Verzekeringsvoorwaarden Leasemaatschappij
Verzekeringsvoorwaarden Leasemaatschappij
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Motorrijtuig
Het op het leasecontract omschreven motorrijtuig.
1.2 Verzekerden
a. de leasemaatschappij,
x. xx xxxxxx, bestuurder en alle medepassagiers.
c. de werkgever van de in dit artikel onder lid 2a en 2b genoemde personen indien deze krachtens het burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door één van hen is veroorzaakt.
Artikel 2 Algemeen
2.1 Verzekeringsvoorwaarden Leasemaatschappij
De verzekeringsvoorwaarden leasemaatschappij omvatten een volledige Casco dekking voor het voertuig zoals vermeld op de leaseovereenkomst, mits verzekering is opgenomen in het leasecontract en niet is ondergebracht bij een externe verzekeringsmaatschappij.
2.2 Verwijzing
Verwijzing vindt uitsluitend plaats naar artikelen van onderhavige voorwaarden, tenzij anders aangegeven.
2.3 Verzekeringsgebied
Het verzekeringsgebied omvat alle landen die zijn vrijgegeven op het internationaal verzekeringsbewijs (groene kaart).
2.4 Gedekt risico
De verzekering geeft dekking voor het op het leasecontract vermelde kenteken voor gebeurtenissen waarvan de oorzaak is gelegen op een tijdstip na de aanvang en binnen de geldigheidsduur van het leasecontract.
2.5 Einde van de verzekering
De verzekering eindigt terstond:
a. bij het beëindigen van het leasecontract
b. zodra het motorrijtuig voorzien wordt van een buitenlands kenteken;
c. indien xxxxxx verhuist naar het buitenland;
d. indien het motorrijtuig gewoonlijk in het buitenland gestald wordt.
De lessee is verplicht de leasemaatschappij van verhuizing dan wel stalling van het motorrijtuig in het buitenland ten spoedigste, maar in elk geval tenminste 30 dagen voor de verhuizing op de hoogte te stellen.
2.6 Zekerheidstelling
Indien ter waarborging van de rechten van de benadeelde door een overheid het stellen van een zekerheid wordt verlangd om de invrijheidstelling van een verzekerde te verkrijgen en/of indien de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag slechts tegen zekerheidstelling is te verkrijgen, zal de verzekeraar de zekerheid verstrekken tot ten hoogste € 45.400,- per dezelfde gebeurtenis aanspraak op dekking heeft. De verzekerde is verplicht de verzekeraar te machtigen over de zekerheidstelling te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven en alle medewerking te verlenen om terugbetaling te verkrijgen. Geen waarborgsom wordt voorgeschoten, indien deze (mede) wordt verlangd wegens overtreding van in- en uitvoerbepalingen of van belastingwetten.
2.7 Hulp aan gewonden
De verzekering dekt de kosten van herstel en/of reiniging van bekleding van het verzekerde motorrijtuig ten gevolge van het plaats bieden aan personen die bij een ongeval gewond zijn geraakt.
2.8 Vervangend vervoer binnenland
Indien vervangend vervoer onderdeel uitmaakt van het leasecontract bestaat er recht op gelijkwaardig vervangend vervoer. Lessor behoudt wel het recht om af te wijken van de brandstofsoort
en indien er niet direct een gelijkwaardige auto beschikbaar is een keuze te maken naar een klasse kleiner, dit om ieder geval de doorreis te kunnen waarborgen.
2.9 Vervangend vervoer buitenland
Als aanvulling op lid 8 zal er een huurauto beschikbaar worden gesteld indien een defecte auto niet binnen twee dagen (middels noodreparatie) gerepareerd kan worden.
2.10 Eigen risico
1. De verzekeringnemer, Xxxxxx draagt per gebeurtenis een eigen risico als vermeld op het leasecontract.
2. Er geldt geen eigen risico ter zake van de dekking:
a. alarmservice;
b. zekerheidsstelling;
c. hulp aan gewonden;
2.11 Alarmcentrale
Uitsluitend indien de verzekering betrekking heeft op een personenauto, een bestelauto waarvan het ledig gewicht vermeerderd met het laadvermogen niet meer dan 3500 kg bedraagt of een motorrijwiel waaraan al of niet een object is aangekoppeld:
a. waarborgt de verzekeraar de verlening van de alarmservice doch heeft de verzekeraar de op de groene kaart vermelde hulporganisatie met de uitvoering belast;
b. hebben de verzekerden uitsluitend recht op hulpverlening indien zij zich in verbinding stellen met de (op de groene kaart vermelde) hulporganisatie.
2.12 Hulpverlening binnenland
a. De verzekerde heeft recht op hulpverlening, indien:
1. het motorrijtuig en/of het aangekoppelde object ten gevolge van een ongeval niet meer kan rijden of ten gevolge van diefstal niet meer beschikbaar is.
b. De hulpverlening – mits voldaan aan het gestelde in dit artikel onder lid 9 – na een ongeval of diefstal in Nederland omvat:
1. het bewaken, slepen, stallen en vervoer van de personenauto, de bestelauto of het motorrijwiel en/of aangekoppelde object naar één door de verzekerde aan te geven adres binnen Nederland;
2. gelijktijdig vervoer van de bestuurder en de passagiers naar één door de verzekerde aan te geven adres binnen Nederland.
Voor de hulpverlening binnenland geldt dat indien het motorrijtuig en/of aangekoppelde object binnen dertig dagen na diefstal wederom ter beschikking komt, de verzekeringnemer recht heeft op vergoeding ter zake van kosten verbonden aan het bewaken, slepen, stallen en vervoer van het verzekerde voertuig naar één door hem aan te geven adres in Nederland.
2.13 Hulpverlening buitenland
a. De verzekerde heeft recht op hulp, onder de hierna genoemde voorwaarden, indien:
1. het motorrijtuig en/of het aangekoppelde object ten gevolge van een ongeval of pech niet meer kan rijden of ten gevolge van diefstal niet meer beschikbaar is, en/of
b. In het buitenland omvat de hulpverlening - mits voldaan aan het gestelde in dit artikel lid 11:
1. het vergoeden van de noodzakelijke kosten van bergen en slepen van het motorrijtuig en/of het aangekoppelde object naar de dichtstbijzijnde garage waar de schade kan worden beoordeeld en/of hersteld;
2. het vervoer van het motorrijtuig en/of het aangekoppelde object naar een door de verzekeringnemer te bepalen adres in Nederland;
3. in geval van vervoer van het motorrijtuig tevens het vervoer van de passagiers naar één door de verzekerde aan te geven adres in Nederland.
c. In geval van vervoer vanuit het buitenland naar Nederland moet zijn voldaan aan onderstaande voorwaarden:
1. het motorrijtuig en/of het aangekoppelde object kan niet binnen twee werkdagen, eventueel middels noodreparatie, zodanig gerepareerd worden dat de terugreis op een technisch verantwoorde manier kan plaatsvinden;
2. de kosten van vervoer naar Nederland zijn lager dan de waarde van het verzekerde motorrijtuig of het aangekoppeld object.
Als de vervoerskosten hoger zijn, dan worden de kosten vergoed van invoering of vernietiging van het beschadigde verzekerde motorrijtuig of het aangekoppeld object in het desbetreffende land. In dat geval bestaat er ook recht op vervoer van de reisbagage naar Nederland, alsmede vergoeding van
terugreiskosten, als op grond van het bepaalde in dit lid onder a niet met het motorrijtuig kan worden teruggereisd.
Voor de hulpverlening in het buitenland geldt dat indien het motorrijtuig en/of aangekoppelde object binnen dertig dagen na diefstal wederom ter beschikking komt, de verzekeringnemer recht heeft op vergoeding ter zake van de kosten verbonden aan het bewaken, slepen, stallen en vervoer van het verzekerde voertuig naar één door hem aan te geven adres in Nederland.
2.14 Uitsluiting Hulpverlening
a. Er bestaat geen recht op hulpverlening en de verzekeraar zal de kosten niet vergoeden die verband houden met de ten onrechte verleende assistentie, indien de hulporganisatie redelijkerwijs tot het oordeel kan komen dat de verzekerde een oneigenlijk gebruik maakt van de voorzieningen waarop hij krachtens deze voorwaarden een beroep kan doen, dan wel tracht om daarvan oneigenlijk gebruik te maken.
b. Indien ten onrechte een beroep op de hulpverlening is gedaan, is de verzekeraar gerechtigd de door haar betaalde kosten terug te vorderen van de verzekerde(n).
2.15 Regeling van de schade
1. Voor zover de omvang van de schade en de hoogte van de kosten niet in onderling overleg worden geregeld, zullen deze door een deskundige, aan te wijzen door de verzekeraar, worden vastgesteld, mede aan de hand van de door de verzekerde verstrekte gegevens en inlichtingen.
2. De verzekeraar verplicht zich het verschuldigde bedrag aan schade en kosten zo spoedig mogelijk na ontvangst van alle schadedocumenten te betalen aan de (schade)hersteller. Er zal geen geldelijke vergoeding naar een berijder of lessee worden gedaan. Uitgezonderd hierop zijn mogelijke declaraties die betrekking hebben op het schade incident. Te denken is hier aan taxi- en/of bergings- en of herstelkosten voor zover deze direct ter plaatse moesten worden voldaan door de berijder/lessee.
3. De verzekerde is verplicht om alle schade incidenten per voorval schriftelijk aan de verzekeraar te melden middels het Europese schadeformulier.
4. De verzekeraar is bevoegd een krachtens de WAM of soortgelijke wet te verlenen schadevergoeding, tezamen met de rente en kosten, te verhalen op de verzekeringnemer of op een andere verzekerde, die niet te goeder trouw mocht aannemen, dat zijn aansprakelijkheid door deze verzekering was gedekt, indien:
a. er een uitsluiting van toepassing is;
b. schade veroorzaakt is ( ook door een ander dan de verzekerde), nadat de dekking is geëindigd en de verzekeraar niet overeenkomstig artikel 2 lid 5 b, c en d van de onderhavige voorwaarden van de beëindiging op de hoogte is gesteld.
5. De verzekeraar heeft de leiding in de schaderegeling en in de eventueel daaruit voorvloeiende procedures.
6. Bij constatering van vermissing van het verzekerd voertuig dient de verzekerde de verzekeraar onverwijld van dit feit op de hoogte te stellen. De verzekerde verklaart zich akkoord met het aanmelden door de verzekeraar van de voertuiggegevens aan het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV), zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door de verzekeraar ingeschakeld kunnen worden voor het terugvinden en terugbezorgen van het voertuig.
De verzekerde kan ook zelf rechtstreeks de vermissing van het voertuig doorgeven aan de VbV- helpdesk, die 24 uur per dag bereikbaar is (telefoonnummer:055 741 00 01). Van de vermissing moet tevens direct aangifte bij de politie worden gedaan.
Artikel 3 Omschrijving van de dekking
3.1 Gedekt risico
De verzekering dekt de schade aan of het verlies van het motorrijtuig ontstaan:
a. door aanrijden, botsen, omslaan, slippen, stoten, van de weg of te water geraken;
b. door openslaande motorkap, xxxxxxxxxxxx, portieren;
c. door blikseminslag, bluswater, brand, kortsluiting, ontploffing en zelfontbranding;
d. aan ruiten en andere glazen delen;
Een en ander ongeacht of de oorzaak van de schade terug te voeren is op een mechanisch/elektronisch dan wel een eigen gebrek aan het motorrijtuig zelf en voorts door:
e. diefstal, oplichting, afpersing en verduistering, braak, joyriding, vernieling of pogingen daartoe;
f. aardbeving, lawine, natuurgeweld, overstroming, vloedgolf en vulkanische uitbarsting;
g. storm, waaronder wordt verstaan wind met een snelheid van 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger), door storm vallende voorwerpen, hagelstenen, acuut optredende steenslag;
h. dieren;
i. luchtvaartuigen of voorwerpen daaruit;
x. xxxxxxxxx;
x. xxxxxxxxx of breuk van andere glazen delen;
x. xxxxxx, takelen en bergen;
m. vandalisme
3.2 Uitgesloten van schade:
a. slijtage onderhevige onderdelen;
b. door langzaam inwerkende weersinvloeden;
c. door waardevermindering;
d. veroorzaakt door laden of lossen
e. tanken van de onjuiste brandstof
f. de in of op motorrijtuigen vervoerde lading of bagage;
x. xxxxxxxxxx van sleutels en/of keycards zijn uitgesloten van de dekking.
h. die bestaat uit kosten ter herstel van een eigen gebrek van het motorrijtuig dan wel het uitsluitend gevolg is van onvoldoende onderhoud, constructie- of materiaalfouten of van het nalaten een bestaande schade aan het motorrijtuig te (laten) repareren;
i. ten gevolge van bevriezing tenzij deze het directe gevolg is van een door de onderhavige verzekering gedekte cascoschade;
j. indien, zo de onderhavige verzekering niet bestond, aanspraak zou kunnen worden gemaakt op vergoeding van schade op grond van enige andere verzekering of voorziening, dan wordt alleen die schade vergoedt, die het bedrag van de vergoeding krachtens die andere verzekering of voorziening te boven gaat.
k. nalatig handelen
3.3 Accessoire dekking
De in het motorrijtuig separaat, niet fabrieksmatig ingebouwde beeld-, geluids-, telecommunicatie- en (mobiele) navigatieapparatuur behoren eveneens tot de accessoires en zijn ook meegenomen in de verzekeringsdekking mits zij onderdeel uitmaken van het leasecontract. Schade en/of diefstal van mobiele apparatuur, zoals bijvoorbeeld een afneembaar radio en/of navigatie front, is uitsluitend gedekt indien de demonteerbare delen overlegt kunnen worden. Indien deze niet overlegt kunnen worden behoud de verzekeraar het recht om een vergelijkbaar systeem te laten monteren en de volledige (herstel) kosten door te belasten aan de lessee. Verzekeraar behoudt het recht om naar redelijk- en billijkheid te beoordelen of er vergoeding plaatsvind voor een (nieuwe) “zelfde” accessoire of dat er voor een vergelijkbaar alternatief word gekozen.
Artikel 4 Uitsluitingen
4.1 Niet verzekerd gebruik
De schade ontstaan tijdens het gebruik van het motorrijtuig voor:
a. verhuur; deze uitsluiting geldt niet indien uit het leasecontract blijkt dat verhuur is verzekerd;
b. les- en examenrijden; deze uitsluiting geldt niet indien uit het leasecontract blijkt dat les- en examenrijden is verzekerd;
c. vervoer van zaken en/of personen tegen betaling, waaronder niet wordt begrepen particulier gebruik tegen tegemoetkoming in de kosten of op basis van wederkerigheid; deze uitsluiting geldt niet indien uit het leasecontract blijkt dat dit is verzekerd;
d. deelname aan of oefenen voor (snelheids)wedstrijden of –proeven.
Hieronder wordt niet verstaan de deelname aan behendigheids-, oriëntatie- en puzzelritten en vergelijkbare ritten op de openbare weg, waarbij het snelheidselement geen rol speelt.
e. veroorzaakt of ontstaan door het plegen van of deelneming aan een misdrijf of poging daartoe door de verzekerde.
4.2 Niet-verzekerde bestuurder
De schade, indien de bestuurder:
a. niet door of namens de verzekeringnemer gemachtigd was het motorrijtuig te besturen of te bedienen;
b. onder zodanige invloed van alcoholhoudende dranken en/of enig bedwelmend of opwekkend middel of geneesmiddel verkeerde, dat hij niet in staat kon worden geacht het
motorrijtuig naar behoren te besturen, dan wel dat hem dit door de wet of overheid is of zou zijn verboden, dan wel indien de bestuurder geweigerd heeft mee te werken aan een ademtest, bloed- of urineproef of enig ander onderzoek door daartoe bevoegde overheidsbeambten;
c. niet bevoegd was het motorrijtuig te besturen of te bedienen krachtens een wettelijke bepaling;
d. niet in het bezit was van een geldig en voor het besturen van het desbetreffende type motorrijtuig, al dan niet met aanhangwagen, voorgeschreven rijbewijs
4.3 Algemeen
De schade:
a. door of in verband met inbeslagneming, respectievelijk in de tijd gedurende welke het motorvoertuig in beslag genomen was of op last van een overheid of instantie door haar werd gebruikt;
b. bestaande in geldelijk nadeel door het gemis van het motorvoertuig;
c. aan lading en bagage
d. indien het motorvoertuig als regel buiten Nederland wordt gestald, vanaf de dag van beëindiging van de verzekering als bedoeld in artikel 2 lid 5 sub d;
e. veroorzaakt of ontstaan door het plegen van of deelneming aan een misdrijf of poging daartoe door de verzekerde.
4.4 Molest
veroorzaakt door of ontstaan uit molest, zijnde:
a. een gewapend conflict: elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of minstens de een de ander, met militaire machtsmiddelen bestrijden. Het gewapend optreden van militaire eenheden onder de verantwoordelijkheid van internationale organisaties, zoals de Verenigde Naties, de Noord Atlantische Verdragsorganisatie of de West- Europese Unie, wordt ook hieronder verstaan;
b. een burgeroorlog: een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van dezelfde staat, waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is;
c. een opstand: georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, dat gericht is tegen het openbaar gezag;
d. binnenlandse onlusten: min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen die zich op verschillende plaatsen binnen een staat voordoen;
e. een oproer: een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging die gericht is tegen het openbaar gezag;
f. muiterij: een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van een gewapende macht, waarbij de beweging gericht is tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
Artikel 5 Wijzigingen
5.1 Wijziging risico’s
De verzekeringnemer is verplicht de leasemaatschappij schriftelijk in kennis te stellen van iedere wijziging in verzekerde risico’s en belangen, zoals:
x. xxxxxxxxx van de op het leasecontract vermelde hoedanigheid, de aard van de activiteiten, alsmede geheel of gedeeltelijk staking van de bedrijfsvoering;
b. adreswijzigingen;
c. overige veranderingen in de gegevens, indien daarop de premie gebaseerd is.
De melding van de wijziging dient direct, doch uiterlijk binnen dertig dagen na de wijziging, door de verzekeraar te zijn ontvangen.
Artikel 6 Verplichtingen bij schade
6.1 Bereddingsplicht
Zodra verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde op de hoogte is of behoort te zijn van de verwezenlijking van de gebeurtenis, die voor de verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden, of van het onmiddellijk dreigende gevaar dat die gebeurtenis zich zal voordoen, is elk van hen verplicht binnen redelijke grenzen alle maatregelen te nemen, die tot voorkoming of vermindering van schade kunnen leiden.
6.2 Medewerkingsplicht
Verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht hun volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de leasemaatschappij zou kunnen benadelen.
6.3 Financiële gevolgen
De verzekerde is verplicht in geval van een gebeurtenis waarvan de financiële gevolgen ten laste van de verzekeraar (kunnen) komen:
a. bij diefstal, verduistering of enig ander strafbaar feit hiervan direct aangifte te doen bij de politie;
b. voor aansprakelijkheidsverzekeringen zich te onthouden van het erkennen van aansprakelijkheid;
c. eventuele vorderingen die op anderen bestaan aan de verzekeraar te cederen, alvorens de verzekeraar tot betaling van de schade zal overgaan.
Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM)
Met voorbijgaan aan hetgeen anders in deze verzekeringsvoorwaarden mocht zijn bepaald, wordt deze verzekering geacht aan de door of krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (in deze voorwaarden genoemd WAM) gestelde eisen te voldoen. Indien de aansprakelijkheid, die onder deze verzekering is gedekt, evenwel ook is gedekt onder een polis bij een andere
verzekeraar of daaronder gedekt zou zijn, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan, dan loopt de onderhavige verzekering slechts als excedent boven de dekking, die onder de andere polis is verleend, of verleend zou zijn, indien de onderhavige verzekering niet zou bestaan.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 WAM
Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen.
1.2 Schade
a. Schade aan personen: schade door letsel of aantasting van de gezondheid van personen, al dan niet de dood ten gevolge hebbende, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
b. Schade aan zaken: schade door beschadiging, vernietiging of verloren gaan van zaken van derden met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
Artikel 2 Omschrijving van de dekking
2.1 Aansprakelijkheidsdekking
De verzekering dekt tot ten hoogste een verzekerd bedrag van maximaal € 2.500.000,- per gebeurtenis voor materiele schade en maximaal € 5.600.000,- per gebeurtenis voor letselschade (ongeacht het aantal slachtoffers). Is in het land waar de gebeurtenis plaatsvindt en dat behoort tot het verzekeringsgebied, krachtens een met de WAM overeenkomende wet een hoger maximum verzekerd bedrag voorgeschreven, dan geldt dit hogere bedrag.
2.2 (Proces)kosten/rente
Boven het verzekerd bedrag worden zo nodig vergoed:
a. de kosten van met goedvinden en op verlangen van de verzekeraar gevoerde procedures en in zijn opdracht verleende rechtsbijstand;
b. de door de verzekerde verschuldigde wettelijke rente over het door de verzekering gedekte gedeelte van de hoofdsom.
2.3 Schade aan andere motorrijtuigen van de verzekeringnemer
De verzekering dekt de schade met een verzekerd motorrijtuig toegebracht aan een ander aan de verzekeringnemer toebehorende motorrijtuig evenwel uitsluitend:
a. indien de aanrijding heeft plaatsgevonden tijdens het gebruik van het verzekerde motorrijtuig op voor het openbare verkeer openstaande wegen, en
b. de verzekeraar ook reeds gehouden was de schade te vergoeden, indien deze schade zou zijn geleden door een willekeurige derde.
Eventuele bedrijfsschade en/of waardevermindering wordt niet vergoed.
Artikel 3 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen genoemd in de verzekeringsvoorwaarden Leasemaatschappij en de Algemene Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering zijn van de verzekering uitgesloten:
3.1 Niet-verzekerde schade aan personen
Personenschade toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakt.
3.2 Opzicht
De schade met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade betrekking hebbende op:
a. het schadeveroorzakende motorrijtuig zelf;
b. de zaken die worden vervoerd met of door het schadeveroorzakende motorrijtuig, behoudens de door de passagiers gedragen kleding en sieraden;
c. de zaken die een verzekerde in eigendom toebehoren dan wel die hij om welke reden ook onder zich heeft.
3.3 Boeten en kosten
x. xxxxxx en geldstraffen;
b. afkoop- en dwangsommen;
c. gerechtskosten, die met een strafproces samenhangen behoudens de kosten als bedoeld in artikel 2 lid 2.
Artikel 4 Regeling van de schade
De verzekeraar belast zich met de regeling en vaststelling van de schade en heeft het recht de benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen. Bestaat de te betalen schadevergoeding uit periodieke uitkeringen en is de waarde van deze uitkeringen met inachtneming van eventuele andere schadevergoedingen hoger dan het verzekerd bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van deze uitkeringen naar evenredigheid verminderd.
Artikel 5 Verhaalsrecht
Indien de verzekering nietig is of geen dekking geeft en de verzekeraar niettemin op grond van de WAM ter zake van de gebeurtenis tot schadevergoeding verplicht is, is de verzekeraar gerechtigd die schade met inbegrip van de ter zake gemaakte kosten te verhalen op die verzekerden voor wie de uitsluiting geldt.
Ongevallenverzekering voor In- en Opzittenden
(van toepassing indien opgenomen in het leasecontract)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Verzekerden
Degenen die zich met toestemming van de verzekeringnemer bevinden op de zitplaatsen van het motorrijtuig voor zover dit daartoe volgens wettelijke bepalingen en maatstaven is ingericht, dan wel:
a. in-, op-, uit- of afstappen;
b. gedurende de rit - langs de weg - aan het motorrijtuig een noodreparatie verrichten of daarbij behulpzaam zijn, het betreffende voertuig vullen met brandstof of de ruiten van het voertuig schoonmaken.
1.2 Ongeval
Een gebeurtenis die verband houdt met de deelname van verzekerde aan het verkeer met het motorrijtuig en die medisch aantoonbaar leidt tot lichamelijk letsel en/of de dood als gevolg van een van buiten komende, plotselinge, onvrijwillige, gewelddadige inwerking op het lichaam van een verzekerde.
Onder ongeval wordt tevens verstaan:
a. verdrinking;
b. binnenkrijgen van ziektekiemen door een onvrijwillige val in water of in enige andere vloeibare of vaste stof;
c. verstikking;
x. xxxxxxxxxx;
e. blikseminslag, elektrische ontlading;
f. zonnesteek;
x. xxxxxxxxxxx;
h. acute vergiftiging door het ongewild binnenkrijgen van gassen/dampen van vaste of vloeibare stoffen (niet zijnde virussen of bacteriële ziektekiemen);
i. verergering of complicaties als rechtstreeks gevolg van eerstehulpverlening of medische behandeling van ongevalsletsels;
x. wondinfectie en bloedvergiftiging rechtstreeks verband houdend met een ongeval, voor zover medisch komt vast te staan dat de uit deze oorzaken voortkomende dood of het lichamelijk letsel zijn oorsprong vindt in de deelname aan het verkeer, die heeft geleid tot de aan verzekerde met het motorrijtuig overkomen gebeurtenis.
1.3 Uitkeringsgerechtigden
a. Voor de uitkering bij overlijden: de wettige echtgeno(o)t(e) van de verzekerde bij ontstentenis hiervan: de wettige erfgenamen;
b. Voor de overige uitkeringen: de verzekerde.
De Staat der Nederlanden wordt niet als erfgenaam aangemerkt.
Artikel 2 Omschrijving van de dekking
2.1 In geval van overlijden
a. Verzekerd bedrag
De verzekering keert maximaal het verzekerde bedrag van € 15.000,- uit bij overlijden als rechtstreeks gevolg van een aan de verzekerde binnen de geldigheidsduur van de verzekering overkomen verkeersongeval.
b. Leeftijdsgebonden uitkering
In geval van overlijden van een verzekerde jonger dan achttien of ouder dan zeventig jaar bedraagt de uitkering € 3.400,-.
c. Voorafgaande uitkering
Indien voor dezelfde verzekerde voor hetzelfde ongeval reeds een uitkering voor blijvende invaliditeit heeft plaats gehad, zal deze uitkering op de uitkering wegens overlijden in mindering worden gebracht.
2.2 In geval van blijvende invaliditeit
a. Verzekerd bedrag
1. De verzekering keert uit voor een aan de mate van invaliditeit gerelateerd gedeelte van het maximaal verzekerde bedrag van € 30.000,- uit bij blijvende invaliditeit als rechtstreeks gevolg van een aan de verzekerde binnen de geldigheidsduur van verzekering overkomen ongeval.
2. In afwijking van het in dit artikellid onder a1 bepaalde wordt van het verzekerd bedrag uitgekeerd:
Bij algehele ongeneeslijke: | |
Geestesstoornis | 100% |
Verlamming | 100% |
Bij algeheel verlies van: | |
Het gezichtsvermogen van beide ogen | 100% |
Het gezichtsvermogen van één oog | 30% |
Het gehoor van beide oren | 50% |
Het gehoor van één oor | 20% |
Bij algeheel verlies of functieverlies van: | |
De arm tot in het schoudergewricht | 75% |
De arm tot in het ellebooggewricht of tussen elleboog- en | 65% |
De hand tot in het polsgewricht of de arm tussen pols – en | 60% |
De duim | 25% |
De wijsvinger | 15% |
De middelvinger | 12% |
De ringvinger of de pink | 10% |
Het been tot in het heupgewricht | 70% |
Het been tot in het kniegewricht of tussen knie- en heupgewricht | 60% |
De voet tot in het enkelgewricht of het been tussen enkel- en | 50% |
De grote teen | 10% |
Iedere andere teen | 5% |
3. In geval van samengestelde vinger- of handletsels zal nimmer meer dan 60% worden uitgekeerd.
4. In geval van gedeeltelijk verlies of gedeeltelijk functieverlies wordt van de hierboven onder 2 en 3 genoemde percentages een evenredig deel uitgekeerd.
b. Vermindering uitkering
Indien reeds voor het ongeval enig lichaamsdeel, orgaan of functie geheel of gedeeltelijk verloren was, heeft evenredige vermindering van de uitkering plaats.
c. Leeftijdsgebonden uitkering
In geval van blijvende invaliditeit van een verzekerde ouder dan zeventig jaar bedraagt de uitkering ten hoogste € 3.400,-.
d. Beroep/bezigheden
Voor de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit blijven het beroep of de bezigheden van de verzekerde buiten beschouwing.
2.3 Schadedekking
a. Verzekerd bedrag
De verzekering dekt tot ten hoogste € 450,- per verzekerde de schade wegens:
1. lichamelijk letsel of aantasting van de gezondheid al of niet de dood tot gevolg hebbend;
2. beschadiging of verlies xxxxxx dan door diefstal of vermissing van stoffelijke zaken die door een verzekerde aan het lichaam worden gedragen of bagage, die zich op of in het motorrijtuig bevindt, als rechtstreeks gevolg van een aan de verzekerde binnen de geldigheidsduur van de verzekering overkomen ongeval.
b. Bepaling van de schade
De omvang van de schade en - bij overlijden van de verzekerde - de aanwijzing van degenen die recht hebben op de vergoeding, zal geschieden volgens de in het Burgerlijk Recht ten aanzien van de onrechtmatige daad geldende regels. Een aan de benadeelde toekomende uitkering krachtens enige verzekering of wet -hoe ook genaamd – of arbeidsovereenkomst, zal bij het bepalen van de omvang van de vergoeding in mindering worden gebracht.
2.4 Samenloop
Indien aanspraak kan worden gemaakt op vergoeding van schade op grond van enige verzekering, wet of voorziening, dan loopt deze dekking slechts als excedent boven de dekking, die onder de andere verzekering, wet of voorziening is verleend, of verleend zou zijn, indien deze dekking niet zou hebben bestaan.
2.5 Einde van de dekking
Bij verkoop en alle eigendomsovergang anders dan krachtens algemene titel, gepaard gaande met feitelijke bezitsverschaffing van de motorrijtuigen, tot dan eigendom van:
a. de verzekeringnemer;
b. de levenspartner van de verzekeringnemer;
c. het bedrijf van de verzekeringnemer, aan anderen dan de genoemde verzekerden, eindigt terstond de dekking.
Artikel 3 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen genoemd in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden en de Algemene Voorwaarden Motorrijtuigverzekering dekt de verzekering niet een ongeval:
1. veroorzaakt door het ontstaan of de verergering van een ingewandsbreuk of tussenwervelschijfletsel;
2. overkomen aan de passagiers die zich buiten de cabine bevinden of niet op wettelijk toegestane zitplaatsen worden vervoerd.
Artikel 4 Verplichtingen bij een ongeval
4.1 Verplichtingen van de verzekerde
De verzekerde is verplicht, onverminderd het bepaalde in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden, in geval van een ongeval:
a. zich direct onder geneeskundige behandeling te (doen) stellen en alles in het werk te stellen om een spoedige genezing te bevorderen;
b. zich op kosten van de verzekeraar door een door de verzekeraar aangewezen arts te doen onderzoeken;
c. zich op kosten van de verzekeraar voor een onderzoek te doen opnemen in een door de verzekeraar aan te wijzen ziekenhuis of andere medische inrichting;
d. de verzekeraar direct in kennis te stellen van zijn geheel of gedeeltelijk herstel;
e. geen feiten of omstandigheden te verzwijgen die voor de vaststelling van de uitkering en/of vergoedingen van belang zijn;
f. de verzekeraar te machtigen bij derden inlichtingen in te winnen.
4.2 Verplichtingen van de erfgenamen
De wettige erfgenamen zijn verplicht in geval van een ongeval:
a. waardoor direct levensgevaar voor de verzekerde bestaat, direct mededeling aan de verzekeraar te doen;
b. waardoor de verzekerde is overleden, zo spoedig mogelijk doch minimaal 48 uur voor de begrafenis of crematie van de verzekerde te melden aan de verzekeraar;
c. hun toestemming en medewerking te verlenen tot alle maatregelen die de verzekeraar nodig acht ter vaststelling van de doodsoorzaak;
d. alle door de verzekeraar gewenste gegevens te verstrekken;
e. geen feiten of omstandigheden te verzwijgen die voor de vaststelling van de uitkering en/of vergoedingen van belang zijn;
f. de verzekeraar te machtigen bij derden inlichtingen in te winnen.
Indien de in dit artikel onder lid 1 en lid 2 genoemde verplichting(en) niet worden nagekomen, vervalt ieder recht op uitkering.
Artikel 5 Vaststelling van uitkeringen en/of vergoedingen
5.1 Recht op uitkering
De aanspraak op uitkering en/of vergoeding wordt door de verzekeraar beoordeeld aan de hand van gegevens van door hem aan te wijzen medische en andere deskundigen.
5.2 Overlijden
De uitkering wegens overlijden wordt vastgesteld zodra het onderzoek naar het ongeval, de doodsoorzaak en het verband tussen beiden door de verzekeraar is afgesloten.
5.3 Blijvende invaliditeit
a. De uitkering wegens blijvende invaliditeit wordt vastgesteld, zodra:
1. een blijvende toestand is ingetreden;
2. vierentwintig maanden na het ongeval zijn verstreken, tenzij de verzekerde verzoekt met de vaststelling te wachten tot een blijvende toestand is ingetreden.
b. Indien de verzekerde overlijdt als rechtstreeks gevolg van het ongeval, voordat de mate van invaliditeit is vastgesteld, bestaat geen recht op uitkering voor blijvende invaliditeit.
c. Indien de verzekerde overlijdt anders dan als rechtstreeks gevolg van het ongeval, voordat de mate van invaliditeit is vastgesteld, wordt de uitkering gefixeerd ter grootte van de uitkering, die vermoedelijk zou zijn bepaald, indien de verzekerde niet was overleden.
5.4 Bestaande aandoeningen
Indien de verzekerde reeds voor het ongeval lijdende was aan kwalen, ziekten of gebreken wordt bij de vaststelling van de uitkering en/of vergoedingen uitsluitend rekening gehouden met de ongevalsgevolgen, die er geweest zouden zijn indien deze kwalen, ziekten of gebreken niet aanwezig zouden zijn geweest.
5.5 Aantal inzittenden
Indien bij een ongeval blijkt, dat het aantal inzittenden groter is dan het aantal waarvoor het motorrijtuig is ingericht, wordt voor elke verzekerde de uitkering verminderd in de verhouding waarin het aantal zitplaatsen staat tot het aantal inzittenden. Indien overschrijding plaatsheeft zullen drie personen jonger dan achttien jaar gelijk worden gesteld aan twee personen van achttien jaar of ouder.
5.6 Rentevergoeding
Indien de verzekerde recht heeft op uitkering wegens blijvende invaliditeit en de omvang van de uitkering niet binnen drie maanden nadat het ongeval aan de verzekeraar is gemeld, kan worden vastgesteld en indien en voor zover de verzekerde de in artikel 4. omschreven verplichtingen is nagekomen en dat blijft doen, verhoogt de verzekeraar de uitkering met de wettelijke rente vanaf de datum van het verstrijken van deze periode tot het tijdstip waarop de omvang van de uitkering door de verzekeraar is vastgesteld.
Artikel 6 Verjaring
Onverminderd het bepaalde in de Verzekeringsvoorwaarden, vervalt ieder recht op uitkering zonder meer, indien de kennisgeving of mededeling op grond van artikel 4 van onderhavige voorwaarden later geschiedt dan zestig maanden nadat het ongeval heeft plaatsgevonden.
Schadeverzekering voor In- en Opzittenden
(van toepassing indien opgenomen in het leasecontract)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Verzekerden
Degenen die zich met toestemming van de verzekeringnemer bevinden op de zitplaatsen van het motorrijtuig voor zover dit daartoe volgens wettelijke bepalingen en maatstaven is ingericht, te weten:
a. de bestuurder;
b. de passagiers;
c. de bestuurder en passagier(s) indien zij onderweg aan het motorrijtuig, waarmee zij worden vervoerd noodreparatie verrichten of daarbij behulpzaam zijn, het betreffende voertuig vullen met brandstof of de ruiten van het voertuig schoonmaken.
1.2 Passagiers
Degenen die door het motorrijtuig worden vervoerd, dan wel in-, op-, uit- of afstappen, doch zonder het motorrijtuig zelf te besturen.
1.3 Bestuurder
Degenen die het motorrijtuig daadwerkelijk bestuurt of bedient, dan wel in-, op-, uit- of afstapt.
1.4 Dagwaarde
Het bedrag dat nodig is om een zaak te kunnen vervangen door een vergelijkbaar exemplaar van dezelfde soort, kwaliteit, staat van onderhoud en ouderdom. Dit bedrag wordt vastgesteld door een deskundige die door de verzekeraar is benoemd.
1.5 Ongeval
Een gebeurtenis die verband houdt met de deelname van verzekerde aan het verkeer met het motorrijtuig en die medisch aantoonbaar leidt tot lichamelijk letsel en/of de dood als gevolg van een van buiten komende, plotselinge, onvrijwillige, gewelddadige inwerking op het lichaam van een verzekerde.
Met een ongeval worden gelijkgesteld:
a. verbranding, bevriezing, blikseminslag, elektrische ontlading, zonnesteek;
b. verdrinking, verstikking, binnenkrijgen van ziektekiemen door onvrijwillige val in water of in enige andere vloeibare of vaste stof;
c. uitputting, verhongering of verdorsting als gevolg van onvrijwillige afzondering van de buitenwereld;
x. wondinfectie en bloedvergiftiging rechtstreeks verband houdend met een ongeval;
e. verergering of complicaties van ongevalsletsel als rechtstreeks gevolg van eerstehulpverlening of medische behandeling;
f. acute vergiftiging door het ongewild binnenkrijgen van giftige gassen/ dampen van vaste of vloeibare stoffen (niet zijnde virussen of bacteriële ziektekiemen).
Artikel 2 Omschrijving van de dekking
2.1 Schadedekking
De verzekering dekt tot ten hoogste een verzekerd bedrag van maximaal € 1.000.000,- per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen de schade die het rechtstreekse en directe gevolg is van een ongeval:
a. ten gevolge van letsel of aantasting van de gezondheid van verzekerde(n), al dan niet de dood ten gevolge hebbend;
b. ten gevolge van beschadiging of verlies van zaken toebehorende aan verzekerde(n) en die met het verzekerde motorrijtuig worden vervoerd, anders dan door diefstal en vermissing, alsmede door de verzekerde(n) tijdens het ongeval gedragen kleding;
c. bestaande uit derving van levensonderhoud van nabestaanden als omschreven in artikel 6:108 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.
d. immateriële schade (smartengeld). Schade als omschreven in artikel 6.106 lid1 sub b van het Burgerlijk Wetboek.
In afwijking van het voorgaande wordt geen vergoeding verleend voor:
1. de kosten als omschreven in artikel 6: 96 lid 2 Burgerlijk Wetboek;
2. de kosten door een derde gemaakt, zoals omschreven in artikel 6:107 Burgerlijk Wetboek.
Wel worden vergoed de kosten die met toestemming of in opdracht van de verzekeraar worden gemaakt;
e. begrafeniskosten tot maximaal € 15.000,- per inzittende.
2.2 Samenloop
Indien aanspraak kan worden gemaakt op vergoeding van schade op grond van enige verzekering, wet of voorziening, dan loopt deze dekking slechts als excedent boven de dekking, die onder de andere verzekering, wet of voorziening is verleend, of verleend zou zijn, indien deze dekking niet zou hebben bestaan.
2.3 Einde van de dekking
Bij verkoop en alle eigendomsovergang anders dan krachtens algemene titel, gepaard gaande met feitelijke bezitsverschaffing van de motorrijtuigen, tot dan eigendom van:
a. de verzekeringnemer;
b. de levenspartner van de verzekeringnemer, aan anderen dan de genoemde verzekerden, eindigt terstond de dekking.
Artikel 3 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen genoemd in Algemene Voorwaarden en de Algemene Voorwaarden Motorrijtuigverzekering is van de verzekering uitgesloten de schade:
1. overkomen aan de passagiers die zich niet op wettelijk toegestane zitplaatsen bevinden;
2. ontstaan door het niet dragen van de voorgeschreven veiligheidsgordel(s) x.x. xxxx(en);
3. aan zaken, die tot enige handelsvoorraad of tot de uitrusting dan wel tot de losse en vaste accessoires van het motorrijtuig behoren;
4. betrekking hebbende op geld, onbewerkte edele metalen, ongezette edelstenen, papieren van waarde, monstercollecties, kunstvoorwerpen en zaken met zeldzaamheidswaarde;
5. aan lading;
6. aan een aanhangwagen of caravan en de daarmee vervoerde zaken.
Artikel 4 Verplichtingen bij schade
4.1 Verplichtingen van de verzekerde
De verzekerde is verplicht, onverminderd het bepaalde in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden, in geval van een schade:
a. de verzekeraar direct in kennis te stellen van zijn geheel of gedeeltelijk herstel;
b. geen feiten of omstandigheden te verzwijgen die voor de vaststelling van de uitkering en/of vergoedingen van belang zijn;
c. de verzekeraar te machtigen bij derden inlichtingen in te winnen.
2. Verplichtingen van de erfgenamen
De wettige erfgenamen zijn verplicht in geval van een schade:
a. waardoor direct levensgevaar voor de verzekerde bestaat, direct mededeling aan de verzekeraar te doen;
b. waardoor de verzekerde is overleden, zo spoedig mogelijk dit te melden bij de verzekeraar doch minimaal 48 uur voor de begrafenis of crematie;
c. de verzekeraar te machtigen bij derden inlichtingen in te winnen.
Indien de in dit artikel onder lid 1 en lid 2 genoemde verplichting(en) niet worden nagekomen, vervalt ieder recht op uitkering.
Artikel 5 Regeling van de schade
1. De bepaling van de omvang van de schade en, bij overlijden van een verzekerde, de aanwijzing van degenen die recht hebben op vergoeding zal geschieden volgens de in het Burgerlijk Recht ten aanzien van de onrechtmatige daad geldende regels.
2. In geval van beschadiging van zaken van de verzekerde als bedoeld in artikel 2 lid 1b wordt door de verzekeraar vergoed de reparatiekosten tot ten hoogste het verschil tussen de dagwaarde onmiddellijk voor het ontstaan van de schade en de waarde van de restanten. Zijn de reparatiekosten hoger of is sprake van verlies van zaken, dan wordt het verschil vergoed.