VERGADERING GEMEENTERAAD 2014 VOORSTEL
Registratienum mer
VERGADERING GEMEENTERAAD 2014 VOORSTEL
R20130310
Bijlage(n) 1) Regeling zonder Meer
2) Toelichting op RZM
3) Model
dienstverleningsovereenkomst
Onderwerp Transities/ Regeling zonder meer voor
regionale samenwerking in het sociale domein
Middenbeemster, 7 januari 2014
Aan de raad
In mei 2013 is een brief vanuit de regio ZaanstreekWaterland naar minister Plasterk/ de VNG
gestuurd om mede te delen dat de regiogemeenten voor de transities in het sociale domein zullen samenwerken. Voor de transities Jeugd, AWBZ en Participatiewet wordt op Zaanstreek Waterland niveau samengewerkt. Deze samenwerking dient te worden geformaliseerd in een juridische samenwerkingsvorm. In regionale bestuurlijke overleggen is onder meer besloten dat de regionale samenwerking een zo licht mogelijke juridische vorm moet betreffen en is tevens afgestemd op welke onderwerpen binnen de drie transities op welk niveau (lokaal, regionaal en bovenregionaal) moet worden samengewerkt. Dit betreft ook de regionale samenwerking op het gebied van inkoop van diverse zorgproducten.
De Rijksoverheid heeft aan deze (juridische) samenwerking enkele eisen verbonden en wil dat in de samenwerkingsverbanden de volgende zaken worden geborgd:
Gemeenten beschikken over voldoende specialistische kennis en capaciteit voor een toereikend aanbod van zorg en hulpverlening.
Gemeenten hebben voldoende (gezamenlijke) draagkracht om financiële schommelingen op te vangen.
Gemeenten beschikken over meer slagkracht tegenover zorg en dienstverleners in het (maatschappelijk midden)veld.
Gemeenten hebben de mogelijkheid om kwalitatief hoogwaardige meerjarige contracten met professionele zorg en dienstverleners af te sluiten.
De regionale samenwerking in het sociale domein zal in een zo licht mogelijke juridische vorm worden bekrachtigd, namelijk de Regeling zonder Meer (RZM). Voor het aangaan van een dergelijke regeling is toestemming van alle gemeenteraden in de regio noodzakelijk (bevoegdheid gemeenteraad). Het college heeft over het aangaan van deze RZM reeds een
positief besluit genomen en stelt u voor toestemming te verlenen voor het aangaan van de ‘Gemeenschappelijke regeling samenwerking decentralisaties sociale domein’.
Bijgevoegd aan dit advies treft u meerdere documenten met betrekking tot de RZM aan, te weten:
De Regeling zonder Meer
Een toelichting op de RZM
Een model dienstverleningsovereenkomst
Onderstaand treft u een overzicht aan van de belangrijkste informatie, beslispunten en de gevraagde besluiten.
Regeling Zonder Meer
Een RZM staat niet expliciet genoemd in de Wgr, maar binnen de wet geldt dat alle op de Wgr gebaseerde samenwerkingsvormen die niet in de wet staan vermeld, een RZM zijn. Een RZM bezit geen rechtspersoonlijkheid en geen bestuur; het is een bestuurlijke afspraak. Er is echter wel een rechtspersoonlijkheid nodig om deel te kunnen nemen in het maatschappelijk verkeer. Daarom worden aan een RZM dienstverleningsovereenkomsten (dvo’s) gekoppeld.
In de dvo’s kunnen onder meer zaken worden geregeld als volmachten/mandaten en het regionaal organiseren van het kunnen opvangen van financiële fluctuaties bij residentiële jeugdzorg. De combinatie tussen de RZM en de dvo’s leidt tot een constructie die materieel vergelijkbaar is met een centrumconstructie.
De RZM wordt in eerste instantie aangegaan voor een periode van twee jaar. De mogelijkheid bestaat om de regeling na verloop van die twee jaar te verlengen. De RZM treedt in werking op 1 februari 2014. Onderstaand nog enkele relevante aspecten van een RZM:
De regeling is naar zijn aard flexibel. Bestaande regelingen en samenwerkingsvormen worden gerespecteerd. Andere samenwerkingsvormen vanuit de deelnemende gemeenten worden niet uitgesloten en andere mogen ook aansluiten bij deze regeling.
Vanuit de regeling kan ook de samenwerking worden gezocht met derden. Het kan bijvoorbeeld zinnig zijn om specialistische inkoop nog verder op te schalen dan het regionale niveau.
Verantwoordelijkheid gemeenteraad bij het aangaan van een RZM
Om als gemeente te participeren in een RZM, is toestemming nodig van de gemeenteraad. Conform artikel 1, lid 2 van de Wgr is er voorafgaande toestemming nodig van alle gemeenteraden van de aan de regeling deelnemende gemeenten.
De gemeenteraad dient alleen toestemming te verlenen en te kijken of de RZM niet in strijd is met het recht of het algemeen belang. De gemeenteraad heeft verder geen bevoegdheid om inhoudelijk iets over de RZM of bijbehorende dvo’s te besluiten. De dvo’s worden uiteindelijk vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. Mocht de RZM worden gewijzigd, is voor deze gewijzigde regeling opnieuw toestemming van de gemeenteraden noodzakelijk.
Reikwijdte van de RZM
In de eerste plaats wordt de RZM aangegaan om regionaal samen te werken op het gebied van de transities AWBZ, Jeugd en de Participatiewet. Door het bundelen van volumes ontstaat een sterkere positie bij het contracteren van zorg en begeleiding (inkoop) bij maatschappelijke partners zoals zorginstellingen, organisaties en zorgverzekeraars.
De regionale samenwerking richt zich binnen de decentralisaties specifiek op beleidsvoorbereiding en –uitvoering. Dit is noodzakelijk, aangezien de nieuwe taken vragen om kennisintensivering. Deze kan door de regionale samenwerking efficiënter tot stand worden gebracht. Besluitvorming over beleidsmatige uitgangspunten blijven voorbehouden aan de individuele gemeenten.
De regionale samenwerking richt zich daarnaast met name op de gezamenlijke inkoop van zorg. Hierbij is onder meer te denken aan Jeugdzorg+, JB/JR en tweede lijns AWBZzorg. Vanuit de RZM kan ook de samenwerking worden gezocht met derden. Dit kan vanuit de inhoud van belang zijn, aangezien het bijvoorbeeld zinvol kan zijn om specialistische inkoop nog verder op te schalen dan het niveau van ZaanstreekWaterland.
In het voorjaar 2013 heeft de gemeente ingestemd met de regionale samenwerking in het sociale
domein (‘Lokaal maatwerk in regionaal verband’). Uitgangspunt was dat zoveel mogelijk lokaal wordt uitgevoerd, maar dat regionaal wordt samengewerkt waar dat een meerwaarde heeft. Beemster, EdamVolendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang vormen een congruente regio met ruim 320.000 inwoners. Deze samenwerking wordt nu juridisch bekrachtigd door het aangaan van de RZM.
De regeling betreft de afspraak tot samenwerking op het gebied van de drie decentralisaties (Jeugdhulp, AWBZ en Participatie) met de overige gemeenten in ZaanstreekWaterland als het bijvoorbeeld om inkoop gaat.
De samenwerking vindt haar grond in de Wet gemeenschappelijke regelingen en wordt als bestuurlijke afspraak aangeduid met de term ‘Regeling Zonder Meer’. Het is de bedoeling om door deze samenwerking uitvoeringskracht te bundelen. Dit voor een goede uitvoering van de nieuwe taken die de gemeenten krijgen door de decentralisaties in het sociale domein.
Inhoudelijk richt de samenwerking zich vooral op de inkoop van specialistische tweedelijns zorg, waar de afzonderlijke gemeenten slechts in bijzondere situaties een invulling aan zullen moeten geven. Door hier de krachten te bundelen kan dit soort zorg beter ingekocht worden.
Aan dit besluit zijn geen financiële consequenties verbonden, aangezien het hier slechts het
aangaan van een juridische samenwerking betreft. Financiële consequenties verbonden aan de daadwerkelijke inkoop van de zorg, zullen aan de orde komen zodra de dienstverleningsovereenkomsten worden behandeld en de daadwerkelijke inkoop van de zorg van start gaat.
Het is aan te bevelen de RZM op ten minste twee momenten, te weten een half jaar en anderhalf
jaar na inwerkingtreding, te evalueren.
Het besluit betreft het aangaan van een RZM. De naamgeving van de regeling (‘Gemeenschappelijke regeling samenwerking decentralisaties sociale domein’) impliceert wellicht anders. Dit is echter een kwestie van naamgeving. Minister Xxxxxxxx heeft expliciet gevraagd om de regionale samenwerking te regelen onder publiek recht. Dat betekent dat de juridische vorm waarin dit wordt geregeld onder de Wgr valt. De regionale samenwerking in het sociale domein wordt geregeld in een RZM, de lichtste publiekrechtelijke vorm die er binnen de Wgr is.
Afgelopen jaar is door alle gemeenten besloten op welke terreinen in het sociale domein de
regionale samenwerking wordt opgezocht.
Jeugd
In de nota ‘Lokaal maatwerk in regionaal verband’ ligt de bestuurlijke bevestiging van de regio ZaanstreekWaterland als jeugdzorgregio. Tijdens de bestuurlijke conferentie d.d. 3 juli 2013 is onder meer vastgesteld dat op het terrein van de jeugdzorg de focus van de regionale samenwerking ligt op het inkopen van de zwaardere jeugdzorg. In het Regionaal Transitiearrangement (RTA) is neergelegd dat gemeenten ervoor kiezen om de inkoop van een aantal vormen van zorg gezamenlijk te organiseren. Hiervoor geldt het volgende:
Lokaal: Gemeenten willen optimaal kunnen sturen op de inrichting van de eerste lijn en de ‘ondersteuning nabij’. De eerste lijn en preventieve en ambulante ondersteuning wordt door gemeenten zelf georganiseerd en ingekocht.
Regionaal: Voor de onderdelen jeugdbescherming/ jeugdreclassering en AMHK willen de gemeenten inkoopsamenwerking op het niveau van ZaanstreekWaterland organiseren.
Bovenregionaal: Voor andere, meer specialistische functies (onder meer verblijf) organiseren de gemeenten hun inkoopsamenwerking op bovenregionaal niveau.
AWBZ
In ‘Lokaal maatwerk in regionaal verband’ staat opgenomen dat de eerste lijnszorg door elke gemeente zelf wordt georganiseerd. Gemeenten maken hierin verschillende keuzen. De regionale samenwerking concentreert zich op de inkoop van de tweede lijnszorg (begeleiding en hulp bij huishouden).
Participatiewet
De samenwerking in het kader van de voorziene Participatiewet loopt al langere tijd. Hierbij is te denken aan de werkgeversbenadering en de herstructurering van de sociale werkvoorziening. Vooralsnog zijn er daarbij geen onderdelen voorzien die vanuit overwegingen van het kunnen deelnemen in het maatschappelijk verkeer onder de RZM moeten worden gebracht. Het is mogelijk dat dit later, als de resultaten van de Werkkamer en de contouren van de Participatiewet duidelijker zijn, alsnog het geval zal zijn.
Toestemming verlenen voor het aangaan van de ‘Gemeenschappelijke regeling samenwerking
decentralisaties sociale domein’.
Communicatie/Participatie
Na toestemming van de gemeenteraad en het akkoord van gemeente Beemster op het aangaan
van de RZM, wordt de regio ZaanstreekWaterland van dit besluit op de hoogte gesteld. Er zal een officieel moment van ondertekening volgen.
Alle gemeenten dienen de RZM op de voorgeschreven wijze bekend te maken alvorens de RZM in werking kan treden. De gemeente Zaanstad zendt de RZM toe aan Gedeputeerde Staten. De RZM zal in het register Gemeenschappelijke Regelingen worden verwerkt.