STEUNMAATREGELEN VAN DE STATEN — NEDERLAND
STEUNMAATREGELEN VAN DE STATEN — NEDERLAND
Xxxxxxxxxxxxxx X 00/00 (xx XX 00/00) — Verkoop van grond aan AZ en AZ Vastgoed BV Uitnodiging overeenkomstig artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag opmerkingen te maken (2003/C 266/04)
(Voor de EER relevante tekst)
De Commissie heeft Nederland bij schrijven van 23 juli 2003, dat na deze samenvatting in de authentieke taal is weergegeven, in kennis gesteld van haar besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag ten aanzien van de bovengenoemde steunmaatregel.
Belanghebbenden kunnen hun opmerkingen over de betrokken steunmaatregel ten aanzien waarvan de Commissie de procedure inleidt, maken door deze binnen één maand vanaf de datum van deze bekend- making te zenden aan:
Europese Commissie
Directoraat-generaal Concurrentie Directorate State Aid II
X-0000 Xxxxxxx
Fax (00-0) 000 00 00.
Deze opmerkingen zullen ter kennis van Nederland worden gebracht. Een belanghebbende die opmerkin- gen maakt, kan, met opgave van redenen, schriftelijk verzoeken om vertrouwelijke behandeling van zijn identiteit.
SAMENVATTING
In juni 2002 ontving de Commissie een klacht van een lokale bedrijfsvereniging in Nederland. In februari 2003 kwam er opnieuw een klacht, ditmaal van een Duitse projectontwikke- laar. Ondertussen had de Commissie de Nederlandse autoritei- ten om informatie gevraagd. Deze informatie werd in novem- ber 2002 verstrekt, maar bleek onvolledig te zijn. Nadere in- formatie werd in februari 2003 verstrekt.
Er zijn verschillende stukken grond verkocht aan AZ en AZ Vastgoed. Daarnaast zijn deze twee ondernemingen verplichtin- gen aangegaan betreffende de aanleg en het onderhoud van bepaalde infrastructuur.
De procedures die worden aanbevolen in de „Mededeling van de Commissie betreffende staatssteunelementen bij de verkoop van gronden en gebouwen door openbare instanties” zijn niet gevolgd. Op basis van de verstrekte informatie en van het op verzoek van de Commissie opgestelde taxatierapport kan niet worden uitgesloten dat steun is verleend.
In deze fase van de procedure is de Commissie dan ook tot de conclusie gekomen dat de Nederlandse autoriteiten wellicht aan AZ en AZ Vastgoed BV staatssteun hebben verstrekt in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. De uitzonderingen van artikel 87, leden 2 en 3, lijken niet van toepassing te zijn. Omdat de Commissie betwijfelt of de steun verenigbaar is met het EG-Verdrag, heeft zij besloten de formele onderzoekspro- cedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden.
Overeenkomstig artikel 14 Verordening (EG) nr. 659/1999 kan alle onrechtmatige steun worden teruggevorderd van de begun- stigde.
TEKST VAN DE BRIEF
„Met dit schrijven stelt de Commissie Nederland ervan in ken- nis dat zij, na onderzoek van de door uw autoriteiten verstrekte informatie over de bovengenoemde maatregel, heeft besloten de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden.
1. DE PROCEDURE
1. Op 25 juni 2002 heeft de Commissie een brief ontvangen van de plaatselijke bedrijfsvereniging Huiswaard/Overstad met de vraag of er steun is verleend aan voetbalclub AZ Alkmaar. Bedrijfsvereniging Huiswaard/Overstad (hierna: de klager) is een vereniging van winkeleigenaren en vast- goedbezitters. De klager heeft regelmatig aanvullende in- formatie verstrekt.
2. De diensten van de Commissie hebben de Nederlandse autoriteiten op 15 september 2002 een verzoek om infor- matie gezonden. De autoriteiten verzochten om uitstel en hebben bij brief van 14 november 2002 geantwoord. Deze informatie was echter onvolledig. Op 11 februari 2003 heeft de Commissie tenslotte de aanvullende informatie ontvangen.
3. Op 5 februari 2003 dienden een Duitse projectontwikke- laar, SEB Immobilien GmbH, en een van de leden van de bedrijfsvereniging, opnieuw een klacht in, die de klacht van 25 juni 2002 ondersteunde.
4. De klager had zich ondertussen tot de rechtbank in Alk- maar gewend, met het verzoek de toepassing van de maat- regel op te schorten. Daarbij baseerde hij zich op de recht- streekse werking van de in artikel 88, lid 3, van het EG- Verdrag vervatte opschortingsverplichting. De rechtbank deed uitspraak op 5 december 2003. De eis werd afgewe- zen, met het argument dat de Commissie kennelijk op de hoogte was van de maatregel en het dus aan haar was om te beslissen of hier sprake was van staatssteun of niet.
2. GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAAT- REGEL
2.1. De maatregel
5. De stad Alkmaar (hierna: Alkmaar) sloot op 7 december 2001 een overeenkomst met Stichting AZ en AZ Vastgoed BV (hierna: AZ en AZ Vastgoed) over een nieuwe locatie voor het voetbalstadion. De overeenkomst tussen Alkmaar enerzijds en AZ en AZ Vastgoed anderzijds heeft betrek- king op vier transacties in verband met de verkoop van stukken grond.
6. Volgens de autoriteiten zijn twee stukken grond verkocht aan AZ en AZ Vastgoed voor de bouw van een nieuw stadion, bedrijfsruimten en parkeerplaatsen. Alkmaar heeft de grond waarop het huidige stadion is gebouwd, verkocht aan AZ. AZ en AZ Vastgoed zullen het oude stadion afbreken, de grond ontwikkelen en 150 appartementen bouwen. Tenslotte is nog een stuk grond verkocht aan AZ om trainingsvoorzieningen te bouwen. De overeen- komst houdt verplichtingen in voor de kopers van de grond. Er moet een bepaalde infrastructuur worden aange- legd en onderhouden.
2.2. De klacht
7. De klager beweert dat de voetbalclub AZ financieel is bevoordeeld. Er is grond verkocht voor een symbolische prijs of ver beneden de marktprijs.
8. De klager stelt dat de voetbalclub AZ een professionele voetbalclub is, die verschillende buitenlandse spelers in dienst heeft. AZ heeft in Europese competities gespeeld, en zou dat graag opnieuw doen. De voetbalclub heeft plannen voor een nieuw voetbalstadion annex bedrijfs- en winkelcentrum (± 60 000 m2), waarvan 20 000 m2 bestemd is voor grootwinkelbedrijven.
2.3. Informatie en opmerkingen van de Nederlandse auto- riteiten
9. Volgens de Nederlandse autoriteiten (brief van 14 novem- ber 2002) is met de hierboven genoemde transacties geen staatssteun gemoeid omdat de totale prijs die AZ en AZ Vastgoed hebben betaald, een marktprijs is. Niettemin voe-
10. Om de volgende redenen kan niet worden uitgesloten dat er sprake is van financieel voordeel. Ten eerste zijn de procedures die worden aanbevolen in de „Mededeling van de Commissie betreffende staatssteunelementen bij de verkoop van gronden en gebouwen door openbare instanties”, niet gevolgd (1). Er is geen sprake van verkoop via een onvoorwaardelijke biedprocedure, noch van een taxatie door een onafhankelijk deskundige vóór de ver- koop. Wanneer de Commissie een klacht van een derde ontvangt waarin melding wordt gemaakt van vermeende staatssteun bij een verkoopovereenkomst van grond, gaat zij ervan uit dat er geen sprake is van staatssteun indien uit de door de betrokken lidstaat verstrekte informatie blijkt dat bovengenoemde beginselen zijn nageleefd. Indien de lidstaat daarentegen niet aantoont dat deze beginselen zijn nageleefd, kan de Commissie niet op voorhand uit- sluiten dat er staatssteun is verstrekt.
11. Ten tweede heeft de Commissie drie taxatierapporten ont- vangen met zeer uiteenlopende uitkomsten. Volgens het eerste taxatierapport, dat door de klager is verstrekt, ligt de verkoopprijs ongeveer 30 miljoen EUR onder de markt- prijs (2). Dit bedrag is gebaseerd op een zeer duidelijke taxatie door een onafhankelijke en erkende taxateur die door de klager in de arm was genomen. In deze taxatie is echter geen rekening gehouden met de verplichtingen waaraan AZ en AZ Vastgoed moeten voldoen.
12. Op verzoek van de Commissie hebben de Nederlandse autoriteiten een andere taxateur verzocht een tweede taxa- tie te verrichten. NIBConsult BV (hierna: NIBConsult) weegt de voordelen en de verplichtingen van de overeen- komst tegen elkaar af. Volgens deze taxatie ligt de ver- koopprijs ongeveer 6,5 miljoen EUR onder de marktprijs. Deze taxateur is echter van oordeel dat rekening moet worden gehouden met een schadevergoeding van ongeveer 9 miljoen EUR (3), omdat AZ het stadion „moet” verlaten. Daaruit hebben de autoriteiten geconcludeerd dat er geen sprake is van staatssteun, in tegendeel, dat de overeen- komst Alkmaar juist niks kost.
13. De Commissie heeft van de juridisch adviseurs van (een van) de veronderstelde begunstigden een derde taxatie ont- vangen. Die geeft een heel ander resultaat dan de andere twee. Volgens de taxatie van DTZ Xxxxxxxxx (hierna: DTZ) bedragen de kosten voor AZ en AZ Vastgoed per saldo ongeveer 30 miljoen EUR.
14. De Commissie beschikt dus over drie taxatierapporten die betrekking hebben op dezelfde overeenkomst, maar die alledrie tot een andere conclusie komen. Volgens DTZ is de overeenkomst voordelig voor Alkmaar (30 miljoen EUR). Dat is ook het geval volgens NIBConsults (ongeveer
2 miljoen EUR). Tenslotte is de taxateur van de klager (makelaar Kunz) van oordeel dat AZ en AZ Vastgoed een voordeel genieten van ongeveer 30 miljoen EUR.
gen de autoriteiten daaraan toe dat deze beweringen niet
hard kunnen worden gemaakt omdat er geen openbare verkoop of onafhankelijke taxatie heeft plaatsgevonden. De grond is verkocht op basis van een particuliere rege- ling. In de informatie wordt nader ingegaan op de voor- waarden van de overeenkomst. Elke partij is verschillende verplichtingen aangegaan, waarvan sommige moeilijk kwantificeerbaar zijn.
(1) Mededeling van de Commissie betreffende staatssteunelementen bij de verkoop van gronden en gebouwen door openbare instanties (PB C 209 van 10.7.1997, blz. 3).
(2) Als de waarde xxx 'x Xxxx (0 000 000 XXX), Xxxxxxxx (15 950 000 EUR) en 't Lood (5 455 000 EUR) bij elkaar worden opgeteld, bedraagt de steun ongeveer 30 miljoen EUR.
(3) Met een marge van 8,9-9,8 miljoen EUR.
2.4. Beoordeling van de maatregel
2.4.1. Staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Ver- drag
15. Om vast te stellen of met de maatregel staatssteun is ge- moeid in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag, moet de Commissie nagaan of de maatregel:
— is toegekend door de staat of met staatsmiddelen wordt bekostigd;
— bepaalde ondernemingen begunstigt;
— de mededinging kan vervalsen; en
— het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïn- vloedt.
Bekostiging met staatsmiddelen
16. Zoals hierboven werd vermeld, heeft Alkmaar een aantal stukken grond verkocht aan AZ en AZ Vastgoed. Uit- gaande van de taxaties van de consultant en van de ma- kelaar is het waarschijnlijk dat AZ en AZ Vastgoed niet de marktprijs hebben betaald voor de grond, ook niet als rekening wordt gehouden met de verplichtingen die voort- vloeien uit de overeenkomst. De staat loopt daardoor dus inkomsten mis.
Begunstiging van ondernemingen
17. AZ en AZ Vastgoed zijn de begunstigden van de trans- acties waarop de overeenkomst betrekking heeft. AZ Vast- goed is actief op de vastgoedmarkt, terwijl AZ een profes- sionele voetbalclub is die zich bezighoudt met economi- sche activiteiten, zoals het aanbieden van vermaak tegen betaling, het verkopen van uitzendrechten, het optreden als reclamemedium en het kopen en verkopen van rechten op optredens van professionele spelers. Zowel AZ als AZ Vastgoed zijn dus ondernemingen in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag.
Concurrentievervalsing
18. Volgens vaste rechtspraak is er sprake van concurrentie- vervalsing wanneer de positie van de begunstigde ten op- zichte van zijn concurrenten wordt versterkt. In dit geval hebben de Nederlandse autoriteiten vooraf niet de proce- dures toegepast die in de desbetreffende mededeling van de Commissie zijn vastgelegd, en hebben zij achteraf niet overtuigend kunnen aantonen dat de stukken grond zijn verkocht tegen de marktprijs. Daarom kan niet worden uitgesloten dat er steun is verleend en dat als gevolg daar- van de positie van AZ Vastgoed (en mogelijk die van AZ) is versterkt.
Ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer tussen de lid- staten
19. Het gaat hier om twee ondernemingen. Deze ondernemin- gen houden zich met verschillende activiteiten bezig. Ten eerste is AZ Vastgoed actief op de vastgoedmarkt. De vast- goedmarkt is een Europese, zoniet in ruimere zin inter-
nationale markt, waarop ontwikkelaars en investeerders uit verschillende lidstaten actief zijn. Een van de klagers is een Duitse en internationaal actieve projectontwikkelaar. Deze onderneming heeft geïnvesteerd in een winkelcentrum dat naast het perceel ligt waarop het nieuwe stadion komt. Voor de vastgoedmarkt kan worden geconcludeerd dat er sprake is van een (mogelijk) effect op de handel.
20. Ten tweede is AZ een professionele voetbalclub die in het kader van haar economische activiteiten tegen betaling vermaak aanbiedt, als reclamemedium optreedt en spelers koopt en verkoopt. Of AZ al dan niet actief is op een Europese markt en of er dus sprake is van (mogelijke) negatieve beïnvloeding van de handel tussen de lidstaten, moet nader worden onderzocht.
2.4.2. Verenigbaarheid
21. Indien de maatregel staatssteun is in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag, is het twijfelachtig of de staats- steun aan AZ en AZ Vastgoed verenigbaar is met het Verdrag.
22. De steun kan niet worden beschouwd als regionale steun. Noord-Holland komt niet in aanmerking voor dat soort steun. Bovendien is het op basis van de feiten die aan de Commissie werden medegedeeld, hoogst onwaarschijnlijk dat deze steun is vrijgesteld op grond van de verordening over MKB-steun. AZ noch AZ Vastgoed wordt als MKB beschouwd, omdat beide ondernemingen verbonden zijn met een grotere holding, namelijk de DSB-Groep (de hol- ding die eigendom is van de voorzitter van AZ). Ook hebben de autoriteiten zich op geen van de afwijkingen die in artikel 87, leden 2 en 3, van het EG-Verdrag zijn vervat, beroepen.
3. CONCLUSIE
23. Gelet op de bovenstaande overwegingen verzoekt de Com- missie Nederland, in het kader van de procedure van ar- tikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag, binnen één maand na de datum van ontvangst van dit schrijven zijn opmerkin- gen te maken en alle dienstige inlichtingen te verstrekken voor de beoordeling van de steunmaatregel.
De schadevergoeding
24. In dit stadium wil de Commissie in de eerste plaats weten óf AZ in aanmerking komt voor compensatie. De Com- missie heeft informatie nodig waaruit zij kan opmaken op welke gronden AZ recht heeft op schadevergoeding. Indien AZ daar inderdaad recht op heeft, is het de vraag of die vergoeding zo hoog moet zijn.
25. Daarnaast heeft Alkmaar in een persbericht van 30 okto- ber 2002 verklaard dat de schadevergoeding deels is geba- seerd op de veronderstelling dat het huur- en het lang- lopende huurcontract met AZ moeten worden verbroken. NIBConsult raamt de schade op basis van een referentie- waarde per jaar op ongeveer 135 000 EUR, terwijl AZ jaarlijks voor beide contracten slechts 2 EUR betaalt. De Commissie betwijfelt of AZ recht heeft op compensatie voor de beëindiging van een huurcontract dat niet tegen marktvoorwaarden is gesloten.
De taxaties
26. De Commissie verzoekt Nederland in het algemeen zijn standpunt te formuleren over de verschillende taxatierap- porten en de uiteenlopende resultaten te verklaren. Dit moet bij voorkeur door een onafhankelijk deskundige wor- den gedaan. Daarbij moet in het bijzonder aandacht wor- den besteed aan de volgende verschillen en aannames:
— NIBConsults is uitgegaan van het prijsniveau van ja- nuari 2003, wat niet overeenstemt met de datum van de transactie, die in november 2001 plaatsvond. Met name voor de waarde en de bouwkosten van de infra- structuurprojecten en voor de bouw van de overige gebouwen is het van belang dat het juiste prijsniveau wordt berekend.
— AZ en AZ Vastgoed hebben ongeveer 5,6 miljoen EUR betaald voor het perceel dat bekend staat als „Kooi- meer”. Volgens een persbericht van Alkmaar van 30 oktober 2002 is dit een realistische marktprijs. NIB- Consult hanteert in zijn taxatie echter een veel lagere waarde. Als de marktprijs is betaald, waarom zou dan van een lagere restwaarde moeten worden uitgegaan?
— Volgens NIBConsults heeft de transactie betreffende de Boekelermeer (op basis van de restwaardemethode) een negatieve waarde voor AZ. Volgens de klager en de taxateur is echter een marktprijs betaald, wat NIBCon- sults overigens heeft bevestigd. Het is niet duidelijk waarom hier moet worden uitgegaan van de rest- waarde en niet van de marktprijs.
Andere punten
27. Tenslotte hebben de autoriteiten in de brief van 14 no- vember 2002 verklaard dat zij met andere argumenten hard kan maken dat er geen staatssteun is verleend. De Commissie zou graag kennis nemen van deze argumenten.
28. De Commissie verzoekt uw autoriteiten onmiddellijk een kopie van deze brief te sturen naar AZ en AZ Vastgoed.
29. De Commissie wijst Nederland op de schorsende werking van artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag en verwijst naar artikel 14 van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad, volgens hetwelk elke onwettig verleende onrecht- matige steun van de begunstigde kan worden teruggevor- derd.”.
Mededeling in verband met het vervallen van bepaalde compenserende maatregelen
(2003/C 266/05)
Na de publicatie van een bericht dat de maatregelen op het punt stonden te vervallen (1) werd geen verzoek om een nieuw onderzoek ingediend. Derhalve deelt de Commissie mede dat de hierna vermelde compenserende maatregelen weldra zullen vervallen.
Deze mededeling wordt gepubliceerd overeenkomstig artikel 18, lid 4 van Verordening (EG) nr. 2026/97 (2) van de Raad van 6 october 1997 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap.
Product | Land(en) van oorsprong of van uitvoer | Maatregel | Referentie | Vervaldatum |
Roestvrijstalen staven | India | Compenserend recht | Verordening (EG) nr. 2450/98 (PB L 304 van 14.11.1998) laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 298/2001 (PB L 44 van 15.2.2001) | 15.11.2003 |
(1) PB C 40 van 19.2.2003, blz. 10.
(2) PB L 288 van 21.10.1997, p. 1, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1973/2002 (PB L 305 van 7.11.2002, p. 4).