Overeenkomst
Overeenkomst
Interlokale vereniging van de Stedelijke Academie voor Muziek Woord en Dans
Tussen de hierna vermelde lokale overheden, vertegenwoordigd zoals nader aangeduid, is overeengekomen een interlokale vereniging op te richten volgens de toepasselijke bepalingen van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur:
- de de stad Zottegem,
vertegenwoordigd door Xxxx Xxxxxxx, voorzitter van de gemeenteraad en Xxxx Xxxxxx, algemeen directeur, in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van 27 mei 2024;
- de gemeente Oosterzele,
vertegenwoordigd door Xxxxxxx Xxxxxxxx, voorzitter van de gemeenteraad en Xxxxxxxx Beliën, algemeen directeur, in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van 4 juni 2024;
- de gemeente Gavere,
vertegenwoordigd door Xxxx-Xxxxxx Xxxxxxxxx, voorzitter van de gemeenteraad en Xxxxx Xxxxxx, algemeen directeur,in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van 27 mei 2024;
Voormelde partijen hebben de inhoud van deze overeenkomst met statutaire draagkracht vastgesteld als volgt:
Titel 1: Naam, doel, zetel, beherende gemeente, duur, opzeg, toetreding
Art. 1 Naam
De interlokale vereniging draagt de naam “Interlokale vereniging van de Stedelijke Academie voor Muziek Woord en Dans”.
Art. 2 Doel
§1.
De Interlokale vereniging Interlokale vereniging van de Stedelijke Academie voor Muziek Woord en Dans heeft als doelstelling om binnen de krijtlijnen van de onderwijsregelgeving, de organisatie van de Stedelijke Academie voor Muziek Woord en Dans Zottegem met inbegrip van haar vestigingsplaatsen optimaal af te stemmen op de lokale noden en deze vorm van onderwijs zo toegankelijk en bereikbaar mogelijk aan te bieden in de deelnemende gemeenten.
§2.
Alle vestigingsplaatsen maken pedagogisch en administratief deel uit van de academie Stedelijke Academie voor Muziek Woord en Dans Zottegem met als schoolbestuur het gemeentebestuur van
Zottegem.
De hoofdvestigingsplaats van de academie is gevestigd op het volgende adres: Xxxxxx Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxx.
§3.
Ten opzichte van andere initiatieven die men concurrentieel zou kunnen noemen ten aanzien van het al aanwezige deeltijds kunstonderwijs (DKO) op het eigen grondgebied, engageren de deelnemende gemeenten zich duidelijk ten gunste van onderhavig samenwerkingsverband.
Art. 3 Zetel, beherende gemeente
§1.
De stad Zottegem wordt aangeduid als beherende gemeente.
§2.
De zetel van de Interlokale vereniging van de Stedelijke Academie voor Muziek Woord en Dans wordt gevestigd op volgend adres: Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxx.
Art. 4 Duur, opzegmogelijkheid, toetreding
§1.
De interlokale vereniging wordt opgericht voor onbepaalde duur, ingaand op 1 september 2024.
§2.
Uittreding kan enkel op 1 september mits de uittreding aangetekend wordt meegedeeld aan de andere deelnemende gemeenten en aan de voorzitter van het beheerscomité en dit voor 1 maart van het schooljaar voorafgaand aan de datum van uittreding. De mededeling tot uittreding moet gebaseerd zijn op een beslissing van de gemeenteraad van de uittredende gemeente. De uittredende gemeente heeft geen recht op recuperatie van de ingebrachte financiële middelen.
§3.
Een nieuwe gemeente kan enkel op 1 september toetreden. De toetreding wordt aanvaard indien alle deelnemende gemeenten zich akkoord hebben verklaard met de uitbreiding van de Interlokale Vereniging van de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans. Indien een gemeenteraad geen beslissing neemt binnen de 90 dagen na voorlegging, wordt de betreffende gemeenteraad verondersteld de toetreding te aanvaarden.
Titel 2: Beheerscomité – samenstelling en werking
Art. 5 Samenstelling
§ 1.
Er wordt een beheerscomité opgericht.
§ 2.
Door elke gemeenteraad wordt een lid van het college van burgemeester en schepenen afgevaardigd, alsmede een vervangend lid met hetzelfde mandaat ingeval van afwezigheid van het effectief lid.
De leden van het beheerscomité worden afgevaardigd voor de periode van een bestuurslegislatuur, onverminderd de mogelijkheid van de gemeenteraden het mandaat van hun vertegenwoordigers in te trekken en onverminderd de beëindiging van rechtswege van het mandaat van de leden van het beheerscomité zodra zij hun betreffende politieke mandaat verliezen. De leden blijven evenwel lid van het beheerscomité tot het moment dat er in hun vervanging is voorzien. In geval van algehele vernieuwing van de gemeenteraden duiden de deelnemende gemeenten in de eerste drie maanden volgend op het jaar van de verkiezingen de nieuwe bestuurders aan. Zij treden aan vanaf het ogenblik van hun aanstelling.
§3.
De directeur van de academie wordt naar het beheerscomité uitgenodigd als deskundige. Hij heeft geen stemrecht.
§4.
Het beheerscomité kan andere deskundigen uitnodigen op haar vergaderingen. Zij hebben geen stemrecht. Hun aanwezigheid wordt in het verslag vermeld.
Art. 6 Werking
§1.
Het beheerscomité houdt minstens twee zittingen per kalenderjaar op een gezamenlijk afgesproken datum en zo vaak als het belang van de interlokale vereniging het vereist.
§2. Het beheerscomité stelt een huishoudelijk reglement op waarin ze de organisatie van haar werkzaamheden vastlegt (wijze van samenroepen, wijze van vergaderen, plaats van de vergaderingen, wijze van goedkeuring van de verslagen).
§3.
De vertegenwoordiger van de beherende gemeente neemt de rol van voorzitter van het beheerscomité op. De directeur van de academie neemt het secretariaat waar en rapporteert aan het beheerscomité.
§4.
Het beheerscomité kan slechts geldig vergaderen indien twee derden van de vertegenwoordigers van de deelnemers aanwezig is. Bovendien moet telkens minstens een afgevaardigde van het schoolbestuur aanwezig zijn. Indien de vergadering niet voldoende aanwezigen telt, wordt een datum vastgelegd voor een nieuwe vergadering, minstens één week later. Op deze tweede vergadering is het aanwezigheidsquorum van twee derden niet meer vereist voor de punten die voor de tweede maal
op de agenda zijn vermeld. In de oproep naar deze nieuwe vergadering wordt hierop gewezen. De aanwezigheid van een afgevaardigde van het schoolbestuur blijft evenwel van toepassing.
§5.
Elke deelnemende gemeente beschikt over één stem in het beheerscomité. Beslissingen worden genomen bij consensus.
§6.
Van elke vergadering van het beheerscomité wordt een verslag opgemaakt dat wordt gedateerd en ondertekend door de voorzitter en mede ondertekend door de directeur. De goedgekeurde notulen met alle documenten waaraan de notulen refereren, worden bijgehouden op de zetel van de interlokale vereniging. Een afschrift van de notulen wordt bezorgd aan de deelnemende gemeentebesturen alwaar ze ter inzage liggen van de gemeenteraadsleden op het secretariaat van de deelnemende gemeenten, onverminderd de decretale bepalingen inzake de openbaarheid van bestuur.
Titel 3: Beheerscomité – bevoegdheden
Art. 7
§1.
Binnen het beheerscomité wordt overleg gepleegd over de wijze waarop de overeenkomst wordt uitgevoerd.
§2.
Het beheerscomité formuleert adviezen ten behoeve van het schoolbestuur inzake de organisatie van het DKO, een rationele spreiding van het onderwijsaanbod, de aanwending van het lestijdenpakket, personeelsbeleid, eventuele retributie, infrastructuur, uitrusting en didactisch materiaal en investeringen.
§3.
Daarnaast heeft het beheerscomité de volgende taken:
- vaststellen van het huishoudelijk reglement van het beheerscomité
- vaststellen van het ontwerp van budget met beleidsplan voor het komende kalenderjaar waarin de doelstellingen en activiteiten voor het volgende kalenderjaar zijn opgenomen
- vaststellen van de ontwerpjaarrekening en het jaarverslag van de interlokale vereniging
- ter goedkeuring voorleggen aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeentebesturen van enerzijds het ontwerp van budget samen met het beleidsplan en anderzijds de ontwerpjaarrekening samen met het jaarverslag
- formuleren van adviezen met betrekking tot de wijziging van deze algemene overeenkomst.
Art. 8
Onverminderd de taken die aan het beheerscomité van de interlokale vereniging zijn toegewezen, blijft het schoolbestuur verantwoordelijk voor haar onderwijsinstelling(en) en voor de personeelsleden die zij heeft aangesteld.
Titel 4: Inbreng van de deelnemers en wijze waarop deze inbreng wordt beheerd
Art. 9 Financiële inbreng
§1.
De werkingskosten vallen rechtstreeks ten laste van de deelnemende gemeenten waarbij de beherende gemeente deze via een detailberekening doorrekent aan de niet-beherende gemeenten nadat ze de door de Vlaamse gemeenschap toegekende werkingsmiddelen in verhouding tot het aantal gesubsidieerde leraarsuren in de betreffende vestigingsplaats(en) in mindering heeft gebracht.
Art. 10 Infrastructuur en didactisch materiaal
§1.
Elke deelnemende gemeente staat voor de vestigingsplaats(en) op zijn grondgebied in voor:
a. geschikte en voldoende lokalen die beantwoorden aan de voorwaarden inzake hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid;
b. het nodige didactisch materiaal en de nodige schooluitrusting die beantwoorden aan de specifieke technische en pedagogische eisen voor het organiseren van kwaliteitsvol onderwijs, met name
• voor het domein Muziek: in elk klaslokaal een schoolbord, spiegel, geluidsinstallatie, voldoende muzieklessenaars en schoolmeubilair en in alle klaslokalen bovendien een piano.
• voor het domein Woordkunst-drama: aangepast podium, geluidsinstallatie en alle rekwisieten nodig voor de aangeboden opleidingen in het domein Woordkunst-drama.
• voor het domein Dans:
1. Zaal en dansvloer:
- Vrije beschikbare dansruimte: 100 m² met een dansbare oppervlakte van minsten 80 m². De kortste zijde is minstens 8 m lang.
- gedeelte voorbehouden voor didactisch materiaal en begeleidingsinstrumenten.
- zaalhoogte: 3,5 m
- zwevende, gemakkelijk te onderhouden vloer met een geschikte gladheid.
2. Bars en spiegels:
- gemonteerde of vaste barres met een diameter van 4 cm, met een hoogte van 0,9 of 1,1 m, op 30 cm afstand van de muur en op een ongelijke afstand van 45 cm.
- voor kinderen: 12 m losse of 20 m vaste barres
- voor jongeren: 20 m losse of 30 m vaste barres
- gemakkelijk verplaatsbare spiegels met een lengte van minimaal 8 m
3. Kleedruimtes en berging
- Kleedruimtes en toiletten bevinden zich in hetzelfde gebouw als de danszaal.
- Jongens en meisjes beschikken over een afzonderlijke kleedruimte.
- Leraren beschikken over een eigen kleedruimte.
- Een kastje voor EHBO is binnen handbereik.
- De school beschikt over een bergruimte voor kostuums, rekwisieten en decorelementen.
c. een functionele inrichting van de vestigingsplaatsen met onder andere uithangborden en een mededelingenbord, met oog voor een vlotte bereikbaarheid van straat of plein, parking en fietsenstalling;
d. het onderhoud van de lokalen;
e. de verwarming, verlichting, watervoorziening, telefoon en andere verbruikskosten;
f. voldoende EHBO-voorzieningen (in functie van de risicoanalyse);
g. brandbeveiliging (pictogrammen, brandblusapparaten,...);
h. de nodige verzekeringen tegen brand waarbij een afschrift van de betreffende polissen aan het stadsbestuur van Zottegem wordt overgemaakt.
§2.
De roerende en onroerende goederen van de vestigingsplaatsen gelegen op het grondgebied van de niet-beherende gemeenten worden vervat in een inventaris en blijven eigendom van de betreffende gemeente.
§3.
De mediatheek/bibliotheek van de academie wordt ter beschikking gesteld van het personeel en de leerlingen van alle vestigingsplaatsen.
§4.
Muziekinstrumenten die eigendom zijn van een van de deelnemende gemeenten, worden kosteloos ter beschikking gesteld van de interlokale vereniging. De inventaris wordt als bijlage bij deze overeenkomst gevoegd.
Op advies van het beheerscomité kan de beherende gemeente ten behoeve van de interlokale vereniging bijkomende instrumenten aankopen die worden beheerd door de beherende gemeente.
Art. 11 Verzekering
De verzekeringspolissen1 die het schoolbestuur afsluit ten behoeve van de leerlingen en personeelsleden van de academie, gelden eveneens voor:
- de personeelsleden aangesteld conform artikel 12 en 13 van deze overeenkomst
- en leerlingen van de vestigingsplaatsen. Het gaat om minimaal:
- een polis burgerlijke aansprakelijkheid voor de leerlingen en het personeel,
- een polis tegen lichamelijke ongevallen voor de leerlingen en desgevallend het niet-gesubsidieerd2 personeel,
- een verzekering rechtsbijstand voor het personeel.
Art. 12 Gesubsidieerd onderwijspersoneel
§1.
Het gesubsidieerd bestuurs- en onderwijzend, ondersteunend en desgevallend opvoedend hulppersoneel wordt binnen de vigerende reglementering van de Vlaamse Gemeenschap aangesteld en benoemd door het schoolbestuur, namelijk het stadsbestuur van Zottegem. De rechtspositieregeling voor personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs is integraal van toepassing met inbegrip van de aanvullende reglementen opgelegd door het schoolbestuur.
1 Indien er ook sprake is van niet-gesubsidieerde initiatieven, moet worden nagegaan of de verzekeringspolis deze ook dekt.
2 Het gesubsidieerd personeel is via het ministerie van Onderwijs en Vorming verzekerd tegen arbeidsongevallen.
§2.
Het aantal gesubsidieerde lestijden en gesubsidieerde administratieve omkadering dat wordt aangewend in de vestigingsplaatsen in de niet-beherende gemeenten, wordt bepaald door het aantal financierbare leerlingen dat op 1 februari van het vorig schooljaar in de vestigingsplaatsen van de betreffende gemeente werd geteld.
Art. 13 Niet-gesubsidieerd personeel
§1.
De beherende gemeente kan na advies van het beheerscomité niet-gesubsidieerd personeel aanstellen ten behoeve van het toezicht en ten behoeve van de DKO-administratie in de vestigingsplaatsen. Dit niet-gesubsidieerd personeel valt ofwel onder de lokale rechtspositieregeling van de beherende gemeente ofwel onder het statuut van het gesubsidieerd onderwijspersoneel indien de beherende gemeente dit personeel aanstelt onder het zogenaamde PWB-systeem binnen de onderwijsregelgeving.
§2.
Op expliciete vraag van een niet-beherende gemeente kan de beherende gemeente bijkomend niet- gesubsidieerd onderwijspersoneel aanstellen dat wordt tewerkgesteld in de vestigingsplaats(en) van deze niet-beherende gemeente en onder leiding staat van de directeur van de academie.
§3.
De kosten voor het inzetten van niet-gesubsidieerd personeel worden doorgerekend aan de betreffende niet-beherende gemeente op basis van de werkelijke kost.
Titel 5: Financieel beheer en controle
Art. 14 Budget
§1.
Het beheerscomité maakt jaarlijks een ontwerpbudget op van de interlokale vereniging voor het volgende begrotingsjaar. Deze raming wordt ter goedkeuring aan de deelnemende gemeentebesturen voorgelegd uiterlijk in de maand juli.
§2.
De niet-beherende gemeenten nemen een bijdrage op in hun meerjarenplan gebaseerd op het ontwerpbudget van de interlokale vereniging.
§3.
De niet-beherende gemeenten betalen in het begin van ieder werkingsjaar hun bijdrage aan de beherende gemeente. Op het einde van het werkingsjaar maakt de beherende gemeente voor elke niet-beherende gemeente de afrekening voor de personeelskosten zoals bepaald in artikel 13, §3. De beherende gemeente kan hierop in de loop van het werkingsjaar een voorschot vragen.
§4.
De financiële inbreng aan de interlokale vereniging wordt beheerd door de beherende gemeente en uitsluitend aangewend voor de interlokale vereniging zoals bepaald in artikel 9 §4.
§5.
De kosten voor de inrichting van de lokalen, de kosten voor het onderhoud, de verwarming, de verlichting en het gebruik van andere nutsvoorzieningen zoals bepaald in artikel 10, §§1 en 2 worden rechtstreeks gedragen door de betreffende gemeente.
Art. 15 Jaarrekening, jaarverslag en controle
§1.
Het beheerscomité maakt de jaarrekening en de bijhorende verantwoordingsstukken over aan de deelnemende gemeenten uiterlijk binnen de zes maanden na afsluiting van het voorgaande werkingsjaar. Een werkingsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
§2.
Samen met de jaarrekening wordt aan de deelnemende gemeenten een jaarverslag ter beschikking gesteld.
§3.
De jaarrekening is goedgekeurd door de gemeenteraad indien de gewone meerderheid ze goedkeurt. Indien de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen binnen de 90 dagen na de voorlegging, wordt de jaarrekening als goedgekeurd beschouwd.
§4.
De jaarlijkse evaluatie in de gemeenteraden gebeurt ter gelegenheid van de bespreking van het jaarverslag.
§5.
Elke deelnemende gemeente kan de boekhouding en de jaarrekening met betrekking tot de interlokale vereniging laten controleren door een door haar aangeduide natuurlijke persoon of rechtspersoon.
Art. 16 Bestemming van het resultaat
§1.
Het eventueel positief resultaat van de rekening blijft in de vereniging en wordt aangewend voor de realisatie van de doelstelling van de vereniging.
§2.
Het eventueel negatief resultaat van de rekening wordt door de deelnemers gedragen overeenkomst de verdeelsleutel zoals bepaald in artikel 9, §1.
Titel 6: Praktische afspraken
Art. 17 Leiding personeel
De directeur is de leidinggevende van zowel het gesubsidieerd als het niet-gesubsidieerd personeel dat ingezet wordt in de academie met inbegrip van de vestigingsplaatsen.
Art. 18 Toezicht
De beherende gemeente staat in voor het toezicht in de vestigingsplaatsen gedurende de uren van openstelling en kan ten behoeve hiervan niet-gesubsidieerd personeel aanstellen conform de bepalingen van artikel 13.
Art. 19 Inschrijvingen
§1.
De inschrijving van leerlingen gebeurt in de deelnemende gemeenten volgens de modaliteiten bepaald door de directeur van de academie.
§2.
De inschrijvingsgelden en desgevallend de retributies met betrekking tot de inschrijvingen worden geïnd door de beherende gemeente.
§3.
Het inschrijvingsgeld van de leerlingen in gesubsidieerde uren wordt door de beherende gemeente doorgestort aan het ministerie van Onderwijs en Vorming conform de vigerende regelgeving.
Art. 20 Muziekinstrumenten
Muziekinstrumenten worden ter beschikking gesteld aan de leerlingen volgens het retributiereglement van de beherende gemeente. De beherende gemeente staat in voor de inning van de retributie bij de leerlingen.
Art. 21 Certificering
De certificering van de leerlingen van een vestigingsplaats gebeurt door de beherende gemeente onder de benaming van de academie met toevoeging van de naam van de betreffende niet-beherende gemeente.
Titel 7: Veiligheid, preventie, welzijn
Art. 23 Diensten Preventie en Bescherming op het Werk
§1.
De adviezen van de interne en/of externe diensten voor Preventie en Bescherming op het Werk worden in eerste instantie geformuleerd aan het schoolbestuur. Indien de adviezen verband houden met en/of een weerslag hebben op de infrastructuur van een niet-beherende gemeente, worden deze verder besproken met de betreffende niet-beherende gemeente.
§2.
De wettelijke opgelegde adviesverlening door de preventiedienst bij aankoop van materiaal wordt opgenomen door de preventiedienst van de beherende gemeente.
Art. 24 Globaal preventieplan en jaaractieplan
De uitwerking van een dynamisch risicobeheer wordt via een globaal preventieplan gekaderd. Dit plan wordt telkens voor een periode van vijf jaar door de beherende gemeente uitgewerkt voor de interlokale vereniging. Dit plan met de hieruit voortvloeiende jaaractieplannen worden via de interne preventiedienst van de beherende gemeente opgesteld, opgevolgd en geactualiseerd. De rapportering wordt gecommuniceerd met de personeelsleden en feedback vanuit het personeel wordt mee opgenomen.
Art. 25 Werkgroep welzijn op het werk
De werkgroep welzijn op het werk, waarin eveneens een vertegenwoordiging van de interlokale vereniging is opgenomen, zijnde de directeur of zijn vervanger, werkt mee het preventiebeleid uit. Het verslag wordt overgemaakt aan de andere deelnemende gemeenten.
Art. 26 Controle gebouwen
§1.
Elke deelnemende gemeente staat in voor de wettelijke keuringen van installaties en toestellen in haar lokalen die ter beschikking worden gesteld van de interlokale vereniging. Een inventaris en aansluitende rapportering van de te keuren toestellen wordt overgemaakt aan de preventiedienst van de beherende gemeente.
§2.
Periodiek (vijfjaarlijks, startend in 2018) wordt in elke deelnemende gemeente een inspectie van de gebouwen verricht door de brandweercommandant van de betreffende zone. De burgemeester van de deelnemende gemeente richt hiertoe het nodige verzoek. De verslaggeving en besluiten worden overgemaakt aan de preventiedienst van de beherende gemeente. De gebundelde resultaten worden voorgelegd aan het beheerscomité.
§3.
De voorzitter van de interlokale vereniging legt bij de aanvang van ieder werkingsjaar een lijst voor aan de leden van het beheerscomité, met daarop de voor dat werkingsjaar voorziene keuringen en bijhorende vereiste attesten.
Art. 27 Rookverbod
Er geldt een absoluut en permanent verbod op het roken van producten op basis van tabak of van soortgelijke producten. De deelnemende gemeenten brengen in hun vestigingsplaatsen rookverbodstekens aan zodanig dat ieder die aanwezig is, er kennis van kan nemen. De deelnemende gemeenten doen het nodige om dit rookverbod eveneens te handhaven bij gebruik door derden van deze vestigingsplaatsen.
Titel 8: Vereffening
Art. 28 Vereffening
Wanneer aan het bestaan van de interlokale vereniging een einde komt, wordt door de deelnemende gemeenten in gezamenlijk akkoord de vereffening geregeld. De aan de vereniging toegekende middelen worden in voorkomend geval verdeeld over de deelnemende gemeenten overeenkomstig hun inbreng.
In voorkomend geval worden de schulden evenredig verdeeld over de deelnemende gemeenten a rato van hun inbreng.
Aldus opgemaakt te …………………… op in …… exemplaren waarvan elk der
voornoemde partijen erkent één exemplaar te hebben ontvangen. Getekend door,
Te ,
(datum)……………………..
De algemeen directeur, de voorzitter,
Te ,
(datum)……………………..
De algemeen directeur, de voorzitter,
Te Gavere,
(datum)……………………..
De algemeen directeur, de voorzitter,