Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming
Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming
Xxxxxxxxxxx 0 Xxx Xxxx Xxxxxxx 00000
2500 BA Den Haag
Ons kenmerk
ANVS-PP-20200053238-05
Datum 1 mei 2020
Betreft Wijziging Kernenergiewet vergunning
Besluit:
KERNENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND AAN DUCOR PETROCHEMICALS B.V. VOOR HET VERRICHTEN VAN HANDELINGEN MET RADIOACTIEVE STOFFEN EN TOESTELLEN
DE AUTORITEIT NUCLEAIRE VEILIGHEID EN STRALINGSBESCHERMING
Pagina 1 van 8
Inhoudsopgave
1.4 Openbaarmaking en publicatie 4
1.5 Het in werking treden van de vergunning 4
2 De aanvraag, het toetsingskader en de beoordeling 5
2.4 Bevindingen en overwegingen 6
1.1 Vergunning
De op 7 januari 1979, aan Ducor Petrochemicals B.V., gevestigd te Botlek- Rotterdam, verleende vergunning met nummer 136492, DG MH/S, laatstelijk gewijzigd op 16 november 2011, met nummer 2011/2012-05, wordt op grond van artikel 34 van de Kernenergiewet en de artikelen 3.5 en 3.8, tweede lid, van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs), gewijzigd conform de aanvraag.
De aanhef van het vergunde wordt gewijzigd en luidt thans als volgt:
A. RADIOACTIEVE STOFFEN
Binnen de locatie van Ducor Petrochemicals B.V., gelegen aan de Xxxxxxxxx 00 xx Xxxxxx-Xxxxxxxxx, mogen met radioactieve stoffen uitsluitend handelingen worden verricht ten behoeve van niveaumeting binnen de volgende omvang:
1. vier ingekapselde bronnen kobalt-60 met een activiteit van maximaal 280 megabecquerel (MBq) per bron.
Aan het vergunde wordt na onderdeel A een onderdeel toegevoegd:
B. TOESTELLEN, VASTE LOCATIE
Het verrichten van handelingen ten behoeve van analyse en onderzoek binnen de locatie van Ducor Petrochemicals B.V., gelegen aan de Xxxxxxxxx 00 xx Xxxxxx- Xxxxxxxxx, met ioniserende straling uitzendende toestellen binnen de volgende omvang:
1. Eén (1) toestel met een hoogspanning van maximaal 90 kilovolt (kV).
De opslag van het onder B.1. genoemde toestel vindt plaats op de vaste locatie van Ducor Petrochemicals B.V. gelegen aan de Xxxxxxxxx 00 xx Xxxxxx-Xxxxxxxxx.
1.2 Voorschriften
Het Bbs en onderliggende ministeriële regelingen en de ANVS-verordening basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Vbs) bevatten rechtstreeks geldende bepalingen. De in deze vergunning opgenomen voorschriften betreffen aspecten die niet (volledig) zijn geregeld in de genoemde regelgeving. Naast de in deze vergunning opgenomen voorschriften dient de vergunninghouder te voldoen aan de van toepassing zijnde bepalingen uit het Bbs en onderliggende ministeriële regelingen en de Vbs.
I. Toevoeging van een voorschrift over deskundigheid
Aan Voorschriften, onderdeel II. Organisatie, wordt na onderdeel c een nieuw onderdeel toegevoegd:
d. In het geval dat de stralingsbeschermingsdeskundige niet in dienst is van de vergunninghouder, maar wordt ingehuurd, zijn de taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en de omvang van de tijdsbesteding vastgelegd in een contract.
II. Toevoeging van een voorschrift over rapportage
De aanhef van Voorschriften, onderdeel VII. Controle, registratie en meldingen, wordt gewijzigd en luidt nu als volgt:
VII. Controle, registratie, meldingen en rapportages
Aan Voorschriften, onderdeel VII. Controle, registratie, meldingen en rapportages, wordt na onderdeel B een nieuw onderdeel toegevoegd:
C. Rapportage
a. De rapportage bedoeld in artikel 5.27 van de Regeling basisveiligheidsnormen stralingsbescherming bevat, naast de in dit artikel bedoelde gegevens, tevens:
– een overzicht van alle ingekapselde bronnen die aan het einde van het verslagjaar aanwezig zijn, gespecificeerd naar nuclide, activiteit en toepassing;
– een overzicht van relevante wijzigingen van de situatie, binnen het kader van de vergunning;
– een overzicht van controlewerkzaamheden die door of namens de stralingsbeschermingsdeskundige zijn uitgevoerd en de resultaten daarvan;
– een actuele opgave van de totale stralingsbelasting voor het milieu ten gevolge van alle bronnen binnen de locatie tezamen. De stralingsniveaus buiten de locatie worden in kaart gebracht met behulp van een plattegrond van de locatie.
1.3 Documenten
Aan de documenten die deel uitmaken van de vergunning worden geen nieuwe documenten toegevoegd.
1.4 Openbaarmaking en publicatie
Van het verlenen van deze beschikking wordt tevens mededeling gedaan in de Staatscourant.
1.5 Het in werking treden van de vergunning
Deze beschikking treedt in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 20.3 van de Wet milieubeheer, met ingang van de dag na de dag waarop de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift afloopt. Indien gedurende deze termijn bij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt dit besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.
2 De aanvraag, het toetsingskader en de beoordeling
2.1 De aanvraag
De aanvraag zonder kenmerk heb ik op 22 januari 2020 ontvangen en heeft betrekking op een wijziging van de op 7 januari 1979, aan Ducor Petrochemicals
B.V. gevestigd te Botlek-Rotterdam, verleende vergunning met nummer 136492, DG MH/S, laatstelijk gewijzigd op 16 november 2011, met nummer 2011/2012-05.
Het betreft de volgende gevraagde wijziging:
– Het verrichten van handelingen ten behoeve van röntgenfluorescentiespectrometrie (XRF).
Bij de aanvraag zijn de volgende documenten toegevoegd:
– Bijlage 1 – uittreksel handelsregister.
– Bijlage 2 - Overeenkomst Stralingsdeskundige.
– Bijlage 3a - Aanwijzing.
– Bijlage 3b - Diploma TMS.
– Bijlage 4 - Instructie.
– Bijlage 5 - RI&E Ducor.
– Bijlage 6 - Milieu-analyse Ducor.
Op 2 maart 2020 is verzocht om aanvullende informatie. Op 20 april 2020 heb ik de volgende aanvullende gegevens ontvangen:
– Aanwijzing TMS.
– TMS - J.D. Studiedag Ioniserende Straling -2013.
– TMS - J.D. Studiedag Besluit Stralingsbescherming 2000 - 2001.
– TMS - J.D. Studiedag ioniserende straling 1999.
– TMS - J.D. Opleiding CI-5A.
– Instructie straling Ducor 2020.
– Instructie röntgentoestel - 20200408.
– Instructie niveaumeters reactoren 20200408.
– Aftekenlijst geïnstrueerde personen.
2.2 De gevolgde procedure
Dit besluit is ingevolge artikel 34 van de Kernenergiewet en artikel 11.1 van het Bbs niet tot stand gekomen overeenkomstig de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De handelingen met toestellen zijn op grond van artikel 11.1 van het Bbs vrijgesteld van de bepalingen van de afdeling
3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
2.3 Het toetsingskader
Aan het wettelijk kader van de stralingsbescherming, zoals vastgelegd in de Kernenergiewet en de onderliggende besluiten, liggen onder meer de drie principes van het stralingsbeschermingsbeleid ten grondslag, te weten: rechtvaardiging, ALARA en dosislimieten. Indien aan deze uitgangspunten niet wordt voldaan of indien sprake is van een weigeringsgrond zoals genoemd in artikel 3.7 van het Bbs, wordt de vergunning niet verleend.
Rechtvaardiging houdt in dat een handeling die blootstelling aan ioniserende straling met zich meebrengt, slechts is toegestaan indien de economische, sociale en andere voordelen van de betrokken handeling opwegen tegen de gezondheidsschade die hierdoor kan worden toegebracht. Dit principe is vastgelegd in paragraaf 2.2 van het Bbs.
Toepassing van ALARA (as low as reasonably achievable) is de optimalisatie, gericht op beperking van de blootstelling aan ioniserende straling. In de wetgeving is het ALARA-beginsel vastgelegd in artikel 31 van de Kernenergiewet en paragraaf 2.3 van het Bbs.
Dosislimieten vervullen een vangnetfunctie, indien het toepassen van rechtvaardiging en ALARA niet voldoende is om een bepaald beschermingsniveau te bereiken. De limietwaarden zijn vastgelegd in artikelen 9.1, 9.2, 7.3, 7.4, 7.34 en
7.35 van het Bbs.
De volgende in artikel 3.7 van het Bbs genoemde voorwaarden maken, voor onderhavige vergunning, ook deel uit van het toetsingskader: deskundigheid op het gebied van stralingsbescherming.
2.4 Bevindingen en overwegingen
Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg.
De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Regeling basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Rbs). Het gaat om categorie I.C.1. Analyse en onderzoek door middel van ioniserende straling.
Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen.
De rechtvaardiging van de handelingen is, met uitzondering van de handelingen met ioniserende straling uitzendende toestellen voor materiaalanalyse, in het kader van de eerdere vergunningprocedures al beoordeeld en positief bevonden. Er is geen reden in het kader van onderhavige vergunningprocedure anders te oordelen over de rechtvaardiging. In de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn de handelingen gerechtvaardigd, het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van materiaalanalyse die volgens laatste stand der techniek worden uitgevoerd.
Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E)
die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden.
Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.
2.5 Conclusie
Op grond van het bovenstaande heb ik besloten om tot wijziging van de vergunning over te gaan.
Daarnaast heb ik op grond van artikel 19, eerste lid, van de Kernenergiewet de vergunningvoorschriften gewijzigd of aangevuld. Deze aanpassingen zijn conform nieuwe inzichten bij het bevoegd gezag en ter waarborging van de handhaafbaarheid van de vergunning, om zo de belangen als genoemd in artikel 15b, eerste lid van de Kernenergiewet beter te beschermen.
DE AUTORITEIT NUCLEAIRE VEILIGHEID EN STRALINGSBESCHERMING,
namens deze,
Dipl.-Ing. B.R. Keller, afdelingshoofd
Belanghebbenden kunnen binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, o.v.v. bezwaar, Postbus 16001, 2500 BA, Den Haag.
Dit besluit is verzonden op de in de aanhef van dit besluit genoemde datum.
Het bezwaarschrift moet van een handtekening, datum, naam en adres van de indiener zijn voorzien. De indiener dient duidelijk aan te geven waarom hij tegen dit besluit bezwaar aantekent.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dag waarop de termijn afloopt voor het indienen van een bezwaarschrift. Indien gedurende die termijn bij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt dit besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.
Voorlopige voorziening
Indien een bezwaarschrift is ingediend, kunnen belanghebbenden aan de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500EA te ’s-Gravenhage verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen, indien - gelet op de betrokken belangen - onverwijlde spoed dit vereist. Bij het verzoek dient een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Als burger kunt u uw verzoek tot voorlopige voorziening ook via het digitale loket van de Raad van State indienen (xxxxx://xxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxxx.xx/). Hiervoor dient u te beschikken over DigiD. Voor de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Inlichtingen over de procedure en de hoogte van het griffierecht kunnen worden verkregen bij de Raad van State, telefoon 070 426 4426.
Voor nadere informatie over dit besluit kunt u tijdens kantooruren terecht bij het Informatiepunt Kernenergiewetvergunningen, telefoon 088-4890500. Ook is het mogelijk om uw vraag te stellen via xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx onder vermelding van het kenmerk van dit besluit.