OVERWEGINGEN:
Addendum bij de vervoersovereenkomst tussen Opdrachtgever en Vervoerder d.d. ….
Ondergetekenden:
X, opdrachtgever (bv gemeenten, of een zorgverzekeraar)
Y, opdrachtnemer (vervoerder)
OVERWEGINGEN:
Opdrachtgever en Vervoerder hebben op ……. een vervoersovereenkomst gesloten;
Op grond van deze vervoersovereenkomst verricht Vervoerder, of doet Vervoerder verrichten, in opdracht van Opdrachtgever tegen betaling doelgroepen-/zorgvervoer, hierna te noemen ‘vervoer’ waaronder WMO-vervoer, Jeugdwetvervoer en leerlingenvervoer; (PM1: eventueel ziekenvervoer, vervoer ten behoeve van instellingen, of een andere formulering. Ook kan eventueel de naam van de opdracht vermeld worden)
Opdrachtgever heeft een zorgplicht ten aanzien van het daadwerkelijk (laten) realiseren van het vervoer;
Vervoerder wordt conform de tussen partijen gesloten vervoersovereenkomst uitbetaald op basis van daadwerkelijk door Vervoerder gerealiseerde ritten;
Als gevolg van de coronacrisis is de omvang van het door Vervoerder te verwezenlijken vervoer vanaf 16 maart 2020 enorm gedaald;
Op grond van een door Panteia in opdracht van ondernemersvereniging Koninklijk Nederlands Vervoer Zorgvervoer en Taxi alsmede FNV en CNV Vakmensen uitgevoerd onderzoek worden vervoersbedrijven in geval van stilstand geconfronteerd met het doorlopen van 80% van de kosten;
Vervoerder heeft aangegeven dat zij als gevolg van de zeer aanzienlijke daling van het volume van het vervoer in acute liquiditeitsproblemen dreigt te komen en dat zij als gevolg daarvan mogelijk al op korte termijn haar dienstverlening niet meer kan continueren;
Voortzetting van de dienstverlening door Vervoerder tijdens de coronacrisis en het beschikbaar blijven van de dienstverlening door Vervoerder na het einde van de door de rijksoverheid getroffen maatregelen als gevolg van die crisis is voor Opdrachtgever van vitaal belang;
Opdrachtgever is in het kader van een doorbetalingsregeling bereid gebleken om ten aanzien van uitgevallen ritten 80% van de gebruikelijke omzet van de vervoersovereenkomst aan Vervoerder te blijven uitbetalen;
In het kader van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) geldt onder meer dat betalingen vanuit (semi)publieke middelen aangemerkt worden als opbrengsten van waaruit loonkosten betaald worden, met als gevolg dat de baten, opbrengsten en andere voordelen, zoals uitkeringen, subsidies, renteopbrengsten en bijdragen vanuit een overheidsinstelling of andere opbrengsten, zoals giften, ook als omzet gezien worden in de zin van de NOW;
Voor zover Vervoerder in het licht van de onderhavige doorbetalingsregeling van Opdrachtgever een bijdrage ontvangt, zal dit leiden tot een lager omzetverlies in de zin van de NOW, met als consequentie dat –voor zover gebruik wordt gemaakt van de NOW- een lagere tegemoetkoming in het kader van die NOW vastgesteld zal worden;
Partijen wensen de gemaakte afspraken aangaande de onderhavige doorbetalingsregeling, alsmede de daar aan verbonden voorwaarden, in het onderhavige document vast te leggen;
VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1. Doorbetaling op basis van de gebruikelijke omzet
Opdrachtgever zal aan Vervoerder in de periode vanaf 15 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 (PM2: eventueel een andere periode benoemen) 80% uitbetalen van de gebruikelijke omzet (inclusief eventuele eigen bijdragen van reizigers), indien van toepassing vermeerderd met Omzetbelasting, betreffende ritten die normaliter in de voornoemde periode door Vervoerder in opdracht van Opdrachtgever uitgevoerd zouden zijn, waarbij de omvang van het contingent uitgevallen ritten vastgesteld wordt uitgaande van week 10 van 2020 als referentie, en waarbij concrete invulling van de in het licht van het vorenstaande vast te stellen en door Opdrachtgever uit te keren bedragen in gezamenlijk overleg plaatsvindt. (PM3: ten aanzien van dit laatste onderdeel van deze bepaling kan er ook voor worden gekozen om een complete systematiek uit te werken –hoe worden de uit te keren bedragen exact berekend, hoe wordt de omvang van het verval van ritten berekend, aan de hand van welke referentieperiode etc. etc.. Waarschijnlijk zal het lastig zijn om een eenduidige systematiek in dit model op te nemen. Voordeel van een op voorhand vastgelegd systeem is dat er niet nog overleg hoeft te worden gevoerd met een opdrachtgever. Soms zal het wenselijker zijn dat er een overeenkomst aan een opdrachtgever wordt voorgelegd waarin “alles” haarfijn is geregeld. PM4: er is gekozen voor week 10 als referentieperiode, maar dat kan ook anders worden ingevuld. Het is in dit verband wel erg belangrijk om uit te gaan van een zodanige systematiek dat rekening wordt gehouden met de omstandigheid dat de NEA-index in het jaar 2020 6,7% bedraagt. Als uitgegaan wordt van week 10 gebeurt dit al automatisch.Maar als bijvoorbeeld het jaar 2019 –of een deel van het jaar 2019- als uitgangspunt wordt genomen, dan is het zaak om daar bovenop nog rekening te houden met de voornoemde NEA-index.)
Artikel 2. Beroep op overige regelingen vanuit derden
Vervoerder zal zich inspannen om redelijkerwijs gebruik te maken van passende regelingen vanuit derden (bijv. de steunmaatregelen vanuit de Rijksoverheid); Opdrachtgever heeft recht op inzage in de aanvragen en beschikkingen; het is Vervoerder toegestaan om parallel aan de onderhavige doorbetalingsregeling een beroep te doen op andere regelingen vanuit derden.
Artikel 3. Omzet in de zin van NOW
Vervoerder garandeert dat voor zover aanspraak gemaakt wordt op de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW) de van Opdrachtgever ontvangen doorbetaling in het kader van de onderhavige regeling wordt aangemerkt als omzet in de zin van die NOW, en ook als zodanig in het kader van de NOW zal worden opgegeven.
Artikel 4. Naleving formele voorwaarden en vereisten regelingen derden
Vervoerder garandeert dat, voor zover zulks aan de orde is, zolang een beroep wordt gedaan op de in artikel 2 genoemde regelingen vanuit derden, waaronder NOW, die regeling(en) en alle daaraan verbonden formele voorwaarden en vereisten volledig en integraal gerespecteerd zullen worden.
Vervoerder mag geen ontslag om bedrijfseconomische redenen aanvragen voor haar werknemers gedurende de periode waarop deze regeling van toepassing is. (PM5: er kan voor worden gekozen om de bepaling niet op te nemen)
Artikel 5. Verplichting tot beperken schade/verlies
Vervoerder zal zich redelijkerwijs inspannen om zoveel mogelijk schade of verlies te beperken; deze doorbetalingsregeling is geen vrijbrief om kosten onnodig te laten doorlopen.
Vervoerder zal desgevraagd transparantie ten aanzien van haar boekhouding dienen te betrachten; Opdrachtgever heeft het recht van Vervoerder een accountantsverklaring ten aanzien van de onderhavige vervoersopdracht te verlangen.
Artikel 6. Onderopdrachtnemers
Voor zover Vervoerder in het kader van de uitvoering van de vervoersovereenkomst met Opdrachtgever onderopdrachtnemers heeft ingeschakeld, zal Vervoerder, met inachtneming van het gestelde in lid 3 van dit artikel, zo snel als administratief mogelijk, doch uiterlijk binnen veertien dagen na ontvangst van de door Opdrachtgever uit te betalen bedragen betreffende de in deze regeling bedoelde doorbetaling aan de door Vervoerder ingeschakelde onderopdrachtnemer(s) een bedrag overmaken, eveneens als doorbetaling, dat correspondeert met 80% van de gebruikelijke omzet betreffende de normaliter door die onderopdrachtnemer(s) in opdracht van Vervoerder uitgevoerde ritten, een en ander conform de in artikel 1 omschreven systematiek. Voor zover Vervoerder uitzend- en/of payrollkrachten inzet zal door Vervoerder bij de desbetreffende uitzend/payrollondernemingen, die als onderopdrachtnemer in de zin van dit lid gekwalificeerd worden, bedongen worden dat doorbetaling van de desbetreffende arbeidskrachten plaatsvindt, waarbij Vervoerder evenwel gerechtigd is om, in lijn met hetgeen daaromtrent in het in de considerans genoemde rapport van Panteia, het contingent uitzend/payrollkrachten met maximaal 7,7% van de totale FTE’s af te schalen.
Ingeval het gestelde in lid 1 van dit artikel van toepassing is, is Vervoerder verplicht en verbindt zich jegens Opdrachtgever, die dit aanvaardt, om de verplichtingen en garanties die ten aanzien van Vervoerder in dit addendum zijn opgenomen in een schriftelijke overeenkomst op te leggen aan de onderopdrachtnemer in kwestie.
Vervoerder zal de in lid 1 van dit artikel genoemde doorbetaling eerst aan een onderopdrachtnemer uitbetalen nadat Opdrachtgever de inhoud van de in lid 2 van dit artikel bedoelde overeenkomst tussen Vervoerder en de onderopdrachtnemer schriftelijk heeft goedgekeurd. (PM6: er kan voor worden gekozen om dit lid niet op te nemen, zodat Vervoerder aan de onderopdrachtnemer uitbetaalt voordat Opdrachtgever de overeenkomst tussen Vervoerder en onderopdrachtnemer heeft goedgekeurd. Dit zal tot eerdere uitbetaling aan de onderopdrachtnemer leiden.)
Schriftelijke goedkeuring door Opdrachtgever van de overeenkomst tussen Vervoerder en de onderopdrachtnemer, als bedoeld in lid 3 van dit artikel, zal tot gevolg hebben dat Opdrachtgever Vervoerder op geen enkele wijze aansprakelijk kan of zal houden voor de consequenties, waar dan ook uit bestaand, van de omstandigheid dat de betreffende onderopdrachtnemer de opgelegde verplichtingen of garanties welke voortvloeien uit het gestelde in lid 2 van dit artikel, en welke zijn opgenomen in de in datzelfde lid genoemde overeenkomst tussen Vervoerder en de onderopdrachtnemer, niet, niet tijdig, of niet geheel worden nagekomen.
Opdrachtgever ziet af van terugvordering op Vervoerder, voor zover zulks aan de orde zou zijn, van de door Vervoerder uit hoofde van de overeenkomst tussen Vervoerder en onderopdrachtnemer door Vervoerder aan onderopdrachtnemer uitbetaalde bedragen.
Artikel 7. Verlenging doorbetalingsregeling
De werking van deze regeling kan door Opdrachtgever eenzijdig worden verlengd. Vervoerder wordt hier schriftelijk over geïnformeerd.
Artikel 8. Uitsluiting verrekening
De in het kader van de onderhavige doorbetalingsregeling uitbetaalde gelden kunnen door Opdrachtgever niet verrekend worden met wel in de periode van 15 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 uitgevoerde ritten, en tevens niet met toekomstig, na 31 mei 2020, uit te voeren ritten; verrekening met door Vervoerder in rekening te brengen meerkosten is eveneens uitgesloten; partijen hebben in het kader van doorberekening van meerkosten separate afspraken gemaakt.
Artikel 9. Uitsluiting overcompensatie
Vervoerder zal in het kader van de onderhavige doorbetalingsregeling, niet overgecompenseerd kunnen worden, hetgeen impliceert dat Vervoerder niet méér zal kunnen ontvangen dan 100% van de omzet op basis van de referentieperiode berekend over de periode vanaf 15 maart 2020 tot en met 31 mei 2020. Meerkosten worden in dit verband niet meegerekend;
Het gestelde in lid 1 van dit artikel is eveneens van toepassing in geval Vervoerder naast de onderhavige doorbetalingsregeling van overheidswege (zowel landelijk, provinciaal of lokaal) dan wel privaat, financiële steun ontvangt in verband met de coronacrisis en/of met de economisch nadelige gevolgen daarvan.
Indien is vastgesteld dat er sprake is van overcompensatie als bedoeld in de leden 1 of 2 van dit artikel zal achteraf worden afgerekend, en wel zodanig dat overcompensatie niet aan de orde is. Het incassorisico ten aanzien van eventueel met onderopdrachtnemers af te rekenen bedragen ligt uitsluitend bij Opdrachtgever.
Vervoerder verplicht zich om op eerste verzoek van Opdrachtgever inlichtingen te verschaffen aangaande de in lid 2 van dit artikel bedoelde andere financiële steunmaatregelen, en overige informatie die benodigd is om vast te stellen of er al dan niet sprake is van overcompensatie als bedoeld in lid 1 en 2 van dit artikel.
Artikel 10. Slotbepalingen
Dit addendum is onverbrekelijk verbonden met de vervoersovereenkomst tussen Opdrachtgever en Vervoerder. Met dit addendum hebben partijen een invulling wensen te geven aan de in de considerans van dit addendum opgenomen overwegingen. De tussen partijen gemaakte afspraken in de vervoersovereenkomst blijven onverminderd van kracht. In geval van strijdigheden tussen het bepaalde in dit addendum en het bepaalde in de vervoersovereenkomst tussen Opdrachtgever en Vervoerder prevaleert het bepaalde in dit addendum.
Indien een of meer bepalingen van dit addendum niet rechtsgeldig blijken te zijn of rechtens niet blijken te kunnen worden toegepast, zal dit addendum voor het overige van kracht blijven. Partijen zullen over de bepalingen die niet rechtsgeldig zijn c.q. niet kunnen worden toegepast, overleg plegen teneinde een vervangende regeling te treffen die wel rechtsgeldig is en zoveel mogelijk aansluit bij de strekking van de te vervangen regeling.
ALDUS OVEREENGEKOMEN EN ONDERTEKEND
te (plaats), op (datum)
X Y
(naam)……………………. (naam)……………………………..