Algemene voorwaarden Garagepakket
Algemene voorwaarden Garagepakket
Deze voorwaarden bevatten de bepalingen die gelden voor:
– alle verzekeringen van het garagepakket (de ‘algemene Bepalingen’)
– de dekking ‘Cliëntenobjecten’ (dit is een onderdeel van de Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering)
– de verzekering ‘automeld rijrisico’ Versie 2019
Inhoudsopgave
ALGEMENE PEPALINGEN | 3 | |
1. | ENKELE ALGEMENE ONDERWERPEN | 3 |
2 | BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN | 3 |
3 | GELDIGHEIDSDUUR EN OPZEGMOGELIJKHEDEN | 4 |
4 | PREMIE | 5 |
5 | WIJZIGING VAN PREMIE EN/OF VOORWAARDEN | 6 |
6 | WIJZIGING BEDRIJFS-/BEROEPSACTIVITEITEN | 6 |
7 | SCHADE | 7 |
8 | ALGEMENE UITSLUITINGEN | 8 |
9 | BIJZONDERE REGELING TERRORISMESCHADE | 9 |
BEPALINGEN DIE HOREN BIJ DE DEKKING CLIËNTENOBJECTEN | 9 | |
1 | VERZEKERDE | 9 |
2 | CLIËNTENOBJECT | 10 |
3 | OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING | 10 |
4 | REGELING SCHADE AAN EEN CLIËNTENOBJECT | 11 |
BEPALINGEN DIE HOREN BIJ DE VERZEKERING ‘AUTOMELD RIJRISICO’ | 12 | |
1 | AUTOMELD | 12 |
2 | DEKKING AANSPRAKELIJKHEID | 12 |
3 | DEKKING CASCO | 16 |
Algemene bepalingen
1. Enkele algemene onderwerpen
1.1 Betekenis algemene bepalingen
Deze Algemene bepalingen zijn op iedere in het garagepakket gesloten verzekering van toepassing en vormen een geheel met de specifieke, per verzekering geldende, voorwaarden.
Bij verschil tussen deze Algemene bepalingen en de bepalingen van de specifieke voorwaarden, gaan die voorwaarden vóór deze Algemene bepalingen, tenzij bij een bepaald onderwerp uitdrukkelijk wordt gewezen op een uitzondering op deze regel.
1.2 Totstandkoming verzekering
Een verzekering in het garagepakket biedt dekking vanaf de in de polis vermelde ingangsdatum.
Een zodanige verzekering komt (definitief) tot stand nadat een termijn van 14 dagen na ontvangst van de polis en de bijbehorende voorwaarden is verstreken, zonder dat de verzekeringnemer gebruik heeft gemaakt van het recht op annulering. Recht op annulering betekent dat de verzekeringnemer zonder dat premie is verschuldigd de
verzekering kan annuleren door de maatschappij schriftelijk (of, indien de verzekering langs elektronische weg tot stand is gekomen en een e-mailadres is verstrekt: per e-mail), onder vermelding van het polisnummer te berichten dat op de verzekering geen prijs wordt gesteld. De verzekering wordt vervolgens geannuleerd per ingangsdatum, zodat deze geen dekking biedt voor in die tussentijd gevallen schaden.
1.3 Onzekerheidsvereiste
Een verzekering biedt alleen dekking als de schade het gevolg is van een gebeurtenis die zich tijdens de looptijd van de verzekering heeft voorgedaan en waarvan het voor de verzekerde ten tijde van het sluiten van de overeenkomst onzeker was dat deze gebeurtenis zich zou voordoen. Als bij een latere wijziging de dekking wordt uitgebreid, geldt voor
de uitgebreidere dekking de wijzigingsdatum als het moment waarop de overeenkomst is gesloten.
1.4 VerzekerIngsmaatschappij die optreedt als risicodrager
Hoeksche Xxxxx Xxxxxxxxxxxx als gevolmachtigd agent van de in de polis vermelde risicodrager.
1.5 Adres
Kennisgevingen van de maatschappij aan de verzekering- nemer kunnen worden gedaan aan zijn laatste bij de maatschappij bekende adres, of aan het adres van de tussenpersoon via wiens bemiddeling deze verzekering loopt.
1.6 Persoonsgegevens
Bij de aanvraag van een verzekering worden persoons- gegevens gevraagd. Deze worden door Hoeksche Waard Assuradeuren verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van overeenkomsten, voor het uitvoeren van marketingactiviteiten, ten behoeve van het waarborgen van de veiligheid en integriteit van de financiële sector, voor statistische analyse en om te kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen.
In verband met een verantwoord acceptatiebeleid kan de maatschappij deze gegevens raadplegen bij de Stichting CIS te Den Haag. In dat kader kunnen deelnemers van Stichting CIS ook onderling gegevens uitwisselen. Doelstelling hiervan is risico’s te beheersen en fraude tegen te gaan. Het privacyreglement van de Stichting CIS is van toepassing.
1.7 Toepasselijk recht en klachteninstanties
Op de in het garagepakket afgesloten verzekeringen is Nederlands recht van toepassing. Klachten over de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst kunnen aan de directie van Hoeksche Waard Assuradeuren, Xxxxxxx 0000,
0000 XX Xxxxxxxxxxx worden voorgelegd. Indien degene met een klacht een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf (of een rechtspersoon, waarvan de doelstelling is gericht op het particuliere belang van bestuurders en/of deelnemers c.q. leden) dan kan
hij zich wanneer hij het oordeel van de maatschappij niet bevredigend vindt, wenden tot de Stichting klachteninstituut Financiële Dienstverlening (kiFiD). Adres: kiFiD, postbus 93257, 2509 AG Den haag (xxx.xxxxx.xx).
2 Begripsomschrijvingen
2.1 Verzekeringnemer
De verzekeringnemer is de (natuurlijke) persoon of de rechtspersoonlijkheid bezittende onderneming die als zodanig in de polis is vermeld.
2.2 Verzekerde
De verzekerde is degene die als zodanig is aangeduid in de specifieke, per verzekering geldende voorwaarden.
2.3 Maatschappij
De maatschappij is de verzekeringsmaatschappij die blijkens ondertekening van het polisblad als risicodrager voor de verzekering geldt, dan wel de gevolmachtigde die namens de verzekeringsmaatschappij heeft ondertekend.
2.4 Bereddingskosten
Bereddingskosten zijn kosten van maatregelen die tijdens de looptijd van een verzekering door of namens de verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs nodig zijn om
– om een onmiddellijk dreigende schade af te wenden die, als de schade zich had voorgedaan, onder een verzekering was gedekt, of
– om een gedekte schade te beperken.
Onder kosten verbonden aan dergelijke maatregelen wordt in dit verband ook verstaan: schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.
2.5 BW
De afkorting BW betekent Burgerlijk Wetboek.
2.6 WAM
De afkorting WAM betekent Wet Aansprakelijkheids- verzekering Motorrijtuigen.
2.7 Diefstal
Onder diefstal wordt verstaan: het wegnemen van een zaak die aan een ander toebehoort met het oogmerk zich deze wederrechtelijk toe te eigenen.
3 Geldigheidsduur en opzegmogelijkheden
3.1 Contracttermijn/contractvervaldatum
Iedere verzekering in het garagepakket wordt afgesloten voor een bepaalde periode. Deze periode, aan te duiden als eerste contracttermijn, eindigt op de contractvervaldatum die is vermeld in de polis voor de nieuwe verzekering. Na afloop van de eerste contracttermijn wordt de verzekering, behoudens toepassing van een opzegmogelijkheid, telkens verlengd voor de op het polisblad aangegeven periode. De einddatum van een verlengingsperiode geldt als nieuwe contractvervaldatum.
3.2 Tijdstip begin en einde van een verzekerIng
De dekking van een verzekering gaat in op 00.00 uur van de in de polis vermelde ingangsdatum en eindigt op 24.00 uur van de datum die als einddatum van een verzekering is
overeengekomen en/of vastgesteld met inachtneming van de hierna omschreven opzegmogelijkheden.
3.3 Opzegmogelijkheden voor de maatschappij De maatschappij kan een verzekering in de volgende situaties beëindigen door een schriftelijke opzegging.
1 Opzegging per contractvervaldatum
Tegen het einde van een verstreken contracttermijn, met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden.
2 Bij achterstand in premiebetaling
Indien de verzekeringnemer de verschuldigde premie weigert te betalen of niet tijdig betaalt. In geval van niet tijdige betaling van de vervolgpremie echter uitsluitend indien de maatschappij de verzekeringnemer na de premievervaldatum vruchteloos tot betaling heeft aangemaand.
De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum; die datum zal bij niet tijdige betaling van de vervolgpremie niet eerder zijn dan een datum die twee maanden na de dagtekening van de opzeggingsbrief ligt.
3 Bij misleidende informatie
Binnen twee maanden na de ontdekking dat de verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en
verzekeringnemer daarbij heeft gehandeld met het opzet de maatschappij te misleiden dan wel de maatschappij de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet zou hebben gesloten.
De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum.
4 Bij wijziging van het risico
Na een zodanige wijziging van het risico dat de maatschappij de verzekering – indien deze zou zijn aangevraagd na het intreden van de bedoelde wijziging
– niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben geaccepteerd. Bij de opzegging om deze reden wordt een opzegtermijn van tenminste 14 dagen in acht genomen. Deze opzegmogelijkheid geldt alleen bij wijzigingen waarvan in artikel 6 van deze voorwaarden – of in andere voorwaarden die van toepassing zijn op de in het garagepakket afgesloten verzekeringen – is aangegeven dat deze aan de maatschappij gemeld moeten worden.
5 Bij onjuiste informatie na schade
Indien in geval van schade opzettelijk onjuiste gegevens zijn verstrekt.
De maatschappij hoeft bij een opzegging in deze situatie geen opzegtermijn in acht te nemen.
6 Bij schademelding
Na een schademelding indien
– de opzeggingsbrief is verzonden uiterlijk op de dertigste dag nadat de maatschappij de
verzekeringnemer schriftelijk een definitief standpunt over de afwikkeling van de schade heeft laten weten, en
– de maatschappij de verzekeringnemer naar aanleiding van eerdere schade al heeft gewaarschuwd voor de gevolgen van een ongunstig schadeverloop.
Bij opzegging om deze reden geldt een opzegtermijn van twee maanden.
3.4 Opzegmogelijkheden voor de verzekerIngnemer De verzekeringnemer kan een verzekering in de volgende situaties beëindigen door een schriftelijke opzegging.
1 Opzegging bij einde eerste contracttermijn
Tegen het einde van de eerste contracttermijn, met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste twee maanden. De verzekering eindigt in dat geval op de contractvervaldatum.
2 Opzegging na de eerste contracttermijn
Na het verstrijken van de eerste contracttermijn kan de verzekering ieder moment worden opgezegd, met
inachtneming van een opzegtermijn van tenminste één maand.
3 Bij wijziging van premie en of voorwaarden
Binnen één maand na ontvangst van de mededeling van de maatschappij houdende een wijziging van premie en of voorwaarden ten nadele van verzekeringnemer en/of verzekerde. De verzekering eindigt op de dag waarop de wijziging volgens de mededeling van de maatschappij ingaat, maar niet eerder dan een maand na de datum van dagtekening van bedoelde mededeling.
4 Niet-nakoming van mededelingsplicht
Binnen twee maanden nadat de maatschappij tegenover verzekeringnemer een beroep op de niet-nakoming van de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering heeft gedaan.
De verzekering eindigt op de datum die in de opzeggings-
brief is vermeld of bij gebreke daarvan op de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief.
5 Bij schademelding
Na een schademelding indien
– de opzeggingsbrief is verzonden uiterlijk op de dertigste dag nadat de maatschappij de
verzekeringnemer schriftelijk een definitief standpunt over de afwikkeling van de schade heeft laten weten, en
– de maatschappij de verzekeringnemer naar aanleiding van eerdere schade al heeft gewaarschuwd voor de gevolgen van een ongunstig schadeverloop.
Bij opzegging om deze reden geldt een opzegtermijn van twee maanden.
4 Premie
4.1 Premiebetaling
1 Premie verschuldigd per premievervaldatum
De premie, waarin begrepen eventuele kosten en de assurantiebelasting, is bij vooruitbetaling op de (premie)- vervaldatum verschuldigd. Deze datum wordt altijd op het betalingsverzoek vermeld.
2 Gevolg van wanbetaling bij aanvangspremie
Indien verzekeringnemer de aanvangspremie, dat is de eerste premie die na het sluiten van de verzekering
verschuldigd wordt, niet uiterlijk op de dertigste dag na ontvangst van het betalingsverzoek betaalt of weigert te betalen, wordt zonder dat een nadere ingebrekestelling is vereist geen dekking verleend ten aanzien van een gebeurtenis, aanspraak en/of omstandigheid die nadien heeft plaatsgehad. onder aanvangspremie wordt mede verstaan de premie die de verzekeringnemer in verband met een tussentijdse wijziging van de verzekering verschuldigd wordt.
3 Gevolg van wanbetaling bij volgende premies
Indien verzekeringnemer de tweede en/of volgende premietermijnen, dan wel de vervolgpremie weigert te betalen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van een gebeurtenis, een aanspraak en/of omstandigheid waarvan het tijdstip ligt na de voor die premie geldende vervaldatum.
Indien verzekeringnemer de tweede en/of volgende premietermijnen, dan wel de vervolgpremie niet tijdig betaalt, wordt geen dekking verleend ten aanzien van
een gebeurtenis, een aanspraak en/of omstandigheid waarvan het tijdstip ligt na het verstrijken van vijftien dagen sinds de maatschappij de verzekeringnemer na de premievervaldatum schriftelijk heeft aangemaand en betaling binnen die termijn is uitgebleven.
Onder vervolgpremie wordt mede verstaan de premie die de verzekeringnemer bij verlenging van de verzekering verschuldigd wordt.
4 Herstel dekking bij betaling achteraf
Ook al wordt de dekking wegens wanbetaling opgeschort of beëindigd, de verzekeringnemer blijft verplicht de premie te voldoen. De dekking wordt weer van kracht voor een gebeurtenis, een aanspraak en/of omstandigheid waarvan het tijdstip ligt na de dag waarop hetgeen de verzekeringnemer verschuldigd is voor het geheel, dus inclusief alle tot dan toe onbetaald gebleven opeisbare premietermijnen, door de maatschappij is ontvangen.
4.2 Regeling bij onvolledige premiebetaling Betaling van een deel van de verschuldigde premie of, indien termijnbetaling is overeengekomen, een deel van de termijnpremie, heeft dezelfde gevolgen als niet tijdige premiebetaling. wanneer de verzekeringnemer echter tegelijkertijd met de deelbetaling aangeeft op welke verzekering(en) deze betrekking heeft en de deelbetaling
toereikend is ter voldoening van de daarvoor verschuldigde premie, blijft de dekking van die verzekering(en) van kracht.
4.3 Terugbetaling van premie
Behalve bij opzegging wegens opzet de maatschappij te misleiden, wordt bij tussentijdse beëindiging premie
terugbetaald die betrekking heeft op de periode na de datum van beëindiging. De omvang van de terug te betalen premie wordt naar billijkheid vastgesteld.
4.4 Premievaststelling
Indien de premie van een tot het garagepakket behorende verzekering is gebaseerd op variabele factoren en de maatschappij om die reden van de verzekeringnemer een actuele opgave over die factoren verlangt ter vaststelling van de premie voor een volgend verzekeringsjaar, is de verzekeringnemer verplicht om aan een daartoe strekkend verzoek te voldoen. Als niet binnen de in dat verzoek
aangegeven termijn is gereageerd kan dit, op een wijze als in dat verzoek vermeld, gevolgen hebben voor de premie en/of de dekking van de verzekering.
5 Wijziging van premie en/of voorwaarden
5.1 Tussentijdse aanpassIng
De maatschappij heeft het recht om de premie en/of voorwaarden voor eenzelfde soort van verzekeringen tussentijds aan te passen aan nieuwe premie en/of voorwaarden. De maatschappij zal de verzekeringnemer van tevoren schriftelijk in kennis stellen van de aanpassing.
5.2 Recht om aanpassing te weIgeren
1 Weigering tijdig meedelen
Indien de aanpassing leidt tot een hogere premie of voorwaarden die voor de verzekeringnemer nadeliger zijn, dan heeft de verzekeringnemer het recht de aanpassing schriftelijk te weigeren tot 30 dagen na de datum waarop de aanpassing is gaan gelden. Indien verzekeringnemer van dit recht gebruik maakt eindigt die verzekering op de datum waarop die aanpassing is gaan gelden.
2 Uitzondering op recht tot weigering
De verzekeringnemer heeft niet het recht om de aanpassing te weigeren indien de wijziging van de premie en/of voorwaarden uitsluitend voortvloeit uit:
– een wettelijke regeling;
– een aanpassing van de pakketkorting vanwege een of meer beëindigde verzekeringen.
3 Aanpassing van afzonderlijke dekking
Als de verzekering waarop de aanpassing betrekking heeft bestaat uit verschillende, in de polis vermelde, dekkingen en ook de premie per dekking in de polis is vermeld, dan geldt de regeling van dit artikel (5.2) per zodanige dekking.
Dit betekent dat het recht op weigering alleen geldt voor de dekking(en) waarop de aanpassing betrekking heeft.
6 Wijziging bedrijfs-/beroepsactiviteiten
6.1 Verplichting tot melden
In de polis zijn de door de verzekeringnemer uitgevoerde bedrijfs-/beroepsactiviteiten vermeld. Bij iedere wijziging van de aard van die activiteiten is de verzekeringnemer verplicht de maatschappij daarvan binnen twee maanden na het intreden ervan in kennis te stellen. De maatschappij zal na ontvangst van de kennisgeving van de wijziging aan de verzekeringnemer laten weten of er sprake is van (een) verzekering(en) die niet of niet op dezelfde voorwaarden en premie voortgezet kan (kunnen) worden.
6.2 Gevolgen bij te late melding
Indien de wijziging als in artikel 6.1 bedoeld niet binnen twee maanden is gemeld, dan geldt bij schade die zich heeft voorgedaan na het intreden van de wijziging het volgende.
1 Regeling bij hogere premie
Indien de maatschappij aantoont dat zij de verzekering tegen een hogere premie zou hebben voortgezet, dan heeft de maatschappij het recht de schade te vergoeden in dezelfde verhouding als waarin de voor het intreden van de wijziging geldende premie staat tot de nieuw vastgestelde premie.
2 Regeling bij andere voorwaarden
Indien de maatschappij aantoont dat zij de verzekering met andere voorwaarden zou hebben voortgezet, dan heeft de maatschappij het recht de schade te vergoeden met inachtneming van die andere voorwaarden.
3 Regeling bij beslissing tot niet-voortzetting
Indien de maatschappij aantoont dat zij de verzekering vanwege de wijziging niet zou hebben voortgezet, dan vervalt elk recht op schadevergoeding.
7 Schade
7.1 Verplichting bij schade
1 Algemene verplichtingen
Zodra verzekeringnemer/verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis, aanspraak en/of omstandigheid die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, is verzekeringnemer/verzekerde jegens de maatschappij verplicht om:
– daarvan zo spoedig mogelijk melding te doen;
– daarover zo spoedig mogelijk alle gegevens en bescheiden te verstrekken;
– de volle medewerking aan de schaderegeling te verlenen;
– alles na te laten wat de belangen van de maatschappij zou kunnen schaden;
– op verzoek een schriftelijke en door hem/haar zelf ondertekende verklaring over de oorzaak, toedracht en omvang van de schade te overleggen.
De door de verzekeringnemer/verzekerde verstrekte opgaven zullen (mede) dienen tot de vaststelling van de omvang van de schade en het recht op uitkering.
2 Verplichting om schade te voorkomen of te verminderen De verzekeringnemer/verzekerde is verplicht om bij (dreiging van) een gebeurtenis, aanspraak en/of
omstandigheid als bedoeld onder 1 binnen redelijke grenzen alle maatregelen te nemen die tot voorkoming of vermindering van schade kunnen leiden.
3 Verplichte aangifte bij de politie
In geval van inbraak, vandalisme, diefstal, verlies, beroving, afpersing, joyriding is de verzekeringnemer/ verzekerde bovendien verplicht aangifte te doen bij de politie en het bewijs hiervan aan de maatschappij te overleggen.
Hetzelfde geldt bij de constatering dat er sprake is van een poging tot een van de aangegeven strafbare feiten.
4 Medewerking bij terugverkrijging na diefstal
De verzekeringnemer/verzekerde is verplicht alle medewerking, zowel in als buiten rechte, te verlenen ten aanzien van opsporing en afgifte van gestolen of verloren (verzekerde) zaken.
7.2 Gevolgen van nIet-nakomen veplichtIngen
1 Belangen maatschappij geschaad
De verzekering geeft geen dekking indien de verzekering- nemer/verzekerde een van deze verplichtingen niet
is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij heeft geschaad.
2 Opzettelijk onjuiste gegevens verstrekt
Elk recht op uitkering vervalt, indien de verzekering- nemer/verzekerde bij schade opzettelijk onjuiste gegevens verstrekt.
3 Verjaringstermijn bij melding na drie jaar
Een vordering tot het doen van een uitkering verjaart indien de melding als bedoeld onder 1 van artikel 7.1 niet plaatsvindt binnen drie jaar na het moment waarop de verzekeringnemer/verzekerde kennis kreeg of had kunnen krijgen van een daar bedoelde gebeurtenis, aanspraak en/of omstandigheid.
7.3 Vaststelling schade
1 Inschakeling expert(s)
Bij schade aan een verzekerde zaak wordt de omvang van de voor vergoeding in aanmerking komende schade vastgesteld in onderling overleg of door een door de maatschappij ingeschakelde expert. Indien dit niet
leidt tot een voor de verzekeringnemer bevredigende afwikkeling kan deze ook zelf een expert inschakelen. wanneer op basis van de bevindingen van beide experts geen overeenstemming over de schadevaststelling wordt bereikt, zal een derde expert (deze is voorafgaande aan
de werkzaamheden van de tweede expert benoemd) binnen de grenzen van de voorgaande taxaties een bindende uitspraak doen.
2 Kosten van experts
De maatschappij betaalt de kosten verbonden aan de werkzaamheden van de door haar ingeschakelde expert. De kosten verbonden aan een door de verzekeringnemer/ verzekerde ingeschakelde expert komen voor zijn eigen rekening.
Bij inschakeling van een derde expert worden de daaraan verbonden kosten gelijkelijk verdeeld over de maatschappij en de verzekeringnemer/verzekerde.
7.4 Teruggevonden zaken na diefstal
Indien verzekerde zaken na diefstal of verlies worden teruggevonden voordat er overeenkomstig de specifieke voorwaarden definitief recht op schadevergoeding is ontstaan, is verzekeringnemer/verzekerde verplicht deze zaken terug te nemen.
Indien de zaken worden teruggevonden nadat definitief recht op schadevergoeding is ontstaan heeft de verzekerde het recht om de teruggevonden zaken tegen betaling van de ontvangen vergoeding terug te nemen.
7.5 Abandonnement
Bij schaderegeling die betrekking heeft op een of meer de verzekeringnemer/verzekerde toebehorende (verzekerde) zaken geldt dat die zaken onder geen beding aan de maatschappij kunnen worden overgedragen tenzij uit de specifieke voorwaarden anders blijkt.
8 Algemene uitsluitingen
8.1 Molest
Een verzekering van het garagepakket geeft geen dekking voor schade, aanspraken en/of omstandigheden ontstaan of verband houdende met molest. Onder molest wordt het volgende verstaan.
– Gewapend conflict: elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de een de ander, gebruikmakend van militaire machtsmiddelen, bestrijden. hieronder wordt mede verstaan het gewapend optreden van een vredesmacht van de verenigde naties.
– Burgeroorlog: een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van eenzelfde staat.
– Opstand: georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat gericht tegen het openbaar gezag.
– Binnenlandse onlusten: min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen die zich op verschillende plaatsen binnen een staat voordoen.
– Oproer: een min of meer georganiseerde plaatselijke beweging, gericht tegen het openbaar gezag.
– Muiterij: een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
8.2 AtoomkernreactIes
Een verzekering van het garagepakket geeft geen dekking voor schade, aanspraken en/of omstandigheden ontstaan of verband houdende met een atoomkernreactie. onder atoomkernreactie is te verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit, onverschillig hoe de reactie is
ontstaan. De uitsluiting ter zake van atoomkernreacties geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische, wetenschappelijke, onderwijs- kundige, of (niet militaire) beveiligingsdoeleinden, mits er een door enige overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen.
Onder ‘kerninstallatie’ wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van de wet Aansprakelijkheid kernongevallen
(Staatsblad 1979-225), evenals een kerninstallatie aan boord van een schip. Voor zover krachtens de wet of een verdrag een derde (hiermee wordt bedoeld: een ander dan de verzekeringnemer of een verzekerde) voor de geleden schade aansprakelijk is, blijft de uitsluiting van kracht.
8.3 Elders lopende verzekerIngen
Indien blijkt dat een op een verzekering van het garage- pakket gedekte schade of aansprakelijkheid eveneens op (een) andere verzekering(en), al dan niet van oudere datum, is gedekt of daarop zou zijn gedekt indien de verzekering van het garagepakket niet bestond, geldt deze verzekering als excedent van die andere verzekering(en).
Dit betekent dat de verzekering van het garagepakket in dat geval alleen dekking biedt voor dat deel van de schade (of van het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat) dat niet onder de dekking van die andere verzekering(en) valt.
9 Bijzondere regeling terrorismeschade
1 NHT
De maatschappij heeft zich voor het terrorismerisico herverzekerd bij de Nederlandse Herverzekerings- maatschappij voor Terrorismeschaden NV (NHT).
2 Beperkte vergoeding
Bij schade door gebeurtenissen/aanspraken/omstandig- heden die (direct of indirect) verband houden met
– terrorisme of preventieve maatregelen
– handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme of preventieve maatregelen geldt dat de schadevergoeding door de maatschappij kan
worden beperkt tot het bedrag van de uitkering die de maatschappij, overeenkomstig de toepassing van het uitkeringsprotocol, ontvangt van de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden NV (NHT). De NHT beslist of er sprake is van een terrorismeschade. Op vergoeding kan niet eerder aanspraak worden gemaakt dan na deze beslissing en de bekendmaking van het bedrag van de vergoeding. De volledige tekst van
het uitkeringsprotocol is te raadplegen op de site xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
3 Maximale uitkering per locatie
Als de verzekering betrekking heeft op materiële schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan, dan wel op gevolgschade van dergelijke schade, geldt dat door de NHT per verzekeringnemer per verzekerde locatie per jaar maximaal 75 miljoen euro zal worden uitgekeerd, ongeacht het aantal afgegeven polissen.
Voor de toepassing hiervan geldt dat rechtspersonen en vennootschappen die zijn verbonden in een groep, tezamen worden aangemerkt als één verzekeringnemer.
Onder verzekerde locatie wordt hierbij verstaan alle op het risicoadres aanwezige, door verzekeringnemer verzekerde objecten alsmede daarbuiten gelegen objecten op minder dan 50 meter afstand van elkaar
gelegen en waarvan tenminste één op het risico-adres is gelegen.
4 Niet-tijdige melding terrorismeschade
Bij een gebeurtenis, aanspraak en/of omstandigheid die verband houdt met terrorisme geldt dat elk recht op schadevergoeding vervalt als de melding niet is gedaan binnen twee jaar nadat de NHT heeft beslist of er sprake is van een terrorismeschade.
5 Het begrip terrorisme
Onder terrorisme wordt verstaan:
– gewelddadige handelingen en/of gedragingen, in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aanslagen, alsmede
– het (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood ten gevolge hebbend bij mensen of dieren en/of schade aan zaken ontstaat, dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk
is dat deze aanslag of reeks, respectievelijk het verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen – al dan niet in organisatorisch verband – is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
6 Het begrip preventieve maatregelen
Onder preventieve maatregelen worden verstaan: van overheidswege en/of door verzekerde(n) en/of door anderen getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigende gevaar van terrorisme af te wenden of – indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt – de gevolgen daarvan te beperken.
Bepalingen die horen bij de dekking cliëntenobjecten
De bepalingen hierna (artikel 1 tot en met 4) gelden als specifieke voorwaarden voor de dekking Cliënten-
objecten. Deze dekking is een onderdeel van de Bedrijfs- aansprakelijkheidsverzekering. Voor die verzekering gelden afzonderlijke, specifieke, voorwaarden. Die voorwaarden worden niet toegepast voorzover deze in strijd zijn met de bepalingen hierna.
1 Verzekerde
Als verzekerde gelden:
1 de verzekeringnemer
de verzekeringnemer, handelend binnen de grenzen van de in de polis vermelde bedrijfsactiviteiten’, hierna aan te duiden als ‘verzekerde activiteiten’;
2 de ondergeschikten van de verzekeringnemer
de ondergeschikten van de verzekeringnemer, waaronder
ook begrepen vrijwilligers en stagiaires, handelend binnen de verzekerde activiteiten;
3 andere personen
andere personen, zoals huisgenoten en familieleden van (bestuurders/directieleden) van de verzekeringnemer, voor zover zij ten behoeve van de verzekeringnemer werkzaamheden verrichten binnen de verzekerde activiteiten.
2 Cliëntenobject
De dekking heeft betrekking op cliëntenobjecten. In dit artikel wordt verder omschreven wanneer wel – en juist niet
– sprake is van een cliëntenobject.
1 Objecten, door cliënten aan verzekeringnemer toevertrouwd
Een cliëntenobject is ieder(e) motorrijtuig, (landbouw) werktuig, werkmaterieel, aanhang- wagen, oplegger, fiets, kampeerwagen, caravan, boottrailer of soortgelijk voertuig, dat door de eigenaar of houder ervan
aan verzekeringnemer is toevertrouwd om daaraan werkzaamheden te verrichten, en voorts op voorwaarde dat het object en de overeengekomen werkzaamheden passen bij de in de polis omschreven bedrijfs- activiteiten.
Hierbij geldt dat:
– losse onderdelen en accessoires van dergelijke objecten evenals de zich daarin of daarop bevindende zaken, ook als cliëntenobjecten worden beschouwd;
– de eigenaar of houder van het object (de cliënt) een ander moet zijn dan een verzekerde, tenzij sprake is van de hierna, onder 2 omschreven situatie.
2 Een verkocht, maar nog niet afgeleverd object
Als cliëntenobject geldt ook een motorrijtuig van verzekeringnemer dat op het moment dat de schade ontstaat al is verkocht maar nog niet (af) geleverd. In dit geval dient sprake te zijn van een schriftelijk vastgelegde koopovereenkomst waaruit ook duidelijk blijkt op welke datum de verkoop is overeengekomen.
3 Objecten waarvoor de dekking tevens geldt
Als cliëntenobjecten in de zin van deze dekking worden tevens beschouwd:
– een object dat eigendom is van een fabrikant, importeur, garagebedrijf, handelaar, autohandelaar, dealer of sub-dealer en dat om welke reden dan ook
door een dergelijk bedrijf ter beschikking is gesteld aan het bedrijf van verzekeringnemer;
– een object dat aan (het bedrijf van) verzekeringnemer is toevertrouwd voor verkoop- of stalling, ongeacht of in verband daarmee ook sprake is – of is geweest – van aan dat object verrichte werkzaamheden.
3 Omschrijving van de dekkIng
3.1 Schade in verband met werkzaamheden
De verzekering dekt de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade aan een cliëntenobject veroorzaakt door een handelen of nalaten bestaande uit het niet, niet voldoende of verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Hierbij gelden de volgende beperkingen.
1 Handelen of nalaten tijdens looptijd verzekering
Het handelen of nalaten als bij deze dekking bedoeld moet zich tijdens de looptijd van de verzekering hebben voorgedaan. Als de schade is ontstaan uit een reeks van met elkaar verband houdende gebeurtenissen die steeds als een afzonderlijk handelen of nalaten gelden, moet de vroegste gebeurtenis binnen de looptijd van de verzekering vallen.
2 Niet gedekte schade
Onder schade in deze dekking wordt niet verstaan de kosten verbonden aan het geheel of gedeeltelijk opnieuw of alsnog uitvoeren van werkzaamheden aan het cliëntenobject.
3.2 Schade door andere oorzaken
De verzekering geeft tevens recht op vergoeding voor schade ontstaan aan een cliëntenobject door een andere oorzaak dan in artikel 3.1 omschreven, mits vaststaat dat
– de schade is ontstaan gedurende de tijd dat het object aan het bedrijf van verzekeringnemer was toevertrouwd, en
– de schade niet te wijten is aan een eigen gebrek van het object zelf of aan omstandigheden die de eigenaar/houder zijn toe te rekenen.
Onder een hier bedoelde oorzaak valt in ieder geval ook diefstal, verduistering of vermissing van het object, op voorwaarde dat is voldaan aan de voorzorgsmaatregelen die in artikel 3.3 zijn omschreven.
3.3 Diefstal, vermissing/vereiste voorzorgsmaatregelen De dekking voor schade door of bestaande uit diefstal/ vermissing van het cliëntenobject geldt op voorwaarde dat de sleutels en eventuele bij het object horende documenten voor of na de te verrichten handelingen separaat van het object opgeborgen op een wijze die door de maatschappij is goedgekeurd. In de regel betekent dit dat bedoelde sleutels en documenten in een sleutelkluis of andere inbraakwerende plek zijn opgeborgen.
3.4 Gevolgschade
De verzekering geeft recht op vergoeding van de schade die de eigenaar/houder van het cliëntenobject lijdt doordat hij vanwege een schadegebeurtenis als bedoeld in artikel 3.1 en artikel 3.2. niet de beschikking over het object heeft.
3.5 Schade veroorzaakt door een cliëntenobject
De dekking omvat ook de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade die met of door een cliëntenobject aan een ander dan een verzekerde is toegebracht.
Op deze dekking zijn de bepalingen van toepassing die gelden voor de aansprakelijkheidsdekking van de
verzekering ‘Automeld rijrisico’. Ook die bepalingen zijn onderdeel van deze Algemene voorwaarden.
3.6 Premievaststelling
Indien de verzekeringnemer niet binnen de gestelde termijn voldoet aan een daartoe strekkend schriftelijk verzoek als omschreven onder premievastelling in de Algemene voor- waarden, heeft de maatschappij het recht om de geldende premie te verhogen met 50% of zoveel meer als de maat- schappij toekomt op grond van de haar bekende gegevens.
4 Regeling schade aan een cliëntenobject Bij het vaststellen van het voor vergoeding in aanmerking komende schadebedrag wordt onderscheid gemaakt naar:
– schade die kan worden gerepareerd;
– schade die niet kan worden gerepareerd maar op basis van totaal verlies moet worden afgewikkeld, waaronder ook schade bestaande uit diefstal, verduistering of vermissing van een cliëntenobject.
4.1 Schadevergoeding/algemene regels
1 Schadevergoeding op basis van reparatie
Als de schade kan worden gerepareerd vergoedt de maatschappij de reparatiekosten tot maximaal het
verschil tussen de waarde van het object direct vóór de schadegebeurtenis (de dagwaarde) en de waarde direct daarna (restantwaarde).
2 Schadevergoeding bij totaal verlies
Bij totaal verlies van een cliëntenobject, waaronder ook te verstaan diefstal, verduistering of vermissing, wordt de vergoeding vastgesteld op de dagwaarde van het object verminderd met de eventuele restantwaarde.
Als het object een motorrijtuig is ontstaat het recht op schadevergoeding bij totaal verlies nadat de eigendomsrechten ervan aan de maatschappij of aan de door haar aangewezen partij zijn overgedragen, met inbegrip van alle bij het motorrijtuig behorende
sleutels en – voor zover aanwezig – alle delen van het kentekenbewijs.
3 Regeling bij verkocht, maar nog niet afgeleverd object Als de schade betrekking heeft op een door verzeker- ingnemer verkocht maar nog niet afgeleverd object (zie artikel 2.2) wordt als dagwaarde de inkoopprijs van het object in aanmerking genomen, vermeerderd met de eventueel reeds gemaakte afleveringskosten.
4 Verplichte politieaangifte
Bij schade die verband houdt met diefstal, verduistering, oplichting of vermissing is de verzekerde verplicht
om aangifte bij de politie te doen. Het recht op schadevergoeding ontstaat dan nadat een periode van 30 dagen sinds die aangifte is verstreken en het object in die periode niet is opgespoord of teruggevonden.
5 Btw
De vergoeding wordt exclusief btw uitgekeerd indien degene die de schade daadwerkelijk heeft geleden de BTW ter zake van het object kan verrekenen. Er wordt in ieder geval exclusief btw uitgekeerd indien de schade door (het bedrijf van) verzekeringnemer is gerepareerd.
6 Maximale schadevergoeding/eigen risico
Als volgens de polis blijkt dat er voor cliënten-objecten een maximale vergoeding geldt, wordt de vergoeding zoals volgens de voorgaande bepalingen berekend, tot dat maximum uitgekeerd. Volgens de polis kan
ook een eigen risico van toepassing zijn. Het daarmee overeenkomende bedrag wordt in alle gevallen, dus ook als sprake is van een vergoedingsmaximum, op de uitkering in mindering gebracht.
7 Rechthebbende op de vergoeding
De vergoeding wordt aan de verzekeringnemer uitgekeerd tenzij in overleg met de maatschappij een andere partij
als rechthebbende is aangewezen. Als sprake is van een schade waarvoor een verzekerde aansprakelijk is (zie artikel 3.1) heeft de maatschappij in ieder geval het recht de schadevergoeding rechtstreeks te betalen aan de eigenaar van het cliëntenobject.
4.2 Waardebepaling personenauto en motorfiets/bijzondere regeling
Indien het cliëntenobject een personenauto of motorrijwiel is dat op het moment van de schadegebeurtenis, gelet
op de afgiftedatum van kentekenbewijs voor het nieuwe motorrijtuig ‘af fabriek’ niet ouder is dan 12 maanden, geldt de nieuwwaarderegeling.
1 Betekenis nieuwwaarderegeling voor een personenauto Voor toepassing van de nieuwwaarderegeling bij een personenauto is nog vereist dat
– de nieuwwaarde ervan op het moment van de schadegebeurtenis niet meer bedraagt dan
€ 100.000,- inclusief btw, en
– de auto door de cliënt als eerste eigenaar is verkregen.
Als ook aan deze vereisten is voldaan geldt als dagwaarde van het object: het bedrag gelijk aan de nieuwwaarde direct vóór de schadegebeurtenis.
2 Betekenis nieuwwaarderegeling voor een motorfiets Voor toepassing van de nieuwwaarderegeling bij een motorfiets is nog vereist dat
– de nieuwwaarde ervan op het moment van de schadegebeurtenis niet meer bedraagt dan
€ 25.000,- inclusief btw, en
– de motorfiets door de cliënt als eerste eigenaar is verkregen.
Als ook aan deze vereisten is voldaan geldt als dagwaarde van het object: het bedrag gelijk aan de nieuwwaarde direct vóór de schadegebeurtenis.
3 Begrip nieuwwaarde
Bij toepassing van deze regeling geldt als nieuwwaarde: de prijs, inclusief eventuele accessoires en afleveringskosten, van een nieuwe personenauto
of motorfiets van hetzelfde merk, type en de zelfde uitvoering als het object dat is getroffen door de schadegebeurtenis
4 Mogelijkheid voor gunstiger vergoeding
Indien de reparatiekosten worden begroot op meer dan 2/3 van de dagwaarde die is vastgesteld volgens de voorgaande bepalingen, bestaat desgewenst
recht op vergoeding van die waarde onder aftrek van de restantwaarde. Deze bepaling is bedoeld voor de situatie dat deze wijze van berekening tot een hogere schadevergoeding leidt dan een vergoeding die is berekend volgens de bepalingen van artikel 4.1.
5 Maximale vergoeding
De in dit artikel vastgelegde regeling leidt er niet toe dat recht bestaat op een hogere schadevergoeding dan de eventuele, in de polis vermelde, maximale vergoeding per object.
Bepalingen dIe horen bij de verzekerIng ‘automeld rijrisico’
De bepalingen hierna (artikel 1 tot en met 5) gelden als specifieke voorwaarden voor de verzekering ‘automeld rijrisico’. de bepalingen omschrijven de betekenis van
– de dekking Aansprakelijkheid
– de dekking Casco.
1 Automeld
Onder Automeld wordt verstaan: het systeem waarmee de verzekeringnemer motorrijtuigen en andere objecten aan de maatschappij kan doorgeven voor toepassing van een of meer dekkingen die onderdeel zijn van de verzekering ‘Automeld rijrisico’.
Via Automeld kunnen ook dekkingswijzigingen worden doorgegeven, waaronder het beëindigen van de aanmelding.
2 Dekking aansprakelijkheid
2.1 De verzekerde objecten (MotorrijtuIgen)
1 Dekking na registratie via Automeld
De dekking Aansprakelijkheid geldt voor ieder geken- tekend en ongekentekend motorrijtuig dat via Automeld aan de maatschappij is doorgegeven. Als voorwaarde waaronder het motorrijtuig als verzekerd object geldt is bovendien vereist dat het
– behoort tot de handelsvoorraad van (het bedrijf van) de verzekeringnemer, of
– eigendom is van de verzekeringnemer in die zin dat het kentekenbewijs II op naam staat van (het bedrijf van) verzekeringnemer, of
– door verzekeringnemer in consignatie is ontvangen en aldus eigendom is van een ander.
2 Landbouwwerktuigen/werkmaterieel
Tenzij uit de tekst van de voorwaarden voor deze dekking anders blijkt, geldt als ‘motorrijtuig’ in de zin van een verzekerd object ook het via Automeld doorgegeven werkmaterieel, waaronder in ieder geval
ook landbouwwerktuigen worden verstaan.
3 Niet-verzekerde motorrijtuigen
De dekking geldt, ondanks aanmelding als bedoeld in onderdeel 1 van dit artikel, niet voor:
– een motorrijtuig dat zich in de regel buiten Nederland bevindt en ook buiten Nederland wordt gebruikt;
– een motorrijtuig dat door verzekeringnemer is verkocht op basis van huurkoop of aan de verzekeringnemer in fiduciaire eigendom is overgedragen;
– een motorrijtuig met een buitenlands kenteken;
– een motorrijtuig, al dan niet met oplegger/ aanhangwagen waarvoor rijbewijs C(E) is vereist;
– een autobus/touringcar.
4 Rijden met handelaarskenteken
Een tot de handelsvoorraad behorend motorrijtuig waarmee aan het verkeer wordt deelgenomen terwijl het is voorzien van een handelaarskenteken, geldt evenmin als een verzekerd object onder deze dekking. In een dergelijke situatie is er wel dekking onder de handelsvoorraad verzekering die als onderdeel van het garagepakket kan worden afgesloten, mits sprake is van een handelaarskenteken dat
– op naam is gesteld van (het bedrijf van) de verzekeringnemer, en
– bij de maatschappij bekend is, bijvoorbeeld omdat het handelaarskenteken via Automeld is doorgegeven, en voorts is voldaan aan de wettelijke vereisten die gelden voor het rijden met een handelaarskenteken.
Voor dekking in de situatie dat zonder handelaars- kenteken wordt gereden blijft vereist dat het motorrijtuig via Automeld is doorgegeven.
2.2 Verzekerde
Als verzekerde gelden:
– de verzekeringnemer in zijn hoedanigheid van eigenaar/ houder of bezitter van het motorrijtuig;
– de ondergeschikten van de verzekeringnemer indien zij als (gemachtigde) bestuurder of passagier van het motorrijtuig gebruik maken;
– iedere andere, direct of indirect door verzekeringnemer gemachtigde, bezitter, houder, passagier of bestuurder van het motorrijtuig;
– de werkgever van deze personen, indien hij op grond van artikel 6:170 Bw aansprakelijk is voor schade die door een van hen is veroorzaakt.
2.3 OmschrijvIng van de dekkIng
1 Dekking voor aansprakelijkheid/Algemeen
Verzekerd is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade aan personen en zaken, inclusief de daaruit voortvloeiende schade, veroorzaakt met of door het verzekerde motorrijtuig. De maatschappij garandeert dat de dekking voldoet aan de eisen van de WAM (wet
Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen) ook al zou een bepaling van deze voorwaarden daarmee in strijd zijn.
2 Schade door de lading
Verzekerd is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade veroorzaakt door zaken die
– met het motorrijtuig worden vervoerd worden, of
– tijdens het rijden van het motorrijtuig vallen of gevallen zijn.
Als sprake is van werkmaterieel is de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door zaken die worden geladen op of gelost van dat werkmaterieel ook gedekt.
3 Verzekerd bedrag
De maatschappij keert per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen maximaal de in de polis vermelde verzekerde bedragen voor zaakschade en personenschade uit. Als bij afwikkeling van schade
wettelijke bepalingen van een ander land dan Nederland van toepassing zijn die hogere bedragen voorschrijven, gelden die hogere bedragen als maximale uitkering.
4 Verzekeringsgebied
De schadegebeurtenis die aanleiding is voor een beroep op de verzekering moet zich hebben voorgedaan in
een tot Europa behorend land of in Marokko, Tunesië en het Aziatische deel van Turkije. Als sprake is van werkmaterieel geldt als verzekeringsgebied: Nederland, België, Luxemburg en Duitsland.
5 Vergoeding voor proceskosten/Wettelijke rente
De verzekering geeft recht op vergoeding van:
– de kosten van eventuele gerechtelijke procedures die op initiatief of met goedkeuring van de maatschappij worden gevoerd;
– de kosten verbonden aan rechtsbijstand waartoe de maatschappij opdracht heeft gegeven;
– de kosten verbonden aan het voeren van verweer in een procedure die door de benadeelden tegen de verzekerde en/of de maatschappij is aangespannen;
– de wettelijke rente over dat deel van de door de benadeelde(n) geleden schade dat onder de dekking valt.
Al deze vergoedingen zijn aanvullend op de uitkeringen naar aanleiding van een gedekte schadegebeurtenis.
Dit betekent dat ze kunnen leiden tot uitering boven de maximale vergoeding als omschreven in onderdeel 3 van dit artikel.
6 Schade aan eigen motorrijtuigen (‘sistercar’)
De verzekering geeft recht op vergoeding van schade die met of door het verzekerde motorrijtuig is toegebracht aan een ander motorrijtuig waarvan de verzekeringnemer eigenaar of houder is, op voorwaarde dat
– sprake is van een schadegebeurtenis op de openbare weg en/of eigen terrein, en
– de maatschappij ook tot schadevergoeding zou zijn gehouden als de schade door een ander dan de verzekeringnemer was geleden.
De eventuele gevolgschade (andere schade dan schade aan het betrokken motorrijtuig) en waardevermindering vallen niet onder deze ‘sister car’ dekking.
7 Ruimere ‘sistercar dekking’ bij werkmaterieel
Als het verzekerde object werkmaterieel is, geldt de onder 6 omschreven dekking ook bij schade veroorzaakt aan andere zaken dan motorrijtuigen waarvan de verzekering- nemer eigenaar of houder is. voor dergelijke schade wordt maximaal € 100.000,- per gebeurtenis vergoed.
8 Zekerheidstelling
Indien een buitenlandse overheid in verband met een gedekte aanspraak of omstandigheid een
zekerheidstelling verlangt voor de invrijheidstelling van een verzekerde of voor de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag, zal de maatschappij deze voorschieten tot een bedrag van ten hoogste € 50.000,-. verzekerden zijn verplicht alle medewerking te verlenen om terugbetaling van het voorgeschoten bedrag aan de maatschappij te verkrijgen.
9 Vervoer van gewonden
De verzekering geeft recht op vergoeding van schade die aan het interieur van het verzekerde motorrijtuig is ontstaan bij het kosteloos vervoeren van gewonden.
2.4 Hulpverlening
De verzekering geeft recht op hulpverlening zoals omschreven in de volgende bepalingen.
1 Hulpverlening na ongeval
Als voorwaarde voor een beroep op hulpverlening geldt dat
– het motorrijtuig getroffen wordt door xxxxx, ontploffing of beschadigd door een botsing dan wel door enig ander van buiten komend onheil,
waaronder omslaan en van de weg of te water raken, waardoor het niet veilig meer aan het verkeer kan deelnemen, en/of
– de bestuurder door ziekte, een plotseling overlijden of door een ongeval wordt getroffen en niemand van de passagiers redelijkerwijs in staat of bevoegd is om als bestuurder op te treden.
2 Omvang hulpverlening
De hulpverlening bestaat uit:
– het regelen van bewaken, slepen, stallen en vervoer van het motorrijtuig en/of aanhanger naar één door de verzekerde aan te geven adres binnen Nederland;
– het regelen van gelijktijdig vervoer van de bestuurder en de passagiers met hun bagage naar één gezamenlijk, door de verzekerde aan te geven, adres binnen Nederland.
3 Extra hulp na diefstal
Bij diefstal blijft het recht op hulpverlening voor het motorrijtuig bestaan zolang er niet meer dan 30
dagen sinds de diefstaldatum zijn verstreken. Als het motorrijtuig binnen die termijn weer ter beschikking van de verzekerde komt kan een beroep worden gedaan op de in onderdeel 2 omschreven hulpverlening voor het motorrijtuig.
4 Uitvoering via helpdesk Delta Lloyd
De hulpverlening wordt in opdracht van de maat- schappij uitgevoerd.
De verzekerde is verplicht zich voor een beroep op hulpverlening uit hoofde van deze verzekering in verbinding te stellen met de helpdesk Delta Lloyd, op de wijze als aangegeven op de ‘groene kaart’.
2.5 Uitsluitingen
In aanvulling op de uitsluitingen die in artikel 8 van de Algemene bepalingen zijn vermeld gelden voor de dekking van deze verzekering nog de volgende uitsluitingen.
1 Diefstal/geweldpleging
Er is geen dekking voor de aansprakelijkheid van de persoon die zich door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijtuig heeft verschaft en van de persoon die, dit wetende, het motorrijtuig zonder geldige reden gebruikt.
2 Geen bevoegde bestuurder
Er is geen dekking bij (aansprakelijkheid voor) schade die is veroorzaakt terwijl de bestuurder van het motorrijtuig de daarvoor wettelijk voorgeschreven leeftijd nog niet heeft bereikt en/of niet in het bezit is van een geldig, voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs; de maatschappij zal op deze uitsluiting geen beroep doen als de bestuurder
– een ondergeschikte van verzekeringnemer is, en
– een leeftijd heeft van tenminste 16 jaar oud, en
– de schade is veroorzaakt op de terreinen of binnen de gebouwen van het bedrijf van verzekeringnemer;
3 Rijden onder invloed van alcohol/bedwelmende middelen
Er is geen dekking voor de aansprakelijkheid van de bestuurder die op het moment van de schadegebeurtenis onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend middel verkeerde, dat hij niet tot behoorlijk rijden in staat moet worden geacht dan wel het besturen van het motorrijtuig hem door de wet of overheid zou zijn verboden. In deze situatie is de eventue- le aansprakelijkheid van de verzekeringnemer wel gedekt indien vast staat dat de bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvan in redelijkheid geen verwijt treft.
4 Ander gebruik/Wedstrijddeelname
Er is geen dekking voor de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt terwijl het motorrijtuig
– op een andere wijze werd gebruikt dan aan de maatschappij doorgegeven, en/of
– werd gebruikt voor deelname aan wedstrijden of snelheidsproeven, inclusief het trainen daarvoor, tenzij er sprake was van een puzzelrit binnen nederland met een duur van minder dan 24 uur en waarbij het snelheidselement niet van overheersend belang is.
5 Schade tijdens inbeslagname
Niet gedekt is de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt terwijl het motorrijtuig in beslag is genomen of gevorderd door enige overheid.
6 Bepaalde zaken
Niet gedekt is de aansprakelijkheid voor schade aan:
– het motorrijtuig zelf, behoudens schade aan het interieur bij kosteloos vervoer van gewonden (zie artikel 2.3, onderdeel 9);
– de met het motorrijtuig vervoerde zaken, tenzij het gaat om normale handbagage en door de inzittenden gedragen kleding;
– zaken die de aansprakelijke verzekerde in bezit of gebruik heeft, anders dan als eigenaar;
– een aan het motorrijtuig gekoppeld object;
– zaken die de verzekeringnemer in eigendom toebehoren, behalve in de situatie dat de aansprakelijke verzekerde een ondergeschikte van (het bedrijf van) de verzekeringnemer is en de schade is veroorzaakt terwijl het motorrijtuig in opdracht van de verzekeringnemer werd gebruikt
voor werkzaamheden binnen de in de polis vermelde bedrijfsactiviteiten; evenmin geldt deze uitsluiting in de situatie dat een beroep op de ‘sister car’ dekking mogelijk is (zie artikel 2.3 onder 6 en 7).
7 Bijzondere uitsluiting voor werkmaterieel
Er is geen dekking voor (de aansprakelijkheid) voor schade die bij werkzaamheden door werkmaterieel is veroorzaakt
– aan ondergrondse zaken zoals kabels, buizen en/of leidingen, en/of
– door een bij die werkzaamheden ontstane onttrekking van water, grondverzakking, grondverschuiving dan wel door ontstane trillingen.
Deze uitsluiting geldt ook voor de bij dergelijke schade van ontstane gevolgschade.
8 Tijdens verhuur of leasing
Niet gedekt is de aansprakelijkheid voor schade terwijl het motorrijtuig op het moment van schade werd verhuurd. Gelijkgesteld aan verhuur worden leasen en huurkoop.
2.6 Schaderegeling/verhaalsrecht
1 Schaderegeling met benadeelde(n)
De maatschappij heeft het recht de schade rechtstreeks met de benadeelde(n) of anderszins rechthebbende persoon of instantie af te wikkelen en met deze een schikking te treffen.
De ter zake door de maatschappij genomen beslissingen zijn bindend voor de verzekerde.
2 Verhaalsrecht/Algemeen
Indien de maatschappij uit hoofde van de WAM of daarmee overeenkomende buitenlandse wet tot schadevergoeding verplicht zonder dat sprake is van verzekeringsdekking, heeft de maatschappij het
recht de gedane uitkering(en) terug te vorderen op de verzekeringnemer en op de aansprakelijke verzekerde. De maatschappij zal dit verhaalsrecht niet uitoefenen jegens de verzekerde – niet zijnde de verzekeringnemer
– die te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid voor de schade is gedekt.
3 Verhaal van eigen risico
Het recht van verhaal geldt ook voor een eventueel eigen risico dat niet op de schadevergoeding aan de benadeelde(n) in mindering is gebracht. Dit eigen risico zal altijd op de verzekeringnemer worden verhaald.
2.7 Premievaststelling
Indien de verzekeringnemer niet binnen de gestelde termijn voldoet aan een daartoe strekkend schriftelijk verzoek
als omschreven onder premievastelling in de Algemene voorwaarden, heeft de maatschappij het recht om de geldende premie te verhogen met 50% of zoveel meer als de maatschappij toekomt op grond van de haar bekende gegevens.
3 Dekking CASCO
3.1 De verzekerde objecten
1 Algemeen
De dekking casco geldt voor de motorrijtuigen die volgens artikel 2.1 gedekt zijn voor het risico Aansprakelijkheid, op voorwaarde dat:
– uit de aanmelding via Automeld – of bij latere melding van een dekkingswijziging – blijkt dat voor het motorrijtuig een cascodekking is gewenst (volledig of beperkt);
– het motorrijtuig op het moment van de schadegebeurtenis niet ouder is dan 20 jaar.
2 Motorrijtuigen die behoren tot de handelsvoorraad Een motorrijtuig behorende tot de handelsvoorraad dat in het kader van gebruik op de openbare weg is
voorzien van een handelaarskenteken, geldt uitsluitend als verzekerd object indien het object zelf via Automeld is doorgegeven (zie onderdeel 1 van dit artikel). Aldus is voor dekking niet voldoende dat sprake is van een
motorrijtuig dat is voorzien van een bij de maatschappij bekend handelaarskenteken als bedoeld in onderdeel 4 van artikel 2.1.
Dekking voor schade in die situatie valt onder de verzekering handelsvoorraad.
3 Accessoires
De accessoires van een verzekerd motorrijtuig zijn meeverzekerd. Hierbij gelden als verzekerde accessoires
– de niet tot de standaarduitrusting behorende onderdelen en voorwerpen die aan het motorrijtuig zijn bevestigd, en
– veiligheidsbevorderende zaken zoals een brandblus- apparaat, verbandtrommel en een sleep- en reddingskabel.
4 Vaststelling ouderdom
Voor de vaststelling van de ouderdom van het motorrijtuig wordt het aantal maanden in aanmerking genomen dat sedert de afgifte van het originele kentekenbewijs is verstreken.
Indien sprake is van een motorrijtuig waarvoor in een later jaar dan het bouwjaar een kentekenbewijs is afgegeven wordt ieder tussenliggend jaar, met inbegrip van het bouwjaar zelf, voor 12 maanden meegerekend tenzij wordt aangetoond dat sinds de
maand waarin het motorrijtuig ‘af fabriek’ is gekomen minder dan 12 maanden zijn verstreken. In dat geval wordt het werkelijke aantal maanden van dat bouwjaar meegerekend.
3.2 Verzekerde
Als verzekerde geldt de verzekeringnemer. Dit betekent ook dat de verzekeringnemer de rechthebbende is op schadevergoeding.
3.3 Omschrijving van de dekking
1 Onderscheid naar ouderdom bij een motorrijtuig
Bij een motorrijtuig dat niet als werkmaterieel is te beschouwen, is de dekking als volgt afhankelijk van de ouderdom van het motorrijtuig:
– volledige dekking voor motorrijtuigen niet ouder dan 10 jaar (120 maanden);
– beperkte dekking voor motorrijtuigen ouder dan 10 jaar (120 maanden). Zodra het motorrijtuig ouder is dan 20 jaar (240 maanden) vervalt de beperkte dekking.
2 Onderscheid naar ouderdom bij werkmaterieel
Bij een motorrijtuig dat als werkmaterieel is te beschouwen is de dekking als volgt afhankelijk van de ouderdom van het werkmaterieel:
– volledige dekking voor werkmaterieel niet ouder dan 7 jaar (84 maanden);
– beperkte dekking voor werkmaterieel ouder dan 7 jaar (84 maanden).
3 Betekenis volledige dekking
De verzekering geeft recht op vergoeding van schade aan of verlies van het motorrijtuig ontstaan door:
– een hierna onder 4 omschreven gebeurtenis;
– botsen, omslaan, van de weg of te water raken, ook als dit een gevolg is van een eigen gebrek;
– xxxx xxxxx onverwacht van buiten komend onheil, waaronder ook vandalisme te verstaan.
Bij werkmaterieel betekent volledige dekking bovendien dekking voor schade als gevolg van een eigen gebrek. Daaronder is te verstaan: machinebreuk, materiaalmoeheid alsmede een materiaal- of constructiefout.
4 Betekenis beperkte dekking
De verzekering geeft recht op vergoeding van schade aan of verlies van het motorrijtuig ontstaan door:
– brand, ontploffing, zelfontbranding, ook als dit een gevolg is van een eigen gebrek;
– blikseminslag;
– diefstal, waaronder ook schade door de poging tot diefstal, joyriding, verduistering en vermissing;
– ruitbreuk, waaronder te verstaan: het breken of barsten van een voor-, zij- of achterruit of glas van een zonnedak, mits deze gebeurtenis geen andere schade aan het motorrijtuig heeft veroorzaakt dan eventuele – ook gedekte – interieurschade door glasscherven;
– aanrijding met wild, vogels of loslopende dieren; de dekking heeft hier uitsluitend betrekking op de schade die rechtstreeks door die botsing is veroorzaakt;
– storm (tenminste windkracht 7), ten gevolge waarvan het motorrijtuig – in stilstand – omver waait, voorwerpen op of tegen het motorrijtuig terecht komen;
– inslag van hagelstenen op de carrosserie ten tijde van een storm (tenminste windkracht 7);
– een natuurramp als overstroming, vloedgolf, lawine,
aardbeving, vulkanische uitbarsting, vallend gesteente, instorting en/of aardverschuiving;
– relletjes en opstootjes;
– het in aanraking komen met een lucht- of ruimte- vaartuig of een deel daarvan, waaronder ook begrepen de uit dat lucht- of ruimtevaartuig vallende voorwerpen;
– beschadiging, bestaande uit andere schade dan schrammen en krassen, ontstaan tijdens transport van het motorrijtuig; takelen en slepen valt niet onder transport in de zin van deze dekking; ook wordt de dekking beperkt door de uitsluiting omschreven in artikel 3.4 onder 4.
5 Bijzondere vergoedingen
De verzekering geeft voorts recht op vergoeding van:
– de kosten voor een nieuw overschrijvingsbewijs ingeval van verlies van dit bewijs als gevolg van een gedekte schade;
– de kosten verbonden aan het preventief vervangen en inregelen van sleutels, sloten, transponders en chip-cards, wanneer dit noodzakelijk is als gevolg van diefstal van de gehele sleutelkluis als bedoeld in artikel 3.4, onderdeel 1;
– de eventueel van de verzekerde verlangde bijdrage in de kosten om een vaartuig waarmee het motorrijtuig wordt vervoerd uit een noodsituatie te redden.
3.4 Uitsluitingen
In aanvulling op de uitsluitingen die in artikel 8 van de Algemene bepalingen zijn vermeld gelden voor de dekking van deze verzekering nog de volgende uitsluitingen.
1 Diefstalpreventie/Algemeen
Er is geen dekking voor diefstal of vermissing van het motorrijtuig indien blijkt dat
– de diefstal/vermissing plaats had terwijl het motorrij-
tuig niet deugdelijk was afgesloten; deze uitsluiting geldt niet in de situatie dat het motorrijtuig zich bevond in een deugdelijk afgesloten ruimte van een gebouw;
– de diefstal/vermissing direct verband houdt met de omstandigheid dat sleutels en eventuele bij het
object horende documenten niet waren opgeborgen in een daarvoor bestemde sleutelkluis.
2 Diefstalpreventie bij werkmaterieel
Afgezien van de onder 1 vermelde preventie-eisen geldt voor werkmaterieel nog een aanvullende eis. Deze
betekent dat het werkmaterieel gedurende de tijd dat het aan een ander ter beschikking is gesteld, uitgeleend of verhuurd tegen diefstal beveiligd moet zijn volgens VBV klasse W1 of W2. Indien het werkmaterieel niet op deze wijze is beveiligd maar de gebruiker van het object aantoont dat alle redelijkerwijs van hem te verwachten maatregelen zijn getroffen om diefstal/vermissing te voorkomen, zal de maatschappij op deze uitsluiting geen beroep doen. Zie ook artikel 3.5 onder 8.
3 Ander gebruik dan opgegeven
Er is geen dekking voor schade ontstaan gedurende de tijd dat het motorrijtuig wordt gebruikt op een wijze die niet overeenkomt met het bij aanmelding via Automeld opgegeven gebruik.
Als gebruik dat onder deze uitsluiting valt geldt in ieder geval vervoer van personen en/of zaken tegen betaling.
4 Transport
Er is geen dekking voor schade ontstaan tijdens het transport van het motorrijtuig, uitgevoerd door een beroepsvervoerder, voor zover sprake is van
– transport van de importeur naar het bedrijf van de verzekeringnemer, of
– transport in het kader van aflevering van het motorrijtuig aan een cliënt of enige andere partij.
5 Rijden onder invloed van alcohol/bedwelmende middelen
Er is geen dekking voor schade ontstaan terwijl de bestuurder op het moment van de schadegebeurtenis onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend middel verkeerde, dat hij niet tot behoorlijk rijden in staat moet worden geacht dan wel het besturen van het motorrijtuig hem door de wet of overheid zou zijn verboden.
6 Wedstrijddeelname
Er is geen dekking voor schade terwijl het motorrijtuig werd gebruikt voor deelname aan wedstrijden of snelheidsproeven, inclusief het trainen daarvoor, tenzij er sprake was van een puzzelrit binnen Nederland
met een duur van minder dan 24 uur en waarbij het snelheidselement niet van overheersend belang is.
7 Schade aan banden
Er is ook dekking voor schade aan alleen en uitsluitend de (rups) banden van het (motor)voertuig.
3.5 Schaderegeling
1 Schadevergoeding op basis van reparatie
Als de schade kan worden gerepareerd vergoedt de maatschappij de reparatiekosten tot maximaal het verschil tussen de waarde direct vóór de
schadegebeurtenis (de dagwaarde) en de waarde direct daarna (restantwaarde). In artikel 3.6 van dit artikel is aangegeven hoe de dagwaarde wordt vastgesteld als het verzekerde motorrijtuig een personenauto of een motorfiets is.
2 Schadevergoeding bij totaal verlies
Bij totaal verlies wordt de vergoeding vastgesteld op de dagwaarde van het motorrijtuig verminderd met de eventuele restantwaarde.
Als totaal verlies geldt, behalve diefstal, verduistering en vermissing, de situatie dat de aan reparatie verbonden kosten meer bedragen dan het verschil de dagwaarde en de restantwaarde.
3 Overdracht eigendomsrechten bij totaal verlies
Bij totaal verlies ontstaat het recht op schadevergoeding nadat de eigendomsrechten van het motorrijtuig aan de maatschappij of aan de door haar aangewezen partij zijn overgedragen, met inbegrip van alle bij het motorrijtuig behorende sleutels en – voor zover aanwezig – alle delen van het kentekenbewijs.
4 Verplichte politieaangifte
Bij schade die verband houdt met diefstal, verduistering, oplichting of vermissing is de verzekerde verplicht
om aangifte bij de politie te doen. het recht op schadevergoeding ontstaat dan nadat een periode van 30 dagen sinds die aangifte is verstreken en het object in die periode niet is opgespoord of teruggevonden.
5 Accessoires/Vergoeding voor apparatuur
Verlies of beschadiging van aan het motorrijtuig bevestigde accessoires wordt vergoed voor zover het bedrag dat als maximale vergoeding geldt (zie onder 6) toereikend is.
Voorts geldt dat voor de eventuele in het motorrijtuig geïnstalleerde beeld-, geluid-, telecommunicatie-, en/of navigatieapparatuur maximaal € 1.000,- wordt vergoed.
6 Maximale schadevergoeding
De vergoeding zoals vastgesteld volgens voorgaande bepalingen wordt uitgekeerd tot maximaal de bij aanmelding via Automeld vastgestelde (catalogus) waarde. echter, als sprake is van een motorrijtuig dat behoort tot de handelsvoorraad of in consignatie
is verkregen, zal nooit meer worden uitgekeerd dan aanschafprijs zoals betaald door de verzekeringnemer dan wel – bij consignatie – door de partij van wie het motorrijtuig in consignatie is verkregen.
7 Eigen risico/Bijzonder eigen risico bij ruitschade
Op de vergoeding wordt het bij aanmelding via Automeld gekozen eigen risico in mindering gebracht. Als u in eigen beheer repareert, geldt daarvoor niet de toeslag op het eigen risico die op de groene kaart staat vermeld.
In de situatie dat door dezelfde gebeurtenis meer verzekerde motorrijtuigen zijn getroffen wordt op de totale schadevergoeding slechts één keer een eigen risico in mindering gebracht; dat is dan het bedrag dat overeenkomt met het hoogste, bij een verzekerd motorrijtuig gekozen, eigen risico.
Als uitsluitend sprake is van een ruitschade geldt dat
– bij reparatie geen eigen risico in mindering wordt gebracht,
– bij ruitvervanging een eigen risico van € 150,- van toepassing is.
8 Bijzonder eigen risico bij diefstal van werkmaterieel Bij werkmaterieel betekent het beroep door de maatschappij op de uitsluiting omschreven in artikel
3.4 onder 1 en/of 2 dat de schade wel voor vergoeding in aanmerking komt, maar met toepassing van een bijzonder eigen risico. Dit eigen risico bedraagt 10% van de vastgestelde vergoeding, maar minimaal € 2.000,-, en komt in de plaats van het hiervoor onder 7 bedoelde eigen risico tenzij dat eigen risico hoger zou zijn.
3.6 NIeuwwaarderegeling voor personenauto/ motorfiets/tractor
1 Personenauto/motorfiets/tractor niet ouder dan 36 maanden
Indien het verzekerde motorrijtuig een personenauto, een motorfiets of een tractor is die op het moment van de schadegebeurtenis, gelet op de afgiftedatum van kentekenbewijs deel I voor het nieuwe motorrijtuig
‘af fabriek’, niet ouder is dan 36 maanden, en
– de nieuwwaarde van de verzekerde personenauto of tractor op dat moment niet meer bedraagt dan
€ 100.000,- exclusief btw,
– de nieuwwaarde van de motorfiets op dat moment niet meer bedraagt dan € 25.000,- exclusief btw, geldt de hierna omschreven regeling voor het vaststellen van de dagwaarde.
2 Nieuwwaarde bij schade binnen 12 maanden
Indien het motorrijtuig op het moment van de schade- gebeurtenis nog niet 12 maanden oud is, geldt als dagwaarde de nieuwwaarde. Dit is de prijs, inclusief eventuele accessoires en afleveringskosten, van een nieuwe personenauto, motorfiets of tractor van hetzelfde merk, type en uitvoering als het verzekerde motorrijtuig.
3 Afschrijving op nieuwwaarde bij schade na 12 maanden Indien het motorrijtuig op het moment van de schade- gebeurtenis ouder is dan 12 maanden maar niet ouder dan 36 maanden geldt als dagwaarde de nieuwwaarde als bedoeld onder 2, maar verminderd met 1,5 procent voor elke maand of een gedeelte daarvan dat het motorrijtuig ouder is dan 12 maanden. Voor tractoren bedraagt de vermindering 1% voor elke maand of gedeelte daarvan.
4 Mogelijkheid voor gunstiger vergoeding
Indien de reparatiekosten worden vastgesteld op meer dan 2/3 van de dagwaarde die is vastgesteld volgens de voorgaande bepalingen, bestaat desgewenst
recht op vergoeding van die waarde onder aftrek van de restantwaarde. Deze bepaling is bedoeld voor de situatie dat deze wijze van berekening tot een hogere schadevergoeding leidt dan een vergoeding die is berekend volgens de vorige onderdelen van dit artikel.
5 Maximale vergoeding
De in dit artikel vastgelegde regeling leidt er niet toe dat recht bestaat op een hogere schadevergoeding dan de bij aanmelding via Automeld vastgestelde (catalogus) waarde.