Algemene voorwaarden Deelnemen
Algemene voorwaarden Deelnemen
in coöperatieve energie-opwekking volgens Rotterdams model
Deze voorwaarden zijn totstandgekomen binnen het samenwerkingsverband van Rotterdamse energiecoöperaties: 'Energie van Rotterdam', gefaciliteerd door Energie van Rotterdam B.V., een dochtermaatschappij van de coöperatieve vereniging Energie van Rotterdam U.A.
Deze voorwaarden worden gehanteerd door Coöperatie Blijstroom B.A. (de coöperatie) en zijn onderdeel van elke Deelnemersovereenkomst die zij aangaat met een Deelnemer terzake van diens inleg in een productie-installatie die wordt gesubsidieerd krachtens de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE).
Onder Deelnemer is daarbij te verstaan een verstrekker van eigen vermogen, wat is te onderscheiden van een verstrekker van vreemd vermogen zoals een obligatiehouder, een bank of het realisatiefonds van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn).
De inleg wordt door de coöperatie gebruikt om de productie-installatie te realiseren. De coöperatie is niet verplicht om de inleg terug te betalen, noch om er enig aandeel voor toe te kennen in haar eigen vermogen. Het is een bijdrage die wordt geleverd door de Deelnemer aan de realisatie en instandhouding van de onderhavige productie-installatie. In ruil voor deze bijdrage ontvangt de Deelnemer een Deelnemersrecht. Dat betreft een bepaald bedrag uit het financiële resultaat van de productie-installatie, gedurende een aantal jaren. Het Deelnemersrecht wordt beheerst door de volgende voorwaarden.
Artikel 1 Definities
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
- algemene vergadering: de algemene vergadering van de coöperatie;
- Bedrag: het bedrag bedoeld in artikel 2 lid 2 sub f;
- Bestuur: het bestuur van de coöperatie;
- coöperatie: Coöperatie Blijstroom B.A., geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer: 61619671;
- Deelnemer: persoon die met de coöperatie een Deelnemersovereenkomst is aangegaan, of wenst aan te gaan;
- Deelnemersovereenkomst: overeenkomst tussen de coöperatie en een Deelnemer xxxxxxx van diens Inleg in een in die overeenkomst aangeduide productie-installatie, welke Inleg de coöperatie niet hoeft terug te betalen, behoudens in de gevallen als in deze voorwaarden voorzien, in meervoud: ‘Deelnemersovereenkomsten’;
- Deelnemersrecht: de geldelijke aanspraak van een Deelnemer zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 en zoals gereglementeerd in deze voorwaarden, in meervoud: ‘Deelnemersrechten’;
- Inleg: financiële inleg in een bepaalde productie-installatie op grond van een Deelnemersovereenkomst;
- Looptijd: het aantal productie-jaren bedoeld in artikel 2 lid 2 sub g;
- Obligatiehouder: houder van een of meer obligaties die zijn uitgegeven door de coöperatie, voor de financiering van een productie-installatie;
- Postcoderoos: een postcoderoos zoals bedoeld in de SCE, behorend bij een productie- installatie die onderwerp is van een Deelnemersovereenkomst;
- productie-installatie: een productie-installatie zoals bedoeld in de SCE, die onderwerp is van een Deelnemersovereenkomst, en die is opgenomen in een beschikking tot subsidieverlening aan de coöperatie ingevolge de SCE;
- SCE: de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (stcrt 2021, 11080);
- Subsidieperiode: de periode gedurende welke de met de productie-installatie geproduceerde elektriciteit is gesubsidieerd ingevolge de SCE.
Artikel 2 De Deelnemersovereenkomst
1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op elke Deelnemersovereenkomst die de coöperatie aangaat en op elk Deelnemersrecht dat ingevolge een Deelnemersovereenkomst wordt verkregen.
2. Een Deelnemersovereenkomst vermeldt in ieder geval:
a. het bedrag van de Inleg;
b. de productie-installatie waar de Inleg betrekking op heeft;
c. de Postcoderoos van de productie-installatie waar de Inleg betrekking op heeft;
d. de toepasselijkheid van deze voorwaarden, onder voorbehoud van tussentijdse wijziging van deze voorwaarden en daarmee dus ook van de Deelnemersovereenkomst;
e. dat de coöperatie niet verplicht is tot terugbetaling van de Inleg, behoudens de in deze voorwaarden genoemde situaties waarin terugbetaling wel geboden is;
f. het bedrag waarop de Deelnemer ingevolge het Deelnemersrecht per productiejaar maximaal aanspraak heeft (het Bedrag); en
g. het aantal aaneengesloten productiejaren waarover de Deelnemer ingevolge het Deelnemersrecht aanspraak heeft op maximaal het Bedrag (de Looptijd).
3. Een Deelnemersovereenkomst wordt aangegaan onder de opschortende voorwaarde dat de Deelnemer de beschikking heeft over de volgende documenten:
a. deze voorwaarden; en
b. het informatiedocument betreffende de coöperatie, de productie-installatie en het Deelnemersrecht.
4. De Deelnemer is bevoegd om de Deelnemersovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen, gedurende 14 dagen nadat deze is aangegaan of, als dat later is, nadat hij beschikking heeft gekregen over de documenten bedoeld in het vorige lid. Bij tijdige herroeping is de Deelnemersovereenkomst ontbonden en wordt reeds betaalde Inleg gerestitueerd. Herroeping is vormvrij en kan worden gedaan via het emailadres van de coöperatie.
5. Een Deelnemersovereenkomst wordt aangegaan onder de ontbindende voorwaarden:
a. dat de coöperatie tijdig voldoende deelnemende leden aan zich weet te binden, om met betrekking tot de onderhavige productie-installatie, aanspraak te kunnen maken op subsidie ingevolge de SCE;
b. dat de coöperatie de financiering van de productie-installatie tijdig rond krijgt; en
c. dat de onderhavige productie-installatie daadwerkelijk wordt gerealiseerd.
Zodra het Bestuur vaststelt en de Deelnemer daarvan in kennis heeft gesteld, dat aan een van de in dit lid genoemde voorwaarden niet wordt voldaan, is de Deelnemersovereenkomst ontbonden en de coöperatie verplicht tot terugbetaling van de reeds ontvangen Inleg.
6. De coöperatie is op geen enkel moment te verplichten om een Deelnemersovereenkomst aan te gaan. Ze is ook niet te verplichten tot vergoeding van schade wegens het niet aangaan van een Deelnemersovereenkomst of het niet toekennen van een Deelnemersrecht.
7. Een Deelnemersovereenkomst is persoonlijk en kan niet worden overgedragen. Ook kunnen rechten uit de Deelnemersovereenkomst niet afzonderlijk worden overgedragen noch bezwaard.
Artikel 3 Het Deelnemersrecht
1. Uitsluitend op grond van een rechtsgeldige Deelnemersovereenkomst kan een Deelnemer een Deelnemersrecht verkrijgen.
2. Het Deelnemersrecht betreft de jaarlijkse uitkering van een bedrag uit het financiële resultaat van de productie-installatie, overeenkomstig het Bedrag en de Looptijd genoemd in de Deelnemersovereenkomst.
3. Het Bedrag genoemd in de Deelnemersovereenkomst heeft betrekking op een heel productiejaar. De uitkering geschiedt echter per boekjaar, waarbij het uit te keren bedrag wordt verminderd, naar gelang het boekjaar geen heel productiejaar omvat.
4. Het aantal productiejaren waarop het Deelnemersrecht betrekking heeft volgt uit de Deelnemersovereenkomst. De coöperatie kan deze Looptijd verlengen, met inachtneming van het volgende. De Looptijd start niet eerder dan op het moment van inbedrijfstelling van de productie-installatie, en eindigt niet later dan bij het verstrijken van de Subsidieperiode van de onderhavige productie-installatie. De verlenging kan bestaan uit een gedeelte van een productiejaar.
5. De coöperatie kan het met betrekking tot enig boekjaar ingevolge het Deelnemersrecht uit te keren bedrag verminderen, of zelfs op nihil stellen, indien na afloop van dat boekjaar wordt vastgesteld dat het financiële resultaat van de productie-installatie in dat boekjaar onvoldoende is om het Bedrag te kunnen voldoen.
6 Het financiële resultaat van de productie-installatie wordt per boekjaar achteraf bepaald, en verantwoord in de jaarrekening van de coöperatie. Bij vaststelling van die jaarrekening wordt tevens vastgesteld of dat financiële resultaat voldoende was om het Bedrag met betrekking tot het onderhavige boekjaar uit te kunnen keren. Indien dat resultaat onvoldoende was, wordt de uitkering voor dat boekjaar op voorstel van het Bestuur nader
bepaald, en mogelijk zelfs op nihil gesteld. Afwijking van het Bedrag, en nadere bepaling of nihilstelling van de uitkering behoeven goedkeuring van de algemene vergadering. Die goedkeuring wordt in ieder geval geacht te zijn gegeven als de algemene vergadering de jaarrekening vaststelt, waarin de nader bepaalde of op nihil gestelde uitkering is verwerkt.
7. Het bedrag met betrekking tot enig boekjaar wordt uitgekeerd binnen 30 dagen na vaststelling van de jaarrekening van dat boekjaar, of -indien van toepassing- binnen 30 dagen na goedkeuring van de nadere bepaling van de uitkering door de algemene vergadering.
8. In afwijking van het bepaalde in lid 7 is het Bestuur bevoegd om de uitkering uit te stellen indien en voor zover het weet of redelijkerwijs behoort te voorzien:
a. dat de coöperatie na betaling niet zal kunnen blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden; of
b. dat deze uitkering onverenigbaar is met financieringsvoorwaarden waar de coöperatie aan gebonden is.
9. Wanneer alle Deelnemersrechten met betrekking tot een productie-installatie zijn uitgeput is de coöperatie niet meer verplicht om het financiële resultaat van de productie- installatie afzonderlijk te verantwoorden in de jaarrekening van de coöperatie.
Artikel 4 Eigenschappen van het Deelnemersrecht
1. Het Deelnemersrecht is persoonlijk, ondeelbaar en niet overdraagbaar. Het kan ook niet worden verpand of in vruchtgebruik worden gegeven.
2. Het Deelnemersrecht vervalt zodra de Deelnemer:
a. overlijdt;
b. geen lid meer is van de coöperatie;
c. geen stroom meer geleverd krijgt via een kleinverbruiksaansluiting;
d. niet meer woont in het werkgebied van de coöperatie;
e. Obligatiehouder wordt; of
f. ook na aanmaning nalaat binnen redelijke termijn te voldoen aan het bepaalde in artikel 6 lid 1.
3. Het Deelnemersrecht is uitgeput en vervalt van rechtswege zodra de coöperatie al hetgeen heeft uitgekeerd waarop de Deelnemer ingevolge de Deelnemersovereenkomst en de in samenhang daarmee genomen coöperatiebesluiten, recht heeft.
4. Bij uitputting of verval van het Deelnemersrecht bestaat geen recht op terugbetaling van de Inleg.
5. Als de coöperatie een productie-installatie vervreemdt voordat het Deelnemersrecht met betrekking tot die productie-installatie is uitgeput, heeft de Deelnemer recht op uitkering van de som van de bedragen waarop hij nog recht zou hebben gehad als zijn Deelnemersrecht voor de volle Looptijd zou zijn uitgediend.
6. Zodra vast staat dat de productie-installatie alsnog niet wordt gerealiseerd heeft de Deelnemer recht op terugbetaling van zijn Inleg. Datzelfde geldt indien de productie- installatie twee jaren na aanvaarding van de Inleg nog niet is gerealiseerd.
Artikel 5 Verkrijging van een Deelnemersrecht
1. Om voor een Deelnemersrecht in aanmerking te komen moet een Deelnemer:
a. lid zijn van de coöperatie;
b. met de coöperatie een Deelnemersovereenkomst zijn aangegaan;
c. wonen op een adres gelegen in de Postcoderoos;
d. stroom geleverd krijgen via een kleinverbruiksaansluiting;
e. geen Obligatiehouder zijn; en
f. beschikken over een betaalrekening die is gesteld op zijn naam en die wordt aangehouden bij een bank die bevoegd is om als zodanig in Nederland actief te zijn.
2. De coöperatie kan nadere criteria stellen waaraan een Deelnemer moet voldoen, wil hij in aanmerking komen voor een Deelnemersrecht.
3. De coöperatie kan te allen tijde bewijsstukken vragen om te verifiëren of een Deelnemer voldoet of op een bepaald moment heeft voldaan aan de eisen bedoeld in de voorgaande leden. Indien een Deelnemer hier niet naar tevredenheid van de coöperatie aan voldoet, kan deze de Deelnemersovereenkomst ontbinden, of het Deelnemersrecht ontzeggen.
4. Een Deelnemersrecht wordt uitsluitend verkregen tegen betaling van de bijbehorende Inleg. De verkrijging geschiedt door aanvaarding van de Inleg door de coöperatie. De coöperatie bevestigt die aanvaarding schriftelijk (per e-mail) en binnen twee maanden na de ontvangst.
5. Overmaking van de Inleg moet per bank geschieden. De Inleg moet worden overgemaakt vanaf een bankrekening die op naam staat van de Deelnemer, en die wordt aangehouden bij een bank die bevoegd is om als zodanig in Nederland actief te zijn.
6. De coöperatie behoudt zich het recht voor om ontvangen Inleg te weigeren door terugstorting van die Inleg naar de bankrekening van herkomst. Desbetreffend Deelnemersrecht worden dan niet verkregen.
7. Per woonadres kan slechts één persoon een Deelnemersrecht hebben of verkrijgen.
Artikel 6 Bijzonderheden vanwege de SCE
1. Elke Deelnemer is verplicht om desgevraagd aan te tonen dat hij stroom geleverd krijgt via een kleinverbruiksaansluiting.
2. De coöperatie is bevoegd om aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat (althans de uitvoeringsorganisatie van de SCE) opgave te doen van de Inleg en NAW gegevens van xxxx Xxxxxxxxx, met het uitsluitende doel om te voldoen aan de eisen die zijn verbonden aan de subsidieverstrekking ingevolge de SCE.
3. De Deelnemer moet in ieder geval in de Postcoderoos wonen op het moment dat de Deelnemersovereenkomst is aangegaan, en gedurende de daarop volgende 6 maanden. Zoniet, dan is de coöperatie bevoegd om hem het Deelnemersrecht te ontzeggen en de Deelnemersovereenkomst te ontbinden. Na verloop van de genoemde periode kan een Deelnemer verhuizen binnen het werkgebied van de coöperatie, zonder dat dit afbreuk doet aan zijn Deelnemersrecht. Bij verhuizing naar buiten het werkgebied van de coöperatie vervalt het Deelnemersrecht (zie artikel 4 lid 2 sub d).
Artikel 7 Nadere bepalingen en termijnen
1. Verval van het Deelnemersrecht wegens een van de redenen genoemd in artikel 4 lid 2 werkt per de datum waarop de reden van het verval is ingetreden, met dien verstande dat dan alleen nog recht bestaat op uitkering met betrekking tot de dan afgelopen boekjaren, voor zover deze uitkeringen op de datum van het verval nog niet zijn voldaan. Geen recht bestaat op uitkering met betrekking tot het boekjaar waarin het Deelnemersrecht is vervallen.
2. De rechtsvordering tot betaling van het verschuldigde ingevolge een Deelnemersrecht verjaart door verloop van drie jaren nadat desbetreffende betaling opeisbaar is geworden. Uitkeringen die na drie jaren nog niet zijn opgeëist vervallen aan de coöperatie.
Artikel 8 Gemeenschappelijk Deelnemersrecht
1. Ten aanzien van een Deelnemersrecht dat behoort tot een gemeenschap, kunnen de deelgenoten zich slechts door één persoon tegenover de coöperatie doen vertegenwoordigen. Dat is de persoon op wiens naam de Deelnemersovereenkomst is gesteld.
2. De coöperatie verleent geen medewerking aan verdeling van een Deelnemersrecht.
Artikel 9 Participatieregister
1. De coöperatie administreert de Inleg en de uitkeringen per Xxxxxxxxx in haar participatieregister waarin onder meer zijn opgenomen de naam, het adres, het e- mailadres en de bankrekening van xxxx Xxxxxxxxx.
2. Per Deelnemersrecht is slechts één Deelnemer in het participatieregister te registreren.
3. Xxxx Xxxxxxxxx is verplicht om de coöperatie voortdurend op de hoogte te houden van zijn relevante persoonlijke gegevens waaronder zijn actuele adres, e-mailadres en bankrekeningnummer (IBAN).
4. Betalingen ingevolge een Deelnemersrecht geschieden door overmaking naar de bij de coöperatie bekende bankrekening van de Deelnemer. Een dergelijke betaling heeft bevrijdende werking. De coöperatie is bevoegd betaling op te schorten zolang haar geen bankrekening bekend is die op naam staat van de Deelnemer en die wordt aangehouden bij een bank die bevoegd is om als zodanig in Nederland actief te zijn.
5. Gevolgen van het door de Deelnemer niet juist of terstond doen van opgaven betreffende zijn persoonlijke gegevens, komen volledig voor rekening en risico van de Deelnemer en kunnen niet aan de coöperatie worden tegengeworpen.
6. De coöperatie is te allen tijde bevoegd om bewijsstukken te verlangen (waaronder: identiteitsbewijs, uittreksel KvK, bankafschrift, verklaring van erfrecht) alvorens over te gaan tot het aangaan van een Deelnemersovereenkomst, het aanvaarden van Inleg, uitkering of betaling ingevolge een Deelnemersrecht, inschrijving in het participatieregister, wijziging van het participatieregister waaronder wijziging van het bankrekeningnummer waarop betalingen ingevolge het Deelnemersrecht worden gedaan.
7. De coöperatie kan de zorg voor het participatieregister opdragen aan derden.
8. Bewijs van het Deelnemersrecht volgt uit het participatieregister van de coöperatie.
Artikel 10 Achterstelling en opeisbaarheid
1. Zolang een uitkering door het Bestuur overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 lid 8 is uitgesteld, is deze niet opeisbaar.
2. Hetgeen verschuldigd is ingevolge artikel 4 lid 5 (vervreemding van de productie- installatie) of artikel 4 lid 6 (productie-installatie niet of niet tijdig gerealiseerd) wordt opeisbaar zodra desbetreffend recht ontstaat.
3. Hetgeen de coöperatie ingevolge het Deelnemersrecht op dat moment verschuldigd is, wordt zonder ingebrekestelling opeisbaar zodra:
a) een van de volgende regelingen is uitgesproken of aangevraagd ten aanzien van de coöperatie:
i. faillissement;
ii. surseance van betaling; of
iii. een andere insolventieregeling.
b) een schuldeisersakkoord wordt aangeboden voor de coöperatie.
c) een pand- of hypotheekrecht op de productie-installatie (dan wel het recht van opstal of erfpacht dat voor de productie-installatie is gevestigd) wordt uitgewonnen.
d) de coöperatie een besluit neemt tot ontbinding of feitelijke liquidatie van de coöperatie.
e) de coöperatie wordt ontbonden, vereffend en/of geliquideerd of ophoudt te bestaan.
4. Elke opeisbare geldvordering ingevolge het Deelnemersrecht heeft een lagere rang dan de opeisbare geldvordering(en) van een bank of van het Realisatiefonds voor energiecoöperaties, terzake van de financiering van de onderhavige productie-installatie.
5. Indien het verschuldigde ingevolge het Deelnemersrecht succesvol krachtens lid 3 is opgeëist, is de coöperatie gehouden voor alle Deelnemersrechten die betrekking hebben op de onderhavige productie-installatie, op overeenkomstige wijze genoegdoening te bieden.
Artikel 11 Geschillen
Geschillen in verband met deze voorwaarden, een Deelnemersovereenkomst of een Deelnemersrecht kunnen schriftelijk gemotiveerd worden voorgelegd aan het Bestuur. Op de beslissing van het Bestuur op een geschil staat beroep open op de algemene vergadering. Deze geschillenregeling doet geen afbreuk aan het recht van Deelnemer om zich te wenden tot de bevoegde rechter.
Artikel 12 Wijziging
Bij wijziging van deze voorwaarden wijzigen de bestaande Deelnemersovereenkomsten dienovereenkomstig, voor zover dat bij de wijziging niet is uitgesloten.
Coöperatie Blijstroom B.A. Xxxxxxxxxxxx 00
0000 XX Xxxxxxxxx xxxx@xxxxxxxxxx.xx
KvK: 61619671| btw-nummer NL.8544.16.456.B01