 225 euro.
• schade aan de buitenzijde van het gebouw, toegebracht bij inbraak of een poging daartoe. Hiervoor geldt een eigen risico van 225 euro.
Indien de verzekerde aannemelijk maakt dat de schade geen verband houdt met de aanbouw of verbouwing en/of dat de schade daardoor niet is vergroot, blijft het hiervoor in 3.3 bepaalde buiten toepassing.
4 Indexatie
4.1 Indexatie woonhuis
Elk jaar wordt het verzekerd bedrag en in evenredigheid daarmee de premie per de premievervaldatum aangepast overeenkomstig het laatste door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend gemaakte prijsindexcijfer voor nieuwbouwwoningen, tenzij dit blijkens een aantekening op het polisblad uitdrukkelijk is uitgesloten.
4.2 Indexatie inboedel
Elk jaar wordt het verzekerd bedrag en in evenredigheid daarmee de premie per de premievervaldatum aangepast overeenkomstig het laatste door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend gemaakte waarde-indexcijfer voor verzekering van inboedels, tenzij dit blijkens een aantekening op het polisblad uitdrukkelijk is uitgesloten.
5 Bekendheid/Risicowijziging
5.1 De omschrijving van de verzekerde zaken wordt aangemerkt als afkomstig van de verzekeringnemer.
5.2 De maatschappij is bekend met de bij het sluiten van de verzekering bestaande ligging, bouwaard, dakbedekking, inrichting en belendingen van het gebouw alsmede het gebruik van de verzekerde zaken. Wijziging van de belendingen tast de verplichting tot schadevergoeding van de maatschappij niet aan.
5.3 De verzekeringnemer dient de maatschappij zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één maand nadat hij daarvan kennis kreeg, schriftelijk in kennis te stellen van wijzigingen die een verzwaring van het risico inhouden. Als zodanig worden in elk geval aangemerkt:
• het wijzigen van bestemming, gebruik, bouwaard of dakbedekking van het gebouw;
• het geheel of grotendeels leegstaan van het gebouw of een als zelfstandig aan te merken deel daarvan;
• het gedurende een periode van (naar verwachting) één maand of langer buiten gebruik zijn van het gebouw of een als zelfstandig aan te merken deel daarvan;
• het gekraakt worden van het gebouw of een deel daarvan;
• het zich voordoen van enige omstandigheid waarvan de verzekeringnemer redelijkerwijs kan weten dat deze het risico verzwaart, tenzij de verzekeringnemer van die omstandigheid niet op de hoogte was en dat redelijkerwijs ook niet kon zijn.
6 Algemene uitsluitingen en beperkingen
6.1 Van deze verzekering is uitgesloten schade:
• als gevolg van aardbeving en vulkanische uitbarsting, atoomkernreacties, molest en overstroming zoals omschreven in de Nadere omschrijvingen;
• aan onbewerkte edele metalen en ongezette edelstenen;
• die is ontstaan of veroorzaakt terwijl in het gebouw een hennepkwekerij is gevestigd, tenzij de verzekerde bewijst dat er geen
enkel verband is tussen de aanwezigheid van de hennepkwekerij en de verwezenlijking van een verzekerd risico. Deze uitsluiting geldt uitsluitend voor brand, (in)braak en vandalisme en zij wordt niet toegepast, indien de verzekeringnemer van de aanwezigheid van de hennepkwekerij niet op de hoogte was en dat redelijkerwijs ook niet kon zijn.
• die een verzekerde met opzet, al dan niet bewuste roekeloosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld heeft veroorzaakt, ongeacht of die schade is veroorzaakt aan zijn eigen belang(en) of (ook) aan die van (een) andere verzekerde(n). Onder verzekerden wordt in dit verband mede verstaan de echtgenoot, geregistreerde partner, kinderen en huisgenoten, wiens/wier belang is meeverzekerd, ongeacht of zij in de toepasselijke bijzondere voorwaarden als verzekerde worden aangemerkt.
6.2 Op deze verzekering is de terrorismedekking beperkt zoals omschreven onder Beperking terrorismerisico.
7 Andere verzekeringen
7.1 Indien een onder deze verzekering gedekte schade tevens is gedekt onder één of meer andere verzekeringen, al dan niet van oudere datum, of onder één of meer andere verzekeringen gedekt zou zijn indien deze verzekering niet zou hebben bestaan, dan geldt deze verzekering slechts als excedent boven hetgeen is of wordt of zou moeten worden gedekt onder deze andere verzekering(en), ongeacht de strekking van een in deze andere verzekering(en) opgenomen samenloopbepaling.
8 Premiebetaling en –restitutie
8.1 De verzekeringnemer dient de premie, daaronder begrepen de kosten en de assurantiebelasting, vooruit te betalen op de premievervaldatum.
8.2 Indien de verzekeringnemer de aanvangspremie niet uiterlijk op de dertigste dag na ontvangst van het betalingsverzoek betaalt of weigert te betalen, wordt zonder dat een nadere ingebrekestelling door de maatschappij is vereist geen dekking verleend ten aanzien van alle gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
8.3 Indien de verzekeringnemer de vervolgpremie weigert te betalen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van alle gebeurtenissen die na de weigering hebben plaatsgevonden.
8.4 Indien de verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig betaalt, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vanaf de vijftiende dag nadat de maatschappij de verzekeringnemer na de vervaldag schriftelijk heeft aangemaand en betaling is uitgebleven.
8.5 De verzekeringnemer blijft gehouden de premie alsmede door de maatschappij in rekening gebrachte administratie- en incassokosten te voldoen.
8.6 De dekking wordt weer van kracht voor aanspraken die voortvloeien uit een handelen of nalaten dat heeft plaatsgevonden na de dag waarop hetgeen de verzekeringnemer verschuldigd is voor het geheel door de maatschappij is ontvangen. In geval van overeengekomen termijnbetalingen geldt dat de dekking eerst in kracht wordt hersteld nadat alle onbetaald gebleven termijnen alsmede door de maatschappij in rekening gebrachte administratie- en incassokosten zijn voldaan.
8.7 Onder aanvangspremie wordt mede verstaan de premie die de verzekeringnemer verschuldigd wordt in verband met een tussentijdse wijziging van de verzekering.
8.8 Onder vervolgpremie wordt mede verstaan de premie die de verzekeringnemer van jaar tot jaar verschuldigd wordt na het verstrijken van het eerste verzekeringsjaar.
8.9 Uitsluitend in geval van tussentijdse opzegging als gevolg van verkoop of eigendomsovergang onder algemene titel van de verzekerde zaken wordt de lopende premie naar billijkheid verminderd. Vermindering naar billijkheid blijft achterwege bij opzegging als gevolg van totaal verlies van één of meer verzekerde zaken en voorts bij opzegging wegens opzet de maatschappij te misleiden.
9 Schademelding en -vaststelling
9.1 Verplichtingen na schade
9.1.1 Schademeldingsplicht: zodra de verzekerde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor de maatschappij tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan de maatschappij te melden.
9.1.2 Schade-informatieplicht: de verzekerde is verplicht binnen redelijke termijn aan de maatschappij alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor de maatschappij van belang zijn om haar uitkeringsplicht te beoordelen.
9.1.3 Medewerkingsplicht: de verzekerde is verplicht de aanwijzingen van de maatschappij nauwkeurig op te volgen en zijn volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de maatschappij zou kunnen benadelen.
9.1.4 Schadebeperkingsplicht: de verzekerde is verplicht onmiddellijk alle maatregelen te nemen ter beperking van de schade en ter voorkoming van eventuele uitbreiding van de schade.
9.1.5 Bewaarplicht: tenzij anders is overeengekomen, is de verzekerde verplicht beschadigde voorwerpen te bewaren voor de schadevaststelling.
9.1.6 Aangifteplicht: in geval van schade door diefstal, inbraak, vandalisme, afpersing, beroving of enig (vermoeden van een) ander strafbaar feit is de verzekerde verplicht zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aangifte te doen bij de politie. Deze aangifteplicht geldt eveneens indien de schade is veroorzaakt door een derde, de verzekerde is in dat geval voorts verplicht in ieder opzicht mee te werken aan het verhalen van de schade op deze derde.
9.1.7 Sanctie bij niet nakomen verplichtingen: aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien de verzekerde een of meer van de hiervoor onder 8.1.1 tot en met 8.1.6 genoemde verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij heeft benadeeld.
9.1.8 Verval van rechten: elk recht op uitkering komt te vervallen, indien de verzekerde de hiervoor onder 8.1.1 tot en met 8.1.5 genoemde verplichtingen niet is nagekomen met het opzet de maatschappij te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet rechtvaardigt. Het recht op uitkering komt tevens te vervallen, indien de schademelding niet heeft plaatsgevonden binnen twaalf maanden na verwezenlijking van het risico.
9.2 Schadevaststelling
9.2.1 De schade wordt in onderling overleg of door één door de maatschappij te benoemen expert vastgesteld, tenzij wordt overeengekomen dat twee experts waarvan de verzekerde en de maatschappij er elk één benoemen, de schade zullen vaststellen.
9.2.2 Voor het geval de door de experts vast te stellen grootte van de schade mocht verschillen, benoemen beide experts vóór de aanvang van hun werkzaamheden tezamen een derde expert, die binnen de grenzen van de door hen vastgestelde schade een bindende uitspraak omtrent de grootte van de schade moet doen.
9.2.3 Indien de benoeming van de derde expert door gebrek aan overeenstemming niet tot stand komt, geschiedt de benoeming op verzoek van de meest gerede partij door de voorzitter van de Kamer van Koophandel Noordwest-Holland.
9.2.4 De experts hebben het recht om, afzonderlijk of gezamenlijk, deskundigen te raadplegen.
9.2.5 De verzekerde en de maatschappij zijn verplicht de experts alle medewerking te verlenen die deze voor een juiste taakvervulling nodig achten, waaronder het ter inzage geven van de polis en andere administratieve gegevens alsmede het verschaffen van inlichtingen omtrent de oorzaak, toedracht en grootte van de schade.
9.2.6 Het benoemen van een expert en het verlenen van medewerking, zoals hiervoor omschreven, houdt voor de maatschappij geen erkenning in van enige verplichting tot schadevergoeding.
9.2.7 De maatschappij vergoedt, zonder aftrek wegens onderverzekering en zo nodig boven het verzekerd bedrag, de honoraria en kosten van de experts en de door hen geraadpleegde deskundigen, met dien verstande dat de maatschappij voor de door de verzekerde ingeschakelde expert en de door deze geraadpleegde deskundige(n) maximaal het overeenkomstige totaalbedrag van de eigen expert vergoedt.
9.3 Schaderegeling
9.3.1 Schadevergoeding
De verplichting van de maatschappij tot schadevergoeding bestaat uit het verschil tussen de waarde van de verzekerde zaak onmiddellijk voor en onmiddellijk na de gebeurtenis of – naar keuze van de maatschappij – de herstelkosten onmiddellijk na de gebeurtenis van die zaken, die naar het oordeel van de expert(s) voor herstel vatbaar zijn.
9.3.1.1 Bij verzekering op basis van nieuwwaarde worden de te vergoeden herstelkosten vermeerderd met de door de gebeurtenis veroorzaakte en door het herstel niet opgeheven waardevermindering.
9.3.1.2 Bij verzekering van glasschade zal de maatschappij ofwel het gebroken glas zo spoedig mogelijk laten vervangen door glas van dezelfde soort en hoedanigheid ofwel overgaan tot vergoeding van de kostprijs van het vervangende glas, vermeerderd met de inzetkosten.
9.3.2 Waarde
Als waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis wordt in geval van verzekering op basis van een geldige voortaxatie aangehouden het bedrag van de voortaxatie. Indien er geen geldige voortaxatie is, wordt aangehouden voor:
9.3.2.1 gebouwen:
de herbouwwaarde, indien:
- deze lager is dan de verkoopwaarde;
- op het gebouw een herbouwplicht rust;
- de verzekeringnemer de maatschappij binnen twaalf maanden na de schadedatum meedeelt tot herstel respectievelijk herbouw, al dan niet op dezelfde plaats, te zullen overgegaan. Het herstel respectievelijk de herbouw moet binnen vierentwintig maanden na de schadedatum zijn aangevangen.
de verkoopwaarde, indien:
- het gebouw op de schadedatum te koop stond aangeboden;
- het gebouw of een als zelfstandig aan te merken deel daarvan geheel of grotendeels leeg stond;
- het gebouw langer dan een aaneengesloten periode van twee maanden buiten gebruik was of naar verwachting zou zijn geweest;
- het gebouw geheel of gedeeltelijk was gekraakt;
- de verzekeringnemer de maatschappij niet binnen twaalf maanden na de schadedatum heeft meegedeeld tot herbouw te zullen overgegaan of niet binnen vierentwintig maanden na de schadedatum met de herbouw is aangevangen.
de sloopwaarde, indien:
- de verzekeringnemer voor de schade al het voornemen had het gebouw af te breken;
- het gebouw bestemd was voor afbraak of onteigening.
9.3.2.2 inboedel:
de nieuwwaarde; de dagwaarde voor:
- zaken waarvan de dagwaarde onmiddellijk voor de gebeurtenis minder bedroeg dan 40% van de nieuwwaarde;
- zaken, die onttrokken waren aan het gebruik waarvoor zij zijn bestemd;
- fietsen, brom- en snorfietsen en – mits uitdrukkelijk meeverzekerd – overige motorrijtuigen alsmede caravans, aanhangwagens en vaartuigen met inbegrip van accessoires en losse onderdelen;
- zonweringen en (schotel)antennes.
9.3.2.3 kunstvoorwerpen, verzamelingen en zaken met een antiquarische - of zeldzaamheidswaarde: de waarde die daaraan door deskundigen wordt toegekend.
9.3.2.4 overige zaken:
de vervangingswaarde.
9.3.3 Overdekking
9.3.3.1 Overdekking woonhuis
Als de waarde van het woonhuis op de schadedatum hoger blijkt te zijn dan het op de laatste premievervaldatum overeenkomstig het hiervoor in 4.1 bepaalde aangepaste verzekerd bedrag, zal door de expert(s) op basis van de gegevens van het Centraal Bureau
voor de Statistiek tevens een raming worden gegeven van het indexcijfer op de schadedatum. Indien laatstbedoeld indexcijfer hoger is dan het indexcijfer op de vervaldatum onmiddellijk voorafgaande aan de schadedatum, dan geldt voor de regeling van de schade als verzekerd bedrag het bedrag overeenkomend met het indexcijfer op de schadedatum, echter met een maximum van 125 procent van het op de laatste premievervaldatum vastgestelde verzekerd bedrag.
9.3.3.2 Overdekking inboedel
Als de waarde van de inboedel op de schadedatum hoger blijkt te zijn dan het op de laatste premievervaldatum overeenkomstig het hiervoor in 4.2 bepaalde aangepaste verzekerd bedrag, dan wordt voor de regeling van de schade het verzekerd bedrag verhoogd met maximaal 25 procent.
10 Uitkering
10.1 Als op grond van deze verzekering recht op schadevergoeding bestaat, keert de maatschappij deze uit binnen 30 dagen na ontvangst van alle voor haar noodzakelijke gegevens.
10.2 In geval van herstel of herbouw keert de maatschappij de schadevergoeding uit binnen 30 dagen nadat het herstel of de herbouw is voltooid, onder inhouding van eventueel verstrekte voorschotten.
11 Verjaring
11.1 Een rechtsvordering tegen de maatschappij tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaar na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekerde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden.
12 Wijziging van premie en/of voorwaarden
12.1 Indien de maatschappij de tarieven en/of voorwaarden voor verzekeringen van dezelfde soort en bloc of groepsgewijs wijzigt, heeft zij het recht de premie en/of voorwaarden van deze verzekering overeenkomstig die wijziging aan te passen met ingang van een door de maatschappij vast te stellen datum. De maatschappij stelt de verzekeringnemer tijdig schriftelijk in kennis van de voorgenomen wijziging en de datum waarop deze van kracht wordt.
12.2 Indien de verzekeringnemer de verzekering niet binnen 30 dagen na kennisgeving van de voorgenomen wijziging heeft opgezegd, wordt hij geacht met de wijziging in te stemmen. In dat geval wordt de verzekering per de in de kennisgeving genoemde datum voortgezet met toepassing van de gewijzigde premie en/of voorwaarden.
13 Duur en einde van de verzekering
13.1 Geldigheidsduur
De verzekering heeft een onbepaalde duur.
13.2 Einde van de verzekering
13.2.1 De verzekering eindigt door een schriftelijke opzegging door de verzekeringnemer op elke gewenste datum met inachtneming van een opzeggingstermijn van een maand.
13.2.2 De verzekering eindigt door een schriftelijke opzegging door de maatschappij:
a binnen één maand nadat een gebeurtenis die voor de maatschappij tot een uitkeringsverplichting kan leiden, door de verzekerde aan maatschappij is gemeld of nadat de maatschappij een uitkering krachtens de verzekering heeft gedaan dan wel heeft afgewezen. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum, zij het niet eerder dan twee maanden na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief, behoudens in het geval dat de opzegging verband houdt met het opzet van een verzekerde om de maatschappij te misleiden;
b indien de verzekeringnemer de premie verschuldigd op de eerste premievervaldag niet tijdig betaalt of weigert te betalen alsmede indien de verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig betaalt of weigert te betalen, in het laatste geval echter uitsluitend indien de maatschappij de verzekeringnemer na het verstrijken van de premievervaldag vruchteloos tot betaling van de vervolgpremie heeft aangemaand. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum, zij het in geval van niet-tijdige betaling niet eerder dan twee maanden na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief;
c binnen twee maanden na de ontdekking dat de verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en de verzekeringnemer daarbij heeft gehandeld met het opzet om de maatschappij te misleiden dan wel de maatschappij de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet zou hebben gesloten. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum.
13.2.3 De verzekering eindigt van rechtswege zodra de verzekerde of zijn erfgenamen ophouden belang te hebben bij de verzekerde zaak alsmede indien alle verzekerde zaken verloren zijn gegaan.
14 Privacy
14.1 Bij de aanvraag of wijziging van een verzekering worden persoonsgegevens gevraagd. Deze worden door de maatschappij verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van overeenkomsten, voor het uitvoeren van marketingactiviteiten, ter voorkoming en bestrijding van fraude jegens financiële instellingen, voor statistische analyse en om te kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen. Op de verwerking van persoonsgegevens is de gedragscode ‘Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen’ van toepassing. De volledige tekst van de gedragscode kan worden geraadpleegd via de website van het Verbond van Verzekeraars xxx.xxxxxxxxxxxx.xx. De gedragscode kan ook worden opgevraagd bij het Verbond van Verzekeraars (Postbus 93460, 2609 AL Den Haag, tel. (000) 000 00 00.
14.2 De bij een schade verstrekte gegevens kunnen worden verwerkt in de database van de Stichting Centraal Informatie Systeem (Stichting CIS) van in Nederland werkzame verzekeringsmaatschappijen. Het privacyreglement van de Stichting CIS is op deze registratie van toepassing.
15 Toepasselijk recht/Geschillen
15.1 Deze verzekering wordt beheerst door Nederlands recht.
15.2 Klachten en geschillen die voortvloeien uit of verband houden met de totstandkoming of uitvoering van deze verzekering kunnen worden voorgelegd aan de maatschappij. Wanneer het oordeel van de maatschappij voor de verzekerde niet bevredigend is, kan de verzekerde zich wenden tot Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD), Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx.
15.3 Wanneer de verzekerde geen gebruik wil maken van de geschillenbeslechtingsmogelijkheden die het KiFiD biedt, of de uitkomst daarvan niet bevredigend vindt, kan de verzekerde het geschil voorleggen aan de rechter. Geschillen voortvloeiende uit of verband houdende met de uitvoering van deze verzekering zijn in eerste aanleg onderworpen aan de uitspraak van de bevoegde rechter te Alkmaar.
15.4 Onverminderd het hiervoor in 15.3 bepaalde kunnen de maatschappij en de verzekeringnemer respectievelijk de verzekerde gezamenlijk besluiten hun geschil in eerste instantie te doen oplossen door middel van mediation conform het op de aanvangsdatum van de mediation geldende reglement van de Stichting Nederlands Mediation instituut te Rotterdam.
16 Mededelingen
16.1 Kennisgevingen van de maatschappij aan de verzekeringnemer kunnen worden gedaan aan diens laatste bij de maatschappij bekende adres of aan het adres van de bemiddelaar tot wiens portefeuille deze verzekering behoort.
Beperking Terrorismerisico
1 Begripsomschrijvingen
In deze algemene voorwaarden en de toepasselijke bijzondere voorwaarden en clausules wordt – voor zover niet nadrukkelijk anders is bepaald – verstaan onder:
1.1 Terrorisme: gewelddadige handelingen en/of gedragingen - begaan buiten het kader van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest - in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aanslagen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, en/of schade aan zaken ontstaat dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
1.2 Kwaadwillige besmetting: het - buiten het kader van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest - (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)directe fysische, biologische, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische belangen kunnen aantasten,waarbij aannemelijk is dat het (doen) verspreiden - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
1.3 Preventieve maatregelen: van overheidswege en/of door verzekerden en/of derden getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en/of kwaadwillige besmetting af te wenden of - indien dit risico zich heeft verwezenlijkt de gevolgen daarvan te beperken.
1.4 Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT): een door het Verbond van Verzekeraars in Nederland opgerichte herverzekeringsmaatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzekeringen, die voor in Nederland toegelaten verzekeraars direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlijking van de hiervoor onder Terrorisme, Kwaadwillige besmetting en Preventieve maatregelen omschreven risico’s, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.
2 Begrenzing van de dekking voor het terrorismerisico
2.1 Indien en voor zover, met inachtneming van de hiervoor in artikel 1.1, 1.2 en 1.3 gegeven omschrijvingen, er binnen de grenzen van de toepasselijke bijzondere voorwaarden dekking bestaat voor gevolgen van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met:
• terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen;
• handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen, hierna gezamenlijk aan te duiden als ‘het terrorismerisico’, dan geldt dat de uitkeringsplicht van de maatschappij ter zake van iedere bij haar ingediende aanspraak op uitkering is beperkt tot het bedrag van de uitkering, die de maatschappij ter zake van die aanspraak ontvangt onder de herverzekering voor het terrorismerisico bij de NHT.
2.2 De NHT biedt herverzekeringsdekking voor de hiervoor genoemde aanspraken tot maximaal 1 miljard euro per kalenderjaar. Voornoemd bedrag kan van jaar tot jaar worden aangepast en geldt voor alle bij de NHT aangesloten verzekeraars tezamen. Van een eventuele aanpassing zal mededeling worden gedaan in drie landelijk verschijnende dagbladen.
•
2.3 In afwijking van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde, geldt voor verzekeringen die betrekking hebben op: schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan;
• gevolgschade van schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan, dat per verzekeringnemer per verzekerde locatie per jaar maximaal 75 miljoen euro onder deze overeenkomst zal worden uitgekeerd, voor alle bij de NHT aangesloten verzekeraars tezamen, ongeacht het aantal afgegeven polissen.
Voor de toepassing van dit artikellid wordt onder verzekerde locatie verstaan: alle op het risicoadres aanwezige door verzekeringnemer verzekerde objecten, alsmede alle buiten het risicoadres gelegen door verzekeringnemer verzekerde objecten waarvan het gebruik en/of de bestemming in relatie staat tot de bedrijfsactiviteiten op het risicoadres. Als zodanig zullen in ieder geval worden aangemerkt alle door verzekeringnemer verzekerde objecten die op minder dan vijftig meter afstand van elkaar gelegen zijn en waarvan er tenminste een op het risicoadres is gelegen. Voor de toepassing van dit artikellid geldt voor rechtspersonen en vennootschappen die zijn verbonden in een groep, zoals bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek, dat alle groepsmaatschappijen tezamen worden aangemerkt als een verzekeringnemer, ongeacht door welke tot de groep behorende groepsmaatschappij(en) de polis(sen) is (zijn) afgesloten.
3 Uitkeringsprotocol NHT
3.1 Op de herverzekering van de maatschappij bij de NHT is van toepassing het Protocol afwikkeling claims (hierna te noemen het Protocol). Het Protocol, inclusief toelichting, is op 13 juni 2003 bij de Kamer van Koophandel Haaglanden te ’s-Gravenhage gedeponeerd onder nummer 27178761 en op 12 juni 2003 bij de Rechtbank Amsterdam onder nummer 79/2003. Op grond van de in dit Protocol vastgestelde bepalingen is de NHT onder meer gerechtigd de uitkering van de schadevergoeding of het verzekerd bedrag uit te stellen tot het moment waarop zij kan bepalen of en in hoeverre zij over voldoende financiële middelen beschikt om alle vorderingen waarvoor zij als herverzekeraar dekking biedt, voor het geheel te voldoen. Voor zover de NHT niet over voldoende financiële middelen blijkt te beschikken, is zij gerechtigd overeenkomstig bedoelde bepalingen een gedeeltelijke uitkering aan de maatschappij te doen.
3.2 De NHT is, met inachtneming van het gestelde in bepaling 7 van het Protocol, bevoegd om te beslissen of een gebeurtenis in verband waarmee aanspraak op uitkering wordt gedaan, als een gevolg van de verwezenlijking van het terrorismerisico moet worden aangemerkt. Een daartoe strekkend en overeenkomstig voornoemde bepaling genomen besluit van de NHT is bindend jegens maatschappij, verzekeringnemer, verzekerden en tot uitkering gerechtigden.
3.3 Eerst nadat de NHT aan de maatschappij heeft meegedeeld welk bedrag, al dan niet bij wijze van voorschot, ter zake van een vordering tot uitkering aan hem zal worden uitgekeerd, kan de verzekerde of de tot uitkering gerechtigde op de in artikel 3.1 bedoelde uitkering ter zake tegenover de maatschappij aanspraak maken.
3.4 De herverzekeringsdekking bij de NHT is ingevolge bepaling 17 van het Protocol slechts van kracht voor aanspraken op uitkering die worden gemeld binnen 2 jaar nadat de NHT van een bepaalde gebeurtenis of omstandigheid heeft vastgesteld dat deze als een verwezenlijking vanen tot uitkering gerechtigden.
Nadere Omschrijvingen
Aanbouw/Verbouw
Een gebouw wordt geacht in aanbouw te zijn of te worden verbouwd zolang het niet geheel glasdicht is en van de definitieve dakbedekking, sloten en andere afsluitingen is voorzien en voor bewoning essentiële voorzieningen zoals keuken, verwarming, (warm)watervoorziening en sanitaire voorzieningen (toilet, bad/douche) niet gebruiksklaar zijn.
Aardbeving/Vulkanische uitbarsting
Onder schade door aardbeving of vulkanische uitbarsting wordt verstaan schade ontstaan hetzij gedurende de tijd waarin hetzij gedurende vierentwintig uur nadat in of nabij de plaats waar de verzekerde zaak zich bevindt, de gevolgen van een aardbeving of een vulkanische uitbarsting zich hebben geopenbaard, tenzij de verzekerde bewijst dat de schade niet aan één van de genoemde verschijnselen kan worden toegeschreven.
Atoomkernreacties
1 Deze verzekering geeft geen dekking indien de schade is veroorzaakt door, opgetreden bij of voortgevloeid uit atoomkernreacties, onverschillig hoe deze zijn ontstaan. Onder atoomkernreactie wordt verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit.
2 De uitsluiting onder lid 1 geldt niet met betrekking tot schade veroorzaakt door radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische, wetenschappelijke, onderwijskundige doeleinden, of (niet-militaire) beveiligingsdoeleinden, mits er een door enige overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen. Onder ’kerninstallatie’ wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen (Staatsblad 1979, 225), alsmede een kerninstallatie aan boord van een schip.
3 Voor zover krachtens enige wet of enig verdrag een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, vindt lid 2 geen toepassing.
Blikseminslag
Schade aan of storing in elektrische of elektronische apparatuur door overspanning/inductie is slechts verzekerd indien sporen van blikseminslag in of aan het object waarin deze zaken aanwezig zijn worden aangetroffen of indien de verzekerde aannemelijk maakt dat de schade of storing het gevolg is van een naburige blikseminslag.
Brand
Onder brand wordt verstaan een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Derhalve is onder andere geen brand:
• schroeien, zengen, smelten, verkolen en broeien;
• doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
• oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
Ten aanzien van motorrijtuigen, indien onder deze verzekering gedekt, wordt zelfontbranding gelijkgesteld met brand.
Onder schade door brand wordt tevens verstaan schade door naburige brand, door brandblussing, door vernieling bij brand op last van hogerhand, door beredding en door diefstal of vermissing bij brand of beredding.
Luchtvaartuigen
Onder schade door luchtvaartuigen wordt verstaan schade door het getroffen worden door of het ontploffen van
• hetzij een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig;
• hetzij een hieraan verbonden, hiervan losgeraakt, hieruit geworpen of hieruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of andere zaak;
• hetzij enig andere zaak die is getroffen door enig hierboven genoemde zaak.
Molest
Onder schade door molest wordt verstaan schade veroorzaakt door of ontstaan uit:
• gewapend conflict: elk geval waarin staten of andere daarmee vergelijkbare partijen elkaar, of de één de ander, met militaire machtsmiddelen bestrijden. Onder gewapend conflict wordt mede verstaan het gewapend optreden van militaire eenheden onder de verantwoordelijkheid van internationale organisaties zoals de Verenigde Naties, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie of de West-Europese Unie;
• burgeroorlog: een min of meer georganiseerde gewapende strijd tussen inwoners van dezelfde staat waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat is betrokken;
•
opstand: georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat dat is gericht tegen het openbaar gezag;
• binnenlandse onlusten: min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen die zich op verschillende plaatsen binnen een staat voordoen;
• oproer: een min of meer georganiseerde, plaatselijke gewelddadige beweging die is gericht tegen het openbaar gezag;
• muiterij: een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van een gewapende macht die is gericht tegen het gezag waaronder zij zijn gesteld.
Ontploffing
Onder schade door ontploffing wordt verstaan gehele of gedeeltelijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, zulks met inachtneming van het hierna bepaalde.
Is de ontploffing ontstaan binnen een – al dan niet gesloten vat, dan is aan het vereiste van een eensklaps verlopende krachtsuiting voldaan, indien de wand van het vat onder de druk van de zich daarin bevindende gassen en dampen (onverschillig hoe deze gassen of dampen zijn ontstaan en onverschillig of zij reeds vóór de ontploffing aanwezig waren, dan wel eerst tijdens deze ontwikkeld werden) een zodanige scheiding heeft ondergaan, dat door het uitstromen van gas, damp of vloeistof uit de door de scheiding gevormde opening, de druk binnen en buiten het vat eensklaps aan elkaar gelijk zijn geworden. Is dit niet het geval of is de ontploffing buiten een vat ontstaan, dan moet de eensklaps verlopende hevige krachtsuiting de onmiddellijke werking zijn geweest van gassen of dampen, die door een scheikundige reactie van vaste, vloeibare gas- of dampvormige stoffen, of een mengsel daarvan, zijn ontwikkeld of tot uitzetting gebracht.
In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van verzekerde zaken door ontploffing is tevens gedekt de schade aan de verzekerde zaken, die als een gevolg van die vernieling moet worden aangemerkt. In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van andere zaken door ontploffing is mede gedekt de schade aan de verzekerde zaken, die als gevolg van de naburigheid van die vernieling moet worden aangemerkt.
Overstroming
Onder schade door overstroming wordt verstaan schade veroorzaakt door of ontstaan uit het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een onder deze verzekering gedekt risico. Deze uitsluiting geldt niet voor brand of ontploffing veroorzaakt door overstroming.
Storm
Onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde. Met stormschade wordt gelijkgesteld schade door neerstortende bomen e.d. tengevolge van storm, schade door vernieling op last van hogerhand wegens de toestand van het door storm beschadigde gebouw en schade door regen-, sneeuw, hagel of smeltwater als onmiddellijk gevolg van stormschade aan het gebouw. Kosten van opruiming van bomen worden niet vergoed.