Voorwaardenblad 322-95
Voorwaardenblad 322-95
Voorwaarden Extra-verzekering (casco beperkt)
Bedrijfsmotorrijtuigen
Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar wordt verwezen op het polisblad.
Artikel 1 Omvang van de dekking
1.1 Verzekerde sommen
Als maximum verzekerde som voor het motorrijtuig geldt de som die is vermeld op het polisblad achter ’Extra’.
De verzekerde som is gebaseerd op de door verzeke ringnemer opgegeven dagwaarde van het motorrijtuig, inclusief toevoegingen en veranderingen, waaronder – tot een maximum van € 454,– – de dagwaarde van de in het motorrijtuig bevestigde beeld en/of geluidsapparatuur.
1.2 Verzekerde risico’s
De verzekering dekt de verzekeringnemer tegen schade aan of verlies van het motorrijtuig – of delen daarvan – (inclusief deel III van het kentekenbewijs) door:
a. brand, blikseminslag, ontploffing of kortsluiting;
x. xxxxx van een of meer ruiten van het motorrijtuig, waaronder begrepen zonnedaken, niet gepaard gaande met andere schade aan het motorrijtuig behoudens door scherven van deze ruit(en),
ook wanneer een eigen gebrek van het motorrijtuig de oorzaak is;
x. xxxxxxxxx met of diefstal van het motorrijtuig – of delen daarvan – of braak aan het motorrijtuig of pogingen daartoe;
d. oplichting of verduistering van het motorrijtuig door anderen dan de verzekeringnemer;
e. een van buiten komend onheil ontstaan gedurende de tijd, dat de verzekeringnemer door de onder c en d
genoemde gebeurtenissen niet de beschikking had over het motorrijtuig;
x. xxxxxxx met vogels, wild of loslopende dieren, echter uitsluitend voorzover de schade rechtstreeks door die botsing zelf is toegebracht;
g. storm (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van tenminste 14 m per seconde, windkracht 7), overstroming, vloedgolf, hagel, lawines, vallend gesteente, aardbeving, aardverschuiving, vulkanische uitbarsting;
h. relletjes (waaronder niet begrepen baldadigheid en vandalisme);
i. het in aanraking komen met luchtvaartuigen of delen daarvan;
j. een van buiten komend onheil, ontstaan gedurende de tijd dat het motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel aan een transportonderneming is overgedragen.
Vergoeding van schade als gevolg van de in dit artikel genoemde oorzaken heeft geen invloed op de bonus/ malusregeling.
1.3 Berging, bewaking en vervoer
Voorzover niet anders in de voorwaarden is geregeld, vergoedt de verzekeraar in geval van een gedekte schade aan het motorrijtuig bovendien de kosten van berging, noodzakelijke bewaking en – indien het motorrijtuig niet op eigen kracht kan rijden – vervoer van het motorrijtuig naar de dichtstbijzijnde reparateur.
Artikel 2 Schaderegeling
2.1 Schadevergoeding
De verzekeraar vergoedt tot ten hoogste de verzekerde sommen:
a. in geval van schade aan het motorrijtuig, uitsluitend de reparatiekosten;
b. het verschil tussen de waarden van het motorrijtuig onmiddellijk voor en na het ontstaan van de schade, indien de kosten van de reparatie meer zullen bedragen dan dat verschil;
c. in geval van verlies van het motorrijtuig de waarde daarvan onmiddellijk vóór het ontstaan van de schade. De verzekeraar behoudt zich het recht voor om, indien de schadevergoeding wordt geregeld op basis van totaal verlies (in technische zin), het wrak van het motorrijtuig te doen overdragen aan een door haar aan te wijzen partij.
Vergoeding van de schade zal niet eerder plaatsvinden dan nadat verzekeringnemer alle delen van het bij het motorrijtuig behorende kentekenbewijs aan de verzeke raar heeft overhandigd.
In geval van diefstal, joyriding, oplichting of verduistering kan de verzekeringnemer eerst recht op vergoeding doen gelden indien het motorrijtuig niet kan worden terug verkregen binnen 30 dagen na de aangifte van die gebeurtenis bij de politie.
Gedurende deze termijn is de verzekeraar door de ver zekeringnemer gemachtigd het motorrijtuig terug te vorderen van degene bij wie het mocht worden aangetroffen. Bij het aanvaarden van de schadevergoeding is verzeke ringnemer verplicht de eigendomsrechten met betrekking tot het vergoede motorrijtuig aan de verzekeraar over te dragen.
2.2 Evenredigheid
Indien bij schade de verzekerde som lager blijkt te zijn dan de dagwaarde, die het motorrijtuig had onmiddellijk voorafgaand aan het evenement, zal slechts vergoeding worden verleend in de verhouding van de verzekerde som tot die dagwaarde.
Artikel 3 Uitsluitingen
De verzekeraar is geen vergoeding verschuldigd wanneer:
11220.1011
3.1 schade is veroorzaakt tijdens het deelnemen aan snelheidswedstrijden of ritten;
3.2 de schade is veroorzaakt, terwijl het motorrijtuig werd gebruikt voor:
x. xxxxxxx (waaronder begrepen leasing);
b. vervoer van personen tegen betaling (waaronder niet wordt verstaan privévervoer tegen een tegemoetkoming in de kosten);
3.3 de schade is veroorzaakt, terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig:
a. door een vonnis de bevoegdheid heeft verloren een motorrijtuig te besturen;
b. geen houder is van een in Nederland geldig rijbewijs voor de categorie waartoe het motorrijtuig behoort, tenzij die bestuurder
– heeft verzuimd het rijbewijs te laten verlengen maar de rijbevoegdheid nog wel bezit, dan wel
– minder dan 3 maanden tevoren is geslaagd voor het rijvaardigheidsexamen, maar het vereiste rijbewijs nog niet werd uitgereikt;
3.4 een verzekerde een van de in artikel 4 van de Algemene Voorwaarden genoemde verplichtingen bij een schadegeval niet is nagekomen;
3.5 de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van het schadegeval onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen;
3.6 met betrekking tot het vervangend motorrijtuig een beroep kan worden gedaan op een andere verzekering al dan niet van oudere datum;
3.7 het schade betreft aan zend/ontvangstapparatuur zoals autotelefoons, mobilofoons, 27 mcinstallaties, alsmede semafoons.
3.8 de schade is veroorzaakt terwijl aan het motorrijtuig (anders dan een motorrijtuig waarvoor rijbewijs B dan wel BE is toegestaan) een aanhangwagen, oplegger of ander object was gekoppeld.
De uitsluitingen genoemd onder 3.1 t/m 3.5 gelden niet voor een verzekerde die aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
Artikel 4 Afstand van verhaalsrecht
De verzekeraar doet afstand van zijn recht op verhaal van de door hem betaalde vergoeding op:
a. de door verzekeringnemer gemachtigde bestuurder en passagiers,
b. de werkgever van de onder 4.a. bedoelde personen indien hij voor hen aansprakelijk is,
tenzij voor hen een uitsluiting van toepassing is.
Voorwaarden Extra-verzekering (casco beperkt)Bedrijfsmotorrijtuigen | Voorwaardenblad 322-95 2
Voorwaardenblad 363-93
Voorwaarden Garageverzekering rubriek KLANTEN
Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar wordt verwezen op het polisblad.
Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijvingen rubriek KLANTEN
1.1 Voertuigen
Onder voertuigen wordt uitsluitend verstaan:
– motorrijtuigen;
– caravans;
– aanhangwagens en opleggers.
Afzonderlijke (onder)delen worden niet als voertuig beschouwd.
1.2 Voertuigen van klanten
Onder voertuigen van klanten wordt verstaan:
a. voertuigen die – in het kader van de op het polisblad omschreven hoedanigheid – aan de verzekeringnemer zijn toevertrouwd voor reparatie, onderhoud, slepen, takelen, bergen, taxatie, controle of een dergelijke handeling;
b. voertuigen die de verzekeringnemer, blijkens een schriftelijke koopovereenkomst, heeft verkocht maar nog niet heeft geleverd, mits hij die voertuigen onder zich heeft en die voertuigen niet langer dan 3 jaar voor de verkoopdatum zijn geproduceerd.
Artikel 2 Omvang van de dekking
De verzekering dekt, mits er geen sprake is van een transactie met een autohandelaar, een garagebedrijf, een
autoschadeherstelbedrijf of dergelijke ondernemingen, tot ten hoogste de daarvoor op het polisblad genoemde som:
a. schade aan voertuigen van klanten en/of aan zaken die zich daarin bevinden, met uitzondering van geld, geldswaardige papieren en kostbaarheden;
b. de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer voor schade:
– door het niet, of niet naar behoren uitvoeren van werkzaamheden aan voertuigen van klanten;
– door zaken die verzekeringnemer in of aan voertuigen van klanten heeft gemonteerd;
– door diefstal van of joyriding met voertuigen van klanten;
– die voor de klant voortvloeit uit de onder 2.a bedoelde schade.
Artikel 3 Schaderegeling
3.1 Schadevergoeding
De maatschappij vergoedt:
a. in geval van beschadiging van het voertuig van een klant:
– de reparatiekosten;
– het verschil tussen de waarden van het voertuig van een klant onmiddellijk voor en na het ontstaan van de schade, indien de kosten van de reparatie meer zullen bedragen dan dat verschil;
b. in geval van vernietiging, diefstal of verlies van het voertuig van een klant de waarde daarvan onmiddellijk vóór het ontstaan van de schade.
In geval van aansprakelijkheid van de verzekeringnemer voor de beschadiging, vernietiging, diefstal of verlies van het voertuig van de klant, wordt tevens de daaruit voor de klant voortvloeiende schade vergoed.
3.2 Totaal verlies
De maatschappij behoudt zich het recht voor om, indien de schadevergoeding wordt geregeld op basis van totaal verlies (in technische zin), het wrak van het voertuig te doen overdragen aan een door haar aan te wijzen partij.
Het recht op vergoeding geldt vanaf het moment dat alle delen van het bij het voertuig van de klant behorende kentekenbewijs aan de maatschappij zijn overhandigd.
3.3 Diefstal en joyriding
In geval van diefstal of joyriding ontstaat het recht op vergoeding pas indien het voertuig niet binnen 30 dagen na de aangifte van die gebeurtenis bij de politie kan worden terugverkregen.
Gedurende deze termijn is de maatschappij gemachtigd het voertuig terug te vorderen van degene bij wie het mocht worden aangetroffen.
Bij het aanvaarden van de schadevergoeding moeten de eigendomsrechten met betrekking tot het voertuig aan de maatschappij worden overgedragen, terzake waarvan de verzekeringnemer zijn volle medewerking moet verlenen.
3.4 Maximale vergoeding
De maatschappij zal voor voertuigen als bedoeld in artikel
1.2 b nimmer meer vergoeden dan de inkoopprijs vermeerderd met de gemaakte afleveringskosten.
3.5 Cessie
Indien naar de mening van de maatschappij een ander dan de verzekeringnemer aansprakelijk is voor de geleden schade zal eerst tot uitkering worden overgegaan nadat de schadelijdende partij zijn rechten inzake de geleden schade aan de maatschappij heeft overgedragen.
Artikel 4 Uitsluitingen
De maatschappij is geen vergoeding verschuldigd:
4.1 voor de kosten van het alsnog geheel of gedeeltelijk opnieuw verrichten van door de verzekeringnemer overeengekomen werkzaamheden die niet – of niet naar behoren – waren verricht;
4.2 voor de kosten van vervanging, verbetering of herstelling van door of namens de verzekeringnemer gemonteerde zaken die niet deugdelijk zijn gebleken;
4.3 indien het motorrijtuig van een klant of de lading daarvan wordt beschadigd of verloren gaat, terwijl aan de feitelijke bestuurder van dat motorrijtuig, door een vonnis of door een daartoe bevoegde instantie, de rijbevoegdheid was ontzegd of die bestuurder geen houder was van een in Nederland geldig rijbewijs voor de categorie, waartoe het motorrijtuig behoort, tenzij met het motorrijtuig werd gereden in het bedrijfsgebouw of op het bedrijfsterrein van de verzekeringnemer;
4.4 indien de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van het schadegeval onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen.
De uitsluitingen genoemd onder 4.3 en 4.4 gelden niet voor een verzekerde die aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
23-21.1011
Voorwaarden Garageverzekering rubriek KLANTEN | Voorwaardenblad 363-93 2
Voorwaardenblad 321-84
Voorwaarden Aansprakelijkheids- verzekering Bedrijfsmotorrijtuig
Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar wordt verwezen op het polisblad.
Met voorbijgaan aan hetgeen anders in de verzekeringsvoorwaarden mocht zijn bepaald, wordt deze verzekering geacht aan de door of krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) gestelde eisen te voldoen.
Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijvingen
1.1 Verzekerden
Verzekerden zijn de op het polisblad vermelde verzekering nemer, de bezitter, de houder, de bestuurder en de passa giers van het motorrijtuig, alsmede hun werkgever indien hij krachtens artikel 6:170 van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk is.
1.2 Schade
Onder schade wordt verstaan schade aan personen en schade aan zaken.
a. Schade aan personen
Onder schade aan personen wordt verstaan schade als gevolg van letsel of benadeling van de gezondheid van personen, al of niet de dood tot gevolg hebbend, met inbegrip van de schade die daaruit voortvloeit.
b. Schade aan zaken
Onder schade aan zaken wordt verstaan schade als gevolg van beschadiging, vernietiging of verdwijning van zaken met inbegrip van schade die daaruit voortvloeit.
Artikel 2 Omvang van de dekking
2.1 Aansprakelijkheid
Tot ten hoogste de daarvoor op het polisblad genoemde verzekerde som per gebeurtenis, dekt de verzekering de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade aan personen en zaken veroorzaakt door of met:
a. het motorrijtuig;
b. een aanhangwagen zolang die aan het motorrijtuig is gekoppeld, dan wel daarvan is losgemaakt of losgeraakt maar nog niet buiten het verkeer tot stilstand is gekomen;
c. de lading die zich op of in het motorrijtuig of de aan hangwagen bevindt dan wel daarvan/daaruit – anders dan bij het laden of lossen – valt of is gevallen.
In de tot het verzekeringsgebied behorende landen waar krachtens een met de WAM overeenkomende wet een hoger maximum bedrag is voorgeschreven, geldt dat hogere bedrag.
2.2 Kosten ter voorkoming of vermindering van schade Krachtens de verzekering worden – ook boven de verzekerde som – vergoed de kosten in de zin van artikel 283 Wetboek van Koophandel, die een verzekerde heeft gemaakt om schade te verminderen of om onmiddellijk dreigende schade te voorkomen, mits hij voor die schade, indien gevallen, aansprakelijk is en die aansprakelijkheid onder de dekking van de polis valt. Deze kosten worden per schadegeval vergoed tot ten hoogste een bedrag gelijk aan de verzekerde som.
2.3 Kosten van verweer
Krachtens de verzekering worden in geval van een gedekte schade – ook boven de verzekerde som – vergoed:
a. de kosten van verweer dat onder leiding van de maatschappij wordt gevoerd, zulks ook in een eventueel door een benadeelde tegen een verzekerde of de maatschappij aanhangig gemaakt proces, alsmede
de daaruit voortvloeiende proceskosten tot betaling waarvan de verzekerde of de maatschappij mocht worden veroordeeld;
b. de kosten van rechtsbijstand die op verlangen van de maatschappij wordt verleend in een tegen een verzekerde aanhangig gemaakt strafgeding.
2.4 Wettelijke rente
Krachtens de verzekering wordt in geval van een gedekte schade tevens vergoed – ook boven de verzekerde som – de wettelijke rente over het door de verzekering gedekte deel van de hoofdsom.
2.5 Borgsom
Indien ter waarborging van de rechten van de benadeelde door een overheid het stellen van een zekerheid wordt verlangd om de opheffing van de vrijheidsbeperking van een verzekerde of van een op het motorrijtuig gelegd beslag te verkrijgen, zal de maatschappij deze zeker heid verstrekken tot ten hoogste € 45.378,– voor alle verzekerden tezamen, mits de verzekerde te wiens behoeve dit geschiedt jegens de maatschappij terzake van de schade aanspraak op vergoeding heeft. De verzekerde is verplicht de maatschappij te machtigen over de zekerheidstelling te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven; hij zal alle medewerking moeten verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.
2.6 Schade aan eigen bedrijfsmotorrijtuig
Met uitzondering van bedrijfsschade en waardeverminde ring, vergoedt de maatschappij schade die – buiten het bedrijfsterrein van de verzekeringnemer – door de schuld van de bestuurder met het motorrijtuig wordt toegebracht aan een ander bedrijfsmotorrijtuig of een niet aan het motorrijtuig gekoppelde aanhangwagen, waarvan verzekeringnemer bezitter of houder is, tenzij een beroep op een andere verzekering kan worden gedaan.
2.7 Vervoer van gewonden
Schade aan de stoffering van het motorrijtuig, ontstaan door het kosteloos vervoer van gewonden wordt door de maatschappij vergoed. Een eventueel geldend eigen risico is niet van toepassing. Een beroep op deze dekking heeft geen invloed op de bonus/malusregeling.
Artikel 3 Schaderegeling
De maatschappij heeft het recht benadeelden recht streeks schadeloos te stellen en schikkingen met hen te treffen.
Artikel 4 Uitsluitingen
De verzekerde heeft geen aanspraak op dekking indien:
4.1 schade is veroorzaakt tijdens het deelnemen aan snelheidswedstrijden of ritten;
4.2 de schade is veroorzaakt terwijl het motorrijtuig werd gebruikt voor:
x. xxxxxxx (waaronder begrepen leasing);
b. vervoer van personen tegen betaling (waaronder niet wordt verstaan privévervoer tegen een tegemoetkoming in de kosten);
4.3 de schade is veroorzaakt terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig:
a. door een vonnis of een daartoe bevoegde instantie, de rijbevoegdheid was ontzegd;
b. geen houder is van een in Nederland geldig rijbewijs voor de categorie waartoe het motorrijtuig behoort, tenzij de bestuurder minder dan 3 maanden tevoren is geslaagd voor het rijvaardigheidsexamen, maar het vereiste rijbewijs nog niet werd uitgereikt;
4.4 een verzekerde een van de in artikel 4 van de Algemene Voorwaarden genoemde verplichtingen bij een schadegeval niet is nagekomen;
4.5 de schade is veroorzaakt door een niet door de verzekeringnemer gemachtigde bestuurder;
4.6 met betrekking tot een vervangend motorrijtuig een beroep kan worden gedaan op een andere verzekering al dan niet van oudere datum;
4.7 het schade aan zaken betreft die de verzekering nemer, de bezitter, de houder of de bestuurder van het motorrijtuig toebehoren, die hij onder zich had of die met het motorrijtuig werden vervoerd. Deze uitsluiting geldt niet voor bagage van de passagiers en voor de gedekte schade aan een eigen motorrijtuig;
Voorwaarden Aansprakelijkheidsverzekering Bedrijfsmotorrijtuig | Voorwaardenblad 321-84 2
4.8 het schade aan personen betreft die is toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig;
4.9 de schade is veroorzaakt terwijl aan het motorrijtuig (anders dan een motorrijtuig waarvoor een rijbewijs B dan wel BE is toegestaan) een aanhangwagen, oplegger of ander object was gekoppeld.
De uitsluitingen genoemd onder 4.1 t/m 4.5 gelden niet voor een verzekerde die aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
Van het verhaalsrecht als bedoeld in artikel 5 zal dan geen gebruik worden gemaakt.
Artikel 5 Verhaal
Zodra de maatschappij ingevolge de WAM of een met de WAM overeenkomstige buitenlandse wet schadevergoe ding is verschuldigd en een verzekerde geen aanspraak heeft op dekking, heeft de maatschappij het recht het door haar verschuldigde, met inbegrip van de kosten, te verhalen op:
– de aansprakelijke verzekerden – niet de verzekering nemer – tenzij zij te goeder trouw mochten aannemen dat hun aansprakelijkheid geheel of gedeeltelijk was gedekt;
– de verzekeringnemer.
Schaderegelingsovereenkomsten tussen verzekeraars onderling beëınvloeden het recht op verhaal niet.
De maatschappij zal, mits is voldaan aan de verplichting tot kennisgeving overeenkomstig artikel 5 van de Algemene Voorwaarden, van haar verhaalsrecht tegenover de verzekeringnemer of zijn erfgenamen geen gebruik maken indien de schade door een ander dan een van deze personen is veroorzaakt nadat de verzekering is geëindigd.
Voorwaarden Aansprakelijkheidsverzekering Bedrijfsmotorrijtuig | Voorwaardenblad 321-84 3
26420.1011
Voorwaarden Aansprakelijkheidsverzekering Bedrijfsmotorrijtuig | Voorwaardenblad 321-84 4
Voorwaardenblad 785-09
Horeca Verzuimloket
Deze voorwaarden vormen een aanvulling op de Basisvoorwaarden van de door verzekeringnemer bij de maatschappij gesloten Ziekengeldverzekering met Daggelddekking in de mantelovereenkomst voor de leden van Koninklijke Horeca Nederland (KHN).
De voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing voor verzekeringnemers die een aansluiting op het Horeca Verzuimloket zijn overeengekomen.
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1.1 Horeca Verzuimloket
Het Horeca Verzuimloket wordt uitgevoerd door Keerpunt en is bereikbaar via telefoonnummer 035-7070343 of per e-mail xxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx
Artikel 1.2 Keerpunt
Het re-integratiebedrijf waarmee de maatschappij samenwerkt.
Keerpunt BV is gevestigd 0x Xxxxxx 0x, 0000 XX Xxxxxxxxx.
Artikel 1.3 ArboExtra
Een gecertificeerde arbodienst met een landelijk netwerk van bedrijfsartsen, die zorg draagt voor de deskundige bijstand.
ArboExtra BV is gevestigd Xxxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxx en bereikbaar via telefoonnummer 0512 – 584060.
Artikel 1.4 Aansluiting Horeca Verzuimloket
Een aansluiting bij het Horeca Verzuimloket op grond waarvan geïntegreerde arbo en re-integratiediensten worden verleend, volgens de bepalingen van deze module.
Artikel 1.5 Interventies
Dienstverlening op het gebied van houdings- en bewegingsapparaat, psychische problematiek, versnelde curatieve zorg en loopbaanbemiddeling.
Artikel 1.6 Providers
Door het Horeca Verzuimloket gecontracteerde dienstverleners voor interventies.
Artikel 1.7 Losse verrichtingen
Diensten die niet in het tarief zijn begrepen en die worden verricht tegen betaling van een daarvoor geldend tarief.
Artikel 1.8 Plan van aanpak
Het plan van aanpak, bedoeld in de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar, waarin wordt aangegeven dat de door de werkgever en de werknemer te ondernemen activiteiten zijn gericht op inschakeling in de arbeid,
de daarmee te bereiken doelstellingen en de termijnen waarbinnen die doelstellingen naar verwachting kunnen worden bereikt.
Artikel 1.9 RI&E
De op grond van de Arbeidsomstandighedenwet verplichte schriftelijke vastlegging van de inventarisatie en evaluatie van de risico’s die de arbeid voor de werknemers met zich brengt.
Artikel 1.10 Re-integratieverslag
De verplichte vastlegging van het verloop van de ziekte, het ziekteverzuim en de re-integratie van de werknemer. Het re-integratieverslag omvat delen die berusten bij verzekeringnemer en delen die gezien hun aard berusten
in het vertrouwelijke medische dossier bij Horeca Verzuimloket.
Artikel 1.11 Arbowet
De Arbeidsomstandighedenwet.
Artikel 1.12 Medezeggenschapsorgaan
De ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging.
Artikel 1.13 Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar
De ministeriële regeling op grond van de Ziektewet, WIA en Wet verbetering Poortwachter.
Artikel 1.14 Wet verbetering Poortwachter
De wet tot verbetering van de procesgang in het eerste ziektejaar en nieuwe regels voor de ziekmelding, de re- integratie en de wachttijd van werknemers alsmede met betrekking tot de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever.
Artikel 1.15 Deskundige bijstand
De in de Arbowet verplicht gestelde bijstand door een dienst die is gecertificeerd op grond van de Arbowet of die als bedrijfsarts is ingeschreven in een erkend
specialistenregister als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.
Artikel 1.16 PAGO (PMO)
Een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (periodiek medisch onderzoek)
Artikel 1.17 CBS indexcijfer
Het CBS prijsindexcijfer voor CAO-lonen voor de bedrijfssector zakelijke dienstverlening.
Hoofdstuk 2 Omschrijving van de dekking
Artikel 2.1 Omvang van de dienstverlening
1. Het Horeca Verzuimloket zal, in opdracht van de maatschappij, aan verzekeringnemer en diens werknemers diensten verlenen op het gebied van verzuimbegeleiding, arbeidsomstandighedenbeleid, preventie en re-integratie volgens de aansluiting op het Horeca Verzuimloket.
Een specificatie van de onder het Horeca Verzuimloket te verlenen diensten is opgenomen onder artikel 2.2 van deze module.
2. Het Horeca Verzuimloket zal de diensten waarvoor verzekeringnemer zich op grond van de Arbowet moet voorzien van deskundige bijstand uitbesteden aan ArboExtra.
Artikel 2.2 Inhoud van de dienstverlening
1. Op grond van de aansluiting op het Horeca Verzuimloket worden de volgende diensten verleend:
• Aansluiting op een digitaal verzuimmanagementsysteem;
• Digitale verzuimregistratie;
• Doorgifte van ziek- en hersteldmeldingen aan de maatschappij;
• Melding beroepsziekten (anoniem) aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten en aan werkgever na toestemming van de werknemer;
• Signalering van vangnet en zwangerschap, na toestemming van uw medewerker en voor zover bekend;
• De 42e weekmelding aan het UWV;
• Controle en verzuimbegeleiding bij de uitvoering van de taken en verantwoordelijkheden, die voortvloeien uit de regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar;
• Intake gesprek, waarbij wordt bezien wat de aard van de klachten is, hoe lang het verzuim kan gaan duren, of aanpassingen van het werk mogelijk zijn om spoedige werkhervatting te bereiken, of het huidige werk wel passend is of dat ander werk een betere oplossing is;
• Ondersteuning bij de uitvoering van de in het Plan van Aanpak opgenomen activiteiten;
• Case-management na de zesde week van ziekte. Dit case-management omvat:
– het selecteren en contracteren van geschikte providers voor de uitvoering van de overeengekomen activiteiten en interventies;
– eventuele bemiddeling bij het vinden van ander werk;
– bemiddeling bij het verkrijgen van financiële vergoeding uit hoofde van wettelijke subsidieregelingen en private verzekeringen.
• Preventieve begeleiding bij dreigend ziekteverzuim Keerpunt;
• Schriftelijke verzuimrapportage op bedrijfsniveau; één rapportage per jaar;
• Toesturen van bedrijfsgerichte informatie aan het medezeggenschapsorgaan.
• Open arbeidsomstandighedenspreekuur voor werknemers bij de bedrijfsarts;
• Medische dossiervorming.
Artikel 2.3 Aard dienstverlening
De dienstverlening door het Horeca Verzuimloket is een inspanningsverplichting. Het Horeca Verzuimloket zal haar diensten zo goed mogelijk uitvoeren overeenkomstig de eisen van vakbekwaamheid die daaraan redelijkerwijs kunnen worden gesteld. Het Horeca Verzuimloket zal de providers naar wie zij verwijst zorgvuldig selecteren op basis van prijs en kwaliteit.
Horeca Verzuimloket | Voorwaardenblad 785-09 2
Artikel 2.4 Additionele diensten
1. Additionele diensten, waaronder begrepen losse verrichtingen, additionele verrichtingen voor individuele preventie en re-integratie, opleidingen, trainingen
en overig advies op het gebied van arbeid en zorg (waaronder begrepen advies ten aanzien van het opstellen en beoordelen van RI&E en het verrichten van PAGO’s) zal het Horeca Verzuimloket pas verlenen wanneer verzekeringnemer daarom verzoekt of na goedkeuring door verzekeringnemer.
2. Additionele diensten worden apart gefactureerd aan de werkgever
Hoofdstuk 3 In- en uitlooprisico
Artikel 3.1 Ziekte bij ingang van het Horeca Verzuimloket
Indien een werknemer op de datum van aansluiting op het Horeca Verzuimloket al ziek is, bestaat voor deze werknemer volledig recht op de dienstverlening op grond van het abonnement.
Artikel 3.2 Ziekte bij aanvang dienstbetrekking Indien een werknemer bij aanvang van de dienst- betrekking met de verzekeringnemer ziek is, bestaat voor deze werknemer recht op de dienstverlening van het Horeca Verzuimloket. Er bestaat geen recht op een uitkering op grond van de ziekengeldverzekering totdat de werknemer, na van de ziekte volledig te zijn hersteld, gedurende tenminste 4 weken onafgebroken de in
diens overeenkomst vastgelegde werkzaamheden heeft verricht.
Artikel 3.3 Ziek na beëindiging van de aansluiting op het Horeca Verzuimloket
Indien het abonnement Horeca Verzuimloket wordt beëindigd, maar de ziekengeldverzekering met de maatschappij in stand blijft, blijft ook na de datum waarop het abonnement is beëindigd recht op de dienstverlening van het Horeca Verzuimloket bestaan voor werknemers die ziek waren op de datum van beëindiging van het abonnement.
Artikel 3.4 Ziek na beëindiging verzekering
Indien de ziekengeldverzekering wordt beëindigd, bestaat vanaf de datum van beëindiging geen recht meer op
de dienstverlening van het Horeca Verzuimloket. Voor werknemers die ziek zijn geworden voor de datum van beëindiging bestaat recht op de uitvoering van het casemanagement na beëindiging van de verzekering.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de verzekeringnemer
De verzekeringnemer is verplicht:
• Te bevorderen dat zijn werknemers met het Horeca Verzuimloket samenwerken;
• Samen met de werknemer zorg te dragen voor de totstandkoming van een Plan van Xxxxxx en aan het Horeca Verzuimloket een afschrift te zenden van
iedere versie van het Plan van Xxxxxx en de evaluaties daarvan;
• Zorg te dragen voor de opbouw en het opstellen van het re-integratieverslag en een kopie van het re- integratieverslag aan de betreffende werknemer te doen toekomen en erop toe te zien dat de werknemer dit re-integratieverslag verstrekt aan het UWV bij de aanvragen van een WIA-uitkering door de werknemer, de aanvraag van een second opinion bij het UWV,
een ontslagaanvraag tijdens de ziekteperiode of een aanvraag van re-integratievoorzieningen;
• Zijn werknemers periodiek in de gelegenheid te stellen een PAGO (PMO) te ondergaan en de inhoud en periodiciteit daarvan vast te stellen op basis van de risicofactoren;
• Aan het Horeca Verzuimloket steeds tijdig alle informatie te verstrekken die noodzakelijk is voor de uitvoering van de dienstverlening;
Hoofdstuk 5 Tarief Horeca Verzuimloket
Artikel 5.1 Vaststelling tarief
Het tarief voor het Horeca Verzuimloket wordt jaarlijks door de maatschappij vastgesteld in de vorm van een opslag op de premie voor de ziekengeldverzekering.
Het tarief per werknemer kan jaarlijks worden bijgesteld op basis van het CBS indexcijfer. Deze tariefsaanpassing gaat in op 1 januari van ieder jaar.
Hierbij zijn de bepalingen betreffende berekening en betaling van de premie uit Hoofdstuk 5 van de basisvoorwaarden van toepassing.
Artikel 5.2 Regeling bij niet tijdige betaling Indien de verzekeringnemer de premie voor de ziekengeldverzekering, waarin het tarief Horeca Verzuimloket is inbegrepen, niet tijdig heeft betaald,
wordt de dienstverlening van het Horeca Verzuimloket opgeschort, met ingang van de datum waarop de betalingstermijn is verstreken. Nadere ingebrekestelling is hierbij niet vereist.
De verzekeringnemer zal door de maatschappij op de hoogte worden gesteld van deze opschorting van de dienstverlening door het Horeca Verzuimloket.
De verzekeringnemer dient zijn medezeggenschapsorgaan en zijn werknemers van deze opschorting op de hoogte te stellen.
Horeca Verzuimloket | Voorwaardenblad 785-09 3
De dienstverlening van het Horeca Verzuimloket wordt weer van kracht na de dag waarop de premie voor
de ziekengeldverzekering, inclusief het tarief Horeca Verzuimloket, en eventuele kosten en opslagen, door de maatschappij zijn ontvangen.
Hoofdstuk 6 Duur en opzegging
Artikel 6.1 Duur
1. De aansluiting op het Horeca Verzuimloket gaat in op een door de verzekeringnemer in overleg met de verzekeraar te bepalen datum. De aansluiting geldt voor de duur van de ziekengeldverzekering en wordt telkens verlengd met dezelfde duur als de verlenging van de ziekengeldverzekering, tenzij één van de partijen de aansluiting met inachtneming van een
opzegtermijn van twee maanden voor het einde van de verzekeringsperiode schriftelijk heeft opgezegd.
2. Indien de ziekengeldverzekering van verzekeringnemer wordt beëindigd, wordt de aansluiting op het Horeca Verzuimloket per dezelfde datum beëindigd.
Artikel 6.2 Opzegging
Ieder van partijen is gerechtigd de overeenkomst met onmiddellijke ingang bij aangetekende brief aan de wederpartij tussentijds op te zeggen indien de wederpartij met de nakoming van zijn verplichtingen in gebreke is, na schriftelijke sommatie om de verplichting binnen een bij die sommatie gestelde redelijke termijn alsnog na te komen, of in geval van (aanvraag) van faillissement of surseance van betaling van de wederpartij.
Hoofdstuk 7 Slotbepalingen
Artikel 7.1 Uitsluiting aansprakelijkheid
Horeca verzuimloket, Keerpunt of ArboExtra zijn niet aansprakelijk voor:
• Enige schade als gevolg van niet-juiste, incomplete of te late of te vroege ziek- of hersteldmeldingen van verzekeringnemer of diens werknemer;
• Niet reageren of niet verschijnen op oproepen door de werknemer;
• Schade hoe ook ontstaan behoudens terzake van opzet en bewuste roekeloosheid;
• Indirecte, gevolg- of bedrijfsschade of door derden aan verzekeringnemer opgelegde sancties, uitgezonderd de door het UWV aan verzekeringnemer opgelegde
verplichte verlenging van de loondoorbetaling bij ziekte, dan wel door verzekeringnemer aan werknemers door te betalen loon.
• Voor alle aanspraken van derden, werknemers van verzekeringnemer daaronder begrepen, voortvloeiend uit de uitvoering van de overeenkomst;
277-40.1011
• De dienstverlening door derden aan verzekeringnemer of werknemers in het kader van interventies.
Artikel 7.2 Privacybescherming
Op de dienstverlening van het Horeca Verzuimloket is het Reglement Bescherming Persoonsgegevens Keerpunt van toepassing. Het Reglement is te raadplegen op de website van Keerpunt. Op verzoek van de werknemer wordt het reglement kosteloos aan de werknemer verstrekt.
Artikel 7.3 Geheimhouding
Het Horeca Verzuimloket stelt het vertrouwelijk medisch deel van het re-integratieverslag op. Het vertrouwelijk medisch deel is alleen ter kennisname van de betreffende werknemer. Uitsluitend met toestemming van de betreffende werknemer kan verzekeringnemer kennis nemen van het vertrouwelijk medische deel van het re- integratieverslag.
Artikel 7.4 Klachtenprocedure
Op klachten van zowel werknemers van verzekeringnemer als van verzekeringnemer ter zake de dienstverlening van het Horeca Verzuimloket is de van tijd tot tijd geldende Klachten-procedure van Keerpunt en het Horeca Verzuimloket van toepassing. Het reglement zal op eerste verzoek kosteloos worden verstrekt.
Horeca Verzuimloket | Voorwaardenblad 785-09 4
Voorwaardenblad 365-94
Voorwaarden Garageverzekering rubriek CASCO
Deze polisvoorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar wordt verwezen op het polisblad.
Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijving rubriek CASCO
Motorrijtuigen
Onder motorrijtuigen wordt verstaan motorrijtuigen die:
a. aan de verzekeringnemer en/of aan de directieleden in eigendom toebehoren;
b. aan de echtgenoten van de onder 1.a. genoemde personen toebehoren;
c. de verzekeringnemer heeft voorzien van een handelaars- kenteken, mits het gebruik daarvan voldoet aan de wettelijk gestelde eisen;
d. de verzekeringnemer ter verkoop in consignatie heeft van een fabrikant of importeur.
Artikel 2 Omvang van de dekking
2.1 Verzekerde sommen
a. Als maximum verzekerde som per motorrijtuig geldt de som die is vermeld op het polisblad achter ‘Casco’;
b. In de verzekerde som is – tot een maximum van
€ 454,– – de waarde van de in het motorrijtuig bevestigde beeld- en/of geluidsapparatuur begrepen.
2.2 Verzekerde risico’s
Deze verzekering dekt de verzekeringnemer voor schade aan of verlies van het motorrijtuig of delen daarvan, veroorzaakt door:
– de hierna onder a tot en met k genoemde gebeurte- nissen in de eerste 5 jaar na het jaar van de productie;
– de hierna onder a tot en met i genoemde gebeurtenissen in de eerste 9 jaar na het jaar van de productie;
a. brand, blikseminslag, ontploffing of kortsluiting,
x. xxxxx van één of meer ruiten van het motorrijtuig, waaronder begrepen zonnedaken,
ook wanneer een eigen gebrek van het motorrijtuig de oorzaak is;
x. xxxxxxxxx met of diefstal van het motorrijtuig – of delen daarvan – of braak aan het motorrijtuig of pogingen daartoe;
d. een van buiten komend onheil ontstaan gedurende de tijd waarin de verzekeringnemer door de onder c
genoemde gebeurtenissen niet de beschikking had over het motorrijtuig;
e. botsing met vogels, wild of loslopende dieren;
f. storm (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van tenminste 14 m per seconde, windkracht 7), overstroming, vloedgolf, hagel, lawine, vallend gesteente, aardbeving, aardverschuiving, vulkanische uitbarsting;
g. relletjes (waaronder niet begrepen baldadigheid en vandalisme);
h. het in aanraking komen met luchtvaartuigen of delen daarvan;
i. een van buiten komend onheil gedurende de tijd dat het motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel aan een transportonderneming is overgedragen;
x. xxxxxxx, omslaan, van de weg of te water geraken, ook wanneer een eigen gebrek van het motorrijtuig de oorzaak is;
k. ieder ander van buiten komend onheil.
2.3 Berging, bewaking en vervoer
Voor zover niet anders in de voorwaarden is geregeld, vergoedt de maatschappij in geval van een gedekte schade aan het motorrijtuig bovendien de kosten
van berging, noodzakelijke bewaking en – indien het motorrijtuig niet op eigen kracht kan rijden – vervoer van het motorrijtuig naar de dichtstbijzijnde reparateur.
Artikel 3 Schaderegeling
3.1 Waardebepaling
Indien het motorrijtuig nieuw was op het moment van de afgifte van het Nederlandse kentekenbewijs zal – in geval van een regeling van de schade op basis van totaal verlies – voor de berekening van de waarde van het
motorrijtuig onmiddellijk vóór het ontstaan van de schade, worden uitgegaan van de voor de verzekeringnemer,
ten tijde van de schade, geldende inkoopprijs van een in soortgelijke staat verkerend motorrijtuig van hetzelfde bouwjaar, merk en type.
3.2 Schadevergoeding
De maatschappij vergoedt tot ten hoogste de verzekerde sommen:
a. in geval van schade aan het motorrijtuig uitsluitend de reparatiekosten;
b. het verschil tussen de waarden van het motorrijtuig onmiddellijk vóór en na het ontstaan van de schade, indien de kosten van de reparatie meer zullen bedragen dan dat verschil;
c. in geval van verlies van het motorrijtuig de waarde daarvan onmiddellijk vóór het ontstaan van de schade.
De maatschappij behoudt zich het recht voor om, indien de schadevergoeding wordt geregeld op basis van totaal verlies (in technische zin), het wrak van het motorrijtuig te doen overdragen aan een door haar aan te wijzen partij. Vergoeding van de schade zal niet eerder plaatsvinden dan nadat de verzekeringnemer alle delen van het bij
het motorrijtuig behorende kentekenbewijs aan de maatschappij heeft overhandigd.
In geval van diefstal of joyriding kan de verzekeringnemer eerst recht op vergoeding doen gelden indien het motorrijtuig niet kan worden terug verkregen binnen
30 dagen na de aangifte van die gebeurtenis bij de politie. Gedurende die termijn is de maatschappij door de verzekeringnemer gemachtigd het motorrijtuig terug te vorderen van degene bij wie het mocht worden
aangetroffen. Bij het aanvaarden van de schadevergoeding is de verzekeringnemer verplicht de eigendomsrechten met betrekking tot het vergoede motorrijtuig aan de maatschappij over te dragen.
3.3 Evenredigheid
Indien de catalogusprijs van het motorrijtuig op het tijdstip van de gebeurtenis meer bedraagt dan de vermelde verzekerde som voor Casco, wordt de schade vergoed in evenredigheid van de verzekerde som tot de op het tijdstip van de gebeurtenis geldende catalogusprijs.
Artikel 4 Uitsluitingen
De maatschappij is geen vergoeding verschuldigd:
4.1 indien de schade is veroorzaakt tijdens het deelnemen aan snelheidswedstrijden of -ritten;
4.2 indien de schade is veroorzaakt terwijl het motorrijtuig werd gebruikt voor:
a. vervoer van personen tegen betaling (waaronder niet wordt verstaan privé-vervoer tegen een tegemoetkoming in de kosten);
x. xxxxxxx (waaronder begrepen leasing);
wel gedekt is:
het in bruikleen geven van een motorrijtuig aan een klant:
– gedurende de tijd dat door diezelfde klant aan de verzekeringnemer een motorrijtuig is toevertrouwd voor reparatie, onderhoud, slepen, takelen, bergen, taxatie, controle of een dergelijke behandeling;
– wiens bij verzekeringnemer gekocht motorrijtuig nog niet is afgeleverd;
Voorwaarden Garageverzekering rubriek CASCO | Voorwaardenblad 365-94 2
4.3 indien de schade is veroorzaakt terwijl het motorrijtuig werd bestuurd door iemand aan wie, door een vonnis of door een daartoe bevoegde instantie, de rijbevoegdheid was ontzegd;
4.4 indien de verzekerde als bestuurder van een motorrijtuig geen houder is van een in Nederland geldig rijbewijs voor de categorie waartoe dat motorrijtuig behoort, tenzij de bestuurder minder dan 3 maanden tevoren is geslaagd voor het rijvaardigheidsexamen, maar het vereiste rijbewijs nog niet werd uitgereikt;
4.5 indien de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van het schadegeval onder zodanige invloed van alcohol- houdende drank of enig bedwelmend of opwekkend
middel verkeerde dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen;
4.6 indien het schade betreft aan zend-/ontvangappara- tuur zoals autotelefoons, mobilifoons, 27 mc-installaties, alsmede semafoons;
4.7 indien de schade is veroorzaakt terwijl aan het motorrijtuig – anders dan een motorrijtuig waarvoor het rijbewijs B dan wel BE is toegestaan – een aanhangwagen, oplegger of ander object was gekoppeld;
4.8 voor schade aan en verlies van het motorrijtuig door oplichting en verduistering, waaronder begrepen schade aan en verlies van het motorrijtuig zolang dit tengevolge van oplichting of verduistering aan de verzekeringnemer is onttrokken;
4.9 voor schade door brand, blikseminslag, ontploffing en kortsluiting aan motorrijtuigen bestemd voor de verkoop voor zover die motorrijtuigen zich bevinden in een gebouw of op een terrein van of in gebruik bij de verzekeringnemer. De uitsluitingen genoemd onder 4.1 t/m 4.5 gelden niet voor een verzekerde die aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
Artikel 5 Afstand van verhaalsrecht
De maatschappij doet afstand van het recht op verhaal van de door haar betaalde vergoeding op:
a. de door de verzekeringnemer gemachtigde bestuurder en de passagiers van het motorrijtuig,
b. de werkgever van de onder 5.a. bedoelde personen indien hij voor hen aansprakelijk is,
tenzij voor hen een uitsluiting van toepassing is.
Voorwaarden Garageverzekering rubriek CASCO | Voorwaardenblad 365-94 3
349-20.1011
Voorwaarden Garageverzekering rubriek CASCO | Voorwaardenblad 365-94 4
Clausule model L.K.6
Kostenverzekering voor instellingen zonder winstoogmerk
(geldt slechts voorzover hiernaar in de polis wordt verwezen)
1 Algemene polisvoorwaarden
Van de Algemene polisvoorwaarden zijn de hierna vermelde bepalingen niet van kracht.
a. Begrip ‘Bedrijfsschade’ (Hoofdstuk Begrips- omschrijvingen).
b. Begrip ‘Brutowinst’ (Hoofdstuk Begripsomschrijvingen).
c. Begrip ‘Variabele kosten’ (Hoofdstuk Begrips- omschrijvingen).
d. Artikel ‘Bijzondere dekkingen’ (Hoofdstuk Omschrijving van de dekking).
2 Bedrijf
Overal waar in de polis staat ‘het bedrijf’ dient gelezen te worden: de (activiteiten van de) stichting, vereniging of andere instelling zonder winstoogmerk.
3 Bedrijfsschade
In tegenstelling tot hetgeen in de Algemene polisvoorwaarden is vermeld, geldt als begripsomschrijving voor ‘bedrijfsschade’:
Het nadeel dat verzekerde lijdt doordat de exploitatie- kosten hoger worden en/of de inkomsten verminderen doordat de normale activiteiten worden belemmerd als gevolg van materiële schade aan het in de polis omschreven gebouwen/of de inhoud daarvan door een gedekte gebeurtenis.
4 Brutowinst
Overal waar in de polis staat ‘brutowinst’ dient gelezen te worden: het totaal van de exploitatiekosten.
5 Productie/omzet
Overal waar in de polis staat ‘herstel van productie en/of omzet’ dient gelezen te worden: herstel van de exploitatie.
6 Vaststelling omvang
In tegenstelling tot hetgeen in de Algemene polisvoor- waarden is vermeld, dient voor het artikel ‘Vaststelling omvang’ (Hoofdstuk Schade) gelezen te worden:
De omvang van de schade wordt vastgesteld op de verhoging van exploitatiekosten en/of vermindering van inkomsten – onder aftrek van vermindering van kosten – gedurende het tijdvak dat de schade duurt. Veranderingen in exploitatiekosten en inkomsten die eveneens zouden zijn opgetreden als de gebeurtenis niet zou hebben plaatsgevonden, blijven daarbij buiten beschouwing.
358-20.1011
Kostenverzekering voor instellingen zonder winstoogmerk | Clausuleblad model L.K.6 2
Voorwaardenblad 432-99
Voorwaarden Directeur- Grootaandeelhouder
In afwijking van het in hoofdstuk 1.3 van de polisvoor- waarden bepaalde, wordt eveneens als werknemer in de zin van deze verzekering beschouwd de directeur- grootaandeelhouder (dga) die op arbeidsovereenkomst werkzaam is bij verzekeringnemer.
Behalve de bepalingen in de Algemene Polisvoorwaarden zijn tevens de navolgende aanvullende voorwaarden van toepassing:
Aanmelding dga
Alle dga’s in dienst van verzekeringnemer waarvoor een wettelijke loondoorbetalingsplicht bij ziekte geldt, dienen ter verzekering te worden aangemeld.
Het loon
Bij aanvang van ieder verzekeringsjaar wordt het defini- tieve verzekerde loon voor de dga voor dat verzekerings- jaar vastgesteld op het loon waarvoor de dga in het voorafgaande jaar in de loonboekhouding voor de afdracht van de loonbelasting staat vermeld en waarvoor ook daadwerkelijk per betalingstermijn loonbelasting in dat jaar is afgedragen. Hierbij geldt dat:
a. het verzekerde loon van de dga voor het nieuwe verzekeringsjaar maximaal 20% hoger kan zijn dan het verzekerde loon in het voorafgaande verzekeringsjaar;
b. loonsverhogingen die aan een dga worden toegekend terwijl die op het moment dat de verhoging wordt toegekend door ziekte (gedeeltelijk) ongeschikt is tot het verrichten van arbeid niet zijn meeverzekerd;
c. het voor de dga gehanteerde loonbegrip overeenkomt met dat van de overige werknemers.
Uitsluiting
Niet voor vergoeding van de loondoorbetalingsplicht komt in aanmerking werkstaking in verband met zwangerschap en/of bevalling alsmede ingeval van ziekte veroorzaakt door complicaties en/of gevolgen van zwangerschap en/of bevalling. Voorts vindt krachtens deze verzekering geen vergoeding plaats indien de dga geen arbeid verricht vanwege een op grond van de arbeidsovereenkomst toegekend recht op verlengd zwangerschaps- of bevallingsverlof.
Verplichting
De minimaal van de arbodienst af te nemen dienst- verlening met betrekking tot controle-, verzuimbeleid en reïntegratieactiviteiten is onverminderd op de meeverzekerde dga van toepassing.
413-20.1011
Voorwaarden Directeur-Grootaandeelhouder | Voorwaardenblad 432-99 2