Voorwaarden Brandverzekering Elektronica
Voorwaarden Brandverzekering Elektronica
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Elektronica
De elektronische componenten van alle in het gebouw aanwezige apparatuur. Als het voorwerp geheel bestaat uit elektronische componenten dan is het gehele voorwerp verzekerd.
1.2 Informatiedrager
Medium waarop informatie kan worden vastgelegd.
1.3 Beschadiging
Fysieke aantasting, die zich manifesteert in een blijvende verandering van vorm en/of structuur.
1.4 Geleasede of gehuurde elektronica
Elektronica die de verzekeringnemer in de hoedanigheid als op het polisblad vermeld, krachtens een lease- of huurovereenkomst onder zich heeft.
1.5 Nieuwwaarde
Het bedrag benodigd voor het verkrijgen en bedrijfsvaardig opstellen van nieuwe elektronica van dezelfde soort en kwaliteit.
1.6 Vervangingswaarde
Het bedrag benodigd voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, hoeveelheid, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken. Als er geen vervangingsmarkt bestaat, dan wordt het hoogste resultaat aangehouden van:
a. de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor technische veroudering of;
b. de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor economische veroudering.
1.7 Slijtage
Slijtage is een beschadiging of achteruitgang die zich geleidelijk manifesteert. Als slijtage wordt ook gezien: corrosie, oxidatie, wrijven, schuren, wassen en ook het vervangen van onderdelen dat normaal in het kader van onderhoud wordt gedaan.
1.8 Reconstructiekosten
Alle kosten die verband houden met het opnieuw installeren en aanschaffen van benodigde sturingsprogramma’s en het opnieuw laden van de back-up gegevens in die programma’s.
1.9 Extra kosten
Alle door de verzekeringnemer noodzakelijk en redelijkerwijs gemaakte extra uitgaven als:
a. kosten die verschuldigd zijn wegens huur van vervangende, gelijksoortige elektronica.
b. kosten voor vervoer van vervangende apparatuur en informatiedragers;
c. reiskosten;
d. kosten ter bespoediging van reparatie of herstel van de verzekerde elektronica.
Artikel 2 Algemeen
2.1 Algemene Verzekeringsvoorwaarden en Voorwaarden Brandverzekering Inventaris Indien en voor zover hiervan in deze voorwaarden niet uitdrukkelijk wordt afgeweken, blijven de Algemene Verzekeringsvoorwaarden en de Voorwaarden Brandverzekering Inventaris, die worden geacht een geheel met deze voorwaarden uit te maken, van toepassing.
2.2 Verwijzing
Verwijzing heeft uitsluitend plaats naar artikelen van deze voorwaarden, tenzij anders aangegeven.
2.3 Verzekerd bedrag
a. Premier Risque
De schadevergoeding onder deze verzekering geschiedt tot maximaal het op het polisblad genoemde verzekerd bedrag per gebeurtenis, ook al overtreft het totale bedrag aan schade het verzekerd bedrag. De verzekeraar doet geen beroep op onderverzekering.
b. Maximum verzekerd bedrag
Voor alle gedekte gevaren geldt het verzekerd bedrag als maximum per gebeurtenis. Per verzekeringsjaar zal maximaal tweemaal het op het polisblad vermelde verzekerd bedrag vergoed worden.
Artikel 3 Omschrijving van de dekking
De verzekering dekt beschadiging of verlies van verzekerde elektronica door een plotselinge en onvoorziene gebeurtenis. De schade dient het gevolg te zijn van een gevaar als hieronder genoemd, ook indien de schade is veroorzaakt door de aard of een gebrek van de verzekerde zaak, mits de oorzaak van de schade is gelegen op een tijdstip na de aanvang en binnen de geldigheidsduur van de verzekering. De verzekerde elektronica dient zich te bevinden in het gebouw van het op het polisblad genoemde risicoadres, tenzij de aard en functie van de verzekerde elektronica met zich brengt dat het (al dan niet aard- en nagelvast) buiten het gebouw maar aanwezig op het terrein van dit risicoadres is opgesteld.
Gedekte gevaren zijn:
3.1 Brand
Een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Daarom is onder andere geen brand:
x. xxxxxx, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
b. doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
c. oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels;
Als schade door brand wordt ook beschouwd de schade die door blussing van brand is ontstaan.
3.2 Blikseminslag
Beschadiging of vernieling door inslaan van de bliksem, ook al heeft dit geen brand tot gevolg.
3.3 Inductie en overspanning
Beschadiging of vernieling door een elektromagnetisch veld als gevolg van een bliksemontlading in het gebouw, in de aarde of in de atmosfeer of door een onderbreking of schakeling in de stroomvoorziening.
3.4 Piekspanning
Beschadiging of vernieling als gevolg van piekspanning of overspanning in de energielevering door de leverancier.
3.5 Ontploffing
Een gehele of gedeeltelijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, dit met inachtneming van het hierna bepaalde.
Als de ontploffing ontstaan is:
a. binnen een, al dan niet gesloten, vat moet:
1. een opening in de wand van het vat ontstaan zijn door de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen, en
2. door die opening de druk binnen en buiten het vat plotseling aan elkaar gelijk geworden zijn. Hoe de gassen of dampen ontstaan zijn, respectievelijk of die al dan niet voor de ontploffing aanwezig waren, is niet relevant.
b. buiten een vat moet de krachtsuiting het onmiddellijke gevolg zijn van een scheikundige reactie.
Onder ontploffing wordt niet verstaan: implosie.
3.6 Luchtvaartuigen
Het getroffen worden door een vertrekkend, vliegend, landend, of vallend lucht- of ruimtevaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp;
3.7 Vandalisme
Vandalisme gepleegd door een dader die wederrechtelijk het gebouw is binnengedrongen. Deze dekking geldt niet voor gebouwen of gedeelten van gebouwen die buiten gebruik zijn gesteld.
3.8 Diefstal
a. diefstal na braak aan het gebouw of een daarmee binnenshuis gemeenschap hebbend gebouw;
b. diefstal na braak aan het bij de verzekeringnemer in gebruik zijnde perceelsgedeelte indien in het gebouw meerdere bedrijven, instellingen en dergelijke zijn gevestigd.
Xxxxx is het zich wederrechtelijk toegang verschaffen door verbreking, met zichtbare beschadiging, van afsluitingen. Aan braak gelijkgesteld wordt het wederrechtelijk binnendringen door inklimming, zich laten insluiten, gebruik van valse sleutels en andere tot het openen van het slot niet bestemde voorwerpen en gebruik van de echte sleutel, mits deze op onrechtmatige wijze werd verkregen.
c. diefstal van elektronica waarvan de aard en functie met zich brengt dat het (al dan niet aard- en nagelvast) buiten het gebouw maar op het op het polisblad genoemde risicoadres is opgesteld.
3.9 Ieder ander van buiten komend onheil
Artikel 4 Aanvullende dekking
4.1 Verblijf buiten het gebouw
De verzekering dekt, tot een verzekerd bedrag van € 2.500,- per verzekeringsjaar, ook schade aan de verzekerde elektronica bij tijdelijk verblijf buiten het gebouw, mits binnen Nederland, indien de elektronica van verzekerden zich bevindt in:
1. de privéwoning van de directie of een werknemer van verzekeringnemer voor de gedekte gevaren als genoemd op het polisblad.
2. het motorrijtuig dat bij de verzekerden in gebruik is, voor het risico van diefstal na braak aan het motorrijtuig. Deze dekking geldt uitsluitend voor elektronica die noodzakelijkerwijs in het motorrijtuig aanwezig is in verband met de verzekerde hoedanigheid en geldt voor het tijdsbestek tussen 6.00 uur en 22.00 uur. Geen recht op vergoeding bestaat indien de normale voorzichtigheid niet in acht is genomen. Van normale voorzichtigheid is in ieder geval geen sprake indien de verzekerde elektronica in het zicht wordt achter gelaten.
4.2 Extra kosten
Verzekerd zijn de extra kosten tot een maximum van € 2.500,- per verzekeringsjaar die het gevolg zijn van een gedekte gebeurtenis.
Artikel 5 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen genoemd in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden en in de Voorwaarden Brandverzekering Inventaris (tenzij dekking specifiek door deze verzekering is ingesloten) geeft de verzekering geen dekking voor:
1. de schade gedurende de tijd dat het gebouw, waarin de verzekerde elektronica zich bevindt:
a. geheel of gedeeltelijk gekraakt is;
b. leeg staat of indien een als zelfstandig aan te merken deel van het gebouw dat door verzekeringnemer in gebruik was, leeg staat;
c. in aanbouw of verbouw is, zolang dit niet water- en winddicht is;
d. voor een aaneengesloten periode die langer dan twee maanden duurt, niet meer in gebruik is of zal zijn.
2. de schade als gevolg van slijtage;
3. de schade door cosmetische gebreken zoals krassen, schrammen of deuken;
4. de kosten van het reconstrueren van (backup) gegevens op informatiedragers;
5. de schade tijdens transport, het laden en lossen;
6. de schade indien de verzekeringnemer niet alle noodzakelijke maatregelen heeft genomen om de verzekerde elektronica in goede bedrijfsvaardige toestand te houden;
7. schade die verhaalbaar is op grond van een leverings- of onderhoudscontract of enige andere overeenkomst;
8. schade door experimenteren, opzettelijke overbelasting of abnormale beproevingen;
9. schade door gebruik van illegaal verkregen software;
10. schade die ook verzekerd is onder de bij de verzekeraar afgesloten Brandverzekering Inventaris voor zover het eigen risico op die polis het eigen risico op de Elektronicaverzekering overstijgt;
11. schade aan zonnepaneel stroomsysteem.
Artikel 6 Regeling van de schade
6.1 Omvang van de schade
De omvang van de schade aan verzekerde elektronica wordt vastgesteld:
1. op het verschil tussen de nieuwwaarde van de verzekerde elektronica onmiddellijk voor de schade en van het overgebleven deel onmiddellijk na de schade of
2. op het verschil tussen de vervangingswaarde van de verzekerde elektronica onmiddellijk voor de schade en de waarde van het overgebleven deel onmiddellijk na de schade.
6.2 Afwikkeling schade
De verzekeringnemer dient de verzekeraar binnen twaalf maanden na de schadedatum schriftelijk mee te delen of hij al dan niet tot heraanschaf of herstel zal overgaan.
1. Bij herstelbare schade worden, indien tot herstel wordt overgegaan, de herstelkosten vergoed, tenzij de vervangings- of nieuwwaarde lager ligt.
2. Bij heraanschaf wordt de nieuwwaarde vergoed.
3. De schade wordt op basis van vervangingswaarde afgewikkeld indien:
a. niet tot heraanschaf wordt overgegaan;
b. verzekeringnemer al vóór de schade het voornemen had het bedrijf te beëindigen;
c. de verzekeringnemer zijn beslissing om tot herstel of heraanschaf over te gaan, niet binnen de gestelde termijn schriftelijk kenbaar aan de verzekeraar heeft gemaakt;
d. de elektronica door de verzekeringnemer is geleased of gehuurd. De vergoeding bedraagt echter nooit meer dan het bedrag dat verzekeringnemer krachtens de lease- of huurovereenkomst op het moment van de schade aan de leasemaatschappij of verhuurder verschuldigd is;
e. de verzekerde elektronica onttrokken is aan het gebruik waarvoor zij is bestemd;
x. het kunstvoorwerpen en zaken met antiquarische of zeldzaamheidswaarde betreft.
4. Bij herstelbare schade tot € 500,- exclusief btw kan verzekeringnemer als bewijs van de omvang van de herstelkosten volstaan met het overleggen van de nota daarvan.
6.3 Uitkering
a. Indien de verzekeringnemer recht heeft op schadevergoeding berekend naar nieuwwaarde wordt eerst 40% van de naar nieuwwaarde berekende schadevergoeding uitgekeerd, dan wel 100% van de naar vervangingswaarde berekende schadevergoeding als dit bedrag lager is. De uitkering van het meerdere zal plaats vinden na overlegging van nota’s. De totale, op de schade aan verzekerde elektronica betrekking hebbende, uitkering zal nooit meer bedragen dan de werkelijk bestede kosten.
b. In het geval dat de verzekeringnemer recht heeft op schadevergoeding berekend naar vervangingswaarde of herstelkosten, wordt de aldus berekende schadevergoeding in één termijn uitgekeerd.
6.4 Eigen risico
Per gebeurtenis geldt het op het polisblad vermelde eigen risico.