PROTOCOL BIJ DE OVEREENKOMST BETREFFENDE HET ONGEREGELD INTERNATIONAAL VERVOER VAN PERSONEN MET TOURINGCARS EN MET AUTOBUSSEN (INTERBUS-OVEREENKOMST) VOOR WAT HET GEREGELD INTERNATIONAAL VERVOER EN BIJZONDERE VORMEN VAN GEREGELD INTERNATIONAAL VERVOER...
PROTOCOL
BIJ DE OVEREENKOMST BETREFFENDE HET ONGEREGELD
INTERNATIONAAL VERVOER VAN PERSONEN MET TOURINGCARS EN MET AUTOBUSSEN
(INTERBUS-OVEREENKOMST)
VOOR WAT HET GEREGELD
INTERNATIONAAL VERVOER EN
BIJZONDERE VORMEN VAN GEREGELD
INTERNATIONAAL VERVOER VAN PERSONEN MET TOURINGCARS EN MET AUTOBUSSEN
BETREFT
DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN,
Gezien de wens om het internationale personenvervoer in Europa verder te ontwikkelen en te bevorderen en de organisatie en werking ervan te vergemakkelijken,
Gezien het toenemende belang van toerisme en de wens om culturele uitwisselingen tussen de partijen bij het protocol verder te bevorderen,
Gezien de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst)1, zoals vervolgens gewijzigd, die op 1 januari 20032 in werking is getreden,
Gezien de wens om de werkingssfeer van de onder de Interbus-overeenkomst vallende vervoersdiensten onder bepaalde voorwaarden uit te breiden tot geregeld vervoer en bijzondere vormen van geregeld vervoer,
Overwegende hetgeen volgt:
De werkingssfeer van de Interbus-overeenkomst moet worden uitgebreid via bepalingen die procedures bevatten voor geregeld vervoer en bijzondere vormen van geregeld vervoer waarvoor een vergunning vereist is.
Dit protocol, dat dergelijke bepalingen bevat, moet openstaan voor toetreding door de partijen bij de Interbus-overeenkomst.
De liberalisering van geregeld vervoer en bijzondere vormen van geregeld vervoer waarvoor een vergunning vereist is, geldt alleen voor diensten die vertrekken of aankomen op het grondgebied van de partij waar de wegvervoersondernemer is gevestigd en zijn voertuigen zijn ingeschreven; dit geldt voorlopig niet voor partnerschapsregelingen.
Hoewel de mogelijkheid moet worden uitgesloten dat geregeld vervoer of bijzondere vormen van geregeld vervoer die op het grondgebied van dezelfde partij vertrekken en aankomen, worden geëxploiteerd door vervoersondernemers die op het grondgebied van een andere partij zijn gevestigd, moeten dergelijke vervoersactiviteiten worden toegestaan om passagiers, in het kader van een vervoersdienst, te laten in- of uitstappen op vooraf bepaalde stopplaatsen, voor zover geen passagiers worden vervoerd tussen twee stopplaatsen op het grondgebied van een andere partij dan die waar de vervoersondernemer is gevestigd.
Het beginsel van non-discriminatie op grond van nationaliteit of vestigingsplaats van de vervoersondernemer, de vertrekplaats of bestemming van de touringcar of bus of de verleende dienst vormt een van de grondbeginselen van de verlening van internationale diensten voor het vervoer van personen over de weg.
Om de procedures te vereenvoudigen, moeten uniforme modellen van het aanvraagformulier en de vergunning voor geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer worden opgesteld. Om uiteenlopende interpretaties te vermijden, moeten specificaties worden opgesteld voor de controleformulieren die in het voertuig aanwezig moeten zijn en op verzoek van een gemachtigde inspecteur moeten worden voorgelegd, zoals bepaald in dit protocol.
De vergunning voor geregeld internationaal vervoer van personen of bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen die overeenkomstig de vergunningsprocedure is goedgekeurd door de bevoegde autoriteiten van alle relevante overeenkomstsluitende partijen of lidstaten van de Europese Unie waar de vervoersdienst vertrekt en aankomt of die zich op de reisweg bevinden, en die is afgegeven door de vergunningverlenende autoriteit van het land van vertrek of bestemming van de vervoersdienst, moet het mogelijk maken dat de vervoersondernemer of, in het geval van partnerschappen of groepen, de door de andere vervoersondernemers daartoe aangewezen vervoersondernemer die is gevestigd in de overeenkomstsluitende partij van vertrek of bestemming van de vervoersdienst, de vervoersdienst kan verrichten tussen de vertrekplaats en de bestemming. Deze vergunning moet de enige vergunning zijn die nodig is om de dienst te verlenen. Er mogen geen aparte vergunningen nodig zijn om het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen of de lidstaten van de Europese Unie te doorkruisen of hun grenzen te overschrijden als onderdeel van de dienst, ongeacht of al dan niet passagiers en route worden opgehaald of afgezet op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij of de lidstaat van de Europese Unie.
Onder bepaalde voorwaarden moet een overeenkomstsluitende partij of een lidstaat van de Europese Unie toestemming krijgen om te beslissen dat geregeld internationaal vervoer of bijzondere vormen van geregeld vervoer waarvan de vertrekplaats of de bestemming op haar grondgebied ligt, onder partnerschapsregelingen tussen vervoersondernemers van het land van vertrek of bestemming van die dienst vallen. Vervoersondernemers die gevestigd zijn op het grondgebied van overeenkomstsluitende partijen of lidstaten van de Europese Unie waarvan het grondgebied wordt doorkruist terwijl passagiers worden opgehaald en afgezet, moeten het recht hebben tot deze partnerschapsregelingen toe te treden.
Het is passend een Gemengd Comité op te richten om dit protocol te beheren, teneinde een goede en uniforme handhaving te garanderen en de bijlagen aan te passen aan de technische en wetgevende vooruitgang.
De overeenkomstsluitende partijen moeten uniforme sociale maatregelen toepassen met betrekking tot de werkzaamheden van het personeel van de bussen en touringcars dat betrokken is bij internationaal wegvervoer; deze maatregelen moeten beantwoorden aan de bepalingen die zijn vastgelegd in de Interbus-overeenkomst, waar dit protocol naar dient te verwijzen.
De voorwaarden voor de uitvoering van geregeld vervoer en bijzondere vormen van geregeld vervoer moeten beantwoorden aan de regels van de Interbus-overeenkomst, waar dit protocol naar dient te verwijzen, met inachtneming van specifieke regels, zoals vastgesteld in bijlage 1 bij dit protocol.
De harmonisering van de technische voorschriften voor autobussen en touringcars waarmee internationaal vervoer tussen overeenkomstsluitende partijen wordt uitgevoerd, moet beantwoorden aan de regels van de Interbus-overeenkomst, waar dit protocol naar dient te verwijzen, zoals gespecificeerd in bijlage 2 bij dit protocol,
HEBBEN BESLOTEN uniforme regels vast te stellen voor geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen, en
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
DEEL I
TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES
Artikel 1
Toepassingsgebied
1. Dit protocol is van toepassing op:
a) het internationaal vervoer van personen, van om het even welke nationaliteit, over de weg via geregeld vervoer en bijzondere vormen van geregeld vervoer met touringcars en autobussen:
i) tussen het grondgebied van twee overeenkomstsluitende partijen, waarbij het is toegestaan het grondgebied van een andere overeenkomstsluitende partij of een land dat geen partij is bij de overeenkomst te doorkruisen indien de dienst dit vereist,
ii) uitgevoerd voor rekening van derden door één of meer vervoersondernemers die gevestigd zijn op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij waar de dienst vertrekt of eindigt en, in het geval van een partnerschap, ook één of meer vervoersondernemers die gevestigd zijn op het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij of een lidstaat van de Europese Unie die door de dienst wordt doorkruist, waarbij passagiers mogen worden opgehaald en afgezet, indien zij daartoe besluiten, overeenkomstig de toepasselijke wetgeving, voor zover deze vervoersondernemers beschikken over een vergunning voor geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en autobussen,
iii) met bussen en touringcars die zijn geregistreerd in de overeenkomstsluitende partij waar de vervoerondernemer is gevestigd;
b) lege ritten van bussen en touringcars in verband met dit vervoer.
2. Geen enkele bepaling van dit protocol mag worden geïnterpreteerd alsof zij de mogelijkheid zou bieden om geregeld vervoer of bijzondere vormen van geregeld vervoer met vertrekplaats en bestemming op het grondgebied van dezelfde overeenkomstsluitende partij te laten uitvoeren door vervoersondernemers die op het grondgebied van een andere partij zijn gevestigd (cabotage).
3. Als het vervoer deel uitmaakt van een dienst naar of van het grondgebied waar de vervoersondernemer is gevestigd, mogen, overeenkomstig leden 1 en 2, passagiers en route worden opgehaald of afgezet op het grondgebied van om het even welke partij bij de overeenkomst die toestemming geeft om op haar grondgebied te stoppen.
4. Dit protocol is niet van toepassing op:
het gebruik van voor personenvervoer ontworpen autobussen en touringcars om goederen met commerciële doeleinden te vervoeren;
vervoer voor eigen rekening.
Artikel 2
Niet-discriminatie
De overeenkomstsluitende partijen zien erop toe dat het beginsel van non-discriminatie op grond van nationaliteit of vestigingsplaats van de vervoersondernemer en op grond van de vertrekplaats of bestemming van de touringcar of autobus en de verleende dienst, van toepassing is op dit protocol.
Artikel 3
Definities
1. Met het oog op de toepassing van dit protocol zijn de definities van artikel 3 van de Interbus-overeenkomst van toepassing.
2. Onverminderd lid 1 zijn met het oog op de toepassing van dit protocol ook de volgende definities van toepassing:
“partnerschap”: een overeenkomst of andere contractuele regeling van welk type dan ook waarbij de partijen, partners genoemd, zich ertoe verbinden samen te werken met betrekking tot de te verlenen dienst;
“geassocieerde onderneming”: een onderneming waarin een of meer ondernemingen (de moederonderneming(en)) een belang hebben en waarvan het operationele en financiële beleid aanzienlijk wordt beïnvloed door die andere onderneming(en);
“groep”: een van de volgende:
i) een of meer geassocieerde ondernemingen en hun moederonderneming(en);
ii) een of meer geassocieerde ondernemingen met dezelfde moederonderneming(en).
DEEL II
VOORWAARDEN VOOR ONDERNEMERS VAN PERSONENVERVOER OVER DE WEG
Artikel 4
De overeenkomstsluitende partijen passen de in bijlage 1 vermelde bepalingen toe.
DEEL III
TECHNISCHE VOORWAARDEN VOOR VOERTUIGEN
Artikel 5
De autobussen en touringcars die worden gebruikt om geregeld internationaal vervoer of bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer onder dit protocol uit te voeren, voldoen aan de in bijlage 2 genoemde technische normen.
DEEL IV
MARKTTOEGANG
Artikel 6
Geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer waarvoor een vergunning vereist is
1. Geregeld vervoer is voor iedereen toegankelijk, behoudens, in voorkomend geval, de verplichting om de reis te boeken.
2. Voor geregeld vervoer en bijzondere vormen van geregeld vervoer is een vergunning vereist overeenkomstig deel VI.
3. Een aanpassing van de exploitatievoorwaarden voor het vervoer doet geen afbreuk aan het geregelde karakter van het vervoer.
4. Voor de organisatie van parallel of tijdelijk vervoer, met dezelfde clientèle als bij bestaand geregeld vervoer, het overslaan van bepaalde stopplaatsen of het inlassen van extra stopplaatsen in bestaand geregeld vervoer, gelden dezelfde regels als die welke voor dat geregeld vervoer gelden.
5. Overeenkomstig de toepasselijke regels inzake mededinging mag een overeenkomstsluitende partij of een lidstaat van de Europese Unie, geval per geval en zonder onderscheid te maken, beslissen dat internationaal geregeld vervoer en bijzondere vormen van internationaal geregeld vervoer van personen over de weg, met vertrekplaats en bestemming op haar grondgebied, het voorwerp uitmaken van partnerschapsregelingen tussen vervoersondernemers die gevestigd zijn op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij of de lidstaat van de Europese Unie waar de dienst vertrekt en aankomt.
Indien zij daartoe besluiten, hebben vervoersondernemers die gevestigd zijn op het grondgebied van overeenkomstsluitende partijen en lidstaten van de Europese Unie die door de vervoersdienst worden doorkruist en waar passagiers worden opgehaald en afgezet, het recht toe te treden tot deze partnerschapsregelingen.
De betrokken overeenkomstsluitende partijen en lidstaten van de Europese Unie stellen het bij artikel 18 van dit protocol opgerichte Gemengd Comité in kennis van dergelijke besluiten, met inbegrip van de motivering ervan.
6. Overeenkomstig de toepasselijke mededingingsregels mogen vervoersondernemers op vrijwillige basis partnerschappen vormen met het oog op de uitvoering van geregeld vervoer of bijzondere vormen van geregeld vervoer. De volgende vervoersondernemers kunnen aan deze partnerschappen deelnemen:
a) vervoersondernemers die gevestigd zijn op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen of lidstaten van de Europese Unie waar de dienst vertrekt of aankomt;
b) vervoersondernemers die gevestigd zijn op het grondgebied van overeenkomstsluitende partijen en lidstaten van de Europese Unie die door de dienst worden doorkruist en waar passagiers worden opgehaald en afgezet.
DEEL V
SOCIALE, DOUANE- EN FISCALE BEPALINGEN
Artikel 7
Deel V (Sociale bepalingen) en deel VI (Douane- en fiscale bepalingen) van de Interbus-overeenkomst zijn van toepassing op dit protocol.
DEEL VI
VERGUNNING VOOR GEREGELD INTERNATIONAAL VERVOER EN BIJZONDERE VORMEN VAN GEREGELD INTERNATIONAAL VERVOER
Artikel 8
Aard van de vergunning
1. Vergunningen voor geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen worden afgegeven door de bevoegde autoriteit van de overeenkomstsluitende partij op het grondgebied waarvan de vervoersondernemer is gevestigd (hierna de “vergunningverlenende autoriteit” genoemd).
2. Als de vervoersondernemer in de Europese Unie is gevestigd, is de vergunningverlenende autoriteit de bevoegde autoriteit van de lidstaat van vertrek of bestemming.
3. In het geval van een groep vervoersondernemers die voornemens zijn geregeld internationaal vervoer of bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer te verrichten en in het geval van een partnerschap tussen ondernemingen (vervoersondernemers) uit minstens twee overeenkomstsluitende partijen op het grondgebied waarvan passagiers worden opgehaald en afgezet, is de vergunningverlenende autoriteit de bevoegde autoriteit waaraan de aanvraag is gericht, overeenkomstig artikel 9, lid 1, tweede alinea.
4. Vergunningen worden afgegeven op naam van de vervoersondernemer en mogen niet worden doorgegeven. Met de toestemming van de vergunningverlenende autoriteit mag een vervoersondernemer die een vergunning heeft gekregen de dienst echter uitbesteden aan een onderaannemer, als dit in overeenstemming is met de wetgeving van de overeenkomstsluitende partij. In dat geval worden de naam van de onderaannemer en zijn rol op de vergunning vermeld. De onderaannemer moet voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 1, 4 en 5 en, wat de sociale bepalingen betreft, artikel 7, alsook van de bijlagen 1 en 2.
In het geval van een groep vervoersondernemers die voornemens zijn geregeld internationaal vervoer of bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer te verrichten, wordt de vergunning afgegeven op naam van alle ondernemingen en worden de namen van alle vervoersondernemers erop vermeld. De vergunning wordt afgegeven aan de vervoersondernemer die daartoe is aangewezen door de andere vervoersondernemers en die de vergunning heeft aangevraagd; gewaarmerkte kopieën worden afgegeven aan de andere vervoersondernemers.
In het geval van een partnerschap wordt een origineel exemplaar van de vergunning afgegeven aan elke vervoersondernemer van het partnerschap en wordt de naam van elke vervoersondernemer op de vergunning vermeld.
Wanneer geregeld internationaal vervoer of bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer worden verricht door een groep of een partnerschap, zoals vermeld in de tweede en derde alinea, wordt de verdeling van de te leveren vervoersprestaties tussen de deelnemende vervoersondernemers overgelaten aan de vervoersondernemers zelf.
5. De geldigheidsduur van de vergunning bedraagt maximaal vijf jaar. Er kan een kortere geldigheidsduur worden vastgesteld, hetzij op verzoek van de aanvrager, hetzij in onderlinge overeenstemming met de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen op het grondgebied waarvan reizigers worden opgehaald of afgezet.
6. In de vergunning wordt het volgende vermeld:
het type vervoersdienst;
de reisweg, in het bijzonder de vertrekplaats en de bestemming;
de geldigheidsduur van de vergunning;
de stopplaatsen en de dienstregeling.
7. De vergunningen stemmen overeen met het model in bijlage 4.
8. Met inachtneming van artikel 1, lid 2, geven de vergunningen de houder(s) het recht om geregeld internationaal vervoer en/of bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer te verrichten op het grondgebied van alle overeenkomstsluitende partijen op de reisweg.
9. De exploitant van geregeld internationaal vervoer of bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer mag extra voertuigen gebruiken om het hoofd te bieden aan tijdelijke en uitzonderlijke omstandigheden. Dergelijke extra voertuigen mogen alleen worden gebruikt onder dezelfde voorwaarden als die van de in lid 6 bedoelde vergunning.
In dit geval zorgt de vervoersondernemer ervoor dat, naast de in artikel 15 vermelde documenten, een kopie van de overeenkomst tussen de ondernemer van het geregeld internationaal vervoer of de bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer en de onderneming die de extra voertuigen ter beschikking stelt, of een gelijkwaardig document, aanwezig is in het voertuig en wordt voorgelegd op verzoek van een gemachtigde inspecteur.
Artikel 9
Indienen van een aanvraag voor een vergunning voor geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer
1. De vervoersondernemer dient aanvragen voor een vergunning voor geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer in bij zijn bevoegde vergunningverlenende autoriteit.
Voor elke dienst wordt één aanvraag ingediend. In de in artikel 8, lid 3, vermelde gevallen wordt de aanvraag ingediend door de vervoersondernemer die daartoe door de andere vervoersondernemers is aangeduid.
De aanvraag wordt gericht aan de vergunningverlenende autoriteit van de overeenkomstsluitende partij waar de vervoersondernemer die de aanvraag indient, is gevestigd.
2. Vergunningen worden aangevraagd volgens het in bijlage 3 opgenomen model.
3. De personen die een vergunning aanvragen, verstrekken alle aanvullende inlichtingen die zij dienstig achten of die door de vergunningverlenende autoriteit worden gevraagd, met name de in bijlage 3 vermelde documenten.
Artikel 10
Vergunningsprocedure
1. De vergunning wordt afgegeven met instemming van de bevoegde autoriteiten van alle overeenkomstsluitende partijen op het grondgebied waarvan reizigers worden opgehaald of afgezet. De vergunningverlenende autoriteit doet deze bevoegde autoriteiten, alsmede de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen die worden doorkruist zonder dat reizigers worden opgehaald of afgezet, samen met haar beoordeling, een kopie toekomen van de aanvraag en van alle andere dienstige documenten.
Voor de Europese Unie zijn de in de eerste alinea bedoelde bevoegde autoriteiten de autoriteiten van de lidstaten op het grondgebied waarvan passagiers worden opgehaald of afgezet en die worden doorkruist zonder dat passagiers worden opgehaald of afgezet.
2. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen waaraan instemming is gevraagd, geven de vergunningverlenende autoriteit binnen vier maanden uitsluitsel over de aanvraag. Deze termijn gaat in op de datum waarop het verzoek om instemming is ontvangen, welke wordt vermeld in de ontvangstbevestiging. Een negatieve beslissing van de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij waaraan instemming is gevraagd, wordt naar behoren gemotiveerd. Indien de vergunningverlenende autoriteit binnen vier maanden geen antwoord ontvangt, worden de geraadpleegde bevoegde autoriteiten geacht hun instemming te hebben gegeven en kan de vergunningverlenende autoriteit de vergunning verlenen.
De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen waarvan het grondgebied wordt doorkruist zonder dat reizigers worden opgehaald of afgezet, kunnen binnen de in de eerste alinea gestelde termijn hun opmerkingen kenbaar maken aan de vergunningverlenende autoriteit.
3. De vergunningverlenende autoriteit neemt binnen zes maanden na de datum van indiening van de aanvraag door de vervoerder5 een besluit over de aanvraag.
4. De vergunning wordt verleend tenzij:
de aanvrager niet in staat is het vervoer waarvoor hij een aanvraag heeft ingediend, te verrichten met het materieel waarover hij rechtstreeks beschikt;
de aanvrager niet heeft voldaan aan de nationale of internationale wetgeving inzake het wegvervoer, en met name de voorwaarden en vereisten betreffende de vergunningen voor internationaal personenvervoer over de weg, of ernstige inbreuken heeft gepleegd op de wegvervoerswetgeving van een overeenkomstsluitende partij, in het bijzonder de normen voor voertuigen en de rij- en rusttijden van bestuurders;
in het geval van een aanvraag voor de verlenging van een vergunning: de voorwaarden voor de vergunning niet zijn vervuld;
een overeenkomstsluitende partij, op basis van een grondig onderzoek, besluit dat de betrokken dienst, op de betrokken rechtstreekse trajecten, de levensvatbaarheid van een vergelijkbare dienst waarop een of meer openbaredienstovereenkomsten van toepassing zijn die in overeenstemming zijn met de wetgeving van de overeenkomstsluitende partij, ernstig in het gedrang kan brengen. In dat geval stelt de overeenkomstsluitende partij niet-discriminerende criteria vast aan de hand waarvan kan worden bepaald of het vervoer waarvoor een aanvraag is ingediend, de levensvatbaarheid van bovengenoemd vergelijkbaar vervoer ernstig in het gedrang zou brengen, en deelt zij deze criteria mee aan de andere in artikel 10, lid 1, bedoelde overeenkomstsluitende partijen;
een overeenkomstsluitende partij op grond van een gedetailleerde analyse besluit dat de vervoersdienst niet in de eerste plaats tot doel heeft passagiers te vervoeren tussen haltes in verschillende overeenkomstsluitende partijen.
In de gevallen waarin een bestaande internationale vervoersdienst met touringcars en autobussen de levensvatbaarheid van een vergelijkbare vervoersdienst op de betrokken directe trajecten waarop één of meer openbaredienstovereenkomsten van toepassing zijn die in overeenstemming zijn met de wetgeving van een overeenkomstsluitende partij, ernstig in het gedrang brengt om uitzonderlijke redenen die op het moment van de verlening van de vergunning niet konden worden voorzien, kan een overeenkomstsluitende partij, met instemming van de andere in artikel 10, lid 1, bedoelde overeenkomstsluitende partijen, zes maanden na kennisgeving daarvan aan de vervoerder, de vergunning voor het internationaal vervoer met touringcars en autobussen schorsen of intrekken.
Het feit dat een vervoerder lagere prijzen biedt dan andere ondernemingen voor vervoer over de weg, of dat de verbinding in kwestie reeds door andere wegvervoerders wordt geëxploiteerd, kan op zich geen rechtvaardiging vormen om de aanvraag af te wijzen.
5. De vergunningverlenende autoriteit en de bevoegde autoriteiten van alle overeenkomstsluitende partijen die bij de procedure ter verlening van de in lid 1 bedoelde instemming betrokken zijn, mogen de aanvraag alleen om de in dit protocol vastgestelde redenen afwijzen.
6. Nadat de in de leden 1 tot en met 5 vastgestelde procedure is beëindigd, verleent de vergunningverlenende autoriteit de vergunning of weigert zij deze formeel.
Besluiten waarbij een vergunning wordt geweigerd, worden met redenen omkleed. De overeenkomstsluitende partijen zien erop toe dat vervoerders de mogelijkheid krijgen om tegen een weigering in beroep te gaan.
De vergunningverlenende instantie stelt alle in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteiten in kennis van haar beslissing door hun een afschrift van de vergunning toe te zenden.
Artikel 11
Verlenging en wijziging van de vergunning
1. Artikel 10 is van overeenkomstige toepassing op de aanvragen om verlenging van een vergunning of tot wijziging van de voorwaarden van het aan een vergunning onderworpen vervoer.
2. In geval van minder belangrijke wijzigingen van de vervoersvoorwaarden, zoals een aanpassing van de frequenties, tarieven en dienstregeling, volstaat het dat de vergunningverlenende autoriteit de andere betrokken overeenkomstsluitende partijen in kennis stelt van deze wijzigingen. Wijzigingen van de dienstregeling of frequentie die gevolgen hebben voor de planning van controles aan grenzen tussen overeenkomstsluitende partijen of aan grenzen met een derde land, worden niet als een minder belangrijke wijziging beschouwd.
3. De betrokken overeenkomstsluitende partijen mogen overeenkomen dat de vergunningverlenende autoriteit zelf een besluit neemt over wijzigingen van de vervoersvoorwaarden.
Artikel 12
Het verstrijken van een vergunning
1. Een vergunning voor geregeld internationaal vervoer of bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer verstrijkt na afloop van de geldigheidstermijn of drie maanden nadat de vergunningverlenende autoriteit van de vergunninghouder een kennisgeving heeft ontvangen dat deze voornemens is de vervoersdienst stop te zetten. Deze kennisgeving dient met redenen te zijn omkleed.
2. Indien er geen behoefte aan vervoer meer is, wordt de in lid 1 voorgeschreven termijn vastgesteld op één maand.
3. De vergunningverlenende autoriteit stelt de bevoegde autoriteiten van de andere betrokken overeenkomstsluitende partijen in kennis van het verstrijken van de vergunning.
4. De vergunninghouder dient de gebruikers van de vervoersdienst via passende publiciteit een maand van tevoren te informeren over de stopzetting van de vervoersdienst.
Artikel 13
Verplichtingen van vervoersondernemers
1. Behalve in geval van overmacht start de exploitant van een geregelde internationale vervoersdienst of van bijzondere vormen van een geregelde internationale vervoersdienst onverwijld met de dienst en neemt hij tot het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning alle maatregelen om een vervoersdienst te garanderen die voldoet aan de normen van continuïteit, regelmaat en capaciteit en aan de in artikel 8, lid 6, vastgestelde voorwaarden.
2. De exploitant zorgt ervoor dat de reisweg, de stopplaatsen, de dienstregeling, de tarieven en de overige vervoersvoorwaarden door alle gebruikers gemakkelijk kunnen worden geraadpleegd.
3. De betrokken partijen kunnen in onderling overleg en in overleg met de houder van de vergunning wijzigingen aanbrengen in de exploitatievoorwaarden van een geregelde internationale vervoersdienst of bijzondere vormen van een geregelde internationale vervoersdienst.
DEEL VII
BEPALINGEN OM DE NALEVING VAN DIT PROTOCOL TE GARANDEREN
Artikel 14
De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen zien erop toe dat vervoersondernemers voldoen aan de bepalingen van dit protocol.
Artikel 15
1. Onverminderd artikel 8, lid 9, bevinden de overeenkomstig de nationale of EU-wetgeving afgegeven vergunning om geregeld internationaal vervoer of bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer te verrichten en de vergunning van de exploitant voor internationaal vervoer van personen over de weg, of gewaarmerkte afschriften daarvan, zich aan boord van de touringcar of autobus en worden ze voorgelegd op verzoek van een gemachtigde inspecteur.
2. In het geval van een bijzondere vorm van geregeld vervoer worden, onverminderd lid 1 en artikel 8, lid 9, ook het contract tussen de organisator en de vervoersondernemer, of een gewaarmerkt afschrift daarvan, en een document waaruit blijkt dat de passagiers een specifieke categorie vormen, met uitsluiting van andere passagiers, beschouwd als controledocumenten die zich aan boord van het voertuig moeten bevinden en op verzoek van een gemachtigde inspecteur moeten worden voorgelegd.
DEEL VIII
ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 16
Looptijd van het protocol - Evaluatie van de werking van het protocol
1. Dit protocol wordt gesloten voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding.
2. De looptijd van dit protocol wordt automatisch verlengd met opeenvolgende perioden van vijf jaar, tussen de overeenkomstsluitende partijen die niet te kennen geven dit niet te willen doen. Als een overeenkomstsluitende partij de looptijd van het protocol niet wenst te verlengen, stelt zij de depositaris in kennis van haar voornemen overeenkomstig artikel 31 van de Interbus-overeenkomst.
3. Vóór het einde van elke periode van vijf jaar evalueert het in artikel 18 van dit protocol vermelde Gemengd Comité de werking van dit protocol, bij voorkeur samen met de evaluatie van de Interbus-overeenkomst zelf.
Artikel 17
Bilaterale overeenkomsten, ratificering of goedkeuring en depositaris van het protocol, inwerkingtreding van het protocol, opzegging en talen
1. De bepalingen van de artikelen 25, 27, 28, 31 en 34 van de Interbus-overeenkomst zijn mutatis mutandis van toepassing op dit protocol, en worden als volgt gewijzigd:
de in artikel 28, lid 1, van de Interbus-overeenkomst vermelde cijfers “vier” en “vierde” worden vervangen door respectievelijk “drie” en “derde”;
dit protocol treedt voor de overeenkomstsluitende partijen die het hebben ondertekend en goedgekeurd of geratificeerd, in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarin drie overeenkomstsluitende partijen, waaronder de Unie, hun akten van goedkeuring of ratificatie hebben neergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.
2. De bepalingen van dit protocol vervangen de relevante bepalingen van de overeenkomsten tussen de overeenkomstsluitende partijen en tussen overeenkomstsluitende partijen en lidstaten van de Europese Unie.
Onverminderd artikel 25 van de Interbus-overeenkomst mogen de relevante bepalingen van de bestaande overeenkomsten tussen de overeenkomstsluitende partijen en tussen overeenkomstsluitende partijen en lidstaten van de Europese Unie voor de betrokken overeenkomstsluitende partijen behouden blijven gedurende de in artikel 8, lid 5, bedoelde periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit protocol.
Artikel 18
Gemengd Comité
1. Om het beheer van dit protocol te vergemakkelijken, wordt een Gemengd Comité opgericht. Dit Gemengd Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de overeenkomstsluitende partijen.
2. De artikelen 23 en 24 van de Interbus-overeenkomst zijn mutatis mutandis van toepassing.
Artikel 19
Toetreding tot de Europese Unie door een overeenkomstsluitende partij die geen lidstaat is van de Unie
1. Het in artikel 18 bedoelde Gemengd Comité wordt in kennis gesteld van alle verzoeken van overeenkomstsluitende partijen of derde landen om lid te worden van de Europese Unie.
2. De overeenkomstsluitende partijen worden door de Europese Unie in kennis gesteld van alle toetredingen tot de Unie door een overeenkomstsluitende partij.
3. Vanaf de datum van toetreding wordt een overeenkomstsluitende partij bij dit protocol die is toegetreden tot de Europese Unie behandeld als een lidstaat van de Europese Unie in plaats van als afzonderlijke overeenkomstsluitende partij bij dit protocol.
4. De overeenkomstsluitende partijen onderzoeken binnen het Gemengd Comité de gevolgen van een dergelijke toetreding voor dit protocol. Het Gemengd Comité beslist over eventuele aanpassings- of overgangsmaatregelen in dit verband.
Artikel 20
Ondertekening
1. Dit protocol staat open voor ondertekening te Brussel bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie, dat als depositaris van het protocol optreedt gedurende een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van vaststelling van het besluit van de Raad van de Europese Unie betreffende de ondertekening van dit protocol door de Europese Unie. De depositaris stelt alle overeenkomstsluitende partijen tijdig in kennis van die datum.
2. Dit protocol staat alleen open voor ondertekening, toetreding of ratificatie door overeenkomstsluitende partijen bij de Interbus-overeenkomst. Instrumenten van ondertekening, toetreding of ratificatie worden neergelegd bij de depositaris, die de andere overeenkomstsluitende partijen hiervan in kennis stelt.
Artikel 21
Toetreding
Na de inwerkingtreding van dit protocol kan elke partij bij de Interbus-overeenkomst ook toetreden tot dit protocol.
Artikel 30, leden 3 en 4, van de Interbus-overeenkomst zijn mutatis mutandis van toepassing.
Artikel 22
Bijlagen
De bijlagen bij dit protocol maken hiervan integrerend deel uit.
Artikel 23
Vervanging van het vorige protocol
Dit protocol vervangt het Protocol bij de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) voor wat het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen betreft, dat tussen 16 juli 2018 en 16 april 2019 openstond voor ondertekening. Het vorige protocol heeft geen juridische waarde meer.
Gedaan te Brussel,
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder dit protocol hebben geplaatst.
Voor de Europese Unie
Voor de Republiek Albanië
Voor Bosnië en Herzegovina
Voor de Republiek Moldavië
Voor Montenegro
Voor de Republiek Noord-Macedonië
Voor de Republiek Turkije
Voor Oekraïne
BIJLAGE 1
Voorwaarden voor ondernemers van personenvervoer over de weg
Bijlage 1 bij de Interbus-overeenkomst is van toepassing op dit protocol, met inachtneming van:
Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 51), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 517/2013 van de Raad van 13 mei 2013 (PB L 158 van 10.6.2013, blz. 1), is van toepassing op dit protocol, met uitzondering van artikel 16, leden 5 t.e.m. 7, de artikelen 18 t.e.m. 21, artikel 23 en de artikelen 25 t.e.m. 28. De rechten en plichten van de lidstaten van de Europese Unie zijn mutatis mutandis van toepassing op de overeenkomstsluitende partijen.
Verordening (EU) nr. 181/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 1) is van toepassing op dit protocol, met uitzondering van artikel 3, onder a) en b), de laatste twee zinnen van artikel 12, artikel 18, artikel 28, lid 2, de artikelen 29 en 30, de laatste zin van artikel 31, en artikel 32. De rechten en plichten van de lidstaten van de Europese Unie zijn mutatis mutandis van toepassing op de overeenkomstsluitende partijen.
________________
BIJLAGE 2
Technische normen voor bussen en touringcars
Bijlage 2 bij de Interbus-overeenkomst is van toepassing op dit protocol.
________________
BIJLAGE 3
Modelaanvraag voor een vergunning voor geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer
(Wit papier – DIN A4)
(invullen in de officiële taal of een van de officiële talen van de overeenkomstsluitende partij waar de aanvraag wordt ingediend) |
AANVRAAGFORMULIER VOOR EEN VERGUNNING OF DE VERLENGING VAN EEN VERGUNNING OM EEN GEREGELDE INTERNATIONALE VERVOERSDIENST OF BIJZONDERE VORMEN VAN EEN GEREGELDE INTERNATIONALE VERVOERSDIENST TE VERRICHTEN(6)
Start van een geregelde vervoersdienst □
Start van een bijzondere vorm van een geregelde vervoersdienst □
Verlenging van de vergunning voor een vervoersdienst □
Wijziging van de voorwaarden voor de vergunning voor een vervoersdienst □
met touringcars en autobussen tussen overeenkomstsluitende partijen, overeenkomstig het protocol betreffende het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en autobussen bij de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst).
………………………………………………………………………………………………………........
(Vergunningverlenende autoriteit)
Naam en voornaam of handelsnaam van de vervoersondernemer die de aanvraag indient; in het geval van een aanvraag door een groep vervoersondernemers of door een partnerschap, de naam van de vervoersondernemer die door de andere vervoersondernemers is gemachtigd om de aanvraag in te dienen:
………………………………………………………………………………………………………........
………………………………………………………………………………………………………........
De vervoersdienst wordt verricht(1)
door een vervoersondernemer □ door een groep van vervoersondernemers □ door een partnerschap □ door een onderaannemer □
Naam en adres van de vervoersondernemer of, in het geval van een groep vervoersondernemers of een partnerschap, de namen en adressen van alle vervoersondernemers van de groep of het partnerschap; Vermeld ook de namen van alle onderaannemers (7)
…………………………………………………..………. tel. ………………….…….…
……………………………………………………..….… tel. ………………….……….
………………………………………………………....... tel. ………………….....….…
…………………………………………………………... tel. ……………………......…
(Tweede bladzijde van de vergunningsaanvraag of de aanvraag om verlenging van een vergunning)
In het geval van een bijzondere vorm van geregeld vervoer:
Categorie passagiers: (8) werknemers □ scholieren/studenten □ andere □
Geldigheidsduur van de aangevraagde vergunning of datum waarop de vervoersdienst wordt beëindigd:
………………………………………………………………………………………………….........
Voornaamste reisweg (onderstreep de stopplaatsen waar passagiers worden opgehaald en afgezet, met volledig adres): (9)
……………………………………………………………………………………………...……….........
…..………………………………………………………………………………………………...............
…………………………………………………………………………………………………….............
Exploitatieperiode: …………………………………………………………………….…….
…………………………………………………………………………………………………..………....
…………………………………………………………………………………………………..………....
Frequentie (dagelijks, wekelijks enz.): ………………………………………………………...…….
Tarieven ……………………………………… Zie bijlage.
Gelieve een rijschema bij te voegen aan de hand waarvan de naleving van de internationale regelgeving inzake rij- en rusttijden kan worden gecontroleerd
Aantal aangevraagde vergunningen of gewaarmerkte afschriften van vergunningen: (10)
…………………………………………………………………………………………………….........
Eventuele aanvullende inlichtingen:
………………………………………………………………………………………………........…….
(Plaats en datum) (Handtekening van de aanvrager)
………………………………………………………………………………………………………….
Aangezien de vergunning of een gewaarmerkt afschrift ervan zich aan boord van het voertuig moet bevinden, wordt de aandacht van de aanvrager gevestigd op het feit dat het aantal vergunningen of gewaarmerkte afschriften dat door de vergunningverlenende autoriteit wordt afgegeven, moet overeenstemmen met het aantal voertuigen dat nodig is om de dienst te verrichten.
Belangrijke mededeling
De volgende documenten moeten bij de aanvraag worden gevoegd:
a) de dienstregeling, met inbegrip van de tijdvakken voor controle aan grensovergangen;
b) een gewaarmerkt afschrift van de overeenkomstig de nationale of Uniewetgeving afgegeven vergunning(en) van de vervoersondernemer(s) voor het internationaal vervoer van personen over de weg;
c) een kaart op een passende schaal waarop de reisweg en de stopplaatsen waar reizigers worden opgehaald of afgezet, zijn aangegeven;
d) een rijschema aan de hand waarvan de naleving van de internationale regelgeving inzake rij- en rusttijden kan worden gecontroleerd;
e) alle passende informatie over terminals voor touringcars en autobussen.
BIJLAGE 4
Model van een vergunning voor geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer
(Eerste bladzijde van de vergunning)
(Oranje papier – DIN A4)
(invullen in de officiële taal of een van de officiële talen van de overeenkomstsluitende partij waar de aanvraag wordt ingediend) |
Vergunning
Overeenkomstig het Protocol betreffende het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en autobussen, tussen overeenkomstsluitende partijen, bij de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst).
LAND VAN AFGIFTE: ……………………………………………………………………………….…..
Vergunningverlenende autoriteit: ……………………………………………………………………………….
Xxxxxxxxxx van de overeenkomstsluitende partijen: …………….(11)
VERGUNNING nr. … ……………………………...
voor een geregelde vervoersdienst □ (12)
voor een bijzondere vorm van geregelde vervoersdienst □ (2)
met touringcars en autobussen tussen overeenkomstsluitende partijen bij het protocol betreffende het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en autobussen (protocol bij de Interbus-overeenkomst)
Voor: …………………………………………………………………………………………………...
………………………………………………………………………………………………………..
Naam, voornaam of handelsnaam van de vervoersondernemer of de beherende vervoersondernemer in het geval van een groep van ondernemingen of een partnerschap:
Adres: …………………………………………………………………………………………………...
……………………………………………………………………………………………………………...
Telefoonnummer en faxnummer of e-mailadres: .…………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………………………..
(Tweede bladzijde van de vergunning)
Naam, adres, telefoonnummer en fax of e-mailadres van de vervoersondernemer of, in het geval van een groep vervoersondernemers of een partnerschap, de namen van alle vervoersondernemers van de groep of het partnerschap; namen van alle onderaannemers, als dusdanig geïdentificeerd:
(1) ……………………………………………………………………………………………………………
(2) ……………………………………………………………………………………………………………
(3) ……………………………………………………………………………………………………………
(4) ……………………………………………………………………………………………………………
(5) ……………………………………………………………………………………………………………
Lijst toevoegen indien nodig
Geldigheidsduur van de vergunning: van: ………………………………. tot: ……………………………..……...
Plaats en datum van afgifte: ………………………………………………………………………………………..
Handtekening en stempel van de autoriteit of het agentschap van afgifte: ……………………………………………………..
1. Reisweg: ……………………………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………..:…………………….….
Vertrekplaats van de vervoersdienst: …………………………………...…………………………………
……………………………………………………………………..............…………………………………....
Bestemming van de vervoersdienst: …………….……………………………………………………..
…………………………………………………………..……………………………………………………....
Voornaamste reisweg; onderstreep de stopplaatsen waar passagiers worden opgehaald of afgezet: ………………..……..…………
…………………………………………………………………………………………………………………..
2. Dienstregeling: ………………………………………………………………………………………………..….
(bijlage bij deze vergunning)
3. Bijzondere vorm van geregeld vervoer:
a) Categorie reizigers: ………………….………………….…….
……………………………...........................................................................
4. Andere voorwaarden of bijzondere opmerkingen: ...............................
.............................................................................................................
.............................................................................................................
Stempel van de autoriteit die de vergunning afgeeft
Belangrijke opmerking:
Deze vergunning geldt voor het gehele traject.
De vergunning of het door de vergunningverlenende autoriteit gewaarmerkte afschrift moet zich aan boord van het voertuig bevinden voor de duur van de reis en moet op verzoek aan de handhavingsambtenaren worden voorgelegd.
Vertrek of aankomst vindt plaats op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij waar de vervoersondernemer is gevestigd en de touringcars en autobussen zijn geregistreerd.
(Derde bladzijde van de vergunning)
ALGEMENE BEPALINGEN
1) De vervoersondernemer gaat van start met de vervoersdienst binnen de periode die is aangegeven in het besluit van de vergunningverlenende autoriteit.
2) Behalve in het geval van overmacht neemt de exploitant van geregeld internationaal vervoer of een bijzondere vorm van geregeld internationaal vervoer alle maatregelen om te garanderen dat de vervoersdienst voldoet aan de voorwaarden van de vergunning.
3) De vervoersondernemer maakt de informatie over de reisweg, de stopplaatsen, de dienstregeling, de tarieven en de vervoersvoorwaarden openbaar.
4) In onderling overleg en in overleg met de houder van de vergunning kunnen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen wijzigingen aanbrengen in de exploitatievoorwaarden van een geregelde internationale vervoersdienst of bijzondere vorm van geregelde internationale vervoersdienst.
5) Onverminderd de documenten betreffende het voertuig en de bestuurder (zoals het kentekenbewijs en het rijbewijs) vormen ook de volgende documenten controledocumenten in het kader van dit protocol en moeten ze zich in het voertuig bevinden en op verzoek van een gemachtigde inspecteur worden voorgelegd:
– de vergunning of een gewaarmerkt afschrift van de vergunning om geregeld internationaal vervoer of een bijzondere vorm van geregeld internationaal vervoer te verrichten;
– de vergunning van de vervoersondernemer of een gewaarmerkt afschrift van die vergunning voor het internationaal vervoer van personen over de weg, afgegeven overeenkomstig de nationale wetgeving of wetgeving van de Europese Unie;
– bij het verrichten van een bijzondere vorm van geregeld internationaal vervoer, het contract tussen de organisator en de vervoersondernemer of een gewaarmerkt afschrift daarvan, alsook een document waaruit blijkt dat de passagiers een specifieke categorie vormen, met uitsluiting van andere passagiers, met het oog op een bijzondere geregelde vervoersdienst;
– als de exploitant van een geregeld vervoersdienst of bijzondere vorm van geregeld vervoersdienst tijdelijk extra voertuigen gebruikt in uitzonderlijke situaties, een afschrift van het contract tussen de exploitant van het geregeld internationaal vervoer of de bijzondere vorm van geregeld internationaal vervoer en de onderneming die de extra voertuigen ter beschikking stelt of een gelijkwaardig document, samen met de bovenvermelde relevante documenten.
(Vierde bladzijde van de vergunning)
ALGEMENE BEPALINGEN (vervolg)
6) Vervoersondernemers die geregeld internationaal vervoer verrichten, met uitzondering van bijzondere vormen van geregeld vervoer, geven vervoersbewijzen af die bevestigen dat de passagiers het recht hebben te worden vervoerd en die dienst doen als controledocumenten waaruit blijkt dat een vervoerscontract is gesloten tussen de passagiers en de vervoersondernemer, hetzij individueel, hetzij collectief. Op de vervoersbewijzen, die ook in elektronische vorm mogen worden afgegeven, is het volgende vermeld:
de naam van de vervoersondernemer;
de vertrekplaats en bestemming en eventueel de terugreis;
de geldigheidsduur van het vervoersbewijs en eventueel de datum en het tijdstip van vertrek;
de prijs van het vervoer.
Passagiers moeten hun vervoersbewijs tonen op verzoek van een gemachtigde inspecteur.
7) Vervoersondernemers die geregeld internationaal vervoer of bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer verrichten staan alle inspecties toe die tot doel hebben ervoor te zorgen dat de activiteiten correct worden uitgevoerd, met name ten aanzien van rij- en rusttijden, verkeersveiligheid en emissies.
________________
1PB L 321 van 26.11.2002, blz. 13.
2PB L 321 van 26.11.2002, blz. 44.
3PB L 321 van 26.11.2002, blz. 13.
4PB L 321 van 26.11.2002, blz. 44.
5In dit artikel worden “vervoersondernemers” ook “vervoerders” genoemd.
6Aankruisen of invullen wat van toepassing is.
7Voeg eventueel een lijst toe.
8Aankruisen of invullen wat van toepassing is.
9De vergunningverlenende autoriteit kan een volledige lijst opvragen van de stopplaatsen waar passagiers worden opgehaald en afgezet; de lijst van volledige adressen moet afzonderlijk bij dit aanvraagformulier worden gevoegd.
10Invullen indien van toepassing.
11Albanië (AL), Oostenrijk (A), België (B), Bosnië en Herzegovina (BIH), Bulgarije (BG), Xxxxxx (XX), Xxxxxxx (XX), Xxxxxxxx (XX), Xxxxxxxxxx (XX), Xxxxxxx (XXX), Xxxxxxx (XXX), Xxxxxxxxx (F), Duitsland (D), Griekenland (GR), Hongarije (H), Ierland (IRL), Italië (I), Letland (LV), Litouwen (LT), Luxemburg (L), Malta (MT), Republiek Moldavië (MD), Montenegro (ME), Nederland (NL), Noord-Macedonië (MK), Polen (PL), Portugal (P), Roemenië (RO), Xxxxxxxxx (XX), Xxxxxxxx (XXX), Xxxxxx (X), Xxxxxx (X), Xxxxxxx (XX), Xxxxxxxx (XX), Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx (UK); aan te vullen.
12Aankruisen of invullen wat van toepassing is.
NL NL