ALGEMEEN KREDIETREGLEMENT VAN AION NIET ONDERWORPEN AAN BOEK VII
ALGEMEEN KREDIETREGLEMENT VAN AION NIET ONDERWORPEN AAN BOEK VII
« BETALINGS- EN KREDIETDIENSTEN » IN HET WETBOEK VAN ECONOMISCH
RECHT (Uitgave 10/2019)
Artikel 1
Dit reglement regelt, behoudens schriftelijke afwijkingen, de zakenrelaties inzake kredieten tussen:
• Aion ("de bank") of elke rechthebbende van laatstgenoemde;
• de begunstigde(n) van een krediet, dit wil zeggen van gelijk welke faciliteiten ("de kredietnemer");
• elke (alle) persoon (personen) die ten gunste van de bank zekerheden heeft (hebben) gesteld ("derde garant").
De termen "kredietnemer" of "derde garant" kunnen slechts naar één van de medekredietnemers of derde garanten verwijzen. De term "zekerheid" geldt in de meest ruime zin en slaat met name op elke verbintenis waarmee de bank rekening hield voor de toekenning of de handhaving van het krediet.
TOTSTANDKOMING VAN HET KREDIET
Artikel 2
De bepalingen, voorwaarden en modaliteiten van het krediet vloeien voort uit geschriften ondertekend door de Bank en de kredietnemer.
Het krediet mag in principe niet leiden tot een overschrijding.
Een tolerantie van de Bank terzake, meer in het bijzonder in de toepassing van de bepalingen, voorwaarden en modaliteiten van het krediet, vestigt geen recht ten gunste van de kredietnemer en houdt geen verzaking in van een recht door de Bank.
Artikel 3
Het krediet wordt pas ter beschikking gesteld wanneer alle voorwaarden zijn verenigd, de bank in het bezit is van de ondertekende kredietopenings- of verhogingsbrief of -overeenkomst, alle overeengekomen formaliteiten en samenstelling en tegenstelbaarheid aan derden van de zekerheden zijn vervuld.
De Bank heeft het recht zowel het principe als de modaliteiten van haar medewerking te herzien indien zij het akkoord van de kredietnemer met betrekking tot de beschikkingen van de kredietopenings- of verhogingsbrief of overeenkomst, niet ontvangt binnen de vijftien dagen volgend op de datum van deze brief of overeenkomst, alsook indien de vereiste zekerheden niet gesteld werden binnen de twee maanden volgend op diezelfde datum.
Het feit dat de bank geen gebruik maakt van hoger vermelde rechten bij het verstrijken van vermelde termijnen, is louter een tolerantie en kan niet worden ingeroepen als recht ten voordele van de kredietverlener, noch als een verzaking van de bank om later van deze rechten gebruik te maken.
Zolang de voorwaarden van alinea 1 van onderhavige bepaling niet zijn voldoen, kan de bank elke kredietverrichting op elk moment en zonder verantwoording weigeren en/of de onmiddellijke aanzuivering van de lopende kredietverbintenissen eisen.
Artikel 4
De Bank kan op elk ogenblik, zonder de kredietnemer hiervan op de hoogte te brengen en zonder dat dit leidt tot schuldvernieuwing, elke verbintenis van de kredietnemer, al dan niet voorafgaand aan het krediet en al dan niet opeisbaar, met inbegrip van deze aangegaan ten gunste van derden, aanrekenen op het krediet.
RENTETARIEVEN EN PROVISIES
Artikel 5
5.1 Behoudens andersluidende dwingende wettelijke beschikkingen gebeurt de berekening van de rente volgens de gebruiken1. Het aldus berekende bedrag zal verschuldigd zijn en de betaling ervan zal moeten gebeuren vrij van elke belasting, taks of inhouding van gelijk welke aard.
De conventionele rente- en provisievoorwaarden zijn, in zoverre toegestaan door de wet, van rechtswege en zonder ingebrekestelling, van toepassing tot de volledige terugbetaling van het krediet; in geval van niet-terugbetaling van een opeisbaar bedrag binnen de 30 dagen, kan de bank de rentevoet van toepassing op dit bedrag, met maximaal 2 % per jaar verhogen voor niet-gerechtelijke invorderingskosten.
Op elk debetsaldo dat de toegestane limieten overschrijdt, zal intrest verschuldigd zijn tegen een percentage van maximaal 2
% per maand waarvan de kredietnemer op de hoogte wordt gebracht bij de periodieke afsluitingen.
Behalve voor de lopende termijnkredieten, kan de bank de rente- en provisievoorwaarden en modaliteiten voor de toekomst op elk ogenblik wijzigen mits eenvoudig bericht aan de kredietnemer.
Deze wijzigingen treden in voege op de datum van het bericht. In het kader van hypothecaire kredieten tasten deze wijzigingen het uitvoerbaar karakter van de akte en van de erin bedongen rente- en provisievoorwaarden niet aan, voor zover zij de toestand van de kredietnemer zoals ze bepaald is in de vermelde akte niet verzwaren.
5.2 De bank kan, alle bijkomende kosten of lasten voor alle willekeurige verrichtingen die zouden voortspruiten uit gelijk welke maatregel, van welke aard ook, die haar door gelijk welke overheid zou worden opgelegd, aan de kredietnemer aanrekenen, mits bericht aan laatstgenoemde. In dat geval heeft de kredietnemer het recht om de kredietovereenkomst op te zeggen via aangetekend schrijven aan de bank, binnen de kalendermaand volgend op hoger vermelde betekening en om dit krediet terug te betalen. Indien de kredietnemer van deze mogelijkheid gebruik maakt, vergoedt hij de bank voor het verlies dat deze eventueel maakt ingevolge deze terugbetaling, ten belope van het verschil tussen (a) de rente die de bank op het terugbetaalde bedrag zou hebben ontvangen tot de volgende contractuele herziening van de rentevoet of bij gebrek daaraan, tot de vervaldatum van het krediet en (b) de rente die zij zal ontvangen ingevolge de herbelegging van dit bedrag voor één van beide perioden vermeld onder (a). Voor de berekening van de herbeleggingsvergoeding verwijzen we naar de specifieke reglementen en wetten: ‘Speciaal lastenboek en speciale voorwaarden betreffende de investeringskredieten’ van Aion; en boek VII “Betalings- en kredietdiensten” in het Wetboek van economisch recht.
Het bericht waarvan sprake in voorgaande alinea vermeldt enerzijds de beoogde bijkomende kosten of lasten en anderzijds het bedrag van het verlies dat de Bank eventueel zou lijden indien de kredietnemer zou beslissen het betrokken krediet op te zeggen en terug te betalen.
5.3 In geval van wijziging die gevolgen heeft voor de samenstelling en/of de definitie van de referentierentevoet/-index waarnaar een overeenkomst verwijst, alsook in geval van verdwijning van deze referentierentevoet/-index en vervanging door een gelijkaardige of gelijkwaardige referentierentevoet/-index, alsook in geval van wijziging die gevolgen heeft voor de instelling die deze referentierentevoet/- index publiceert of voor de modaliteiten van deze publicatie, of in geval van wijziging van de berekeningsbasis van deze referentierentevoet/-index, wordt voor zover nodig gepreciseerd dat de referentierentevoet/-index die voortvloeit uit deze wijziging of deze vervanging, van rechtswege op de betrokken overeenkomst van toepassing zal zijn. Bij ontstentenis hiervan, zal de naar het oordeel van de bank meest verwante referentierentevoet/-index rekening houdend met de marktpraktijken, van rechtswege toepassing vinden.
REKENING-COURANT
Artikel 6
6.1 De kredieten worden, in beginsel, gerealiseerd in rekening-courant.
1 Op de datum van onderhavig reglement gebeurt de berekening op basis van het exact aantal dagen van de berekeningsperiode gedeeld door 360.
Ongeacht de aard ervan en de voorwaarden die erop van toepassing zijn, vormen de verschillende rekeningen met credit - of debetsaldo, in gelijk welke munt of rekeneenheid, geopend op naam van de Cliënt in de boeken van de Bank bij één of meer van haar zetels in België of in het buitenland, rubrieken van één enkelvoudige en ondeelbare rekening, voor zover dwingende wettelijke bepalingen zich daar niet tegen verzetten.
Indien de klant in gebreke blijft om eender welke verbintenis jegens de bank na te komen, kan deze laatste via een eenvoudige kennisgeving en voor zover de dwingende wettelijke bepalingen het niet beletten, transfers uitvoeren van de ene naar de andere rekening, van creditsaldo naar debetsaldo, onder saldo wordt hier begrepen: debetstand of creditstand.
Die transfers worden verwezenlijkt in euro, desgevallend na omzetting van de andere munten en rekeneenheden op basis van de wettelijke koers of van de marktkoers op de bankwerkdag van de transfer.
De bank is gemachtigd om - op elk ogenblik en niettegenstaande elke procedure van insolventie, inbeslagneming of gelijkgerechtigdheid, binnen de door de wet opgelegde beperkingen - alle schuldvorderingen, al dan niet opeisbaar, in gelijk welke munt of rekeneenheid, die zij bezit ten laste van de klant, te verrekenen met alle schuldvorderingen, al dan niet opeisbaar, in gelijk welke munt of rekeneenheid, van de klant ten overstaan van de bank.
De Cliënt kent de Bank het recht toe te bepalen welke schuldvorderingen het voorwerp zullen uitmaken van de verrekening.
De boeking van die verrekening wordt verwezenlijkt in euro, desgevallend na omzetting van de andere munten en rekeneenheden op basis van de wettelijke koers of van de marktkoers op de bankwerkdag van de verrekening.
6.2 Behoudens schriftelijke betwisting binnen de 15 dagen vanaf de datum van mededeling, in welke vorm deze ook moge geschieden, van de rekeningtoestand, wordt deze laatste beschouwd als zijnde onbetwistbaar en onherroepelijk goedgekeurd door de kredietnemer.
LOOPTIJD VAN HET KREDIET
Artikel 7
Indien de looptijd van het krediet niet beperkt is, kan de bank op ieder ogenblik en zonder rechtvaardiging, op een papieren drager (aangetekend schrijven met of zonder ontvangstbewijs, een eenvoudige brief, een faxbericht, ...) of elke andere duurzame drager met ingang vanaf het ogenblik van verzending ervan, er geheel of gedeeltelijk een einde aan stellen of de gevolgen ervan geheel of gedeeltelijke schorsen, mits een opzeggingstermijn van 15 dagen voor het gebruikte gedeelte van het krediet en zonder opzeggingstermijn voor het niet-gebruikte gedeelte.
Vanaf het begin van de opzeggingstermijn zal de kredietnemer het krediet nog slechts kunnen aanwenden ten belope van het bedrag van het krediet dat tijdens deze periode is terugbetaald en voor zover de vervaldag van de nieuwe aanwending de vervaldatum van de opzeggingstermijn niet overschrijdt.
Tijdens de opzeggingstermijn behoudt de Bank het recht artikel 8 toe te passen.
Artikel 8
Ongeacht of de looptijd van het krediet al dan niet beperkt is, kan de bank, met een papieren drager (aangetekend schrijven met of zonder ontvangstbewijs, een eenvoudige brief, een faxbericht, ...) of elke andere duurzame drager, welke gevolgen hebben vanaf het ogenblik van hun verzending, en zonder opzegging, geheel of gedeeltelijk de gevolgen van het krediet schorsen of er geheel of gedeeltelijk een einde aan stellen en, in dit laatste geval, de vrijgave eisen van de verbintenissen die zij aanging onder de verantwoordelijkheid van de kredietnemer alsook de onmiddellijke terugbetaling van de verbintenissen van de kredietnemer, met dien verstande dat deze vrijgave en terugbetaling in geval van een vermindering van het krediet, beperkt zijn tot de verbintenissen die het van kracht blijvende bedrag overschrijden:
a) in geval van tekortkoming van de kredietnemer aan een wettelijke, reglementaire of conventionele verplichting die voortvloeit uit het krediet of er betrekking op heeft, of aan een wettelijke of reglementaire verplichting met betrekking tot zijn statuut, zijn rechtsvorm of zijn activiteit;
b) indien de kredietnemer of een bestuurder in rechte of in feite van de kredietnemer, uit welke hoofde ook betrokken is bij verrichtingen welke als abnormaal of onregelmatig gelden op grond van de algemeen aanvaarde gebruiken en praktijken, of onvolledige of onjuiste verklaringen aflegt, meer in het bijzonder wat de actief- en
passiefbestanddelen van zijn vermogen betreft; indien een criminele of correctionele vervolging werd geopend tegen de kredietnemer of een bestuurder in rechte of in feite van de kredietnemer die zou kunnen uitlopen op een veroordeling tot een criminele of correctionele straf;
c) indien de kredietnemer zich in een toestand in rechte of in feite bevindt of kenbaar maakt dat hij daarin zich zal bevinden, die staking van betaling inhoudt of die zijn solvabiliteit of het voortbestaan van zijn onderneming in gevaar brengt; indien hem het beheer van zijn goederen, zelfs gedeeltelijk, wordt ontnomen;
d) indien een aanvraag tot gerechtelijk akkoord van de kredietnemer wordt verworpen; indien de kredietnemer niet langer voldoet aan de voorwaarden voor een gerechtelijk akkoord; indien de rechtbank een definitieve opschorting van betaling niet toestaat; indien een einde wordt gesteld aan de voorlopige of definitieve opschorting; indien de bank of gelijk welke andere schuldeiser, de volle uitoefening van zijn rechten herwint;
e) in geval van niet-naleving, verschuiving van vervaldag of vervroegde opeisbaarheid van verbintenissen ten overstaan van de bank of van gelijk welke andere schuldeiser;
f) in geval van stopzetting of wijziging, zelfs gedeeltelijk, van de activiteit van de kredietnemer; indien het louter voornemen daartoe wordt geuit; indien zich een gebeurtenis voordoet die op korte termijn tot één van deze situaties zou kunnen leiden;
g) indien uit de jaarrekening, een boekhoudkundige staat, een raming van het vermogen of een expertise blijkt dat het nettoactief van de kredietnemer of van de groep bedrijven waarvan de rekeningen worden geconsolideerd en waartoe hij behoort, vergeleken met de meest recente al dan niet gepubliceerde jaarrekeningen, met meer dan één vierde in waarde daalde of in diezelfde mate verloren ging of onbeschikbaar werd; indien zich een gebeurtenis voordoet die op korte termijn tot één van deze situaties zou kunnen leiden;
h) in geval van verdwijning, waardevermindering of volledige of gedeeltelijke onbeschikbaarheid van een zekerheid die aan de bank werd verleend of van het vermogen van de kredietnemer (meer in het bijzonder in geval van beslaglegging), alsook in geval van toekenning van een recht, last of zekerheid ten gunste van een derde op dit vermogen of een gedeelte ervan; in geval van inwerkingstelling van een clausule van eigendomsvoorbehoud door een leverancier; indien zich een gebeurtenis voordoet die, naar het oordeel van de bank, op korte termijn tot één van deze situaties zou kunnen leiden;
i) indien een zekerheid met een bepaalde duur uiterlijk één maand vóór de vervaldag niet wordt hernieuwd;
j) indien het vermogen van de kredietnemer volgens de bank onvoldoende verzekerd is; ingeval van opheffing, zelfs tijdelijk, van de gevolgen van een verzekeringspolis waarvan het voordeel middels een overdracht of inpandgeving aan de bank werd toegekend of die een goed dekt dat het voorwerp uitmaakt van een verbintenis in het voordeel van de bank;
k) indien de derde garant zijn verbintenissen ten overstaan van de bank niet nakomt, zijn verbintenis herroept of zich bevindt in één van de gevallen vermeld in dit artikel;
l) bovendien, indien de kredietnemer een natuurlijke persoon is:
• in geval van overlijden;
• in geval van onbekwaamverklaring, het aanduiden van een gerechtelijke raadsman of gelijk welke andere wettelijke onbekwaamheid;
• in geval van wijziging van zijn huwelijksvermogensstelsel;
• in geval van ontbinding van de gemeenschap, in geval van aanvraag tot gerechtelijke scheiding van goederen, in geval van het instellen van een procedure tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed;
• in geval van collectieve schuldbemiddeling;
m) bovendien, indien de kredietnemer een rechtspersoon is:
• in geval van wijziging van de vorm van de vennootschap of de vereniging, in geval van ontbinding, vereffening, fusie, opslorping of splitsing;
• in geval van kapitaalvermindering;
• indien de huidige meerderheidsaandeelhouders de meerderheid van de stemrechten verliezen of indien de kredietnemer ten overstaan van zijn huidige hoofdaandeelhouder niet langer een verbonden onderneming is of een onderneming waarmee een band van participatie, in de betekenis van het boekhoudrecht, bestaat;
• in geval van faillissement, aanvraag tot gerechtelijk akkoord of vereffening van de hoofdaandeelhouder;
• in geval van ernstig meningsverschil tussen bestuurders, zaakvoerders of vennoten;
• indien het een personenvennootschap betreft, in geval van terugtrekking van een vennoot.
n) in alle gevallen behoudt zich de Bank het recht voor, elke andere reden in te roepen, van aard haar vertrouwen aan het wankelen te brengen.
VERBINTENISSEN VAN DE KREDIETNEMER
Artikel 9
Indien het krediet wordt toegekend aan verscheidene kredietnemers, zijn laatstgenoemden jegens de Bank hoofdelijk gehouden voor alle verbintenissen die eruit voortvloeien. De vervallenverklaring van de termijn ten overstaan van één van hen geldt ten overstaan van allen.
Noch de definitieve opschorting die een medekredietnemer vraagt of die wordt toegekend aan één onder hen, noch de verschoonbaarheidsverklaring van een medekredietnemer komen de andere medekredietnemers ten goede.
Ongeacht of aan het krediet een einde werd gesteld, zijn de erfgenamen en rechthebbenden van de kredietnemer hoofdelijk en ondeelbaar gehouden voor alle verbintenissen die eruit voortvloeien, met inbegrip van de verrichtingen aangevat door de kredietnemer, maar nog niet geboekt of uitgevoerd.
Artikel 10
De kredietnemer zal de bank op haar eerste verzoek alle inlichtingen bezorgen die zij nodig acht voor de beoordeling van zijn economische, financiële en vermogenstoestand.
Daarenboven verbindt hij zich ertoe de bank op spontane wijze kennis te geven van elk feit dat van aard is op betekenisvolle wijze deze toestand te beïnvloeden, meer in het bijzonder van elke lopende of aan te vatten gerechtelijke procedure en van elke gebeurtenis bedoeld in artikel 8 of bij overschrijding.
Bovendien kan de bank te allen tijde en op kosten van de kredietnemer:
• zonder aansprakelijkheid harentwege, een onderzoek van deze toestand uitvoeren of laten uitvoeren door deskundigen die ze aanduidt;
• bij gelijk welke derde inlichtingen inwinnen voor dergelijke beoordeling.
OVERDRACHT - INDEPLAATSSTELLING
Artikel 11
De Bank heeft het recht haar rechten die voortvloeien uit de kredietovereenkomst, geheel of gedeeltelijk over te dragen en een derde geheel of gedeeltelijk in deze rechten te subrogeren. De kredietnemer aanvaardt deze overdracht en deze subrogatie.
TERUGBETALING
Artikel 12
Het bestaan en het bedrag van de schuldvordering van de Bank worden op voldoende wijze vastgesteld door de door haar opgemaakte afrekening. Op de dag waarop het krediet een einde neemt, wordt de rekening afgesloten en het eventuele debetsaldo ervan wordt van rechtswege en zonder ingebrekestelling opeisbaar. Dit saldo zal worden verhoogd met de eventuele verbintenissen die voortvloeien uit aangevatte maar nog niet geboekte verrichtingen.
Vanaf de afsluiting van de rekening kan de Bank, zonder afstand te doen van haar rechten, de boeking van de rente en provisies schorsen, alsmede, eventueel, de terbeschikkingstelling van rekeningafschriften aan de kredietnemer. De bank brengt laatstgenoemde op eenvoudig verzoek op de hoogte van de toestand van zijn verbintenissen.
Artikel 13
In geval van beëindiging van het krediet worden alle bedragen die de Bank ten gunste van de kredietnemer ontvangt of die rechtstreeks aan de Bank worden gestort in haar hoedanigheid van schuldeiser van de kredietnemer, door haar aangerekend op de schuld of op dat gedeelte van de schuld welke zij eerst wenst aan te zuiveren.
Indien bepaalde verbintenissen nog niet eisbaar zijn, kan de Bank de aldus ontvangen of gestorte bedragen op een onderscheiden rekening op haar naam of op naam van de kredietnemer storten; deze bedragen worden alsdan aangewend als waarborg voor alle verbintenissen van de kredietnemer die voortvloeien uit de zakenrelaties tussen de Bank en de kredietnemer. In geval van schorsing van het krediet beschikt de Bank eveneens over deze mogelijkheid.
Indien de Bank aan een rangregeling of een verdeling deelneemt, doet zij dit voor het totale bedrag van haar schuldvordering; de toegekende dividenden komen eerst in mindering van de schuld of van het gedeelte van de schuld waarvan de aanzuivering op dat ogenblik het meest met het belang van de Bank strookt.
Geen enkele toestand, tenzij een wettelijke, kan de tegeldemaking van de zekerheden of één ervan, waartoe de Bank naar haar goeddunken wenst over te gaan, vertragen of schorsen, ongeacht of ze door de kredietnemer of een derde garant gesteld zijn.
DERDE GARANT
Artikel 14
Tot de volledige terugbetaling van de door hem gewaarborgde verbintenissen,
• erkent de derde garant dat alle wijzigingen aan de bepalingen, voorwaarden en modaliteiten van het krediet, ongeacht of dit opeisbaar is, en zelfs indien hij hiervan niet op de hoogte werd gebracht hem tegenstelbaar zijn;
• kan de derde garant, alsook zijn erfgenamen en rechthebbenden, door de bank op de hoogte worden gebracht van de toestand van de verbintenissen die hij waarborgt;
• dient de derde garant de bank, op haar eerste verzoek, alle inlichtingen te bezorgen die zij nodig acht voor de beoordeling van zijn economische, financiële en vermogenstoestand;
• ziet de derde garant ervan af zich te beroepen op de niet-naleving van de vereiste formaliteiten inzake handelspapier;
• zal de derde garant geen enkel bestanddeel van zijn vermogen waarop een zekerheid rust ten gunste van de bank, bezwaren met een zekerheid ten gunste van een derde; de term "zekerheid" wordt hierbij gebruikt in de betekenis vermeld onder artikel 1;
• verbindt de derde garant zich ertoe geen subrogatie in te roepen in de rechten van de bank en geen willekeurig verhaa1 uit te oefenen op de kredietnemer of op een andere derde garant uit hoofde van betalingen aan de bank.
De Bank zal artikel 8 kunnen toepassen indien de derde garant zijn verbintenissen ten overstaan van de Bank niet nakomt, zijn verbintenis herroept of zich bevindt in één van de gevallen die in genoemd artikel worden opgesomd.
De vervallenverklaring van de termijn ten overstaan van de kredietnemer geldt ten overstaan van de derde garant.
Onverminderd de artikelen 2043bis tot 2043octies van het Burgerlijk wetboek en 82 van de wet op de faillissementen, komen noch het uitstel dat de schuldenaar vraagt of dat hem wordt toegekend, noch de verschoonbaarheidsverklaring ten goede van de derde garant.
Vanaf de ingebrekestelling, die kan gebeuren per aangetekende brief, van de derde garant die een persoonlijke zekerheid heeft verschaft, zullen op het gevorderde bedrag, verhoogd met de inningskosten, van rechtswege interesten en provisies verschuldigd zijn tegen de tarieven die eisbaar zijn jegens de kredietnemer.
BORGSTELLINGEN EN WAARBORGEN
Artikel 15
De borgstellingen en waarborgen die door de Bank of door een derde volgens haar instructies worden gesteld, vallen onder de volledige verantwoordelijkheid van de kredietnemer. Deze verantwoordelijkheid blijft gehandhaafd zolang de Bank niet wordt bevrijd van elke verbintenis die voortvloeit uit de betrokken borgstelling of waarborg (de bevrijding gebeurt hetzij automatisch op de vervaldatum, hetzij in de landen die geen vervaldatum aanvaarden, wanneer de begunstigde de Bank uitdrukkelijk bevrijdt).
De Bank is op onherroepelijke wijze ertoe gemachtigd haar verbintenis uit te voeren, volgens de bedongen voorwaarden, op het eerste verzoek van de begunstigde of van de derde.
Wanneer de verbintenis van de Bank het karakter heeft van een borgstelling, zien de kredietnemer en de derde garant ervan af zich te beroepen op de bepalingen van artikel 2031 van het Burgerlijk Wetboek (2).
Indien de verbintenis van de Bank van onafhankelijke aard is (abstract), verbindt de kredietnemer zich ertoe zich niet te beroepen op een uitzondering gebaseerd op zijn verhoudingen met de begunstigde.
De kredietnemer dient zonder verwijl alle bedragen terug te betalen die de bank in uitvoering van haar verbintenis heeft betaald; de bank mag de rekening van de kredietnemer hiervoor debiteren zonder dat deze vooraf ingelicht wordt.
Indien de rekening na deze debetverrichting een overschrijding kent, wordt deze onderworpen aan intresten.
ACCEPTKREDIETEN
Artikel 16
Op de vervaldag van de accepten die door de Bank onderschreven werden, zal laatstgenoemde de rekening van de kredietnemer debiteren voor het bedrag nodig voor de betaling ervan.
Elk accept zal evenwel onmiddellijk opeisbaar worden in alle gevallen waarin de kredietnemer bedragen ontvangt afkomstig van hetzij exportverrichtingen gefinancierd door het accept, hetzij de wederverkoop van de goederen waarvan de invoer door het accept gefinancierd werd, alsook in het geval van terugkeer in België van het geheel of een gedeelte van de goederen waarvan de export door het accept gefinancierd werd.
Bovendien kan de Bank de door haar onderschreven accepten opeisbaar stellen indien zich één van de gevallen voordoet voorzien in artikel 8 en dit afgezien van het feit of de Bank al dan niet gebruik maakt van haar recht om het krediet geheel of gedeeltelijk te schorsen of het geheel of gedeeltelijk te beëindigen.
In voornoemde gevallen van vervroegde opeisbaarheid, kan de Bank de rekening van de kredietnemer debiteren voor het bedrag van de accepten; de kredietnemer verbindt zich ertoe zijn rekening hiervoor van voldoende dekking te voorzien.
De kredietnemer verbindt zich ertoe, behoudens uitdrukkelijk akkoord van de Bank dat de financiering via accepten niet gepaard gaat met enig overbruggings- of verlengingskrediet dat de vervaldatum van de accepten rechtstreeks of onrechtstreeks verlengt.
De invoer- of uitvoerbewijzen die de autoriteiten vragen, moeten steeds aan de accepten worden toegevoegd.
De bank heeft het recht om de kredietnemer te vragen om een wisselbrief voor te leggen die bij wijze van zekerheid bij de bank wordt geëndosseerd en die getrokken is op de buitenlandse koper.
KREDIETEN IN VREEMDE MUNTEN OF IN REKENEENHEDEN
Artikel 17
Afgezien van de mogelijkheid waarover zij krachtens artikel 8 beschikt, kan de bank elk krediet aanwendbaar in vreemde munten of in rekeneenheden, zonder opzegging schorsen of beëindigen:
• indien zij deze munten of rekeneenheden niet kan bekomen op de markt;
• indien zij haar verplichtingen niet verder mag of kan nakomen;
• indien maatregelen opgelegd door gelijk welke overheid, voor haar nadelige gevolgen zouden kunnen meebrengen op het vlak van de inzameling of de wederbelegging ervan;
en dit ongeacht de reden voor het ontstaan van deze omstandigheden.
De kredietnemer zal in geen enkel geval aanspraak kunnen maken op enige vergoeding.
VOORZIENING - PAND
Artikel 18
Alle documenten, effecten, tegoeden, schuldvorderingen, goederen, waardepapieren en handelspapieren en speciën, zelfs in bewaring gegeven in een safe of in een verzegelde enveloppe, die door de cliënt aan de Bank toevertrouwd werden of voor rekening van deze, voor eender welke reden, vormen van rechtswege een ondeelbaar en voorkeurspand ten gunste van de Bank.
Ter dekking van haar risico, zoals zij het evalueert, voortspruitend uit alle rechtstreekse of onrechtstreekse, zelfs voorwaardelijke of eventuele, verbintenissen van de kredietnemer, kan de Bank te allen tijde automatisch de rekening van de kredietnemer debiteren ten belope van het bedrag nodig hetzij voor de stijving, in uitvoering van de voormelde inpandgeving, van een onderscheiden rekening op naam van de kredietnemer, hetzij voor de aanleg van een voorziening in een onderscheiden rekening op naam van de Bank.
KOSTEN
Artikel 19
Alle kosten, rechten en honoraria voortvloeiend uit de kredietovereenkomst en de gevolgen ervan, zijn ten laste van de kredietnemer.
Meer in het bijzonder en onverminderd hetgeen bepaald is in artikel 1023 van het Gerechtelijk Wetboek, kan de Bank, op basis van geëigende bewijsstukken, de kredietnemer de kosten ten laste leggen die zij oploopt of uitgeeft ingevolge welkdanige gerechtelijke procedure ook betreffende de kredietnemer of een derde garant.
SOMMEN DIE DE KLANT VERSCHULDIGD IS
Artikel 20
De Cliënt verleent de Bank de toestemming om zijn rekening automatisch te debiteren, met naleving van de dwingende wettelijke bepalingen, voor alle bedragen die hij haar uit welken hoofde ook verschuldigd zou zijn, o.a. uit hoofde van intresten, provisies, kosten, vergoedingen of belastingen.
Indien aldus een onregelmatige debetsituatie ontstaat op zijn rekening, verbindt de Cliënt zich ertoe die onmiddellijk aan te zuiveren zonder voorafgaandelijke ingebrekestelling.
BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSFEER
Artikel 21
De bank verwerkt alle gegevens betreffende natuurlijke personen die in de kredietovereenkomst staan, alsook deze die de bank eventueel inzamelt bij het gebruik of de terugbetaling van het krediet, in overeenstemming met de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en zijn uitvoeringsbesluiten, met het oog op hun gebruik voor de verwerking van alle aanvragen van verrichting(en) en, desgevallend, hun uitvoering waarvoor de klant of een derde ten voordele van de klant de opdracht geeft. Verdere informatie vindt u in ons Algemeen Reglement van de Verrichtingen en meer bepaald in art. 5 Bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
De Bank is gehouden tot beroepsdiscretie.
Zij brengt de klant er evenwel van op de hoogte dat zij zich niet kan onttrekken aan het meedelen van inlichtingen die op de klant betrekking hebben, wanneer die mededeling haar wordt opgelegd door een Belgische of buitenlandse wettelijke of reglementaire bepaling en, meer in het bijzonder, wanneer die mededeling gevorderd wordt door een gerechtelijke of administratieve overheid of door een instelling belast met de controle van de bankactiviteit in België of in het buitenland. Door aanvaarding van het Reglement aanvaarden de klant en de derde garant het voorgaande uitdrukkelijk.
Door een relatie aan te gaan met de bank aanvaarden de klant en de derde garant ook dat alle inlichtingen en gegevens, nodig of nuttig voor de goede afhandeling van zijn verrichtingen met de financiële instellingen, worden geregistreerd in de databanken van de bank en haar dochtermaatschappijen evenals de databanken van derden van wie de tussenkomst bij deze verrichtingen nodig of nuttig is. Inzake krediet of vertraging van betaling kunnen bepaalde gegevens van de klant bovendien opgenomen worden in de kredietcentrales van de Nationale Bank van België en dat, ter naleving van de vigerende juridische bepalingen en in het bijzonder degene die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer regelen.
Geen enkele wettelijke bepaling houdt een verplichting in om te antwoorden op de door de Bank gestelde vragen. Het niet beantwoorden van deze vragen kan, naargelang het geval, evenwel leiden tot de onmogelijkheid of de weigering, door de Bank om een (pre)contractuele relatie met de Cliënt aan te gaan, om een dergelijke relatie voort te zetten of om een verrichting uit te voeren die door de Cliënt of door een derde in het voordeel van de Cliënt is gevraagd, of op basis van een specifieke fiscale wetgeving de verplichting om een belasting, een taks of een andere bijkomende last af te (laten) houden.
TOEPASSELIJKE WETGEVING EN TOEKENNING VAN DE BEVOEGDHEID
Artikel 22
De rechten en verplichtingen van de kredietnemer, de derde garant en de Bank zijn onderworpen aan het Belgisch recht. Onder voorbehoud van de gevallen waarin de bevoegde rechtbanken worden aangewezen door dwingende wettelijke bepalingen, is de bank, ongeacht of zij eiseres dan wel verweerster is, gemachtigd elk geschil met betrekking tot haar zakenrelaties met de klant voor de rechtbanken van Brussel te brengen of te doen brengen of, indien zij dat verkiest, voor de rechtbanken van het rechtsgebied waarin haar zetel gelegen is waarmee deze zakenrelaties rechtstreeks, of onrechtstreeks via een filiaal of kantoor, onderhouden worden, of voor de rechtbanken waar de werkelijke of gekozen zetel of woonplaats van de kredietnemer of derde garant gevestigd is.
De bedingen van dit Reglement zijn van toepassing op alle toestanden en procedures welke, in het licht van het vreemd recht dat toepasbaar zou zijn, analoog zijn met toestanden en procedures naar het Belgisch recht.