Inhoudsopgave:
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
Deze Bijzondere Voorwaarden vormen één geheel met de Algemene Voorwaarden die van toepassing zijn.
Inhoudsopgave:
Artikel 1. Begripsomschrijving 1
Artikel 3. Kortingen en toeslagen 2
Artikel 6. Bijzonder gebruik 5
Artikel 8. Schadevaststelling 5
Artikel 9. Schaderegeling aansprakelijkheidsschade 5
Artikel 10. Schadevergoeding 5
Rubriek Wettelijke Aansprakelijkheid watersportverzeekring 7
Rubriek Uitgebreide watersportverzekering 12
Rubriek Zeilplankverzekering 14
Rubriek Ongevallen Opvarendenverzekering watersport 15
Artikel 1. Begripsomschrijving
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1.1. Verzekerde:
De verzekeringnemer en verder iedereen die met uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming van de verzekeringnemer het verzekerde object gebruikt, en de opvarenden.
1.2. Opvarende:
Degene die zich met toestemming van verzekeringnemer aan boord van het verzekerde object bevindt.
1.3. Verzekerde objecten:
1.3.1. vaartuig: het in de polis omschreven verzekerd object met volledige scheepsuitrusting en toebehoren;
1.3.2. scheepsuitrusting: onder volledige scheepsuitrusting en toebehoren wordt verstaan: gereedschappen voor gebruik aan boord, navi - gatie-apparatuur, standaard gemonteerde toebehoren van het vaartuig en al hetgeen zich min of meer permanent ten dienste van het vaartuig aan boord bevindt;
1.3.3. motor: de tot de mechanische of elektrische voortstuwing van het vaartuig dienende installatie(s) en toebehoren waaronder begre- pen zijn:
1.3.3.1. de motor met omkeermechanisme;
1.3.3.2. de aandrijving bestaande uit: schroefas, schroefaskoppeling en schroef;
1.3.3.3. de koeling, voor zover op of aan de motor bevestigd;
1.3.3.4. het instrumentenpaneel met bekabeling voor gebruik van de motor; 1.3.3.5.boeg- en/of hekschroefinstallatie.;
1.3.4.volgboot: het in de polis omschreven vaartuig dat permanent ten dienste van het verzekerde vaartuig wordt meegevoerd; 1.3.5.motor bij de volgboot: de in de polis omschreven buitenboordmotor behorende bij de volgboot;
1.3.6.trailer: de voor het vervoer van het verzekerde vaartuig goedgekeurde dan wel geschikte aanhanger voor de openbare weg.
1.4. Dagwaarde:
De nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door veroudering of slijtage.
1.5. Nieuwwaarde:
Het bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit.
1.6. Verzekerde waarde:
De waarde van het verzekerd object zoals in de polis is vastgelegd.
1.7. Totaal verlies:
Van totaal verlies is sprake:
1.7.1. na diefstal of verduistering, mits er dertig dagen zijn verstreken sinds de datum van melding bij de politie en als de verzekerde dan nog steeds niet over het verzekerde object kan beschikken;
1.7.2. in geval van algehele vernietiging van het verzekerde object;
1.7.3. als de reparatiekosten meer bedragen dan de waarde van het verzekerde object onmiddellijk voor de gebeurtenis verminderd met de waarde van de restanten.
1.8. Inboedel:
Alle niet tot de scheepsuitrusting behorende zaken aan boord van het verzekerde vaartuig.
Van de verzekering zijn uitgesloten: geld, geldswaardig papier, brillen, contactlenzen, horloges, mobiele telefoons met uitzondering van die van verzekeringnemer zelf, foto- en filmapparatuur en kostbare voorwerpen zoals kunst, antiek, sieraden, bont, voorwerpen van goud, zilver of platina, prothesen, verzamelingen en dergelijke kostbaarheden.
Op de zeilplankverzekering is inboedel niet verzekerd.
1.9. Eigen gebrek:
Een minderwaardige eigenschap in of van de verzekerde objecten of enig deel daarvan, die niet hoort voor te komen in zaken van dezelfde soort.
1.10.Schadegebeurtenis:
Een voorval – zoals bijvoorbeeld een schade, een ongeval of aanspraken die voortvloeien uit handelen of nalaten – dat voor een verzekerde een aanleiding kan vormen een beroep op de verzekering te doen; daarbij wordt een reeks met elkaar samenhangende voorvallen als één ge- beurtenis beschouwd. Het voorval moet tijdens de geldigheidsduur van de verzekering plaatsvinden en moet zich voor de verzekerde plotse- ling en onverwacht voordoen.
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
1.11.Ongeval:
Een plotseling van buiten komende onvrijwillige geweldsinwerking op het lichaam van een opvarende, dat rechtstreeks en zonder medewer- king van andere oorzaken een geneeskundig vast te stellen lichamelijk letsel ten gevolge heeft, terwijl de opvarende zich aan boord van het verzekerde vaartuig of volgboot bevindt. De geweldsinwerking moet tijdens de geldigheidsduur van de verzekering plaatsvinden.
In artikel 30.1 van deze voorwaarden worden uitbreidingen van dit begrip vermeld.
1.12.Overlijden:
Het overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongeval.
1.13.Blijvende invaliditeit:
Elke in de toekomst niet voor verbetering vatbare objectief vast te stellen beschadiging van het lichaam, functieverlies van organen of ledema- ten, als rechtstreeks gevolg van een ongeval.
1.14.No-claim korting:
Op grond van schadevrije jaren wordt korting aan de verzekeringnemer verleend en in mindering gebracht op de premie.
1.15.Diefstal:
Het ongeoorloofd en zonder toestemming wegnemen van de verzekerde objecten, onderdelen daarvan en/of inboedel ten gevolge van (in)braak.
1.16.Wettelijke aansprakelijkheid:
De verplichting op grond van de wetgeving, jurisprudentie en rechtspraak om vergoeding te verlenen voor schade toegebracht met of door de verzekerde objecten aan personen of zaken.
1.17.Storm:
Wind, met een snelheid van tenminste 14 meter per seconde (windkracht 7).
1.18.(In)braak
Het zich onbevoegd toegang verschaffen door afsluitingen zo te verbreken dat er zichtbare beschadiging achterblijft.
1.19.Alarmcentrale:
London Alarm Service
Telefoon vanuit Nederland (000) 000 00 00
Telefoon vanuit het buitenland +31 20 592 91 95 0.00.Xxxxxx toezicht:
Toezicht aan boord of in de directe nabijheid van het vaartuig.
1.21.Pech:
Het niet verder kunnen varen met het vaartuig of de volgboot door een technisch defect aan de motor of de stuurinrichting.
1.22.Ruimte:
Een gebouw of kamer of kast in een gebouw. Overkappingen en gebouwen die niet volledig afsluitbaar zijn vallen hier niet onder.
1.23.Speedboot / snelvarende motorboot:
Het vaartuig dat met gebruik van de motor, sneller kan varen dan 30 km/uur.
1.24.Stuurinrichting:
Alle onderdelen en systemen in het vaartuig of de volgboot die worden gebruikt om de boot te kunnen sturen als verzekerde op de motor vaart.
Artikel 2. (Her)inspecties
De verzekeraar heeft het recht tijdens de looptijd van de verzekering de verzekerde objecten te inspecteren en op grond van de uitkomsten van deze inspectie afwijkende voorwaarden te stellen dan wel de verzekering te beëindigen. De wijziging of beëindiging zal met onmiddellijke ingang na schriftelijke kennisgeving van kracht worden.
Artikel 3. Kortingen en toeslagen
3.1 Bij het berekenen van de premie voor de rubrieken Wettelijke Aansprakelijkheid en Uitgebreide Watersportverzekering geldt de volgende kortings-/toeslagenregeling:
3.1.1. De verschuldigde premie wordt bij ingang of bij wijziging van de verzekering mede berekend aan de hand van de bonus/malus trede;
3.1.2. Is eenmaal de trede van inschaling bepaald, dan wordt voor het volgende verzekeringsjaar de verschuldigde premie berekend aan de hand van onderstaande tabel, een en ander afhankelijk van het aantal schaden op de rubrieken Wettelijke Aansprakelijk- heid en Uitgebreide Watersportverzekering die er in het afgelopen verzekeringsjaar zijn gevallen;
3.1.3.Wijziging van inschaling vindt altijd plaats per de hoofdpremievervaldatum;
3.1.4.Het recht op korting, dan wel hogere korting, vangt eerst weer aan na een schadevrij verzekeringsjaar.
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
Bonus/Malustabel
Na een verzekeringsjaar wordt op de premie voor de rubrieken Wettelijke Aansprakelijkheid en Uitgebreide Watersportverzekering een korting verleend dan wel een toeslag berekend volgens onderstaande tabel.
De bonus/malustrede wordt na een verzekeringsjaar:
B/M trede | Schadevrije jaren | Bonus/malus percentage | Premie percentage | Geen schade | 1 schade | 2 schaden |
14 | 10 | 40 | 60 | 14 | 11 | 8 |
13 | 9 | 40 | 60 | 14 | 10 | 7 |
12 | 8 | 40 | 60 | 13 | 9 | 6 |
11 | 7 | 40 | 60 | 12 | 8 | 5 |
10 | 6 | 35 | 65 | 11 | 7 | 4 |
9 | 5 | 30 | 70 | 10 | 6 | 3 |
8 | 4 | 25 | 75 | 9 | 5 | 2 |
7 | 3 | 20 | 80 | 8 | 4 | 2 |
6 | 2 | 15 | 85 | 7 | 4 | 2 |
5 | 1 | 10 | 90 | 6 | 4 | 2 |
4 | 0 | 0 | 100 | 5 | 3 | 2 |
3 | -1 | +10 | 110 | 4 | 2 | 2 |
2 | -2 | +15 | 115 | 3 | 2 | 2 |
Bij 3 of meer schaden per jaar wordt de bonus/malustrede na een verzekeringsjaar 2.
3.2. Een verzekeringsjaar is schadevrij:
3.2.1.als in dat verzekeringsjaar geen schaden zijn ontstaan waarvoor de verzekeraar een schadevergoeding heeft gedaan dan wel nog verschuldigd is;
3.2.2.als de verzekeraar een in dat verzekeringsjaar ontstane schade volledig heeft verhaald, dan wel het verhaal van schade niet of niet geheel mogelijk is wegens: wettelijke regelingen of een schaderegelingsovereenkomst tussen verzekeringsmaatschappijen;
3.2.3.als de schadevergoeding alleen betrekking heeft op hulpverlening, ongevallen of rechtshulp;
3.2.4.als de schade is ontstaan door, of een rechtstreeks gevolg is van brand, blikseminslag, diefstal of storm;
3.2.5. als de schade is ontstaan aan de volgboot of aan de motor van de volgboot of aan de trailer;
3.2.6.als de schade als gevolg van de regeling “garantiewaarde bij totaal verlies” zoals vermeld in deze voorwaarden niet volledig verhaald kan worden;
3.2.7.als de verzekerde de schade volledig heeft terugbetaald binnen 12 maanden na de laatste schade-uitkering.
Artikel 4. Eigen risico
Onder eigen risico wordt verstaan een op het polisblad vermeld bedrag dat bij schade in mindering wordt gebracht op het te ontvangen schadebe- drag. Eigen risico’s worden niet in mindering gebracht bij een schade op de rubriek Wettelijke Aansprakelijkheid en bij vergoeding van kosten van hulpverlening. Voor schade van de volgboot en/of de motor van de volgboot en/of de trailer geldt een eigen risico van € 110,- per schadegebeurte- nis. Dit eigen risico geldt in plaats van een eventueel gekozen vrijwillig eigen risico. Voor schade aan zeilen, masten en tuigage van open multihulls geldt een eigen risico van € 900,- per gebeurtenis. Dit eigen risico geldt in plaats van het standaard voor open multihulls van toepassing zijnde eigen risico.
Artikel 5. Uitsluitingen
5.1. In aanvulling op de uitsluitingen vermeld in de Algemene voorwaarden is eveneens van de verzekering uitgesloten:
5.1.1 schade veroorzaakt terwijl de verzekerde objecten zonder toestemming van de verzekeraar zijn verhuurd of anders dan voor recreatiedoeleinden worden gebruikt;
5.1.2 schade welke is ontstaan, toegenomen of verergerd door opzet of roekeloosheid van een verzekerde of van iemand anders die belang heeft bij de uitkering;
De uitsluitingen genoemd in artikel 5.1.1 en 5.1.2 gelden niet, als de verzekeringnemer aantoont dat de hierin bedoelde omstandigheden zich buiten wetenschap of tegen de wil van de verzekeringnemer hebben voorgedaan en dat de verzekeringnemer ter zake van deze omstandigheden in redelijkheid geen verwijt treft.
5.2. De aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade aan eigendommen van derden, die een verzekerde – uit welke hoofde dan ook – onder zich of onder zijn toezicht heeft. De aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade voortvloeiende uit contractuele verplichtingen is eveneens van de verzekering uitgesloten, behalve indien de aansprakelijkheid ook zou hebben bestaan zonder deze verplichtingen.
5.3. Indien de verzekeringnemer een Beperkt Casco Watersportverzekering of een Uitgebreide Watersportverzekering heeft afgesloten is tevens van de verzekering uitgesloten:
5. 3.1. schade ten gevolge van onvoldoende onderhoud en onvoldoende zorg voor de verzekerde objecten. Van onvoldoende zorg is bijvoorbeeld sprake:
5.3.1.1. bij schade door diefstal en joyvaren als niet is voldaan aan de volgende voorwaarden:
- als het vaartuig kleiner dan 6 meter is of geen afsluitbare kajuit heeft en niet is gestald, ligt of staat in een deugdelijk afgesloten ruimte of op een deugdelijk afgesloten terrein, dient deze met een ketting of staalkabel van gehard staal met een minimale
dikte van 10 mm met een SCM-VbV goedgekeurd deugdelijk slot aan een vast punt op de wal of steiger te zijn verbonden.
Bij een rubberboot met vaste spiegel moet de kabel door een onverbrekelijk gemonteerde oogbout in de spiegel bevestigd zijn. Deze regel geldt niet:
- voor zeilboten die tijdens gebruik korter dan 6 uur afgemeerd of voor anker liggen;
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
- voor andere vaartuigen dan zeilboten die tijdens gebruik overdag korter dan 2 uur afgemeerd of voor anker liggen. De preventie- eisen gelden wel als het vaartuig in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht ligt;
- als het vaartuig wordt gebruikt en verzekerde aan boord is of direct toezicht heeft;
- als losse scheepsuitrusting niet is opgeborgen in een deugdelijk afgesloten ruimte of bergruimte/kajuit aan boord, en verzekerde geen direct toezicht heeft;
- als de trailer met of zonder boot, op een niet deugdelijk afgesloten terrein of in een niet deugdelijk afgesloten ruimte staat zonder toezicht van verzekerde, dient de trailer te zijn beveiligd met een wielklem of een koppelingsslot. Zowel het koppelingsslot als de wielklem dienen SCM/VbV goedgekeurd te zijn;
- als het vaartuig niet wordt gebruikt en de buitenboordmotor wordt achtergelaten, dient deze beveiligd te zijn door middel van een deugdelijk en SCM/VbV goedgekeurd slot of opgeborgen te zijn in een deugdelijk afgesloten ruimte of bergruimte/kajuit aan boord;
- als kostbare zaken in de periode van 1 november tot 1 maart niet van boord zijn verwijderd terwijl dit praktisch en redelijkerwijs wel uitvoerbaar is. Onder kostbare zaken vallen onder meer navigatieapparatuur, overige apparatuur en andere waardevolle voor werpen:
- als verzekerde geen direct toezicht op de volgboot heeft, dient deze met een ketting of staalkabel van gehard staal met een minimale diikte van 10 mm en met een SCM-VbV goedgekeurd deugdelijk slot aan het hoofdvaartuig of een vast punt op de wal of steiger te zijn verbonden:
5.3.1.2. als verzekerde bij het winterklaar maken van het vaartuig de afsluiters niet heeft afgesloten en gecontroleerd
5.3.2. schade door diefstal van of joyvaren met een vaartuig kleiner dan 6 meter of zonder afsluitbare kajuit, is uitsluitend verzekerd indien duidelijk waarneembare sporen van braak aan de ketting, de kabel, het slot of het bevestigingspunt, zichtbaar zijn.
Deze uitsluiting is niet van kracht:
- als het vaartuig zich in een deugdelijk afgesloten ruimte of op een deugdelijk afgesloten terrein bevindt;
- bij zeilboten die tijdens gebruik korter dan 6 uur afgemeerd of voor anker liggen;
- bij andere vaartuigen dan zeilboten die tijdens gebruik overdag korter dan 2 uur afgemeerd of voor anker liggen. Deze uitsluiting blijft wel van kracht als het vaartuig in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht ligt;
- als het vaartuig wordt gebruikt en verzekerde aan boord is of direct toezicht heeft.
5.3.3. esthetische schade
schade door waardevermindering die optreedt indien door een reparatie verschillen optreden in kleur, glans of houtstructuur;
5 3.4. schade aan of geheel of gedeeltelijk verlies van de trailers, volgboten en buitenboordmotoren indien deze niet op het polisblad zijn vermeld.
5.3.5. schade aan of geheel of gedeeltelijk verlies van scheepsuitrusting als zij zich niet aan boord of in een deugdelijk afgesloten ruimte op de wal bevinden
5.3.6. schade aan of verlies van de eventueel meeverzekerde buitenboordmotor als gevolg van overboord raken, tenzij deze motor deugdelijk was geborgd aan het vaartuig;
5.3.7. schade veroorzaakt door bevriezing of door enig in het verzekerd object zelf gelegen oorzaak, zoals slijtage, eigen gebrek of osmose;
- schade ten gevolge van normale slijtage zal door de verzekeraar niet worden vergoed, behalve als hieruit wettelijk aansprakelijkheid ontstaat;
- schade ten gevolge van osmose is verzekerd gedurende de eerste drie jaar nadat het verzekerd object voor de eerste keer te water is gelaten;
5.3.8. schade veroorzaakt door geleidelijke inwerking van:
- licht, lucht en/of vocht;
- bodem-, water- en/of luchtverontreiniging, behalve als de geleidelijke inwerking wordt veroorzaakt door een verzekerde gebeurtenis;
5.3.9. schade die bestaat uit het lek raken van rubber- en canvasboten, behalve wanneer het lek raken een gevolg is van een directe aanvaring;
5.3.10.schade die bestaat uit een eigen gebrek zonder een verzekerde gevolgschade;
5.3.11.schade veroorzaakt, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van het bloed van de bestuurder hoger blijkt te zijn geweest dan 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed, dan wel het alcoholgehalte van zijn adem hoger blijkt te zijn geweest dan 220 microgram (µg) alcohol per liter uitgeademde lucht;
5.3.12.schade door gebruik van geneesmiddelen, bedwelmende, verdovende of opwekkende middelen anders dan op medisch voorschrift, tenzij het gebruik overeenkomt met het voorschrift dat een arts heeft verstrekt en de verzekerde zich aan de gebruiksaanwijzing heeft gehouden.
5.4 Ten aanzien van speedboten is bovendien van de verzekering uitgesloten:
5.4.1 schade terwijl zich aan boord van een speedboot geen persoon bevindt die in het bezit is van een geldig vaarbewijs;
5.4.2 schade terwijl met een speedboot de maximum snelheid wordt overschreden.
5.5. Gedurende de periode dat het vaartuig op de wal is gestald gelden de volgende beperkingen: Het is niet toegestaan om:
5.5.1. Brandgevaarlijke werkzaamheden, zoals slijpen, verf afbranden of lassen, aan het vaartuig uit te voeren zonder uitdrukkelijke toestemming van de eigenaar van de stalling en met inachtneming van de ter plaatse geldende voorschriften;
5.5.2. Gasflessen en losse benzinetanks aan boord van het vaartuig achter te laten (deze beperking geldt alleen als de boot binnen wordt gestald);
5.5.3 .Xxxx’x in het vaartuig op te laden zonder direct toezicht;
5.5.4. Verwarming in het vaartuig aan te laten staan zonder direct toezicht;
5.5.5. Het vaartuig aangesloten te laten op walstroom zonder direct toezicht.
Indien één of meer van de hierboven genoemde zaken niet wordt nageleefd en hierdoor ontstaat schade dan kunnen géén rechten aan deze verzekering worden ontleend.
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
Artikel 6. Bijzonder gebruik
6.1. Waterskiën
In aanvulling op artikel 5 van deze voorwaarden geldt, dat ingeval van waterskiën van de verzekering is uitgesloten: 6.1.1.(personen)schade die door de waterskiër wordt geleden.
Onder waterskiër wordt verstaan een door een vaartuig voortgetrokken persoon;
6.1.2.schade door de getrokken waterskiër toegebracht aan derden, tenzij de schade (mede) door schuld van het vaartuig is veroorzaakt;
6.2. Bijzonder gebruik
Met inachtneming van wat op het polisblad en elders in deze voorwaarden is bepaald, is de verzekering ook van toepassing:
6.2.1. gedurende het deelnemen aan wedstrijden, tochten en/of andere watersportevenementen;
6.2.2. gedurende het slepen, gesleept worden en/of hulpverlenen;
6.2.3. gedurende het vervoer over land en over water, inclusief laden en lossen;
6.2.4. gedurende opslag aan land of aan boord van andere vaartuigen, inclusief laden en lossen;
6.2.5. gedurende hellingen, dokken, repareren, verbouwen, droogzetten en alle andere daarmee verband houdende werkzaamheden en handelingen.
Artikel 7. Dekkingsgebied
De verzekering is uitsluitend van kracht binnen het in de polis vermelde dekkingsgebied.
7.1. Vaste ligplaats
De verzekering is uitsluitend van kracht indien de verzekerde objecten een vaste ligplaats hebben in Nederland of in het buitenland binnen een straal van 50 kilometer vanaf de Nederlandse grens, tenzij op het polisblad anders is vermeld.
7.2. Europese binnenwateren uitgebreid
De verzekering is van kracht in Nederland en op alle Europese binnenwateren.
De kustlijn vormt hierbij de grens. Tevens is de verzekering van kracht voor de vaart op zee tot 10 mijl uit de kust van de Europese landen, voor zover er sprake is van een aaneengesloten verblijf van niet langer dan 6 maanden buiten Nederland, binnen de begrenzingen van het dekkingsgebied.
Uitgesloten is de Atlantische Oceaan voor de kust van Noorwegen, IJsland, Groenland, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk, Spanje en Portugal.
7.3. Europese zeeën uitgebreid
De verzekering is van kracht in Nederland en op alle Europese binnenwateren.
Indien op de polis het dekkingsgebied Europese zeeën uitgebreid is aangegeven, is deze verzekering het hele jaar van kracht, voorzover er sprake is van een aaneengesloten verblijf van niet langer dan 6 maanden buiten Nederland, binnen de begrenzingen van het gebied zoals hieronder omschreven:
- Binnen de begrenzing van 28° NB en 70° NB, 30° OL en 30° WL, met uitzondering van Xxxxxxxxx xx Xxxxxx Xxxxxxxxxx (Xxxxxxx Strait);
- De Middellandse Zee en de Zwarte Zee met uitzondering van de kustwateren tot 10 zeemijlen uit de kust van de niet Europese landen.
Artikel 8. Schadevaststelling
Onder meer aan de hand van de gegevens die de verzekerde verstrekt, worden de omvang van de schade, de hoogte van de kosten en de waarde die de beschadigde zaken onmiddellijk vóór de gebeurtenis hadden, als volgt vastgesteld:
1. In onderling overleg;
2. Bij onderling goedvinden door één ter zake kundig expert;
Als partijen dat wensen: door twee ter zake kundige experts, waarvan er één wordt aangewezen door de verzekerde (contra-expert) en één door de verzekeraar. In dit geval moeten de experts voordat ze met hun werkzaamheden beginnen, een derde expert benoemen. Als de eerste twee experts het niet eens worden, stelt de derde expert de schade vast. Hij blijft daarbij binnen de grenzen van de begrotingen van de beide eerdere experts. Zijn vaststelling is bindend, zowel voor
de verzekerde als voor de verzekeraar. De kosten van een derde expert worden door de verzekeraar betaald. Als de verzekerde door de derde expert geheel in het gelijk wordt gesteld, neemt de verzekeraar ook de redelijke kosten van de expert van de verzekerde voor
zijn rekening;
3. Alle experts hebben het recht deskundigen te raadplegen. De expert van de verzekerde wordt uitsluitend als contra- expert geaccepteerd indien deze zich heeft geconformeerd aan de “Gedragscode Expertiseorganisaties”.
Het expertiserapport moet het volgende aangeven:
- De waarde per verzekerd object onmiddellijk vóór de gebeurtenis waarvoor de verzekering dekking biedt;
- De waarde per verzekerd object onmiddellijk na deze gebeurtenis en het verschil tussen deze waarden. De taxatie van de expert(s) geldt als bewijs van de omvang van de schade;
- Omschrijving van de oorzaak.
Artikel 9. Schaderegeling aansprakelijkheidsschade
9.1. De verzekeraar neemt de regeling en de vaststelling van de schade op zich. De verzekeraar heeft het recht de benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en schikkingen met hen te treffen. Daarbij houdt de verzekeraar rekening met de belangen van de verzekerde.
9.2. Aanspraken van benadeelden tot vergoeding van personenschade wikkelt de verzekeraar af met inachtneming van het bepaalde in artikel 7:954 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 10. Schadevergoeding
De verzekeraar doet geen beroep op onderverzekering. De vergoeding is echter maximaal het verzekerd bedrag dat op het polisblad wordt ge- noemd.
10.1 Vergoeding op basis van reparatiekosten
Als in geval van schade het verzekerde object wordt gerepareerd, vergoedt de verzekeraar de reparatiekosten van het verzekerde object tot maximaal het verschil tussen de waarde van het verzekerde object onmiddellijk vóór de gebeurtenis en de restant- waarde.
10.1.1. Onder repareren wordt ook verstaan, het vervangen van (onder)delen van het vaartuig.
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
10.1.2. De verzekeraar vermindert de begrootte reparatiekosten met een bedrag voor een veronderstelde verbetering “nieuw voor oud” indien van toepassing. Geen aftrek nieuw voor oud wordt toegepast als de waarde van het beschadigde onderdeel meer bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde.
10.1.3.Schade aan masten en bijbehorende rondhouten, zeilen, lopend- en staand worden op basis van de dagwaarde vergoed. 00.0.0.Xx verzekeraar heeft het recht vergoeding van de reparatiekosten op te schorten, zolang de schade niet deugdelijk is
gerepareerd.
00.0.0.Xx verzekerde is verplicht de verzekeraar de gelegenheid te geven om de reparatie te controleren.
10.2. Vergoeding op basis van totaal verlies
00.0.0.Xx de volgende gevallen vergoedt de verzekeraar de waarde van het verzekerde object onmiddellijk vóór de gebeurtenis min de restwaarde.
00.0.0.0.Xx diefstal of verduistering, mits er dertig dagen zijn verstreken sinds de datum van melding bij de politie en als de verzeke- de dan nog steeds niet feitelijk over het verzekerde object kan beschikken;
00.0.0.0.Xx geval van algehele vernietiging van het verzekerde object;
10.2.1.3 Als de reparatiekosten meer bedragen dan de waarde van het verzekerde object onmiddellijk voor de gebeurtenis verminderd met de waarde van de restanten.
10.2.2. Aanschafwaarde bij totaal verlies
De verzekeraar vergoedt de aanschafwaarde van het vaartuig min de restantwaarde als:
- De totaal verliesschade plaatsvindt binnen 36 maanden na aanschaf van het vaartuig door de verzekeringnemer;
- Het vaartuig niet ouder is dan 96 maanden;
- De aanschafwaarde hoger is dan de dagwaarde van het vaartuig onmiddellijk voor de schade.
De aanschafwaarde dient de verzekerde aan te tonen door middel van de originele nota en/of het bankafschrift waaruit de betaling aan de verkoper blijkt. De aanschafwaarderegeling geldt niet voor buitenboordmotoren en rubber- of canvasboten.
10.2.3.Garantiewaarde bij totaal verlies
Als de verzekerde na een totaal verlies van het vaartuig een ander vaartuig aanschaft met een hogere aanschafprijs dan het uit te keren schadebedrag, ontvangt de verzekerde een extra uitkering. Deze bedraagt maximaal 20% van de waarde van het vaartuig dat verloren is gegaan. De volledige uitkering bedraagt maximaal 110% van het verzekerde bedrag van het vaartuig dat verloren is ge- gaan. Deze regeling is alleen van kracht als de verzekerde binnen een jaar na de schadedatum een ander vaartuig aanschaft. De verzekerde dient hiervoor het moment van aanschaf en de betaalde aanschafprijs aan te tonen.
10.2.4. Aanvullende bepalingen bij diefstal en verduistering
- Bij een geregistreerd object is de verzekerde verplicht het registratiebewijs/de registratiebewijzen aan de verzekeraar te overhandi- gen.
- De verzekerde heeft pas recht op uitkering nadat hij het eigendomsrecht van het verzekerde object aan de verzekeraar heeft overgedragen. Wordt het object aan daarna teruggevonden, dan is de verzekeraar verplicht om indien de verzekerde dit
wenst, het object aan de verzekerde over te dragen. De verzekerde moet dan wel het door de verzekeraar aan hem uitgekeerde be- drag terugbetalen, min de herstelkosten van een eventuele schade, die tijdens de diefstal of verduistering is ontstaan.
- Als de verzekerde binnen 30 dagen na de datum van aangifte bij de politie weer feitelijk over het object kan beschikken,
dan is hij verplicht het object terug te nemen. Mocht het object bij of na het moment van de diefstal of verduistering zijn beschadigd, dan vergoedt de verzekeraar de herstelkosten met inachtneming van wat in lid 1 van dit artikel vermeld is.
10.3. Schadevergoeding inboedel
Het bedrag waarvoor de inboedel is verzekerd, dekt in de eerste plaats de eigendommen van de verzekeringnemer. Als het verzekerd bedrag toereikend is, is vervolgens de inboedel van de opvarenden gedekt. De inboedel is verzekerd op basis van de
nieuwwaarde. In de volgende gevallen vindt vergoeding plaats op basis van de dagwaarde:
10.3.1. zaken waarvan de dagwaarde minder is dan 40% van de nieuwwaarde;
10.3.2 zaken die niet meer worden gebruikt voor het doel waarvoor zij waren bestemd;
10.3.3. bromfietsen;
10.3.4 zaken met een antiquarische of zeldzaamheidswaarde.
Als herstel mogelijk is, vergoedt de verzekeraar de herstelkosten plus een vergoeding voor de waardevermindering die ontstaan is door de schade en die niet ongedaan kon worden gemaakt door het herstel.
Bij het vaststellen van de schadevergoeding zal bij gedeeltelijke schade geen beroep worden gedaan op onderverzekering.
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
RUBRIEK WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID WATERSPORTVERZEKERING
Inhoudsopgave
Artikel 11 Omvang van de dekking Artikel 12 Hulpverlening in Nederland Artikel 13 Hulpverlening in het buitenland Artikel 14 Zekerheidsstelling
Artikel 15 Wettelijke rente Artikel 16 Verhaalsrecht Artikel 17 Beperkte vergoeding
Artikel 11. Omvang van de dekking
11.1 Verzekerd is de wettelijke aansprakelijkheid voor schade aan personen en/of zaken met en/of door de verzekerde objecten veroorzaakt. Het verzekerd bedrag voor wettelijke aansprakelijkheid is ten hoogste € 2.500.000,- per schadegebeurtenis.
11.2 Als het vaartuig schade veroorzaakt aan een vaartuig dat ook eigendom van de verzekeringnemer is, wordt de schade aan het andere vaartuig vergoed, als en voor zover de verzekeraar daartoe volgens deze voorwaarden gehouden zou zijn, als de schade niet door de verzekeringnemer maar door een willekeurige derde was geleden. Voorwaarde is wel dat met beide vaartuigen hoofdzakelijk door de verzeke- ringnemer of door bij hem inwonende gezinsleden wordt gevaren.
11.3 Niet verzekerd is de aansprakelijkheid voor schade aan zaken die zich aan boord van het vaartuig bevinden, daarin geladen of daaruit gelost worden.
11.4 Niet verzekerd is schade die is toegebracht aan de echtgenoot of echtgenote van de aansprakelijke verzekerde en aan de inwonende kin- deren van de aansprakelijke verzekerde die door hem worden onderhouden, tenzij:
- de vorderende partij een benadeelde natuurlijke persoon is die rechtstreeks bij de gebeurtenis is betrokken; en
- hiervoor geen andere voorzieningen zijn getroffen.
11.5 Indien wettelijke bepalingen de aansprakelijkheid beperken tot een lager bedrag dan het verzekerd bedrag, vindt vergoeding plaats tot het wettelijk maximum.
Artikel 12. Hulpverlening in Nederland
Indien het verzekerde vaartuig zijn vaste ligplaats in een ander land dan Nederland heeft, dan geldt deze dekking voor dat betreffende land en niet voor Nederland.
De verzekering dekt de noodzakelijke kosten van het slepen, bergen, opsporen en redden van het verzekerde vaartuig naar het dichtstbijzijnde schadeherstelbedrijf. Tevens worden de noodzakelijke kosten gedekt van het redden en vervoer van de opvarenden terug naar een plaats in Neder- land.
De kosten worden alleen vergoed als dit door of onder leiding van een bevoegde instantie is uitgevoerd.
Vergoed worden de hulp- en berglonen die na voorafgaand overleg met de verzekeraar door de verzekeringnemer - of andere door de verzekeraar erkende belanghebbenden bij het vaartuig - is/zijn betaald ter voorkoming of vermindering van een gedekte schade. Indien voorafgaand overleg redelijkerwijs niet mogelijk was, zal de verzekeraar achteraf vaststellen in hoeverre de betaalde kosten in redelijkheid zijn gemaakt ter voorkoming of vermindering van schade aan vaartuig en/of inboedel en de aldus vastgestelde, redelijke kosten, vergoeden.
Artikel 13. Hulpverlening in het buitenland
Indien het verzekerde vaartuig zijn vaste ligplaats in een ander land dan Nederland heeft, dan geldt deze dekking niet voor dat betreffende land. Overal waar in de tekst “Nederland” staat, dient de verzekeringnemer het land van de vaste ligplaats te lezen.
De verzekering dekt de kosten van hulpverlening door de verzekeraar of de door de verzekeraar aangewezen hulpverlenende instantie London Alarm Service in verband met de volgende schadegebeurtenissen.
13.1 Uitval vaartuig
Hiervan is sprake als het vaartuig door mechanische pech, ongeval of een ander plotseling van buiten komende schadegebeurtenis niet meer kan varen.
13.1.1.Herstel ter plaatse binnen 2 werkdagen
Als het vaartuig binnen 2 werkdagen hersteld kan worden, zal de Alarmcentrale:
13.1.1.1. extra verblijfkosten vergoeden die de verzekeringnemer moet maken tijdens het wachten op de reparatie van het verzeker de vaartuig voor maximaal 2 dagen met een maximum van € 75,- per opvarende per dag, of
13.1.1.2. het vaartuig naar de plaats van de reisbestemming brengen als dit gezien de resterende reisduur nog zinvol is, of
13.1.1.3. de reis- en verblijfkosten vergoeden voor maximaal één persoon (tot een maximum van € 75,- per dag) om het vaartuig af te halen; vooropgesteld dat alle opvarenden naar Nederland zijn teruggekeerd.
13.1.2.Herstel duurt langer dan 2 werkdagen
Als het vaartuig niet binnen 2 werkdagen hersteld kan worden, zal in overleg met de verzekeringnemer voor één van de volgende op lossingen gekozen worden:
13.1.2.1. Vervangend vaartuig
Als de verzekeringnemer de reis wilt voortzetten, stelt de Alarmcentrale een vervangend vaartuig ter beschikking.
In dit geval betaalt de Alarmcentrale de zuivere huurkosten voor een vervangend vaartuig voor de duur van het voorgeno- men verblijf in het buitenland. De maximale vergoeding van deze kosten is € 100,- per dag tot ten hoogste 30 dagen.
Als het vervangende vaartuig niet tijdig ter plaatse kan zijn, vergoedt de Alarmcentrale de kosten van één overnachting tot ten hoogste € 75,- per opvarende en voor maximaal 5 opvarenden.
Het vaartuig wordt teruggebracht naar een in overleg met de verzekeringnemer aangewezen schadeherstelbedrijf in Nederland.
13.1.2.2. Repatriëring van het beschadigde vaartuig
Indien de verzekeringnemer niet kiest voor het bovenstaande, wordt het vaartuig van de verzekeringnemer teruggebracht naar een in overleg met de verzekeringnemer aangewezen schadeherstelbedrijf in Nederland.
De Alarmcentrale verzorgt eveneens de repatriëring van alle opvarenden naar een plaats in Nederland.
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
13.2. Uitval van de schipper
De Alarmcentrale zorgt voor een vervangende schipper indien de schipper niet in staat is het verzekerde vaartuig verder te besturen door:
13.2.1. overlijden;
13.2.2. ziekte of ongeval, waardoor besturing medisch niet verantwoord is en genezing niet binnen redelijke termijn te verwachten is;
13.2.3. het terugroepen van de schipper wegens:
13.2.3.1.overlijden of levensgevaar van familieleden in de eerste of tweede graad;
13.2.3.2.schade aan eigendommen, waardoor de aanwezigheid van de schipper dringend noodzakelijk is.
De kosten van honorering, reis-en verblijfkosten die de vervangende schipper moet maken, worden vergoed. Alle normale kos- ten (brandstof, onderhoud, tol, enz.) blijven voor eigen rekening. De vergoeding vindt echter alle en plaats als vaststaat, dat er niemand van de mede-opvarenden het vaartuig kan besturen.
13.3. Toezenden van onderdelen
De Alarmcentrale verzorgt de toezending van onderdelen die noodzakelijk zijn voor reparaties aan het verzekerde vaartuig. Voorwaarde hierbij is echter dat de onderdelen:
13.3.1.ter plaatse niet beschikbaar zijn;
13.3.2.bij de betreffende leverancier in Nederland nog voorradig zijn.
Het annuleren van een bestelling van onderdelen is niet mogelijk. Bovendien komen de kosten van aankoop, douaneheffingen en even- tuele retourvracht voor rekening van de verzekeringnemer. Dit laatste geldt ook als de toegezonden onderdelen niet worden afgehaald.
13.4. Slepen, bergen, opsporen en redden
De verzekering dekt de noodzakelijke kosten van het slepen, bergen, opsporen en redden van het verzekerde vaartuig naar het dichtst- bij zijnde schadeherstelbedrijf. Tevens worden de noodzakelijke kosten gedekt van het redden en vervoer van de opvarenden terug naar een plaats in Nederland. De kosten worden alleen vergoed als dit door of onder leiding van een bevoegde instantie is uitgevoerd. Vergoed worden de hulp- en berglonen die na voorafgaand overleg met de verzekeraar door de verzekeringnemer - of andere door de verzekeraar erkende belanghebbenden bij het vaartuig - is/zijn betaald ter voorkoming of vermindering van een gedekte schade. Indien voorafgaand overleg redelijkerwijs niet mogelijk was, zal de verzekeraar achteraf vaststellen in hoeverre de betaalde kosten in redelijk heid zijn gemaakt ter voorkoming of vermindering van schade aan vaartuig en/of inboedel en de aldus vastgestelde, redelijke kosten, vergoeden. Bovendien vergoedt de Alarmcentrale de kosten van een noodreparatie (uitsluitend arbeidsloon) van het verzekerde vaar tuig, waarna de reis onmiddellijk kan worden voortgezet. De kosten worden vergoed tot maximaal € 500,- per schadegebeurtenis.
13.5. Ziekenhuisopname en medische begeleiding
In het geval dat de verzekeringnemer of een van de opvarenden opgenomen wordt in een ziekenhuis zal de Alarmcentrale contact op nemen met de zorgverzekeraar van de opvarende. In noodgevallen zal de Alarmcentrale de kosten in verband met de ziekenhuisop- name voorschieten als voldoende financiële garanties hiervoor zijn verkregen. Na de mededeling kan de Alarmcentrale onderzoek ver- richten naar de medische kosten en de noodzaak van medische begeleiding.
13.6. De Alarmcentrale neemt voor haar rekening de kosten van:
13.6.1. ziekenvervoer van de verzekeringnemer of een van de opvarenden indien een van hen acuut opgenomen of behandeld moet worden in een ziekenhuis. Deze kosten worden tot maximaal € 750,- vergoed;
13.6.2. repatriëring naar een beter of meer gespecialiseerd ziekenhuis, indien dit medisch noodzakelijk is;
13.6.3. medisch noodzakelijke repatriëring naar een ziekenhuis of de woonplaats in Nederland in verband met ziekte of verwonding. Uitsluitend medisch noodzakelijke redenen worden in aanmerking genomen bij de keuze van de wijze van vervoer. In elk geval is de goedkeuring van het medische team van de Alarmcentrale noodzakelijk bij elke vorm van vervoer;
13.6.4. kosten van medische repatriëring van permanent in het buitenland woonachtige opvarenden tot maximaal de kosten van enkel- voudige repatriëring naar Nederland;
13.6.5. voorgeschreven medische begeleiding door een arts of een verpleegkundige tijdens het vervoer.
13.7. Uitval door ziekte of ongeval
In geval van ziekte of ongeval van de verzekeringnemer of een opvarende worden de volgende kosten vergoed:
00.0.0.xx extra reiskosten die de verzekeringnemer maakt per openbaar vervoer vanuit het buitenland naar een woonplaats in Nederland.
Bovendien vergoedt de verzekeraar de noodzakelijke verblijfkosten die de verzekeringnemer in dit verband moet maken;
13.7.2. de kosten van noodzakelijk langer verblijf dan de voorgenomen vakantieperiode van de verzekeringnemer en/of de extra kosten van het verblijf van de verzekeringnemer tijdens de voorgenomen vakantieperiode;
13.7.3. de kosten genoemd onder sub 13.7.1 en 13.7.2 voor opvarenden, als het noodzakelijk is dat zij ter plaatse zijn voor verpleging en bijstand van de gewonde of zieke opvarende;
13.7.4. de onder 13.7.1 genoemde kosten van de opvarenden als de verzekeringnemer tevens de schipper is van het vaartuig waar mee vanuit Nederland de reis werd gemaakt, uitvalt door een ongeval of ziekte. Deze kosten worden alleen vergoed als in het reisgezelschap geen vervangende schipper aanwezig is;
13.7.5. als de verzekeringnemer alleen reist en in een buitenlands ziekenhuis opgenomen wordt, vergoedt de verzekeraar de reiskos- ten voor de overkomst van ten hoogste 2 personen vanuit Nederland en terug, inclusief de verblijfkosten. Dit geldt alleen als de opname minimaal 5 dagen duurt en voor zover er geen familieleden ter plaatse zijn om de verzekeringnemer in het ziekenhuis te bezoeken;
13.7.6. de reiskosten voor overkomst en terugkeer inclusief de verblijfkosten van ten hoogste één persoon in verband met de begelei- ding terug naar Nederland van meeverzekerde opvarenden (tot 16 jaar) en/of lichamelijk of geestelijk gehandicapten als de b- geleiders hiertoe niet in staat zijn.
De onder sub 13.7.1 tot en met sub 13.7.6 genoemde verblijfkosten vergoedt de verzekeraar tot maximaal € 75,- per persoon per dag met een maximum van 10 dagen;
13.8. de reiskosten die de verzekeringnemer of een opvarende tijdens de reis moet maken, in verband met bezoek aan een mede opvarende die in het ziekenhuis verblijft. Deze kosten vergoedt de verzekeraar tot maximaal € 250,- per schadegebeurtenis.
13.9. Terugkeer wegens onvoorzien overlijden of levensgevaar van familieleden in de eerste of tweede graad. De verzekering dekt:
13.9.1. de extra reiskosten van alle opvarenden naar de terugroepplaats tot maximaal de reiskosten om de woonplaats in Nederland te bereiken, of
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
13.9.2. voor ten hoogste twee van de betrokken opvarenden: als hiervoor onder sub 13.9.1 beschreven en weer terug naar de oorspron- kelijke vakantiebestemming als deze terugreis gemaakt worden binnen 21 dagen na terugkeer in Nederland.
13.10. Terugkeer wegens schade aan eigendommen
Verzekerd zijn de extra reiskosten van de verzekeringnemer of van de opvarenden terug naar de woonplaats in Nederland, indien aan- wezigheid dringend noodzakelijk is vanwege een belangrijke schade aan eigendommen door brand, inbraak, explosie, blikseminslag, storm of overstroming iin Nederland.
13.11. Doorgeven dringende boodschappen
De Alarmcentrale belast zich met het doorgeven van dringende boodschappen die betrekking hebben op de in deze voorwaarden om- schreven hulpverlening.
13.12.Telecommunicatiekosten
Verzekerd zijn de gemaakte telefoon-, telegram-, telefax- en telexkosten om contact op te nemen met de Alarmcentrale. Deze kosten worden vergoed voor zover op grond van deze verzekering recht op schadevergoeding en/of hulpverlening bestaat.
De telecommunicatiekosten vergoedt de verzekeraar tot maximaal € 125,- per schadegebeurtenis.
13.13 .Overmaken van benodigd geld
De Alarmcentrale neemt voor haar rekening de bemiddelingskosten (inclusief de kosten van overmaken) van het in noodgevallen benodigd geld. Voorschotten worden alleen verstrekt als deze gedekt zijn door een naar oordeel van de Alarmcentrale afdoende garantie.
13.14. Toezenden medicijnen
De verzekering dekt de kosten van organisatie en toezending van ter plaatse niet verkrijgbare (door een arts voorgeschreven) medicijnen, prothesen of medische hulpmiddelen. De toezending hiervan vindt alleen plaats:
13.14.1. indien ze medisch noodzakelijk zijn en ter plaatse geen redelijke alternatieven voorhanden zijn;
13.14.2. voor zover dit op grond van geldende douane bepalingen is toegestaan.
De kosten van aankoop, douaneheffingen en eventuele retourvracht komen voor rekening van de verzekeringnemer.
13.15. Verlies van documenten
Bij problemen met betrekking tot verlies van reisdocumenten, paspoort, vliegticket, etc. verleent de Alarmcentrale assistentie.
Als de verzekeringnemer hierdoor contact op moet nemen met ambassades, consulaten en andere officiële instanties staat de Alarmcen- trale de verzekeringnemer met raad en daad bij.
13.16. Beperkingen
13.16.1. De Alarmcentrale is niet verplicht om de verzekerde objecten naar Nederland terug te brengen, wanneer de herstelkosten en/of de kosten van het terugbrengen hoger zijn dan de dagwaarde van het verzekerd object in Nederland. In dat geval ver- zorgt de Alarmcentrale de nodige formaliteiten voor achterlating van het verzekerd object in het buitenland.
13.16.2. Indien het vaartuig in beslag is genomen, bestaat er geen recht op hulpverlening. Dit geldt echter niet als de inbeslagname het gevolg is van een aanvaring.
13.16.3. Kosten van herstel en/of vervanging van onderdelen zijn in alle omstandigheden voor rekening van de verzekeringnemer
13.17. Wederzijdse rechten en verplichtingen
13.17.1.Indien hulp moet worden ingeroepen, is de verzekeringnemer verplicht zich zonder uitstel per telefoon, telegram, telex of telefax met de verzekeraar of de Alarmcentrale in verbinding te stellen onder opgave van de verzekeringsgegevens.
00.00.0.Xx verzekeraar zal haar diensten verlenen binnen redelijke termijn en in goed overleg met de verzekeringnemer, maar is vrij in de keuze van degenen door wie zij zich bij de uitvoering van onze diensten terzijde laten staan.
00.00.0.Xx verzekeraar heeft het recht om ter zake van door haar aan te gaan verbintenissen met derden, waarvan de kosten niet door deze verzekering zijn gedekt, van de verzekeringnemer de nodige financiële garanties te verlangen in een door haar te bepalen vorm en omvang. Als daar niet aan voldaan wordt, vervallen zowel de verplichtingen van de verzekeraar om de verlangde dienst te verlenen als de dekking die anders onder deze verzekering bestaan zou hebben.
00.00.0.Xx verzekeringnemer is verplicht de rekening van de verzekeraar xxxxxxx van diensten en/of kosten, - hoe dan ook genaamd - waarvoor krachtens deze verzekering geen recht op vergoeding bestaat, binnen 30 dagen na datering van die rekeningen te vol- doen. Bij niet-voldoening kan zondermeer tot gerechtelijke invordering worden overgegaan. De daaraan verbonden kosten zijn ge- heel voor rekening van de verzekeringnemer.
13.18. Uitval trailer
Het hiervoor onder 13.1, 13.3, 13.4, 13.12, 13.13, 13.16 en 13.17 bepaalde is ook van toepassing op de meeverzekerde trailer, indien deze door mechanische pech, ongeval of een andere plotseling van buiten komende schadegebeurtenis niet meer kan rijden.
Artikel 14. Zekerheidstelling
Indien een overheid wegens een onder deze verzekering gedekte schade het stellen van een geldelijke zekerheid verlangt ter waarborging van de rechten van benadeelden, zal de verzekeraar deze zekerheid verstrekken tot een maximum van € 25.000,-. Verzekeren zijn verplicht ons te mach- tigen over deze zekerheid te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven en bovendien alle medewerking te verlenen om de terugbetaling te verkrij- gen.
Artikel 15. Wettelijke rente en kosten rechtsbijstand/verweer
Boven het verzekerde bedrag wordt vergoed:
15.1. de kosten van rechtsbijstand die de verzekeraar verleent in een strafproces dat tegen de verzekerde aanhangig is gemaakt voor zover de leiding van het verweer bij de verzekeraar xxxxxx. Boeten, afkoopsommen en gerechtskosten die met een strafproces samenhangen, wor- den niet vergoed.
15.2. de kosten van verweer in een burgerlijk proces dat door de benadeelde tegen de verzekerde aanhangig is gemaakt, voor zover de leiding van het verweer bij de verzekeraar rust. Ook verzekerd zijn de proceskosten waartoe de verzekerde veroordeeld wordt:
15.3. de wettelijke rente die verschuldigd is over het gedeelte van de hoofdsom dat door de verzekering wordt gedekt.
Artikel 16. Verhaalsrecht
In alle gevallen waarin de verzekeraar schadevergoeding moet betalen, of wel op grond van een buitenlandse wet of wel op grond van een daarop gebaseerde overeenkomst van de verzekeraar met een buitenlandse instelling, terwijl de verzekeraar op grond van deze verzekering daartoe niet verplicht is, heeft de verzekeraar het recht de vergoeding te verhalen op de aansprakelijke persoon en/of verzekerde voor wie de uitsluiting geldt. Het verhaalsrecht geldt ook voor kosten die de verzekeraar gemaakt heeft.
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
Artikel 17. Beperkte vergoeding
Als wettelijke bepalingen de aansprakelijkheid van verzekerde beperken is de verzekeraar niet verplicht meer te vergoeden dan het bedrag dat de verzekerde wettelijk moet vergoeden.
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
RUBRIEK BEPERKT CASCO
Inhoudsopgave
Artikel 18 Wettelijke Aansprakelijkheid Artikel 19 Omvang van de dekking Artikel 20 Inboedel
Artikel 18. Wettelijke Aansprakelijkheid
De wettelijke aansprakelijkheid in het kader van deze Rubriek is geregeld in de Rubriek Wettelijke Aansprakelijkheid Watersportverzekering.
Artikel 19. Omvang van de dekking
De verzekering vergoedt de schade aan de verzekerde objecten tot ten hoogste de verzekerde waarde indien de schade is veroorzaakt door of een rechtstreeks gevolg is van:
19.1.brand, zelfontbranding, ontploffing en/of blikseminslag; 19.2.diefstal, verduistering, joyvaren en/of pogingen daartoe; 19.3.storm en/of hagel.
Artikel 20. Inboedel
00.0.Xx inboedel van het verzekerde vaartuig is verzekerd tot het op de polis vermelde bedrag voor schade ten gevolge van:
20.1.1. brand, zelfontbranding, ontploffing en blikseminslag, ook wanneer de schade door eigen gebrek is ontstaan;
20.2.2. diefstal, na inbraak, uit een deugdelijk afgesloten: ruimte of bergruimte/kajuit aan boord;
20.2.3. storm en/of hagel.
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
RUBRIEK UITGEBREIDE WATERSPORTVERZEKERING
Inhoudsopgave
Artikel 21 Wettelijke aansprakelijkheid Artikel 22 Omvang van de dekking Artikel 23 Inboedel
Artikel 24 Aanbouwverzekering voor nieuwe vaartuigen Artikel 25 Renovatieverzekering voor gebruikte vaartuigen
Artikel 21.Wettelijke Aansprakelijkheid
De wettelijke aansprakelijkheid in het kader van deze Rubriek is geregeld in de Rubriek Wettelijke Aansprakelijkheid Watersportverzekering.
Artkel 22. Omvang van de dekking
22.1 De verzekering vergoedt de schade aan de verzekerde objecten tot ten hoogste de verzekerde waarde indien de schade is veroorzaakt door of een rechtstreeks gevolg is van:
22.1.1.een plotseling van buiten komende schadegebeurtenis; 22.1.2.brand, zelfontbranding, ontploffing en/of blikseminslag; 22.1.3.diefstal, verduistering, joyvaren en/of pogingen daartoe; 22.1.4.storm en/of hagel;
22.1.5.eigen gebrek, met dien verstande dat:
22.1.5.1.het eigen gebrek zelf is verzekerd gedurende een periode van 10 jaren, te rekenen vanaf het moment dat het verzekerde object voor de eerste maal te water is gelaten;
00.0.0.0.xx afloop van deze periode van 10 jaren zijn uitsluitend de gevolgen van eigen gebrek verzekerd.
22.1.6.uitzondering op het gestelde onder sub 22.1.5.1 vormt een niet-originele scheepsmotor.
Onder originele scheepsmotor wordt verstaan: een nieuw als scheepsmotor geleverde en door de fabriek of boten/motor leverancier ingebouwde motor. Hieronder valt zowel de scheepsmotor, die uitsluitend als scheepsmotor is ontworpen, als de motor met een zo- genaamd ’universeel’ blok, die door de fabrikant is omgebouwd als scheepsmotor. Een motor, die eerder dienst heeft gedaan als voertuig- of industriemotor en daarna is omgebouwd tot scheepsmotor wordt niet als zodanig beschouwd. Voor zover van toepassing wordt onder een originele scheepsmotor mede verstaan een buitenboordmotor.
Artikel 23. Inboedel
23.1 De inboedel van het verzekerde vaartuig is verzekerd tot het op de polis vermelde bedrag voor schade ten gevolge van: 23.1.1.brand, zelfontbranding, ontploffing en blikseminslag; ook wanneer de schade door eigen gebrek is ontstaan; 23.1.2.diefstal, na inbraak, uit een deugdelijk afgesloten ruimte of bergruimte/kajuit aan boord;;
23.1.3.storm en/of hagel;
23.1.4.alle overige van buiten komende onheilen.
Artikel 24. Aanbouwverzekering voor nieuwe vaartuigen
24.1 Omvang van de dekking
24.2 De voorwaarden van de Rubriek Uitgebreide Watersportverzekering zijn van toepassing op deze Aanbouwverzekering voor nieuwe vaartuigen.
24.3 Uitsluitingen op een aanbouwverzekering
Naast de uitsluitingen genoemd in artikel 5 is van de dekking uitgesloten:
24.3.1. losse materialen en scheepsuitrusting en gereedschappen aan boord en in en om het verzekerde vaartuig tenzij opgeborgen in een deugdelijk afgesloten ruimte of bergruimte/kajuit aan boord;
24.3.2.proefvaren langer dan 24 uur achtereen. Onder proefvaren wordt verstaan: het in het water testen op deugdelijkheid van het verze- kerd object;
24.3.3.inboedel.
24.4 Eigen risico
Er geldt een eigen risico van 1% van de verzekerde waarde met een minimum van € 225,- per schadegebeurtenis.
24.5 Inspectie
Gedurende de aanbouwperiode dient de verzekeringnemer de verzekeraar in de gelegenheid te stellen het verzekerde vaartuig te inspecteren.
24.6 Maximale duur
De maximale duur van deze verzekering is drie jaar achtereen. Wanneer het vaartuig is afgebouwd dient de verzekeringnemer de verzekeraar onmiddellijk hiervan in kennis te stellen.
Artikel 25 Renovatieverzekering voor gebruikte vaartuigen
25.1.Omvang van de dekking
De voorwaarden van de Rubriek Uitgebreide Watersportverzekering zijn van toepassing op deze Renovatieverzekering voor gebruikte vaa- tuigen.
25.2.Uitsluitingen op een renovatieverzekering
Naast de uitsluitingen genoemd in artikel 5 is van de verzekering uitgesloten:
25.2.1.losse materialen en scheepsuitrusting en gereedschappen aan boord en in en om het verzekerde vaartuig tenzij opgeborgen in een deugdelijk afgesloten ruimte of bergruimte/kajuit aan boord;
25.2.2.proefvaren langer dan 24 uur achtereen. Onder proefvaren wordt verstaan: het in het water testen op deugdelijkheid van het verze- kerd object;
25.2.3.inboedel.
25.3.Eigen risico
Er geldt een eigen risico van 1% van de verzekerde waarde met een minimum van € 225,- per schadegebeurtenis.
25.4.Inspectie
Gedurende de renovatieperiode dient de verzekeringnemer de verzekeraar in de gelegenheid te stellen het verzekerde vaartuig te inspecteren.
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
25.5.Maximale duur
De maximale duur van deze verzekering is drie jaar achtereen. Wanneer het vaartuig is afgebouwd dient de verzekeringnemer de verzek- raar onmiddellijk hiervan in kennis te stellen.
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
RUBRIEK ZEILPLANKVERZEKERING
Inhoudsopgave
Artikel 26 Wettelijke aansprakelijkheid Artikel 27 Omvang van de dekking Artikel 28 Dekkingsgebied
Artikel 26 Schadevergoeding
Artikel 26. Wettelijk aansprakelijkheid
De wettelijke aansprakelijkheid in het kader van deze Rubriek is geregeld in de Rubriek Wettelijke Aansprakelijkheid Watersportverzekering.
Artikel 27. Omvang van de dekking
00.0.Xx verzekering vergoedt de schade aan het verzekerd object tot ten hoogste de dagwaarde indien de schade is veroorzaakt door en/of een rechtstreeks gevolg is van:
27.1.1.een plotseling van buiten komende schadegebeurtenis; 27.1.2.brand, ontploffing en/of blikseminslag;
27.1.3.diefstal, verduistering, joyvaren en/of pogingen daartoe; 27.1.4.storm en/of hagel.
Artikel 28. Dekkingsgebied
De verzekering is van kracht in Nederland en op alle Europese binnenwateren. De kustlijn vormt hierbij de grens.
De verzekering is van kracht voor zover er sprake is van een aaneengesloten verblijf van niet langer dan 6 maanden buiten Nederland, binnen de begrenzingen van het dekkingsgebied.
Artikel 29. Schadevergoeding
In tegenstelling tot hetgeen in artikel 8 staat vermeld bij schadevergoeding geldt voor zeilplanken het volgende:
00.0.Xx geval van totaal verlies van het verzekerd object zal de vervangingswaarde worden vergoed onder aftrek van de waarde van de restanten. 29.2.Indien het verzekerde object wordt gerepareerd, worden de reparatiekosten vergoed, tot ten hoogste de vervangingswaarde van het verze-
kerd object.
29.3 Bij de vaststelling van de schade zal bij gedeeltelijke schade door de verzekeraar geen beroep worden gedaan op onderverzekering.
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
RUBRIEK ONGEVALLEN OPVARENDEN VERZEKERING WATERSPORT
Inhoudsopgave
Artikel 30 Omvang van de dekking
Artikel 31 Omvang van de dekking Rubriek A (Overlijden)
Artikel 32 Omvang van de dekking Rubriek B (Blijvende invaliditeit) Artikel 33 Begunstiging
Artikel 34 Uitsluitingen
Artikel 35 Invloed van bestaande invaliditeit of ziekelijke toestand Artikel 36 Verplichtingen na een ongeval
Artikel 30 Omvang van de dekking
00.0.Xx dekking is van kracht ter zake van elk ongeval binnen het omschreven dekkingsgebied die de verzekeringnemer en/of de opvarenden zijn overkomen tijdens en/of ten gevolge van:
30.1.1. het verblijf in het verzekerde vaartuig en/of volgboot, het van en aan boord gaan;
30.1.2. het in de onmiddellijke nabijheid van het verzekerde vaartuig verrichten van die handelingen die rechtstreeks verband houden met het vlot en veilig doen verlopen van de reis;
30.2.Als ongeval in de zin van deze voorwaarden worden mede verstaan de volgende, in betrekkelijk korte tijd, ontstane letsels:
30.2.1. bevriezing, verbranding, verdrinking, verstikking, zonnesteek, blikseminslag en andere elektrische ontlading;
30.2.2. het van buitenaf ongewild binnenkrijgen van stoffen en/of vreemde voorwerpen waardoor inwendig letsel wordt toegebracht;
30.2.3. acute vergiftiging door het ongewild binnenkrijgen van gassen, dampen, vaste of vloeibare stoffen;
30.2.4 .besmetting van een onvrijwillige val in enige vaste of vloeibare stof;
30.2.5 .infectie en bloedvergiftiging als gevolg van een ongeval;
30.2.6. xxxxxxxxxx, uitputting, verhongering en verdorsting als gevolg van het onvrijwillig geïsoleerd raken zoals door schipbreuk, natuur- ramp, watersnood, insneeuwing, invriezing en/of aardbeving;
30.2.7. verstuiking, ontwrichting, verrekking en scheuring van spieren, banden en pezen als gevolg van een eigen plotselinge krachtsin- spanning;
30.2.8. complicaties en verergeringen als gevolg van verleende eerste hulp bij een ongeval of van medische behandeling van door een ongeval veroorzaakt letsel.
Artikel 31 Omvang van de dekking rubriek A (Overlijden)
In geval van overlijden dat rechtstreeks en zonder medewerking van andere oorzaken als gevolg van het door een ongeval veroorzaakte letsel is ontstaan, keert de verzekeraar het voor deze rubriek verzekerde bedrag uit. Op deze uitkering worden in mindering gebracht de bedragen die ter zake van hetzelfde ongeval eventueel zijn uitgekeerd wegens blijvende invaliditeit (Art. 32 Rubriek B). Indien de uitkering wegens blijvende invalidi- teit hoger is dan het voor Rubriek A verzekerde bedrag, dan vindt geen terugvordering plaats.
Artikel 32 Omvang van de dekking rubriek B (Blijvende invaliditeit)
32.1 Onder blijvende invaliditeit wordt verstaan het rechtstreeks en zonder medewerking van andere oorzaken geheel of gedeeltelijk blijvend verlies of functieverlies van enig deel, vermogen of orgaan van het lichaam van de verzekeringnemer en/of dat van de opvarenden, als gevolg van het door een ongeval veroorzaakt blijvend lichamelijk letsel.
32.1.1. In geval van blijvende invaliditeit keert de verzekeraar een percentage van het verzekerde bedrag uit dat gelijk is aan de
mate van de blijvende invaliditeit, met dien verstande dat:
bij geheel verlies of geheel functieverlies van de navolgende lichaamsdelen, vermogens en organen luiden deze percentages als volgt:
het gezichtsvermogen van beide ogen 100%
het gezichtsvermogen van één oog 50%
het gehoor van beide oren 60%
het gehoor van één oor 25%
een oorschelp… 5%
het spraakvermogen 50%
de neus 10%
een natuurlijk blijvend gebitselement 1%
beide armen………………………………………………………………………………. | 100% |
beide handen……………………………………………………………………………... | 100% |
beide benen………………………………………………………………………………. | 100% |
beide voeten……………………………………………………………………………….. | 85% |
één arm of hand en één been of voet…………………………………………………. | 100% |
een arm in het schoudergewricht.……………………………………………………….. | 80% |
een arm in het ellebooggewricht…………………………………………………………. | 75% |
een hand in het polsgewricht…………………………………………………………….. | 70% |
een duim……………………………………………………………………………............ | 25% |
een wijsvinger……………………………………………………………………………… | 15% |
een middelvinger…………………………………………………………………………... | 12% |
elke overige vinger…………………………………………………………………........... | 10% |
een been, onderbeen of voet………………………………………………………......... | 70% |
een grote teen………………………………………………………………………........... | 10% |
elke overige teen………………………………………………………………………......... | 5% |
de milt………………………………………………………………………………............... | 5% |
een long…………………………………………………………………………………….. | 30% |
een nier……………………………………………………………………………………... | 20% |
de smaak en/of de reuk…………………………………………………………………… | 10% |
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
32.1.2.bij gedeeltelijk verlies of gedeeltelijk functieverlies een evenredig deel van het desbetreffende percentage wordt uitgekeerd; 32.1.3.bij verlies van meer dan één vinger van een hand geen hoger percentage zal gelden dan bij geheel (functie)verlies van de gehele
hand.
00.0.Xx alle andere gevallen dan onder lid 32.1.1 genoemd keert de verzekeraar een percentage van het verzekerd bedrag uit dat gelijk is aan de mate van blijvende invaliditeit die het letsel voor het lichaam als geheel oplevert.
32.3.Terzake van één of meer ongevallen kan geen hogere blijvende invaliditeit worden vastgesteld dan 100%. De uitkering voor deze rubriek kan het op het polisblad vermelde verzekerde bedrag niet te boven gaan, tenzij er sprake is van rentevergoeding overeenkomstig het onder lid 32.9 genoemde.
00.0.Xx bepaling van de aanwezigheid en de mate van blijvende invaliditeit geschiedt op basis van de rapportage van door de verzekeraar aan- gewezen medische en (eventueel) andere deskundigen. De bepaling van het percentage geschiedt volgens objectieve maatstaven en wel zoveel mogelijk overeenkomstig de laatste uitgave van de ’Guides of het Evaluation of Permanent Impairment’ van de American Medical Association (A.M.A) en de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie en de Nederlandse Orthopaedische Vereniging, tenzij het | percentage is terug te vinden in de hierboven in artikel 29.1.1 vermelde Gliedertaxe.
32.5.Bij het vaststellen van de mate van invaliditeit wordt géén rekening gehouden met het beroep van een verzekerde.
32.6.Indien een reeds bestaande vorm van invaliditeit door een ongeval wordt verergerd, zal de vastgestelde mate van invaliditeit na het ongeval worden verminderd met de reeds voor het ongeval bestaande mate van invaliditeit.
32.7.Bij het vaststellen van de mate van blijvende invaliditeit wordt geen rekening gehouden met psychische aandoeningen, van welke aard ook, tenzij deze medisch aantoonbaar het rechtstreeks gevolg zijn van bij het ongeval ontstaan hersenletsel.
00.0.Xx mate van blijvende invaliditeit.
00.0.0.Xx mate van blijvende invaliditeit zal worden vastgesteld op het moment dat er, noch verbetering, noch verslechtering zal optreden in de toestand, doch uiterlijk twee jaar na het ongeval. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rapporten te verwachten definitieve graad van invaliditeit. Deze termijn kan naar keuze van de de betreffende persoon met één jaar worden verlengd tot drie jaar, hetgeen uiterlijk 30 dagen voor het verstrijken van de termijn van twee jaar schriftelijk aan de verzeke- raar meegedeeld moet worden.
32.8.2.Mocht de verzekeringnemer of een andere opvarende als gevolg van het ongeval overlijden voordat de mate van blijvende invaliditeit is vastgesteld, dat is de verzekeraar geen uitkering ter zake van Xxxxxxx B verschuldigd.
32.8.3.Indien de verzekeringnemer of een andere opvarende echter later dan één jaar na het ongeval overlijdt door een andere oorzaak dan het ongeval wordt de mate van blijvende invaliditeit vastgesteld op een percentage dat zou zijn vastgesteld wanneer de verzekering nemer of een andere opvarende niet zou zijn overleden.
32.9.Indien één jaar na het ongeval de mate van blijvende invaliditeit nog niet kan worden vastgesteld, vergoedt de verzekeraar de wettelijke rente over het uiteindelijk, wegens blijvende invaliditeit uit te keren bedrag. Deze rente wordt berekend vanaf de 366e dag na het ongeval tot de dag waarop de uitkering wegens blijvende invaliditeit geschiedt. De rente zal gelijktijdig met de uitkering wegens blijvende invaliditeit worden voldaan.
Geen recht op wettelijke rente bestaat indien de verzekeringnemer kiest voor verlenging van de termijn omschreven in lid 32.8.1 gerekend vanaf de 731e dag na het ongeval.
Artikel 33. Begunstiging
33.1. Als begunstigden krachtens Rubriek A worden aangemerkt:
33.1.1.- de echteno(o)t(e) van de verzekeringnemer of degene met wie de verzekeringnemer samenwoont en/of een samenlevingscontract heeft; of
33.1.2.- de echtgenoot van de opvarende of degenen met wie zij samenwonen en/of een samenlevingscontract hebben;
Bij ontstentenis van de in artikel 33.1.1 genoemde begunstigde worden als begunstigden beschouwd: de wettelijke erfgenamen, met uitzondering van de Staat.
33.2. Als begunstigde krachtens Rubriek B wordt de verzekeringnemer en/of de opvarenden aangemerkt.
Artikel 34. Uitsluitingen
In aanvulling op de uitsluitingen vermeld in artikel 13 van de Algemene voorwaarden hebben de verzekeringnemer en de opvarenden geen recht op uitkering indien een ongeval is ontstaan:
34.1.door opzet of bewuste roekeloosheid van verzekerde, tenzij het een ongeval betrof bij een poging tot redding van een mens of dier.
Deze uitsluiting geldt niet voor kinderen die jonger zijn dan 15 jaar; 34.2.bij het plegen of deelnemen aan een misdrijf of een poging daartoe;
34.3.tijdens vechtpartijen of tijdens het bewust op roekeloze wijze in gevaar brengen van leven of lichaam anders dan tot rechtmatige (zelf)verdediging of tot redding van personen of zaken;
34.4.met als uitsluitend gevolg spit (lumbago), krakende peesschede-ontsteking (tendovaginitis crepitans), zweepslag (coup de fouet), hernia en huidletsel veroorzaakt door druk of wrijving;
34.5.terwijl het bloed-alcoholgehalte van verzekerde 0,5 promille of hoger was, of het adem alcoholgehalte 220 microgram of hoger was, dan wel bij de verzekeringnemer en/of opvarenden overkomen ongeval, waarbij de verzekeraar op grond van verzamelde toedrachtsgegevens in redelijkheid aannemelijk maakt dat het ongeval een gevolg was van overmatig alcoholgebruik;
34.6.door gebruik van geneesmiddelen, bedwelmende, verdovende of opwekkende middelen anders dan op medisch voorschrift, tenzij het ge- bruik overeenkomt met het voorschrift dat een arts heeft verstrekt en de verzekeringnemer zich aan de gebruikersaanwijzing heeft gehou- en;
34.7.tijdens training, oefening of deelname aan snelheidswedstrijden met speedboten.
Artikel 35 Invloed van bestaande invaliditeit of ziekelijke toestand
35.1.Mochten de gevolgen van het ongeval vergroot zijn door ziekte, gebrekkigheid of een abnormale lichaams- of geestesgesteldheid van de verzekeringnemer en/of de opvarenden, dan wordt voor de vaststelling van de uitkering(en) uitgegaan van de gevolgen, die het ongeval gehad zou hebben, indien de verzekeringnemer of een andere opvarende geheel valide en gezond zou zijn geweest.
00.0.Xx beperking onder lid 35.1 is echter niet van toepassing, indien de bestaande ziekte, gebrekkigheid of abnormale lichaams- of geestesgesteldheid van de verzekeringnemer en/of opvarenden het gevolg is van een vroeger ongeval, waarvoor de verzekeraar reeds krachtens deze verzekering een uitkering heeft verstrekt of nog zullen moeten verstrekken.
__ _ _ _ _ _ _ ___ _ _
35.3.Voor zover een bestaande ziekelijke toestand door een ongeval is verergerd, wordt hiervoor door de verzekeraar geen uitkering gedaan.
Artikel 36 Verplichtingen na een ongeval
36.1 De verzekeringnemer of begunstigde is/zijn verplicht de verzekeraar zo spoedig mogelijk mededeling te doen van een ongeval, doch: 00.0.0.xx geval van overlijden (Xxxxxxx A), in ieder geval ten minste 48 uur voor de begrafenis of crematie;
00.0.0.xx geval van blijvende invaliditeit (Rubriek B), binnen 3 maanden na het ongeval. Indien de aangifte later geschiedt, bestaat alleen recht op uitkering indien de belangen van de verzekeraar niet zijn geschaad en kan worden aangetoond dat de invaliditeit het uitslui- tende gevolg is van het ongeval. Ieder recht op uitkering vervalt evenwel, indien de melding niet plaatsvindt binnen 5 jaar na het on- geval;
00.0.Xx verzekeringnemer en/of de opvarenden zijn bovendien verplicht:
36.2.1.alle inlichtingen te verstrekken die de verzekeraar voor de beoordeling van de aanspraken op uitkering verlangt;
36.2.2.zich zo spoedig mogelijk onder geneeskundige behandeling te stellen indien dit redelijkerwijs noodzakelijk is en al het mogelijke te doen om een spoedig herstel te bevorderen door tenminste de voorschriften van de behandelend arts op te volgen;
36.2.3.zich desgevraagd op kosten van de verzekeraar door een door de verzekeraar aan te wijzen arts te laten onderzoeken en aan deze alle gewenste inlichtingen te verstrekken, respectievelijk zich voor onderzoek te laten opnemen in een door de verzekeraar aan te wijzen ziekenhuis of andere medische instelling;
36.2.4.zich te allen tijde in alle omstandigheden beschikbaar te houden voor medisch onderzoek; 00.0.0.xx verzekeraar onmiddellijk op de hoogte te stellen van geheel of gedeeltelijk herstel;
00.0.xx verzekeringnemer en/of de opvarenden of de begunstigde zijn bovendien verplicht:
36.3.1.alle inlichtingen te verschaffen die de verzekeraar voor de beoordeling van de aanspraken op uitkering verlangt; 36.3.2.toestemming of medewerking te verlenen tot alle maatregelen, die de verzekeraar nodig oordeelt ter vaststelling van de doods-
oorzaak.