BIJLAGE 2B – RAAMOVEREENKOMST – PODIUMWERK
BIJLAGE 2B – XXXXXXXXXXXXXXXX – PODIUMWERK
Middels de wetten van 29 mei 2020 en 20 december 2020, werden door de wetgever een aantal tijdelijke maatregelen genomen met het oog op de verdere bestrijding van de potentieel negatieve gevolgen van de SARS-CoV-2 (“Coronavirus”) pandemie en de daaropvolgende overheidsmaatregelen op de Tax Shelter- industrie. Bedoelde tijdelijke maatregelen zijn enkel van toepassing indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. De tijdelijke maatregelen en bedoelde voorwaarden worden uitgebreid besproken onder titel III.2. van het Prospectus van 18 mei 2021. Indien één of meerdere van die maatregelen van toepassing zijn, dan dienen sommige artikelen uit de Raamovereenkomst daaraan aangepast te worden. Het gaat om:
- ingeval van vervulling van de voorwaarden om te kunnen genieten van de verlenging van de termijn voor de in aanmerking komende uitgaven met 12 maanden:
o art. 3.4., tweede streepje: de periode van 24 maanden wordt opgetrokken tot 36 maanden;
o art. 5.2., art. 8.2., tweede en vierde streepje, art. 9.1. en art. 10.1.: “vierde” (jaar / belastbaar tijdperk) te vervangen door “vijfde” (jaar / belastbaar tijdperk);
- ingeval de verhoging van het maximale bedrag van de Investering van toepassing is:
o art. 8.2., eerste streepje: het plafond van “€ 1.000.000” te vervangen door “€ 2.000.000”;
- ingeval van vervulling van de voorwaarden om te kunnen genieten van de tijdelijke verlenging van de termijn voor storting van de sommen ten titel van Investering:
o art. 4.2.: verlenging van de termijn van 3 maanden met een bijkomende termijn van 3 maanden;
- ingeval van vervulling van de voorwaarden opdat ook bepaalde uitgaven die meer dan een maand na de Première van het Podiumwerk zijn gedaan:
o art. 3.4., tweede streepje: de in dit artikel bedoelde uitgaven te vermeerderen met de uitgaven gedaan naar aanleiding van uitgestelde voorstellingen die oorspronkelijk binnen de maand na de Première waren geprogrammeerd.
RAAMOVEREENKOMST
VOOR DE FINANCIERING VAN DE PRODUCTIE EN DE EXPLOITATIE VAN EEN PODIUMWERK
TUSSEN :
XXX,
een XXX naar XXX recht met maatschappelijke zetel te XXX, XXX met ondernemingsnummer XXX, met maatschappelijk doel zoals omschreven (conform haar statuten) in Bijlage 1 bij deze raamovereenkomst en die beantwoordt aan de definitie van “in aanmerking komende investeerder” in de zin van artikel 194ter, §1, eerste lid, 1° WIB ’92, hierbij vertegenwoordigd door XXX in zijn/haar hoedanigheid van XXX,
hierna genoemd de “Investeerder”;
XXX,
een XXX naar XXX recht met maatschappelijke zetel te XXX, XXX met ondernemingsnummer XXX, met maatschappelijk doel zoals omschreven (conform haar statuten) in Bijlage 2 bij deze raamovereenkomst en die op XXX werd erkend als “in aanmerking komende productievennootschap” in de zin van artikel 194ter, §1, eerste lid, 2° WIB ’92 juncto artikel 194ter/1, §1 WIB’92, hierbij vertegenwoordigd door de Tussenpersoon in uitvoering van de bijzondere lastgeving daartoe zoals opgenomen in de mandaatovereenkomst dd. XXX ,
hierna genoemd de “Producent”;
GALLOP TAX SHELTER,
een naamloze vennootschap naar Belgisch recht met maatschappelijke zetel te Xxxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxx, met ondernemingsnummer 0660.952.654, met maatschappelijk doel zoals omschreven (conform haar statuten) in Bijlage 3 bij deze raamovereenkomst en die op 20 maart 2017 werd erkend als “in aanmerking
komende tussenpersoon” in de zin van artikel 194ter, §1, eerste lid, 3° WIB ’92, vertegenwoordigd door Xxxxxxx Xxxxxxx in zijn hoedanigheid van gedelegeerd bestuurder,
hierna genoemd de “Tussenpersoon”;
NA VOORAFGAANDELIJK TE HEBBEN UITEENGEZET DAT :
De Producent een podiumwerk (dat voldoet aan de definitie van artikel 194ter/1, §2, 1° WIB’92) produceert, waarvan de belangrijkste karakteristieken hieronder verder worden beschreven, hierna het “PODIUMWERK”;
Omschrijving van het PODIUMWERK (gekende of voorziene elementen bij ondertekening van deze raamovereenkomst):
• Voorlopige werktitel : XXX
• Genre : XXX
• Scenarist(en) : XXX
• Regisseur(s) : XXX
• Budgetraming : XXX
• Voorziene release: XXX
De Producent voor de financiering van een deel van het PODIUMWERK een beroep doet op de Tussenpersoon die in uitvoering van de bijzondere lastgeving daartoe opgenomen in de mandaatovereenkomst dd. XXX (hierna “Mandaatovereenkomst”) voor rekening van de Producent op zoek gaat naar privé-investeerders die in aanmerking komen voor een investering onder het Tax Shelter stelsel wettelijk verankerd in de artikelen 194ter, 194ter/1 en 194ter/2 WIB’92;
De Investeerder voor de financiering van het PODIUMWERK aan de Producent sommen ter beschikking wenst te stellen met het oog op het bekomen van een Tax Shelter Attest in overeenstemming met het bepaalde in de artikelen 194ter , 194ter/1 en 194ter/2 WIB’92;
De raamovereenkomst wordt gesloten met inachtneming van voornoemd artikel 194ter WIB’92, zoals ingevoegd bij wet van 22 december 2003 (B.S. 31 december 2003) en vervolgens meermaals gewijzigd, en met inachtneming van voornoemde artikelen 194ter/1 en 194ter/2 WIB’92, zoals ingevoegd bij wet van 25 december 2016 (B.S. 17 januari 2017) en vervolgens eveneens meermaals gewijzigd.
WORDT HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN :
ARTIKEL 1 – VOORWERP
Deze raamovereenkomst heeft tot voorwerp de voorwaarden en modaliteiten vast te leggen voor de financiering van het PODIUMWERK, met het oog op vrijstelling van belastbare winst en de wijze waarop de in het kader van deze raamovereenkomst gestorte sommen aan de Investeerder zullen worden vergoed in overeenstemming met het bepaalde in de artikelen 194ter, 194ter/1 en 194ter/2 WIB’92.
ARTIKEL 2 – IDENTIFICATIE EN BESCHRIJVING VAN HET PODIUMWERK
Het PODIUMWERK, zoals hoger reeds nader beschreven, is een “nieuwe podiumproductie” zoals gedefinieerd in artikel 194ter/1, §2, 2° WIB’92 (dan wel een “totaalspektakel” als bedoeld in artikel 194ter/1, §2, 3° WIB’92), dat door de bevoegde diensten van de betrokken Gemeenschap is erkend als “Europees podiumwerk” zoals nader gedefinieerd in artikel 194ter/1, §2, 1° WIB’92.
Xxxxx van het erkenningsattest van het PODIUMWERK werd voorafgaand aan de ondertekening van deze Xxxxxxxxxxxxxxxx aan de Investeerder overgemaakt.
ARTIKEL 3 – PRODUCTIEBUDGET
3.1 Het geraamde budget van de uitgaven op datum van ondertekening van deze raamovereenkomst, dat volgens de Producent nodig is voor de realisatie en lancering van het PODIUMWERK, bedraagt XXX EUR, onder xxxxxxxxxx xxx xxxxxxxxx.
3.2 Het financieringsplan van het PODIUMWERK, bevattende de begroting van de uitgaven die nodig zijn voor het PODIUMWERK, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen (1) het gedeelte dat ten laste wordt genomen door de Productievennootschap en (2) het gedeelte dat gefinancierd wordt door elk van de in aanmerking komende investeerders, dat reeds is vastgelegd, is gevoegd als Bijlage 4 bij deze raamovereenkomst.
3.3 Het totaal bedrag van de uitgaven gefinancierd door middel van effectief gestorte sommen van investeerders die aanspraak maken op de belastingvrijstelling overeenkomstig artikel 194ter WIB’92 juncto artikel 194ter/1 en 194ter/2 WIB’92, mag overeenkomstig het bepaalde in artikel 194ter, §10, 8°, tweede streepje WIB’92 niet meer bedragen dan 50 % van het totale productiebudget van het PODIUMWERK.
3.4 De fiscale waarde van het beoogde Tax Shelter Attest voor het PODIUMWERK wordt door artikel 194ter, §8,
juncto artikel 194ter/1, §2, 1° tweede streepje en artikel 194ter/1, §4 WIB’92 vastgelegd op:
- 70% van het bedrag van de in aanmerking komende productie- en exploitatie-uitgaven verricht in de Europese Economische Ruimte en uitgevoerd voor de productie en de exploitatie van het PODIUMWERK, in de mate dat deze 70% van het bedrag van de uitgaven, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie;
- Met een maximum van 10/9 van het bedrag dat betrekking heeft op de productie- en exploitatie- uitgaven die in België werden gedaan binnen een periode van 24 maanden die ten vroegste aanvangt 6 maanden voor de datum van de ondertekening van deze Raamovereenkomst en ten laatste loopt tot 24 maanden na de ondertekening van deze Raamovereenkomst, en uiterlijk 1 maand na de Première van het Podiumwerk.
3.5 De Investeerder die aanspraak maakt op de belastingvrijstelling van artikel 194ter WIB’92 juncto de artikelen 194ter/1 en 194ter/2 WIB’92, zal de som storten vermeld in hiernavolgend artikel 4.1, met het oog op de verwerving van een Tax Shelter Attest met een verwachte fiscale waarde van XXX EUR, maar bevestigt en aanvaardt dat de waarde van het definitieve Tax Shelter Attest conform de toepassing van de wettelijke bepalingen lager kan zijn na controle van het gerealiseerde PODIUMWERK door de bevoegde dienst van de FOD Financiën, mits evenwel inachtneming van het bepaalde in de artikelen 9 en 10 van deze raamovereenkomst.
ARTIKEL 4 – TAX SHELTER INVESTERING DOOR DE INVESTEERDER
4.1 De Investeerder verklaart en waarborgt dat hij een som ten belope van XXX EUR zal storten aan de Tussenpersoon, die dit bedrag zal ontvangen in naam en voor rekening van de Producent. De Tussenpersoon zal daartoe, na ondertekening van huidige raamovereenkomst, een uitnodiging tot betaling richten aan de Investeerder, die alle noodzakelijke coördinaten (rekeningnummer, betalingsreferte, etc.) zal bevatten.
4.2 Het volledige bedrag dient in ieder geval – overeenkomstig het bepaalde in artikel 194ter, §2 WIB ’92 – uiterlijk binnen de 3 maanden na het afsluiten van deze raamovereenkomst te worden gestort opdat de Investeerder van het fiscaal voordeel zou kunnen genieten.
4.3 Indien de Investeerder niet tijdig de integrale som bedoeld in artikel 4.1. heeft gestort overeenkomstig de termijn opgenomen in artikel 4.2., gaat het fiscaal voordeel voor de Investeerder automatisch verloren, wordt deze raamovereenkomst, zonder dat daartoe een voorafgaande ingebrekestelling vereist is, automatisch ontbonden, en zijn zowel de Producent als de Tussenpersoon bevrijd van al hun verplichtingen voortvloeiend uit huidige raamovereenkomst. Bovendien zal in geval van ontbinding om voormelde reden de Investeerder een forfaitaire schadevergoeding verschuldigd zijn gelijk aan 18% van het toegezegde bedrag. Indien de Investeerder op het ogenblik van de automatische ontbinding:
a. nog geen sommen heeft gestort, dan zal hij meteen na de automatische ontbinding per aangetekend schrijven in gebreke worden gesteld door de Tussenpersoon of de Producent, met verwijzing naar huidig artikel 4.3.a., en met verzoek de forfaitaire schadevergoeding te betalen binnen een termijn van uiterlijk 8 weken na de datum van verzending van die ingebrekestelling. Bij gebrek aan betaling binnen die termijn van 8 weken, volgt een tweede, ultieme ingebrekestelling, opnieuw per aangetekend schrijven, waarbij een laatste respijttermijn van 1 week na datum van verzending zal worden toegekend;
b. reeds sommen heeft gestort ten belope van meer dan 18% van het toegezegde bedrag, dan zal deze na de automatische ontbinding per aangetekend schrijven een kennisgeving ontvangen vanwege de Tussenpersoon of de Producent, met verwijzing naar huidig artikel 4.3.b., waarop vervolgens het saldo van de gestorte sommen aan de Investeerder zal worden teruggestort, na aftrek van de forfaitaire schadevergoeding;
c. reeds sommen heeft gestort, evenwel voor minder dan 18% van het toegezegde bedrag, dan zal deze na de automatische ontbinding per aangetekend schrijven een ingebrekestelling ontvangen vanwege de Tussenpersoon of de Producent, waarin onder verwijzing naar huidig artikel 4.3.c., enerzijds zal worden meegedeeld dat de reeds gestorte sommen zullen worden ingehouden als gedeeltelijke betaling van de forfaitaire schadevergoeding, en anderzijds het saldo van de forfaitaire schadevergoeding betaalbaar is binnen uiterlijk 8 weken na verzending van de ingebrekestelling. Bij gebrek aan betaling binnen die termijn van 8 weken, volgt een tweede, ultieme ingebrekestelling, opnieuw per aangetekend schrijven, waarbij een laatste respijttermijn van 1 week na datum van verzending zal worden toegekend;
ARTIKEL 5 – VOORLOPIGE EN DEFINITIEVE FISCALE VRIJSTELLING EN PREFINANCIERINGSVERGOEDING
5.1 Voorlopige fiscale vrijstelling
In hoofde van de Investeerder wordt de belastbare winst in het belastbaar tijdperk waarin deze raamovereenkomst is getekend, binnen de grenzen en onder de in de artikelen 194ter, 194ter/1 en 194ter/2 WIB ‘92 gestelde voorwaarden voorlopig vrijgesteld ten belope van 421% van de sommen waartoe de Investeerder zich in uitvoering van deze raamovereenkomst heeft verbonden voor zover deze werkelijk door de Investeerder gestort zijn binnen de drie maanden na ondertekening van deze raamovereenkomst en voor zover dit niet meer bedraagt dan 203% van de verwachte fiscale waarde van het Tax Shelter Attest zoals opgenomen in hogervermeld artikel 3.5.
5.2 Definitieve fiscale vrijstelling
De vrijstelling wordt slechts definitief toegekend indien het Tax Shelter Attest bedoeld in artikel 194ter, § 1, eerste lid, 10° WIB ’92 uiterlijk op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin deze raamovereenkomst wordt getekend door de FOD Financiën wordt afgeleverd.
De vrijstelling waarop aanspraak wordt gemaakt uit hoofde van ofwel de sommen die op grond van de raamovereenkomst werkelijk betaald zijn in het in artikel 194ter, § 2 WIB ’92 bedoelde tijdperk ofwel de fiscale waarde van het Tax Shelter Attest, en van de in artikel 194ter, § 3, tweede lid WIB ’92 bedoelde overdracht, kan uiterlijk worden toegekend in het aanslagjaar verbonden met het vierde belastbaar tijdperk dat volgt op het jaar van de ondertekening van de raamovereenkomst.
De definitieve vrijstelling die is toegekend op basis van de gestorte sommen in uitvoering van deze raamovereenkomst en met het oog op het behalen van een Tax Shelter Attest wordt slechts toegekend indien de Investeerder bij de aangifte op de inkomstenbelastingen van het belastbaar tijdperk in de loop van hetwelk de Investeerder aanspraak heeft gemaakt op de definitieve vrijstelling, een kopie voegt van het Tax Shelter Attest dat hij ontvangen heeft in overeenstemming met artikel 194ter, § 1, eerste lid, 10°,WIB ’92, en in de mate waarin per belastbaar tijdperk de grens en het maximum bedoeld in artikel 194ter/1, §5 WIB ’92 worden nageleefd.
5.3 Prefinancieringsvergoeding
Voor de periode verstreken tussen de datum van de eerste storting op grond van deze raamovereenkomst en het ogenblik waarop het Tax Shelter Attest wordt afgeleverd, maar met een maximum van 18 maanden, zal de Producent aan de Investeerder een som betalen berekend op de in het kader van deze raamovereenkomst effectief uitgevoerde betalingen die worden verricht ter verkrijging van het Tax Shelter Attest, pro rata het aantal verlopen dagen, aan de hoogste interestvoet wettelijk toegelaten, zijnde, op jaarbasis, het gemiddelde van XXXXXXX 12 maanden van de laatste dag van elke maand van het kalenderhalfjaar dat voorafgaat aan de door de Investeerder gedane stortingen, verhoogd met 450 basispunten.
De prefinancieringsvergoeding is voor de Investeerder van dag tot dag definitief verworven. Zij zal evenwel, op de datum van haar integrale opeisbaarheid, overeenkomstig de werkelijk verstreken looptijd, in één keer aan de Investeerder worden uitbetaald; dit is wanneer de maximale looptijd van 18 maanden na datum van eerste
storting door de Investeerder in uitvoering van deze Raamovereenkomst is verstreken, of op het ogenblik waarop het Tax Shelter Attest wordt afgeleverd door de FOD financiën indien dit gebeurt nog vóór de maximale looptijd van 18 maanden is verstreken.
Vanaf het ogenblik dat het totaal bedrag aan verworven prefinancieringsvergoeding definitief vaststaat (zijnde wanneer de maximale looptijd van 18 maanden na datum van eerste storting door de Investeerder in uitvoering van deze Raamovereenkomst is verstreken, of op het ogenblik waarop het Tax Shelter Attest wordt afgeleverd door de FOD financiën indien dit gebeurt nog vóór de maximale looptijd van 18 maanden is verstreken), zal deze binnen de 15 werkdagen aan de Investeerder worden gestort. Indien dat bedrag niet binnen die termijn is gestort, is de Producent aan de Investeerder van rechtswege nalatigheidsinteresten verschuldigd, berekend op dat bedrag vanaf de dag na afloop van voormelde betalingstermijn tot op de datum van storting. De toepasselijke interestvoet voor de nalatigheidsintresten is deze bedoeld in de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties.
De betaling van deze som aan de Investeerder gebeurt door storting op rekeningnummer XXX, tenzij voorafgaandelijk anders wordt meegedeeld door de Investeerder.
In uitvoering van de Mandaatovereenkomst zal de Tussenpersoon in naam en voor rekening van de Producent:
- Het bedrag van de prefinancieringsvergoeding, voorlopig geraamd op een duurtijd van 18 maanden, voorafnemen van het bedrag van de sommen gestort door de Investeerder in uitvoering van deze raamovereenkomst, en dit voorlopig geraamde bedrag van de prefinancieringsvergoeding nog niet doorstorten aan de Producent;
- Op het ogenblik dat het totaal bedrag aan verworven prefinancieringsvergoeding toekomend aan de Investeerder definitief vaststaat, dit definitieve bedrag storten aan de Investeerder, en het saldo van het voorafgenomen bedrag alsnog doorstorten aan de Producent.
ARTIKEL 6 – VERBINTENISSEN, WAARBORGEN EN VERKLARINGEN VAN DE TUSSENPERSOON
6.1 De Tussenpersoon verklaart en waarborgt dat:
- hij een naamloze vennootschap is, die in het kader van de onderhandelingen en het afsluiten van een Raamovereenkomst tussenkomt met het oog op het afleveren van een Tax-Shelter- attest in ruil voor een vergoeding;
- hij zelf geen “in aanmerking komende productievennootschap” is zoals bedoeld in artikel 194ter, §1, eerste lid, 2° WIB’92 juncto artikel 194ter/1, §1 WIB ’92 of “in aanmerking komende investeerder” is zoals bedoeld in artikel 194ter, §1, eerste lid, 1° WIB’92;
- hij door de minister bevoegd voor Financiën als “in aanmerking komende tussenpersoon” is erkend op 19 september 2016.
6.2 De Tussenpersoon zal uiterlijk binnen de dertig dagen volgend op de ondertekening van deze raamovereenkomst, overeenkomstig de bijzondere lastgeving daartoe in de Mandaatovereenkomst, in naam en voor rekening van de Producent deze raamovereenkomst aanmelden bij de FOD Financiën.
6.3 De Tussenpersoon zal erop toezien, samen met de Producent (op grond van haar eigen verbintenis opgenomen in hiernavolgend artikel 7.7), dat de stortingen van investeerders op basis van huidige en andere raamovereenkomsten met betrekking tot het PODIUMWERK waar zij als Tussenpersoon partij bij is, niet later dan drie maanden voorafgaand aan de aflevering van het Tax Shelter Attest zullen zijn uitgevoerd.
6.4 De Tussenpersoon verbindt zich ertoe om de wetgeving na te leven die betrekking heeft op het Tax Shelter stelsel, inclusief - overeenkomstig het bepaalde in artikel 194ter, § 12 WIB ’92 - de “prospectusverplichtingen” voortvloeiend uit de Europese verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Xxxxxxxxx 2003/71/EG, evenals de Belgische wet van 11 juli 2018 op de aanbieding van beleggingsinstrumenten aan het publiek en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
6.5 De Tussenpersoon verbindt zich ertoe diens verbintenissen ten aanzien van de verzekeraar, die de verzekering bedoeld in artikel 11.1 van deze raamovereenkomst aflevert, na te komen en alle voorwaarden opgenomen in de verzekeringspolis die op haar als tussenpersoon betrekking hebben na te leven.
ARTIKEL 7 – VERBINTENISSEN, WAARBORGEN EN VERKLARINGEN VAN DE PRODUCENT
7.1 De Producent verklaart en waarborgt dat:
- hij als voornaamste doel de ontwikkeling en de productie van nieuwe podiumproducties heeft;
- hij door de minister bevoegd voor Financiën erkend is als “in aanmerking komende productievennootschap” op XXX;
- hij op het ogenblik van ondertekening van de Raamovereenkomst geen achterstallen heeft bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
- hij:
o een naar Belgisch recht opgerichte vennootschap is, waarvan de maatschappelijke zetel, de voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer in België is gevestigd en onderworpen is aan de vennootschapsbelasting;
OF
o onverminderd de toepassing van artikel 182 WIB’92, een in artikel 220 WIB’92 bedoelde vereniging zonder winstoogmerk of andere rechtspersoon is, onderworpen aan de vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar verbonden aan het belastbaar tijdperk waarin hij een raamovereenkomst (waaronder huidige raamovereenkomst) op grond van artikel 194ter of 194ter/1 WIB’92 heeft gesloten en voor de drie daaropvolgende aanslagjaren;
OF
o onverminderd de toepassing van artikel 182 WIB’92, een in artikel 227/1 WIB’92 bedoelde rechtspersonen is onderworpen aan de belasting van niet-inwoners, overeenkomstig artikel 179/1 WIB’92, onderworpen aan de belasting van niet- inwoners volgens de bepalingen van toepassing op de in artikel 227, 2° WIB’92 vermelde niet-inwoners voor het aanslagjaar gekoppeld aan het belastbaar tijdperk waarin hij een raamovereenkomst (waaronder huidige raamovereenkomst) op grond van artikel 194ter/1 WIB’92 heeft gesloten en voor de drie daarop volgende aanslagjaren.
7.2 De Producent verklaart – overeenkomstig artikel 194ter, §10, 8° eerste streepje WIB ’92 – dat ze geen onderneming is die verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep, of dat ze niet als een met een Belgische of buitenlandse televisieomroep verbonden onderneming beschouwd kan worden overeenkomstig artikel 194ter, §1, eerste lid, 2°, tweede paragraaf WIB ’92, gezien deze televisieomroep geen voordelen verkrijgt die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het PODIUMWERK. Indien de Producent met andere woorden wél verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep in de zin van artikel 194ter, §1, eerste lid, 2°, eerste paragraaf WIB ’92, verbindt de Producent zich er ten aanzien van de Investeerder toe – overeenkomstig het bepaalde in artikel 194ter, §1, eerste lid, 2°, tweede paragraaf WIB ’92 – geen raamovereenkomst af te sluiten in het kader van het Tax Shelter stelsel voor de productie van het PODIUMWERK waarbij deze televisieomroep voordelen zou verkrijgen die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het PODIUMWERK.
7.3 De Producent verbindt er zich toe om overeenkomstig artikel 194ter, §10, 8° tweede streepje WIB’92 het definitieve bedrag aan financiering dat wordt aangewend in uitvoering van xxxxxxxxxxxxxxxxxx onder het Tax Shelter Stelsel, te beperken tot ten hoogste 50 pct. van de begroting (en dus ook het uiteindelijke, daadwerkelijke bedrag) van de totale uitgaven van het PODIUMWERK voor het geheel van de in aanmerking komende investeerders samen, en om alle door in aanmerking komende investeerders in uitvoering van hun xxxxxxxxxxxxxxxx tijdig gestorte bedragen daadwerkelijk aan te wenden voor de uitvoering van deze begroting. De Producent verbindt zich er tevens toe ervoor te zorgen dat de vooropgestelde som van alle fiscale waarden van de Tax Shelter Attesten af te leveren voor het PODIUMWERK het bedrag van 2.500.000 EUR niet zal overschrijden.
7.4 De Producent verklaart overeenkomstig artikel 194ter, §10, 8°, derde tot en met vijfde streepje WIB’92:
o dat minstens 70% van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie van het PODIUMWERK;
o dat minstens 70% van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België worden gedaan, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie van het PODIUMWERK;
o dat minstens 90% van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven die in aanmerking genomen worden bij de berekening van de uiteindelijk verwachte fiscale waarde van het tax shelter-attest zoals vermeld in artikel 3.5. van deze raamovereenkomst, in België gedane productie- en exploitatie-uitgaven zijn, zodat deze fiscale waarde kan worden bereikt.
7.5 De Producent verbindt er zich toe, overeenkomstig artikel 194ter, §10, 8°, zesde streepje WIB’92, in de eindgeneriek van het PODIUMWERK de steun te vermelden aangebracht door de Belgische wetgever inzake de Tax Shelter.
7.6 De Producent verbindt er zich toe om:
o aan de Investeerder, via de Tussenpersoon, een kopij te bezorgen van het document waarin de betrokken Gemeenschap, nadat die Gemeenschap er zich van vergewist heeft dat het PODIUMWERK voor het eerst in de Europese Economische Ruimte publiekelijk werd vertoond, bevestigt dat het PODIUMWERK is voltooid en dat de in toepassing van het artikel 194ter WIB’92 juncto artikel 194ter/1 en 194ter/2 WIB’92 uitgevoerde globale financiering van het PODIUMWERK is uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarde en grens bedoeld in artikel 7.3 van deze raamovereenkomst (= het “Voltooiingsattest”);
o bedoeld Voltooiingsattest tevens over te maken aan de FOD financiën op het moment van aanvraag van de fiscale controle met het oog op de aflevering van het Tax Shelter Attest.
7.7 De Producent zal erop toezien dat, overeenkomstig het bepaalde in artikel 194ter, § 9 WIB ’92, alle stortingen van investeerders die zijn overeengekomen in het kader van deze en alle andere raamovereenkomsten met betrekking tot het PODIUMWERK in hun geheel ten laatste drie maand voor de aflevering van het Tax Shelter Attest zullen zijn uitgevoerd.
7.8 De Producent verbindt er zich toe om de wetgeving na te leven die betrekking heeft op het Tax Shelter stelsel, inclusief - overeenkomstig het bepaalde in artikel 194ter, § 12 WIB ’92 - de “prospectusverplichtingen” voortvloeiend uit de Europese verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Xxxxxxxxx 2003/71/EG, evenals de Belgische wet van 11 juli 2018 op de aanbieding van beleggingsinstrumenten aan het publiek en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
7.9 De Producent verbindt zich ertoe diens verbintenissen ten aanzien van de verzekeraar, die de verzekering bedoeld in artikel 11.1 van deze raamovereenkomst aflevert, na te komen en alle voorwaarden opgenomen in de verzekeringspolis die op hem als producent betrekking hebben na te leven.
ARTIKEL 8 – WAARBORGEN EN VERKLARINGEN VAN DE INVESTEERDER
8.1 De Investeerder verklaart en waarborgt dat:
- hij een naar Belgisch recht opgerichte vennootschap is waarvan de maatschappelijke zetel, de voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer in België is gevestigd, dan wel een Belgische inrichting van een belastingplichtige is bedoeld in artikel 227, 2° WIB ’92;
- hij niet van de toepassing van de vennootschapsbelasting is uitgesloten; en
- hij (1) geen “in aanmerking komende productievennootschap” is zoals bedoeld in artikel 194ter,
§1, eerste lid, 2° WIB’92 juncto artikel 194ter/1, §1 WIB ’92 of een gelijkaardige productievennootschap die niet erkend is, (2) noch een overeenkomstig artikel 1:20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen hiermee verbonden vennootschap die deelneemt aan het PODIUMWERK, (3) noch een televisieomroep is.
8.2 De Investeerder verklaart op de hoogte te zijn van de voorwaarden waaronder hij aanspraak kan maken op de belastingvrijstelling op grond van artikel 194ter WIB’92, juncto artikel 194ter/1 en 194ter/2 WIB’92.
De Investeerder erkent in het bijzonder op de hoogte te zijn van onderstaande voorwaarden en deze onverkort te hebben aanvaard:
- Per belastbaar tijdperk wordt de voorlopige fiscale vrijstelling verleend ten belope van een bedrag beperkt tot 50% van de belastbare gereserveerde winst van het belastbaar tijdperk vastgesteld vóór de samenstelling van de vrijgestelde reserve hierna omschreven naast het derde streepje van huidig artikel 8.2, met een maximum van 1.000.000 EUR, waarbij dit grensbedrag en dit maximum van toepassing zijn op het totaal van de vrijstellingen als bedoeld in de artikelen 194ter en 194ter/1 WIB’92.
- Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om de sommen ter uitvoering van deze raamovereenkomst te kunnen aanwenden, wordt de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstelling achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken, en dit tot maximaal het vierde belastbaar tijdperk dat volgt op het jaar van de ondertekening van huidige raamovereenkomst, waarbij de vrijstelling per belastbaar tijdperk nooit hoger mag zijn dan de in het eerste streepje van dit artikel 8.2. gestelde grenzen.
- De voorlopige vrijstelling die is toegekend op basis van de overgemaakte sommen in uitvoering van deze raamovereenkomst met het oog op het bekomen van een Tax Shelter Attest slechts verleend wordt en behouden blijft wanneer:
1° de voorlopig vrijgestelde winst op een afzonderlijke rekening van het passief van de balans geboekt is en blijft tot de Investeerder de definitieve vrijstelling opeist overeenkomstig de in artikel 194ter, §5 WIB ’92 vermelde termijnen en voorwaarden; en
2° de voorlopig vrijgestelde winst niet tot grondslag dient voor de berekening van enige beloning of toekenning tot op de datum waarop het Tax Shelter Attest door de FOD Financiën wordt afgeleverd; en
3° het totaal van de door het geheel van in aanmerking komende investeerders daadwerkelijk gestorte sommen in uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst niet meer bedraagt dan 50% van het totale budget van de uitgaven voor het PODIUMWERK en daadwerkelijk voor de uitvoering van dat budget wordt aangewend; en
4° de voorlopig vrijgestelde winst beperkt is tot 203% van de uiteindelijk verwachte fiscale waarde van het Tax Shelter Attest zoals vermeld in deze raamovereenkomst.
- De vrijstelling wordt slechts definitief toegekend indien het Tax Shelter Attest uiterlijk op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin de raamovereenkomst wordt getekend, daadwerkelijk wordt afgeleverd door de FOD Financiën.
8.3 De Investeerder erkent en aanvaardt dat hij op geen enkele wijze inspraak zal hebben in de artistieke creatie, productionele en inhoudelijke uitwerking van het PODIUMWERK.
8.4 De Investeerder erkent en aanvaardt dat hem in het kader van deze raamovereenkomst geen enkel economisch of financieel voordeel kan worden toegekend, met uitzondering van handelsgeschenken van geringe waarde in de zin van artikel 12, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. De waarborg van het voltooien van het PODIUMWERK en de aflevering van het Tax Shelter Attest wordt niet beschouwd als een economisch of financieel voordeel, voor zover de Investeerder, in het geval deze zich beroept op die waarborg, niet meer ontvangt dan het bedrag van de belastingen en de nalatigheidsinteresten verschuldigd door deze Investeerder in het geval van niet naleving van de vrijstellingsvoorwaarden. De Investeerder erkent tevens dat hij geen rechten, rechtstreeks of onrechtstreeks, in het PODIUMWERK mag bezitten of in het bezit heeft gehad. De
voorgaande bepalingen doen geen afbreuk aan het recht van de Investeerder om aanspraak te maken op een eventuele aftrek als beroepskosten van de andere bedragen dan degene die in het kader van deze raamovereenkomst gestort zijn en die evenzeer betrekking hebben op de productie van het PODIUMWERK, en dit binnen de voorwaarden bepaald door artikelen 49 en volgende WIB’92.
8.5 Indien de Investeerder één of meerdere van zijn verbintenissen, verklaringen of waarborgen opgenomen in deze raamovereenkomst schendt, zijn de Producent en de Tussenpersoon gerechtigd, wanneer hen dit goeddunkt, onder voorbehoud van toepassing van artikel 4.3, eenzijdig deze raamovereenkomst te ontbinden, indien aan bedoelde tekortkoming tien (10) werkdagen na ingebrekestelling daartoe per aangetekend schrijven niet is verholpen en met dien verstande dat de door de Investeerder reeds gestorte bedragen de Producent en de Tussenpersoon definitief toekomen. Als gevolg ervan zal de Investeerder in ieder geval niet gerechtigd zijn op enig fiscaal voordeel. Het recht van de Investeerder op de prefinancieringsvergoeding bedoeld in artikel 5.3 van deze raamovereenkomst, blijft evenwel onaangetast, tenzij en ten belope van de nadelige gevolgen die de Producent zou ondervinden door dergelijke schending. .
ARTIKEL 9 – AANSPRAKELIJKHEID VAN DE TUSSENPERSOON
9.1 a) Schade van de Investeerder ingevolge de niet-tijdige aflevering van het Tax Shelter Attest of aflevering van een Tax Shelter Attest voor een lager bedrag dan hetgeen werd vooropgesteld
Indien een aan de Tussenpersoon toerekenbare fout tot gevolg heeft dat het Tax Shelter Attest niet wordt afgeleverd door de FOD financiën uiterlijk op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin deze raamovereenkomst wordt ondertekend, of wel tijdig wordt afgeleverd maar niet voor het volledige vooropgestelde bedrag, dan is de schadevergoeding die de Investeerder van de Tussenpersoon kan vorderen voor diens schade die daarvan het gevolg is in ieder geval beperkt tot het bedrag van de belastingverhoging en verwijlintresten op het gedeelte van de belasting dat proportioneel verband houdt met de bij toepassing van deze raamovereenkomst voorheen vrijgestelde winst, voor zover de belastingverhoging en verwijlintresten niet toe te schrijven zijn aan een nalatigheid van de Investeerder of de Producent bij de vervulling van hun eigen verplichtingen voortvloeiend uit huidige raamovereenkomst of de wet. Indien de schadevergoeding daarenboven belastbaar zou zijn in hoofde van de Investeerder, verbindt de Tussenpersoon zich ertoe ook deze schade te vergoeden door de vergoeding te verhogen met het bedrag aan belastingen dat hieruit voortvloeit (“Brutering”)52.
b) Andere schade van de Investeerder
De Tussenpersoon zal de Investeerder tevens vergoeden voor de door de Investeerder geleden schade die andere schade betreft dan deze bedoeld in artikel 9.1 a) en die haar oorzaak vindt in een schending van of onjuistheid in de door de Tussenpersoon krachtens deze raamovereenkomst aangegane verbintenissen en gegeven verklaringen en waarborgen.
9.2. Zonder afbreuk te doen aan artikel 9.1, zal, indien de Investeerder in aanmerking komt voor vergoeding van diens schade door de verzekeraar bedoeld in artikel 11.1, en de verzekeraar echter pas later dan de voorziene datum uitbetaalt én die vertraging te wijten is aan een handelen of nalaten te handelen van de Tussenpersoon, de Tussenpersoon ten titel van schadevergoeding daarvoor enkel een nalatigheidsintrest verschuldigd zijn vanaf de normaal voorziene datum voor uitbetaling, berekend op het door de verzekeraar uit te betalen bedrag , tot op het ogenblik dat de verzekeraar daadwerkelijk heeft uitbetaald, en in ieder geval begrensd tot op het ogenblik dat de laattijdige uitbetaling niet meer te wijten is aan het handelen of nalaten te handelen van de Tussenpersoon. De toepasselijke interestvoet voor de nalatigheidsintresten is deze bedoeld in de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties.
9.3 Indien de Investeerder verhaal wenst uit te oefenen op de Tussenpersoon, dan zal hij de Tussenpersoon daartoe schriftelijk, per aangetekende brief in gebreke stellen, met (1) vermelding van de inbreuk of
52 “Brutering” is gelijk aan het bedrag van de initieel uitgekeerde vergoeding ter dekking van de belastingverhoging en nalatigheidsintresten vermenigvuldigd met de aanslagvoet van de vennootschapsbelasting van toepassing op die initieel uitgekeerde vergoeding, gedeeld door één (1) min de aanslagvoet van de vennootschapsbelasting van toepassing op de bijkomend uitgekeerde schadevergoeding.
omstandigheid waarvoor hij verhaal wenst uit te oefenen en (2) het bedrag dat hij als schadevergoeding vordert (voor zover al berekenbaar). Elk verzoek tot schadeloosstelling zal slechts geldig zijn voor zover de Xxxxxxxxxxxx de Xxxxxxxxxxxxx daarvan in kennis heeft gesteld uiterlijk de laatste dag van het vijfde jaar volgend op de uiterste datum waarop het Tax Shelter Attest met betrekking tot het PODIUMWERK moet worden afgeleverd door de FOD financiën.
Indien de Investeerder een schadevergoeding vordert voor de situatie bedoeld in artikel 9.1 a) (niet- tijdige aflevering van het Tax Shelter Attest, of niet voor het volledige vooropgestelde bedrag), dan verbindt de Investeerder zich er tevens toe:
(c) kopij van het aanslagbiljet waarin de belastingverhoging en verwijlintresten op het gedeelte van de belasting dat proportioneel verband houdt met de bij toepassing van deze raamovereenkomst voorheen vrijgestelde winst zijn opgenomen, binnen de 20 werkdagen na ontvangst ervan over te maken aan de Tussenpersoon én de verzekeraar bedoeld in artikel 11.1.;
(d) die belastingverhoging en verwijlintresten ook binnen de door de FOD financiën opgelegde termijn te betalen.
Bij gebrek aan naleving van één of beide van die verbintenissen, kan de Tussenpersoon in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor de bijkomende schade (waaronder bijkomende nalatigheidsintresten) die daardoor zou ontstaan in hoofde van de Investeerder.
9.4 De Tussenpersoon en de Investeerder verbinden er zich toe om in ieder geval al wat redelijkerwijze mogelijk is te doen om de omvang van de eventuele schade van de Investeerder te beperken.
9.5 In geen geval kan de Tussenpersoon door de Investeerder worden aangesproken tot nakoming van enige verbintenis van de Producent en/of tot vergoeding van enige schade geleden ingevolge schending door de Producent van één of meerdere van haar verbintenissen, voortvloeiend uit huidige raamovereenkomst en/of de wet.
ARTIKEL 10 – AANSPRAKELIJKHEID VAN DE PRODUCENT
10.1 a) Schade van de Investeerder ingevolge de niet-tijdige aflevering van het Tax Shelter Attest of aflevering van een Tax Shelter Attest voor een lager bedrag dan hetgeen werd vooropgesteld
Indien een aan de Producent toerekenbare fout tot gevolg heeft dat het tax shelter-attest niet wordt afgeleverd door de FOD financiën uiterlijk op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin deze raamovereenkomst wordt ondertekend, of wel tijdig wordt afgeleverd maar niet voor het volledige vooropgestelde bedrag, dan is de schadevergoeding die de Investeerder van de Producent kan vorderen voor diens schade die daarvan het gevolg is in ieder geval beperkt tot het bedrag van de belastingverhoging en verwijlintresten op het gedeelte van de belasting dat proportioneel verband houdt met de bij toepassing van deze raamovereenkomst voorheen vrijgestelde winst, voor zover de belastingverhoging en verwijlintresten niet toe te schrijven zijn aan een nalatigheid van de Investeerder bij de vervulling van diens eigen fiscale verplichtingen. Indien de schadevergoeding daarenboven belastbaar zou zijn in hoofde van de Investeerder, verbindt de Producent zich ertoe ook deze schade te vergoeden door de vergoeding te verhogen met de Brutering.
b) Andere schade van de Investeerder
De Producent zal de Investeerder tevens vergoeden voor de door de Investeerder geleden schade die andere schade betreft dan deze bedoeld in artikel 10.1 a) en die haar oorzaak vindt in een schending van of onjuistheid in de door de Producent krachtens deze raamovereenkomst aangegane verbintenissen, en gegeven verklaringen en waarborgen.
10.2 Zonder afbreuk te doen aan artikel 10.1, zal, indien de Investeerder in aanmerking komt voor vergoeding van diens schade door de verzekeraar bedoeld in artikel 11.1, en de verzekeraar echter pas later dan de voorziene datum uitbetaalt én die vertraging te wijten is aan een handelen of nalaten te handelen van de Producent, de Producent ten titel van schadevergoeding daarvoor enkel een nalatigheidsintrest verschuldigd zijn vanaf de normaal voorziene datum voor uitbetaling, berekend op het door de verzekeraar uit te betalen bedrag, tot op het ogenblik dat de verzekeraar daadwerkelijk heeft uitbetaald, en in ieder geval begrensd tot op het ogenblik dat de laattijdige uitbetaling niet meer te wijten is aan het handelen of nalaten te handelen van de Producent. De toepasselijke interestvoet voor de
nalatigheidsintresten is deze bedoeld in de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties.
10.3 Indien de Investeerder verhaal wenst uit te oefenen op de Producent, dan zal hij de Producent daartoe schriftelijk, per aangetekende brief in gebreke stellen, met (1) vermelding van de inbreuk of omstandigheid waarvoor hij verhaal wenst uit te oefenen en (2) het bedrag dat hij als schadevergoeding vordert (voor zover al berekenbaar). Elk verzoek tot schadeloosstelling zal slechts geldig zijn voor zover de Investeerder de Producent daarvan in kennis heeft gesteld uiterlijk de laatste dag van het vijfde jaar volgend op de uiterste datum waarop het Tax Shelter Attest met betrekking tot het PODIUMWERK moet worden afgeleverd door de FOD financiën.
Indien de Investeerder een schadevergoeding vordert voor de situatie bedoeld in artikel 10.1.a) (niet- tijdige aflevering van het Tax Shelter Attest, of niet voor het volledige vooropgestelde bedrag), dan verbindt de Investeerder zich er tevens toe:
(a) kopij van het aanslagbiljet waarin de belastingverhoging en verwijlintresten op het gedeelte van de belasting dat proportioneel verband houdt met de bij toepassing van deze raamovereenkomst voorheen vrijgestelde winst zijn opgenomen, binnen de 20 werkdagen na ontvangst ervan over te maken aan de Producent, de Tussenpersoon én de verzekeraar bedoeld in artikel 11.1.;
(b) die belastingverhoging en verwijlintresten ook binnen de door de FOD financiën opgelegde termijn te betalen.
Bij gebrek aan naleving van één of beide van die verbintenissen, kan de Producent in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor de bijkomende schade (waaronder bijkomende nalatigheidsintresten) die daardoor zou ontstaan in hoofde van de Investeerder.
10.4 De Producent en de Investeerder verbinden er zich toe om in ieder geval al wat redelijkerwijze mogelijk is te doen om de omvang van de eventuele schade van de Investeerder te beperken.
10.5 In geen geval kan de Producent door de Investeerder worden aangesproken tot nakoming van enige verbintenis van de Xxxxxxxxxxxxx en/of tot vergoeding van enige schade geleden ingevolge schending door de Xxxxxxxxxxxxx van één of meerdere van haar verbintenissen, voortvloeiend uit huidige raamovereenkomst en/of de wet.
ARTIKEL 11 – VERZEKERING & OPTIONELE BIJKOMENDE WAARBORG
11.1. De Tussenpersoon heeft een verzekering afgesloten met de Producent als verzekerde, waarbij de Investeerder als begunstigde van die verzekering beschermd is tegen het risico van geheel of gedeeltelijk verlies van het fiscaal voordeel (vergoeding de facto gelijk aan het bedrag van de belastingverhoging en nalatigheidsintresten op het gedeelte van de belasting dat proportioneel verband houdt met de bij toepassing van deze Raamovereenkomst voorheen vrijgestelde winst (nalatigheidsintresten beperkt tot maximaal 14% van het initieel bedrag van het beoogde fiscaal voordeel); vergoeding, indien belastbaar in hoofde van de Investeerder, desgevallend verhoogd met de Brutering) als gevolg van het niet of laattijdig bekomen van het tax-shelter attest, overeenkomstig de bepalingen van de verzekeringspolis, die gevoegd is als Bijlage 6 bij het Prospectus van de Tussenpersoon, en waarvan de Investeerder erkent ze te hebben gelezen en te aanvaarden. De Tussenpersoon verbindt zich ertoe de Verzekering aan te houden tot en met de uiterste datum waarop het Tax Shelter Attest moet worden afgeleverd door de FOD financiën (= 31 december van het vierde jaar volgend op de ondertekening van huidige Raamovereenkomst). De Producent verbindt zich ertoe (1) tijdig en uiterlijk binnen de 10 werkdagen na de uiterste datum waarop het Tax Shelter Attest moest worden afgeleverd door de FOD financiën, aan de verzekeraar mee te delen dat het Tax Shelter Attest niet of slechts voor een gedeelte van het beoogde fiscaal voordeel werd afgeleverd en (2) terzelfdertijd de Tussenpersoon en de Investeerder mee te delen dat de verzekeraar daarvan in kennis is gesteld (met kopie van de betrokken notificatie).53 De kostprijs van deze verzekering is geheel ten laste van de Producent (kosteloos voor de Investeerder). Ter bevestiging van de afgesloten verzekering overeenkomstig bovenstaande, zal de Investeerder na ondertekening van huidige raamovereenkomst een gepersonaliseerd verzekeringsattest ontvangen, uitgereikt door de verzekeraar, overeenkomstig het model dat – samen met de verzekeringspolis –
53 Indien de Investeerder binnen voormelde termijn van 10 werkdagen geen bericht heeft ontvangen met de mededeling dat de verzekeraar in kennis werd gesteld, dan wordt de Investeerder uitdrukkelijk aangeraden zelf onmiddellijk contact op te nemen met de Tussenpersoon en tevens rechtstreeks met de verzekeraar.
gevoegd is als Bijlage 6 bij het Prospectus van de Tussenpersoon, en waarvan de Investeerder erkent het te hebben gelezen en te aanvaarden.
11.2. De Investeerder kan tevens een bijkomende waarborg verwerven tot het verkrijgen van de Prefinancieringsvergoeding waarop de Investeerder overeenkomstig artikel 5.3 van deze raamovereenkomst recht heeft. Deze waarborg kan worden afgeleverd middels een bankgarantie. De kostprijs van deze waarborg kan evenwel – ingevolge het bepaalde in artikel 194ter, §11 WIB’92 – niet ten laste worden genomen door de Producent of de Tussenpersoon.
ARTIKEL 12 – CONTINUÏTEIT
Partijen verklaren ingeval van betwisting niets te zullen ondernemen dat de productie, distributie en promotie van het PODIUMWERK in het gedrang zou kunnen brengen tot op het ogenblik dat alle Partijen de kans hebben gekregen hun verweermiddelen daaromtrent voor te leggen aan de bevoegde rechter (voorzitter van de rechtbank gevat middels een dagvaarding in kort geding, beslagrechter of rechter die kennis neemt van een procedure ten gronde) en die rechter daarop een vonnis op tegenspraak heeft geveld.
ARTIKEL 13 – TOEPASSELIJK RECHT EN BEVOEGDE RECHTBANK
Huidige overeenkomst is onderworpen aan het Belgisch recht. Elk geschil betreffende de uitvoering, interpretatie, beëindiging of ontbinding behoort tot de exclusieve bevoegdheid van de Nederlandstalige rechtbanken en hoven van het gerechtelijk arrondissement Brussel.
Partijen verklaren tot slot uitdrukkelijk dat zij voorafgaand aan de ondertekening van huidige overeenkomst hiernavolgende Bijlagen, die integraal deel uitmaken van huidige overeenkomst, hebben gelezen en zonder voorbehoud hebben aanvaard:
1. Maatschappelijk doel (conform de statuten) van de Investeerder
2. Maatschappelijk doel (conform de statuten) van de Producent
3. Maatschappelijk doel (conform de statuten) van de Tussenpersoon
4. Financieringsplan met lijst van eerder getekende Raamovereenkomsten Opgemaakt te Zaventem, op XXX, in twee originele exemplaren.
Voor de INVESTEERDER,
XXX XXX
Voor de TUSSENPERSOON, handelend zowel voor eigen rekening, als in naam en voor rekening van de PRODUCENT,
Xxxxxxx XXXXXXX, Gedelegeerd bestuurder