OVEREENKOMST
BIJLAGE IV
(als bedoeld in artikel 89, lid 2))
OVEREENKOMST
INZAKE SANITAIRE EN FYTOSANITAIRE MAATREGELEN VAN TOEPASSING OP DE HANDEL IN DIEREN EN DIERLIJKE PRODUCTEN, PLANTEN, PLANTAARDIGE PRODUCTEN EN ANDERE GOEDEREN ALSMEDE DIERENWELZIJN
DE PARTIJEN, zoals gedefinieerd in artikel 197 van de associatieovereenkomst,
WENSENDE de handel in dieren en dierlijke producten, planten, plantaardige producten en andere goederen tussen de Gemeenschap en Chili te vergemakkelijken, zonder daarbij de volks-, dier- en plantgezondheid in gevaar te brengen;
OVERWEGENDE dat de tenuitvoerlegging van onderhavige overeenkomst dient te geschieden in overeenstemming met de interne regelgeving en wetgevende procedures van de partijen;
OVERWEGENDE dat de erkenning van gelijkwaardigheid geleidelijk en progressief zal verlopen en van toepassing dient te zijn op de prioritaire sectoren;
OVERWEGENDE dat deel IV, titel I, van de associatieovereenkomst onder meer een geleidelijke en wederzijdse liberalisering van de handel in goederen overeenkomstig de GATT 1994 beoogt;
OPNIEUW BEVESTIGEND hun rechten en plichten uit hoofde van de WTO-overeenkomst en de bijlagen daarbij, met name de SPS-overeenkomst;
WENSENDE volledige openheid te garanderen ten aanzien van de sanitaire en fytosanitaire maatregelen die van toepassing zijn op de handel, de SPS-overeenkomst van de WTO op gelijke wijze te interpreteren en de beginselen en bepalingen ervan ten uitvoer te leggen;
VASTBESLOTEN ten volle rekening te houden met het gevaar van verspreiding van besmettingen bij dieren, ziekten en plagen en met de maatregelen ter bestrijding en uitroeiing van die besmettingen, ziekten en plagen, alsmede de volks-, dier- en plantgezondheid te beschermen zonder daarbij het handelsverkeer onnodig te verstoren;
OVERWEGENDE dat het, gezien het belang van het welzijn van dieren, dienstig is, met het oog op de ontwikkeling van dierenwelzijnsnormen en gezien het verband van zulke normen met veterinaire aangelegenheden, deze kwestie in onderhavige overeenkomst op te nemen en dierenwelzijnsnormen te bestuderen rekening houdende met de ontwikkelingen in de bevoegde internationale normenorganisaties,
HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT HETGEEN VOLGT:
ARTIKEL 1
Doelstellingen
1. Deze overeenkomst heeft tot doel de handel in dieren en dierlijke producten, planten, plantaardige producten en andere goederen tussen de partijen te vergemakkelijken zonder daarbij de volks-, dier- en plantgezondheid in gevaar te brengen, door:
a) volledige openheid te garanderen ten aanzien van de sanitaire en fytosanitaire maatregelen die van toepassing zijn op de handel;
b) een mechanisme vast te stellen voor de erkenning van de gelijkwaardigheid van zulke maatregelen van een partij die geen afbreuk doen aan de bescherming van de volks-, dier- en plantgezondheid;
c) de gezondheidsstatus van de partijen te erkennen en het regionalisatieprincipe toe te passen;
d) de beginselen van de SPS-overeenkomst van de WTO verder ten uitvoer te leggen;
e) mechanismen en procedures ter vergemakkelijking van de handel vast te stellen; en
f) de communicatie en de samenwerking tussen de partijen op het vlak van sanitaire en fytosanitaire maatregelen te verbeteren.
2. Voorts strekt deze overeenkomst ertoe de interpretatie van dierenwelzijnsnormen door de partijen gelijk te stemmen.
ARTIKEL 2
Multilaterale verplichtingen
De partijen bevestigen opnieuw hun rechten en plichten uit hoofde van de WTO-overeenkomst en met name de SPS-overeenkomst van de WTO. Deze rechten en plichten liggen aan de door de partijen in het kader van deze overeenkomst ondernomen activiteiten ten grondslag.
ARTIKEL 3
Werkingssfeer
1. Deze overeenkomst is van toepassing op de volgende maatregelen voorzover zij relevant zijn voor het handelsverkeer tussen de partijen:
a) de sanitaire maatregelen die door elk der partijen worden toegepast ten aanzien van de in aanhangsel I.A genoemde dieren en dierlijke producten; en
b) de fytosanitaire maatregelen die door elk der partijen worden toegepast ten aanzien van de in aanhangsel I.B genoemde planten, plantaardige producten en andere goederen;
2. Deze overeenkomst is eveneens van toepassing op de ontwikkeling van de in aanhangsel I.C genoemde dierenwelzijnsnormen.
3. Onverminderd lid 4 is deze overeenkomst in eerste instantie niet van toepassing op de in aanhangsel I.D genoemde aangelegenheden.
4. Het in artikel 16 bedoelde comité kan deze overeenkomst bij besluit wijzigen en de werkingssfeer ervan aldus uitbreiden tot andere sanitaire en fytosanitaire maatregelen die relevant zijn voor het handelsverkeer tussen de partijen.
5. Het in artikel 16 bedoelde comité kan deze overeenkomst bij besluit wijzigen en de werkingssfeer ervan aldus uitbreiden tot andere dierenwelzijnsnormen.
ARTIKEL 4
Definities
In het kader van deze overeenkomst gelden de volgende definities:
a) "dieren en dierlijke producten": levende dieren, met inbegrip van levende vissen en tweekleppige weekdieren, sperma, eicellen, embryo's en broedeieren, en producten van dierlijke oorsprong, met inbegrip van visproducten, zoals gedefinieerd in de International Animal Health Code en de International Aquatic Animal Health Code van het Internationaal Bureau voor besmettelijke ziekten (OIE);
b) "planten": levende planten en levende delen daarvan, met inbegrip van zaden, zoals vermeld in aanhangsel I.B. Levende delen van planten worden geacht te omvatten:
i) vruchten in botanische zin, andere dan diepgevroren;
ii) groenten, andere dan diepgevroren;
iii) bollen, knollen en wortelstokken;
iv) afgesneden bloemen;
v) takken en twijgen met bladeren;
vi) gekapte bomen met gebladerte; en
vii) plantweefselculturen.
c) "plantaardige producten": producten van plantaardige oorsprong die niet zijn verwerkt of die een eenvoudige voorbewerking hebben ondergaan, voorzover het geen planten betreft die zijn opgenomen in aanhangsel I.B;
d) "zaden": zaden in botanische zin, bestemd om te worden geplant;
e) "andere goederen": verpakkingsmateriaal, vervoermiddelen, recipiënten, gebruikte landbouwmachines, grond, groeimedia en ieder ander organisme, voorwerp of materiaal dat drager of verspreider van een plaag kan zijn, zoals vermeld in aanhangsel I.B;
f) "plagen": alle soorten, stammen of biotypes van planten, dieren of pathogenen die schadelijk zijn voor planten of plantaardige producten;
g) "dierziekte": een klinisch of pathologisch besmettingsverschijnsel bij dieren;
h) "visziekte": een klinische of niet-klinische besmetting met een of meer ziekteverwekkers van de ziekten die waterdieren treffen;
i) "besmetting bij dieren": de situatie waarbij dieren drager zijn van een besmettelijk agens, ongeacht of zij klinische of pathologische besmettingsverschijnselen vertonen;
j) "sanitaire en fytosanitaire maatregelen": maatregelen zoals gedefinieerd in punt 1 van bijlage A bij de SPS-overeenkomst van de WTO die binnen de werkingssfeer van deze overeenkomst vallen;
k) "dierenwelzijnsnormen": normen ter bescherming van dieren zoals zij door de partijen zijn opgesteld en worden toegepast en die, in voorkomend geval, in overeenstemming zijn met de normen van het OIE en binnen de werkingssfeer van deze overeenkomst vallen;
l) "adequaat niveau van sanitaire en fytosanitaire bescherming": het adequate niveau van sanitaire en fytosanitaire bescherming zoals gedefinieerd in punt 5 van bijlage A bij de SPS- overeenkomst van de WTO;
m) "gebied":
i) wat diergezondheid betreft, de zones of regio's zoals gedefinieerd in de International Animal Health Code van het OIE, en wat aquacultuur betreft, de zones of regio's zoals gedefinieerd in de International Aquatic Animal Health Code van het OIE, met dien verstande dat rekening wordt gehouden met de specificiteit van het grondgebied van de Gemeenschap waarbij dit als één geheel wordt erkend;
ii) wat plantgezondheid betreft, een ruimte zoals bedoeld in de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen van de FAO "Glossary of Phytosanitary terms", d.w.z. een officieel gedefinieerd deel of alle delen van eender welke partij waarvan de status is erkend overeenkomstig artikel 6, lid 6, onder a), met betrekking tot de verspreiding van een genoemde plaag;
n) "regionalisatie": het concept van aanpassing aan de regionale omstandigheden, zoals beschreven in artikel 6 van de SPS-overeenkomt van de WTO;
o) "zending": een hoeveelheid producten van hetzelfde type, waarvoor één certificaat of document is afgegeven, die met hetzelfde transportmiddel wordt vervoerd, die bestemd is voor één enkele geadresseerde en die van oorsprong is uit eenzelfde land van uitvoer of deel daarvan. Een zending kan uit een of meer partijen bestaan.
p) "gelijkwaardigheid in het kader van het handelsverkeer" (hierna gelijkwaardigheid genoemd): de situatie waarbij maatregelen die in de exporterende partij worden toegepast, ongeacht of zij verschillen van de maatregelen die in de importerende partij worden toegepast, op objectieve wijze het adequate beschermingsniveau of het aanvaardbare risiconiveau van de importerende partij bereiken;
q) "sector": de productie- en handelsstructuur voor een product of productcategorie in een der partijen;
r) "subsector": een welomschreven en gecontroleerd deel van een sector;
s) "handelsartikelen": dieren en planten of categorieën daarvan dan wel specifieke producten, met inbegrip van andere goederen, als bedoeld onder (a), (b), (c) en (d);
t) "specifieke invoervergunning": een door de bevoegde autoriteiten van de importerende partij aan een individuele importeur van tevoren verstrekte officiële vergunning voor de invoer van één enkele zending of verschillende zendingen van een handelsartikel uit de exporterende partij, dat binnen de werkingssfeer van deze overeenkomst valt;
u) "maatregelen": alle wetten, reglementeringen, procedures, vereisten of praktijken;
v) "werkdagen": werkdagen voor de autoriteiten die de vereiste actie moeten ondernemen;
w) "overeenkomst": de volledige tekst van deze overeenkomst en alle aanhangsels daarbij; en
x) "associatieovereenkomst": de overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de partijen en waaraan deze overeenkomst is gehecht.
ARTIKEL 5
Bevoegde autoriteiten
1. De bevoegde autoriteiten van de partijen zijn de autoriteiten die bevoegd zijn voor de tenuitvoerlegging van de in deze overeenkomst bedoelde maatregelen, zoals bepaald in aanhangsel II.
2. De partijen stellen elkaar, overeenkomstig artikel 12, in kennis van alle belangrijke wijzigingen in de structuur en de organisatie van alsmede de bevoegdheidsverdeling binnen hun bevoegde autoriteiten.
ARTIKEL 6
Erkenning van de status inzake diergezondheid en plagen
alsmede van regionale omstandigheden in het kader van het handelsverkeer
A. Erkenning van de status inzake dierziekten, besmettingen bij dieren of plagen
1. Wat dierziekten en besmettingen bij dieren (met inbegrip van zoönoses) betreft, gelden onderstaande bepalingen:
a) De importerende partij erkent, in het kader van het handelsverkeer, de diergezondheidsstatus van de exporterende partij of haar gebieden, zoals door deze partij overeenkomstig aanhangsel
IV.A vastgesteld, voor de in aanhangsel III.A vermelde dierziekten.
b) Wanneer een partij meent dat zij voor haar grondgebied of een gebied een bijzondere status heeft voor een bepaalde dierziekte die niet in aanhangsel III.A is opgenomen, kan zij om erkenning van deze status verzoeken overeenkomstig de in aanhangsel IV.C vastgelegde criteria. De importerende partij kan bij de invoer van levende dieren en dierlijke producten garanties eisen die in overeenstemming zijn met de overeengekomen status van de partijen.
c) De status van de grondgebieden of de gebieden, of de status in een sector of een subsector van de partijen met betrekking tot de prevalentie of incidentie van een niet in aanhangsel III.A opgenomen dierziekte of, in voorkomend geval, van besmettingen bij dieren en/of het daaraan verbonden risico, zoals gedefinieerd door de in de SPS-overeenkomst van de WTO erkende internationale normenorganisaties, wordt door de partijen erkend als de basis voor hun onderlinge handel. De importerende partij kan bij de invoer van levende dieren en dierlijke producten garanties eisen die in overeenstemming zijn met de overeenkomstig de aanbevelingen van de normenorganisaties vastgestelde status, indien van toepassing.
d) Onverminderd de artikelen 8 en 14 en tenzij de importerende partij uitdrukkelijk voorbehoud maakt en om ondersteunende of bijkomende gegevens of overleg en/of verificatie verzoekt, neemt iedere partij onverwijld de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen om de handel mogelijk te maken op basis van de bepalingen onder (a), (b) en (c).
2. Wat plagen betreft, gelden onderstaande bepalingen:
a) Iedere partij erkent, in het kader van het handelsverkeer, de plantgezondheidsstatus van de andere partij voor de in aanhangsel III.B gespecificeerde plagen.
b) Onverminderd de artikelen 8 en 14 en tenzij de importerende partij uitdrukkelijk voorbehoud maakt en om ondersteunende of bijkomende gegevens of overleg en/of verificatie verzoekt, neemt iedere partij onverwijld de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen om de handel mogelijk te maken op basis van de bepaling onder (a).
B. Erkenning van het regionalisatieprincipe
3. De partijen erkennen het regionalisatieprincipe en komen overeen dit principe op hun onderlinge handelsverkeer toe te passen.
4. De partijen komen overeen dat regionalisatiebesluiten voor de in aanhangsel III.A vermelde dier- en visziekten en de in aanhangsel III.B vermelde plagen moeten worden genomen in overeenstemming met de bepalingen van aanhangsel IV.A respectievelijk aanhangsel IV.B.
5. a) Wat dierziekten betreft, deelt de exporterende partij die erkenning van haar regionalisatiebesluit door de importerende partij wenst, overeenkomstig de bepalingen van artikel 13, de door haar ingestelde maatregelen mee tezamen met een omstandige toelichting op en ondersteunende gegevens voor haar bepalingen en besluiten. Onverminderd artikel 14 en tenzij de importerende partij uitdrukkelijk voorbehoud maakt en om bijkomende gegevens of overleg en/of verificatie verzoekt binnen 15 werkdagen na ontvangst van de kennisgeving, wordt het aldus meegedeelde regionalisatiebesluit geacht te zijn aanvaard.
b) Het onder (a) bedoelde overleg vindt plaats in overeenstemming met het bepaalde in artikel 13, lid 3. De importerende partij beoordeelt de bijkomende gegevens binnen 15 werkdagen na ontvangst hiervan. De onder (a) bedoelde verificatie geschiedt in overeenstemming met het bepaalde in artikel 10 binnen 25 werkdagen na ontvangst van het verzoek daartoe.
6. a) Wat plagen betreft, draagt iedere partij er zorg voor dat bij de handel in planten, plantaardige producten en andere goederen rekening wordt gehouden met de door de andere partij erkende plantgezondheidsstatus in een gebied. Een partij die erkenning van haar regionalisatiebesluit door de andere partij wenst, deelt de door haar ingestelde maatregelen mee tezamen met een omstandige toelichting op en ondersteunende gegevens voor haar bepalingen en besluiten, waarbij de relevante internationale normen voor fytosanitaire maatregelen van de FAO als richtsnoer werden aangehouden, waaronder nr. 4 "Requirements for the establishment of Pest Free Areas", nr. 8 "Determination of Pest Status in an area" en andere internationale normen voor fytosanitaire maatregelen die de partijen dienstig achten. Onverminderd artikel 14 en tenzij een partij uitdrukkelijk voorbehoud maakt en om bijkomende gegevens of overleg en/of verificatie verzoekt binnen drie maanden na de kennisgeving, wordt het aldus meegedeelde regionalisatiebesluit geacht te zijn aanvaard.
b) Het onder (a) bedoelde overleg vindt plaats in overeenstemming met het bepaalde in artikel 13, lid 3. De importerende partij beoordeelt de bijkomende gegevens binnen drie maanden na ontvangst hiervan. De onder (a) bedoelde verificatie geschiedt in overeenstemming met het bepaalde in artikel 10 binnen 12 maanden na ontvangst van het verzoek daartoe, rekening houdende met het biologische karakter van de plaag en het gewas in kwestie.
7. Na voltooiing van de procedures van de leden 4, 5 en 6, en onverminderd artikel 14, neemt iedere partij onverwijld de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen om de handel mogelijk te maken op basis van de in die leden vervatte bepalingen.
ARTIKEL 7
Bepaling van de gelijkwaardigheid
1. De erkenning van gelijkwaardigheid kan betrekking hebben op een aparte maatregel en/of een geheel van maatregelen en/of regelingen die van toepassing zijn op een sector of subsector.
2. Bij de bepaling van de gelijkwaardigheid wordt door de partijen de overlegprocedure van lid 3 gevolgd. Deze procedure houdt in dat de exporterende partij het objectieve bewijs van gelijkwaardigheid dient te leveren en de importerende partij een objectieve evaluatie van dit bewijs dient te verrichten, teneinde eventueel de gelijkwaardigheid te erkennen.
3. Indien de exporterende partij een verzoek indient met betrekking tot een maatregel of maatregelen die relevant zijn voor een of meer sectoren of subsectoren, leiden de partijen binnen drie maanden na ontvangst van dit verzoek door de importerende partij de overlegprocedure in die de in aanhangsel VI genoemde stappen omvat. Indien de exporterende partij evenwel meerdere verzoeken indient, komen de partijen, op verzoek van de importerende partij, in het in artikel 16 bedoelde comité een tijdschema overeen waarbinnen zij de in dit lid bedoelde procedure inleiden.
4. Tenzij anders door beide partijen overeengekomen, rondt de importerende partij haar evaluatie van de gelijkwaardigheid af binnen 180 dagen na ontvangst van het bewijs van gelijkwaardigheid van de exporterende partij, behalve voor seizoensgewassen waarvoor het gerechtvaardigd is de evaluatie uit te stellen teneinde de fytosanitaire maatregelen over een voldoende lange groeiperiode te kunnen verifiëren.
De prioritaire sectoren of subsectoren van iedere partij waarvoor deze procedure kan worden ingeleid, dienen, in voorkomend geval, in orde van prioriteit te worden opgenomen in aanhangsel
V.A. Het in artikel 16 bedoelde comité kan deze lijst, met inbegrip van de orde van prioriteit, bij besluit wijzigen.
5. De importerende partij kan de erkenning van de gelijkwaardigheid intrekken of opschorten bij iedere door een der partijen aan een maatregel aangebrachte wijziging die relevant is voor de gelijkwaardigheid, op voorwaarde dat de volgende procedures worden gevolgd:
a) In overeenstemming met de bepalingen van artikel 12 stelt de exporterende partij de importerende partij in kennis van ieder voorstel tot wijziging van door haar ingestelde maatregelen waarvan de gelijkwaardigheid werd erkend, en van de waarschijnlijke gevolgen van de voorgestelde maatregelen voor deze gelijkwaardigheid. Binnen 30 werkdagen na ontvangst van deze gegevens stelt de importerende partij de exporterende partij ervan in kennis of de erkenning van de gelijkwaardigheid op basis van de voorgestelde maatregelen al dan niet gehandhaafd blijft.
b) In overeenstemming met de bepalingen van artikel 12 stelt de importerende partij de exporterende partij in kennis van ieder voorstel tot wijziging van door haar ingestelde maatregelen op basis waarvan de gelijkwaardigheid werd erkend, en van de waarschijnlijke gevolgen van de voorgestelde maatregelen voor deze gelijkwaardigheid. Indien de importerende partij de erkenning van de gelijkwaardigheid niet handhaaft, kunnen de partijen de voorwaarden overeenkomen waaronder de in lid 3 bedoelde procedure opnieuw kan worden ingeleid op basis van de voorgestelde maatregelen.
6. Onverminderd artikel 14 kan de importerende partij de erkenning van de gelijkwaardigheid niet intrekken of opschorten vóór de inwerkingtreding van de nieuwe maatregelen die door een der partijen werden voorgesteld.
7. Het besluit over de erkenning van de gelijkwaardigheid dan wel de intrekking of opschorting ervan kan uitsluitend worden genomen door de importerende partij, in overeenstemming met haar wettelijke en bestuursrechtelijke regelgeving, inclusief - wat planten, plantaardige producten en andere goederen betreft - de toepasselijke mededelingen in overeenstemming met internationale norm voor fytosanitaire maatregelen nr. 13 van de FAO "Guidelines for the notification of non- compliances and emergency action" en, in voorkomend geval, andere internationale normen voor fytosanitaire maatregelen. De importerende partij verstrekt de exporterende partij schriftelijk een omstandige toelichting bij en de ondersteunende gegevens voor de bepalingen en besluiten op grond van dit artikel. Indien de erkenning van de gelijkwaardigheid wordt geweigerd, ingetrokken of opgeschort, stelt de importerende partij de exporterende partij in kennis van de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om de in lid 3 bedoelde procedure opnieuw te kunnen inleiden. Indien nodig verleent de importerende partij de exporterende partij technische bijstand in overeenstemming met de bepalingen van artikel 24 van de associatieovereenkomst.
ARTIKEL 8
Transparantie en voorwaarden voor het handelsverkeer
1. De partijen komen overeen algemene invoervoorwaarden toe te passen op de in de aanhangsels
I.A en I.B bedoelde handelsartikelen. Onverminderd de overeenkomstig artikel 6 genomen besluiten gelden de door de importerende partij gestelde invoervoorwaarden voor het gehele grondgebied van de exporterende partij. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst en overeenkomstig de bepalingen van artikel 12 deelt de importerende partij de exporterende partij de door haar gestelde sanitaire en fytosanitaire eisen aan de invoer van de in de aanhangsels I.A en I.B bedoelde handelsartikelen mee. Deze mededeling omvat, in voorkomend geval, de modellen voor de officiële certificaten of attesten, zoals deze door de importerende partij zijn voorgeschreven.
2. a) Wijzigingen of voorgestelde wijzigingen van de in lid 1 bedoelde voorwaarden worden door de partijen gemeld overeenkomstig de bepalingen van de SPS-overeenkomst en latere besluiten inzake kennisgeving van maatregelen. Onverminderd de bepalingen van artikel 14 houdt de importerende partij rekening met de reistijd tussen de partijen bij de vaststelling van de datum waarop de in lid 1 bedoelde gewijzigde voorwaarden van kracht worden.
b) Indien de importerende partij deze kennisgevingsvereisten niet in acht neemt, blijft zij het certificaat of attest waaronder de naleving van de voorheen geldende voorwaarden wordt gegarandeerd, accepteren tot 30 dagen nadat de gewijzigde invoervoorwaarden van kracht zijn geworden.
3. a) Binnen 90 dagen na de erkenning van de gelijkwaardigheid nemen de partijen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen voor de tenuitvoerlegging van die erkenning, teneinde op basis daarvan de onderlinge handel mogelijk te maken in de in de aanhangsels I.A en I.B bedoelde handelsartikelen in de sectoren en subsectoren waarvoor alle desbetreffende sanitaire en fytosanitaire maatregelen van de exporterende partij door de importerende partij als gelijkwaardig zijn erkend. Voor deze handelsartikelen kan het model voor het door de importerende partij geëiste officiële certificaat of officieel document in dat geval worden vervangen door een overeenkomstig aanhangsel IX.B opgesteld certificaat.
b) Voor handelsartikelen in sectoren of subsectoren waarvoor een of meer maar niet alle maatregelen als gelijkwaardig werden erkend, blijft de handel verlopen op basis van de in lid 1 bedoelde voorwaarden. Op verzoek van de exporterende partij zijn de bepalingen van lid 5 van toepassing.
4. Voor de invoer van de in de aanhangsels I.A en I.B bedoelde handelsartikelen zijn geen specifieke invoervergunningen vereist.
5. Ten aanzien van de voorwaarden die relevant zijn voor de handel in de in lid 1 bedoelde handelsartikelen voeren de partijen, op verzoek van de exporterende partij, overleg overeenkomstig de bepalingen van artikel 16, teneinde overeenstemming te bereiken over alternatieve of bijkomende invoervoorwaarden van de importerende partij. Zulke alternatieve of bijkomende invoervoorwaarden mogen, in voorkomend geval, worden gebaseerd op maatregelen van de exporterende partij die door de importerende partij als gelijkwaardig zijn erkend. Bij overeenstemming neemt de importerende partij binnen 90 dagen de nodige wettelijke en/of bestuursrechtelijke maatregelen om de invoer op basis daarvan mogelijk te maken.
6. a) Voor de invoer van de in aanhangsel I.A bedoelde dierlijke producten verleent de importerende partij, op verzoek van de exporterende partij die daarbij de passende garanties geeft, een voorlopige goedkeuring voor de in aanhangsel V.B, punt 2, bedoelde verwerkingsinrichtingen die zich op het grondgebied van de exporterende partij bevinden, zonder voorafgaande inspectie van afzonderlijke inrichtingen. Deze goedkeuring moet in overeenstemming zijn met de in aanhangsel
V.B vastgestelde voorwaarden en bepalingen. Tenzij om bijkomende informatie wordt verzocht, neemt de importerende partij binnen 30 werkdagen na ontvangst van het verzoek en de garanties de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen om de invoer op basis daarvan mogelijk te maken.
De eerste lijst van inrichtingen wordt goedgekeurd in overeenstemming met de bepalingen van aanhangsel V.B.
b) Voor de invoer van de in lid 3, onder a), bedoelde dierlijke producten doet de exporterende partij haar lijst van inrichtingen die aan de door haar gestelde eisen voldoen, aan de importerende partij toekomen.
7. Op verzoek van een partij verstrekt de andere partij een omstandige toelichting bij en ondersteunende gegevens voor de bepalingen en besluiten op grond van dit artikel.
ARTIKEL 9
Certificeringsprocedures
1. In het kader van de certificeringsprocedures nemen de partijen de in aanhangsel IX.A vastgestelde beginselen en criteria in acht.
2. De in artikel 8, leden 1 en 3, bedoelde certificaten of officiële documenten worden afgegeven overeenkomstig aanhangsel IX.C.
3. Het in artikel 16 bedoelde comité kan regels vaststellen die moeten worden gevolgd in het geval van elektronische certificering, intrekking of vervanging van certificaten.
ARTIKEL 10
Verificatie
1. Om het vertrouwen in de doeltreffende tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze overeenkomst te bewaren, heeft elke partij, binnen de werkingssfeer van deze overeenkomst, het recht:
a) om, overeenkomstig de richtsnoeren in aanhangsel VII, het allesomvattende controleprogramma van de autoriteiten van de andere partij in zijn geheel of gedeeltelijk te verifiëren. De kosten hiervan worden gedragen door de verifiërende partij;
b) te verlangen dat, vanaf een door de partijen vast te stellen datum, haar het allesomvattende controleprogramma van de andere partij in zijn geheel of gedeeltelijk wordt voorgelegd, indien zij daarom verzoekt, alsook een verslag van de resultaten van de in het kader van dat programma verrichte controles;
c) te verlangen dat, voor laboratoriumtests met betrekking tot in aanhangsel I.A bedoelde handelsartikelen, indien zij daarom verzoekt, de andere partij aan het periodieke vergelijkende testprogramma deelneemt, voor specifieke tests die door haar referentielaboratorium worden opgezet. De kosten hiervan worden door de deelnemende partij gedragen.
2. Iedere partij mag de resultaten en conclusies van haar verificaties met derde landen delen en ze algemeen beschikbaar stellen.
3. Het in artikel 16 bedoelde comité kan aanhangsel VII bij besluit wijzigen, daarbij op passende wijze rekening houdende met door internationale organisaties verrichte relevante werkzaamheden.
4. De verificatieresultaten kunnen worden gebruikt ten behoeve van de in de artikelen 6, 7, 8 en 11 bedoelde maatregelen van een of van beide partijen.
ARTIKEL 11
Controles bij invoer en retributies voor keuringen en controles
1. De partijen komen overeen dat invoercontroles door de importerende partij op zendingen uit de exporterende partij dienen te gebeuren met inachtneming van de in aanhangsel VIII.A vastgelegde beginselen. De resultaten van deze controles kunnen worden gebruikt ten behoeve van de in artikel 10 bedoelde verificaties.
2. De frequentie waarmee iedere partij materiële controles bij invoer verricht, zijn vastgesteld in aanhangsel VIII.B. Een partij kan deze frequentie binnen de grenzen van haar bevoegdheid en in overeenstemming met haar interne wetgeving wijzigen naar aanleiding van vooruitgang die werd geboekt overeenkomstig de artikelen 7 en 8, of naar aanleiding van de verificaties, het overleg of andere maatregelen waarin deze overeenkomst voorziet. Aanhangsel VIII.B wordt door het in artikel 16 bedoelde comité bij besluit dienovereenkomstig gewijzigd.
3. De retributies voor keuringen en controles bij invoer mogen uitsluitend de kosten van de bevoegde autoriteit voor het verrichten daarvan dekken. Zij dienen billijk te zijn in vergelijking met de retributies die worden geïnd voor controles van soortgelijke binnenlandse producten.
4. De importerende partij stelt de exporterende partij in kennis van iedere wijziging in de maatregelen die relevant zijn voor de invoercontroles en de retributies voor keuringen en controles, inclusief de redenen daarvoor, en van iedere belangrijke wijziging in de wijze waarop haar diensten deze controles verrichten.
5. Voor de in artikel 8, lid 3, onder a), bedoelde handelsartikelen kunnen de partijen overeenkomen de frequentie van de materiële controles bij invoer wederzijds te verminderen.
6. Vanaf een door het in artikel 16 bedoelde comité vast te stellen datum kunnen de partijen overeenkomen onder welke voorwaarden zij elkaars in artikel 10, onder b), bedoelde controles goedkeuren, teneinde de frequentie van de invoercontroles aan te passen of deze controles te vervangen. Deze voorwaarden dienen door middel van een besluit van het in artikel 16 bedoelde comité in aanhangsel VII te worden opgenomen. Vanaf die datum kunnen de partijen wederzijds goedkeuring verlenen voor elkaars controles voor bepaalde handelsartikelen en de invoercontroles voor deze handelsartikelen derhalve verminderen of vervangen.
ARTIKEL 12
Uitwisseling van informatie
1. De partijen wisselen op systematische wijze informatie uit die relevant is voor de tenuitvoer- legging van deze overeenkomst met het oog op de opstelling van normen, het verstrekken van de nodige garanties, het creëren van wederzijds vertrouwen en het aantonen van de doelmatigheid van de gecontroleerde programma's. Zo nodig kunnen in het kader van deze informatie-uitwisseling ook ambtenaren worden uitgewisseld.
2. De partijen wisselen tevens informatie uit over andere relevante kwesties, inclusief:
a) belangrijke gebeurtenissen in verband met handelsartikelen die onder deze overeenkomst vallen, inclusief de uitwisseling van informatie waarin de artikelen 7 en 8 voorzien;
b) de resultaten van de in artikel 10 bedoelde verificaties;
c) de resultaten van de in artikel 11 bedoelde controles bij invoer, in het geval van geweigerde of niet-conforme zendingen van dieren en dierlijke producten;
d) wetenschappelijke adviezen die relevant zijn voor deze overeenkomst en tot stand kwamen onder de verantwoordelijkheid van een partij;
e) de vorderingen bij de opstelling van dierenwelzijnsnormen; en
f) snelle waarschuwingen die relevant zijn voor het onder deze overeenkomst vallende handelsverkeer.
3. De partijen bepalen dat bij de terzake bevoegde wetenschappelijke fora wetenschappelijke documenten of gegevens moeten worden ingediend om eventuele beweringen of aanspraken in verband met een onder deze overeenkomst vallende aangelegenheid te staven. Deze informatie wordt tijdig door de terzake bevoegde wetenschappelijke fora geëvalueerd en de resultaten daarvan worden aan beide partijen meegedeeld.
4. Wanneer de in dit artikel bedoelde informatie ter beschikking is gesteld door middel van een kennisgeving aan de WTO in overeenstemming met de terzake geldende regels of op de officiële, algemeen en gratis toegankelijke websites van de partijen, waarvan de adressen in aanhangsel XI.B zijn opgenomen, wordt de informatie geacht te zijn uitgewisseld.
Bij plagen die een acuut en bekend gevaar inhouden voor de andere partij, dient deze partij bovendien rechtstreeks via de post of e-mail te worden ingelicht. Internationale norm voor fytosanitaire maatregelen nr. 17 van de FAO “Pest reporting” dient hierbij als leidraad te worden genomen.
5. De contactpunten voor de in dit artikel bedoelde uitwisseling van informatie zijn vastgesteld in aanhangsel XI.A. Informatie wordt per post, fax of e-mail toegezonden. Per e-mail toegezonden informatie wordt elektronisch ondertekend en uitsluitend aan de contactpunten geadresseerd.
ARTIKEL 13
Kennisgeving en overleg
1. Elke partij stelt de andere partij binnen twee werkdagen schriftelijk in kennis van ieder ernstig of aanzienlijk gezondheidsrisico voor mens, dier of plant, met inbegrip van alle noodsituaties in verband met de voedselcontrole of situaties waarin een duidelijk gezondheidsrisico werd geconstateerd in verband met de consumptie van dierlijke of plantaardige producten, met name wat betreft:
a) alle maatregelen die relevant zijn voor de in artikel 6 bedoelde regionalisatiebesluiten;
b) de aanwezigheid of ontwikkeling van in de aanhangsels III.A en III.B vermelde dierziekten of plagen;
c) bevindingen van epidemiologisch belang of belangrijke daaraan verbonden risico's met betrekking tot niet in de aanhangsels III.A en III.B vermelde dierziekten en plagen of nieuwe dierziekten en plagen; en
d) eventuele aanvullende maatregelen, bovenop de basismaatregelen van de respectieve partijen, ter bestrijding of uitroeiing van dierziekten of plagen of ter bescherming van de volksgezondheid, en eventuele wijzigingen in het preventiebeleid, waaronder het vaccinatiebeleid.
2. a) De kennisgevingen worden gedaan bij de in aanhangsel XI.A vermelde contactpunten.
b) Schriftelijke kennisgeving gebeurt via de post, fax of e-mail. Per e-mail toegezonden kennisgevingen worden elektronisch ondertekend en uitsluitend aan de in aanhangsel XI.A vermelde contactpunten geadresseerd.
3. Wanneer een partij zich ernstig zorgen maakt in verband met een risico voor de gezondheid van mens, dier of plant, vindt desgevraagd zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen 13 werkdagen overleg over de situatie plaats. Elke partij tracht daarbij alle informatie te verstrekken die nodig is om verstoringen van het handelsverkeer te voorkomen en tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te komen die verenigbaar is met de bescherming van de gezondheid van mens, dier en plant.
4. Op verzoek van een partij vindt zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen 20 werkdagen overleg over dierenwelzijn plaats. Elke partij tracht daarbij alle vereiste informatie te verstrekken.
5. Op verzoek van een partij vindt het in de leden 3 en 4 genoemde overleg plaats in de vorm van een video- of audiovergadering. De partij die om het overleg verzoekt, stelt de notulen van de vergadering op, die officieel door de partijen worden goedgekeurd. Voor deze goedkeuring gelden de bepalingen van artikel 12, lid 5.
ARTIKEL 14
Vrijwaringsclausule
1. Indien de exporterende partij op haar eigen grondgebied maatregelen neemt tegen ieder mogelijk ernstig risico voor de gezondheid van mens, dier en plant, dient zij, onverminderd de bepalingen van lid 2, gelijkwaardige maatregelen te nemen om insleep van dit risico op het grondgebied van de importerende partij te voorkomen.
2. De importerende partij kan, als daartoe ernstige redenen bestaan met betrekking tot de gezondheid van mens, dier of plant, voorlopige overgangsmaatregelen vaststellen om de gezondheid van mens, dier of plant te beschermen. Voor zendingen die al onderweg zijn tussen de partijen, zoekt de importerende partij de meest geschikte oplossing die in verhouding staat tot het risico om onnodige verstoringen van het handelsverkeer te voorkomen.
3. De partij die de maatregelen neemt, stelt de andere partij daarvan in kennis binnen één werkdag na het besluit tot uitvoering van deze maatregelen. Op verzoek van een van beide partijen en in overeenstemming met de bepalingen van artikel 13, lid 3, plegen de partijen overleg over de situatie binnen 12 werkdagen na de kennisgeving. De partijen houden op passende wijze rekening met de informatie die in het kader van dat overleg wordt verkregen, en streven ernaar onnodige verstoringen van het handelsverkeer te voorkomen, in voorkomend geval rekening houdende met het resultaat van de bepalingen van artikel 13, lid 3.
ARTIKEL 15
Overige aangelegenheden
De principes van deze overeenkomst zijn van toepassing op alle overige aangelegenheden die binnen de werkingssfeer van deze overeenkomst vallen en in aanhangsel X zullen worden opgenomen. Het in artikel 16 bedoelde comité kan bij besluit aanhangsel X en, in voorkomend geval, de andere aanhangsels wijzigen om rekening te houden met de gemaakte vooruitgang of nieuwe ontwikkelingen.
ARTIKEL 16
Gemengd comité van beheer
1. Het gemengd comité van beheer (hierna "het comité" genoemd), dat is ingesteld bij artikel 89, lid 3, van de associatieovereenkomst, komt binnen het eerste jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst bijeen, en nadien op verzoek van een van beide partijen, in principe evenwel niet meer dan één keer per jaar. Indien de partijen aldus overeenkomen, kan een bijeenkomst van het comité worden gehouden in de vorm van een audio- of videovergadering. Tussen twee vergaderingen door kan het comité bepaalde aangelegenheden ook schriftelijk behandelen.
2. Het comité zal:
a) op de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst toezien, alle kwesties die op deze overeenkomst betrekking hebben, in overweging nemen en alle vragen die naar aanleiding van de tenuitvoerlegging ervan rijzen, bestuderen;
b) de aanhangsels bij deze overeenkomst herzien, met name in het licht van de geboekte vooruitgang in het kader van het overleg en de procedures waarin deze overeenkomst voorziet;
c) de aanhangsels I tot en met XII bij besluit wijzigen, in het licht van de onder b) bedoelde herziening of zoals bepaald in deze overeenkomst; en
d) aanbevelingen voor wijzigingen van deze overeenkomst doen, in het licht van de onder b) bedoelde herziening.
3. De partijen stemmen in met de oprichting van technische werkgroepen, waar van toepassing, bestaande uit deskundigen die als vertegenwoordiger van de partijen optreden; deze werkgroepen worden belast met de identificatie en behandeling van technische en wetenschappelijke vragen naar aanleiding van de uitvoering van deze overeenkomst. Als aanvullende expertise vereist is, kunnen de partijen ook ad-hocgroepen, met inbegrip van wetenschappelijke groepen, oprichten. Van deze ad-hocgroepen kunnen ook andere personen dan vertegenwoordigers van de partijen deel uitmaken.
4. Het comité brengt verslag uit aan de bij artikel 3 van de associatieovereenkomst ingestelde Associatieraad.
5. Het comité stelt op zijn eerste bijeenkomst zijn werkwijze vast.
ARTIKEL 17
Vergemakkelijking van de communicatie
Onverminderd de bepalingen van de artikelen 12, 13, 14 en 16 kan het comité een regeling vaststellen ter vergemakkelijking van de correspondentie, de uitwisseling van informatie en bijbehorende stukken, en de procedures en werking van het comité.
ARTIKEL 18
Geografische gebieden waarvoor de overeenkomst geldt
Deze overeenkomst is van toepassing op dieren en dierlijke producten, planten, plantaardige producten en andere goederen op, enerzijds, de grondgebieden van de lidstaten van de Gemeenschap en, anderzijds, het grondgebied van de Republiek Chili, zoals vastgesteld in aanhangsel XII.
Aanhangsel I
TOEPASSINGSGEBIED VAN DE OVEREENKOMST
Aanhangsel I.A
Dieren en dierlijke producten
1. HOOFDCATEGORIEËN VAN LEVENDE DIEREN I Paardachtigen 1
II Runderen (met inbegrip van Xxxxxxx bubalis en bizon) III Schapen en geiten
IV Varkens
V Pluimvee 2
VI Levende vis
1 Paardachtigen, waaronder zebra's, ezels of dieren die het resultaat zijn van een kruising daarvan.
2 Kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen.
VII Schaaldieren VIII Weekdieren
IX Eieren en gameten van levende vissen X Broedeieren
XI Sperma, eicellen, embryo's XII Andere zoogdieren
XIII Andere vogels XIV Reptilia
XV Amfibia
XVI Andere vertebraten XVII Bijen
2. PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG Hoofdcategorieën van producten
I Vers vlees van huisdieren 1 en wild 2, met inbegrip van slachtafvallen en bloed, bestemd voor menselijke consumptie
II Uit onder I omschreven vlees bereide vleesproducten en andere producten van dierlijke oorsprong, bestemd voor menselijke consumptie (gehakt vlees, vleesbereidingen, darmen)
III Vloeibare melk en melk in poedervorm, bestemd voor en niet bestemd voor menselijke consumptie
IV Melkproducten, bestemd voor en niet bestemd voor menselijke consumptie (met inbegrip van colostrum)
V Visserijproducten, bestemd voor menselijke consumptie, met inbegrip van tweekleppige weekdieren en schaaldieren
VI Eieren, bestemd voor menselijke consumptie, en eiproducten VII Producten van de bijenteelt
VIII Eetbare slakken en kikkerbilletjes, bestemd voor menselijke consumptie
1 Runderen, varkens, paarden, geiten, schapen, pluimvee.
2 Gekweekt wild, vrij wild van de soorten leporidae en hoefdieren, vederwild, andere zoogdieren.
IX Huiden van hoefdieren, wol, haar, haar van varkens, veren of delen van veren, jachttrofeeën X Beenderen, hoornen en hoeven, en producten daarvan, met uitzondering van meel
XI Gelatine, bestemd voor menselijke consumptie, en grondstoffen voor de productie van gelatine, bestemd voor menselijke consumptie
XII Verwerkte dierlijke eiwitten (meel en kanen), reuzel en gesmolten vet, met inbegrip van vismeel en visolie
XIII Bloed en bloedproducten van hoefdieren en pluimvee (met inbegrip van serum van paardachtigen), amnionvocht, bestemd voor de farmaceutische industrie of voor technische doeleinden, behalve voor diervoeding
XIV Pathogene stoffen
XV Andere dierlijke afvallen: laagrisicomateriaal als grondstof voor de farmaceutische industrie, voor technische doeleinden of voor gebruik in diervoeding (met inbegrip van voeder voor gezelschapsdieren)
XVI Voeder voor gezelschapsdieren XVII Verwerkte en niet-verwerkte mest.
Aanhangsel I.B
- Planten en plantaardige producten die potentieel drager zijn van plagen
- Verpakkingsmateriaal, vervoermiddelen, recipiënten, grond, groeimedia en ieder ander organisme, voorwerp of materiaal dat als drager of verspreider van een plaag kan optreden.
Aanhangsel I.C 1
Dierenwelzijnsnormen
Normen met betrekking tot:
- het bedwelmen en het slachten van dieren
1 Het in artikel 16 bedoelde comité stelt binnen één jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst een werkplan vast voor de opstelling van andere dierenwelzijnsnormen die van belang zijn voor de partijen.
Aanhangsel I.D
Aangelegenheden waarop deze overeenkomst in eerste instantie niet van toepassing is
Sanitaire maatregelen met betrekking tot:
1. Levensmiddelenadditieven (alle levensmiddelenadditieven en kleurstoffen)
2. Hulpstoffen bij de verwerking
3. Smaakstoffen
4. Bestraling (ionisatie)
5. Chemische stoffen die hun oorsprong vinden in de migratie van stoffen uit verpakkings- materiaal
6. Etikettering van levensmiddelen
7. Vermelding van de voedingswaarde
8. Diervoederadditieven
9. Diervoeders
10. Gemedicineerde diervoeders en voormengsels
11. Genetisch gemodificeerde organismen (ggo's).
Aanhangsel II
BEVOEGDE AUTORITEITEN
A. Bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap
De controlebevoegdheid berust bij de nationale diensten van de lidstaten en de Europese Commissie en is als volgt verdeeld:
- Met betrekking tot de uitvoer naar Chili zijn de lidstaten bevoegd voor de controle op de productieomstandigheden en -voorschriften, inclusief de voorgeschreven inspecties en de afgifte van gezondheidscertificaten (of certificaten inzake dierenwelzijn) betreffende de inachtneming van de overeengekomen normen en eisen.
- Met betrekking tot de invoer uit Chili zijn de lidstaten bevoegd voor de controle op de naleving van de invoervoorwaarden van de Gemeenschap.
- De Europese Commissie is bevoegd voor de algemene coördinatie, de inspecties/audits van de controleregelingen en de vereiste wetgevende maatregelen die een uniforme toepassing van de normen en voorschriften in de Europese interne markt moeten garanderen.
B. Bevoegde autoriteiten van Chili
Het ministerie van Landbouw is, via de «Servicio Agrícola y Ganadero», de bevoegde instantie die gaat over alle voorschriften met betrekking tot:
- sanitaire (diergezondheid) en fytosanitaire (plantgezondheid) maatregelen die van toepassing zijn op de in- en uitvoer van dieren en planten en producten daarvan;
- sanitaire en fytosanitaire maatregelen die werden ingesteld om het risico op de insleep van dierenziekten en plagen te verminderen, de verspreiding van deze ziekten en plagen te bestrijden en ze uit te roeien; alsmede
- de afgifte van de sanitaire en fytosanitaire uitvoercertificaten voor dierlijke en plantaardige producten.
Het ministerie van Gezondheid is de instantie die bevoegd is voor de gezondheidscontrole op alle levensmiddelen, zowel eigen productie als import, die voor menselijke consumptie bestemd zijn, en voor de gezondheidscertificering van voor de uitvoer vervaardigde voedingsproducten, met uitzondering van de hydrobiologische producten.
De onder het ministerie van Economische Zaken ressorterende «Servicio Nacional de Pesca» is de instantie die bevoegd is voor de controle op de gezondheidskwaliteit van voor de uitvoer bestemde zeeproducten en voor de afgifte van de bijbehorende officiële certificaten. Deze dienst is tevens bevoegd voor de bescherming van de gezondheidsstatus van waterdieren, de gezondheids- certificering van voor de uitvoer bestemde waterdieren, en de controle op de invoer van waterdieren, aas en voeder voor de aquacultuur.
Aanhangsel III
LIJST VAN MEE TE DELEN ZIEKTEN EN PLAGEN TEN AANZIEN WAARVAN REGIONALISATIE WORDT TOEGEPAST
Aanhangsel III.A
Dier- en visziekten waarvoor kennisgeving dient te geschieden, de status van de partijen erkend is en regionalisatiebesluiten kunnen worden genomen
Ziekten | Communautaire rechtsgrondslag | Rechtsgrondslag Chili | |
Algemeen | Bijzonder | ||
Mond - en klauwzeer | Richtlijnen 85/511, 64/432, 82/894 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 4) Decreto Supremo del Ministerio de Agricultura N°46/78 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/ 99 7) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero N°1150/2000 | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero: N°1487/92, 1692/92, 2404/96,1447/95, 1042/99, 2738/99, 2405/96, 624/99, 1483/92, 1260/96, 1995/97, 487/oo, 1446/95, 685/94, 1994/94, 1066/97, 937/95, 431/98, 2935/98, 938/91. |
Vesiculaire varkensziekte | Richtlijnen 92/119, 64/432, 82/894 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Xx00/00 | Xxxxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx x Xxxxxxxx Xx000/00, 1066/97,25/00, 3397/98, 2379/97, 24/00 |
Ziekten | Communautaire rechtsgrondslag | Rechtsgrondslag Chili | |
Algemeen | Bijzonder | ||
5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/99 7) Xxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx x Xxxxxxxx Xx0000/0000 | |||
Xxxxxxxxxxx stomatitis | Richtlijnen 92/119, 82/894 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/99 7) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero N°1150/2000 | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero N°1487/92, 1692/92, 2404/96,1447/95, 1042/99, 2738/99, 2405/96, 624/99, 1483/92, 1260/96, 1995/97, 487/00, 1446/95, 685/94, 1994/94, 1066/97, 937/95, 431/98, 2935/98, 938/91. |
Paardenpest | Richtlijnen 90/426, 92/35, 82/894 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/99 7) Resolución del | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero: 1486/92, 1258/96, 1808/90, 3274/94, 2854/95, 3393/96, 2496/94, 1806/90, 431/98 |
Ziekten | Communautaire rechtsgrondslag | Rechtsgrondslag Chili | |
Algemeen | Bijzonder | ||
Servicio Xxxxxxxx x Xxxxxxxx Xx0000/0000 | |||
Xxxxxxxxxx varkenspest | Richtlijnen 64/432, 82/894 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/99 7) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero N°1150/2000 | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero: N°685/94, 1066/97, 25/00, 3397/98, 2379/97, 24/00 |
Blauwtong | Richtlijnen 92/119, 82/894 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/99 7) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero N°1150/2000 | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero: N°1487/92, 1692/92, 2404/96,1447/95, 1042/99, 2738/99, 2405/96, 624/99, 1483/92, 1260/96, 1995/97, 487/oo, 1446/95, 685/94, 1994/94, 1066/97, 937/95, 431/98, 2935/98, 938/91. |
Sterk pathogene aviaire influenza | Richtlijnen 92/40, 90/539, 82/894 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero: 4019/97, 1550/98, 2809/96, 3601/96, 1654/95, 685/93, 1597/97, 431/98. |
Ziekten | Communautaire rechtsgrondslag | Rechtsgrondslag Chili | |
Algemeen | Bijzonder | ||
Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/99 7) Xxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx x Xxxxxxxx Xx0000/0000 | |||
Xxxxxxxxxxxxxxx | Richtlijnen 92/66, 90/539, 82/894 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/99 7) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero N°1150/2000 | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero: 4019/97, 1550/98, 2809/96, 3601/96, 1654/95, 685/93, 1597/97, 431/98. |
"Peste des petits ruminants" (ziekte van kleine herkauwers) | Richtlijn 92/119 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3)Decreto con Fuerza de Ley Reglamento Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Xxxxxxxx Xxxxxxxx x Xxxxxxxx, XXX. Xx 0000/00 | Xxxxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx x Xxxxxxxx: 1483/92, 1260/96, 1995/97, 1446/95,35/01, 55/9,1725/90. |
Ziekten | Communautaire rechtsgrondslag | Rechtsgrondslag Chili | |
Algemeen | Bijzonder | ||
7) Xxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx x Xxxxxxxx Xx0000/0000 | |||
Xxxxxxxxxx | Richtlijnen 92/119, 64/432, 82/894 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/99 7) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero N°1150/2000 | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero: N°1487/92, 1692/92, 2404/96,1447/95, 1042/99, 2738/99, 2405/96, 624/99, 1483/92, 1260/96, 1995/97, 487/oo, 1446/95, 685/94, 1994/94, 1066/97, 937/95, 431/98, 2935/98, 938/91. |
Klassieke varkenspest | Richtlijnen 80/217, 82/894, 64/432, 2001/89 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/99 7) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero N°1150/2000 | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero N°685/94, 1066/97, 25/00, 3397/98, 2379/97, 24/00 |
Besmettelijke longziekte bij runderen | Richtlijnen 64/432, 82/894 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero:1487792,16 92/92, 2404/96, 1447/95, 2738/99, 2405/96, 624/99, 2374/97, 1259/96,1720/95, |
Ziekten | Communautaire rechtsgrondslag | Rechtsgrondslag Chili | |
Algemeen | Bijzonder | ||
Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/99 7) Xxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx x Xxxxxxxx Xx0000/0000 | 1688/92,1465/95, 2434/94. | ||
Schapen- en geitenpokken | Richtlijnen 92/119, 82/894 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de LeyReglamento ReformaAgraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/99 7) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero N°1150/2000 | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero:1483/92, 1260/96, 1446/95, 1995/97, 35/01, 55/99. |
Riftdalkoorts | Richtlijnen 92/119, 82/894 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Xxxxxxxx Xxxxxxxx x Xxxxxxxx, XXX. Xx 0000/, 00 | Xxxxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx x Xxxxxxxx: 1487/92, 1692/92, 2404/96 1447/95, 2738/992405/96,624/9 91483/92, 1260/96, 1995/97, 1446/95, 2374/97, 1259/96, 1720/951688/92, 1465/95, 2434/94. |
Ziekten | Communautaire rechtsgrondslag | Rechtsgrondslag Chili | |
Algemeen | Bijzonder | ||
7) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero N°1150/2000 | |||
Besmettelijke nodulaire dermatose (lumpy skin disease) | Richtlijnen 92/119, 82/894 | 1). Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/ 99 7) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero N°1150/2000 | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero: N°1487/92, 1692/92, 2404/96,1447/95, 1042/99, 2738/99, 2405/96, 624/99, 1483/92, 1260/96, 1995/97, 487/oo, 1446/95, 685/94, 1994/94, 1066/97, 937/95, 431/98, 2935/98, 938/91. |
Venezolaanse paardenencefalomeyelitis | Richtlijn 90/426 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/99 7) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero N°1150/2000 | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero: 1486/92, 1258/96, 1808/90, 3274/94, 2854/95, 3393/96, 2496/94. |
Kwade droes | Richtlijn 90/426 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero: 1486/92, 1258/96, 1808/90, 3274/94, 2854/95, 3393/96, 2496/94, 1806/90, 431/98 |
Ziekten | Communautaire rechtsgrondslag | Rechtsgrondslag Chili | |
Algemeen | Bijzonder | ||
Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/99 7) Xxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx x Xxxxxxxx Xx0000/0000 | |||
Xxxxxxx | Richtlijn 90/426 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/99 7) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero N°1150/2000. | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero: 1486/92, 1258/96, 1808/90, 3274/94, 2854/95, 3393/96, 2496/94, 1806/90, 431/98 |
Besmettelijke varkensverlamming (Teschenerziekte) | Richtlijn 82/894 | 1) Decreto Xxx Xx000/00 2) Decreto Supremo del Ministerio Agricultura, Industria y Xxxxxxxxxxxx Xx000/00 3) Decreto con Fuerza de Ley Reglamento Reforma Agraria del Ministerio de Hacienda Nº16/63 5) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero, SAG N°1254/91 6) Resolución del | Resoluciones del Servicio Agrícola y Ganadero : N°685/94, 1066/97, 25/00, 3397/98, 2379/97, 24/00 |
Ziekten | Communautaire rechtsgrondslag | Rechtsgrondslag Chili | |
Algemeen | Bijzonder | ||
Servicio Agrícola y Ganadero, SAG. Nº 3138/99 7) Resolución del Servicio Agrícola y Ganadero N°1150/2000 | |||
Infectieuze hematopoïetische necrose (IHN) | Richtlijnen 91/67, 82/894 | Decreto Supremo del Ministerio de Economía Nº 430/91 | |
Virale hemorragische septikemie (VHS) | Richtlijn 91/67 | Decreto Supremo del Ministerio de Economía Nº 430/91. | |
Infectieuze anemie bij zalm | Richtlijnen 91/67, 82/894 | Decreto Supremo del Ministerio de Economía Nº 430/91. | |
Bonamia ostreae | Richtlijnen 91/67, 95/70 | Decreto Supremo del Ministerio de Economía Nº 430/91. | |
Xxxxxxxxx refringens | Richtlijnen 91/67, 95/70 | Decreto Supremo del Ministerio de Economía Nº 430/91. |
Aanhangsel III.B
Plagen waarvoor kennisgeving dient te geschieden, de status van de partijen erkend is en regionalisatiebesluiten kunnen worden genomen 1
Met betrekking tot de toestand in Chili:
1. Plagen die worden geacht nergens in Chili voor te komen.
2. Plagen die in Chili voorkomen en onder officiële controle zijn.
3. Plagen die in Chili voorkomen, die onder officiële controle zijn en ten aanzien waarvan plagenvrije zones zijn ingesteld.
Met betrekking tot de toestand in de Europese Gemeenschap:
1. Plagen die worden geacht nergens in de Gemeenschap voor te komen en relevant zijn voor de gehele Gemeenschap, of een deel daarvan.
2. Plagen die in de Gemeenschap voorkomen en relevant zijn voor de gehele Gemeenschap.
3. Plagen die in de Gemeenschap voorkomen en ten aanzien waarvan plagenvrije zones zijn ingesteld.
1 Het in artikel 16 bedoelde comité vervolledigt deze lijsten met een besluit.
Aanhangsel IV
REGIONALISATIE EN INDELING IN GEBIEDEN
A. Dier- en visziekten
1. Dierziekten
De erkenning van de dierziektestatus van een partij of een gebied daarvan geschiedt op basis van de International Animal Health Code van het OIE "Recognition of the disease/infection free status of a country or a zone and epidemiological surveillance systems".
De regionalisatiebesluiten voor dierziekten worden genomen op basis van de International Animal Health Code van het OIE "Zoning and regionalisation".
2. Aquacultuurziekten
De regionalisatiebesluiten voor aquacultuurziekten worden genomen op basis van de International Aquatic Animal Health Code van het OIE.
B. Plagen
De criteria aan de hand waarvan wordt vastgesteld of een gebied vrij is van bepaalde plagen, dienen in overeenstemming te zijn met de bepalingen van:
- de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen nr. 4 van de FAO "Requirements for the establishment of pest free areas" en de relevante definities van de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen nr. 5 van de FAO "Glossary of phytosanitary terms"; of
- artikel 2, lid 1, onder h), van Xxxxxxxxx 2000/29/EG van de Raad.
C. Criteria voor de erkenning van de bijzondere dierziektestatus van het grondgebied of een gebied van een partij
1. Wanneer de importerende partij van oordeel is dat haar grondgebied of een deel daarvan vrij is van een niet in aanhangsel III.A opgenomen dierziekte, legt zij de exporterende partij de passende bewijsstukken voor waarin met name de volgende gegevens worden verstrekt:
- de aard van de ziekte en een historisch overzicht van het voorkomen van de ziekte op haar grondgebied;
- de resultaten van de in het kader van het toezicht uitgevoerde tests op basis van serologisch, microbiologisch, pathologisch of epidemiologisch onderzoek en op basis van de wettelijke meldplicht bij de bevoegde autoriteiten;
- de periode waarover dit toezicht werd verricht;
- in voorkomend geval, de periode waarin en het geografische gebied waarvoor een vaccinatie- verbod tegen de ziekte van kracht was;
- de regels voor de controle op de afwezigheid van de ziekte.
2. De algemene of specifieke aanvullende garanties die de importerende partij kan eisen, mogen niet verder gaan dan wat deze op het eigen nationaal niveau toepast.
3. De partijen stellen elkaar in kennis van iedere wijziging in de in lid 1 gespecificeerde gegevens met betrekking tot de ziekte. De overeenkomstig lid 2 gedefinieerde aanvullende garanties kunnen in het licht van een dergelijke kennisgeving worden gewijzigd of ingetrokken door het in artikel 16 van deze overeenkomst bedoelde comité.
Aanhangsel V
PRIORITAIRE SECTOREN OF SUBSECTOREN WAARVOOR DE ERKENNING VAN GELIJKWAARDIGHEID KAN WORDEN AFGEGEVEN ALSMEDE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN INZAKE VOORLOPIGE GOEDKEURING VAN INRICHTINGEN
A. Prioritaire sectoren of subsectoren, in orde van belangrijkheid, waarvoor de erkenning van gelijkwaardigheid kan worden afgegeven
Lijst van prioriteiten als bedoeld in artikel 7, lid 4, die zal worden vervolledigd door het in artikel 16 bedoelde comité.
B. Voorwaarden en bepalingen inzake voorlopige goedkeuring van inrichtingen
1. Bij een voorlopige goedkeuring van inrichtingen verleent de importerende partij, met het oog op de invoer, een voorlopige goedkeuring voor de inrichtingen in de exporterende partij op basis van de door die partij gegeven passende garanties, zonder dat zij een voorafgaande inspectie van de afzonderlijke inrichtingen heeft verricht, in overeenstemming met de bepalingen van lid 4. Volgens dezelfde procedure en onder dezelfde voorwaarden wijzigen of vervolledigen de partijen de in lid 2 vastgestelde lijsten, teneinde rekening te houden met nieuwe aanvragen en garanties.
Uitsluitend voor de eerste lijst van inrichtingen kan verificatie deel uitmaken van de procedure in overeenstemming met de bepalingen van lid 4, onder d).
2. De voorlopige goedkeuring wordt in eerste instantie beperkt tot de volgende categorieën van inrichtingen:
Slachthuizen voor vers vlees van huisdieren (deel 2.I van aanhangsel I.A) |
Alle inrichtingen met uitzondering van slachthuizen voor vers vlees van huisdieren |
Alle inrichtingen voor vers vlees van vrij en gekweekt wild |
Alle inrichtingen voor vlees van pluimvee |
Alle inrichtingen voor vleesproducten van alle soorten |
Alle inrichtingen voor andere producten van dierlijke oorsprong, bestemd voor menselijke consumptie (bv. darmen, vleesbereidingen, gehakt vlees) |
Alle inrichtingen voor melk en melkproducten, bestemd voor menselijke consumptie |
Verwerkingsinrichtingen en fabrieksvaartuigen voor visserijproducten, bestemd voor menselijke consumptie, met inbegrip van tweekleppige weekdieren en schaaldieren |
Verwerkingsinrichtingen voor vismeel en visolie |
Verwerkingsinrichtingen voor gelatine |
Alle inrichtingen voor eieren en eiproducten |
3. De importerende partij stelt lijsten op van voorlopig goedgekeurde inrichtingen en maakt deze algemeen bekend.
4. Voorwaarden en procedures inzake voorlopige goedkeuring
a) De importerende partij moet toestemming hebben verleend voor de invoer van het dierlijke product in kwestie uit de exporterende partij en de toepasselijke invoervoorwaarden en certificeringseisen voor de betrokken producten moeten zijn vastgesteld.
b) De bevoegde autoriteit van de exporterende partij moet de importerende partij de nodige garanties hebben gegeven dat de inrichtingen op haar lijst of lijsten aan de toepasselijke gezondheidseisen van de importerende partij voldoen, en zij moet deze inrichtingen tevens officieel hebben goedgekeurd voor uitvoer naar de importerende partij.
c) De bevoegde autoriteit van de exporterende partij moet over een werkelijke macht beschikken om de exportactiviteiten naar de importerende partij van een inrichting waarvoor zij garanties heeft gegeven, op te schorten indien deze inrichting de genoemde garanties niet in acht neemt.
d) Een door de importerende partij overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 van de overeenkomst verrichte verificatie kan deel uitmaken van de procedure voor voorlopige goedkeuring. Deze verificatie heeft betrekking op de structuur en de organisatie van de bevoegde autoriteit die over de goedkeuring voor de inrichting besluit, alsmede op de bevoegdheden waarover zij beschikt en de garanties die zij kan geven ten aanzien van de uitvoering van de regels van de importerende partij. In het kader van de verificatie kunnen bij een bepaald, representatief aantal inrichtingen die op de door de exporterende partij verstrekte lijst of lijsten zijn vermeld, inspecties ter plaatse worden verricht.
Rekening houdende met de specifieke bevoegdheidsstructuur en -verdeling in de Gemeenschap, kan een dergelijke verificatie in de Gemeenschap betrekking hebben op individuele lidstaten.
e) Op grond van de resultaten van de onder d) bedoelde verificatie kan de importerende partij de bestaande lijst van inrichtingen wijzigen.
Aanhangsel VI
BEPALING VAN GELIJKWAARDIGHEID
1. Beginselen
a) De gelijkwaardigheid kan worden bepaald voor een aparte maatregel en/of een geheel van maatregelen en/of regelingen die betrekking hebben op een bepaald handelsartikel of categorieën van handelsartikelen.
b) Het onderzoek dat op verzoek van de exporterende partij door de importerende partij wordt verricht met het oog op de erkenning van de gelijkwaardigheid van de door de exporterende partij op een specifiek handelsartikel toegepaste maatregelen, is geen reden om de handel te verstoren of de lopende invoer van dit handelsartikel uit de exporterende partij op te schorten.
c) De bepaling van de gelijkwaardigheid van maatregelen is een interactief proces tussen de exporterende en de importerende partij. Dit proces houdt in dat de exporterende partij een objectief bewijs van gelijkwaardigheid van aparte maatregelen levert en de importerende partij een objectieve beoordeling van dit bewijs verricht, teneinde eventueel de gelijkwaardigheid te erkennen.
d) Het uiteindelijke besluit over de erkenning van de gelijkwaardigheid van de toepasselijke maatregelen van de exporterende partij wordt uitsluitend door de importerende partij genomen.
2. Voorafgaande voorwaarden
a) De exporterende partij kan de procedure voor de bepaling van de gelijkwaardigheid slechts inleiden wanneer de importerende partij de exporterende partij voor de invoer van het handelsartikel waarvoor de gelijkwaardigheid wordt gevraagd, in haar lijst van goedgekeurde landen heeft opgenomen. Dit hangt af van de dier- of plantgezondheidsstatus, de wetgeving en de doelmatigheid van het inspectie- en controlesysteem voor het handelsartikel in de exporterende partij. In dit verband wordt rekening gehouden met de wetgeving in de betrokken sector en de structuur van de bevoegde autoriteit van het exporterende land alsook haar hiërarchische keten, autoriteit, operationele procedures, middelen en de door haar behaalde resultaten bij inspecties en controles, waaronder de mate waarin zij de regels voor het handelsartikel in kwestie kan doen naleven en de regelmaat en snelheid waarmee zij informatie doorgeeft aan de importerende partij wanneer een risico wordt vastgesteld. De erkenning kan worden onderbouwd met documentatie, verificatie en eerdere gedocumenteerde ervaringen.
b) De partijen leiden de procedure voor de bepaling van de gelijkwaardigheid in op basis van de in aanhangsel V.A vastgelegde prioriteiten.
c) De exporterende partij leidt de procedure alleen in wanneer er geen door de importerende partij ingestelde vrijwaringsmaatregelen van toepassing zijn op de exporterende partij voor het handelsartikel.
3. De procedure
a) De exporterende partij leidt de procedure in door bij de importerende partij een verzoek in te dienen voor de erkenning van de gelijkwaardigheid van een aparte maatregel en/of een geheel van maatregelen en/of regelingen die van toepassing zijn op een handelsartikel of een categorie van handelsartikelen in een sector of subsector.
b) In voorkomend geval omvat dit verzoek ook het verzoek, tezamen met de vereiste stukken, om goedkeuring door de importerende partij, op basis van gelijkwaardigheid, van ieder programma of plan van de exporterende partij dat door de importerende partij als voorwaarde wordt gesteld voor de acceptatie van invoer van het betrokken handelsartikel (bv. een residubewakingsplan).
c) In haar verzoek:
i) zet de exporterende partij het belang van het betrokken handelsartikel voor de handel uiteen;
ii) geeft zij, voor alle maatregelen die door de importerende partij als voorwaarde voor de invoer van het betrokken handelsartikel worden gesteld, aan aan welke specifieke maatregel(en) zij kan voldoen;
iii) geeft zij, voor alle maatregelen die door de importerende partij als voorwaarde voor de invoer van het betrokken handelsartikel worden gesteld, aan voor welke specifieke maatregel(en) zij erkenning van de gelijkwaardigheid wenst.
d) In haar antwoord op dit verzoek zet de importerende partij het algemene en specifieke doel en de reden voor haar maatregel(en) uiteen, inclusief een omschrijving van het risico.
e) Met deze toelichting legt de importerende partij de exporterende partij het verband uit tussen haar binnenlandse maatregelen en haar voorwaarden voor invoer van het betrokken handelsartikel.
f) De exporterende partij levert de importerende partij op objectieve wijze het bewijs dat de door haar aangegeven maatregelen gelijkwaardig zijn aan de invoervoorwaarden voor het betrokken handelsartikel.
g) De importerende partij verricht een objectieve beoordeling van het bewijs van gelijkwaardigheid van de exporterende partij.
h) De importerende partij stelt vast of er al dan niet sprake is van gelijkwaardigheid.
i) De importerende partij verstrekt de exporterende partij een omstandige toelichting bij en ondersteunende gegevens voor haar bepaling en besluit indien de exporterende partij dit verlangt.
4. Bewijs van gelijkwaardigheid van maatregelen door de exporterende partij en beoordeling van dit bewijs door de importerende partij
a) De exporterende partij toont op objectieve wijze de gelijkwaardigheid aan voor iedere door haar aangegeven maatregel die in de invoervoorwaarden van de importerende partij is opgenomen. In voorkomend geval dient het objectieve bewijs van gelijkwaardigheid te worden geleverd voor ieder plan of programma dat door de importerende partij als voorwaarde voor invoer wordt gesteld (bv. een residubewakingsplan).
b) In deze context dienen het objectieve bewijs en de objectieve beoordeling zo veel mogelijk te worden gebaseerd op:
- internationaal erkende normen; en/of
- normen die berusten op degelijk wetenschappelijk bewijs; en/of
- risicobeoordeling; en/of
- objectieve, gedocumenteerde ervaringen uit het verleden; en
- de wettelijke status of het niveau van de bestuursrechtelijke status van de maatregelen; en
- het niveau waarop de maatregelen worden uitgevoerd en gehandhaafd, op basis van met name:
- de overeenkomstige resultaten van bewakings- en monitoringprogramma's;
- de inspectieresultaten van de exporterende partij;
- de resultaten van analyses met behulp van erkende analysemethoden;
- de resultaten van verificaties en invoercontroles, verricht door de importerende partij;
- de efficiency van de bevoegde autoriteiten van de exporterende partij; en
- eerdere ervaringen.
5. Conclusie van de importerende partij
Indien de importerende partij tot een negatieve conclusie komt, dient zij deze aan de exporterende partij te verklaren.
Aanhangsel VII
VERIFICATIERICHTSNOEREN
Verificatie kan gebeuren op basis van audits en/of controles ter plaatse. In dit aanhangsel wordt verstaan onder:
a) de "geverifieerde partij": de partij ten aanzien van wie de verificatie wordt verricht;
b) de "verifiërende partij": de partij die de verificatie verricht.
1. Algemene verificatiebeginselen
1.1. De verificatie dient te gebeuren in onderlinge samenwerking tussen de verifiërende en de geverifieerde partij in overeenstemming met de in dit aanhangsel vastgestelde bepalingen.
1.2. De verificatie moet erop gericht zijn de efficiency van de controles van de geverifieerde partij te toetsen en niet individuele dieren, groepen dieren, zendingen van inrichtingen uit de voedingssector of individuele partijen van planten of plantaardige producten af te keuren. Wanneer uit een verificatie blijkt dat er een ernstig risico bestaat voor de gezondheid van mens, dier of plant, neemt de geverifieerde partij onmiddellijk corrigerende maatregelen. Het verificatieproces kan onder andere een onderzoek naar de desbetreffende reglementeringen en de uitvoeringswijze ervan omvatten alsook een evaluatie van het eindresultaat, de mate van overeenstemming en de op basis daarvan te nemen corrigerende maatregelen.
1.3. De frequentie van de verificaties wordt aangepast aan de resultaten. Bij matige resultaten wordt de frequentie verhoogd; bij ontoereikende resultaten neemt de geverifieerde partij corrigerende maatregelen tot genoegdoening van de verifiërende partij.
1.4. De verificaties en de daarop gebaseerde besluiten moeten transparant en consistent zijn.
2. Beginselen met betrekking tot de verifiërende partij
De verifiërende partij moet een plan opstellen, bij voorkeur overeenkomstig internationaal erkende normen, dat de volgende punten omvat:
2.1. het onderwerp, de reikwijdte en de gedetailleerdheid van de verificatie;
2.2. datum en plaats van de verificatie, tezamen met een tijdschema dat loopt tot de opstelling van het eindverslag;
2.3. de taal of talen waarin de verificatie wordt verricht en het verslag wordt geschreven;
2.4. de identiteit van de auditors, met vermelding van de leider als in teamverband wordt gewerkt. Voor de verificatie van specifieke regelingen en programma's kan gespecialiseerde beroepskennis vereist zijn;
2.5. een programma van de vergaderingen met ambtenaren en de bezoeken aan inrichtingen of voorzieningen, waar van toepassing. Er dient niet van tevoren te worden meegedeeld welke inrichtingen of voorzieningen zullen worden bezocht;
2.6. de verifiërende partij dient de vertrouwelijkheid van commerciële gegevens te eerbiedigen rekening houdende met de bepalingen inzake vrijheid van informatie. Belangenconflicten moeten worden vermeden;
2.7. inachtneming van de voorschriften betreffende veiligheid en gezondheid op het werk, en van de rechten van de betrokkenen. Dit plan wordt vooraf met vertegenwoordigers van de geverifieerde partij bezien.
3. Beginselen met betrekking tot de geverifieerde partij
Om de verificatie te vergemakkelijken moeten de door de geverifieerde partij genomen maatregelen aan de volgende principes voldoen:
3.1. De geverifieerde partij verleent de verifiërende partij alle medewerking en wijst daarvoor verantwoordelijke medewerkers aan. De medewerking kan bijvoorbeeld betrekking hebben op:
- de toegang tot alle desbetreffende reglementeringen en normen;
- de toegang tot overeenstemmingsprogramma's en adequate registers en documenten;
- de toegang tot audit- en controleverslagen;
- documentatie inzake corrigerende maatregelen en sancties;
- vergemakkelijking van de toegang tot inrichtingen.
3.2. De geverifieerde partij moet een gedocumenteerd programma uitvoeren om de verifiërende partij het bewijs te leveren dat op consistente en uniforme wijze aan de normen wordt voldaan.
4. Procedures
4.1. Startvergadering
Met vertegenwoordigers van de partijen wordt een startvergadering gehouden. Op deze vergadering geeft de verifiërende partij een overzicht van het verificatieprogramma en bevestigt zij dat de nodige middelen, documentatie en andere voorzieningen voor het verrichten van de verificatie beschikbaar zijn.
4.2. Onderzoek van de documenten
Het onderzoek van de documenten kan bestaan uit een onderzoek van de in punt 3.1 bedoelde documenten en gegevens, van de structuren en bevoegdheden van de geverifieerde partij, en van elke relevante wijziging in de controle- en certificeringsregelingen die sedert de inwerkingtreding van de overeenkomst of de laatste verificatie is aangebracht, waarbij de nadruk wordt gelegd op de uitvoering van de aspecten in de controle- en certificerings- regelingen die op de betrokken dieren, dierlijke producten, planten of plantaardige producten betrekking hebben. Hiertoe kunnen onder meer relevante gegevens en documenten betreffende keuringen en certificeringen worden onderzocht.
4.3. Controles ter plaatse
4.3.1. Tot deze maatregel kan worden besloten op basis van een risico-evaluatie, waarbij rekening wordt gehouden met factoren zoals de betrokken dieren, dierlijke producten, planten of plantaardige producten, de wijze waarop de industriële sector of het exporterende land in het verleden de voorschriften in acht heeft genomen, de omvang van de productie en van de in- en uitvoer, wijzigingen inzake infrastructuur en de nationale controle- en certificerings- regelingen.
4.3.2. Controle ter plaatse kan ook inhouden dat een bezoek wordt gebracht aan productie- en verwerkingsinstallaties, ruimten voor de handling en opslag van voedsel, en controle- laboratoria om na te gaan of de informatie in het onder 4.2 bedoelde documentatiemateriaal met de werkelijkheid overeenstemt.
4.4. Follow-up verificatie
Wanneer een follow-up verificatie wordt verricht om na te gaan of tekortkomingen zijn bijgestuurd, kan worden volstaan met een onderzoek van de punten die bijsturing vereisten.
5. Werkdocumenten
De formulieren voor de rapportage van de bevindingen en conclusies van een audit worden zoveel mogelijk genormaliseerd met het oog op een grotere uniformiteit, transparantie en efficiency bij de verificatie. De werkdocumenten kunnen een checklist van de te evalueren gegevens bevatten. Een dergelijke checklist kan betrekking hebben op:
- wetgeving;
- structuur en werking van inspectie- en certificeringsdiensten;
- personeelsbezetting en werkprocedures, gezondheidsstatistieken, bemonsteringsplannen en
-resultaten;
- maatregelen en procedures inzake overeenstemming;
- rapportage- en klachtenprocedures; en
- opleidingsprogramma's.
6. Slotvergadering
Er wordt een slotvergadering gehouden met vertegenwoordigers van de partijen, onder wie ook, in voorkomend geval, de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor de nationale controle- en certificeringsprogramma's. Tijdens deze vergadering presenteert de verifiërende partij de resultaten van de verificatie op een heldere en beknopte wijze, zodat iedereen de conclusies van de audit kan begrijpen. De geverifieerde partij stelt een actieplan voor de correctie van eventueel geconstateerde tekortkomingen op, bij voorkeur met een tijdschema voor de voltooiing daarvan.
7. Verslaglegging
Het ontwerprapport van de verificatie wordt de geverifieerde partij binnen 20 werkdagen toegezonden. Zij heeft vervolgens 25 werkdagen de tijd om opmerkingen bij het ontwerprapport in te dienen, die worden toegevoegd aan en, in voorkomend geval, opgenomen in het eindverslag.
Wanneer er evenwel in de loop van de verificatie een aanmerkelijk gezondheidsrisico voor mens, dier of plant wordt vastgesteld, wordt de geverifieerde partij hiervan zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen 10 werkdagen na het einde van de verificatie in kennis gesteld.
Aanhangsel VIII
INVOERCONTROLES EN RETRIBUTIES VOOR KEURINGEN EN CONTROLES
A. Beginselen voor de invoercontroles
De controles bij invoer bestaan uit documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles.
De materiële controles van dieren en dierlijke producten alsmede de frequentie waarmee deze controles worden verricht, zijn afhankelijk van het risico dat aan dergelijke invoer is verbonden.
Bij het verrichten van de plantgezondheidscontroles ziet de importerende partij erop toe dat de planten, plantaardige producten en andere goederen, alsmede hun verpakking, aan een officieel en grondig onderzoek worden onderworpen, in hun geheel of aan de hand van een representatief monster, en dat zo nodig ook de vervoermiddelen aan een officieel en grondig onderzoek worden onderworpen, teneinde er, voorzover dit kan worden geconstateerd, zeker van te zijn dat zij niet zijn besmet door een plaag.
Indien uit de controles blijkt dat niet aan de geldende normen en/of eisen wordt voldaan, neemt de importerende partij officiële maatregelen die in verhouding staan tot het betrokken risico. Indien mogelijk krijgt de importeur of zijn vertegenwoordiger toegang tot de zending en wordt hij in de gelegenheid gesteld de nodige informatie te verstrekken die de importerende partij kan helpen bij het nemen van een definitief besluit over de zending. Een dergelijk besluit moet in verhouding staan tot het risico.
B. Frequentie van materiële controles
B.1. Dieren en dierlijke producten
a) Invoer in de Gemeenschap
Soort grenscontrole | Frequentie |
1. Documentencontrole | 100% |
2. Overeenstemmingscontrole | 100% |
3. Materiële controle | |
Levende dieren | 100% |
Producten van categorie I Vers vlees, met inbegrip van slachtafvallen, en producten van runderen, schapen, geiten, varkens en paarden, als omschreven in Richtlijn 92/5/EEG van de Raad. Visproducten die in hermetisch gesloten recipiënten worden verpakt om ze stabiel te houden bij omgevingstemperaturen, verse en bevroren vis, en droge en/of gezouten visserijproducten. Hele eieren Reuzel en gesmolten vet Darmen (natuurlijke) Broedeieren | 20% |
Producten van categorie II Vlees van pluimvee en producten daarvan Konijnenvlees en vlees van (vrij/gekweekt) wild en producten daarvan Melk en melkproducten (voor menselijke consumptie) Eiproducten Verwerkte dierlijke eiwitten voor menselijke consumptie Andere visserijproducten dan die vermeld onder 20% Tweekleppige weekdieren Honing | 50% |
Producten van categorie III Sperma Embryo's Mest Melk en melkproducten (niet voor menselijke consumptie) Gelatine Kikkerbilletjes en eetbare slakken Beenderen en producten uit beenderen Huiden Haar van varkens, wol, haar en veren Hoornen en producten uit hoorn, hoeven en producten uit hoeven Producten van de bijenteelt Jachttrofeeën Verwerkt voeder voor gezelschapsdieren Grondstoffen voor de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren Grondstoffen, bloed, bloedproducten, klieren en organen voor gebruik in de farmaceutische industrie of voor technische doeleinden Hooi en stro Pathogenen Verwerkte dierlijke eiwitten (verpakt) | Minimaal 1% Maximaal 10% |
Verwerkte dierlijke eiwitten, niet bestemd voor menselijke consumptie (onverpakt) | 100% voor de eerste zes zendingen (Richtlijn 92/118/EEG van de Raad), daarna 20%. |
b) Invoer in Chili
Soort grenscontrole | Frequentie |
1. Documentencontrole Controle van alle documenten die betrekking hebben op de zending, inclusief de certificering die garandeert dat aan de gezondheids- voorschriften is voldaan. | |
2. Sanitaire keuring Keuring van het vee, producten van dierlijke oorsprong en producten voor dierlijke consumptie. Deze keuring omvat alle activiteiten die tot doel hebben de sanitaire status van dieren en dierlijke producten te evalueren en te verifiëren of zij dusdanig werden verwerkt dat zij aan de gezondheidsvoorschriften voldoen. | |
Levende dieren | Documentencontrole - 100% Sanitaire keuring - 100% |
Sperma en embryo's | Documentencontrole - 100% Sanitaire keuring - 100% |
Dierlijke producten voor menselijke consumptie | Documentencontrole - 100% Sanitaire keuring - 100% |
Dierlijke producten niet voor menselijke consumptie | Documentencontrole - 100% Sanitaire keuring - 100% |
Verwerkte dierlijke eiwitten, niet voor menselijke consumptie | Documentencontrole - 100% Sanitaire keuring - 100% |
Voer gebruikt bij de aquacultuur | Documentencontrole 100% Overeenstemmingscontrole 5% Materiële controle 0% |
Waterdieren | Documentencontrole 100% Overeenstemmingscontrole 20% Materiële controle: volgens het land van oorsprong (besluit nr. 626 van 2001) 100% - officiële autoriteit niet erkend (quarantaine); 0% - officiële autoriteit erkend |
Grondstoffen voor herverwerking | Documentencontrole 100% Overeenstemmingscontrole 10% Materiële controle 100% - mariene gifstoffen voor schaaldieren en andere gevoelige soorten. |
Aas | Documentencontrole 100% Overeenstemmingscontrole 10% Materiële controle 0% |
B.2. Planten en plantaardige producten
a) Invoer in de Gemeenschap
Voor de in bijlage V, deel B, van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad genoemde planten, plantaardige producten en andere goederen:
Soort grenscontrole | Frequentie |
1. Documentencontrole | Bij elke zending wordt een controle van de documenten verricht. |
2. Overeenstemmingscontrole | Bij elke zending wordt een overeenstemmingscontrole verricht. |
3. Materiële controle | De planten, plantaardige producten en andere goederen, alsmede hun verpakking, worden aan een officieel en grondig onderzoek onderworpen, in hun geheel of aan de hand van een representatief monster, en zo nodig worden ook de vervoermiddelen aan een officieel en grondig onderzoek onderworpen, teneinde er, voorzover dit kan worden geconstateerd, zeker van te zijn dat zij niet zijn besmet door een plaag. |
Voor de niet in bijlage V, deel B, van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad genoemde planten, plantaardige producten en andere goederen:
De importerende partij kan op veranderlijke basis materiële controles verrichten teneinde er, voorzover dit kan worden geconstateerd, zeker van te zijn dat zij niet zijn besmet door een plaag.
b) Invoer in Chili Soort grenscontrole
Documentencontrole Bij de documentencontrole worden alle documenten gecontroleerd die betrekking hebben op een zending, teneinde vast te stellen of aan de eisen inzake fytosanitaire certificering is voldaan.
Verificatie Bij de verificatie worden zendingen gecontroleerd teneinde de mate van be- of verwerking vast te stellen (bv. verifiëren of een product werd bevroren, gedroogd, verwarmd enz.).
Fytosanitaire keuring De fytosanitaire keuring omvat een reeks handelingen teneinde te bepalen of aan de fytosanitaire eisen is voldaan.
Inontvangstname Bij de inontvangstname wordt de fytosanitaire status van internationale vervoermiddelen bepaald.
Planten, plantaardige producten en andere goederen die een fytosanitair risico inhouden | Soort grenscontrole | Frequentie |
Zaden, planten en delen van planten die bestemd zijn voor voortplanting, reproductie of om te worden geplant. | Documentencontrole Fytosanitaire keuring | 100% 100% |
Organismen en micro-organismen gebruikt bij biologische bestrijding, bestuiving, productie van bepaalde stoffen of onderzoek | Documentencontrole Fytosanitaire keuring | 100% 100% |
Plantaardige producten | ||
Plantaardig materiaal dat een of meer be- of verwerkingsprocessen heeft ondergaan waarbij de oorspronkelijke eigenschappen van de materie zijn gewijzigd, en dat als gevolg daarvan niet rechtstreeks kan worden aangetast door een plaag, maar er wel drager van kan zijn of ermee besmet kan raken door de omstandigheden waarin het is opgeslagen. | Documentencontrole Verificatie | 100% veranderlijk % (<100%) |
Plantaardig materiaal dat, ondanks dat de materie een be- of verwerkingsproces heeft ondergaan, door een plaag kan worden aangetast of ervan drager kan zijn. | Documentencontrole Fytosanitaire keuring | 100% 100% |
Verse plantaardige producten, bestemd voor directe consumptie of voor verwerking, die door een plaag kunnen worden aangetast of ervan drager kunnen zijn. | Documentencontrole Fytosanitaire keuring | 100% 100% |
Andere goederen die een fytosanitair risico inhouden: | ||
Groeimedia | Documentencontrole Fytosanitaire keuring | 100% 100% |
Biomeststoffen | Documentencontrole Fytosanitaire keuring | 100% 100% |
Vervoermiddelen | Inontvangstname | 100% |
Houten verpakkingen | Fytosanitaire keuring | veranderlijk % |
Recipiënten | Fytosanitaire keuring | veranderlijk % |
Gebruikte landbouwmachines | Fytosanitaire keuring | 100% |
Aanhangsel IX
CERTIFICERING
A. Beginselen met betrekking tot certificering Planten, plantaardige producten en andere goederen:
Bij de certificering van planten, plantaardige producten en andere goederen passen de bevoegde autoriteiten de beginselen toe die werden vastgelegd in de internationale normen voor fytosanitaire maatregelen nr. 7 "Export Certification System" en nr. 12 "Guidelines for Phytosanitary Certificates" van de FAO.
Dieren en dierlijke producten:
1. De bevoegde autoriteiten van de partijen dragen er zorg voor dat de certificerende ambtenaren voldoende kennis hebben van de veterinaire wetgeving inzake de te certificeren dieren of dierlijke producten en in het algemeen op de hoogte zijn van de te volgen regels voor het opstellen en afgeven van de certificaten en - zo nodig - van de aard en de omvang van de enquêtes, tests of onderzoeken die vóór de certificering moeten worden verricht.
2. De certificerende ambtenaren mogen alleen certificeren wat zij persoonlijk kunnen weten of wat zij kunnen verifiëren.
3. De certificerende ambtenaren mogen geen blanco of onvolledige certificaten ondertekenen, noch certificaten voor dieren of dierlijke producten die zij niet geïnspecteerd hebben of die niet meer onder hun controle staan. Wanneer een certificaat wordt ondertekend op basis van een ander certificaat of een andere verklaring, dient de certificerende ambtenaar in het bezit te zijn van dat document voordat hij zijn handtekening plaatst.
4. Een certificerend ambtenaar mag gegevens certificeren:
a) waarvoor overeenkomstig de leden 1 tot en met 3 een verklaring is afgegeven door een andere persoon die daartoe door de bevoegde autoriteit is gemachtigd en onder haar controle staat, voorzover deze persoon de juistheid van deze gegevens kan verifiëren, of
b) die in het kader van controleprogramma's zijn verkregen op grond van officieel erkende kwaliteitsborgingssystemen of door middel van een systeem voor epidemiologisch toezicht waar de veterinaire wetgeving dit toestaat.
5. De bevoegde autoriteiten van de partijen treffen de nodige maatregelen om de betrouwbaarheid van de certificering te garanderen. Zij zien er met name op toe dat de door hen aangewezen certificerende ambtenaren:
a) een status hebben waardoor hun onpartijdigheid is gewaarborgd, en dat zij geen enkel rechtstreeks commercieel belang hebben in de te certificeren dieren of producten of in de bedrijven of inrichtingen waaruit deze afkomstig zijn; en
b) zich ten volle bewust zijn van de inhoud en de betekenis van elk certificaat dat zij ondertekenen.
6. De certificaten moeten zó worden opgesteld dat er een verband bestaat tussen het certificaat en de zending, ten minste in een taal die door de certificerende ambtenaar wordt begrepen en ten minste in één van de officiële talen van de importerende partij als bepaald in aanhangsel IX.C.
7. Elke bevoegde autoriteit moet in staat zijn het verband te leggen tussen een certificaat en de certificerende ambtenaar en moet erop toezien dat van alle afgegeven certificaten tijdens een door haar te bepalen periode een kopie beschikbaar is.
8. Iedere partij stelt de nodige controles in en doet deze verrichten ter voorkoming van de afgifte van valse certificaten of certificeringen die misleidend kunnen zijn, alsmede van de frauduleuze opstelling of het frauduleuze gebruik van certificaten die geacht worden uit hoofde van de veterinaire wetgeving te zijn afgegeven.
9. Onverminderd eventuele strafrechtelijke vervolgingen en sancties verrichten de bevoegde autoriteiten onderzoeken of controles en nemen zij passende maatregelen om elk geval van valse of misleidende certificering waarvan zij in kennis worden gesteld, te bestraffen. Deze maatregelen kunnen mede bestaan uit tijdelijke schorsing van het mandaat van de certificerende ambtenaar voor de duur van het onderzoek. Met name geldt het volgende:
a) als bij de controles wordt vastgesteld dat een certificerend ambtenaar willens en wetens een frauduleus certificaat heeft afgegeven, neemt de bevoegde autoriteit de nodige maatregelen om er - voorzover zulks mogelijk is - voor te zorgen dat de betrokken persoon niet meer hetzelfde vergrijp kan plegen;
b) als bij de controles wordt vastgesteld dat een particulier of een onderneming op frauduleuze wijze een officieel certificaat heeft gebruikt of gewijzigd, neemt de bevoegde autoriteit de nodige maatregelen om er - voorzover zulks mogelijk is - voor te zorgen dat de particulier of de onderneming niet meer hetzelfde vergrijp kan plegen. Dergelijke maatregelen kunnen mede bestaan uit een weigering om later aan de betrokken particulier of onderneming een officieel certificaat af te geven.
B. Het in artikel 8, lid 3, bedoelde certificaat
De gezondheidsverklaring in het certificaat geeft de status van gelijkwaardigheid van het betrokken handelsartikel aan. De gezondheidsverklaring bevestigt dat is voldaan aan de productienormen van de exporterende partij, die door de importerende partij als gelijkwaardig zijn erkend.
C. Officiële talen voor certificering Invoer in de Gemeenschap
Planten, plantaardige producten en andere goederen:
Het certificaat moet worden opgesteld in ten minste één van de officiële talen van de Gemeenschap en bij voorkeur in één van de officiële talen van de lidstaat van bestemming.
Dieren en dierlijke producten:
Het gezondheidscertificaat moet worden opgesteld in ten minste één van de officiële talen van de lidstaat van bestemming en in één van de talen van de lidstaat waar de in artikel 11 bedoelde controles bij invoer worden verricht.
Invoer in Chili
Het gezondheidscertificaat moet worden opgesteld in het Spaans of een andere taal, in welk geval een vertaling in het Spaans moet worden bijgevoegd.
Aanhangsel X
OVERIGE AANGELEGENHEDEN
Te vervolledigen door het in artikel 16 bedoelde comité.
Aanhangsel XI
CONTACTPUNTEN EN WEBSITES
A. Contactpunten Voor Chili
Departamento Acceso a Mercados
Dirección General de Relaciones Económicas Internacionales (DIRECON) Ministerio de Relaciones Exteriores
Teatinos 20, piso 2. Santiago
Chile
Tel.: (00-0) 0000000
Fax: (00-0) 0000000
Andere belangrijke contacten:
Departamento de Asuntos Económicos con Europa
Dirección General de Relaciones Económicas Internacionales (DIRECON) Ministerio de Relaciones Exteriores
Teatinos 20, piso 3. Santiago
Chile
Tel.: (00-0) 0000000
Fax: (00-0) 0000000
Jefe Departamento de Protección Pecuaria Servicio Agrícola y Ganadero (SAG) Ministerio de Agricultura
Xx. Xxxxxx 000, xxxx 0 Xxxxxxxx
Xxxxx
Tel.: (00-0) 0000000
Fax: (00-0) 0000000
Jefe Departamento de Protección Agrícola Servicio Agrícola y Ganadero (SAG) Ministerio de Agricultura
Xx. Xxxxxx 000, xxxx 0 Xxxxxxxx
Xxxxx
Tel.: (00-0) 0000000
Fax: (00-0) 0000000
Departamento Asuntos Internacionales Servicio Agrícola y Ganadero (SAG) Ministerio de Agricultura
Xx. Xxxxxx 000, xxxx 0 Xxxxxxxx
Xxxxx
Tel.: (00-0) 0000000
Fax: (00-0) 0000000
Jefe Departamento Xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx xx Xxxxx (XXXXXXXXXX) Xxxxxxxxxx xx Xxxxxxxx
Xxxxxxxx 0000 Xxxxxxxxxx Xxxxx
Tel.: (56-32) 819203
Fax: (56-32) 819200
Jefe División de Rectoría y Regulación Sanitaria Ministerio de Xxxxx
Xxxxxx 000 xxxx 0 Xxxxxxxx
Xxxxx
Tel.: (00-0) 0000000 - 0000000
Fax: (00-0) 0000000
Voor de Gemeenschap
De directeur
DG SANCO Directoraat E
Voedselveiligheid, gezondheid van gewassen, diergezondheid en -welzijn, internationale aangelegenheden
Europese Commissie Postadres: Xxxxxxxxx 000
X-0000 Xxxxxxx, Xxxxxx
Kantooradres: Xxxxxxxxxxxxxxx 000
0000 Xxxxxxx, Xxxxxx
Tel.: (00) 0 000 0000
Fax: (00) 0 000 0000
Andere belangrijke contacten:
De directeur
DG SANCO Directoraat D
Voedselveiligheid, productie- en distributieketen Europese Commissie
Postadres: Xxxxxxxxx 000
X-0000 Xxxxxxx, Xxxxxx
Kantooradres: Xxxxxxxxxxxxxx 000
0000 Xxxxxxx, Xxxxxx
Tel.: (00) 0 000 00 00
Fax: (00) 0 000 00 00
De directeur
DG SANCO Directoraat F Voedsel- en Veterinair Bureau Grange Dunsany
Co Meath Ierland
Tel.: (000) 0 000 000
Fax: (000) 0 000 000
B. E-mail contactpunten
Voor Chili
xxxxxxx-xxxxx-xx-xxx@xxxxxxx.xx Voor de Gemeenschap
xxxxx-xx-xxxxx-xxxxxxxxx@xxx.xx.xxx
C. Gratis toegankelijke websites Voor Chili
xxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/Xxxxxxx/Xxxxxx_xxx_xxxxxxxxxxxx.xxx xxxx://xxx.xxx.xxx.xx
xxxx://xxx.xxxxxxx.xx Voor de Gemeenschap
xxxx://xxxxxx.xx.xxx/xxxx/xxx/xxxxxx_xxxxxxxx/xxxxx_xx.xxx
Aanhangsel XII
GEOGRAFISCHE GEBIEDEN WAARVOOR DE OVEREENKOMST GELDT
Voor de Gemeenschap:
De grondgebieden van de lidstaten van de Gemeenschap zoals vastgesteld in bijlage I bij Richtlijn 97/78/EG van de Raad en - wat planten, plantaardige producten en andere goederen betreft - in artikel 1 van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad.
Voor Chili
Zoals vastgesteld in artikel 204 van de associatieovereenkomst.
BIJLAGE V
OVEREENKOMST INZAKE DE HANDEL IN WIJN
(Bedoeld in artikel 90 van de associatieovereenkomst)
ARTIKEL 1
Doelstellingen
De overeenkomstsluitende partijen vergemakkelijken en bevorderen op basis van niet-discriminatie en wederkerigheid de handel in wijn die wordt geproduceerd in Chili en in de Gemeenschap, onder de bij deze overeenkomst vastgestelde voorwaarden.
ARTIKEL 2
Werkingssfeer en betrokken producten
Deze overeenkomst is van toepassing op wijnen die zijn ingedeeld onder code 2204 van het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codificering van goederen (hierna "GS" genoemd) en waarvan de productie in overeenstemming is met de wetgeving die van toepassing is op de productie van een bepaalde soort wijn op het grondgebied van een partij.
ARTIKEL 3
Definities
Voor de toepassing van deze overeenkomst betekent, tenzij anders bepaald:
a) "van oorsprong uit", gevolgd door de naam van een partij: dat een wijn geheel op het grond- gebied van die overeenkomstsluitende partij is geproduceerd uit druiven die alle op het grondgebied van die partij zijn geoogst;
b) "geografische aanduiding": een aanduiding als bedoeld in artikel 22, lid 1, van de WTO- overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPs-overeen- komst), die door de wetgeving van een partij wordt beschermd als aanduiding voor een wijn die van oorsprong is uit een regio of een plaats in die partij;
c) "traditionele uitdrukking": een van oudsher gebruikte benaming die met name verwijst naar de productie- of rijpingsmethode, naar kwaliteit, kleur of type, of naar een gebeurtenis die verband houdt met de geschiedenis van het betrokken product, van een wijn die in de wetgeving of de regelgeving van een partij wordt erkend, voor het omschrijven en aanbieden van een product van oorsprong uit het grondgebied van die partij;
d) "aanvullende kwaliteitsvermelding": een van de termen die als "menciones complementarias de calidad" in de Chileense wetgeving zijn opgenomen;
e) "gelijkluidend": dat voor verschillende plaatsen, procedures of zaken identieke geografische aanduidingen, traditionele uitdrukkingen of aanvullende kwaliteitsvermeldingen worden gebruikt, of termen die zo sterk op elkaar gelijken dat verwarring kan ontstaan;
f) "omschrijving": de bewoordingen die worden gebruikt in de etikettering, in de documenten die de wijn tijdens het vervoer vergezellen, in handelsdocumenten, met name facturen en leveringsbonnen, alsmede in de reclame; de term "omschrijven" heeft dezelfde betekenis;
g) "etikettering": alle omschrijvingen en andere verwijzingen, tekens, beeldmerken, geografische aanduidingen of handelsmerken die wijnen kenmerken en die worden aangebracht op de recipiënt, met inbegrip van de verzegeling, het aan de recipiënt gehechte label en het omhulsel van de hals van flessen;
h) "lidstaat": een lidstaat van de Europese Gemeenschap;
i) "aanbiedingsvorm": de op recipiënten, met inbegrip van de sluiting, de etikettering en de verpakking, gebruikte woorden en tekens;
j) "verpakking": beschermende omhulsels, zoals papier, alle soorten verpakkingsstro, dozen en kisten die worden gebruikt voor het vervoer van een of meer recipiënten of voor de verkoop aan de eindverbruiker;
k) "geproduceerd": het volledige wijnbereidingsproces;
l) "wijnbereidingsproces": de omvorming van most, met gebruikmaking van gist, totdat geen suiker meer is overgebleven of totdat de gewenste hoeveelheid suiker, afhankelijk van de aard van het eindproduct, is bereikt;
m) "druivenrassen": rassen van Vitis vinifera, onverminderd de wetgeving die een partij voor het gebruik van de verschillende druivenrassen in op haar grondgebied geproduceerde wijn kan hebben vastgesteld;
n) "aanduiden", wanneer het met betrekking tot geografische aanduidingen wordt gebruikt: het gebruik van geografische aanduidingen voor het omschrijven of aanbieden van een wijn;
o) "wijn": de drank die uitsluitend wordt verkregen door gehele of gedeeltelijke alcoholische vergisting van al dan niet gekneusde druiven of van druivenmost van de druivenrassen bedoeld in deze overeenkomst;
p) "overeenkomst": deze overeenkomst en de aanhangsels daarvan;
q) "associatieovereenkomst": de overeenkomst waarbij een associatie tussen de partijen tot stand is gebracht, waarbij deze overeenkomst een bijlage is;
r) "Associatiecomité": het in artikel 193 van de associatieovereenkomst bedoelde comité.