ALGEMENE VOORWAARDEN M.B.T. EENMALIGE PARKEEROVEREENKOMSTEN
ALGEMENE VOORWAARDEN M.B.T. EENMALIGE PARKEEROVEREENKOMSTEN
De toegang tot de parkeeraccommodatie wordt uitsluitend verleend onder toepassing van de navolgende voorwaarden, die deel uitmaken van iedere parkeerovereenkomst gesloten tussen exploitant van de parkeeraccommodatie en de gebruiker/parkeerder.
I. Algemeen
1. Begripsomschrijvingen
Parkeeraccommodatie: De parkeeraccommodatie en het parkeerterrein met bijbehorende terreinen en ruimten.
Exploitant: Eigenaar en/of beheerder/exploitant van de parkeeraccommodatie en/of hun/zijn vertegenwoordigers. Parkeerder: Eigenaar/gebruiker van een voertuig, dat in of op de parkeeraccommodatie is gebracht. Parkeerbewijs: Parkeerkaart, uitrijkaart, parkeerpas, congreskaart, afwaarderingkaart, protonkaart, creditcard of elk ander legitiem middel dat hetzij gebruikt dient te worden om toegang tot de parkeeraccommodatie te verkrijgen, hetzij verkregen wordt ingevolge een handeling die verricht wordt of dient te worden om toegang tot de parkeeraccommodatie te verkrijgen.
Parkeergeld: Bedrag dat de parkeerder verschuldigd is voor het gebruik van de parkeeraccommodatie.
2.1 Een parkeerovereenkomst wordt geacht tot stand te zijn gekomen door het enkele feit van houderschap van een parkeerbewijs of door het enkele feit van gebruik van de parkeeraccommodatie. Bij onenigheid over de vraag of er reeds gebruik wordt of is gemaakt van de parkeeraccommodatie, zal bepalend zijn het feit dat de parkeerder zich op het tot de parkeeraccommodatie behorende terrein bevindt of heeft bevonden.
2.2 Aan de parkeerder wordt een willekeurige plaats in de parkeeraccommodatie ter beschikking gesteld. De bewaking van het voertuig behoort niet tot de verplichting van de exploitant.
3. Parkeerbewijs
Een voertuig wordt slechts toegelaten tot de parkeeraccommodatie met een geldig parkeerbewijs, of na het verrichten van een door de exploitant aangegeven handeling die het deze mogelijk maakt na herhaling daarvan bij het verlaten van de parkeeraccommodatie de parkeerder het verschuldigde parkeergeld in rekening te brengen.
4. Parkeergeld
Het parkeergeld wordt berekend volgens de door de exploitant vastgestelde tarieven zoals deze in de parkeeraccommodatie en/of bij de ingang van de parkeeraccommodatie staan vermeld.
5. Toegang
5.1 De parkeergarage is 24u op 24u geopend.
5.2 In de parkeeraccommodatie mogen uitsluitend personenauto's en bedrijfsauto's met een maximale lengte van 4,80 m worden geparkeerd. De hoogte van de voertuigen mag niet meer bedragen dan welke bij de ingang van de parkeeraccommodatie staat aangegeven, dan wel blijkt uit de feitelijke situatie ter plaatse. Het is niet toegestaan met aanhangwagens van welke aard dan ook, hieronder mede begrepen caravans, de parkeeraccommodatie binnen of in te rijden.
In geval van niet naleving van deze bepaling dient de parkeerder de exploitant schadeloos te stellen voor de veroorzaakte schade. De exploitant kan op geen enkele wijze aansprakelijk gesteld worden voor enige schade ten gevolge van de niet naleving van deze bepaling door de parkeerder.
5.3 De exploitant is gerechtigd aan eender welk voertuig de toegang tot de parkeeraccommodatie te weigeren indien de exploitant dit met inachtneming van de redelijkheid en billijkheid wenselijk acht. Dit geval zal zich met name voordoen in het geval de exploitant weet of vermoedt dat een voertuig ontplofbare of andere gevaarlijke stoffen vervoert - daaronder niet begrepen motorbrandstoffen in het daarvoor bestemde reservoir van het voertuig - alsmede in het geval de exploitant van oordeel is dat het voertuig gelet op de omvang en/of zwaarte, dan wel door de zaken die daarmee worden vervoerd, aan de omgeving schade kan toebrengen in de meest ruime zin.
5.4 De in of op de parkeeraccommodatie geparkeerde voertuigen dienen aan dezelfde voorwaarden te voldoen als de op de openbare weg geparkeerde voertuigen. In of op de parkeeraccommodatie is de Wegcode en elke andere regelgeving met betrekking tot het verkeer op de openbare weg ook van toepassing, voor zover daarvan niet door de exploitant uitdrukkelijk is afgeweken.
II. Betaling
1. Betaling
Het verschuldigde parkeergeld dient te worden voldaan, voordat de parkeerder met zijn voertuig de parkeeraccomodatie verlaat, tenzij een andere regeling getroffen is.
2.
Indien de parkeerder de parkeeraccommodatie met zijn voertuig verlaat zonder het verschuldigde parkeergeld te betalen, en zonder daarvoor een nadere regeling met de exploitant te treffen, dan wordt het door de parkeerder verschuldigde parkeergeld verhoogd met een bedrag van € 150,00 ter (gedeeltelijke) dekking van opsporingskosten, onverminderd het recht van de exploitant op vergoeding van (buiten)gerechtelijke incassokosten en van een rente van 10% per jaar over de verschuldigde bedragen.
3. Verlies van het parkeerbewijs
In geval van verlies van het parkeerbewijs dient de parkeerder zich te wenden tot de betaalkassa, waar na het drukken van een ‘verloren kaart’-knop een nieuw uitrij- parkeerbewijs wordt verstrekt mits betaling van een bedrag van € 10,00.
III. Gebruik van de parkeeraccommodatie
1. Regels
1.1 Gedurende de aanwezigheid in de parkeeraccommodatie dient de parkeerder zich te gedragen conform de bepalingen van de Wegcode en elke andere regelgeving met betrekking tot het verkeer op de openbare weg, voor zover daarvan niet door de exploitant uitdrukkelijk is afgeweken. Bij niet-nakoming daarvan is de parkeerder aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende schade.
1.2 De parkeerder is voorts verplicht eventuele aanwijzingen van het personeel van de exploitant op te volgen, het voertuig desgevallend te plaatsen op de aangegeven of de aan te geven plaats en zich zodanig te gedragen dat het verkeer in en/of bij de parkeeraccommodatie niet wordt gehinderd en de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht.
1.3 Het personeel van de exploitant is gerechtigd, indien dit naar het oordeel van dit personeel noodzakelijk is, voertuigen binnen de parkeeraccommodatie te verplaatsen en/of enig voertuig uit de parkeeraccommodatie te (laten) verwijderen, zonder dat dit tot enige aansprakelijkheid voor de exploitant of het personeel kan leiden. Het personeel dient bij (het beoordelen van de noodzaak tot) verplaatsen en/of verwijderen de redelijkheid en zorgvuldigheid in acht te nemen.
1.4 De voertuigen dienen tijdens het parkeren deugdelijk te zijn afgesloten en de lichten dienen te zijn gedoofd. Het is de inzittenden van de voertuigen die in de parkeeraccommodatie worden geparkeerd niet toegestaan langer in het voertuig te verblijven dan gedurende de tijd die nodig is om het betreffende voertuig te parkeren. Nadat het voertuig is geparkeerd, dienen de inzittenden het voertuig en de parkeeraccommodatie te verlaten.
2. Hinder/beperkingen gebruik
2.1 Het is verboden in of op de parkeeraccommodatie goederen te verkopen, te koop aan te bieden, te verhuren of ter verhuur aan te bieden.
2.2 Het is verboden ontplofbare, ontbrandbare of anderszins gevaarlijke en/of schadelijke stoffen in de parkeeraccommodatie te brengen dan wel te hebben, motorbrandstoffen in het daarvoor bestemde normale brandstofreservoir van het voertuig uitgezonderd.
2.3 Het is verboden in of op de parkeeraccommodatie reparaties aan het voertuig of andere werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren tenzij daartoe uitdrukkelijk toestemming door of namens de exploitant is verleend.
2.4 De maximale parkeertijd bedraagt 1 week, tenzij schriftelijk anders wordt overeengekomen. Na afloop van deze maximale termijn is de gebruiker van de parkeeraccommodatie naast en boven het normaal geldende parkeertarief een bijkomende vergoeding verschuldigd van € 25,00 per dag, voor elke dag dat na het verstrijken van de maximale termijn nog gebruik wordt gemaakt van de parkeeraccommodatie, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist en onverminderd het recht van de exploitant van de parkeeraccommodatie om daarnaast en daarboven schadevergoeding te vorderen.
IV. Niet-nakoming
1. Toerekenbare tekortkoming
1.1 Indien de parkeerder tekortschiet in de nakoming van enige verplichting welke ingevolge de wet, de plaatselijke verordeningen en gebruiken en/of de met hem gesloten overeenkomst inclusief de daarop van toepassing zijnde voorwaarden op hem rust, is de parkeerder gehouden aan de exploitant alle schade te vergoeden, door deze geleden en te lijden als gevolg van bovengenoemde fout, nalatigheid of enig ander in gebreke blijven.
1.2 Indien de exploitant genoodzaakt is een ingebrekestelling of ander exploot aan de parkeerder te doen uitbrengen of ingeval van noodzakelijke procedures tegen de parkeerder, is de parkeerder verplicht al de daarvoor gemaakte kosten, zowel in als buiten rechte, aan de exploitant te vergoeden, tenzij de procedure ten onrechte is aangegaan.
1.3 De exploitant is te allen tijde gerechtigd het voertuig achter te houden, zolang niet al hetgeen hij hetzij op grond van de parkeerovereenkomst hetzij uit andere hoofde van de parkeerder te vorderen heeft, is voldaan.
1.4 Indien de parkeerder een voertuig in de parkeeraccommodatie heeft achtergelaten en ondanks schriftelijk verzoek of ingebrekestelling van de exploitant weigert of, om welke reden dan ook, niet in staat is of bereid blijkt het achtergelaten voertuig te verwijderen, zal de exploitant het achtergelaten voertuig uit of van de parkeeraccommodatie kunnen laten verwijderen binnen 3 maanden na het verzoek of ingebrekestelling.
Indien de parkeerder binnen laatstgenoemde termijn het motorvoertuig niet heeft opgehaald, is de exploitant gerechtigd het voertuig te verkopen of te vernietigen. De exploitant is alsdan slechts gehouden aan de parkeerder te vergoeden de verkoopopbrengst verminderd met het verschuldigd parkeergeld, eventuele bijkomende vergoeding en de kosten van de exploitant in verband met verwijdering en de tijdelijke opslag van het voertuig en eventueel de bijkomende kosten als bedoeld in lid 2.
Indien het verschuldigde parkeergeld, eventuele bijkomende kosten en de kosten van de exploitant hoger zijn dan de opbrengst van het voertuig, dient de parkeerder al deze kosten te vergoeden aan de exploitant.
1.5 Indien de identiteit van de parkeerder of diens woon- of verblijfplaats onbekend is en de exploitant derhalve niet in staat is de parkeerder schriftelijk te verzoeken of sommeren het voertuig te verwijderen, is de exploitant
binnen 3 maanden nadat het voertuig in of op de parkeeraccommodatie is geparkeerd, gerechtigd het voertuig te laten verwijderen uit of van de parkeeraccommodatie, met inachtneming van het in het vorige lid bepaalde.
2. Niet-toerekenbare tekortkoming
Een tekortkoming kan de exploitant niet worden toegerekend indien deze te wijten is aan een van de wil van de exploitant onafhankelijke omstandigheid als gevolg waarvan de nakoming van de verplichtingen uit de overeenkomst redelijkerwijs door de parkeerder niet meer van de exploitant kan worden verlangd. Hieronder worden in ieder geval begrepen werkstakingen, brand, overheidsmaatregelen, bedrijfsstoringen alsmede een tekortkoming in de nakoming door derden.
V. Aansprakelijkheid
1. Aansprakelijkheid
1.1 De tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst omvat geen bewaking. De exploitant aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor diefstal of het verloren gaan van eigendommen en bezittingen van de parkeerder. De exploitant aanvaardt voorts geen aansprakelijkheid voor welke schade dan ook aan de eigendommen en bezittingen van de parkeerder alsmede ter zake van lichamelijk letsel en/of enige andere schade, direct of indirect veroorzaakt door of tengevolge van het gebruik van de parkeeraccommodatie, tenzij de schade direct is veroorzaakt door of vanwege de exploitant en/of het personeel van de parkeeraccommodatie en deze aansprakelijkheid niet in enig ander artikel van deze algemene voorwaarden wordt uitgesloten. Onder ‘parkeerder’ worden hier mede verstaan andere inzittenden van zijn voertuig.
1.2 De parkeerder is aansprakelijk voor alle schade die door hem is veroorzaakt. Schade door de parkeerder veroorzaakt aan de parkeeraccommodatie of daarbij behorende apparatuur en installaties dient door de parkeerder te worden vergoed, hetzij ter plaatse, hetzij nadat door de exploitant een expertise van de schade is opgemaakt, een en ander onverminderd het bepaalde in artikel IV 1.3.
VI. Overige bepalingen
1. Afspraken
Afspraken of overeenkomsten met personeelsleden van de exploitant verplichten deze laatste niet, voor zover deze door hem niet schriftelijk zijn bevestigd. Als leden van het personeel zijn in dit verband te beschouwen alle werknemers en medewerkers die geen vertegenwoordigingsbevoegdheid hebben.
2. Toepasselijk recht en bevoegde rechtbank
Op deze overeenkomst is het Belgisch recht van toepassing. Ingeval van een geschil zijn uitsluitend de rechtbanken van het arrondissement Tongeren bevoegd.
3. Klacht
Elke klacht voortvloeiend uit of verband houdend met deze algemene voorwaarden dient binnen de acht dagen per aangetekend schrijven aan de exploitant te worden overgemaakt, bij gebreke waarvan de klacht als niet ontvankelijk zal worden beschouwd.
4. Eigenaar van het voertuig
Indien het voor de exploitant niet mogelijk is om de parkeerder, die geen eigenaar is van het voertuig, te identificeren en/of te traceren, behoudt de exploitant zich het recht voor zich tot de eigenaar van het voertuig te wenden voor betaling van het verschuldigde in hoofde van de parkeerder op grond van deze algemene voorwaarden.
5. Domicilie
Alle schriftelijke mededelingen, ingebrekestellingen daaronder begrepen, voortvloeiend uit of verband houdend met deze overeenkomst en algemene voorwaarden, dienen te worden gezonden naar:
De Augustijner nv, Witte Xxxxxxxx 00 xxx 0, 0000 Xxxx