INHOUD
Algemene voorwaarden JANUARI 2006
van Kredietverlening Zakelijk
INHOUD
I Algemene bepalingen
1 Definities
2 Terbeschikkingstelling
3 Afsluitprovisie
4 Betalingsverkeer via de bank
5 Betaling door de geldnemer
6 Hoofdelijkheid
7 Verplichtingen aan derden
8 Informatie aan derden
9 Informatieplicht
10 Verzekeringsplicht
11 Statutenwijziging
12 Gebruik
13 Zekerheid voor kredietuitbreiding
14 Beëindiging
15 Kosten
16 Uitoefening van rechten door de bank
17 Overdracht van rechten uit de kredietovereenkomst door de geldnemer
18 Toepasselijkheid algemene voorwaarden; strijdigheid
19 Slotbepalingen
II Bepalingen van toepassing op kredieten in rekening-courant
20 Kredietprovisie of limietprovisie
21 Rente
22 Limietverlaging en opzegging
III Bepalingen van toepassing op leningen
23 Administratie en boekingen
24 Opname
25 Rente
26 Te late betaling door de geldnemer
27 Vervroegde aflossing
28 Renteherziening
29 Onmiddellijke opeisbaarheid
30 Gevolgen tussentijdse opeising
I ALGEMENE BEPALINGEN
1 DEFINITIES
1 In deze voorwaarden en de documenten waarop deze voorwaarden van toepassing zijn verklaard wordt verstaan onder
a Bank
SNS is een handelsnaam van de Volksbank N.V., gevestigd te Utrecht en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Midden-Nederland onder nummer 16062338
b Geldnemer
De (rechts)persoon of -personen aan wie het Krediet is of wordt verstrekt.
c Krediet
Kredieten in rekening-courant en/of leningen en/of obligokredieten.
d Kredietovereenkomst
Elk document waarin de overeenkomst tot verstrekking van een Krediet door de Bank aan de Geldnemer is vast- gelegd alsmede iedere schriftelijk vastgelegde wijziging of aanvulling daarop.
e Kredietprovisie
De aan de Bank verschuldigde vergoeding over het hoog- ste debetsaldo van een Krediet in rekening-courant in enige overeengekomen periode.
f Limietprovisie
De aan de Bank verschuldigde vergoeding over de hoog- ste limiet van een Krediet in rekening-courant in enige overeengekomen periode.
g Overschrijdingsprovisie
De aan de Bank verschuldigde vergoeding over de hoogste overschrijding van de kredietlimiet in enige overeenge- komen periode.
h Schuld
Al hetgeen de Bank te eniger tijd van de Geldnemer uit hoofde van het Krediet dan wel uit enigen anderen hoofde van de Geldnemer te vorderen heeft of te eniger tijd te vorderen zal hebben.
2 TERBESCHIKKINGSTELLING
8.0288.00 (21-12-2016)
De verplichting van de Bank tot terbeschikkingstelling van het Krediet is opgeschort zolang zich één van de omstandigheden als bedoeld in artikel 28 (Onmiddellijke opeisbaarheid) voordoet, en/of zolang aan enige in de Kredietovereenkomst gestelde voorwaarde niet is voldaan.
3 AFSLUITPROVISIE
De in de Kredietovereenkomst overeengekomen afsluitprovisie is tevens verschuldigd indien van het Krediet geen gebruik wordt gemaakt.
4 BETALINGSVERKEER VIA DE BANK
De Geldnemer is verplicht voor zijn betalingsverkeer uitsluitend gebruik te maken van de diensten van de Bank.
5 BETALING DOOR DE GELDNEMER
1 De Geldnemer zal ieder aan de Bank verschuldigd bedrag voldoen zonder enige aftrek, zonder kosten voor de Bank en zonder enig beroep op verrekening, één en ander met inachtneming van door de Bank gegeven nadere aanwijzingen.
2 Betalingen worden aangewend ter voldoening van en zullen achtereenvolgens in mindering strekken op (I) boetes, (II) kosten, (III) provisies, (IV) rente, en (V) de hoofdsom.
3 De Bank is bevoegd al hetgeen de Geldnemer en de Bank aan elkaar verschuldigd zijn, te boeken in een door de Bank ten name van de Geldnemer aangehouden rekening-courant.
6 HOOFDELIJKHEID
1 Bestaat de Geldnemer uit meerdere (rechts)personen, dan zijn deze elk hoofdelijk aansprakelijk voor de uit de Kre- dietovereenkomst voortvloeiende verplichtingen jegens de Bank.
2 De vennoot van een personenvennootschap die jegens de Bank hoofdelijk aansprakelijk is voor vorderingen van de Bank op de vennootschap blijft, indien hij na ontbinding of door uittreding niet langer vennoot van de vennoot- schap is, tegenover de Bank hoofdelijk aansprakelijk voor al hetgeen de Bank van de Geldnemer op het ogenblik van schriftelijke kennisname door de Bank van de uittreding of ontbinding, al dan niet opeisbaar en al of niet onder voorwaarde te vorderen heeft dan wel te vorderen krijgt uit hoofde van de Kredietovereenkomst, totdat de Bank deze vennoot schriftelijk uit de hoofdelijke aansprakelijkheid ontslaat.
3 Alle vorderingen van een hoofdelijk jegens de Bank ver- bonden schuldenaar op enige medeschuldenaar, verkre- gen door subrogatie of uit welken anderen hoofde ook, zijn achtergesteld bij de vorderingen van de Bank op die medeschuldenaar.
7 VERPLICHTINGEN AAN DERDEN
De Geldnemer zal geen zekerheidsrechten aan derden verlenen, noch daartoe verplichtingen aangaan, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Bank.
8 INFORMATIE AAN DERDEN
Indien door derden zekerheden of verklaringen zijn verstrekt aan de Bank, gaat de Geldnemer ermee akkoord dat de Bank die derden informeert over zijn financiële positie en alle andere feiten die met de kredietverlening verband houden.
9 INFORMATIEPLICHT
1 De Geldnemer stelt de Bank jaarlijks, uiterlijk vijf maan- den na afsluiting van het boekjaar, in het bezit van zijn jaarrekening, bevattende de balans en winst- en verlies- rekening en een toelichting, opgesteld door voor de Bank acceptabele deskundigen.
2 De Geldnemer verstrekt op zijn kosten aan de Bank op haar eerste verzoek alle inlichtingen, gegevens en bescheiden, die de Bank naar haar oordeel nodig heeft.
3 De Geldnemer stelt de Bank onmiddellijk in kennis van wij- zigingen in zijn statuten, alsmede van wijzigingen in zijn vennootschappelijke structuur en in die van zijn eventuele dochtervennootschappen en groepsmaatschappijen, daar- onder begrepen wijzigingen in de persoon of de personen van de aandeelhouder(s) van de Geldnemer en zijn even- tuele dochtervennootschappen en groepsmaatschappijen.
4 Desgevraagd zal de Geldnemer aan de Bank en aan door de Bank aangewezen personen de gelegenheid geven zijn volledige administratie in te zien en zal de Geldnemer aan de Bank casu quo deze personen volledig inzicht verstrek- ken in zijn financiële situatie.
5 De Geldnemer is verplicht de Bank onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van het voorvallen van één of meer omstandigheden, als genoemd in artikel 28 (Onmiddel- lijke opeisbaarheid), alsmede van alle ontwikkelingen in zijn bedrijf die voor de Bank van belang kunnen zijn, waar- onder in ieder geval het melden van betalingsonmacht aan een met de uitvoering van sociale verzekeringswetten belaste instantie en/of de fiscus.
6 Kosten verbonden aan de rapportages en werkzaamhe- den in verband met de in dit artikel 9 (Informatieplicht) bedoelde informatieplicht, waaronder een redelijke vergoeding voor door personen in dienst van de Bank verrichte werkzaamheden, zijn voor rekening van de Geldnemer.
7 De Geldnemer is verplicht om de Bank onverwijld op de hoogte te stellen van het feit dat hij bij een andere Bank een Krediet heeft aangevraagd waarop de Regeling borgstelling MKB-kredieten van kracht is, zoals die op enig moment geldt, dan wel van het feit dat aan hem een dergelijk Krediet is verstrektof zal worden verstrekt.
10 VERZEKERINGSPLICHT
De Geldnemer is verplicht er steeds voor te zorgen op voldoende en verantwoorde wijze tegen de voor zijn branche en zijn bedrijf algemene en specifieke risico’s verzekerd te zijn.
11 STATUTENWIJZIGING
De Geldnemer is uitsluitend met schriftelijke toestemming van de Bank bevoegd voorstellen tot wijziging van zijn statuten te doen.
12 GEBRUIK
De Geldnemer mag het Krediet niet aanwenden voor transac- ties die niet geacht kunnen worden te behoren tot de normale bedrijfsuitoefening van de Geldnemer. Rente- en valuta-arbitrage worden geacht niet tot de normale bedrijfsuitoefening van de Geldnemer te behoren.
13 ZEKERHEID VOOR KREDIETUITBREIDING
Komt de Geldnemer met de Bank overeen dat een aan de Geld- nemer verstrekt Krediet wordt uitgebreid doordat zijn bestaande Krediet wordt uitgebreid doordat zijn bestaande Krediet wordt verhoogd of doordat aan de Geldnemer een nieuw Krediet wordt verstrekt, dan is de Geldnemer verplicht voor de kredietuitbrei- ding voldoende zekerheid te stellen.
14 BEËINDIGING
1 Bij opzegging van het Krediet blijven al de verplichtingen van de Geldnemer uit hoofde van de Kredietovereenkomst van kracht zolang de Bank enig bedrag uit hoofde van het Krediet te vorderen heeft.
2 In geval van opeising van xxxx Xxxxxxx is ieder ander door de Bank aan de Geldnemer verstrekt Xxxxxxx eveneens opeisbaar.
3 De Bank is gerechtigd de Kredietovereenkomst door middel van een schriftelijke verklaring aan de Geldnemer met onmiddellijke ingang op te zeggen, indien zich voordat het Krediet volledig is opgenomen bij de Geldnemer en/of de borgen en/of derden die ten behoeve van de Geldnemer zekerheid hebben gesteld omstandigheden voordoen van zodanige aard, dat van de Bank niet verwacht kan worden dat zij de Kredietovereenkomst voortzet.
4 De Geldnemer doet afstand van zijn recht de Kredietover- eenkomst te ontbinden, alsmede van zijn huidige en toe- komstige rechten om de nakoming van enige verplichting uit hoofde van de Kredietovereenkomst op te schorten.
15 KOSTEN
Alle kosten en belastingen terzake van de totstandkoming en de tenuitvoerlegging van de Kredietovereenkomst alsmede de kosten, die de Bank uit hoofde van de Kredietovereenkomst redelijkerwijs heeft moeten maken, waaronder de kosten van inning van de vorderingen van de Bank uit hoofde van de Kre- dietovereenkomst in of buiten rechte, zijn voor rekening van de Geldnemer.
16 UITOEFENING VAN RECHTEN DOOR DE BANK
De uitoefening door de Bank van haar rechten uit de Kredieto- vereenkomst alsmede de keuze van de tijdstippen waarop en de volgorde waarin deze rechten worden uitgeoefend, staan geheel ter beoordeling van de Bank, zonder dat het niet of niet onmiddellijk uitoefenen van enig recht kan worden uitgelegd als zou de Bank daarvan afstand hebben gedaan.
17 OVERDRACHT VAN RECHTEN UIT DE KREDIETOVEREENKOMST DOOR DE GELDNEMER
De Geldnemer is niet bevoegd zijn rechten en vorderingen uit de Kredietovereenkomst over te dragen of met een beperkt recht te belasten.
18 TOEPASSELIJKHEID ALGEMENE VOORWAARDEN; STRIJDIGHEID
1 Voorzover daarvan in deze algemene voorwaarden niet is afgeweken, zijn op de Kredietovereenkomst tevens de Algemene voorwaarden van de Bank van toepassing.
2 Bij eventuele strijdigheid in de bepalingen van de Kre- dietovereenkomst, deze algemene voorwaarden en/of de Algemene voorwaarden van de Bank, geldt de volgende rangorde
1 De Kredietovereenkomst.
2 Deze algemene voorwaarden.
3 De Algemene voorwaarden van de Bank.
3 Beroep op een afwijking van deze algemene voorwaarden kan slechts worden gedaan, indien deze afwijking door de Bank schriftelijk is vastgelegd.
19 SLOTBEPALINGEN
1 Op deze algemene voorwaarden en de Kredietovereen- komst is Nederlands recht van toepassing.
2 De Geldnemer kan slechts een beroep doen op een door de Bank gegeven toestemming indien deze uitdrukkelijk en schriftelijk is gegeven.
3 De Bank is bevoegd deze algemene voorwaarden te wij- zigen en/of aan te vullen. Deze wijzigingen en/of aanvul- lingen worden van kracht dertig dagen nadat de Bank de Geldnemer schriftelijk hiervan in kennis heeft gesteld.
4 Tegenover de Geldnemer geldt een door de Bank onderte- kend uittreksel uit haar administratie tot volledig bewijs, behoudens door de Geldnemer geleverd tegenbewijs.
II BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP KREDIETEN IN REKENING-COURANT
20 KREDIETPROVISIE OF LIMIETPROVISIE
De Kredietprovisie of de Limietprovisie is per de overeengeko- men periode achteraf verschuldigd.
21 RENTE
1 De over het saldo van de rekening-courant verschuldigde rente wordt per dag berekend en per de overeengekomen periode achteraf in rekening gebracht.
2 Bij berekening van de rente zal elke maand op het juiste aantal dagen en elk jaar op 360 dagen worden gesteld.
3 De Bank is gerechtigd de in de Kredietovereenkomst overeengekomen debetrente, de Kredietprovisie en de Overschrijdingsprovisie te allen tijde te wijzigen.
4 Voor het saldo van het boven de kredietlimiet opge- nomen Krediet geldt een door de Bank vastgesteld rentepercentage.
22 LIMIETVERLAGING EN OPZEGGING
1 Een eventueel ten laste van de Geldnemer in de admi- nistratie van de Bank voorkomend obligo uit hoofde van door de Bank gestelde garanties, geopende accreditieven, verdisconteerde wissels, valutatermijntransacties of uit welken anderen hoofde ook, zal in mindering op de kre- dietlimiet worden gebracht.
2 Zowel de Bank als de Geldnemer is bevoegd een Krediet in rekening-courant op elk moment en met onmiddellijke ingang op te zeggen.
III BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP LENINGEN
23 ADMINISTRATIE EN BOEKINGEN
1 Tenzij de Geldnemer reeds over een rekening-courant bij de Bank beschikt, zal de Bank een rekening-courant ten name van de Geldnemer openen.
2 De Bank is bevoegd verschuldigde rente(s), aflossing(en), provisie(s) en eventuele boete(n) en kosten op de ver- valdata c.q. bij het verschuldigd worden te boeken in de rekening-courant van de Geldnemer bij de Bank. De Geld- nemer dient er zorg voor te dragen dat het saldo van deze rekening-courant steeds toereikend is voor deze boekingen.
24 OPNAME
1 Vanaf de datum van terbeschikkingstelling van de hoofd- som door de Bank is de Geldnemer over het op de eerste dag van elke kalendermaand niet opgenomen deel van de hoofdsom de in de Kredietovereenkomst genoemde bereidstellingsprovisie verschuldigd.
2 Is de hoofdsom op de overeengekomen uiterste opname- datum niet of niet geheel opgenomen, dan heeft de Bank het recht, doch niet de plicht om de Kredietovereenkomst
op te zeggen met betrekking tot het niet opgenomen deel van de hoofdsom, in welk geval de Geldnemer aan de Bank een rentedervingsvergoeding verschuldigd is die wordt berekend op de in artikel 27 (Vervroegde aflossing) bepaalde wijze.
25 RENTE
Bij berekening van de rente zal elke maand op het juiste aantal dagen en elk jaar op 360 dagen worden gesteld.
26 TE LATE BETALING DOOR DE GELDNEMER
Ingeval enig verschuldigd bedrag door de Bank op de in de Kredietovereenkomst genoemde datum niet is ontvangen, is de Geldnemer over dit bedrag een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd van 1,46% per kalendermaand, waarbij een gedeelte van een maand voor een volle maand wordt gerekend alsmede van een door de Bank vast te stellen vergoeding voor administratiekosten, zulks onverminderd het recht van de Bank op vergoeding door de schuldenaar van de in verband met de te late betaling door de Bank werkelijk geleden schade.
27 VERVROEGDE AFLOSSING
1 Gehele of gedeeltelijke vervroegde aflossing van een lening waarvoor een vast rentepercentage geldt is mogelijk op de dag waarop een rentevaste periode eindigt, mits de Geldnemer zich tenminste dertig (30) dagen vóór deze dag schriftelijk tot die aflossing heeft verplicht.
2 Indien de Geldnemer op een lening waarvoor een vast rentepercentage geldt meer of anders vervroegd aflost is hij over het afgeloste bedrag aan de Bank een renteder- vingsvergoeding verschuldigd die gelijk is aan het verschil (a min b) tussen
a De som van de contant gemaakte rentebedragen die de Geldnemer aan de Bank vanaf de datum van de ver- vroegde aflossing tot de einddatum van de lening, dan wel de einddatum van de rentevaste periode verschuldigd zou zijn; en
b De som van de rentebedragen die de Bank op de interban- caire markt zou kunnen ontvangen voor geldleningen met een looptijd die gelijk is aan de sub a) genoemde periode dan wel, indien voor leningen met een gelijke looptijd geen rentetarief bekend is, een looptijd die (i) korter is dan de sub a bepaalde periode en (ii) het dichtst bij de sub a bepaalde periode ligt. Deze rentedervingsvergoe- ding bedraagt minimaal één procent (1%)van het meer of anders vervroegd af te lossen bedrag.
3 Een lening waarvoor een variabel rentepercentage geldt kan vervroegd worden afgelost dertig (30) dagen nadat deze vervroegde aflossing door de Geldnemer is aange- kondigd. In geval van aflossing van een lening waarvoor een variabel rentepercentage geldt is de Geldnemer aan de Bank een rentedervingsvergoeding van één procent (1%) verschuldigd over het vervroegd af te lossen bedrag.
28 RENTEHERZIENING
1 Tenminste dertig (30) dagen voor het einde van een ren- tevaste periode doet de Bank de Geldnemer schriftelijk een aanbod voor één of meer aansluitende rentevaste periode(s) en voor die rentevaste periode(s) geldende rentepercentage(s). Bij gebreke van een dergelijke schrif- telijke mededeling geldt een aansluitende rentevaste periode gelijk aan de daaraan voorafgaande en met een rentepercentage voor soortgelijke op dat moment door de Bank te verstrekken leningen. Hebben de Bank en de Geldnemer niet uiterlijk op de dag waarop de rentevaste periode eindigt overeenstemming bereikt over een nieuwe rentevaste periode en het voor die rentevaste periode geldende rentepercentage, dan geldt een aansluitende rentevaste periode van één jaar en het voor die rentevaste periode door de Bank vastgestelde rentepercentage.
2 Na het sluiten van de Kredietovereenkomst heeft de Bank het recht om, in afwijking van hetgeen hiervoor is bepaald, het overeengekomen rentepercentage te wijzigen indien
a Het ter beschikking (blijven) stellen van de lening meer kosten voor de Bank met zich meebrengt dan ten tijde van het sluiten van de Kredietovereenkomst het geval was; en
b deze stijging van de kosten het gevolg is van kredietbeper- kende maatregelen, wijziging in solvabiliteitsrichtlijnen of andere kostenverhogende voorschriften en bepalingen (daaronder begrepen gedragslijnen waarvan de naleving is verzocht) van De Nederlandsche Bank N.V. of van nationale of buitenlandse of internationale monetaire autoriteiten.
29 ONMIDDELLIJKE OPEISBAARHEID
In de volgende gevallen is de lening, tezamen met al hetgeen de Geldnemer overigens uit hoofde van de Kredietovereenkomst verschuldigd is, direct opeisbaar
a Bij niet, niet-tijdige en/of niet-volledige betaling van enig aan de Bank verschuldigd bedrag, alsmede in geval van niet-nakoming van enige andere verplichting jegens de Bank door de Geldnemer.
b Indien enige andere Schuld van de Geldnemer aan de Bank vervroegd opeisbaar wordt.
c Indien de Geldnemer enige verplichting uit hoofde van enige financieringsovereenkomst jegens een derde niet of niet tijdig nakomt.
d Bij (aanvraag van) faillissement, surseance van xxxxxxxx, wettelijke of minnelijke schuldsanering of aanbieding van akkoord buiten faillissement van de Geldnemer.
e Bij overlijden van de Geldnemer.
f Bij onder curatele stelling van de Geldnemer, of het op andere wijze handelingsonbekwaam worden van de Geldnemer.
g Indien de Geldnemer die een rechtspersoon is partij is bij een juridische fusie of splitsing, wordt ontbonden, haar rechtspersoonlijkheid verliest of haar vermogen wordt vereffend.
h Indien al of niet als gevolg van aandelenoverdracht, zich een naar het oordeel van de Bank ingrijpende wijziging voordoet in de zeggenschap over de Geldnemer en/of de door hem gedreven onderneming.
i Indien de Geldnemer een personenvennootschap of een maatschap is, bij het uittreden van een of meer vennoten van de vennootschap of leden van de maatschap.
j Indien de Geldnemer de beroeps- of bedrijfsuitoefening beëindigt, zijn onderneming staakt, verhuurt of ver- vreemdt, of indien het doel van de onderneming gewijzigd wordt.
k Indien een voor de bedrijfs- of beroepsuitoefening van de Geldnemer noodzakelijke toestemming of vergunning niet wordt verleend, wordt ingetrokken of hem wordt ontnomen.
l Bij inkoop van eigen aandelen door de Geldnemer, terug- betalingen op aandelen in de Geldnemer, ontheffing van de verplichting tot storting op niet volgestorte aandelen in de Geldnemer, dan wel een besluit of voornemen tot die handelingen.
m Indien op (een deel van) het vermogen van de Geldnemer beslag wordt gelegd of indien hij op welke andere wijze dan ook de beschikking over (een deel van) zijn vermogen verliest.
n Bij overtreding dan wel niet-nakoming door de Geldnemer van enige bepaling die is uitgevaardigd door het daartoe bevoegd gezag.
o bij ontbinding van een gemeenschap, waarin de Geld- nemer deelgenoot is of in geval door hem huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden opgemaakt of gewijzigd worden.
p indien de Geldnemer zijn woonplaats heeft verlaten zonder voldoende orde op het bestuur of beheer van zijn goederen te hebben gesteld.
q indien na het aangaan van een Kredietovereenkomst blijkt dat de Geldnemer bij het aangaan van de Kredietover- eenkomst onjuiste gegevens aan de Bank heeft verstrekt en/of voor de Bank relevante gegevens niet aan de Bank heeft verstrekt, dan wel te eniger tijd na het aangaan van de Kredietovereenkomst onjuiste gegevens aan de Bank heeft verstrekt en/of voor de Bank relevante gegevens niet aan de Bank heeft verstrekt.
r indien een onder a. tot en met q. genoemde omstandig- heid zich voordoet ten aanzien van een borg, een garant, een hoofdelijk medeschuldenaar of degene die terzake van de lening in enige andere vorm zekerheid aan de Bank heeft gegeven.
s indien een onder b tot en met q genoemde omstandigheid zich voordoet ten aanzien van een (rechts)persoon die een controlerend belang heeft in het bedrijf van de Geldnemer.
t indien een jegens de Bank tot zekerheid van het Krediet gestelde borgtocht of garantie door de borg of garant wordt opgezegd of ingetrokken.
u indien een derde, die zekerheid voor het Krediet aan de Bank heeft gegeven, in gebreke blijft met de nakoming van enige verplichting jegens de Bank uit hoofde van de zekerheidsstelling.
v bij verlies, vernietiging, tenietgaan of vervallen, door welke oorzaak ook, dan wel dreiging daartoe, van enige voor het Krediet gestelde zekerheid, alsmede bij een belangrijke waardevermindering daarvan.
w indien enig goed waarop aan de Bank tot zekerheid van het Krediet een zekerheidsrecht is verleend zonder voor- afgaande schriftelijke toestemming van de Bank wordt bezwaard met een hypotheek- of pandrecht, enig ander beperkt recht of een kwalitatieve verplichting anders dan ten behoeve van de Bank of indien op een dergelijk goed beslag wordt gelegd.
x indien het Krediet niet wordt aangewend voor het doel waartoe het krachtens de Kredietovereenkomst is verstrekt.
y indien naar het oordeel van de Bank gegronde vrees voor onverhaalbaarheid van het Krediet is ontstaan.
30 GEVOLGEN TUSSENTIJDSE OPEISING
Bij opeising op grond van het bepaalde in artikel 29 (Onmid- dellijke Opeisbaarheid) zal de Geldnemer een rentedervingsver- goeding verschuldigd zijn die wordt berekend op de in artikel 27 (Vervroegde aflossing) bepaalde wijze.
Utrecht, januari 2006.