KWESTIES IN VERBAND MET HET RECHTSKADER VAN DE EU-HOUTVERORDENING WAARVOOR RICHTSNOEREN MOETEN WORDEN UITGEWERKT
KWESTIES IN VERBAND MET HET RECHTSKADER VAN DE EU-HOUTVERORDENING WAARVOOR RICHTSNOEREN MOETEN WORDEN UITGEWERKT
INLEIDING
Verordening (EU) nr. 995/2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen1 (hierna “de EU-houtverordening” genoemd) beoogt het treffen van niet-wetgevende maatregelen door de Commissie die gericht zijn op een eenvormige uitvoering. De Commissie heeft haar goedkeuring gehecht aan een gedelegeerde verordening waarin gedetailleerde eisen en een procedure worden vastgesteld voor de erkenning en de intrekking van de erkenning van de toezichthoudende organisaties2 en aan een uitvoeringsverordening waarin gedetailleerde voorschriften worden vastgesteld met betrekking tot het stelsel van zorgvuldigheidseisen en de frequentie en de aard van de controles op de toezichthoudende organisaties die moeten worden uitgevoerd door de bevoegde autoriteiten op de toezichthoudende organisaties in de lidstaten3.
Na overleg met belanghebbenden, deskundigen van de lidstaten en leden van het FLEGT-Comité is de gemeenschappelijke visie ontstaan dat bepaalde aspecten van de EU-houtverordening verduidelijking behoeven. Er is overeengekomen dat een document met richtsnoeren noodzakelijk is waarin kwesties die verband houden met de EU-houtverordening en de daaraan gerelateerde niet-wetgevingshandelingen worden behandeld. Dit document met richtsnoeren is besproken en uitgewerkt met hulp van het FLEGT- Comité.
Het document met richtsnoeren heeft geen bindende rechtsgevolgen, maar heeft uitsluitend tot doel een toelichting te verschaffen bij bepaalde aspecten van de EU-houtverordening en de twee niet- wetgevingshandelingen van de Commissie. Het document treedt niet in de plaats van, voegt niets toe aan en wijzigt geen van de bepalingen van Verordening (EU) nr. 995/2010, Verordening (EU) nr. 363/2012 van de Commissie en Verordening (EU) nr. 607/2012 van de Commissie, die de toepasselijke rechtsgrondslag vormen. De kwesties die in het document met richtsnoeren worden besproken, mogen niet op zichzelf worden beschouwd; ze moeten worden gezien in samenhang met de wetgeving en niet als “autonoom” referentiepunt.
Wij zijn echter van oordeel dat het document met richtsnoeren kan dienen als nuttig referentiemateriaal voor eenieder die de EU-houtverordening moet naleven, aangezien het belangrijke opheldering verschaft over delen van de wettekst die moeilijk te begrijpen zijn. Het document met richtsnoeren fungeert bovendien als leidraad voor nationale bevoegde autoriteiten en handhavingsorganen die betrokken zijn bij de tenuitvoerlegging en de handhaving van dit wetgevingspakket.
Tijdens de raadpleging voor de uitwerking van de twee niet-wetgevingshandelingen van de Commissie en na talrijke bilaterale vergaderingen met belanghebbenden is een aantal kwesties vastgesteld dat in aanmerking komt voor opname in een document met richtsnoeren. Nadat enige ervaring is opgedaan met de toepassing van de EU-houtverordening, zou de lijst met kwesties zo nodig kunnen worden uitgebreid en het document dienovereenkomstig kunnen worden aangevuld.
1 PB L 295 van 12.11.2010, blz. 23.
2 PB L 115 van 27.4.2012, blz. 12.
3 PB L 177 van 7.7.12, blz. 16.
1. Definitie van "op de markt brengen"
Relevante wetgeving:
EU-houtverordening Artikel 2 Definities [···]
(b) "op de markt brengen": het op enigerlei wijze, ongeacht de gebruikte verkooptechniek, voor de eerste maal leveren van hout of houtproducten op de interne markt met het oog op distributie of gebruik in het kader van een handelsactiviteit, hetzij tegen betaling hetzij kosteloos. Hieronder wordt ook verstaan het leveren door middel van communicatie op afstand als bedoeld in Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 1997 betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten (3). De levering op de interne markt van houtproducten die zijn afgeleid van hout of houtproducten die reeds op de interne markt zijn gebracht, geldt niet als "op de markt brengen";
[···]
Op grond van deze definitie moet de "levering" geschieden:
• op de interne markt - het hout moet fysiek aanwezig zijn in de EU en daar zijn gekapt of in de EU zijn ingevoerd en ingeklaard door de douane voor het in het vrije verkeer brengen, aangezien producten pas de status "goederen uit de Europese Unie" verkrijgen wanneer ze het douanegebied van de douane-unie zijn binnengekomen. De invoer van goederen op grond van bijzondere douaneprocedures (bijvoorbeeld tijdelijke invoer; actieve veredeling; behandeling onder douanetoezicht; douane-entrepots; vrije zones) alsook doorvoer en wederuitvoer worden niet als op de markt brengen beschouwd.
• voor de eerste maal - houtproducten die al op de interne markt zijn gebracht, vallen niet onder deze verordening en producten die zijn afgeleid van houtproducten die reeds op de interne markt zijn gebracht evenmin. Het voor de eerste maal ter beschikking stellen van een product heeft betrekking op elk afzonderlijk product dat op de markt wordt gebracht na de toepassingsdatum van de EU-houtverordening (3 maart 2013) en niet op de introductie van een nieuw product of productassortiment. Bovendien heeft het begrip "op de markt brengen" betrekking op elk afzonderlijk product, niet op een soort product, ongeacht of het is geproduceerd als afzonderlijke eenheid of als reeks.
• in het kader van een handelsactiviteit - de verordening stelt dus geen eisen aan niet- commerciële afnemers.
Alle hierboven genoemde elementen moeten tegelijkertijd aanwezig zijn. Het "op de markt brengen" geschiedt derhalve wanneer de marktdeelnemer voor de eerste maal hout of houtproducten ter beschikking stelt op de interne markt met het oog op distributie of gebruik in het kader van een handelsactiviteit.
De bepalingen van de verordening met betrekking tot de "marktdeelnemers" zijn derhalve van toepassing op:
• bedrijven of individuen die hout kappen in de EU teneinde dit te verwerken of te distribueren onder commerciële of niet-commerciële afnemers,
• bedrijven of individuen die hout of houtproducten invoeren in de EU teneinde dit hout of deze houtproducten te verwerken of te distribueren onder commerciële of niet-commerciële afnemers, en
• bedrijven of individuen die hout kappen in de EU of hout of houtproducten invoeren in de EU voor exclusief gebruik in hun eigen bedrijf.
Hoe "agenten" die optreden als tussenpersonen, waarbij ze producten voor anderen aankopen en niet louter optreden als expediteur, zich verhouden tot de verordening, moet worden bepaald aan de hand van de concrete omstandigheden van elk geval en de geldende contractuele regelingen. Xxxxxx dan een echte agent die alleen handelt voor rekening van derden en zelf op geen enkel moment de werkelijke eigendom van producten op zich neemt, dient een "agent" die voorraad inkoopt en invoert in de EU om te voldoen aan de verwachte orders van kopers, te worden beschouwd als een op zichzelf staande "marktdeelnemer".
Voor buiten de EU gekapt hout geldt het volgende:
• Indien een in de EU gevestigd bedrijf hout of houtproducten koopt in een derde land en dit hout of deze houtproducten invoert in de EU, wordt het in de EU gevestigde bedrijf marktdeelnemer bij binnenkomst van het hout of de houtproducten in de EU.
• Indien een in de EU gevestigd bedrijf hout of houtproducten koopt in een derde land en dit hout of deze houtproducten vervolgens via een agent invoert in de EU, wordt het in de EU gevestigde bedrijf marktdeelnemer bij binnenkomst van het hout of de houtproducten in de EU.
• Indien een in de EU gevestigd bedrijf hout of houtproducten bestelt in een derde land bij een niet
4 Deze interpretatie komt in grote lijnen overeen met de benadering die wordt gehanteerd in de Gids voor de tenuitvoerlegging van de op basis van de nieuwe aanpak en de globale aanpak tot stand gekomen richtlijnen ("de Blauwe gids"), die kan worden geraadpleegd op: xxxx://xx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxx/xxxxxx-xxxxxx-xxxxx/xxxxx/xxxx-xxxxx/xxxxxxxxxxx_xx.xxx. De definitie in de EU-houtverordening wijkt echter af van die welke in de internemarktrichtlijnen wordt gebruikt.
in de EU gevestigde leverancier die het hout of de houtproducten invoert in de EU, wordt het in de EU gevestigde bedrijf marktdeelnemer bij binnenkomst van het hout of de houtproducten in de EU (zelfs als de eigendom pas formeel wordt overgedragen bij levering van het hout of de houtproducten aan het in de EU gevestigde bedrijf).
• Indien een niet in de EU gevestigd bedrijf hout of houtproducten invoert in de EU, toestemming verkrijgt om de betrokken goederen in het vrije verkeer te brengen en vervolgens een koper zoekt, wordt het niet in de EU gevestigde bedrijf marktdeelnemer bij binnenkomst van het hout of de houtproducten in de EU (omdat het niet in de EU gevestigde bedrijf de houtproducten op de interne markt ter beschikking heeft gesteld).
• Indien een niet in de EU gevestigd bedrijf hout of houtproducten vanuit een derde land rechtstreeks verkoopt aan niet-commerciële eindafnemers in de EU, wordt het niet in de EU gevestigde bedrijf marktdeelnemer bij binnenkomst van het hout of de houtproducten in de EU.
Alle marktdeelnemers, of zij nu in de EU zijn gevestigd of niet, moeten het verbod op het op de markt brengen van illegaal gekapt hout en de verplichting om de nodige zorgvuldigheid te betrachten, eerbiedigen.
In bijlage I zijn scenario's opgenomen waarin wordt uiteengezet hoe de interpretatie van "op de markt brengen" in de praktijk uitwerkt.
De EU-houtverordening heeft geen terugwerkende kracht. Dit betekent dat het verbod niet geldt voor hout en houtproducten die op de markt zijn gebracht vóór de toepassing van de verordening met ingang van 3 maart 2013. Bij controle door de bevoegde autoriteiten moeten de marktdeelnemers echter aantonen dat zij een stelsel van zorgvuldigheidseisen hebben opgesteld dat met ingang van 3 maart 2013 in werking is getreden. Het is derhalve van belang dat de marktdeelnemers vast kunnen stellen wat ze voor en na die datum hebben geleverd. De verplichting inzake de traceerbaarheid voor handelaren geldt eveneens vanaf die datum.
2. Definitie van verwaarloosbaar risico
Relevante wetgeving:
EU-houtverordening
Artikel 6
Stelsels van zorgvuldigheidseisen
[…]
(c) behalve wanneer het bij onder b) bedoelde risicobeoordelingsprocedures onderkende risico verwaarloosbaar is, risicobeperkingsprocedures welke bestaan in een geheel van maatregelen en procedures die in verhouding staan tot dat risico en die toereikend zijn om het effectief te minimaliseren, in voorkomend geval door het verlangen van bijkomende informatie of bescheiden en/of door het verlangen van controles door derden.
Op grond van de zorgvuldigheidseisen moet de marktdeelnemer informatie inwinnen over het hout en de houtproducten en hun leveranciers met het oog op een volledige risicobeoordeling. De volgens artikel 6 vereiste beoordelingsinformatie kan worden onderverdeeld in twee categorieën.
• Artikel 6, lid 1, onder a) - specifieke informatie die betrekking heeft op het hout of houtproduct zelf: een beschrijving, het land waar het hout is gekapt (en, indien van toepassing, het subnationale gebied waar het hout is gekapt en de kapconcessie), de leverancier en de handelaar, alsmede documenten waaruit blijkt dat het hout of de houtproducten in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving zijn.
• Artikel 6, lid 1, onder b) - algemene informatie op basis waarvan de productspecifieke informatie over de prevalentie van illegale kap van specifieke boomsoorten, de prevalentie van illegale kap of praktijken in het gebied waar het hout gekapt is en de complexiteit van de toeleveringsketen kan worden beoordeeld.
De algemene informatie stelt marktdeelnemers in staat het risiconiveau te beoordelen en de productspecifieke informatie is noodzakelijk om het risico te bepalen dat verband houdt met het houtproduct zelf. Als uit de algemene informatie mogelijke risico's blijken, moet derhalve extra aandacht worden besteed aan het inwinnen van informatie over het specifieke product. Als het product afkomstig is uit diverse bronnen, is het noodzakelijk om het risico te beoordelen voor elk onderdeel of voor elke soort.
Het risiconiveau kan alleen voor elk geval afzonderlijk worden beoordeeld, aangezien het van een aantal factoren afhankelijk is. Hoewel er geen algemeen aanvaard systeem voor risicobeoordeling bestaat, moet de marktdeelnemer, als vuistregel, de volgende vragen proberen te beantwoorden:
• Waar is het hout gekapt?
Komt illegale houtkap veel voor in het land, het subnationale gebied of de kapconcessie waaruit het hout afkomstig is? Wordt de specifieke boomsoort in kwestie bedreigd door de illegale houtkap? Heeft de Veiligheidsraad van de VN of de Raad van Europa sancties opgelegd voor de invoer of uitvoer van hout?
• Is het gebrek aan degelijk bestuur reden tot zorg?
Tekortkomingen in het bestuur kunnen de betrouwbaarheid ondermijnen van documenten die aangeven dat aan de toepasselijke wetgeving wordt voldaan. Er moet derhalve rekening worden gehouden met de mate van corruptie, bedrijfsrisico-indicatoren en andere bestuursindicatoren.
• Worden alle documenten waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de toepasselijke wetgeving overgelegd door de leverancier en kan de echtheid hiervan worden bevestigd?
Als alle mogelijke documenten voorhanden zijn, is het waarschijnlijker dat de distributieketen van het product legitiem is. Er moet gegrond vertrouwen bestaan in de echtheid en de betrouwbaarheid van de documenten.
• Zijn er aanwijzingen voor dat een bedrijf binnen de toeleveringsketen betrokken is bij illegale houtkappraktijken?
Wanneer hout wordt gekocht van een bedrijf dat betrokken is bij illegale houtkappraktijken, is het risico dat het hout illegaal is gekapt groter.
• Is de toeleveringsketen complex?5
Hoe complexer de toeleveringsketen, des te moeilijker het kan zijn om de herkomst van in een product verwerkt hout te achterhalen. Indien er geen noodzakelijke informatie over een bepaald stadium van de toeleveringsketen kan worden verkregen, neemt het gevaar toe dat illegaal gekapt hout in de toeleveringsketen terechtkomt.
Van een verwaarloosbaar risico is slechts dan sprake wanneer een levering, na een volledige beoordeling van zowel de productspecifieke als de algemene informatie, geen waarneembare reden tot zorg vormt.
De lijst met risicobeoordelingscriteria is niet uitputtend; de marktdeelnemers kunnen desgewenst aanvullende criteria toevoegen als aan de hand hiervan kan worden vastgesteld hoe waarschijnlijk het is dat het hout in een bepaald product illegaal is gekapt of juist kan worden aangetoond dat het om legaal gekapt hout gaat.
5 Zie deel 3 voor een verduidelijking van "complexiteit van de toeleveringsketen".
3. Verduidelijking van "complexiteit van de toeleveringsketen"
Relevante wetgeving:
EU-houtverordening
Artikel 6
Stelsels van zorgvuldigheidseisen
[···]
(b) risicobeoordelingsprocedures die de marktdeelnemer in staat stellen om het risico dat illegaal gekapt hout of houtproducten van dergelijk hout op de markt worden gebracht, te analyseren en in te schatten.
In dergelijke procedures wordt rekening gehouden met de informatie onder a), alsook de relevante risicobeoordelingscriteria, waaronder:
[···]
— de complexiteit van de toeleveringsketen van hout en houtproducten.
De complexiteit van de toeleveringsketen wordt uitdrukkelijk genoemd als een van de risicobeoordelingscriteria in artikel 6 van de verordening en is derhalve relevant voor de risicobeoordeling en de risicobeperking in het kader van de zorgvuldigheidsprocedures.
De grondgedachte achter dit criterium is dat het mogelijk moeilijker is te achterhalen waar het hout vandaan komt (land waar het hout is gekapt en, indien van toepassing, het subnationale gebied waar het hout is gekapt en de kapconcessie), als de toeleveringsketen complex is. Indien er geen noodzakelijke informatie over een bepaald stadium van de toeleveringsketen kan worden verkregen, neemt het gevaar toe dat illegaal gekapt hout in de toeleveringsketen terechtkomt. De lengte van de toeleveringsketen moet echter niet als risicoverhogende factor worden gezien. Het gaat met name om de mogelijkheid het hout in een product te traceren tot de plaats waar het is gekapt. Het risico neemt toe als de complexiteit van de toeleveringsketen het moeilijk maakt de informatie te achterhalen die vereist is op grond van artikel 6, lid 1, onder a) en b), van de EU-houtverordening. Als de toeleveringsketen niet nader te identificeren stappen omvat, kan hieruit volgen dat het risico niet verwaarloosbaar is.
De complexiteit van de toeleveringsketen groeit naarmate het aantal verwerkers en tussenpersonen tussen de kapplaats en de marktdeelnemer toeneemt. De complexiteit groeit ook wanneer voor een bepaald product meerdere soorten hout of houtbronnen worden gebruikt.
Bij het beoordelen van de complexiteit van de toeleveringsketen kunnen marktdeelnemers de volgende vragen gebruiken, die noch verplicht noch exclusief zijn:
✓ Zijn er meerdere verwerkers en stappen betrokken bij de toeleveringsketen, voordat een bepaald houtproduct op de interne markt wordt gebracht?
✓ Zijn het hout en de houtproducten in meerdere landen verhandeld, voordat ze op de interne markt worden gebracht?
✓ Is het hout dat is verwerkt in het op de markt te brengen product afkomstig van meerdere boomsoorten?
✓ Is het hout dat is verwerkt in het op de markt te brengen product afkomstig van verschillende bronnen?
4. Verduidelijking van de vereiste van documenten waaruit blijkt dat het hout in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving is
Relevante wetgeving:
EU-houtverordening
Artikel 2 [···]
(f) "legaal gekapt": gekapt overeenkomstig de toepasselijke wetgeving in het land waar het hout is gekapt;
(g)"illegaal gekapt": gekapt in strijd met de toepasselijke wetgeving in het land waar het hout is gekapt;
(h)"toepasselijke wetgeving": de wetgeving die van kracht is in het land waar het hout is gekapt en die betrekking heeft op de volgende aangelegenheden:
- rechten tot houtkap binnen in een wettig officieel publicatieblad bekendgemaakte grenzen,
- betalingen voor houtkaprechten en hout, inclusief heffingen in verband met houtkap,
- houtkap, met inbegrip van milieu- en boswetgeving, daarin opgenomen bosbeheer en het behoud van biologische diversiteit indien rechtstreeks verband houdend met de houtkap,
- door houtkap geschonden wettelijke rechten van derden betreffende grondgebruik en grondbezit, alsmede
- handel en douane, voor zover van toepassing op de bosbouwsector.
Artikel 6
Stelsels van zorgvuldigheidseisen
(1) [···]
(a) maatregelen en procedures om toegang te bieden tot de volgende informatie over de partij hout en houtproducten van de marktdeelnemer die op de markt worden gebracht:
[···]
documenten of andere informatie waaruit blijkt dat het hout of de houtproducten in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving zijn
De grondgedachte achter deze verplichting is dat bij ontstentenis van een internationaal overeengekomen definitie van legaal gekapt hout moet worden uitgegaan van de wetgeving van het land waar het hout is gekapt om te bepalen wat illegaal kappen inhoudt.
In artikel 6, lid 1, onder a), eerste streepje, van de EU-houtverordening wordt bepaald dat als onderdeel van de zorgvuldigheidseisen documenten of andere informatie moeten worden verzameld waaruit blijkt dat de toepasselijke wetgeving is nageleefd. Het is belangrijk om te benadrukken dat documenten moeten worden verzameld met het oog op de risicobeoordeling en dat dit niet moet worden gezien als een op
zichzelf staande vereiste.
In de EU-houtverordening wordt gekozen voor een flexibele benadering waarbij een aantal wetgevingsgebieden worden genoemd zonder te verwijzen naar specifieke wetten, die van land tot land verschillen en kunnen worden gewijzigd. Bij het verzamelen van documenten of andere informatie waaruit blijkt dat de toepasselijke wetgeving is nageleefd, moeten de marktdeelnemers in de eerste plaats weten welke wetgeving van kracht is in het land waar het hout is gekapt. Ze kunnen daarbij de hulp inroepen van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die samenwerken met de Europese Commissie6. Daarnaast kunnen ze gebruikmaken van de diensten van toezichthoudende organisaties. Wanneer marktdeelnemers geen gebruik maken van de diensten van een toezichthoudende organisatie, kunnen ze te rade gaan bij organisaties met bijzondere kennis van de bosbouwsector in specifieke landen waar hout en houtproducten worden gekapt.
De verplichting om documenten of andere informatie te vergaren moet ruim worden geïnterpreteerd, aangezien de wet- en regelgeving van land tot land verschilt en het niet in alle landen verplicht is om specifieke documenten te verstrekken. Men moet deze verplichting derhalve zo opvatten dat deze tevens omvat: officiële documenten die door de bevoegde autoriteiten worden verstrekt; documenten waaruit contractuele verplichtingen blijken; documenten waaruit bedrijfsbeleid blijkt; gedragscodes; certificaten die worden afgegeven in het kader van door derden geverifieerde regelingen, enzovoort.
In de volgende tabel worden ter illustratie enkele concrete voorbeelden gegeven, die niet als verplicht of uitputtend moeten worden beschouwd:
6 De EU heeft met een aantal derde landen vrijwillige partnerschapsovereenkomsten (VPA) gesloten waarin de in deze landen toepasselijke wetgeving tot in detail wordt beschreven. Deze kunnen marktdeelnemers naargelang van het geval informeren over de toepasselijke wetgeving inzake producten die niet zijn opgenomen in de bijlage bij een specifieke VPA.
1. Documenten inzake rechten tot houtkap binnen in een wettig officieel publicatieblad bekendgemaakte grenzen | Algemeen beschikbare informatie op papier of in elektronische vorm, bijvoorbeeld documenten die eigendom of landgebruiksrechten staven, contracten of concessieovereenkomsten |
2. Betalingen voor houtkaprechten en hout, inclusief heffingen in verband met houtkap | Algemeen beschikbare informatie op papier of in elektronische vorm, bijvoorbeeld contracten, bankdocumenten, btw-documenten, officiële ontvangstbewijzen, enzovoort. |
3. Houtkap, met inbegrip van milieu- en boswetgeving, daarin opgenomen bosbeheer en het behoud van biologische diversiteit, indien rechtstreeks verband houdend met de houtkap | Officiële controleverslagen; milieukeurcertificaten; goedgekeurde kapplannen; verslagen over sluiting van kapgebieden; ISO-certificaten; gedragscodes; publiek beschikbare informatie waaruit blijkt dat streng wettelijk toezicht en procedures inzake controle en traceerbaarheid van het hout worden toegepast; officiële documenten die zijn verstrekt door de bevoegde autoriteiten in het land waar de houtkap heeft plaatsgevonden, enzovoort. |
4. Door houtkap geschonden wettelijke rechten van derden betreffende grondgebruik en grondbezit | Milieueffectrapportages, milieubeheersplannen, milieuauditrapporten, overeenkomsten inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen, specifieke eigendomsrapporten, aanspraken en conflicten in rechte. |
5. Handel en douane, voor zover van toepassing op de bosbouwsector | Algemeen beschikbare informatie op papier of in elektronische vorm, bijvoorbeeld contracten, bankdocumenten, handelsdocumenten, invoervergunningen, uitvoervergunningen, officiële nota's van uitvoerrechten, lijsten van uitvoerverboden, toegewezen uitvoerquota, enzovoort. |
5 a. Verduidelijking van de productomschrijving - verpakkingsmiddelen
Relevante wetgeving:
EU-houtverordening
Artikel 2
(a) "hout en houtproducten": het hout en de houtproducten die in de bijlage worden genoemd, met uitzondering van houtproducten of bestanddelen van dergelijke producten die vervaardigd zijn van hout of houtproducten die hun levenscyclus hebben voltooid en anders zouden worden verwijderd als afval, als gedefinieerd in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen"
Bijlage bij de EU-houtverordening
[···]
4415 Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen van hout; kabelhaspels van hout; laadborden, laadkisten en andere laadplateaus van hout; opzetranden voor laadborden, van hout;
(Niet verpakkingsmateriaal dat uitsluitend wordt gebruikt als verpakkingsmateriaal om een ander op de markt gebracht product te ondersteunen, beschermen of dragen.)"
[···]
houtpulp en papier van de hoofdstukken 47 en 48 van de gecombineerde nomenclatuur, met uitzondering van producten op basis van bamboe en door terugwinning (uit resten en afval) verkregen producten
[···]
In de bijlage worden "Hout en houtproducten, zoals vastgesteld in de in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad vastgestelde gecombineerde nomenclatuur7 waarvoor het bepaalde in deze verordening geldt" beschreven.
Onder GS-code 4819 vallen de volgende producten: "Dozen, zakken, hoezen en andere verpakkingsmiddelen van papier, van karton, van cellulosewatten of van vliezen van cellulosevezels; kartonnagewerk voor kantoorgebruik, voor winkelgebruik en voor dergelijk gebruik".
• Wanneer de hierboven genoemde artikelen op de markt worden gebracht als zelfstandige producten en niet worden gebruikt in verpakkingsmiddelen voor een ander product, vallen zij wel degelijk onder de verordening en moeten derhalve de zorgvuldigheidseisen in acht worden genomen.
• Als verpakkingsmiddelen die zijn ingedeeld onder GS-code 4415 of 4819 worden gebruikt om een ander product te "ondersteunen, beschermen of dragen", vallen deze niet onder de verordening.
Dit betekent dat de hierboven vermelde beperking tussen haakjes bij GS-code 4415 in de bijlage bij de
7 De huidige versie van de gecombineerde nomenclatuur kan worden geraadpleegd op: xxxx://xxx- xxx.xxxxxx.xx/Xxxxxx.xx?xxxxxxxxxx&xxxxxxx&xxxxxxXXXXXXX:000000&xxxxxxxxxXXXXXXX:Xxxxxxxx%00Xxxx nclature
EU-houtverordening naar analogie ook van toepassing is op GS-code 4819.
Binnen deze categorieën wordt verder onderscheid gemaakt tussen verpakkingsmiddelen die een product zijn "wezenlijk karakter" verlenen en verpakkingsmiddelen die gevormd of ingericht zijn voor een bepaald product, maar geen integraal deel uitmaken van het product zelf. Algemene regel 5 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur8 verduidelijkt deze verschillen (zie de bijlage voor voorbeelden hiervan). Dit aanvullende onderscheid is vermoedelijk alleen relevant voor een klein gedeelte van de goederen die onder de verordening vallen.
Samengevat:
Verpakkingsmiddelen die onder de verordening vallen
• Verpakkingen met GS-code 4415 of 4819 die als zelfstandig product op de markt worden gebracht.
• Verpakkingen met GS-code 4415 of 4819 die een product zijn wezenlijk karakter verlenen, bijvoorbeeld decoratieve geschenkdozen.
Verpakkingsmiddelen die worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze verordening:
• Verpakkingen die worden gepresenteerd met de zich erin bevindende goederen en die uitsluitend worden gebruikt om een ander product te ondersteunen, te beschermen of te dragen (dit hoeft geen op hout gebaseerd product te zijn).
8 xxxx://xxx-xxx.xxxxxx.xx/XxxXxxXxxx/XxxXxxXxxx.xx?xxxxXX:X:0000:000:0000:0000:XX:XXX.
5 b. Verduidelijking van de productomschrijving - "afvalproducten*"
/"teruggewonnen producten"
Relevante wetgeving:
EU-houtverordening
Overweging (11)
Ermee rekening houdend dat het gebruik van gerecycleerd hout en houtproducten moet worden aangemoedigd en dat het tot een onevenredige last voor marktdeelnemers zou leiden wanneer dergelijke producten ook onder deze verordening zouden vallen, moeten gebruikt hout en houtproducten die hun levenscyclus hebben voltooid, en die anders als afval zouden worden verwijderd, worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze verordening.
Artikel 2
Richtlijn 2008/98/EG artikel 3, lid 1
"afvalstof": elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen"
Deze uitsluiting geldt voor:
houtproducten van een type dat onder de bijlage valt, die worden geproduceerd op basis van materiaal dat zijn levenscyclus heeft voltooid en dat anders als afval zou worden verwijderd (bijvoorbeeld sloophout uit gebouwen of producten van afvalhout),
De uitsluiting geldt niet voor:
• nevenproducten van een productieproces waarbij materiaal wordt gebruikt dat zijn levenscyclus nog niet heeft voltooid en anders als afval zou worden verwijderd.
Scenario's
Vallen houtspaanders en zaagmeel die worden geproduceerd als nevenproduct van houtzagerijen onder de verordening?
Ja.
Houtspaanders of andere houtproducten die zijn geproduceerd op basis van eerder op de interne markt gebracht materiaal hoeven niet te voldoen aan de voorschriften van de verordening inzake het "op de markt brengen" (artikel 2, onder b, laatste zin, van de EU-houtverordening).
9 PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3.
Vallen meubels die zijn gemaakt van sloophout uit woningen onder de verordening?
Nee, het materiaal in deze producten heeft zijn levenscyclus voltooid en zou anders als afval zijn verwijderd.
6. De rol van door derde partijen gecontroleerde regelingen bij risico- beoordeling en -beperking10
Relevante wetgeving:
De EU-houtverordening
Overweging (19)
Om goede praktijken in de bosbouwsector te erkennen, mogen certificering of andere regelingen van derde partijen die controle op de naleving van de geldende wetgeving omvatten, worden gebruikt in de risicobeoordelingsprocedure.
Artikel 6
Stelsel van zorgvuldigheidseisen
[...]
"[...] risicobeoordelingsprocedures die de marktdeelnemer in staat stellen om het risico dat illegaal gekapt hout of houtproducten van dergelijk hout op de markt worden gebracht, te analyseren en in te schatten. In dergelijke procedures wordt rekening gehouden met [...] de relevante risicobeoordelingscriteria, waaronder: - verzekering van de naleving van de geldende wetgeving, die certificering kan omvatten of andere door derde partijen gecontroleerde regelingen die de naleving van geldende wetgeving betreffen [...]"
En met betrekking tot risicobeperking:
"[...] risicobeperkingsprocedures [...] die in verhouding staan tot dat risico en die toereikend zijn om het effectief te minimaliseren, in voorkomend geval door het verlangen van bijkomende informatie of bescheiden en/of door het verlangen van controles door derden".
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 607/2012 van de Commissie
Artikel 4
Risicobeoordeling en -beperking
Bij de risicobeoordelings- en risicobeperkingsprocedures kan rekening worden gehouden met certificering of andere door derde partijen gecontroleerde regelingen als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b), tweede alinea, eerste streepje, en artikel 6, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 995/2010, indien deze regelingen cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoen:
zij voorzien in een publiek toegankelijk systeem van vereisten dat door derden kan worden gebruikt en dat tenminste alle relevante voorschriften van de geldende wetgeving omvat;
zij bepalen dat een derde partij regelmatig en ten minste om de 12 maanden controles uitvoert, met inbegrip van bezoeken ter plaatse, om na te gaan of de toepasselijke wetgeving wordt nageleefd;
zij omvatten door een derde partij geverifieerde middelen om overeenkomstig de toepasselijke wetgeving gekapt hout en van dat hout afkomstige houtproducten in ieder stadium van de toeleveringsketen te traceren, voordat dat hout of die houtproducten op de markt worden gebracht;
10 Hierbij zij opgemerkt dat aan de certificering niet dezelfde status is verleend als aan FLEGT- en Cites-vergunningen (zie deel 10 in het onderstaande).
zij omvatten door een derde partij geverifieerde controles om te waarborgen dat hout of houtproducten van onbekende oorsprong, of hout of houtproducten die niet overeenkomstig de toepasselijke wetgeving zijn gekapt, de toeleveringsketen niet binnenkomen.
A. Algemene informatie
Vrijwillige certificeringsstelsels en regelingen ter verificatie van de wettigheid van hout worden vaak toegepast om te voldoen aan specifieke eisen die klanten aan houtproducten stellen. Doorgaans zijn deze gebaseerd op een norm die de beheerpraktijken voorschrijft die in een bosbeheerseenheid moeten worden toegepast en die bestaat uit algemene beginselen, criteria en indicatoren; eisen met betrekking tot de controle op de naleving van de norm en de toekenning van certificaten; en afzonderlijke "bewakingsketencertificering" die zekerheid verschaft dat een product alleen hout of een aangegeven percentage hout uit gecertificeerde bossen bevat.
Wanneer de organisatie die een beoordeling uitvoert en een certificaat toekent een ander is dan de beheerder van het bos, de producent, de handelaar of de klant die om certificering verzoekt, wordt dit certificering door een derde partij genoemd. De derde partijen die aan dergelijke certificeringsregelingen deelnemen, moeten doorgaans kunnen bewijzen dat ze over de juiste kwalificaties beschikken om beoordelingen uit te voeren. Hiertoe wordt gebruikgemaakt van een accreditatieprocedure waarbij normen worden vastgesteld voor de vaardigheden van de controleurs en de regelingen waaraan de certificeringsorganisaties zich moeten houden. De Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO) heeft normen gepubliceerd voor de eisen waaraan certificeringsinstanties en beoordelingspraktijken moeten voldoen. Hoewel organisaties die geaccrediteerde certificeringsdiensten aanbieden, vaak door hen zelf ontwikkelde regelingen ter verificatie van de wettigheid van hout verzorgen, is voor deze regelingen in het algemeen geen accreditatie vereist.
Doorgaans omvatten certificeringsnormen voor bosbeheer de vereiste dat de wettelijke regelingen inzake het beheer van de bosbeheerseenheid worden nageleefd. Een dergelijke vereiste maakt doorgaans geen deel uit van normen voor het beheer van regelingen, zoals die op het gebied van milieubeheer of kwaliteitsbeheer, of er wordt tijdens de beoordeling niet streng de hand aan gehouden.
B. Leidraad
Bij het beantwoorden van de vraag of er gebruik moet worden gemaakt van een certificeringsregeling of wettigheidscontrole om zekerheid te verschaffen over de legale kap van een product, moet de marktdeelnemer bepalen of de regeling gebaseerd is op een norm die alle toepasselijke wetgeving omvat. Hiervoor is enige kennis vereist van de regeling die de marktdeelnemer gebruikt en de manier waarop deze wordt toegepast in het land waar het hout is gekapt. Gecertificeerde producten zijn doorgaans voorzien van een etiket met de naam van de certificeringsorganisatie die de criteria voor het certificaat en de eisen voor het controleproces heeft vastgesteld. Dergelijke organisaties kunnen doorgaans informatie verstrekken over het toepassingsgebied van de certificering en de manier waarop deze is toegepast in het land waar het hout is gekapt, met inbegrip van nadere gegevens over de aard en de frequenties van controles in het veld.
De marktdeelnemer moet zich ervan vergewissen dat de derde partij die het certificaat heeft afgegeven, over de juiste kwalificaties beschikt en naar behoren is geregistreerd bij de certificeringsregeling en de relevante accreditatie-instelling. Informatie over hoe regelingen worden gereguleerd, kan gewoonlijk worden ontleend aan de certificeringsregeling.
Volgens sommige regelingen is certificering mogelijk wanneer een aangegeven percentage van het hout in een product aan de volledige certificeringsnorm voldoet. Dit percentage wordt normaliter vermeld op het etiket. In dergelijke gevallen is het belangrijk dat de marktdeelnemer informatie inwint over de controles die zijn uitgevoerd op het niet-gecertificeerde gedeelte en de mate waarin deze voldoende bewijs leveren van de naleving van de toepasselijke wetgeving.
Een bewakingsketencertificering kan worden gebruikt om aan te tonen dat er geen onbekend of niet- toegestaan hout in de toeleveringsketen terechtkomt. Hierbij wordt er in de regel op toegezien dat alleen toegestaan hout via "kritieke controlepunten" de toeleveringsketen binnenkomt en kan een product worden herleid tot de vorige persoon die het hout in bewaring had (die eveneens een bewakingsketencertificaat moet hebben) in plaats van tot het bos waar het hout is gekapt. Een product met een bewakingsketencertificaat kan een mengeling van gecertificeerd en ander toegestaan materiaal uit uiteenlopende bronnen bevatten. Wanneer een bewakingsketencertificaat als bewijs van wettigheid wordt gebruikt, moet de marktdeelnemer zich ervan vergewissen dat het toegestane materiaal voldoet aan de toepasselijke wetgeving en dat de controles toereikend zijn om ander materiaal uit te sluiten.
Hierbij zij opgemerkt dat een organisatie houder kan zijn van een bewakingsketencertificaat, zolang deze beschikt over systemen om gecertificeerd materiaal en het toegelaten percentage toegestaan materiaal en het niet-toegestane materiaal van elkaar te scheiden, maar op een bepaald tijdstip geen gecertificeerde producten produceert. Marktdeelnemers die certificering als zekerheid gebruiken en producten kopen bij een leverancier met een bewakingsketencertificaat, moeten derhalve controleren of het specifieke, aangekochte product inderdaad over het vereiste certificaat beschikt.
Ter beoordeling van de geloofwaardigheid van een door een derde partij gecontroleerde regeling kunnen marktdeelnemers de volgende vragen gebruiken (deze lijst is niet uitputtend):
✓ Is voldaan aan alle in artikel 4 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 607/2012 van de Commissie genoemde voorwaarden?
✓ Voldoet het certificaat of de door een derde partij gecontroleerde regeling aan de internationale of Europese normen (bijvoorbeeld de relevante ISO-richtlijnen, ISEAL- codes)?
✓ Zijn er gegronde redenen om aan te nemen dat de door derde partijen gecontroleerde regelingen tekortschieten of gebreken vertonen in de landen van waaruit het hout of de houtproducten worden ingevoerd?
✓ Zijn de derde partijen die de in artikel 4, onder b), c) en d), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 607/2012 van de Commissie genoemde controles en verificaties uitvoeren, onafhankelijke geaccrediteerde organisaties?
7. Regelmatige evaluatie van het zorgvuldigheidsstelsel
Relevante wetgeving:
De EU-houtverordening
Artikel 4
Verplichtingen van marktdeelnemers
[···]
3. Iedere marktdeelnemer handhaaft en evalueert op gezette tijden het zorgvuldigheidsstelsel dat hij gebruikt, behalve wanneer de marktdeelnemer gebruikmaakt van een zorgvuldigheidsstelsel dat is ingevoerd door een toezichthoudende organisatie als bedoeld in artikel 8.
[···]
Een "zorgvuldigheidsstelsel" kan worden omschreven als een goed gedocumenteerde en geteste stapsgewijze methode die ook controlemechanismen omvat en die erop is gericht consistente en wenselijke resultaten te produceren binnen een bedrijfsproces. Het is van belang dat een marktdeelnemer die zijn eigen zorgvuldigheidsstelsel gebruikt, dit stelsel op gezette tijden evalueert om te controleren of de verantwoordelijken de op hen toepasselijke procedures volgen en het gewenste resultaat wordt bereikt. Goede praktijken veronderstellen een jaarlijkse evaluatie.
Deze evaluatie kan worden uitgevoerd door iemand binnen de organisatie (die bij voorkeur onafhankelijk is van degenen die de procedures uitvoeren) of door een externe instantie. De evaluatie heeft tot doel tekortkomingen en gebreken op te sporen en de leiding van de organisatie moet termijnen vaststellen voor het corrigeren ervan.
In het geval van een zorgvuldigheidssysteem voor hout moet tijdens de evaluatie bijvoorbeeld worden gecontroleerd of er gedocumenteerde procedures zijn voor het verzamelen en vastleggen van belangrijke informatie over de levering van houtproducten die op de markt worden gebracht, voor het beoordelen van het risico dat een bestanddeel van dat product illegaal gekapt hout bevat en het beschrijven van de stappen die bij de verschillende risiconiveaus moeten worden ondernomen. Daarnaast moet worden gecontroleerd of degenen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de afzonderlijke procedurestappen deze begrijpen en uitvoeren, en of er voldoende controles plaatsvinden om te waarborgen dat de procedures in de praktijk doeltreffend zijn (doordat zij het bijvoorbeeld mogelijk maken riskante partijen op te sporen en uit te sluiten).
8. Samengestelde producten
Relevante wetgeving:
De EU-houtverordening
Artikel 6, lid 1
(a) maatregelen en procedures om toegang te bieden tot de volgende informatie over de partij hout en houtproducten van de marktdeelnemer die op de markt worden gebracht:
- beschrijving, met inbegrip van de handelsnaam en het type product alsmede de gebruikelijke benaming van de boomsoort en, indien van toepassing, de volledige wetenschappelijke benaming daarvan,
- land waar het hout is gekapt en, indien van toepassing:
i) het subnationale gebied waar het hout is gekapt; alsmede
ii) de kapconcessie,
[···]
Bij het vervullen van zijn verplichtingen ten aanzien van "toegang tot informatie" voor samengestelde producten of producten met een samengesteld bestanddeel op basis van hout, moet de marktdeelnemer informatie inwinnen over al het niet-gerecycleerde materiaal in de mix, waaronder de soort, de locatie waar elk bestanddeel is gewonnen en de wettigheid van de herkomst van deze bestanddelen.
Het is vaak moeilijk om de precieze herkomst van alle bestanddelen van samengestelde houtproducten te achterhalen. Dat geldt met name ook voor gereconstitueerde producten als papier, houtvezelplaat en spaanplaat. Als de gebruikte houtsoort varieert, moet de marktdeelnemer een lijst overleggen van alle afzonderlijke houtsoorten die mogelijk zijn gebruikt voor de productie van het houtproduct. De soorten moeten worden gespecificeerd volgens internationaal geaccepteerde houtnomenclaturen (bijvoorbeeld DIN EN 13556 "Nomenclature of timbers used in Europe"; Nomenclature Générale des Bois Tropicaux, ATIBT (1979)"
Indien kan worden aangetoond dat een bestanddeel van een samengesteld product al eerder op de markt is gebracht voordat het in het product werd verwerkt of is gemaakt van materiaal dat zijn levenscyclus heeft voltooid en anders als afval zou zijn verwijderd (zie 5 b), is voor dat bestanddeel geen risicobeoordeling vereist. Als de marktdeelnemer bijvoorbeeld een product produceert en verkoopt dat een mengeling van houtspaanders bevat waarvan een gedeelte afkomstig is van houtproducten die al eerder in de EU op de markt zijn gebracht en een gedeelte afkomstig is van niet-gerecycleerd hout dat hij in de EU heeft ingevoerd, moet alleen voor het ingevoerde gedeelte een risicobeoordeling worden uitgevoerd.
In bijlage II worden enkele voorbeelden gegeven van beschrijvingen van de voorraden van marktdeelnemers.
9. "Bosbouwsector"
Relevante wetgeving:
De EU-houtverordening
Artikel 2
[...]
(h) "toepasselijke wetgeving": de wetgeving die van kracht is in het land waar het hout is gekapt en die betrekking heeft op de volgende aangelegenheden: [...]
- handel en douane, voor zover van toepassing op de bosbouwsector.
Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op de naleving van de wet- en regelgeving inzake de uitvoer van hout en houtproducten in de landen waar het hout is gekapt. De vereiste houdt verband met de uitvoer uit het land waar het hout is gekapt en niet het land van waaruit het naar de EU wordt uitgevoerd. Als hout bijvoorbeeld vanuit land X naar land Y en vervolgens naar de Europese Unie is uitgevoerd, geldt de vereiste voor de uitvoer vanuit X, niet voor de uitvoer vanuit Y naar de EU.
De toepasselijke wetgeving omvat, maar is niet beperkt tot:
• Verboden, quota en andere beperkingen met betrekking tot de uitvoer van houtproducten, bijvoorbeeld uitvoerverboden voor onbewerkte stammen of blokken, of ruw bewerkt hout;
• Vereisten met betrekking tot uitvoercertificaten voor hout en houtproducten;
• Officiële vergunningen die uitvoerders van hout en houtproducten mogelijk moeten aanvragen;
• Betaling van belastingen en heffingen over uitgevoerde houtproducten.
10. Behandeling van hout en houtproducten die onder een Cites- of FLEGT- vergunning vallen
Relevante wetgeving
EU-houtverordening
Artikel 3
Status van hout en houtproducten die onder FLEGT en Cites vallen
Het hout dat is verwerkt in houtproducten als bedoeld in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 2173/2005 die afkomstig zijn uit de in bijlage I bij die verordening genoemde partnerlanden en die aan die verordening en de bepalingen ter uitvoering daarvan voldoen, wordt voor de toepassing van deze verordening beschouwd als legaal gekapt.
Hout van de in de bijlagen A, B of C bij Verordening (EG) nr. 338/97 opgenomen soorten, dat aan die verordening en de bepalingen ter uitvoering daarvan voldoet, wordt voor de toepassing van deze verordening als legaal gekapt beschouwd.
[...]
Hout en houtproducten die onder FLEGT-vergunningen of Cites-certificaten vallen, moeten volledig aan de vereisten van de verordening voldoen. Dit houdt in dat:
a) Marktdeelnemers die producten op de markt brengen die onder dergelijke documenten vallen, voor deze producten geen zorgvuldigheidsonderzoek hoeven uit te voeren; ze moeten alleen kunnen aantonen dat de producten onder de relevante documenten vallen; alsmede
b) Dergelijke producten door de bevoegde autoriteiten worden beschouwd als zijnde legaal gekapt en dat er geen gevaar bestaat dat hierbij bepalingen van de verordening worden overtreden die het op de markt brengen van illegaal gekapt hout verbieden.
De reden hiervoor is dat de wettigheidscontroles - en bijgevolg het zorgvuldigheidsonderzoek - worden geacht te zijn verricht in het land van waaruit het hout is uitgevoerd, overeenkomstig de vrijwillige partnerschapsovereenkomsten (Voluntary Partnership Agreement – VPA) tussen deze landen en de Europese Unie, en de desbetreffende houtproducten door de marktdeelnemers als risicovrij kunnen worden beschouwd.
Bijlage I
Hoe wordt "op de markt brengen" in de praktijk geïnterpreteerd?
De onderstaande scenario's hebben betrekking op gevallen waarin een bedrijf/individu op grond van de EU-houtverordening als marktdeelnemer wordt beschouwd.
Scenario 1
Producent C koopt papier in een buiten de EU gelegen derde land en voert dit in een van de lidstaten van de EU in, waar hij het papier gebruikt om schriften van te maken. Vervolgens verkoopt hij deze schriften aan detailhandelaar D in een EU-lidstaat. Het product schriften valt onder de bijlage van de EU- houtverordening:
- Producent C wordt marktdeelnemer wanneer hij het papier voor gebruik in zijn eigen bedrijf invoert.
Scenario 2
Detailhandelaar G koopt kasregisterrollen in een buiten de EU gelegen derde land en voert deze in in de EU, waar hij de rollen in zijn winkels gebruikt:
- Detailhandelaar G wordt marktdeelnemer wanneer hij de kasregisterrollen in de EU invoert voor gebruik in zijn eigen bedrijf.
Scenario 3
Een in de EU gevestigde producent C koopt kraftpapier met een coating rechtstreeks bij een producent in een derde land, voert dit in in de EU en gebruikt het om er producten in te verpakken die vervolgens op de interne markt worden verkocht:
- Producent C wordt marktdeelnemer wanneer hij het kraftpapier invoert in de EU voor gebruik in zijn bedrijf. (Hierbij dient te worden opgemerkt dat het in dit geval niet ter zake doet dat het kraftpapier alleen als verpakkingsmateriaal wordt gebruikt, aangezien het als zelfstandig product wordt ingevoerd.)
[Scenario's 4, 5 en 6 hebben betrekking op de aankoop van hout en houtproducten door entiteiten in de EU bij entiteiten buiten de EU, onder licht uiteenlopende omstandigheden, die onder aan elk scenario worden toegelicht.]
Scenario 4
Een in de EU gevestigde houthandelaar H koopt online een partij spaanplaat bij een leverancier die buiten de EU is gevestigd. Krachtens de overeenkomst vindt de eigendomsoverdracht aan
houthandelaar H onmiddellijk plaats, hoewel de partij spaanplaat zich nog buiten de EU bevindt. De partij wordt vervoerd naar een EU-lidstaat en ingeklaard door expediteur J, die de partij vervolgens aflevert bij houthandelaar H. Houthandelaar H verkoopt de partij vervolgens aan aannemer K:
- Houthandelaar H wordt marktdeelnemer wanneer zijn expediteur J de partij spaanplaat invoert in de EU voor distributie of gebruik in het bedrijf van H. Expediteur J treedt louter op als agent, aangezien hij de goederen voor rekening van houthandelaar H vervoert.
[In dit scenario wordt de eigendom van de entiteit buiten de EU op de entiteit binnen de EU overgedragen, voordat het product fysiek de EU binnenkomt.]
Scenario 5
Een in de EU gevestigde houthandelaar H koopt online een partij spaanplaat bij leverancier L, die buiten de EU is gevestigd. Krachtens de overeenkomst vindt de eigendomsoverdracht pas plaats bij aflevering op het terrein van houthandelaar H in het Verenigd Koninkrijk. Expediteur J voert de partij voor rekening van leverancier L in in de EU en levert deze af op het terrein van houthandelaar H:
- Houthandelaar H wordt marktdeelnemer wanneer expediteur J van leverancier L de partij spaanplaat invoert in de EU voor distributie of gebruik in het bedrijf van H.
[In dit scenario wordt de eigendom van de entiteit buiten de EU pas op de entiteit binnen de EU overgedragen, nadat het product fysiek de EU is binnengekomen.]
Scenario 6:
Een buiten de EU gevestigde leverancier L voert een lading hout of houtproducten in in de EU en gaat vervolgens op zoek naar een koper. Houthandelaar H koopt het hout of de houtproducten van L, zodra de lading fysiek de EU is binnengekomen en in het vrije verkeer is gebracht door leverancier L, en hij gebruikt de producten vervolgens in zijn bedrijf.
- Leverancier L wordt marktdeelnemer wanneer hij de producten in de EU invoert voor distributie via zijn eigen bedrijf. Houthandelaar H is een handelaar.
[In dit scenario wordt de eigendom van de entiteit buiten de EU pas op de entiteit binnen de EU overgedragen, nadat het product fysiek de EU is binnengekomen; daarvoor is er geen sprake van een overeenkomst.]
Scenario 7
Een in de EU gevestigde detailhandelaar M voert houtproducten in in de EU en verkoopt deze rechtstreeks aan niet-commerciële afnemers via zijn winkel:
- Detailhandelaar M wordt marktdeelnemer wanneer hij de houtproducten invoert in de EU voor distributie via zijn eigen bedrijf.
Scenario 8
Energiebedrijf E koopt houtspaanders rechtstreeks in een buiten de EU gelegen land en voert deze in in
de EU, waar het bedrijf de houtspaanders gebruikt voor de productie van energie die het vervolgens verkoopt aan het nationale elektriciteitsnet van een lidstaat. Hoewel de houtspaanders binnen het toepassingsgebied van de EU-houtverordening vallen, geldt dat niet voor het eindproduct (energie) dat door het bedrijf wordt verkocht:
- Energiebedrijf E wordt marktdeelnemer wanneer het de houtspaanders in de EU invoert voor gebruik in het eigen bedrijf.
Scenario 9
Houthandelaar F koopt houtspaanders rechtstreeks in een buiten de EU gelegen land en voert deze in in de EU, waar hij deze verkoopt aan energiebedrijf E. Energiebedrijf E gebruikt deze houtspaanders vervolgens in de EU voor de productie van energie, die het bedrijf verkoopt aan het nationale elektriciteitsnet van een lidstaat:
- Houthandelaar F wordt marktdeelnemer wanneer hij de houtspaanders in de EU invoert voor distributie via zijn eigen bedrijf.
[Scenario 10 en 10a maken duidelijk dat niet gekapte bomen niet binnen het toepassingsgebied van de verordening vallen. Afhankelijk van de details van de contractuele overeenkomsten kan hetzij de boseigenaar hetzij het bedrijf dat het recht heeft het hout te kappen voor distributie of gebruik via het eigen bedrijf “marktdeelnemer” zijn.]
Scenario 10
Boseigenaar Z velt de bomen op zijn eigen land en verkoopt het hout aan klanten of verwerkt het in zijn zagerij.
- Boseigenaar Z wordt marktdeelnemer wanneer hij het hout kapt voor distributie of gebruik via zijn eigen bedrijf.
Scenario 10a
Boseigenaar Z verkoopt aan bedrijf A het recht om op het terrein van Z staande bomen te kappen voor distributie of gebruik via het eigen bedrijf van A.
- Bedrijf A wordt marktdeelnemer wanneer hij het hout kapt voor distributie of gebruik via zijn eigen bedrijf.
Bijlage II
Voorbeelden van informatie over samengestelde producten
Productsoort: | Keukenuitrusting in platte verpakking | Is op de markt brengen mogelijk? | ||||
Periode: | April 2011-december 2012 | |||||
Volume | 3200 eenheden | |||||
Bestanddeel | Beschrijving | Soort | Land of gebied waar het hout is gekapt | Kapconcessie | Bewijs van wettigheid | |
Kern | MDF | Gemengd naaldhout: hoofdzakelijk grove spar (Pinus sylvatica) fijnspar (Picea abies) | Meerdere EU- lidstaten | Meerdere | Eerder op de markt gebracht - niet vereist | N.v.t. |
vezel- | ||||||
plaat | ||||||
Derde boreal opkomend land | Meerdere | Controles van eigendomsrecht en en traceerbaarheid | Ja (bij | |||
gegrond | ||||||
vertrouwen) | ||||||
Oppervlak | Papiercoating met imitatie houtprint, ingevoerd van buiten de EU | Onbekend | Onbekend | Onbekend | Geen | Nee |
Productsoort: | Kantoormeubilair in onderdelen | Is op de markt brengen mogelijk? | |||||
Periode: | Januari 2011-juni 2011 | ||||||
Volume | 1500 eenheden | ||||||
Bestanddeel | Beschrijving | Soort | Land of gebied waar het hout is gekapt | Kapconcessie | Bewijs van wettigheid | ||
Kern | Spaanplaat | Sitkaspar | EU-lidstaat | Meerdere | Eerder op de markt gebracht - niet vereist | N.v.t. | |
Voor- en achterzijde | 0,5 mm dik fineer | Europese beuk(Fagus sylvatica) | EU-lidstaat | Particuliere | Eerder op de markt gebracht - niet vereist | N.v.t. | |
bos- | |||||||
eigenaren | |||||||
Productsoort: | Houtspaanders | Is op de markt brengen mogelijk? | |||||
Periode: | Januari 2012-december 2012 | ||||||
Xxxxxx | 00 000 ton | ||||||
Bestanddeel | Beschrijving | Soort | Land of gebied waar het hout is gekapt | Kapconcessie | Bewijs van wettigheid | ||
Van aan planken gezaagd hout/houtafval van bomen | Gemengd sparren-, naald- en berkenhout | EU-lidstaat | Meerdere particuliere bos- | Herbebossing sprojecten | N.v.t. |
In niet gekapte staat gekocht van boseigenaren | eigenaren | van eigenaren | ||||
Van aan | Gemengd | EU-lidstaat | Meerdere | Eerder op | N.v.t. | |
planken | sparren-, | particuliere | de markt | |||
gezaagd | naald- en | boseigenaren | gebracht - | |||
hout/houtafval | berkenhout | niet vereist | ||||
van langs de | ||||||
wegkant | ||||||
gekochte | ||||||
stammen of | ||||||
blokken |
Productsoort: | Schrijfpapier (90 g/m2) uit Indonesië | Is op de markt brengen mogelijk? | ||||
Periode: | April 2012-maart 2013 | |||||
Volume | 1 200 ton | |||||
Bestanddeel | Beschrijving | Soort | Land of gebied waar het hout is gekapt | Kapconcessie | Bewijs van wettigheid | |
Kortvezelige pulp | Acacia mangium | Derde tropisch ontwikkelings- land, | Concessie bos- industriële | Certificaat van wettigheid | Ja (bij gegrond vertrouwen) | |
aangeduide | bosplantage | |||||
provincie | XXX | |||||
Kortvezelige pulp | Gemengd tropisch | Derde tropisch ontwikkelings- | Kap van | Niet verstrekt | Nee | |
hardhout | land, | natuurlijk | ||||
aangeduide | bos- | |||||
provincie | secundair bos | |||||
industriële | ||||||
voor | ||||||
pulphout- en | ||||||
oliepalmplantag | ||||||
es | ||||||
Langvezelige pulp | Pinus radiata | Derde land met gematigd klimaat | Aanplantingen | Chain of Custody- certificaat | Ja (bij gegrond vertrouwen) |
Productsoort: | 12 mm dik triplex/multiplex | Is op de markt brengen mogelijk? | ||||
Periode: | April 2012-maart 2013 | |||||
Volume | 8 500 m3 | |||||
Bestanddeel | Beschrijving | Soort | Land of gebied waar het hout is gekapt | Kapconcessie | Bewijs van wettigheid | |
Voor- en achterzijde | Fineer | Bitangor (Callophyllum | Derde tropisch ontwikkelings- | YYY bosplantage | Uitvoercerti ficaat | Ja (bij gegrond |
sp.) | land, | overheidsa | vertrouwen) | |||
aangeduide | gent | |||||
provincie | ||||||
Kern | Fineer | Populier (Populus sp.) | Derde opkomend land met gematigd klimaat | Agrarische bospercelen, niet nader omschreven | Niet verstrekt | Nee |
Productsoort: | Gecoat karton uit China | Is op de markt brengen mogelijk? | ||||
Periode: | ||||||
Volume | 500 ton | |||||
Bestanddeel | Beschrijving | Soort | Land of gebied waar het hout is gekapt | Kapconcessie | Bewijs van wettigheid | |
Northern Bleached Kraft Pulp (NBKP) zachthout | Westerse hemlockspar (Tsuga heterophylla), Douglasspar,(P seudo- tsuga men ziesii) Reuzenlevensb oom (Thuja plicata), Witte spar (Picea glauca), Kustden (Pinus contorta) | Derde boreaal land | Concessie van industriële boomkwekerij | Ingedeeld als "niet- controversieel" volgens de certificeringsric htlijnen | Ja (bij gegrond vertrouwen) | |
Laubholz Bleached Kraft Pulp (LBKP), hardhout | Populier (Populus spp.) | Derde boreaal land | Concessie van industriële boomkwekerij | Ingedeeld als "niet- controversieel" volgens de certificeringsric htlijnen | Ja (bij gegrond vertrouwen) | |
Mechanische pulp | Populier (Populus tremuloides, Populus balsamifera), Witte spar (Picea glauca), Struikden (Pinus banksiana) | Derde boreaal land | Meerdere particuliere boseigenaren | Niet- controversieel Certificaat van wettigheid | Ja (bij gegrond vertrouwen) |
3 PB L 177, 7.7.2012, blz. 16-18.