ALGEMENE VOORWAARDEN
ALGEMENE VOORWAARDEN
ERKENNINGSREGELING DIERTRANSPORT
Het bestuur van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Vee&Logistiek Nederland heeft,
overwegende, dat het wenselijk is, gelet op de ontwikkelingen ten aanzien van dierenwelzijn tijdens transport en preventie van dierziekten, om een degelijke kwaliteitsregeling op te zetten met als doelstelling het reguleren, verbeteren en controleren van diertransport;
overwegende, dat te dien einde uniforme basisvoorwaarden dienen te worden vastgesteld waaronder kan worden overgegaan tot certificatie in het kader van de Erkenningsregeling diertransport;
overwegende, dat de uniforme basisvoorwaarden dienen uit te gaan van een kwaliteitsregeling aangaande diertransport en daaraan gerelateerde activiteiten waaronder adequate transportmiddelen, dierwelzijn, scholing en hygiënemaatregelen;
overwegende, dat het, gelet op de dierlijke sectoren, wenselijk is de uitvoering van de Erkenningsregeling diertransport (zo spoedig mogelijk) onder accreditatie te laten plaatsvinden;
overwegende, dat het opstellen en beheer van de Erkenningsregeling in nauw overleg met betrokken sectoren plaatsvindt;
op 1-11-2021 vastgesteld de navolgende:
ALGEMENE VOORWAARDEN ERKENNINGSREGELING DIERTRANSPORT
Definities
Artikel 1
Voor de toepassing van deze Algemene Voorwaarden Erkenningsregeling diertransport en haar bijlagen 1 t/m 6 wordt verstaan onder:
1. | AV Erkenningsregeling diertransport | : | Algemene Voorwaarden Erkenningsregeling diertransport; |
2. | Bestuur | : | het bestuur van Vee&Logistiek Nederland; |
3. | Buitenlandse vervoerder | : | een natuurlijk persoon of rechtspersoon, gevestigd in een land anders dan Nederland, die voor eigen rekening of voor rekening van een derde dieren vervoert; |
4. | Certificaat Erkenningsregeling diertransport | : | document, uitgegeven door of namens de certificerende instantie waarin wordt verklaard dat een deelnemer is gecertificeerd in het kader van de Erkenningsregeling diertransport; |
5. | Certificatie | : | het door de certificerende instantie (doen) uitvoeren van toezicht - waaronder mede controle en beoordeling - op deelnemers en de afgifte of intrekking van certificaten Erkenningsregeling |
diertransport in overeenstemming met de Erkenningsregeling diertransport; | |||
6. | Certificatiecriteria | : | Criteria, als bedoeld in bijlage 2 van de Erkenningsregeling diertransport, die van toepassing zijn op deelnemers en op grond waarvan certificatie plaatsvindt; |
7. | Certificerende Instantie of CI | : | Rechtspersoon die middels een daartoe met de schemabeheerder gesloten overeenkomst in het kader van de uitvoering van de Erkenningsregeling diertransport is belast met de certificatie van deelnemers; |
8. | Deelnemer | : | de natuurlijke of rechtspersoon, die de Overeenkomst Erkenningsregeling diertransport heeft gesloten met de certificerende instantie, welke overeenkomst niet is beëindigd; |
9. | Erkende deelnemer | : | deelnemer die overeenkomstig de Erkenningsregeling diertransport is gecertificeerd en daartoe het certificaat Erkenningsregeling diertransport heeft ontvangen; |
10. | Erkenningsregeling diertransport | : | de Algemene Voorwaarden Erkenningsregeling diertransport, en haar bijlagen 1 t/m 6 zoals deze thans luiden of in de toekomst zullen luiden, alsmede het bij of krachtens deze bepaalde: Bijlage 1: Voorschriften Erkenningsregeling diertransport: Bijlage 2: Certificatiecriteria Erkenningsregeling diertransport; Bijlage 3: Erkenningsvoorwaarden certificerende instanties Erkenningsregeling diertransport; Bijlage 4: Geschillenreglement Erkenningsregeling diertransport; Bijlage 5: Reglement CCvD Erkenningsregeling Diertransport; Bijlage 6: Standaard deelnemersovereenkomst Erkenningsregeling Diertransport. |
11. | Geschillencommissie | : | commissie belast met de beslechting van geschillen tussen enerzijds deelnemers en anderzijds de schemabeheerder of de certificerende instantie; |
12. | Harmonisatieoverleg | : | een door de schemabeheerder georganiseerd overleg met vertegenwoordigers van de CI om de kwaliteit, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en uniformiteit te kunnen waarborgen; |
13. | Houder | : | Eigenaar van dieren, houder of hoeder; |
14. | Koppel | : | groep dieren met dezelfde gezondheids- en immuniteitsstatus en van dezelfde leeftijd, die in eenzelfde lokaal of een zelfde uitloopruimte wordt opgefokt of gehouden en die een epizoötiologische eenheid vormen; |
15. | NVWA | : | Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit; |
16. | Overeenkomst Erkenningsregeling diertransport | : | schriftelijke overeenkomst die wordt gesloten tussen de deelnemer en de Certificerende Instantie en waarin het bepaalde bij of krachtens de Erkenningsregeling diertransport van toepassing is verklaard; |
17. | Schemabeheerder | : | de rechtspersoon die is belast met het beheer en toezicht op de naleving van de Erkenningsregeling diertransport; |
18. | Slachterij | : | samenhangend geheel van productie-eenheden - bestaande uit één of meer gebouwen of gedeelten daarvan - op één locatie, waar dieren worden geslacht en al dan niet vlees wordt uitgesneden; |
19. | Transport | : | de gehele vervoersoperatie van de plaats van vertrek tot de plaats van bestemming, met inbegrip van het laden, lossen, het stallen en het laden tijdens tussenstops. Vervoer van levende gewervelde dieren; |
20. | Vee&Logistiek Nederland | : | de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Vee&Logistiek Nederland, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 40407681; |
21. | Veetransportmiddel | : | Deze kan alleen rijden of gecombineerd worden met een vervoerseenheid; |
22. | Vervoer | : | de verplaatsing van dieren met behulp van een of meer vervoermiddelen en de daarmee samenhangende activiteiten, zoals laden, lossen, overladen en rusten, tot aan het moment waarop alle dieren op de plaats van bestemming zijn uitgeladen. |
23. | Vervoerder | : | een natuurlijke persoon of rechtspersoon die voor eigen rekening of voor rekening van een derde dieren vervoert; |
24. | Vervoermiddel | : | voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers, dat wordt gebruikt voor het vervoer van dieren; |
25. | Vervoerseenheid | : | voertuig dat of aanhangwagen, oplegger of container die deel uitmaakt of kan uitmaken van een combinatie als bedoeld in definitie ‘vervoermiddel’. |
Beheer en toezicht
Artikel 2
1. De schemabeheerder is belast met het beheer van en toezicht op de naleving van de Erkenningsregeling diertransport.
Centraal college van deskundigen
Artikel 3
1. Er is een Centraal College van Deskundigen (hierna: CCvD) welke gevraagd en ongevraagd advies uit kan brengen aan het bestuur omtrent alle zaken die het certificatieschema en de daaruit voortvloeiende voorschriften betreffen.
2. Het Centraal College van Deskundigen Erkenningsregeling Diertransport, is belast met de advisering ten aanzien van het beheer en toezicht op de uitvoering van de Erkenningsregeling Diertransport.
3. De schemabeheerder stelt in het ‘Reglement CCvD Erkenningsregeling diertransport’ (Bijlage 5 bij de AV Erkenningsregeling diertransport nadere regels met betrekking tot de samenstelling, taken en het functioneren van het college. Certificerende Instantie
Artikel 4
1. Er zijn Certificerende Instanties (hierna: CI’s) die belast zijn met de certificatie van deelnemers op basis van de Erkenningsregeling diertransport.
2. De schemabeheerder stelt in de Erkenningsvoorwaarden Certificerende Instanties (Bijlage 3 bij de AV Erkenningsregeling diertransport) nadere regels op basis waarvan een CI erkend kan worden voor de uitvoering van de taak als omschreven in het eerste lid.
Aanmelding/overeenkomst
Artikel 5
1. De vervoerder die wenst deel te nemen aan de Erkenningsregeling diertransport, wordt hiertoe door degene die het bedrijf uitoefent of doet uitoefenen aangemeld bij een CI.
2. Na aanmelding als bedoeld in het eerste lid, wordt in overeenstemming met de Certificatiecriteria de ‘Standaard deelnemersovereenkomst Erkenningsregeling Diertransport’ (bijlage 6 van de Algemene voorwaarden) afgesloten, waarna een controle wordt uitgevoerd door de CI.
3. De kosten ter zake van de in het tweede lid bedoelde controle komen voor rekening van de (beoogde) deelnemer.
4. Van de vervoerder die zich aanmeldt voor deelname aan de Erkenningsregeling diertransport worden conform het bepaalde bij of krachtens de Erkenningsregeling diertransport (persoons- en bedrijfs-)gegevens verzameld, verwerkt en geregistreerd.
5. Op de overeenkomst Erkenningsregeling diertransport is Nederlands recht van toepassing.
Certificatie
Artikel 6
1. Indien naar het oordeel van de CI uit de controle blijkt dat de deelnemer voldoet aan het bepaalde bij of krachtens de Erkenningsregeling diertransport of dat niet blijkt van bezwaren tegen deelname, vindt, met afgifte van het certificaat Erkenningsregeling diertransport en de inschrijving van de deelnemer in het register (als bedoeld in artikel 7 van de AV Erkenningsregeling diertransport), certificatie van de deelnemer plaats.
2. De kosten voor deelname aan de Erkenningsregeling diertransport komen voor rekening van de (erkende)deelnemer.
Openbaar register
Artikel 7
1. Een door de schemabeheerder aan te wijzen organisatie beheert een openbaar register waarin wordt bijgehouden welke bedrijven zijn gecertificeerd in het kader van de Erkenningsregeling diertransport.
2. Het register als bedoeld in het eerste lid bevat ten minste de navolgende gegevens:
a. NAW-gegevens deelnemer;
b. E-mailadres en telefoonnummer.
Naleving Erkenningsregeling diertransport
Artikel 8
1. Elke deelnemer is verplicht het bepaalde bij of krachtens de Erkenningsregeling Diertransport en de overeenkomst strikt na te leven.
Wettelijke voorschriften
Artikel 9
1. Elke deelnemer is verplicht het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift dat van toepassing is op de deelnemer, voor zover relevant voor het bedrijf, na te (doen) leven.
2. Elke deelnemer is verplicht bevindingen van instanties, die (mede) door of namens de overheid zijn belast met het toezicht, de opsporing en/of de handhaving ter zake van wettelijke voorschriften, die betrekking hebben op onderwerp(en) die de Erkenningsregeling diertransport bevat en (kunnen) leiden tot nader onderzoek of sanctie(s), zo spoedig mogelijk schriftelijk of per e-mail te melden aan de CI.
Meldingsplicht wijzigingen
Artikel 10
1. Elke deelnemer is verplicht om iedere wijziging op het bedrijf of in de bedrijfsvoering die van invloed is of kan zijn op de overeenkomst Erkenningsregeling diertransport, genoemd in artikel 5, lid 2, onverwijld schriftelijk te melden aan de CI.
2. Als wijziging, als bedoeld in het eerste lid, wordt ten minste aangemerkt:
a) (tijdelijke) staking (van de exploitatie) van het bedrijf;
b) beëindiging van het bedrijf ongeacht de wijze waarop dit geschiedt;
c) wijziging van de rechtsvorm van (het bedrijf van) de deelnemer;
d) overname/aankoop van een bedrijf;
e) overdracht van het bedrijf;
f) faillissement van de deelnemer;
3. Voor het nalaten een wijziging als bedoeld in het tweede lid onverwijld schriftelijk te melden, kan de CI een maatregel opleggen als bedoeld in artikel 14.
4. De CI kan naar aanleiding van een wijziging als bedoeld in het eerste lid een controle (laten) uitvoeren op kosten van de deelnemer.
Voorschriften
Artikel 11
1. De voorschriften die door de deelnemers nageleefd dienen te worden zijn opgenomen in ‘Voorschriften Erkenningsregeling diertransport (Bijlage 1 van de AV Erkenningsregeling diertransport).
Toezicht
Artikel 12
1. In het kader van het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Erkenningsregeling Diertransport of de Overeenkomst Erkenningsregeling diertransport als
bedoeld in artikel 5, lid 2, worden door of namens de CI’s controles uitgevoerd ten aanzien van de deelnemers.
2. De in het eerste lid bedoelde controles kunnen bij het betreffende bedrijf, bij andere bedrijven, op iedere andere locatie, op het transportmiddel of onderweg plaatsvinden.
3. De controlebevindingen van de in het eerste lid bedoelde controles worden beoordeeld door of namens de CI.
4. Ten aanzien van de controle en beoordeling als bedoeld in het eerste en tweede lid, is het bepaalde bij of krachtens de Certificatiecriteria (Bijlage 2 van de AV Erkenningsregeling diertransport) van toepassing.
5. De controles als bedoeld in het eerste lid zijn aangekondigd dan wel onaangekondigd en hebben onder meer betrekking op:
a) controles op afstand;
b) controles op (kantoor)locatie van de deelnemer;
c) controles onderweg van transportmiddelen, tijdens laden en lossen, en/of controles van documenten.
6. Controlebevindingen, beoordelingsresultaten, certificatiebesluiten, opgevraagde data en gegenereerde data kunnen, al dan niet op aanvraag, door of namens de CI worden gemeld aan de schemabeheerder en/of door de schemabeheerder aangewezen instanties en/of instanties die (mede) door of namens de overheid zijn belast met onder meer het toezicht, de opsporing en/of de handhaving ter zake van wettelijke voorschriften.
Toepassen van maatregelen
Artikel 13
1. Indien de CI vaststelt dat een deelnemer het bepaalde bij of krachtens de Erkenningsregeling diertransport of de Overeenkomst Erkenningsregeling diertransport niet of niet behoorlijk nakomt, wordt tegen de betreffende deelnemer door de CI een maatregel toegepast.
2. Ten aanzien van het toepassen van maatregelen door de CI is het bepaalde bij of krachtens de Certificatiecriteria (Bijlage 2 van de AV Erkenningsregeling diertransport) van toepassing.
3. Toegepaste maatregelen kunnen - al dan niet op aanvraag – na toestemming van de schemabeheerder door of namens de CI worden gemeld aan instanties die (mede) door of namens de overheid zijn belast met onder meer de handhaving van wettelijke voorschriften.
Maatregelen
Artikel 14
1. De maatregelen bij niet, of niet behoorlijke, naleving van het bepaalde bij of krachtens de Erkenningsregeling diertransport en/of de Overeenkomst Erkenningsregeling diertransport als bedoeld in artikel 5, lid 2, kunnen bestaan uit:
a) een schriftelijke waarschuwing; en/of
b) herstelcontroles (administratief of fysiek); en/of
c) administratieve aanvulling; en/of
d) onaangekondigde controles, op kosten van de deelnemer; en/of
e) een boete; en/of
f) schorsing van de deelnemer; en/of
g) uitsluiting van de deelnemer.
2. In geval van de maatregel als bedoeld in lid 1f en 1g worden de betreffende gegevens in het register, bedoeld in artikel 7, uit het register verwijderd.
GESCHILLENCOMMISSIE
Artikel 15
1. Er is een geschillencommissie. De schemabeheerder stelt regels met betrekking tot de samenstelling, de taken, de bevoegdheden en het functioneren van de geschillencommissie.
2. Bij de behandeling van geschillen, waarbij de schemabeheerder of de CI partij is, is het ‘Geschillenreglement Erkenningsregeling diertransport’ (Bijlage 4 van de AV Erkenningsregeling diertransport) van toepassing.
3. Geschillen die mochten ontstaan over de inhoudelijke bepalingen van Erkenningsregeling diertransport worden bij wege van bindend advies beslecht door de geschillencommissie, waarbij de deelnemer en de schemabeheerder partij zijn.
4. Geschillen die mochten ontstaan over aspecten die betrekking hebben op de certificatie zoals uitgevoerd door de CI of maatregel opgelegd door de CI, worden, bij wege van bindend advies, beslecht door de geschillencommissie, waarbij de deelnemer en CI partij zijn
5. Het CCvD wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd over aanhangig gemaakte geschillen en klachten en het verloop van de procedure. De informatie wordt geanonimiseerd verstrekt.
Opzegging
Artikel 16
1. De Overeenkomst Erkenningsregeling diertransport wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Beëindiging van de Overeenkomst Erkenningsregeling diertransport, anders dan door middel van toepassing van een maatregel als bedoeld in artikel 14, dient schriftelijk te geschieden aan de CI met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand.
3. Bij het verstrijken van de opzegtermijn als bedoeld in het tweede lid worden de betreffende gegevens in het register als bedoeld in artikel 7, verwijderd.
Wijzigingen Erkenningsregeling diertransport en Overeenkomst Erkenningsregeling diertransport
Artikel 17
1. Wijzigingen in de Erkenningsregeling diertransport worden door of namens de schemabeheerder bekend gemaakt aan de deelnemers en aan de CI. De CI draagt zorg voor tijdige en volledige bekendmaking aan de deelnemers waarmee zij een overeenkomst heeft gesloten.
2. Wijzigingen in de Erkenningsregeling diertransport, die door de schemabeheerder zijn vastgesteld, worden geacht in de overeenkomst Erkenningsregeling diertransport door te werken. De betreffende deelnemers zijn verplicht deze wijzigingen strikt na te leven en/of te doen naleven.
3. Een exemplaar van de Erkenningsregeling diertransport kan worden opgevraagd bij de schemabeheerder of worden ingezien op diens website.
Kosten
Artikel 18
1. De deelnemer is verplicht om alle aan deelname verbonden kosten conform de deelnemersovereenkomst te voldoen. Daarnaast is de schemabeheerder bevoegd om bij de deelnemer een door de schemabeheerder vast te stellen deelnemersbijdrage in rekening te brengen. De schemabeheerder besluit welke partij de inning van de deelnemersbijdrage uitvoert.
2. Alle kosten, als bedoeld in de Erkenningsregeling diertransport, dienen binnen de daartoe gestelde termijnen – bij verzoek, op vooruitbetaling – te worden voldaan.
3. In geval van beëindiging van de Overeenkomst Erkenningsregeling diertransport door de deelnemer of in geval van schorsing dan wel intrekking van het certificaat door de CI, blijft de betalingsverplichting onverminderd van kracht voor het kalenderjaar waarin de opzegging dan wel schorsing of intrekking van het certificaat wordt geëffectueerd.
4. Weigering tot betaling van de in lid 1 genoemde kosten kan leiden tot schorsing van het certificaat of uitsluiting van deelname.
Uitvoering
Artikel 19
1. De schemabeheerder kan besluiten;
a) in uitzonderlijke situaties (bijv. dreiging dan wel uitbraak van besmettelijke dierziekte) of in geval van calamiteiten omtrent de in de Erkenningsregeling diertransport geregelde onderwerpen, bij uitvoeringsbesluit tijdelijke, kortdurende nadere voorschriften stellen;
b) in een daarvoor in aanmerking komend geval van het bepaalde bij of krachtens de Erkenningsregeling diertransport geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen en aan een zodanige ontheffing voorwaarden of voorschriften verbinden, bij welke niet, niet tijdige, of niet behoorlijke nakoming de desbetreffende ontheffing geacht wordt te zijn vervallen;
c) een verleende ontheffing in te trekken.
2. De deelnemers zijn verplicht de tijdelijke nadere voorschriften, bedoeld in het eerste lid, na te leven en/of te doen naleven.
3. Bij bevindingen waarin de voorschriften (bijlage 1 van de AV) van de Erkenningsregeling diertransport niet expliciet in voorzien en/of in ernstige mate afbreuk wordt gedaan aan de met de Erkenningsregeling diertransport na te streven doelen, kwaliteitseisen en/of het imago van de Erkenningsregeling diertransport dan wel de diertransportsector, zoals:
a) het in gevaar brengen van de gezondheid van dieren;
b) het in gevaar brengen van de voedselveiligheid;
c) het in gevaar brengen van de volksgezondheid;
d) het schaden van het dierenwelzijn;
e) het in gevaar brengen van (het imago van) de diertransportsector en/of dierlijke sectoren;
f) het in gevaar brengen van het vertrouwen in/het imago van de Erkenningsregeling diertransport;
kan de schemabeheerder de CI van de betreffende deelnemer opdracht geven tot het opleggen van een door de schemabeheerder te bepalen maatregel aan de deelnemer, zoals omschreven in artikel 14 van de AV Erkenningsregeling diertransport.
Slotbepalingen
Artikel 20
1. Deze regeling kan worden aangehaald als Algemene Voorwaarden Erkenningsregeling diertransport.
2. Deze regeling treedt in werking op 1-11-2021.
Bijlagen Erkenningsregeling diertransport:
1. Voorschriften
2. Certificatiecriteria
3. Erkenningsvoorwaarden
4. Geschillenreglement
5. Reglement CCVD
6. Standaard deelnemersovereenkomst