Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe
Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe
Partijen
1. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx, hierna te noemen: LNV;
2. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw drs. K.H. Xxxxxxxxx, hierna te noemen: BZK;
3. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. drs. X.X. xxx Xxxxxxxxxxx, hierna te noemen: OCW;
4. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de heer Xxxx xx Xxxxx, hierna te noemen: VWS;
5. De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer drs R.W. Knops, hierna te noemen BZK;
6. De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, mevrouw mr. drs. M.C.G. Keijzer, hierna te noemen: EZK;
Partijen genoemd onder [1 tot en met 6], ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en hierna samen te noemen: Rijk
7. De provincie Drenthe, dan wel voor zover het bestuursbevoegdheden betreft, het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de H. G. Jumelet, hierna te noemen: Provincie Drenthe;
8. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, namens deze: de xxxx X. Xxxxxxxxx, hierna te noemen: gemeente Aa en Hunze;
9. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borger-Odoorn, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, namens deze: xxxxxxx X. Xxxxxxx en de xxxx X. Xxxxxxxxxx, hierna te noemen: gemeente Borger-Odoorn;
10. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, namens deze: de xxxx X. Xxxxxx en de xxxx X. Xxxxx, hierna te noemen: gemeente Coevorden;
11. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, namens deze: de heer X.X. xxx Xxxxxxxxxx, hierna te noemen: gemeente Emmen;
12. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, namens deze: de heer A.H. te Rietstap, hierna te noemen: gemeente Hardenberg;
13. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, namens deze: de heer K. B. Loohuis, hierna te noemen: gemeente Hoogeveen;
Partijen genoemd onder [7 tot en met 13] hierna samen te noemen: de Regio; Hierna allen tezamen te noemen: Partijen;
Algemene overwegingen
1. Het kabinet Xxxxx XXX erkent dat elke regio uniek is. Regio’s hebben verschillende kenmerken waardoor elke regio behoefte heeft aan een eigen aanpak en afweging bij het aanpakken van de regionale opgave. De verschillende krachten en uitdagingen die specifiek zijn voor een regio vormen de basis voor een regionale opgave om de brede welvaart, leefbaarheid en economische kracht te bevorderen.
2. De regionale opgave heeft een meervoudig karakter en vergt een integrale aanpak op de verschillende onderdelen van die opgave. Doel is om door verschillende beleidskolommen heen te werken. Verder heeft de regionale opgave een gebiedsoverstijgende impact waarvoor inzet op rijksniveau nodig is en die ook zorgt voor een vliegwieleffect.
3. Regio Deals hebben tot doel om de regionale opgave aan te pakken. Hierbij wordt samen gewerkt tussen vakdepartementen, decentrale overheden, het bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Voor de aanpak van deze regionale opgaven stelt het kabinet middelen beschikbaar uit de Regio Envelop.
4. Deze integrale en gezamenlijke aanpak met bijbehorende afspraken over de financiering is het onderscheidende karakter van de Regio Deals ten opzichte van reguliere beleidsinstrumenten.
5. Met de Regio Deal gaan Rijk en Regio een duurzaam partnerschap aan om de opgave die in de regio speelt gezamenlijk aan te pakken. Het ondertekenen van de Regio Deal is daarbij niet het einde, maar slechts het begin van de samenwerking.
6. Regio Deals gaan om meer dan alleen de inzet van financiële middelen. Zij kenmerken zich ook door een sterke, continue inzet van alle betrokkenen, creëren nieuwe samenwerkingsvormen en niet-financiële ondersteuning om de in de regionale opgave gestelde ambities en doelen te bereiken.
7. Regio Deals leveren daarmee een bijdrage aan welvaart in brede zin.
8. Met deze Regio Deal geven Partijen commitment aan een nieuwe manier van samenwerken. De Regio Deal is een ‘coproductie’ met bestuurlijke partners, waarbij het primair gaat om het samen oplossen van regionale vraagstukken. In dit samenwerkingsverband zullen Partijen wederzijdse afspraken maken over de aanpak van de regionale opgave, ieders (financiële) bijdrage daaraan en het gezamenlijk bewaken van de voortgang. Partijen hebben de intentie om op reguliere basis samen te komen om de aanpak, bekostiging en voortgang te bespreken.
9. De in de Regio Deal gemaakte wederzijdse afspraken over ambitie, doelen, beoogde resultaten en inzet en aanpak zijn op initiatief van de Regio en in gezamenlijk overleg tussen Rijk en Regio tot stand gekomen en hebben niet als doel eenzijdig vanuit het Rijk voorwaarden te stellen en (financiële) consequenties te verbinden aan de uitkomsten.
10. De middelen uit de Regio Envelop worden beschikbaar gesteld als een decentralisatie- uitkering. De Financiële-verhoudingswet schrijft voor dat daarbij sprake is van beleids- en bestedingsvrijheid. De decentralisatie-uitkering wordt beschikbaar gesteld aan een openbaar lichaam dat aldus zelf de inzet bepaalt van de verkregen middelen.
Specifieke overwegingen
De grensregio Zuid- en Oost-Drenthe beslaat het grondgebied van de Drentse gemeenten Aa en Hunze, Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen en Hoogeveen, aangevuld met de Overijsselse gemeente Hardenberg. De regio kent een zeer divers natuur- en cultuurlandschap. Noaberschap is een enorme kwaliteit van Drenthe: een netwerk van mensen, waarin je elkaar helpt om aangenaam te wonen, te werken en te leven. De regio Zuid- en Oost-Drenthe, neemt een eigen, zelfvoorzienende positie in tussen Zwolle, Twente en Groningen en is uniek gelegen langs de Europese corridor E233. De regio ademt industrie in een groen landschap. In de zuidelijke steden is sprake van een grote concentratie
van werkgelegenheid binnen de topsectoren High Tech Systemen en Materialen (HTSM) en chemie/kunststoffen. Toerisme en de agro-foodsector zijn belangrijke dragers van de regionale economie.
Het aantal inwoners en huishoudens in de regio Zuid- en Oost-Drenthe daalt en er is sprake van vergrijzing en ontgroening. Het klimaat van werken staat onder druk door te weinig arbeidsplaatsen en de 'mismatch' op de arbeidsmarkt. De leefbaarheid van het gebied is in het geding. Cijfers tonen een relatief hoge werkloosheid, ‘overerfbare’ armoede, slechtere gezondheid, hogere zorgvraag, afkalvende voorzieningen en een dalende woningwaarde. De Regio staat voor een aantal met elkaar verbonden opgaven en formuleert deze zelf in haar voorstel voor een Regio Deal als volgt: ‘het teweegbrengen van een omgekeerde en positieve beweging voor de sociaaleconomische ontwikkeling van Zuid- en Oost-Drenthe’.
Het Rijk erkent de hierboven beschreven opgave al enige tijd. Zij heeft zich achter het Economisch Programma1 2017 – 2021 van de Commissie Vollebregt gesteld, dat concludeert dat een duurzame investering in de economische structuur noodzakelijk is. Het ‘Ontwerpend Onderzoek’2 uit 2018 (in opdracht van BZK), bevestigt de opgaven en oplossingsrichtingen. Met de Regio Deal Zuid- en Oost- Drenthe beogen Partijen een impuls aan de gewenste positieve beweging te geven langs drie met elkaar samenhangende pijlers die samen belangrijk zijn voor de brede welvaart in het gebied: Werken, Wonen en Welzijn.
Werken
De sociaaleconomische situatie kent z’n oorsprong in het begin van de vorige eeuw. Met het instorten van de turfmarkt in dit laatste grote hoogveencomplex van Nederland bleven veel mensen destijds achter zonder werk. Dat leidde tot grote onrust en een noodsituatie die leidde tot nationale hulpacties en werkverschaffing. Na WO II werden met Marshallhulp grote industrieën aangetrokken om deze situatie om te buigen. Dit beleid is een periode zeer succesvol geweest maar met nieuwe crisissen in de jaren 80 en ook recenter blijkt dat veel werkgelegenheid ook weer verdwijnt; sinds 2011 heeft de aanhoudende economische laagconjunctuur en de structuurverzwakking per saldo meer dan 7.000 banen gekost in de regio. In de regio is sprake van een (sociaal)economische structuur die conjuncturele schommelingen moeizaam dempt of verzilvert en langzaam vernieuwt. Belangrijke redenen daarvoor zijn een relatief hoog aandeel ‘traditionele industrie’ en relatief veel laagopgeleid personeel. De economische structuur is daarmee niet voldoende robuust en toekomstbestendig. De opgave is een kanteling naar een meer, modern, (industrieel) MKB met groeikracht en wendbaar personeel dat is opgeleid naar actuele eisen van de arbeidsmarkt. Daarbij is het noodzakelijk om voldoende talent beschikbaar te hebben en te houden, en talent tijdig bij of om te scholen. De regio kan mogelijk agglomeratievoordelen behalen door de samenwerking met Duitsland te intensiveren en belemmeringen daarbij op te heffen.
Wonen
Als gevolg van de demografische transitie sluiten aanbod en vraag op de woningmarkt onvoldoende op elkaar aan. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw is de woningvoorraad stevig gegroeid. De woningen uit deze periode sluiten onvoldoende aan op de huidige en toekomstige vraag. Er zijn te veel verouderde eengezinswoningen en portiek-etageflats en te weinig (levensloopbestendige) woningen voor kleine huishoudens3 Hiermee zijn er getalsmatig te veel woningen ten opzichte van de huidige en toekomstige vraag. Anders dan in andere delen van Nederland is er in de regio veel
1 Voor een sterke en innovatieve regio, Vierkant voor Werk, 2017. In opdracht van gemeenten Emmen, Hardenberg, Coevorden, Hoogeveen en ministerie van Economische Zaken.
2 Volle kracht vooruit, Ontwerpen aan regionale opgaven, voor een grenzeloze regio, 2018. Provincie Drenthe, Gemeenten Emmen, Coevorden, Borger-Odoorn, Aa en Hunze en het ministerie van BZK.
3 KAW, 2017.
eigen woningbezit onder huishoudens die behoren tot de doelgroep van de corporaties. De krimp in het anticipeergebied van de regio Zuid- en Oost-Drenthe zal naar verwachting na 2030 pas echt doorzetten4 Dat betekent dat juist op de middellange termijn veel inzet nodig is.
De energietransitie is een van de grote opgaven waar de hele woningmarkt voor staat. De regio Zuid- en Oost-Drenthe kent veel huishoudens die niet voldoende financiële middelen/mogelijkheden hebben om te investeren in hun woning en deze te verduurzamen. Dat betekent dat de voordelen van verduurzaming niet of nauwelijks doordringen tot de doelgroep die er uit financieel oogpunt het meest bij gebaat is. Bij het toekomstbestendig maken van de woningmarkt, wordt dit vraagstuk integraal meegenomen.
Welzijn
In de regio is sprake van een hoge en stijgende zorgvraag. Dit komt enerzijds door vergrijzing en anderzijds doordat in de regio een groter deel van de bevolking een lage sociaaleconomische score kent in vergelijking met het landelijk gemiddelde en er stapeling is van problematiek (armoede, laaggeletterdheid, gezondheidsachterstanden). Daarnaast is er in de regio sprake van een afname in beschikbaar en gekwalificeerd personeel in de zorg- en welzijnssector. Bovendien staat de toegankelijkheid en bereikbaarheid van voorzieningen onder druk, omdat de zorgvoorzieningen op grotere afstand komen te liggen van de inwoners van de regio.
In het (basis-)onderwijs is sprake van onderprestatie van leerlingen. Basisschoolleerlingen in de regio scoren hoger dan het landelijk gemiddelde op hun CITO toets. Echter zij eindigen hun schoolcarrière vaker met een lagere opleiding dan het landelijk gemiddelde, onder meer omdat in hun omgeving een laag schooladvies vaker de norm is. Het potentieel van de jeugd komt op die manier niet volledig tot wasdom. Hier gaan echt kansen verloren.
Naast de bovengenoemde specifieke opgaven rond Wonen, Werken, Welzijn ziet de regio zich, net als de rest van Nederland, geconfronteerd met algemene opgaven zoals energietransitie, digitale en fysieke bereikbaarheid van de regio en inclusieve samenleving.
Partijen hebben samen de ambitie de komende jaren de brede welvaart in het gebied te versterken. Het gezamenlijk streefbeeld bestaat uit een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor innovatieve economische ontwikkelingen, met passend onderwijs afgestemd op de economische structuur, een bloeiende vrijetijdseconomie, goede bereikbaarheid en een toekomstbestendig, aantrekkelijk en aantrekkend woonklimaat. Voor de bestaande inwoners en mogelijk nieuwe inwoners, die allen kunnen rekenen op toekomstbestendige en bereikbare zorg- onderwijs- en welzijnsvoorzieningen.
De opgaven zoals het opvangen van bevolkingsdaling, het organiseren van voldoende en passende zorg, het verduurzamen van woningen en het robuuster maken van de sociaaleconomische structuur zijn in feite grote transities die de draagkracht van dit gebied overstijgen. De complexiteit van de opgaven vraagt bovendien om flankerend beleid, pilots, experimenten en nieuwe coalities. De Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe faciliteert een dergelijke integrale, gezamenlijke aanpak.
De triple-helix organisatie Dutch Tech Zone, waarin de Regio participeert en vanuit het Rijk het ministerie van EZK partner is, werkt sinds 2015 aan planvorming voor sociaaleconomische structuurversterking van de regio in plaats van incidentbestrijding op bedrijfsniveau. Vijf speerpunten uit het eerder genoemde advies geven daar richting aan5: 1) Ondernemen met ambitie,
2) Opleiding en Kennis, 3) Profiel, Imago en Cultuur, 4) Wonen, Omgeving en Infrastructuur en 5)
4 ABF Primos, 2019
5 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/0000/00/00/xxxxxxxxxx-xxxx-xxxxxxxxxx- programma-2017-2021-vierkant-voor-werk-regio
Professionele Samenwerking waarbij vier sectoren worden versterkt: HTSM/Maakindustrie, Groene Chemie, Logistiek, Duurzame Energie. Daarin wordt aangesloten bij het MKB-actieplan6 van het ministerie van EZK, de Implementatie Agenda Smart Industry en de Rijksbrede Nederlandse Digitaliseringsstrategie. Van inspanningen op het gebied van digitalisering profiteren ook sectoren zoals de zorg en toerisme/vrijetijdseconomie, aandachtsgebieden die via deze Regio Deal en de samenwerking met Dutch Tech Zone er ook bij worden gepakt.
Clustervorming is deel van de aanpak, waarin ook verbinding wordt gelegd met andere clusters buiten de regio, waaronder Zwolle, Twente, Groningen en Duitsland. Bij de pijlers Werken en Welzijn is aandacht voor de kansen van grensoverschrijdende samenwerking met Duitse partners. Partijen zullen ook de samenwerking met de EUREGIO bij de uitvoering van de Regio Deal waar mogelijk en nodig bevorderen en zodoende de grensoverschrijdende samenwerking versterken. Daarbij liggen er kansen voor wat betreft grensoverschrijdende scholing en arbeidsmarkt. Verder wordt in de regio ook veel ingezet op het verbeteren van de grensoverschrijdende samenwerking door bijvoorbeeld de Eems Dollard Region (EDR). In de uitvoering van de Regio Deal zal voortdurend gekeken worden waar Partijen goed kunnen aansluiten.
Via bijdragen van het Regionaal Investeringsfonds (RIF) van het ministerie van OCW kregen NHL Stenden en Drenthe College eerder extra budgetruimte om lectoren, onderzoekers, etc. aan te stellen. Dit past goed binnen een lopend traject voor meer capaciteit op MBO/HBO-niveau aan kennis op het gebied van duurzame kunststoffen en biobased economy. De ambitie is om doorlopende leerlijnen te realiseren binnen techniek en het ambachtsonderwijs.
Een bestaand instrumentarium of regelkader voor dorps- of wijkaanpakken ten behoeve van de aanpak van ‘goedkope koop’ bestaat niet in Nederland. In onder andere Groningen, Limburg en Zeeland is wel ervaring op gedaan met diverse maatregelen. De Regio wil daar op voortborduren met ook een experimentele benadering. Met de Regio Deal Zuid- en Oost Drenthe wordt daarnaast invulling gegeven aan het maatwerktraject vanuit het Programma Bevolkingsdaling van BZK en neemt de Regio deel aan de nationale expertisetrajecten woningmarkt en energietransitie en klimaatadaptatie in krimpgebieden, en het kennis- en leerprogramma Aardgasvrije wijken.
De provincie Drenthe nam in 2018 het initiatief voor een Drentse Zorgtafel waarbij alle takken van de zorg zijn vertegenwoordigd om samen naar oplossingen te zoeken voor de toekomst gekeken. Plannen voor een HBO-V opleiding in de regio waren er al, met als doel meer jongeren/arbeidskrachten in de regio te houden voor de groeiende behoefte aan zorgpersoneel. Een groot onderzoek van de Rijkuniversiteit Groningen (RUG) naar overerfbare armoede in de Veenkoloniën kan input geven om de leefstijl, overerfbare armoede en laaggeletterdheid in de regio te helpen oplossen. De situatie in Drenthe is wel uniek maar niet uitzonderlijk. Vandaar ook dat beleidsinitiatieven van het ministerie van VWS dezelfde trends adresseren, zoals VWS-programma’s zoals Langer Thuis (2018) en Werken in de Zorg (2018) en de maatschappelijke Taskforce De Juiste Zorg op de Juiste Plek. Met deze initiatieven wordt ook verbinding gelegd in deze Regio Deal.
Er is veel te doen en te verbeteren in Zuid- en Oost Drenthe, maar er is ook kracht en talent. De regio is een economisch potentieel innovatieve regio met gespecialiseerde chemische, kunststof en maakindustrie, een gevarieerd onderwijsaanbod op MBO en HBO niveau en met een grote sector zorg, toerisme en welzijn. De rust en ruimte in de regio mogen ook zeker tot de kernkwaliteit van het gebied gerekend worden. Vanuit die uitgangssituatie en met hulp en partnerschap van het Rijk zet de regio in op versterking langs 3 pijlers: Wonen, Werken en Welzijn, samen met stakeholders binnen deze pijlers. Met daarbij bijzondere aandacht voor ‘cross-overs’; want gezamenlijke
6 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/0000/00/00/xxxxxxxxxx-xxxx-xxx-xxxxxxxxx
innovatie-omgevingen van werkgevers uit de zorg en opleidingsinstellingen dragen bij aan meer en relevant opgeleid zorgpersoneel. Op die manier versterken Werken en Welzijn elkaar. Het toekomstbestendig (duurzaam en levensloopbestendig) (ver)bouwen van woningen vraagt om innovatie en helpt waar mogelijk juist lokale mensen aan werk. Op die manier versterken de ambities voor Werken en Wonen elkaar. Door samen voortgang te boeken voorziet de regio tot slot in nóg een ambitie, namelijk om een lerende regio te zijn, waar niet alleen zijzelf maar heel Nederland van kan profiteren.
1. Ambitie, doel en beoogde resultaten Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe
Artikel 1 – Ambitie
Partijen hebben samen de ambitie de komende jaren de brede welvaart in het gebied te versterken. Het gezamenlijk streefbeeld bestaat uit een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor innovatieve economische ontwikkelingen, met passend onderwijs afgestemd op de economische structuur, een bloeiende vrijetijdseconomie, goede bereikbaarheid en een toekomstbestendig, aantrekkelijk en aantrekkend woonklimaat. Voor de bestaande inwoners en mogelijk nieuwe inwoners, die allen kunnen rekenen op toekomstbestendige en bereikbare zorg- onderwijs- en welzijnsvoorzieningen.
Artikel 2 - Doelen
In de periode tot en met 2022 vindt een versnelde positieve ontwikkeling plaats door een integrale aanpak vanuit verschillende beleidsterreinen langs 3 pijlers:
Werken
Partijen realiseren samen een veerkrachtige en innovatieve regio met vitale bedrijven en een vestigingsklimaat dat bedrijven aantrekt en behoudt, met voldoende en goed opgeleide werknemers voor de sectoren in de regio en waarbij onderwijs goed aansluit op de arbeidsmarkt. De regio beschikt voorts over instrumentarium voor het stimuleren van groei en bedrijvigheid. Over de hele linie is de samenwerking binnen de triplex helix flink versterkt.
Wonen
Partijen realiseren samen een toekomstbestendige (duurzaam en levensloopbestendig) woningvoorraad voor de woningeigenaren in de regio, die behoren tot de doelgroep van de woningcorporaties én in de goedkope koopvoorraad wonen. Er is inzicht verworven in welke aanpak in welk type wijk effectief is en hoe de mismatch tussen vraag en aanbod op middellange termijn verder kan afnemen.
Welzijn
Partijen realiseren een zorgomgeving waarin minder hulpverleners per huishouden actief zijn, er voldoende relevant opgeleid verpleegkundig personeel is, waarin meer ouderen langer zelfstandig thuis wonen en een milieu waarin de jeugd zich ontwikkelt naar haar potentie en daartoe door school en ouders wordt gestimuleerd.
Artikel 3 – Beoogde resultaten
Partijen beogen de volgende resultaten per pijler te behalen:
Werken
- De realisatie en versterken van samenwerkingen en/of netwerken tussen onderwijs, ondernemers en overheid in 6 sectoren: HTSM, Groene Chemie, Logistiek, Duurzame Energie, Vrijetijdseconomie en Zorg. Een betekenisvol aantal bedrijven en maatschappelijke instellingen in iedere gemeente doet mee (aantallen verschillen per sector en gemeente).
- De realisatie van ca. 8 innovatie-omgevingen waar onderwijs, ondernemers en maatschappelijke organisatie gezamenlijk leren, kennisdelen en innoveren. In iedere gemeente is een innovatieomgeving aanwezig.
- Minimaal 300 bedrijven vanuit de regio zijn gezamenlijk betrokken bij de verschillende werkplaatsen die gaan ontstaan in de regio en die onderling verbonden zijn om maximale cross-overs tussen de sectoren te stimuleren. Iedere deelnemende gemeente is betrokken bij een of meerdere innovatie omgevingen.
- Realisatie van een assessment digitalisering voor de vrijetijdseconomie; 400 bedrijven hebben hiervoor een assessment doorlopen en 200 bedrijven zijn begeleid bij het maken van hun digitaliseringsplan. Voor de industrie worden 100 bedrijven ondersteund bij het maken van hun digitaliseringsplan. Samen zijn er in 2023 hiermee 300 bedrijven in transitie.
Wonen
- De realisatie en start van minimaal één wijk- en dorpsaanpak in iedere gemeente, in de
proeftuin ‘toekomstbestendig wonen’, waarbij ervaring wordt opgedaan met onder meer (1) makelaar arrangementen, (2) een Rotte Kiezen-aanpak (slopen of verbeteren van zichtbepalende of markante woningen in bouwtechnisch slechte staat), (3) het inponden van voormalige huurwoningen door corporaties en (4) het aanbieden van financieringsarrangementen voor bewoners ter verbetering van hun woning.
- Met deze proeftuin wordt een nader te bepalen aantal woningen verduurzaamd en levensloopbestendig gemaakt, ook dit is een resultaat van de wijk- en dorpsaanpakken.
- De realisatie van een plan van aanpak en bijbehorend instrumentarium dat bruikbaar is voor de lange termijn transitie van de goedkope koopwoningvoorraad incl. de verduurzamingsopgave gekoppeld aan de transitievisie warmte van de gemeente.
Welzijn
- De juiste zorg/ondersteuning wordt gerealiseerd met minder hulpverleners.
- Professionals zijn geschoold in (nieuwe) methodieken van integrale hulpverlening.
- Realisatie van een opleiding in de regio tot HBO-verpleegkundige.
- Realisatie van een krachtige basiszorg zodat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen.
- Een stijgend aantal kinderen dat zicht ontwikkelt naar hun sociaalemotionele en cognitieve potentie waardoor de afwijking tussen cito en schooladvies t.o.v. het landelijk gemiddelde daalt.
- Een afname in het gebruik van jeugdzorgvoorzieningen.
Artikel 4 – Inzet en aanpak
In de Regio Deal is gekozen voor een krachtige en integrale aanpak vanuit de verschillende beleidsterreinen langs drie pijlers: werken, wonen en welzijn, die onderling sterk verbonden zijn met elkaar en in samenhang dienen te worden bezien. Elke pijler heeft een specifieke aanpak en aandacht voor een aantal thema’s, met dwarsverbanden naar de andere pijler, kort omschreven onder het kopje Cross-overs.
Werken
a) Samenwerken
Binnen dit thema worden inspanningen gepleegd om bestaande samenwerkingen en netwerken te versterken en initiatieven voor nieuwe samenwerkingen ondersteund. Door meer samenwerking tussen onderwijs, ondernemers en overheid, versterken bedrijven, het onderwijs en maatschappelijke instellingen in de regio elkaar. De inspanningen die hiervoor geleverd worden
bestaan o.a. uit het inventariseren van bestaande netwerken en een datahuishouding opzetten. Samen met (regionale) partners zoals de Rijksdienst van Ondernemend Nederland, de Kamer van Koophandel, de triple helix organisatie DutchTechZone en kennispartijen wordt door Partijen in beeld gebracht hoe de bedrijvenpopulatie er uit ziet en kunnen dwarsdoorsneden en selecties ter ondersteuning worden gemaakt om ontwikkelingen te monitoren, beleid te ontwikkelen en om gericht het bedrijfsleven te benaderen door bijvoorbeeld ondernemers die in contact willen komen met andere ondernemers.
Partijen verkennen met de partners van Dutch Tech Zone of en hoe de bestaande Bedrijvenregeling Dutch Techzone kan worden verrijkt en verder toegespitst op de (actuele) economische opgave in de regio. Slimme afspraken rond doelgroepen en doelgebied (steunkaart beperkingen) zijn daarbij een aandachtspunt.
b) Innoveren
De ontwikkeling van innovatieomgevingen gericht op leren, werken, innovatie en onderzoek zorgt ervoor dat er voldoende en competent personeel beschikbaar komt en de innovatiekracht van bedrijven wordt versterkt.
Met de innovatieomgevingen worden ontmoetingsruimtes, onderwijsruimtes, testruimtes en onderzoeksruimtes gecreëerd die laagdrempelige toegang tot specifieke apparatuur verschaffen, tot huisvesting, omgevingen die talent, personeel en bedrijven aantrekken en die heel praktisch mogelijkheden bieden om bestaand personeel bij te scholen en zo het huidige personeelsbestand toekomstbestendig te maken.
De innovatieomgeving in de regio Zuid- en Oost-Drenthe concentreert zich rond de speerpunt- sectoren van de regio (HTSM, Groene Chemie, Logistiek, Duurzame energie, Vrijetijdseconomie en Zorg. Afhankelijk van de vraag van het bedrijfsleven en de mogelijkheden van onderzoeks- en onderwijsinstellingen kan worden gekozen voor het inrichten van een hotspot, campus, fieldlab of een combinatie daarvan. Partijen zetten zich hiervoor in en kunnen daarbij een innovatiemakelaar inschakelen die de samenwerking ten behoeve van clustervorming kan stimuleren.
Innovatiemakelaars zijn experts uit het bedrijfsleven die bedrijven helpen bij business development, innovatieplannen verder brengen t/m marketing en financiering (business case ontwikkeling). Na de opzetfase moeten de bijdragen vanuit het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen voldoende zijn om de kosten van die ontwikkelde innovatieomgeving te dekken.
Er wordt tevens geïnvesteerd via project en pilots in gedeelde voorzieningen en faciliteiten (bv lab, machines). Initiatieven die aan het ontstaan zijn in de markt (en dus gesteund worden door bedrijven) die met de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe kunnen worden bevorderd zijn bijvoorbeeld:
• Doorontwikkeling ecosysteem WCCS (World Class Composite Solutions) zodat de regio ervan kan profiteren
• Zorg innovatie werkplaats gezondheidspark
• Chemie/Techniek Campus
• Hotspotcluster Logistiek
• Duurzaamheidscentrum (energietransitie) Wonen
• GZI Next (Entrance light)
• Hotspot smart industry
c) Onderwijs
Er wordt door Partijen in deze pijler samengewerkt met NHL Stenden, Drenthe college en Alfa- College (partners van en vertegenwoordigd in de programboard van DTZ) en de VO scholen in de regio. Maar ook met andere onderwijsinstellingen wordt samengewerkt. De Rijksuniversiteit
Groningen is betrokken bij de Chemie campus. Hochschule Osnabrück Standort Lingen betrokken via het Rijnland Instituut (samenwerkingsverband tussen Drenthe College, Alfa-college en NHL Stenden Hogeschool als grensoverschrijdend kennisnetwerk voor regionale ontwikkelingen in Noord- Nederland en Noordwest-Duitsland) en Windesheim is betrokken door de samenwerking in Greenpac verband.
De ontwikkeling van innovatieomgevingen in samenhang met bestaande kennisconcentraties en gebaseerd op aanwezige (lokale en regionale) sterktes, is een complex proces, cruciaal voor een toekomstbestendige economische structuur. Het onderzoek Inventarisatie en meerwaarde van campussen in Nederland7 geeft een aantal handvatten voor het ontwikkelen van campussen: de ultieme innovatieomgeving. XXX deelt kennis zoals best practices en denkt actief mee om met de Regio richting te geven aan een succesvolle realisatie van innovatieomgevingen in Drenthe binnen deze pijler en maakt hierover nadere afspraken met de regio.
d) Digitaliseren
Partijen stimuleren dat ondernemers worden begeleid bij het maken en uitvoeren van digitaliseringsplannen. Voor de Industrie is al een assessment beschikbaar. Voor de vrijetijdseconomie wordt (1) een assessment ontwikkeld. Dit gebeurt in combinatie met ondersteunende subsidies voor ondernemers voor het maken van bedrijfsspecifieke digitaliseringsontwikkelingsplannen bijvoorbeeld in de vorm van (2) vouchers voor digitalisering en
(3) een bewustwordingscampagne digitalisering voor de zes sectoren.
e) Grensoverschrijdende samenwerking (GROS)
Partijen streven naar de ontwikkeling van een functionele grensregio, waarbij er voor ondernemen, werken en studeren over de grens geen belemmeringen zijn en grensoverschrijdende kansen optimaal worden benut. Waar het niet alleen gaat om het slechten van barrières, maar ook om grensoverschrijdende initiatieven en het doen van gezamenlijke investeringen om de levenskwaliteit van de inwoners in het Duits-Nederlandse grensgebied en de economische groei en innovatiekracht van de grensregio te vergroten.
Wonen
a) Proeftuin Toekomstbestendig wonen
In een proeftuin Toekomstbestendig Wonen worden verschillende aanpakken ontwikkeld en getest om te komen tot breed toepasbare oplossingen voor de gehele regio. De aanpak in de proeftuin verschilt per gemeente, dorp, wijk, type woning en doelgroep. Het verduurzamen en het levensloopbestendig maken van woningen zijn belangrijke onderdelen binnen de aanpak. Mogelijke maatregelen kunnen zijn (1) makelaar arrangementen, (2) een Rotte Kiezen-aanpak (slopen of verbeteren van zichtbepalende of markante woningen in bouwtechnisch slechte staat), (3) het inponden (terugkopen) van voormalige huurwoningen door corporaties en (4) het aanbieden van financieringsarrangementen voor bewoners ter verbetering van hun woning. Deze aanpak gaat hand-in-hand en in coproductie met inwoners, bijvoorbeeld middels een participatietraject waarbij bewoners worden ontzorgd en verleidt tot investeren in hun woning op basis van een collectieve aanpak om schaalvoordelen te halen.
b) Lange termijn aanpak ontwikkelen voor goedkope koopwoningvoorraad
Gezamenlijk met woningeigenaren, onderwijs, ondernemers en overheid wordt een lange termijn aanpak ontwikkelt voor de transitie van de goedkope koopwoningvoorraad in de regio, die aansluit bij de woningwaarde, de inkomens van de woningeigenaren en de demografische ontwikkelingen in het gebied. De regionale organisatie en afstemming moet worden georganiseerd om de uitvoering
7 BCI, juni 2018, i.o.v. het ministerie van EZK en Netwerk Kennissteden.
gestalte te geven. Het gaat hierbij om de bekostigingssystematiek van de langjarige aanpak, het vormgeven van de organisatie en samenwerking binnen de regio en tussen de verschillende betrokken partijen.
Welzijn
De kern van de aanpak in deze pijler is ‘preventie’ en specifiek gericht op twee kwetsbare groepen: ouderen omdat deze groep het grootst is en jeugd- en jongeren omdat cultuurwijziging een generatie lang investeren kost. Beide doelgroepen worden benoemd in het Preventieplan Drenthe (VDG, HZD, GGD en CMO STAMM, mei 2018). In deze regio is dat met name van belang omdat diverse problematieken van generatie op generatie worden overgedragen8 De volgende thema’s krijgen in de Welzijns-aanpak een plek, met bijbehorende activiteiten.
a) Meer zelfredzaamheid bewoners, minder hulpverleners door middel van integrale hulpverlening De aanpak binnen dit thema richt zich op het verkrijgen van inzicht in het bestaande aanbod aan integrale hulpverlening in combinatie met inzicht in welke methodieken op welke momenten effectief zijn. Ook wordt onderzocht welke professionals de beste hulp kunnen bieden. Dat gebeurt door:
- inventarisatie van methodieken en best practicus om medicalisering van huishoudens te beperken en normalisatie te versterken, terwijl er wel zorg en ondersteuning geboden wordt (dit leidt tot inzicht in welke infrastructuur (fysiek en digitaal) wenselijk is om integrale hulpverlening mogelijk te maken);
- opleiden van meer hulpverleners in de wijze waarop integrale hulp wordt verleend (methodieken voor doorbraakaanpakken zoals bijvoorbeeld intergenerationele armoede en positieve gezondheid);
- verzamelen van feedback uit de praktijk zodat social work opleidingen (maatschappelijk werk, CMV en SPH) doelmatiger kunnen worden ingericht en er een betere aansluiting ontstaat tussen bestaand en gewenst aanbod aan integrale hulpverlening;
- inrichten van een digitale infrastructuur voor signalering van kwetsbaarheid, afstemming van hulpverlening en monitoren van de hulpverlening.
b) Voldoende hoogopgeleid verpleegkundig personeel
Om meer MBO-studenten te laten doorstromen naar HBO-niveau is het nodig een aantrekkelijker aanbod te realiseren. Om die reden wordt een tweejarig aanbod associate degree ingericht: een tussenvorm van MBO en HBO en een combinatie van leren en werken in de regio zelf. Dit sluit tevens aan bij de regionale cultuur: al werkend leren.
Daarnaast wordt een vierjarige flexibele deeltijd HBO-V-opleiding georganiseerd met een tweejarige HBO-praktijkopleiding waarbij door regionale zorgaanbieders arbeids-/opleidingsplaatsen worden aangeboden en een schakelprogramma voor Xxxxxxxx en zij-instromers. Waar dit van toepassing is worden de procedures rond macro-doelmatigheid en accreditatie gevolgd.
Om meer studenten in de regio te kunnen faciliteren, maar ook om intensievere uitwisseling met andere regio’s gestalte geven, is het van belang om de reistijd voor deze doelgroep en opleidingsplaatsen terug te dringen. Binnen de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe wordt door Partijen verkend wat nodig is op het gebied van mobiliteit (OV) om dit te realiseren.
c) Lang zelfstandig wonen/krachtige basiszorg anderhalve lijn
Om een goede basiszorg in de regio overeind te houden, zijn nieuwe anderhalflijnsvoorzieningen nodig, zoals onder meer geagendeerd op de Drentse Zorgtafel. Er wordt geïnventariseerd wat nodig
8 Overerfbare armoede veenkoloniën, Alliantie van Kracht & RUG 2019
is voor het realiseren van anderhalflijnsvoorzieningen en op basis daarvan wordt een passende toekomstvisie ontwikkeld voor de regio Zuid- en Oost Drenthe.
d) Betere ontwikkelkansen voor kinderen
Om de regionale jeugd zich naar haar potentie te laten ontwikkelen wordt een infrastructuur en samenwerkingscultuur ontwikkeld tussen scholen en gezinnen, tussen scholen onderling en tussen scholen en ondersteunende voorzieningen door:
1. Ontwikkelen van een leer- en leefomgeving gerealiseerd voor de jeugd in de regio die tot maximalisatie van de mogelijkheden van talentontwikkeling door:
- breder implementeren van succesvolle activiteiten;
- verbeteren van de samenwerking tussen gezinnen en scholen;
- verbeteren van de aansluiting tussen primair onderwijs en voortgezet onderwijs;
- ontwikkelen van een platform waarop projecten en activiteiten getoond worden ;
- stimuleren van introductie/ uitbouw van activiteiten die bijdragen aan het ontwikkelen van sociaal emotionele vaardigheden bij kinderen.
2. Ontwikkelen van een samenwerkingscultuur (tussen scholen en gezinnen, tussen scholen onderling en tussen scholen en ondersteunende voorzieningen) waarin uitwisselen en leren van elkaar de standaard wordt door:
- het definiëren van een gemeenschappelijke visie;
- doorlopen van eenzelfde opleidingsprogramma (stroomlijnen en herkenbaar maken van taal;
- inrichten van een monitoringsysteem dat de voortgang op de doelstellingen van het project in beeld houdt;
- organiseren van workshops en symposia om trots en identiteit te ontwikkelen op de projectdoelen en de wijze van aanpakken.
e) Knellende wet- en regelgeving
Partijen brengen knelpunten op het terrein van wet- en regelgeving in kaart en bezien naar aanleiding daarvan of en welke eventuele aanpassingen mogelijk zijn, ter ondersteuning van de aanpak.
Cross-overs
In de Regio Deal Zuid- en Oost Drenthe zijn er veel raakvlakken en cross-overs tussen de pijlers Werken, Wonen en Welzijn. Als voorbeeld hiervan kunnen genoemd worden:
De realisatie van een flexibele HBO-V-opleiding betreft een cross-over tussen de pijlers Werken en Welzijn. Werkgevers uit de zorg en opleidingsinstellingen werken samen in een open innovatiewerkplaats om deze opleiding te ontwikkelen en zodoende meer verpleegkundigen op te kunnen leiden. De verschillende innovatievraagstukken die voortkomen uit de vier thema’s Welzijn
worden hier door de verschillende betrokken partijen beantwoord, zoals de doorbraakaanpakken en technologische ontwikkelingen in het medisch domein en de herverdeling van verantwoordelijkheden tussen sociaal- en medisch personeel.
Vanuit de pijler Wonen wordt ingezet op toekomstbestendige en dus ook levensloopbestendige woningen. Naast een fysiek goede woonplek is echter ook een krachtige basiszorg nodig voor de ouderen in deze woningen, met als doel om mensen in de gelegenheid te stellen zo lang mogelijk prettig zelfstandig thuis te laten wonen (cross-over met Welzijn).
Ook woningcorporaties met vraagstukken over installaties en financieringsvormen kunnen in een van de innovatieomgevingen terecht. Via de pijler Werken wordt zo gestimuleerd dat installateurs de
juiste opleiding krijgen – op het gebied van duurzame energievoorzieningen – en dat ze daarna aan het werk kunnen voor de woningbouwcorporaties.
Er wordt tot slot onderzocht of er een project opgestart kan worden om huurders van woningcoöperaties op te leiden in de bouw die vervolgens aan de slag kunnen bij de bedrijven uit de regio. Bedrijven die op hun beurt mogelijk weer worden ingehuurd door de corporaties voor het verduurzamen van woningen.
In de verdere uitwerking en uitvoering van de plannen wordt door Partijen continu aandacht gegeven aan mogelijke cross-over kansen en wordt de synergie benut.
2. Financiële bijdragen Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe
Artikel 5 - Gezamenlijke financiële bijdragen voor de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe
1. Het realiseren van de in artikel 2 genoemde doelen, vraagt volgens Partijen de volgende gezamenlijke indicatieve inzet van financiële middelen verdeeld aan de hand van de in artikel 2 genoemde pijlers:
Pijler Werken | € 19.200.000 |
Pijler Wonen | € 14.400.000 |
Pijler Welzijn | € 4.800.000 |
Overheadkosten Regiodeal | € 1.600.000 |
Totaal | € 40.000.000 |
2. Partijen spreken af de volgende bijdragen te doen voor de aanpak van de regionale opgaven van Zuid- en Oost Drenthe en de in de artikel 2 genoemde doelen van de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe:
a. LNV reserveert € 20 miljoen inclusief eventueel verschuldigde BTW vanuit de Regio Envelop als Rijksbijdrage voor de aanpak van de regionale opgave Zuid- en Oost- Drenthe om de in artikel 2 genoemde doelen van de Regio Deal te realiseren;
b. de Regio spant zich in een Regiobijdrage van € 20 miljoen te leveren;
3. Partijen hebben de intentie de bijdrage uit de Regio Envelop en de bijdrage van de Regio zoals genoemd in het tweede lid, in te zetten voor het initiëren en/of realiseren van initiatieven en projecten in het kader van de Pijlers die voortvloeien uit de afspraken in de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe, om bij te kunnen dragen aan de ambitie en de beoogde doelen van deze Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe, zoals verwoord in artikelen 1 en 2.
4. De in het eerste lid genoemde verdeling van de gezamenlijke indicatieve financiële middelen op hoofdlijnen, geldt als een richtlijn voor de inzet van Partijen van hun bijdragen zoals genoemd in het tweede lid.
5. LNV stelt de in het tweede lid onderdeel a, genoemde Rijksbijdrage in afstemming met BZK en de Minister van Financiën beschikbaar als een decentralisatie-uitkering. De Financiële- verhoudingswet schrijft voor dat daarbij sprake is van beleids- en bestedingsvrijheid. De decentralisatie-uitkering wordt beschikbaar gesteld aan de provincie Drenthe die aldus zelf de inzet bepaalt van de verkregen middelen.
6. De in het vijfde lid bedoelde decentralisatie-uitkering komt beschikbaar volgens een aantal termijnen in de jaren 2019 tot en met 2021, waarbij de 1e termijn in 2019 € 9,2 miljoen euro bedraagt. De daaropvolgende termijnen worden op nader te bepalen momenten in de jaren 2020 of 2021 uitgekeerd. Hierover worden in het in artikel 6 bedoelde overleg afspraken gemaakt.
7. Partijen zijn zich ervan bewust dat gedurende de looptijd van de Regio Deal Zuid- en Oost- Drenthe omstandigheden en/of prioriteiten kunnen wijzigen. Jaarlijks wordt gezamenlijk door de Partijen bezien of wijziging van de verdeling van de gezamenlijke indicatieve financiële inzet wenselijk is en zij leggen eventuele nadere afspraken hierover vast.
3. Governance uitvoering Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe
Artikel 6 Governance
1. Periodiek treden Partijen in overleg over de onderlinge samenwerking in het kader van de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe en met andere samenwerkingspartners. Dit overleg zorgt voor het gezamenlijk uitwerken van de afspraken uit deze Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe en voor het volgen van de voortgang, inclusief de in artikel 7 bedoelde monitoring.
2. Het in het eerste lid bedoelde overleg bestaat uit de volgende vertegenwoordigers:
a. Vanuit de Regio:
i. Provincie Drenthe;
ii. Gemeente Aa en Hunze;
iii. Gemeente Borger-Odoorn;
iv. Gemeente Coevorden;
v. Gemeente Emmen;
vi. Gemeente Hardenberg;
vii. Gemeente Hoogeveen;
viii. Voor pijler Werken
ix. Voor pijler Wonen
x. Voor pijler Welzijn
b. Vanuit de ministeries (directie/MT niveau)
i. Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
ii. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
iii. Economische Zaken en Klimaat
iv. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
v. Volksgezondheid, Welzijn en Sport
3. Het in het eerste lid bedoelde overleg heeft geen (beslissings-)bevoegdheden, maar zorgt voor afstemming tussen Partijen. Hierbij kunnen ook programmatische en financiële ontwikkelingen besproken worden en indien gewenst adviseert het overleg hierover aan de Partijen.
4. Het overleg bedoeld in het eerste lid voorziet in zijn eigen werkwijze. Voor de uitvoering van de Regio Deal Zuid- en Oost Drenthe maakt het overleg hiertoe nadere werkafspraken en legt deze vast. LNV voert samen met de Regio het secretariaat van dit overleg.
4. Monitoring, evaluatie en communicatie Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe
Artikel 7 – Monitoring en evaluatie
1. Partijen delen het in artikel 6 bedoelde overleg gegevens en documenten over de uitvoering van de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe en informeren elkaar in dat overleg in elk geval over de haalbaarheid van voorgenomen initiatieven en projecten in het kader van de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe en de voortgang van lopende initiatieven en projecten in het kader van de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe.
2. Monitoring van de uitvoering van de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe als geheel aan de hand van informatie-uitwisseling als bedoeld in het eerste lid vindt door Partijen plaats op drie niveaus:
a. op het niveau van de inhoudelijke realisatie van concrete programma’s en uitputting
van de beschikbare gezamenlijke financiële bijdragen;
b. op het niveau van de in artikel 3 afgesproken beoogde resultaten en indicatoren;
c. op het niveau van de in artikel 5, eerste lid,1 genoemde indicatieve verdeling van de gezamenlijke financiële inzet van middelen.
3. De uitkomsten van de monitoring hebben als doel inzicht te bieden in het verloop en de resultaten van de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe alsmede de Regio Envelop in zijn geheel. De monitoring heeft niet ten doel eenzijdig vanuit het Rijk (financiële) consequenties te kunnen verbinden aan de uitkomsten.
4. Partijen zijn voornemens om op basis van deze monitoring, onder leiding van de Regio éénmaal per jaar een voortgangsrapportage op te stellen over het daarvoor voorafgaande jaar. Hierin wordt melding gemaakt van:
a. de programmatische aanpak van de in artikel 2 genoemde doelen;
b. de voortgang van het doelbereik in relatie tot de in artikel 3 afgesproken beoogde resultaten;
c. de financiële realisatie van de uitvoering van de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe op het niveau van de in artikel 2 genoemde doelen. Indien een voortgangsrapportage (in concept) wordt opgesteld is het voornemen dit te bespreken in het in artikel 6 bedoelde overleg.
5. De Regio kan met de jaarlijkse voortgangsrapportage de Provinciale Staten en de gemeenteraden informeren. LNV gebruikt die rapportage als input voor de jaarlijkse voortgangsrapportage van alle Regio Deals voor de Tweede Kamer.
6. Partijen zijn voornemens om vanaf 2019 op vaste momenten met elkaar in overleg te treden op basis van de monitoring en jaarlijkse voortgangsrapportages.
7. Partijen spreken af dat de Regio de uitvoering en werking van de Regio Deal Zuid- en Oost- Drenthe evalueert en daarvan een eindevaluatie opmaakt conform de in het tweede lid onder a. tot en met c. genoemde onderdelen.
8. Ten behoeve van de evaluatie van de Regio Portefeuille voert het Planbureau voor de Leefomgeving een lerende evaluatie uit. De Regio kan hier desgewenst in participeren.
9. Ten behoeve van de monitoring van de arrangementen voor besluitvorming, afstemming, samenwerking, en meer in het algemeen sturing, die nodig zijn voor het uitvoeren van de Regio Deals, op regionaal en op Rijksniveau hebben het ministerie van BZK en LNV een Monitoringstraject Governance opgezet. De Regio kan hier desgewenst in participeren.
Artikel 8 – Communicatie
1. Partijen communiceren eensluidend over de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe. Hiertoe wordt gewerkt met een nog te formuleren en vast te stellen kernboodschap.
2. De communicatie over de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe verloopt via de bestaande kanalen van zowel regio als Rijk. Dit geldt voor het programma als geheel maar ook voor de afzonderlijke projecten. Er wordt een gezamenlijk communicatieplan opgesteld en afgestemd in het secretariaat van het overleg, zoals bedoeld in artikel 6, vierde lid.
3. Projecten die onderdeel vormen van de realisatie van de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe worden in de communicatie gevraagd kenbaar te maken dat het project onderdeel is van de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe.
5. Slotbepalingen
Artikel 9 – Uitvoering in overeenstemming met Unierecht
De afspraken van deze Regio Deal worden in overeenstemming met het recht van de Europese Unie uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.
Artikel 10 - Gegevensuitwisseling
1. De in het kader van (de uitvoering van) deze Regio Deal uitgewisselde dan wel uit te wisselen informatie is in beginsel openbaar. Indien een Partij verzoekt om geheimhouding zullen de overige Partijen deze informatie in beginsel geheim houden en deze geheel noch gedeeltelijk aan enige derde bekendmaken, behoudens voor zover een verplichting tot openbaarmaking voortvloeit uit de wet, een rechterlijke uitspraak of deze Regio Deal.
2. Het Rijk zet zich in om overheidsdata – van onder meer andere departementen en hun uitvoeringsorganisaties - óver Drenthe en Overijssel waar mogelijk ter beschikking te stellen aan de partijen in de regio Zuid- en Oost- Drenthe. Het gaat om een inspanningsverplichting waarbij elke keer gekeken zal worden of en hoe gegevens beschikbaar kunnen komen.
3. Partijen dragen er zorg voor dat concurrentiegevoelige en/of privacy gevoelige informatie uitsluitend wordt gedeeld voor zover dit in overeenstemming is met de relevante internationale, Europese en nationale wettelijke kaders. Zij kunnen hiertoe nadere afspraken vastleggen.
Artikel 11 - Wijzigingen
1. Elke Partij kan schriftelijk verzoeken deze Regio Deal te wijzigen als er sprake is van bijzondere feiten en omstandigheden die een partij dwingen tot een andere uitvoering van haar aandeel in de Regio Deal. De wijziging behoeft de instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen vier weken nadat een Partij het verzoek tot wijziging heeft kenbaar gemaakt aan het secretariaat van het overleg, zoals bedoeld in artikel 6, vierde lid. Het secretariaat informeert de overige Partijen uit de Regio over de voorgestelde wijziging en vraagt hen om instemming.
3. Nadat alle Partijen (Rijk en Regio) aan het secretariaat van het overleg zoals bedoeld in artikel 6, lid 4, schriftelijk of per e-mail kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot wijziging wordt de wijziging en de verklaringen tot instemming als bijlage aan deze Regio Deal gehecht.
Artikel 12 - Toetreding nieuwe partijen
1. Er kunnen nieuwe partijen toetreden tot deze Regio Deal, die een betekenisvolle/concrete bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van de doelstellingen van deze Regio Deal.
2. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding met daarin opgenomen haar concrete bijdrage/actie/inzet zoals bedoeld in het eerste lid schriftelijk of per e-mail bekend aan het secretariaat van het overleg, zoals bedoeld in artikel 6, vierde lid. Het overleg adviseert hierover, waarna Partijen vervolgens besluiten.
3. Zodra alle Partijen schriftelijk of per e-mail via secretariaat hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij hiervan schriftelijk bericht waarbij ook de eventuele voorwaarden en consequenties (financiële, juridische, organisatorische en projectgebonden gevolgen) die hieraan verbonden zijn gemeld worden.
4. Het verzoek tot toetreding en de verklaringen tot instemming worden als bijlagen aan de Regio Deal gehecht.
Artikel 13 - Uittreding
1. Indien een der Partijen zelf uit de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe wil treden, dan kan deze Partij haar verzoek tot uittreding, met motivatie, schriftelijk bekend maken aan de het secretariaat van het overleg, zoals bedoeld in artikel 6, vierde lid. De Regio kan onderling uittredingsafspraken maken, waarop het Rijk de Regio niet kan aanspreken en vice versa.
2. Op kosten van de uittredende Partij worden voorafgaand aan de uittreding de consequenties van de uittreding voor de uitvoering van de Regio Deal in brede zin inzichtelijk gemaakt (financiële, juridische, organisatorische en projectgebonden gevolgen.
3. In geval van uittreding van een of meerdere Partijen is geen van de andere Partijen jegens de andere Partij(en) schadeplichtig.
4. Zodra alle Partijen schriftelijk of per e-mail via secretariaat hebben ingestemd met het verzoek en proces tot uittreding, verliest de uittredende partij de status van Partij van de Regio Deal en zijn de voor die Partij uit deze Regio Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen niet meer van toepassing.
5. Wanneer een Partij uittreedt, blijft deze Regio Deal voor de overige Partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.
6. Wanneer alle Partijen uittreden, eindigt deze Regio Deal voor alle Partijen.
7. Het verzoek tot uittreding en de verklaringen tot instemming worden als bijlagen aan de Regio Deal gehecht.
Artikel 14 - Geschillenbeslechting
1. Er is sprake van een geschil indien een van de Partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere Partijen, waarna de geschilpartijen binnen 20 werkdagen na een zodanige melding eerst met elkaar in overleg treden om te bezien of in der minne een oplossing van het geschil kan worden gevonden. Zij informeren de het secretariaat van het overleg, zoals bedoeld in artikel 6, vierde lid over het resultaat hiervan.
2. Indien het minnelijk overleg niet binnen twee maanden leidt tot een oplossing van het geschil kunnen de Partijen overeenkomen om het geschil te laten beslechten door een advies van een onafhankelijk adviseur die door hen gezamenlijk wordt benoemd.
3. Indien het onmogelijk is gebleken het geschil met behulp van de adviseur zoals bedoeld in het tweede lid op te lossen kan een van de geschilpartijen of kunnen alle geschilpartijen zoals bedoeld in het eerste lid, uit deze Regio Deal treden of kunnen alle Partijen in overeenstemming met elkaar deze Regio Deal beëindigen, beide met inachtneming van artikel 13 van dit convenant.
Artikel 15 - Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Regio Deal Zuid- en Oost Drenthe niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 16 - Citeertitel
Deze Regio Deal kan worden aangehaald als Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe.
Artikel 17 – Inwerkingtreding
1. Deze Regio Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en eindigt op 31 december 2023.
2. Partijen treden uiterlijk juli 2023 met elkaar in overleg over een verlenging van deze Regio Deal Zuid- en Oost Drenthe.
Artikel 18 - Openbaarmaking
1. Deze Regio Deal wordt samen met andere afgesloten Regio Deals openbaar gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Regio Deals.
2. Het Rijk rapporteert over de Regio Portefeuille, alsmede de hieruit voortvloeiende Regio Deals naar de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
3. Provincies informeren Provinciale Staten over de Regio Deal.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend,