JACHTHAVENREGLEMENT
Watersportvereniging “Bergumermeer”
Jachthaven
reglement
JACHTHAVENREGLEMENT
Watersportvereniging "Bergumermeer"
1. Algemeen
Artikel 1
1. De watersportvereniging “Bergumermeer”, gevestigd te Burgum, wordt hierna genoemd "de vereniging".
2. De jachthaven, gelegen aan de Burgumerdaam te Burgum, eigendom van de vereniging dient tot het verschaffen van:
a. Vaste ligplaatsen voor vaartuigen ten behoeve van leden van de vereniging;
b. Ligplaatsen voor vaartuigen voor het overnachten van passanten zowel leden als niet leden van de vereniging;
c. Ligplaatsen voor vaartuigen van foerageerpassanten zowel leden als niet leden van de vereniging;
d. Gereguleerde tijdelijke overnachtingplaatsen (GOP’s) voor een mobiel kampeeronderkomen van leden als niet leden van de vereniging.
3. Er zijn overdekte ligplaatsen (schiphuizen) en niet overdekte ligplaatsen.
4. Het is verboden om op vaartuigen die gebruik maken van de jachthaven met uitzondering van het bepaalde in artikel 8.10 en 10.1 te verblijven.
2. Begripsbepaling
Artikel 2
In dit reglement wordt verstaan onder:
1. Vaartuig:
Alle soorten van drijvende lichamen die vanwege hun drijfvermogen worden gebruikt dan wel bestemd zijn of geschikt zijn voor het dragen en eventueel vervoeren van personen en dieren. Ook caissons en pontons vallen hier onder;
2. Schipper:
De gezagvoerder van een vaartuig of hij/zij die deze vervangt;
3. Opleggen van een vaartuig:
Het voor en bepaalde tijd uit de vaart te nemen van een vaartuig;
4. Vaste ligplaats:
Een ligplaats die op grond van een overeenkomst met de watersportvereniging ter beschikking is gesteld voor permanent gebruik door hetzelfde vaartuig;
5. Passant(en):
Een persoon ( of personen) die niet beschikken over een vaste ligplaats en met één of meerdere vaartuigen voor bepaalde tijd in de haven ligt of liggen, tegen het verschuldigde passantentarief. Passanten maken gebruik van passantenplaatsen.
Tevens een persoon ( of personen) die niet beschikken over een vaste standplaats voor een mobiel kampeeronderkomen die met één of meerdere mobiele kampeeronderkomens voor bepaalde tijd op het haventerrein staan, tegen het verschuldigde passantentarief, zij maken gebruik van de (GOP’s) van de vereniging;
6. Mobiel kampeeronderkomen:
Kampeerauto’s, campers en dergelijke worden betiteld als "mobiel kampeeronderkomen";
7. Woonboot:
Een vaartuig of object dat uitsluitend, of in hoofdzaak wordt gebruikt als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, dag- of nachtverblijf van één of meer personen;
8. Havenmeester:
De persoon die door het bestuur in overleg met dan wel op advies van de jachthavencommissie is aangewezen en aan wie het toezicht op de haven, haventerrein en de daarbij horende werken is opgedragen;
9. Haven:
De jachthaven "Burgumerdaam" van de Watersportvereniging "Bergumermeer", gelegen in de gemeente Tytsjerksteradiel, Xxxxxxxxxxxx 00 te Burgum;
10. Zomerseizoen:
Periode van 1 april tot 1 november. In het zomerseizoen zijn alle faciliteiten open en beschikbaar;
11. Winterseizoen:
Periode van 1 november tot 1 april van het eerstvolgende jaar. In het winterseizoen zijn de faciliteiten gesloten en afgesloten;
12. Faciliteiten:
Hieronder wordt verstaan: elektriciteit, water, vuilniscontainers, inzamelstation voor vuilwater en bilgewater, douches, toiletten, wasserette en havengebouw;
13. Vaste ligplaats:
Een aan een lid toegewezen box, welke door de vereniging niet kan worden opgezegd zo lang het lidmaatschap voortduurt;
14. Tijdelijke vaste ligplaats:
Een aan een (kandidaat) lid toegewezen box of kopsteiger, welke als vaste ligplaats aan een ander lid toebehoort gedurende de tijd dat het andere lid daarvan geen gebruik maakt;
15. Wachtlijst:
De opsomming van gegadigden voor een vaste onoverdekte ligplaats in een vast omschreven categorie.
3. Beheer en exploitatie jachthaven
Artikel 3.1
Het beheer en de exploitatie van de jachthaven wordt door het bestuur opgedragen aan een jachthavencommissie bestaande uit ten minste vijf (5) leden van de vereniging te weten;
- Als vertegenwoordigers van het bestuur van de vereniging – twee (2) leden;
- Als vertegenwoordiger van ligplaatshouders van onoverdekte ligplaatsen – twee (2) leden;
- Als vertegenwoordiger van ligplaatshouders van overdekte ligplaatsen – één (1) lid.
Op verzoek van de voorzitter, de (parttime) havenmeester of zijn/haar vervanger uit te nodigen om minimaal twee keer per jaar verslag uit te brengen aan het bestuur over de gang van zaken in en rondom de jachthaven.
Artikel 3.2
De leden van de jachthavencommissie worden op voordracht van het bestuur van de vereniging, door de Algemene Ledenvergadering benoemd.
Artikel 3.3
Indien dit noodzakelijk is, kunnen door het bestuur uit de leden bijzondere commissies worden benoemd.
Artikel 3.4
De jachthavencommissie en de bijzondere commissie(s) benoemen uit hun midden een coördinator als aanspreekpunt.
Artikel 3.5
De leden van de jachthavencommissie en de bijzondere commissie(s) treden om de drie (3) jaar af, volgens een vooraf opgemaakt rooster. De leden zijn aansluitend één keer herkiesbaar voor een periode van drie (3) jaar. Daarna geldt een verplichte stop van minimaal één (1) jaar.
Artikel 3.6
Bij langdurige afwezigheid, bedanken of het volgens de mening van het bestuur of de Algemene Ledenvergadering niet naar genoegen functioneren van een lid van de jachthavencommissie of een bijzondere commissie, wordt dit lid zo spoedig mogelijk op voordracht van het bestuur, na hoor en wederhoor, vervangen.
Artikel 3.7
De jachthavencommissie behandelt alle zaken betreffende de jachthaven, waaronder de toewijzing van de onoverdekte ligplaatsen, het voeren van de boekhouding en personeelsadministratie en/of
registratie van vrijwilligers, Legionella, Arbo en het Jachthavenreglement, evenals het onderhoud, de verbeteringen, de vervangingen/vernieuwingen en uitbreidingen.
De jachthavencommissie en de bijzondere commissie(s) brengen door middel van het bestuurslid wat plaats genomen heeft in een commissie, in de bestuursvergaderingen aan het bestuur verslag uit over de gang van zaken.
Artikel 3.8
Voor het houden van enig (beperkt) toezicht, het schoonmaken/houden van het toiletgebouw, berging annex havenverblijf en terrein evenals de inning van de liggelden van passanten wordt, op voordracht van de jachthavencommissie, een (parttime) havenmeester door het bestuur aangesteld. Het toezicht op deze havenmeester wordt uitgeoefend door de jachthavencommissie;
De havenmeester is verantwoording verschuldigd aan de jachthavencommissie,
Artikel 3.9
Taakomschrijving havenmeester:
1. Hij/zij dient zorg te dragen voor een goede sfeer en uitstraling en representatief te zijn;
2. Xxxxxx en toezicht in de jachthaven, op de parkeerterreinen, bij de trailerhelling en zorgen voor de midgetgolfbaan;
3. Toezicht houden bij het uitvoeren van reparatie- en onderhoudswerkzaamheden door derden en/of vrijwilligers;
4. Assisteren bij het onderhoud van de jachthaven en de daarbij behorende terreinen;
5. Het schoonhouden van de steigers, trailerhelling en kades;
6. Het ontvangen van de gasten en klanten van de jachthaven en het service verlenen aan de gasten;
7. Het aanwijzen van de ligplaatsen van passanten;
8. Het aanwijzen van de standplaatsen van de passanten met een mobiel kampeeronderkomen;
9. Het voeren van de administratie van de passanten; het uitschrijven van de lig- .en standplaats bonnen;
10. Het ontvangen van de liggelden en standplaats gelden;
11. Het runnen van het havenkantoor; zoals bijhouden van de boekwerken, schoonhouden etc.;
12. Het verzorgen van de voorzieningen, water, stroom, inzamelstation voor vuilwater en bilgewater, trailerhelling en wasserette;
13. Hij of zij houdt douches/wasgelegenheden en toiletten schoon. Bij grote drukte kan hij of zij geassisteerd worden, na overleg met het bestuur;
14. In geval van nood of calamiteiten van welke aard ook, doet hij er alles aan om voor een passende oplossing zorg te dragen, waarschuwt hulpverleningsdiensten enz., zulks binnen de grenzen van het redelijke;
15. Het repareren van kleine defecten en storingen aan voorzieningen, zoals het water, elektriciteit, steigers en palen;
16. Het verkopen van gasflessen, het bestellen hiervan en de administratie van deze verkoop bijhouden;
17. Het verkopen van Marrekrite vlaggen en clubvlaggen;
18. Het verlenen van service aan leden en gasten in de ruimste zin des woords;
19. Het hijsen en strijken van de vlaggen;
20. Voorts verricht hij die werkzaamheden die binnen het kader van de zelfredzaamheid, service- en dienstverlening, redelijkerwijs van een goede havenmeester verwacht mogen worden een en ander naar het oordeel van de jachthavencommissie aan wie hij in deze verantwoording verschuldigd is;
21. In verband met de meldingsplicht, houdt hij of zij een registratie bij van de aanwezigheid van zowel de vaste ligplaatshouders als de passanten, zowel van vaartuigen als van de mobiele kampeeronderkomens;
Artikel 3.10
Woonboten: Het is verboden met en woonboot een ligplaats in de haven in te nemen.
Artikel 3.11
Woon- en nachtverblijf anders dan op een woonboot: Het is verboden een vaartuig of vaartuig met een vaste of tijdelijke ligplaats in de haven, permanent of semi-permanent als woon- en nachtverblijf te gebruiken. Tevens is het verboden een mobiel kampeeronderkomen met een vaste of tijdelijke staanplaats in de haven, permanent of semi-permanent als woon- en nachtverblijf te gebruiken.
4. Heffing toeristenbelasting / overheidsheffing
Artikel 4.1
Uitgezonderd voor inwoners van deze gemeente, namelijk de gemeente Tytsjerksteradiel, is voor het houden van verblijf met overnachting in vaartuigen en mobiele kampeeronderkomens in de jachthaven onder de naam toeristenbelasting of overheidsheffing een directe belasting verschuldigd.
Artikel 4.2
Een lid zonder vaste ligplaats niet wonende in de gemeente Tytsjerksteradiel dient bij overnachting in de jachthaven toeristenbelasting te voldoen.
5. Meldingsplicht
Artikel 5.1
Een schipper die met zijn vaartuig een ligplaats (niet zijnde een vaste ligplaats) in de haven wenst in te nemen is verplicht zich direct na aankomst te melden bij de havenmeester of diens vervanger.
Artikel 5.2
Valt de aankomsttijd buiten de openingstijden van het havenkantoor, dan is de schipper verplicht zich te melden zodra het kantoor weer geopend is, en is alsnog verplicht hem door de havenmeester toegewezen ligplaats in te nemen.
Artikel 5.3
Een vaste ligplaatshouder en/of de schipper die een tijdelijke ligplaats heeft ingenomen voor meer dan één (1) dag, is verplicht een tijdelijke afwezigheid van het vaartuig van één of meer nachten vooraf te melden aan de havenmeester. De havenmeester is bevoegd de vrije ligplaats gedurende de afwezigheid van het vaartuig door anderen in te laten nemen.
Artikel 5.4
Op grond van artikel 8.10 en 10.1 is een limiet gesteld aan de termijn voor het verblijven aan boord van een vaartuig van leden, niet leden en passanten. Dit geldt ook ten aanzien van het verblijf met een mobiel kampeeronderkomen op het terrein van de jachthaven. Hiervan dient melding te worden gedaan bij de havenmeester.
6. Financieel beheer
Artikel 6.1
De jachthavencommissie brengt jaarlijks en zo nodig tussentijds in de te houden vergaderingen van het bestuur, verslag uit over de financiële gang van zaken en het gevoerde beleid met betrekking tot de jachthaven over het lopende en afgelopen boekjaar. Tevens legt zij aan het bestuur de begroting van inkomsten en uitgaven met bijbehorende tarieven betreffende de jachthaven voor het daarop volgende boekjaar voor.
Het bestuur legt het financiële verslag en de begroting aan de leden voor tijdens de in artikel 11 van de Statuten genoemde Algemene Ledenvergaderingen.
Artikel 6.2
Het bestuur draagt de controle betreffende het gevoerde financiële beheer op aan een door het bestuur uit de leden te benoemen financiële commissie of een daartoe geëigend accountants- of administratiekantoor.
Het verslag van de financiële commissie of van het accountants- of administratiekantoor wordt aan de Algemene Ledenvergadering voorgelegd en ligt tijdens de in artikel 6.1 bedoelde vergadering ter inzage.
Artikel 6.3
De hoogte van de jaarlijkse ligplaatsbijdrage per m2 voor onoverdekte ligplaatsen en de financiële verplichtingen met betrekking tot de overdekte ligplaatsen worden door de jachthavencommissie berekend en op voorstel van het bestuur door de Algemene Ledenvergadering vastgesteld.
Ook het eenmalig te betalen entreegeld wordt door de Algemene Ledenvergadering bepaald.
Artikel 6.4
De jachthavencommissie is, namens de vereniging, bevoegd over de geldmiddelen van de jachthaven te beschikken met inachtneming van de Statuten en het Huishoudelijke Reglement van de vereniging.
7. Toewijzing onoverdekte vaste ligplaatsen
Artikel 7.1
Het bestuur houdt wachtlijsten bij van de verschillende categorieën van boxen. Indien een verzoek tot toewijzing van een vaste ligplaats niet meteen kan worden gehonoreerd, wordt de naam van het betrokken lid onderaan op de betreffende wachtlijst geplaatst. De wachtlijst ligt ter inzage bij de havenmeester en bij het bestuur.
Artikel 7.2
Alle afgepaalde vaste onoverdekte ligplaatsen worden door en vanwege de jachthavencommissie genummerd. Deze ligplaatsen worden toegewezen uitsluitend aan leden van de vereniging, die tevens eigenaar zijn van het vaartuig.
Artikel 7.3
Een verzoek tot toewijzing van een vaste ligplaats wordt schriftelijk, via een aanmeldingsformulier, bij het bestuur ingediend, met vermelding van de afmetingen van het betreffende vaartuig.
Het verzoek wordt in behandeling genomen wanneer het aanmeldingsformulier volledig en juist is ingevuld.
Indien het verzoek tot toewijzing van een vast ligplaats onderdeel vormt van een verzoek tot toelating als lid komt de ligplaatsaanvraag alleen in behandeling indien tevens de lidmaatschapsaanvraag voldoet aan de daarvoor gestelde regels.
Een verzoek tot toewijzing van een ligplaats dat niet in behandeling kan worden genomen, wordt met vermelding van de redenen aan de indiener teruggezonden.
Een toewijzing die niet schriftelijk is geschied met de uitdrukkelijke bepaling dat het een vaste ligplaats betreft, is een toewijzing van een tijdelijke ligplaats.
De toewijzing van vaste ligplaatsen geschiedt in de volgorde van ontvangst door het bestuur van correct ingediende verzoeken hiertoe.
De maximale afmetingen van een vaartuig waarvoor een vaste ligplaats kan worden toegekend zijn: lengte 13,50 meter en breedte 4,00 meter.
Artikel 7.4
Bij de toewijzing van een onoverdekte vaste ligplaats is naast een jaarlijkse ligplaatsbijdrage en verenigingscontributie een éénmalig entreegeld verschuldigd. Bij opzegging van de ligplaats door de ligplaatshouder of de vereniging c.q. de jachthavencommissie wordt, wanneer de verplichtingen van de ligplaatshouder is voldaan, het éénmalige entreegeld terugbetaalt.
Artikel 7.5
Indien het voor de indeling of toewijzing van ligplaatsen gunstiger uitkomt, kan de jachthavencommissie aan de ligplaatshouder van een ligplaats in overleg te allen tijde een andere ligplaats toewijzen.
Artikel 7.6
De ligplaatsovereenkomst wordt, tenzij de ligplaatshouder of de vereniging of de jachthavencommissie het gebruik schriftelijk opzegt met inachtneming van een termijn van zes (6) maanden voorafgaand aan het volgende ligplaatsjaar, telkens stilzwijgend met één (1) jaar verlengd. De opzegging van een ligplaatsovereenkomst moet voor 1 oktober plaats vinden.
Artikel 7.7
1. Een toewijzing (toestemming) is persoon-, ligplaats- en vaartuig gebonden. Dat wil zeggen dat bij iedere wijziging in één van deze gegevens een nieuwe overeenkomst (toewijzing) moet worden aangevraagd;
2. Een toewijzing kan voor een bepaalde tijd worden verleend;
3. Het bestuur kan nadere regels stellen die voor de beoordeling van de aanvraag nodig zijn;
4. Aan de toewijzing zijn voorschriften en beperkingen verbonden. Deze voorschriften en beperkingen mogen slechts strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de toewijzing is vereist
5. Een toewijzing kan worden geweigerd in geval van:
a. Strijdigheid met het bestemmingsplan;
b. Strijdigheid met de belangen die ten grondslag liggen aan de betrokken bepalingen;
c. Niet of niet volledig nakomen van de voorschriften;
d. Strijdigheid met een voor het gebied geldende redelijke eis van welstand;
6. De toewijzing kan worden ingetrokken of gewijzigd indien:
a. Opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt bij de aanvraag;
b. Op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten na het verlenen van de toewijzing moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarom de toewijzing is vereist;
c. De aan de toewijzing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
d. Van de toewijzing geen gebruik wordt gemaakt binnen een termijn van drie maanden na afgifte;
x. Xx xxxxxx dit verzoekt;
f. Zodra een ligplaats beschikbaar komt voor toewijzing als vaste ligplaats, wordt deze door het bestuur aangeboden aan de laagst genummerde gegadigde;
g. De aangeboden plaats kan worden afgewezen zonder verlies van positie op de wachtlijst, indien het vaartuig van betrokkene naar oordeel van het bestuur niet past in betreffende box;
h. Bij afwijzing van een naar het oordeel van het bestuur passende ligplaats, wordt de naam van het betrokken lid onderaan de wachtlijst geplaatst;
i. Na afwijzing door een gegadigde wordt de aanbieding aan de eerst volgende gegadigde gedaan;
j. Bij aanvaarding van een vaste ligplaats door een lid dat al over een vaste ligplaats beschikte, vervalt de eerdere ligplaats aan de vereniging.
8. Voorwaarden onoverdekte vaste ligplaatsen
Artikel 8.1
De ligplaatsbijdragen worden naar het aantal benodigde vierkante meters berekend op basis van de afgepaalde ligplaatsafmetingen, namelijk de lengte maal de breedte (hart op hart palen) van de ligplaats.
Indien het vaartuig langer is dan de afgepaalde ligplaats wordt de lengte van het vaartuig aangehouden inclusief preekstoel, zwemplateau en of davits met volg- of bijboot.
Voor de langszij de oever of steiger liggende boot, wordt bij berekening van de breedte van de ligplaats de bootbreedte met 0,50 meter verhoogd.
Artikel 8.2
De ligplaatsbijdrage gaat in op de dag van toewijzing en dient telkens bij vooruitbetaling te worden voldaan.
Artikel 8.3
De ligplaatshouder dient het gebruik van de ligplaats schriftelijk op te zeggen bij de secretaris. Verrekening van de ligplaatsbijdrage bij tussentijdse opzegging van de ligplaats kan alleen geschieden, wanneer deze ligplaats direct aan een nieuwe gegadigde kan worden toegewezen. Aan het te verrekenen gedeelte van de ligplaatsbijdrage wordt 25% ingehouden wegens administratiekosten.
Artikel 8.4
In geval van overlijden van de ligplaatshouder wordt een overeenkomst voor ten hoogste zes (6) maanden op dezelfde wijze met de erfgenamen voortgezet.
Indien het pleziervaartuig is toebedeeld aan de echtgenoot/echtgenote of een eigen kind/kinderen, zal desgewenst een nieuwe overeenkomst worden afgesloten.
Artikel 8.5
Indien een ligplaatshouder zijn ligplaats of tijdelijk ligplaats gedurende een tijdvak van drie (3) maanden of langer om welke redenen dan ook niet zal gebruiken, moet dit gemeld worden aan de jachthavencommissie of aan de havenmeester.
Artikel 8.6
Het in gebruik geven van een ligplaats aan een ander is door de ligplaatshouder niet toegestaan. Niemand kan zijn ligplaatsrechten dan ook aan een ander overdragen.
Ruiling van ligplaatsen tussen ligplaatshouders in deze haven onderling, zonder voorafgaande toestemming van de jachthavencommissie, is niet toegestaan.
Indien het vaartuig van eigenaar verandert, vervalt het recht op de ligplaats, tenzij de oud-eigenaar de ligplaats wenst te gebruiken voor een ander, hem in eigendom toebehorend vaartuig, waarvan de afmetingen niet groter zijn dan het oorspronkelijke en mits het vervangende vaartuig overigens voldoet aan de eisen van dit reglement. De nieuwe eigenaar heeft niet het recht op de ligplaats.
Artikel 8.7
Het is de ligplaatshouder niet toegestaan zijn vaartuig, liggende in de jachthaven permanent of langdurig in verhuur of bruikleen aan derden af te staan.
Artikel 8.8
Indien door een ligplaatshouder niet of niet voldoende met de belangen van de vereniging rekening wordt gehouden, zulks in de meest ruime zin, kan de jachthavencommissie met voorbijgaan aan de rechten van de ligplaatshouder handelend optreden.
Wanneer de ligplaatshouder de gegeven aanwijzingen naar het oordeel van de jachthavencommissie in afwijking van de onder punt 7.6 genoemde opzegtermijn van zes (6) maanden tot onmiddellijke beëindiging van de ligplaats besluiten. In dit geval beslist de jachthavencommissie tegelijkertijd of en zo ja tot welk bedrag restitutie van de ligplaatsbijdrage zal worden verleend.
Artikel 8.9
In overeenstemming met het op de jachthaven van toepassing zijnde bestemmingsplan is de jachthaven bedoeld als aanleggelegenheid voor pleziervaartuigen en is het toegestaan op een vaartuig op een toegewezen vaste ligplaats te verblijven. Dit voor de duur van zeven (7) al dan niet aaneengesloten dagen, zoals in artikel 8.10 en 10.1 omschreven.
Ook voor leden van de vereniging ZONDER vaste ligplaats is het toegestaan met een vaartuig een ligplaats in de haven in te nemen en aan boord van dat vaartuig te verblijven. Dit voor de duur van zeven (7) al dan niet aaneengesloten dagen, zoals in artikel 8.10 en 10.1 omschreven.
Artikel 8.10
Het verblijf evenals overnachting op een boot gelegen op een toegewezen vaste boot ligplaats is toegestaan voor maximaal zeven (7), al dan niet aaneengesloten dagen per kalendermaand.
Bedoelde dagen van verblijf kunnen niet worden opgespaard of worden meegenomen naar een andere maand.
Ter beoordeling en ter goedkeuring van het bestuur kan in geval van een zodanige calamiteit, tijdelijk langer verblijf aan boord noodzakelijk of wenselijk zijn (ziekte, ziekenhuisopname, brand in eigen woning etc.).
Artikel 8.11
Bij verblijf- en/of overnachting aan boord van een vaste ligplaatshouder dient de havenmeester of zijn/haar vervanger hiervan in kennis te worden gesteld.
Artikel 8.12
Leden met een vaste ligplaats die of een groter dan wel een kleiner vaartuig willen aanschaffen, dienen alvorens zij hiertoe besluiten overleg te plegen met de jachthavencommissie of de havenmeester.
Dit in verband met de mogelijkheid tot het wel of niet verkrijgen van een nieuwe vaste ligplaats.
Artikel 8.13
Gelet op artikel 8.12 kan het voorkomen dat een lid met een vaste ligplaats geen nieuwe vaste ligplaats kan verkrijgen, omdat er geen vaste ligplaats is welke aan de gestelde eisen(afmetingen) voldoet.
Artikel 8.14
Aanvragen van leden van de vereniging die geen vaste ligplaats hebben en die hun vaartuig in de jachthaven willen laten overwinteren, dienen dit bij het bestuur schriftelijk aan te vragen.
Artikel 8.15
Overwinteren van vaartuigen van leden of niet leden zonder een vaste ligplaats is, indien er de mogelijkheid (ruimte) voor is, mogelijk na schriftelijke aanvraag bij het bestuur.
9. Afmeren
Artikel 9.1
De jachthavencommissie (havenmeester) is bevoegd aan de ligplaatshouder tijdelijk, in verband met onderhoudswerkzaamheden of andere omstandigheden een andere ligplaats aan te wijzen dan de oorspronkelijk aangewezen ligplaats. Dit geldt voor ligplaatshouders van zowel vaste ligplaatsen als voor passanten plaatsen.
Artikel 9.2
De schipper van een afgemeerd vaartuig is verplicht ervoor te zorgen dat het vaartuig altijd vlot en veilig kan worden betreden en verlaten.
Artikel 9.3
De jachthavencommissie (havenmeester) kan bij afwezigheid van de schipper of zijn vervanger, na overleg met de schipper, een vaartuig verhalen als dat nodig is.
Artikel 9.4
Passanten en leden die een ligplaats in de haven hebben ingenomen zijn verplicht toe te staan dat er een ander vaartuig van ongeveer dezelfde afmetingen of kleiner bij hem langszij afmeert. Dit alleen in uitzonderlijke gevallen op aangeven en onder begeleiding van de havenmeester.
Artikel 9.5
De havenmeester (jachthavencommissie) is belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde in dit Jachthavenreglement. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet en in geval van twijfel of geschil over de uitleg in dit reglement, nemen twee leden van de jachthavencommissie, al dan niet in samenspraak met de havenmeester hierin een besluit. Het genomen besluit dient kenbaar te worden gemaakt aan het bestuur.
Artikel 9.6
Indien een onoverdekte ligplaats niet zal worden gebruikt, is men verplicht dit te melden bij de jachthavencommissie/havenmeester. Nalatigheid hiervan kan voor de vereniging inkomstenderving tengevolge hebben, welke de ligplaatshouder in rekening kan worden gebracht
Artikel 9.7
Gebruik van materiaal/gereedschappen van de vereniging dient in overleg met de jachthavencommissie/havenmeester te geschieden. De jachthavencommissie heeft voor dat gebruik nadere voorwaarden gesteld.
Artikel 9.8
Materiaal/gereedschappen van de vereniging dienen na gebruik onmiddellijk te worden teruggebracht op de plaats van bestemming.
Artikel 9.9
Bij zoekraken of beschadiging eist de jachthavencommissie/havenmeester van de daarvoor aansprakelijke persoon schadevergoeding.
10. Overnachten passanten met/van een vaartuig
Artikel 10.1
Verblijf als mede overnachten van passanten op een door de havenmeester toe te wijzen ligplaats is in het vaarseizoen, op grond van het gestelde in artikel 8.10, toegestaan voor maximaal zeven (7) aaneengesloten nachten per kalendermaand en voor foerageerpassanten tot 16.00 uur.
Ter beoordeling en ter goedkeuring van het bestuur kan in geval van een zodanige calamiteit, tijdelijk langer verblijf aan boord noodzakelijk of wenselijk zijn ( ziekte, ziekenhuisopname, brand in eigen woning etc.).
Voor een verblijf in de jachthaven na 16.00 uur is passantengeld en toeristenbelasting verschuldigd. Als vermeld in artikel 2 van dit reglement zijn er geen faciliteiten beschikbaar in de periode 1 november tot 1 april en is de haven gesloten.
Artikel 10.2
Het reserveren van ligplaatsen voor passanten is niet mogelijk, met uitzondering van mindervalide booteigenaren of schippers met mindervalide aan boord. Een en ander onder de voorwaarde voor het overleggen van de zogenoemde ‘Invalidekaart’ dan wel – in geval van passanten afkomstig van buiten Nederland- een daaraan gelijkwaardige verklaring van invaliditeit.
11. Overnachten passanten met/van een mobiel kampeeronderkomen
Artikel 11.1
Het innemen van- en/of het verblijf op een standplaats voor een mobiel kampeeronderkomen op een door de havenmeester toe te wijzen standplaats, is op grond van het gestelde in artikel 8.10, toegestaan voor maximaal zeven (7) aaneengesloten nachten per kalendermaand. Voor dit verblijf is een vergoeding en toeristenbelasting verschuldigd.
Artikel 11.2
Het reserveren van een standplaats voor een mobiel kampeeronderkomen is niet mogelijk. Voor een mobiel kampeeronderkomen is het havenreglement eveneens van toepassing
12. Voorwaarden overdekte ligplaatsen
Artikel 12.1
De overdekte ligplaatsen zijn in gebruik als schiphuizen, toebehorende aan de houders van opstalrecht.
Artikel 12.2
De rechten van opstal zijn/worden bij notariële akte verleent voor een tijdvak van vijfentwintig (25) jaren, terwijl gemeld recht van opstal tevens eindigt bij niet naleving van de in artikel 12.8 vermelde verplichting, met inachtneming van een opzegtermijn van drie (3) maanden.
Artikel 12.3
Het recht van opstal bestaat uitsluitend in het in eigendom hebben en houden van een of meer schiphuizen in de jachthaven van de vereniging.
Artikel 12.4
Het door de opstaller aan de grondeigenaar of de vereniging als erkentenis van diens eigendom jaarlijks per vierkante meter verschuldigd solarium alsmede een eenmalig te betalen entreegeld, wordt overeenkomstig de artikelen 6.3 en 8.1 vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering, met dien verstande, dat het solarium voor elk volgend tijdvak van vijf (5) jaren steeds opnieuw door de Algemene Ledenvergadering wordt vastgesteld. De hoogte van het voor vijf (5) jaren geldende solarium per m2 worden door de jachthavencommissie berekend en op voorstel van het bestuur door de Algemene Ledenvergadering vastgesteld.
Artikel 12.5
Het recht van opstal eindigt, voor dat gedeelte van het in opstal uitgegeven op de eerste dag van de maand, volgende op die, waarop de opstaller de opstallen heeft verwijderd, zonder dat tot herbouw wordt overgegaan.
Artikel 12.6
Bij het eindigen van het recht van opstal op welke wijze of door welke oorzaak of reden dit ook zij, treedt de grondeigenaar van rechtswege in de eigendom van de gestichte opstallen onder verplichting van de grondeigenaren, behoudens in geval van ernstige verwaarlozing van de opstallen, om binnen drie maanden na het eindigen, aan de als dan gewezen opstaller te betalen de waarde van de opstallen volgens de taxatie door twee deskundigen, waarvan ieder der partijen een zal benoemen en welke deskundigen vooraf tezamen een derde deskundige zullen aanwijzen, die in geval van geschil binnen de hoogste en laagste taxatie beslist.
Artikel 12.7
Het onderhoud van het water, de beschoeiing en de grond gelegen binnen de schiphuizen en van de beschoeiing grenzende aan de schiphuizen vallend binnen de grenzen van het opstalrecht, is voor rekening van de opstalhouder (als opgenomen in akten van vestiging, opstalrechten).
De opstalhouder is verplicht de opstallen ten genoegen van de vereniging in deugdelijke en bruikbare staat en in goede staat van onderhoud te onderhouden.
Artikel 12.8
De opstaller zal het recht van opstal en de te stellen opstallen, zonder schriftelijke toestemming van het bestuur niet mogen vervreemden.
Nieuwe opstalhouders moeten lid van de vereniging zijn/worden en bij voorkeur ingezetene van deze gemeente zijn.
Op het in opstal uitgegeven onroerend goed, waarop het recht van opstal is verleend, zullen door de opstaller geen erfdienstbaarheden mogen worden gevestigd.
Bij overtreding van deze bepaling verbeurt de opstaller een terstond opeisbare boete van tienduizend euro (€ 10.000,00) ten bate van de vereniging.
Artikel 12.9
De onroerendgoedbelasting en alle verdere zakelijke lasten, welke van gemeld onroerend goed geheven wordt, komen voor rekening van de opstaller en blijven te zijnen laste tot na het eindigen van het opstalrecht.
Artikel 12.10
De opstaller is verplicht een verzekering af te sluiten, waardoor hij/zij minimaal verzekerd is tegen brand-, explosie- en andere schade aan derden tijdens verblijf in de jachthaven van de vereniging.
Artikel 12.11
Alle rechten en kosten, waartoe de in artikel 12.2 genoemde notariële akte leidt, zijn voor rekening van de opstaller.
Artikel 12.12
De steiger langs de schiphuizen is voor de helft, de plaats van afmeren voor de schiphuiseigenaren.
13. Regels van orde en netheid
Artikel 13.1
De ligplaatshouder heeft recht op de aan hem/haar toegewezen ligplaats met een vrije in- en uitvaart en is verplicht de goede orde en netheid in de jachthaven te bewaren.
Artikel 13.2
Het vaartuig moet zodanig zijn vastgelegd, dat aan boten van mede ligplaatshouders, beschoeiingen en steigers e.d. geen last of schade wordt veroorzaakt.
Vaartuigen moeten deugdelijk worden afgemeerd, zodat de vrijheid van het scheepvaartverkeer, de veiligheid van de opvarenden of de veiligheid op het water niet in gevaar wordt gebracht en er geen schade kan ontstaan.
Artikel 13.3
Het is niet toegestaan een andermans vaartuig te verhalen of te betreden, tenzij hierdoor schade aan zijn of andermans vaartuig kan worden voorkomen.
Artikel 13.4
Het nodeloos laten werken van de scheepsschroef op de ligplaats is niet toegestaan.
Artikel 13.5
In de nabijheid van de ligplaatsen en in de jachthaven mag alleen zeer langzaam of maximaal 4 kilometer per uur worden gevaren.
Artikel 13.6
Voor het innemen van drinkwater, het aan- en/of van boord gaan van ouderen en mindervaliden, het in- en/of uitladen van boodschappen en dergelijke, kan kortstondig gebruik worden gemaakt van de aanlegplaats gelegen voor het "Xxxxxxx Xxxxxxxx" monument.
Artikel 13.7
Het afdekken van het vaartuig moet gebeuren met daarvoor geschikt materiaal dat deugdelijk aan het vaartuig wordt bevestigd om wegwaaien te voorkomen.
Het is verplicht een op de jollensteiger liggende vaartuig stormvast te bevestigen aan de daarvoor aangebrachte ringen.
Artikel 13.8
Uitgezonderd de jollensteiger en het jollenrek mag het jachthaventerrein niet worden gebruikt voor opslag of (winter) stalling van vaartuigen, boottrailers of andere onderdelen van vaartuigen en dergelijke.
Ook het schoonmaken van het onderwaterschip voorzien van aangroeiwerende verf en het verven van vaartuigen op het jachthaventerrein, de jollensteiger, het jollenrek en in- of boven het water is niet toegestaan.
Door de milieupolitie of daartoe bevoegde personen opgelegde boetes bij overtreding van dit artikel, zijn evenals de opruimkosten van de vervuiling voor rekening van de overtreder c.q. eigenaar van het vaartuig.
Artikel 13.9
De ligplaatshouder dient er mee op toe te zien, dat aan de in de jachthaven liggende vaartuigen, het terrein, de beschoeiingen, de steigers, de opstallen en de technische installaties e.d. van de jachthaven geen schade of vernielingen worden aangebracht.
Van de gebruiker wordt dan ook verwacht, dat wanneer hij/zij onregelmatigheden constateert, hij/zij deze meteen doorgeeft aan de havenmeester of de jachthavencommissie.
Kinderen tot veertien (14) jaar hebben alleen toegang tot de jachthaven onder geleide van een meerderjarige.
Artikel 13.10
Zonder toestemming van de jachthavencommissie mag aan of op de beschoeiingen en steigers niets gezaagd, getimmerd of nagelvast worden aangebracht of gewijzigd.
In gebruik nemen van een drijvende en/of vaste overkapping van de ligplaats is niet toegestaan.
Artikel 13.11
Niemand mag de jachthaven door vuil, olie of inhoud van chemische toiletten of dergelijke verontreinigen.
Het gebruik van een onderwatercloset binnen/in de jachthaven is niet toegestaan; Voor vast vuilafval zijn containers in de jachthaven aanwezig.
Mochten deze containers vol zijn, dan dient de ligplaatshouder zijn afval mee te nemen naar huis, om te voorkomen dat ongedierte wordt aangetrokken.
Verontreinigd bilgewater dient met behulp van het inzamelstation voor het leegzuigen van vuilwatertank en bilgewater te worden verwijderd. De inhoud van chemische toiletten dient in de daarvoor aanwezige stortplaats voor chemische toiletten te worden gedeponeerd.
Artikel 13.12
Bij gebruik van het toiletgebouw moet de nodige zorg en zindelijkheid in acht worden genomen; Mindervalide passanten kunnen gebruik maken van de aangepaste douche/toilet in het havengebouw.
Artikel 13.13
Op het jachthaventerrein is men verplicht zijn/haar huisdier aan te lijnen. Fecaliën van de huisdieren dienen door de eigenaar te worden opgeruimd.
Artikel 13.14
Fietsen en bromfietsen moeten op een zodanige wijze worden gestald, dat een vrije doorgang over de loop-/tegelpaden en steigers naar de boten wordt gewaarborgd.
Indien een fietsenstalling aanwezig is, is men verplicht zijn fiets of bromfiets daar te stallen.
Het rijden met een fiets of motor is niet toegestaan op de steigers, uitzondering de havenmeester mag met een fiets zich op de steigers verplaatsen.
Artikel 13.15
Auto´s, boottrailers en motoren moeten binnen de aangegeven vakken op de parkeerterreinen van het jachthaventerrein worden geparkeerd.
Het is niet toegestaan met motoren of bromfietsen het terrein of de loop-/tegelpaden te berijden.
Ten aanzien van het gebruik van de trailerhelling zijn afzonderlijke regels van toepassing. Deze regels liggen ter inzage bij de havenmeester en/of bij het bestuur.
Artikel 13.16
Vissen op de steigers is niet toegestaan, zo ook zwemmen, spelevaren en zeilen in de haven. Het voorgaande is niet van toepassing ten aanzien van:
- Leden van visclub "’t Snoerke". Uitsluitend na overleg met de jachthavencommissie (havenmeester) mag voor een plaatselijke viswedstrijd van of namens deze vereniging gebruik worden gemaakt van de steigers en kades, voor zover mogelijk.
- Leden van de watersportvereniging "Bergumermeer" en hun gezinsleden, evenals passanten en bezoekers met/van mobiele kampeeronderkomens. Wel dient men de aanwijzingen van de havenmeester op te volgen.
Het vissen met een fuik of een net is te allen tijde verboden.
Artikel 13.17
Ten aanzien van alle bepalingen is de ligplaatshouder, die een minderjarige aan boord of onder zijn/haar hoede meegenomen naar of bij zich in of bij de jachthaven heeft, aansprakelijk voor door die minderjarige begane overtredingen van dit Jachthavenreglement of veroorzaakte schade.
Artikel 13.18
Men is verplicht de aanwijzingen van de leden van de jachthavencommissie, de havenmeester of zijn vervanger op te volgen.
Indien men niet aan de aanwijzingen gevolg geeft, zijn de leden van de jachthavencommissie, de havenmeester of zijn vervanger gerechtigd in afwijking van het onder artikel 13.3 genoemde, het vaartuig van de aan hem toegewezen ligplaats tijdelijk te doen verwijderen.
Artikel 13.19
Niet toegestaan is het op de kaden en steigers laten liggen van toebehoren als masten, rondhout, meertouwen en dergelijke; het laten uitsteken van onderdelen van het vaartuig of bijboten en dergelijke waardoor gevaar of hinder kan ontstaan.
Artikel 13.20
Drinkwater te gebruiken voor het schoonmaken van vaartuigen, auto’s en mobiele kampeeronderkomens is, vanuit milieu oogpunt (verspilling drinkwater) niet toegestaan.
Artikel 13.21
Het is de ligplaatshouder verboden, het in de jachthaven afgemeerde vaartuig of de ligplaats tot voorwerp van commerciële activiteit te maken. Onder dit laatste wordt mede verstaan het op het jachthaventerrein en/of op het vaartuig aanbrengen van daartoe strekkende borden, mededelingen, aanduidingen enz.
Niettemin is het de leden toegestaan om hun vaartuig dat een vaste ligplaats in de haven heeft, daar ter verkoop aan te bieden. Daartoe mag betreffend vaartuig worden voorzien van een bescheiden tekst met een informatief karakter.
Artikel 13.22 Geluidoverlast
Het is niet toegestaan hinderlijk lawaai te veroorzaken. Tussen 22.00 uur ’s avonds en 10.00 uur ’s ochtends is het verboden de radio, T.V. of dergelijke geluidsapparatuur zo luid te zetten dat deze buiten het eigen vaartuig of het mobiele kampeeronderkomen kan worden gehoord.
Ook dienen vallen, die hoorbaar tegen een mast kunnen slaan, vastgezet te zijn. Het verstoren van de rust is niet toegestaan.
Artikel 13.23
Het afmeren van vaartuigen is niet toegestaan op plaatsen welke duidelijk zijn gereserveerd ten behoeve van water tanken, bilge-station bezoeken, laden en lossen.
Artikel 13.24
In overleg met de havenmeester kan tegen vergoeding op het haventerrein worden gekampeerd tegen een vast te stellen vergoeding.
Artikel 13.25
Het is niet toegestaan te parkeren, zich te bevinden en/of te lopen op de hellingbaan (trailerhelling) anders dan voor het te water laten of het er uit te halen van vaartuigen.
Artikel 13.26
Het is niet toegestaan auto’s te parkeren, anders dan op de daarvoor bestemde terreinen.
Artikel 13.27
Aan het einde van zowel het zomer- als het winterseizoen wordt het gehele jachthaventerrein schoongemaakt. Het bestuur geeft tijdig kennis van de datum; ieder lid, van wie dit redelijkerwijs verwacht mag worden, dient bij het schoonmaken te assisteren.
Artikel 13.28
Gebruik trailerhelling
De vaste ligplaatshouders zijn vrij van trailerhelling kosten. Niet leden en leden zonder een vaste ligplaats kunnen een abonnement voor het gebruik van de trailerhelling afsluiten. Het verstrekte abonnement en de sleutel van deze trailerhelling is strikt persoonlijk en uitsluitend bestemd voor het te water laten en uit het water halen van uw eigen vaartuig. Na elk gebruik dient men de slagboom met het daarvoor aangebrachte hangslot te vergrendelen. De gebruiker van de trailerhelling dient zijn auto met trailer of aanhangwagen te parkeren aan de noordzijde van de gemeentelijke loswal, zo mogelijk in de vakken; niet langs de weg van de Burgumerdaam. Dit in de periode mei tot en met oktober. Buiten voornoemde periode dient de auto met trailer op het parkeerterrein van de jachthaven te worden geplaatst.
14. Veiligheid
Artikel 14.1
Ter voorkoming van brandgevaar is een ieder verplicht de nodige voorzorgmaatregelen te nemen.
Artikel 14.2
In ieder vaartuig, waarin voortdurend brandbare (vloei) stoffen of gassen aanwezig zijn, moet een deugdelijke brandblusser aanwezig zijn.
Artikel 14.3
Indien door of vanwege de jachthavencommissie of de havenmeester de gasinstallatie, of de motorinrichting inclusief tanks en leidingen naast de elektrische installatie van een vaartuig of mobiel kampeeronderkomen, als onveilig wordt aangemerkt, kan de ligplaatshouder de toegang tot de haven door de jachthavencommissie of de havenmeester worden ontzegd. Zo nodig word het vaartuig of mobiel kampeeronderkomen verwijderd
Wanneer er niemand aan boord of in het mobiele kampeeronderkomen aanwezig is wordt het gebruik van walstroom ’s nachts niet toegestaan.
Artikel 14.4
Gebruik elektriciteitsaansluitingen
Algemeen
De rondom de jachthaven aangebrachte aansluitkasten voor het elektriciteitsgebruik zijn primair bedoeld voor het verrichten van kleine werkzaamheden aan boord van de in deze haven vast ligplaats hebbende vaartuigen.
De ligplaatshouders en/of passanten dienen hierbij zorg te dragen, dat daarbij geen schade aan derden wordt toegebracht.
De aansluitwaarde per stopcontact is maximaal 900 watt.
Het gebruik van een haakse slijpmachine is in verband met de grote kans op (lak) schade aan andere vaartuigen niet toegestaan.
In de aansluitkast bij het "Xxxxxxx Xxxxxxxx" monument is een stopcontact met een zestien (16) ampère zekering gezekerd, zodat daar (kleine) laswerkzaamheden kunnen worden verricht.
Voor gebruik hiervan dient men zich te vervoegen bij de havenmeester.
Veiligheid
De ligplaatshouders en/of passanten dienen in het belang van de veiligheid gegeven aanwijzingen van de havenmeester of van de leden van de jachthavencommissie stipt op te volgen.
Het gebruik geschiedt uitsluitend op eigen risico.
Het bestuur van de watersportvereniging "Bergumermeer" noch de jachthavencommissie kan aansprakelijk worden gesteld voor welke schade dan ook ontstaan door het gebruik van de elektriciteit voorziening.
Na ieder gebruik moet de aansluit- en elektriciteitskabel naar het vaartuig direct worden opgeruimd. Zonder toestemming van de havenmeester mag gedurende de nacht, wanneer er niemand aan boord is, geen elektriciteit worden afgenomen.
Gebruiksvergoeding
Voor het gebruik van de elektriciteitsvoorziening voor het verrichten van incidentele- en kleine werkzaamheden als voornoemd is geen vergoeding verschuldigd.
Voor regelmatig gebruik en voor het verrichten van grote en langdurige werkzaamheden evenals het opladen van de accu´s (ook gedurende de nacht) het gebruik van elektriciteitsverwarming en aansluiting van koelkasten is, naast de nodige toestemming van de havenmeester, een vergoeding verschuldigd op basis van verbruik via een elektriciteitsmeter.
Voor laatstgenoemd gebruik geschiedt de aansluiting met opneming van de meter door de havenmeester en in bijzondere gevallen door een van de jachthavencommissieleden.
Artikel 14.5
Niet toegestaan is het ontsteken van open vuur en barbecuen in de haven, uitzondering het houden van een barbecue op het haventerrein, niet zijnde de steigers, slechts met toestemming van de havenmeester op de daarvoor aangewezen aangelegde barbecueplaats, waarbij de hoogste voorzichtigheid in acht dient te wordt genomen.
Artikel 14.6
Ankeren en dreggen is niet toegestaan.
Artikel 14.7
IJs te breken met uitzondering van het ijs rond een vaartuig is niet toegestaan.
Artikel 14.8
Het is verboden een vaartuig te slopen in de haven.
Artikel 14.9
Het is verboden aan een vaartuig slijp-, las-, verfspuit- en /of gritwerkzaamheden uit te voeren in de haven.
Artikel 14.10
Iedereen die zich in de haven bevindt is verplicht de aanwijzingen van de havenmeester op te volgen. Bij het niet opvolgen van instructies of het bij herhaling overtreden van dit Jachthavenreglement, kan ontzegging van verder gebruik van de havenfaciliteiten volgen.
Artikel 14.11
In geval van storm, brand of enig ander van buitenaf komend onheil is iedereen die in de haven aanwezig is, verplicht hulp te verlenen.
Artikel 14.12
In alle gevallen waarin vaartuigen, trailers, mobiele kampeeronderkomens of andere objecten of voorwerpen zich op of in de jachthaven bevinden, zonder dat de betreffende personen daartoe gerechtigd zijn, heeft de havenmeester, na overleg met het bestuur, het recht die vaartuigen, trailers, mobiele kampeeronderkomens en objecten of voorwerpen te doen verwijderen op kosten van de betreffende persoon.
15. Schade
Artikel 15.1
Hij of zij die schade toebrengt aan de eigendommen van de vereniging, is verplicht dit te melden bij de jachthavencommissie of de havenmeester en deze schade binnen twee (2) weken te herstellen of te doen herstellen ten genoegen van de jachthavencommissie.
Artikel 15.2
Indien de ligplaatshouder en/of passant in gebreke is gebleven, kan de schade door of vanwege de jachthavencommissie op diens kosten worden hersteld.
De rekening hiervoor moet binnen twee (2) weken door de ligplaatshouder en/of passant worden voldaan, ook indien er geschillen zijn gerezen over de omvang van de reparatie- het herstel en het totale bedrag.
Artikel 15.3
In alle gevallen waarin dit Jachthavenreglement niet voorziet zal de jachthavencommissie in overleg met het bestuur een beslissing nemen.
16. Aansprakelijkheid
Artikel 16.1
Bij aanvaarding van de ligplaatsovereenkomst geldt steeds de conditie, dat de vereniging voor diefstal, verlies, teniet gaan, beschadiging, vernieling of welke schade dan ook, in geen enkel opzicht aansprakelijk kan worden gesteld en dat de ligplaatshouder de vereniging vrijwaart tegen alle schade en aansprakelijkheid.
Artikel 16.2
Iedere ligplaatshouder is verplicht een verzekering af te sluiten, waardoor hij/zij minimaal verzekerd is tegen brand-, explosie- en andere schade aan derden tijdens het verblijf in de jachthaven van deze vereniging. Zoals vermeld op het inschrijvingsformulier en door betrokkene ondertekend.
Artikel 16.3
Gebruik havengebouw en terrein rondom en op de jachthaven.
Het havengebouw is uitsluitend bestemd voor bestuur- en commissievergaderingen en in het seizoen als verblijf mogelijkheid van de havenmeester en tot het ontvangen van de leden en gasten van de vereniging.
Het terrein rondom en op de jachthaven is uitsluitend bestemd voor vereniging- en jachthavenbijeenkomsten en activiteiten uitgaande van de vereniging, en is daarnaast bestemd voor het ontvangen van passanten van vaartuigen en mobiele kampeeronderkomens.
Artikel 16.4
Het betreden van het jachthaventerrein is op eigen risico. Onder haventerrein wordt verstaan, de kades, steigers, parkeerterreinen, midgetgolfbaan, speeltoestellen en de overige gronden.
17. Wijzigingen en aanvullingen
Artikel 17.1
Wijzigingen en aanvullingen van het Jachthavenreglement kunnen op voorstel van de jachthavencommissie en het bestuur van de vereniging worden aangebracht bij besluit van de Algemene Ledenvergadering.
Artikel 17.2
Voorstellen tot wijziging en/of aanvulling van het Jachthavenreglement kunnen eveneens worden gedaan door ligplaatshouders, mits de voorstellen schriftelijk en ondertekend door minstens tien
(10) leden bij het bestuur worden ingediend, ten minste één (1) maand voor de Algemene Ledenvergadering.
18. Geschillen bij uitvoering van het Jachthavenreglement
Artikel 18.1
Geschillen, ontstaan betreffende het havenbeheer, kunnen binnen tien (10) dagen door de leden schriftelijk worden voorgelegd aan het bestuur, dat zo spoedig mogelijk in het geschil beslist.
Wanneer een lid dit verlangt, zal de beslissing van het bestuur op de eerstvolgende Algemene Leden vergadering aan de orde worden gesteld.
Beslissingen van de havenmeester/jachthavencommissie c.q. het bestuur in afwachting van de beslissing van het bestuur c.q. de Algemene Ledenvergadering, behouden hun geldigheid.
Artikel 18.2
Alle klachten, van welke aard ook, betreffende de gang van zaken in en om de haven of clubgebouw, het gedrag van leden of commissies, niet zijnde klachten betreffende het bestuur of een bestuurslid, worden ter kennis van het bestuur gebracht. Dat geschiedt schriftelijk en ondertekend, dan wel mondeling ten overstaan van ten minste twee (2) bestuursleden.
Indien aan een klacht niet of niet terstond kan worden tegemoet gekomen wordt dit aan de klager medegedeeld.
Klachten betreffende een individueel bestuurslid moeten aan het bestuur worden voorgelegd. Klachten betreffende het bestuur (als zodanig) kunnen uitsluitend ter Algemene Ledenvergadering worden gebracht.
Artikel 18.3
Het recht van ieder lid op een vaste ligplaats bij de vereniging vervalt onmiddellijk voor elk vaartuig indien:
a. Zijn/haar lidmaatschap wordt beëindigd;
b. Hij/zij het liggeld niet binnen veertien (14) dagen voldoet, na daartoe door de penningmeester schriftelijk te zijn aangemaand;
c. Een vaartuig, naar het oordeel van het bestuur, in een verwaarloosde toestand verkeert, waardoor het aanzien van de haven wordt ontsierd en na waarschuwing per aangetekend schrijven hierin binnen een maand geen verbetering is gekomen;
In vorenstaande gevallen kan dan het betreffende vaartuig van de kade/steiger worden verwijderd, terwijl het volle bedrag der verschuldigde gelden invorderbaar blijft, respectievelijk zonder dat de al betaalde gelden geheel of gedeeltelijk worden teruggegeven. De ligplaatshouder is aansprakelijk voor de kosten, verbonden aan de verwijdering van het vaartuig. De ligplaatshouder is verplicht, de vereniging te vrijwaren ter zake van haar eventuele aansprakelijkheid voor schaden, ontstaan door het verplaatsen c.q. elders doen verblijven van het vaartuig.
De vereniging heeft de verplichting het ontstaan van dergelijke schade zoveel mogelijk te voorkomen.
Artikel 18.4
Tegenover een vordering tot betaling aan de vereniging uit hoofde van het onderhavige Jachthavenreglement kan geen beroep op schuldvergelijking worden gedaan, terwijl alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten zoals advocaat-, deurwaarderskosten enz. geheel voor rekening zijn voor het betreffende lid dat in gebreke bleef de betreffende vordering tijdig te voldoen.
Artikel 18.5
Bij overtredingen van het Jachthavenreglement die schade veroorzaken aan de jachthaven en/of aan het milieu in de jachthaven, wordt de schade hersteld op kosten van de overtreder. Eventuele boetes bij milieuverontreiniging worden verhaald op de veroorzaker van die verontreiniging.
19. Sancties
Artikel 19.1
Als zwaar vergrijp wordt beschouwd ieder handelen of nalaten waardoor de handhaving of verlenging van een aan de vereniging verleende vergunning in gevaar komt. Een ieder, geen lid zijnde, die hieraan schuldig wordt bevonden door het bestuur (zonder waarschuwing vooraf)voor altijd de toegang tot het haventerrein worden ontzegd. Tegen een lid kan (eveneens zonder waarschuwing) het bepaalde in art 3.8.4 van het Huishoudelijk Reglement worden ingeroepen (Royement)
Artikel 19.2
Als zwaar vergrijp wordt eveneens beschouwd ieder handelen of nalaten waardoor risico ontstaat voor de veiligheid van anderen. Indien een dergelijk handelen of nalaten als opzet of grove schuld wordt gekwalificeerd kunnen dezelfde sancties als hiervoor onder 19.1 bedoeld, worden opgelegd.
Artikel 19.3
Als sancties op overtredingen van het Jachthavenreglement worden slechts opgelegd door het bestuur en schriftelijk ter kennis van de overtreder gebracht. Hierbij worden leden niet anders behandeld dan niet- leden. Niet- leden kunnen zich nimmer beroepen op onbekendheid met enige bepaling uit jachthaven reglement of met een binnen de vereniging geldende gewoonte.
Artikel 19.4
Overtreding van één van de in dit Jachthavenreglement onder artikel 13.1 tot en met 13.28 genoemde verboden, geeft de jachthavencommissie/havenmeester het recht de overtreder de toegang tot de haven, bijbehorende terreinen en de zich aldaar bevindende gebouwen te ontzeggen.
20. Overgangsrecht en inwerkingtreding
Artikel 20.1
De toestemmingen die zijn verleend volgens het oude Havenreglement blijven van kracht totdat de tijd waarvoor zij werden verleend verstreken is of tot dat zij worden ingetrokken;
Artikel 20.2
Dit Jachthavenreglement treedt in werking nadat het door de Algemene Ledenvergadering is goedgekeurd en door de notaris is geaccordeerd.
Artikel 20.3
Bij de inwerkingtreding van dit Jachthavenreglement wordt het oude "Havenreglement" ingetrokken.
21. Slotbepaling
Artikel 21.1
Het Jachthavenreglement is aangegaan voor onbepaalde tijd. Aldus vastgesteld in de ledenvergadering van 28 november 1988.
Aangepast en gewijzigd, waarna goedgekeurd en vastgesteld tijdens de Algemene Ledenvergadering van 1 oktober 2008.