Veiligheidskamer Delft
De ondergetekenden:
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft, van de gemeente Delft, verder afzonderlijk aangeduid als ‘Partij’ of ‘Gemeente’
en
de Korpschef van Politie, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X. xxx Xxxxxx EMTP, teamchef Delft;
het College van Procureurs-Generaal, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door Mr. N.M. Xxxxxxx, officier van justitie;
Raad voor de Kinderbescherming, te Den Haag, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X. xx Xxxx, gebiedsmanager;
Reclassering Naderland, te Den Haag, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X.X.X.X. Xxxxxxxxxx, unitmanager;
Jeugdbescherming West, te Den Haag, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxx. X. Xxxxxxxx, raad van bestuur;
Xxxxxxx Xxxxxxxxx Stichting, Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, te Amsterdam, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door H.C.J. Xxxxxxxxxx, directeur Jeugdbescherming en jeugdreclassering;
Fivoor b.v., te Rotterdam, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
J.S. Gast en M.A. Polak, bestuurders;
GGZ Delfland, te Delft, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X. Xxxxxxx, directeur primair proces Haaglanden;
Brijder Verslavingszorg, te Delft, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door Drs. Y.M. Xxxxxxxxx, manager zorg;
Stichting Perspektief, te Delft, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X. Xxxxxxxxx, bestuurder;
Stichting Participe Delft, te Delft, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X. Xxxxxx, directeur Stichting Participe Delft;
Veilig Thuis Haaglanden, te Den Haag, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X. xxx Xxxxxxx, directeur;
Halt Nederland, te Utrecht, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X. Xxxxxxxx, regiomanager;
Stichting Kwadraad, te Gouda, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
R.J.R. Xxxxxxxxx, bestuurder;
Limor (Landelijke Instelling Maatschappelijke Ondersteuning en Rehabilitatie) , te Leeuwarden, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door X. Xxxxxxx, voorzitter raad van bestuur,
Youth for Christ Nederland, te Delft, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X.X. xxx Xxxxxxxxx, teamleider;
Xxxx xx Xxxxxxx, xx Xxxxxxxxxx, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X. Xxxxxxxx, directeur Kind en Jeugd;
Stichting Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West, te Zoetermeer, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxx. X.X. Xxxxxxx, xxxxxxxxx-xxxxxxxxxx;x
Xxxxxxxxxxxx, xx Xxxxxxxx, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door X. Xxxxxx, zorgdirecteur; Haaglanden Beweegt b.v. (Delft voor elkaar), te Delft, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
L.J. Xxxxx, bestuurder;
Humanitas DMH, te Nieuwegein, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X. Xxxxxxxxxx, rayondirecteur;
MEE Zuid-Holland Noord, te Den Haag, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X. xxx Xxxxxxx, directeur;
Woonbron, te Delft, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X.X.X. xxx xxx Xxxxxx, regiomanager;
Vestia, te Rotterdam, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X. Xxxxxxxxx, vestigingsmanager Delft;
Vidomes, te Delft, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door Drs. J.W. Xxxxxxx, Manager Xxxxxxx Xxxxxx;
DUWO, te Delft, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X.X. xx Xxxxxx, bestuurder;
Dienst Justitiële Inrichtingen (Samenwerkingsverband West - PI Haaglanden / Alphen aan den Rijn), te Den Haag, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X. xxx Xxxxxxxxxx, vestigingsdirecteur;
Leger des Heils Reclassering te Den Haag, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X. Xxxxxxxxxx, regiomanager;
Bureau Maatschappelijk herstel en Rehabilitatie (MHR), te Den Haag, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
K. Xxxxxx, directeur;
hierna afzonderlijk te noemen ‘Partij’ en gezamenlijk, inclusief Gemeente[n], te noemen ‘Partijen’,
• Partijen in het kader van samenwerking op het gebied van integrale veiligheid en complexe casuïstiek zoals beschreven in het Landelijke Kader Zorg- en veiligheidshuizen de lokale kamer Delft/ Veiligheidskamer Delft (hierna: ‘Veiligheidskamer Delft’) hebben opgezet;
• Partijen voor deze samenwerking afspraken hebben vastgelegd in het Convenant
‘Samenwerking tussen ketenpartners in Veiligheidskamer”, waar dit Privacy Protocol deel van uitmaakt;
• voor de samenwerking in Veiligheidskamer Delft de uitwisseling van gegevens, waaronder Persoonsgegevens, tussen de Partijen noodzakelijk is;
• in door Partijen opgezette Veiligheidskamer Delft Persoonsgegevens worden verwerkt ten dienste en onder verantwoordelijkheid van Partijen;
• Partijen slechts die Persoonsgegevens binnen Veiligheidskamer Delft delen die noodzakelijk zijn voor het doel van de samenwerking;
• op de samenwerking wet-en regelgeving met betrekking tot de bescherming van Persoonsgegevens van toepassing is waarbij Partijen conform deze wet- en regelgeving willen samenwerken;
• dit Privacyprotocol (verder aangeduid als: ‘het Protocol’) de gedragsregels omschrijft bij het verstrekken en verder Verwerken van Persoonsgegevens door Partijen in het kader van de samenwerking op het gebied van integrale veiligheid en complexe multi-problematiek, alsook de verschillende verantwoordelijkheden met het oog op de rechten en plichten uit toepasselijke privacy wet- en regelgeving, belegd;
• met dit Protocol reeds invulling wordt gegeven aan de in Artikel 26 van de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming neergelegde verplichting voor Partijen om op een transparante wijze hun samenwerkingsafspraken en hun verantwoordelijkheden jegens elkaar en jegens Betrokkene vast te leggen;
• dit Protocol aansluit bij het bepaalde in het ‘Landelijk Kader Veiligheidshuizen’ van het
Ministerie van Veiligheid en Justitie, vastgesteld in januari 2013 (verder aangeduid als: ‘het Landelijk Kader’) en het ‘Handvat Gegevensuitwisseling in het zorg en veiligheidsdomein – een juridisch handvat voor zorg- en veiligheidshuizen’, versie 1.1. van juli 2017, (verder aangeduid als: ‘het Handvat’), alsmede bij de in het Handvat en het Landelijk Kader gebezigde terminologie;
• dit Privacy Protocol verder wordt aangehaald als ‘het Protocol’.
In dit Protocol en de daarbij behorende bijlage(n) wordt verstaan onder:
1.1. Persoonlijke Aanpak Delft (hierna: PAD): PAD heeft als doel om (afglijden naar) overlastgevend en/of crimineel gedrag van geprioriteerde jongeren te doen stoppen en de leefbaarheid en veiligheid te verbeteren in Delft. De aanpak is vastgelegd in een door de Stuurgroep vastgestelde werkprocesbeschrijving PAD (Bijlage bij het convenant);
1.2. Persoonsgegevens: alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon („de Betrokkene”); als identificeerbaar wordt beschouwd een
natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificator zoals een naam, een identificatienummer, locatiegegevens, een online identificator of van een of meer elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit van die natuurlijke persoon (artikel 4 lid 1 AVG);
1.3. Politiegegevens: elk Persoonsgegeven dat in het kader van de uitoefening van de politietaak wordt verwerkt (artikel 1, sub a, Wpg);
1.4. Strafvorderlijke gegevens: Persoonsgegevens of gegevens over een rechtspersoon die zijn verkregen in het kader van een strafvorderlijk onderzoek en die het openbaar ministerie in een strafdossier of langs geautomatiseerde weg verwerkt in een gegevensbestand (artikel 1 sub b Wjsg);
1.5. Justitiële gegevens: bij algemene maatregel van bestuur omschreven Persoonsgegevens of gegevens over een rechtspersoon inzake de toepassing van het strafrecht of de strafvordering, die in een bestand worden Verwerkt (artikel 1 sub a Wjsg, respectievelijk Bjsg);
1.6. Tenuitvoerleggingsgegevens: persoonsgegevens of gegevens over een rechtspersoon inzake de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen, die in een dossier of een ander gegevensbestand zijn of worden verwerkt;
1.7. Bijzondere Persoonsgegevens: Persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, of het lidmaatschap van een vakbond blijken, en verwerking van genetische gegevens, biometrische gegevens met het oog op de unieke identificatie van een persoon, of gegevens over gezondheid, of gegevens met betrekking tot iemands seksueel gedrag of seksuele gerichtheid, zoals bedoeld in artikel 9 AVG);
1.8. Strafrechtelijke persoonsgegevens: Persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten of daarmee verband houdende veiligheidsmaatregelen (zoals bedoeld in artikel 10 AVG);
1.9. Verwerken: een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot Persoonsgegevens of een geheel van Persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens (artikel 4 lid 2 AVG);
1.10. Betrokkene: de natuurlijke persoon op wie informatie, waaronder Persoonsgegevens, betrekking heeft (artikel 4 lid 1 AVG);
1.11. Derde: een natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde de betrokkene, noch één der Partijen;
1.12. Verwerkingsverantwoordelijke(n): een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan die/dat, alleen of samen met anderen, het doel van en de middelen voor de Verwerking van persoonsgegevens vaststelt; wanneer de doelstellingen van en de middelen voor deze Verwerking in het Unierecht of het lidstatelijk recht is vastgesteld, kan daarin reeds zijn bepaald wie de Verwerkingsverantwoordelijke is of volgens welke criteria deze wordt aangewezen (artikel 4 lid 7 AVG);
1.13. Afzonderlijke Verwerkingsverantwoordelijken: Partijen zijn Afzonderlijke Verwerkingsverantwoordelijke voor zelfstandige Verwerkingen en wanneer verschillende Verwerkingen min of meer geïntegreerd zijn, maar geen sprake is van Gezamenlijke Verwerkingsverantwoordelijken;
1.14. Gezamenlijke Verwerkingsverantwoordelijken: Van Gezamenlijke Verwerkings- verantwoordelijkheid is sprake wanneer Verwerkingen zijn geïntegreerd, en niet één Partij als Verwerkingsverantwoordelijke kan worden aangemerkt voor de geïntegreerde Verwerkingen. In dat geval zijn de Partijen Verwerkingsverantwoordelijken voor het geheel van de Verwerking;
1.15. Verwerker: een natuurlijk persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan die/ dat ten behoeve van de Verwerkingsverantwoordelijke Persoonsgegevens verwerkt (artikel 4 lid 8 AVG);
1.16. Casusregie: het uitvoeren van werkzaamheden gericht op het bewaren van de onderlinge samenhang bij het uitvoeren van het plan van aanpak bij het behandelen van één specifieke Casus;
1.17. Procesregie: het uitvoeren van werkzaamheden gericht op de totstandkoming van samenwerking tussen Partijen bij het behandelen van één specifieke Casus en de ondersteuning van de Casuscoördinator bij de uitvoering van het plan van aanpak;
1.18. Casus: een geval of situatie dat of die voldoet aan de criteria voor complexe casuïstiek zoals geformuleerd in de werkprocessen, en die is Aangemeld bij Veiligheidskamer Delft ter beoordeling en eventuele bespreking in het Procesoverleg;
1.19. Kernteam PAD: Xxxxxxxxxxxx, Procesregisseur, de PAD-coach1 (casuscoördinator), Openbaar Ministerie en politie. Om de week komt het Kernteam Persoonsgerichte Aanpak bij elkaar. In dit overleg nemen partijen deel die gemandateerd zijn om afspraken te maken over de persoonsgerichte aanpak. In dit overleg worden casussen geanalyseerd, gewogen, doelen en strategie bepaald. Eens per zes weken sluiten Jeugdbescherming West en Reclassering Nederland aan.
1.20. Aanmelding en Intake: het voordragen van een Casus door één der Partijen en het uitwisselen van informatie, waaronder Persoonsgegevens, tussen de Procesregisseur van Veiligheidskamer Delft, de Wijkmarshall en de aanmeldende Partij ter toetsing of de Casus in aanmerking komt voor behandeling in Veiligheidskamer Delft;
1.21. Weeg: het proces waarbij relevante Partijen worden bevraagd om te komen tot een nadere afweging ten aanzien van de routering van de casus, tot de bepaling van het doel en de thema’s van een eventueel Procesoverleg, en tot een afweging welke Partijen relevant zijn om te betrekken bij een Procesoverleg;
1.22. Procesoverleg: overleg dat kan plaatsvinden door Partijen wanneer daartoe wordt besloten in het Kernteam PAD gericht op de totstandkoming van een plan van aanpak, afstemming tijdens de uitvoering daarvan, en het beoordelen of de Casus kan worden afgeschaald;
1.23. Afschaling: fase die volgt op het besluit in het Procesoverleg dat de betrokkenheid van Kernteam PAD en Veiligheidskamer Delft niet langer nodig is, waarin het dossier dat in het systeem van het Veiligheidskamer Delft is aangelegd ten behoeve van procesregie, geschoond wordt van alle niet langer noodzakelijke informatie, en verdwijnt uit het systeem van Veiligheidskamer Delft;
1.24. Procesregisseur: de medewerker van Veiligheidskamer Delft die namens een van de Partijen is belast met de werkzaamheden zoals geformuleerd in artikel 13 van het Convenant;
1.25. Casuscoördinator: de medewerker van een van de Partijen die is belast met de taken zoals geformuleerd in artikel 14 van het Convenant;
1 De PAD-coach maakt deel uit van het Sociaal Team van Delft Support
1.26. Manager: de persoon die is belast met de taken zoals geformuleerd in Artikel 11 van het Convenant;
1.27. Xxxxxxxxxxxx: een persoon die is belast met de taken zoals geformuleerd in Artikel 12 van het Convenant;
1.28. Stuurgroep: het verband van afgevaardigden van Partijen zoals geformuleerd in Artikel 4 van het Convenant;
1.29. Partneroverleg: het verband van afgevaardigden van Partijen zoals geformuleerd in Artikel 6 van het Convenant;
1.30. Ontwikkelplan: het door de Stuurgroep op grond van Artikel 4.4 van het Convenant vastgestelde plan betreffende de operationele en inhoudelijke kaders en inhoudelijk beleid van Veiligheidskamer Delft;
1.31. Werkprocessen: de door het Partneroverleg op grond van Artikel 6 van het Convenant vastgestelde processen voor samenwerking in Veiligheidskamer Delft en PAD , waaronder het proces omtrent en het delen van informatie en het Afschalen van een Casus;
1.32. AVG: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);
1.33. Wjsg: Wet justitiële en strafvordelijke gegevens;
1.34. Bjsg: Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens;
1.35. Wpg: Wet politiegegevens.
1.36. (Zorg- en) Veiligheidshuis Haaglanden: Samenwerkingsverband waarin zorg- en strafpartners en gemeenten binnen de regio Haaglanden, onder eenduidige regie, werken aan complexe zorg- en veiligheidsproblemen, zoals bepaald in artikel 2.1 van het Convenant Samenwerking tussen ketenpartners in (Zorg- en) Veiligheidshuis Haaglanden.
2.1. Partijen in Veiligheidskamer Delft en PAD zijn Afzonderlijk Verwerkingsverantwoordelijke voor de Persoonsgegevens die zij verstrekken aan de Procesregisseur en Wijkmarshall ten behoeve van de Aanmelding en Intake en aan Partijen in het kader van Weeg, Procesoverleg, en Afschaling.
2.2. Partijen in Veiligheidskamer Delft en PAD zijn conform artikel 26 Algemene Verordening Gegevensbescherming Gezamenlijk Verwerkingsverantwoordelijken voor de Persoonsgegevens die zij, anders dan de verstrekking zoals bedoeld in artikel 2.1, Verwerken op locatie of in de informatiesystemen van het Veiligheidskamer Delft in het kader van de samenwerking voor de doeleinden zoals omschreven in artikel 3.
3.1. Dit Protocol ziet op alle Verwerkingen van Persoonsgegevens door Partijen in het kader van de uitvoering van artikel 2.2 van het Convenant.
3.2. Het verwerken van Persoonsgegevens in Veiligheidskamer Delft en PAD vindt plaats met als doel het gezamenlijk door Partijen bijdragen aan de veiligheid als onderdeel van het integrale zorg- en veiligheidsbeleid van de Gemeente. De samenwerking is meer specifiek gericht op de versterking van de netwerksamenwerking waardoor wordt bijgedragen aan het voorkomen en verminderen van recidive, (ernstige) overlast, criminaliteit en maatschappelijke uitval bij complexe problemen, en/of afglijden, en/of het verbeteren van de persoonlijke situatie/kansen voor de persoon, door een combinatie van repressie, bestuurlijke interventie én zorg, hetgeen gezien moet worden als een zwaarwegend algemeen belang.
Meer specifiek draagt de Verwerking van Persoonsgegevens in Veiligheidskamer Delft en PAD bij aan:
a. het oplossen van complexe multi-problematiek, problematiek waarbij personen die het subject zijn in de casuïstiek te maken hebben met meerdere problemen die op meer dan één leefgebied spelen;
b. het voorkomen van (verder) crimineel en/of overlast-gevend gedrag of verder afglijden van die personen;
c. het oplossen van ernstige lokale of gebiedsgebonden veiligheidsproblematiek; en
d. het mogelijk maken van samenwerking met het oog op de hierboven geformuleerde doeleinden.
3.3 Om het onder artikel 3.2 geformuleerde doel te bereiken Verwerken Partijen gezamenlijk de nodige Persoonsgegevens in het kader van Aanmelding en intake, Weeg, Procesoverleg, en Afschaling. Voor elk van deze fasen in het werkproces zijn specifieke doelen voor de Verwerking van Persoonsgegevens in Veiligheidskamer Delft en PAD van toepassing.
3.4 Partijen Verwerken de Persoonsgegevens die zij in het kader van de samenwerking onder dit Protocol hebben verkregen niet voor andere doeleinden dan de doelen omschreven in artikel 3.2.
3.5 Bij het Verwerken van Persoonsgegevens in Veiligheidskamer Delft en PAD worden de volgende uitgangspunten in acht genomen:
a. Er is sprake van een strikte doelbinding per fase voor de te Verwerken Persoonsgegevens en alleen de voor het doel van die fase noodzakelijke persoonsgegevens worden verwerkt;
b. Als het doel van de Verwerking van Persoonsgegevens wijzigt, of, de casus gaat door naar een volgende fase, wordt als eerste opnieuw beoordeeld of de eerder verwerkte gegevens ook daarvoor noodzakelijk zijn en vervolgens of de gegevens daarvoor ook (verder) gebruikt mogen worden;
c. Een partner die in een bepaalde fase Persoonsgegevens verstrekt behoudt de zeggenschap over het verdere gebruik van die gegevens en of die voor een andere fase en/of andere doelen gebruikt mogen worden;
d. Partners die bij de behandeling van een casus kennisnemen van Persoonsgegevens afkomstig van een andere partner mogen deze gegevens enkel verder gebruiken voor hun eigen taken in het kader van de casusbehandeling, als de partner die de gegevens heeft ingebracht, dit afzonderlijk accordeert.
4.1. In het kader van de samenwerking worden door Partijen van de in Bijlage 3 categorieën Betrokkenen de daarin genoemde categorieën Persoonsgegevens Verwerkt.
4.2. Partijen Verwerken Persoonsgegevens, inclusief Bijzondere en Strafrechtelijke Persoonsgegevens, binnen de wettelijke kaders van de voor iedere Partij toepasselijke wet- en regelgeving.
4.3. Partijen Verwerken Persoonsgegevens voor de onder artikel 3.2 geformuleerde doeleinden enkel in de informatiesystemen van Veiligheidskamer Delft, of in de door de Stuurgroep aangewezen informatiesystemen en conform het beveiligingsbeleid zoals opgenomen in Bijlage 3 bij dit Protocol.
5.1.1 De Procesregisseur verwerkt persoonsgegevens ten behoeve van de procesregie in het kader van de doelstellingen van de samenwerking zoals verwoord in artikel 3.2 slechts
voor zover dit noodzakelijk is voor het bewerkstelligen van de in de desbetreffende fase aan de orde zijnde doelen voor gegevensverwerking als verwoord in artikel 3.3 en bijlage 2.
5.1.2 De Procesregisseur en de Wijkmarshall verwerken de in het eerste lid bedoelde persoonsgegevens ten behoeve van een goede taakuitoefening van de aanmeldende partij, dan wel de goede taakuitoefening van de partij onder wiens verantwoordelijkheid de Casuscoördinator zoals verwoord in artikel 14 van het convenant valt.
5.1.3 Voor de verwerking van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 5.1.1 zijn van toepassing de grondslag conform de AVG en/of andere wettelijke grondslag, en de wettelijke bepalingen op grond waarvan de aanmeldende partij, dan wel de partij onder wiens verantwoordelijkheid de Casuscoördinator valt, de casus heeft aangemeld respectievelijk de casusregie voert.
5.1.4 De verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens zoals bedoeld in artikel
5.1.1 betreft de verantwoordelijke zoals bedoeld in artikel 2.2 van dit protocol.
5.2.1 Partijen kunnen persoonsgegevens inbrengen in het kader van de doelstellingen van de samenwerking zoals verwoord in artikel 3.2 slechts voor zover dit noodzakelijk is voor het bewerkstelligen van de in de desbetreffende fasen aan de orde zijnde doelen voor gegevensverwerking als verwoord in artikel 3.3 en bijlage 2.
5.2.2 Persoonsgegevens als bedoeld in artikel 5.2.1 worden slechts ingebracht indien dit noodzakelijk is voor de goede vervulling van de eigen taak, en/of de goede uitvoering van de taak van de partij ten behoeve waarvan de werkzaamheden in het kader van aanmelding en intake, Weeg of Kernteam PAD en/of Procesoverleg worden uitgevoerd.
5.2.3 De grondslag conform de AVG voor het inbrengen van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 5.2.1 wordt ontleend aan de eigen taak, en/of de taak van de partij ten behoeve waarvan de werkzaamheden in het kader van aanmelding en intake, Weeg of Kernteam PAD en/of Procesoverleg worden uitgevoerd.
5.2.4 De verantwoordelijke voor de verstrekking van persoonsgegevens als bedoeld in artikel
5.2.1 betreft de verantwoordelijke zoals bedoeld in artikel 2.1 van dit protocol.
5.3.1 Onverminderd het bepaalde in artikel 6 en 7, kunnen partijen persoonsgegevens verstrekken aan een andere partij in het kader van de doelstellingen van de samenwerking zoals verwoord in artikel 3.2 voor zover deze noodzakelijk zijn voor deze partij bij:
a. het uitvoering geven aan interventies en acties die in het Kernteam PAD en/of Procesoverleg zijn afgesproken
b. het voeren van de casusregie op het plan van aanpak als dat in het Procesoverleg is afgesproken
c. het toebedelen van de casus aan een specifieke partij ten behoeve van verdere afhandeling, zoals het adviseren van de aanmelder of het aanbrengen van de casus bij een andere overlegtafel.
5.3.2 De grondslag conform de AVG voor het verstrekken van persoonsgegevens als verwoord in artikel 5.3.1 wordt ontleend aan de eigen taak en/of de taak van de partij die de activiteiten onder artikel 5.3.1 a t/m c uitvoert.
5.3.3 De verantwoordelijke voor de verstrekking van persoonsgegevens als bedoeld in artikel
5.3.1 betreft de verantwoordelijke zoals bedoeld in artikel 2.3.
5.4.1 Partijen kunnen tijdens het Procesoverleg tot de conclusie komen dat de casus verder kan worden gebracht door deze Op te schalen naar het (Zorg- en) Veiligheidshuis Haaglanden.
5.4.2 Partijen wijzen in dat geval een Partij aan die is belast met het aanmelden van de casus bij het (Zorg- en) Veiligheidshuis Haaglanden
5.4.3. Partijen bepalen gemeenschappelijk welke persoonsgegevens uit het betreffende Procesoverleg ter beschikking wordt gesteld aan (Zorg- en) Veiligheidshuis Haaglanden.
5.4.4. Artikel 3.5 onderdeel a en c zijn van overeenkomstige toepassing op de verstrekking van persoonsgegevens aan het (Zorg- en) Veiligheidshuis Haaglanden bij een situatie waarbij is besloten tot Opschaling
6.1 De grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 5.1.1, is artikel 6 AVG lid 1 sub e, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van taken van Algemeen belang door de aanmeldende partner, dan wel de partner onder wiens verantwoordelijkheid de Casuscoördinator valt. Voor de gegevens afkomstig van de politie is de grondslag gelegen in artikel 20 Wet politiegegevens. Voor gegevens afkomstig van het Openbaar Ministerie, is de grondslag gelegen in de artikel 8a, 39f en 51c Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.
6.2 De grondslag voor het inbrengen van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 5.2.1, is artikel 6 AVG lid 1 sub e, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van taken van Algemeen belang door de aanmeldende partner, dan wel de partner onder wiens verantwoordelijkheid de Casuscoördinator valt, en/of de verstrekkende partij. Voor de gegevens afkomstig van de politie is de grondslag gelegen in artikel 20 Wet politiegegevens. De grondslag voor het verstrekken van justitiële, strafvorderlijke en/of tenuitvoerleggingsgegevens is gelegen in de artikelen 8a, 39f en 51c van de Wjsg.
6.3 De grondslag voor de verstrekking van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 5.3.1, is artikel 6 AVG lid 1 sub e, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van taken van Algemeen belang door de ontvangende partij en/of de verstrekkende partij. Voor de gegevens afkomstig van de politie is de grondslag gelegen in artikel 20 Wet politiegegevens. De grondslag voor het verstrekken van justitiële, strafvorderlijke en/of tenuitvoerleggingsgegevens is gelegen in de artikelen 8a, 39f en 51c van de Wjsg.
6.4 De onder 6.1, 6.2 en 6.3 bedoelde grondslag kan bij casussen slechts van toepassing zijn indien dit voortvloeit uit de goede uitvoering van de taken en werkzaamheden van partijen, en de verwerking plaats vindt namens of de verstrekking plaats vindt aan een van de onder a t/m l genoemde partijen en voorwaarden:
x. het bestuursorgaan de burgemeester: de goede uitvoering van taken en de uitoefening van bevoegdheden van de burgemeester, waaronder in het bijzonder taken en bevoegdheden op het gebied van Openbare Orde en Veiligheid zoals neergelegd in de Gemeentewet artikel 172.
b. het bestuursorgaan het College van B&W: de goede uitvoering van taken van het College van B&W, waaronder in het bijzonder taken in het sociaal domein zoals bedoeld in de WMO artikel 2.3.1 t/m 2.3.5, de Jeugdwet artikel 2,3 en 2.4, de Participatiewet artikel 7.1, en de wet schuldhulpverlening artikel 3.
c. het Openbaar Ministerie: voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde alsmede andere bij de wet vastgestelde taken (artikel 124 Wet op de Rechterlijke organisatie). De grondslag voor het verstrekken van justitiële, strafvorderlijke of tenuitvoerleggingsgegevens is gelegen in de artikelen 8a, 39f en 51c van de Wjsg.
d. de politie: vervulling van taken zoals bedoeld in de Politiewet artikel 3, te weten taken op het gebied van opsporing, handhaving van de rechtsorde en hulp aan hen die dat behoeven. De grondslag voor het verstrekken van persoonsgegevens inclusief
politiegegevens is gelegen in artikel 20 Wpg. Deze verstrekkingen dienen nader te zijn vastgelegd in de onlosmakelijk bij dit Privacy-protocol behorende en ondertekende Artikel 20 Wpg Beslissing, waarin staat vermeld dat er alleen artikel 8 en 13 Politiegegevens worden verstrekt. De Artikel 20 Beslissing wordt ondertekend door de gemandateerde politiechef van de Eenheid, en het gezag te weten de Burgemeesters en de Officier van Justitie. In artikel 7 zijn nadere voorwaarden benoemd die van toepassing zijn op gegevens die in het kader van deze taken worden verstrekt.
x. xx Xxxx voor de Kinderbescherming: de goede uitvoering van de taken van de Raad voor de Kinderbescherming, waaronder in het bijzonder taken zoals bedoeld in boek 1 afdeling 3 van het Burgerlijk Wetboek, waaronder de artt. 1:240 BW en de artt. 1:255 juncto 1:257 BW, de artt. 77o en 77hh van het Wetboek van Strafrecht, de artt. 126 nd en 491 van het Wetboek van Strafvordering alsmede art. 28 van het Besluit Tenuitvoerlegging Jeugdstrafrecht 1994, de Algemene Wet Bestuursrecht, de artt. 2.4, 3.1 en 3.2 van de Jeugdwet alsmede art. 7.3.11 lid 4 van de Jeugdwet en art. 4 onder c, lid 1 van de Wet Opneming Buitenlandse Kinderen ter Adoptie(wobka). Met inachtneming van het Kwaliteitskader 2016 van de Raad voor de Kinderbescherming.
f. Veilig Thuis: de goede uitvoering van de taken van het AMHK, waaronder in het bijzonder taken zoals bedoeld in de Wmo artikel 4.1.1, met inachtneming van het handelingsprotocol Veilig Thuis.
g. een Reclasseringsinstelling: de goede uitvoering van taken van de reclasseringsinstelling, waaronder in het bijzonder taken zoals bedoeld in de Reclasseringsregeling 1995 artikel 8 lid 1.
h. een Gecertificeerde Instelling zoals bedoeld in de Jeugdwet artikel 1.1: de goede uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering zoals bedoeld in de Jeugdwet artikel 1.1.
i. een instelling voor Geestelijke Gezondheidszorg: de uitvoering van de taken bij behandeling , verpleging, verzorging en bejegening van personen met een psychische stoornis, inclusief verslaving met of zonder verblijf in het kader van de Wgbo of de Wet bopz.
j. een GGD: de uitvoering van de taken in het kader van de OGGZ op grond van artikel
1.2.1. sub a Wmo 2015.
k. de Dienst Justitiële Inrichtingen: de Dienst Justitiële Inrichtingen: voor de uitvoering van taken van de Minister van Justitie en Veiligheid, de selectiefunctionaris en de directeur van een justitiële inrichting op grond van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire beginselenwet en het Interimbesluit forensische zorg (per 1-1-2019 de wet Forensische zorg). De wettelijke grondslag voor de verwerking en verstrekking van persoonsgegevens is na inwerkingtreding van de wijziging van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) ter implementatie van de Europese richtlijn gegevensbescherming opsporing en vervolging gelegen in de Wjsg.
l. Een aanbieder zoals bedoeld in de Wmo artikel 1.1.1, zorgaanbieder zoals bedoeld in de Wlz artikel 1.1.1, dan wel een jeugdhulpaanbieder zoals bedoeld in de Jeugdwet artikel 1.1: voor de verlening van voorzieningen en/of de uitvoering van zorg- dan wel hulpverleningstaken en voor zover dit noodzakelijk is in het kader van de behandeling of hulpverlening.
6.5 Een woningcorporatie kan zich voor de verstrekking van gegevens beroepen op het gerechtvaardigd belang zoals bedoeld in artikel 6 AVG lid 1 sub f.
6.6 Op de persoonsgegevens die worden verwerkt, ingebracht, en/of verstrekt zoals bedoeld in artikel 5 zijn uitdrukkelijk de uitgangspunten van artikel 3.5 van toepassing en het bepaalde in artikel 7.
7.1 De geheimhoudingsbepaling van artikel 7 Wpg blijven rusten op de verstrekte gegevens. Dit geldt voor de ontvanger maar ook voor de tweede en derde ontvanger. Wanneer er over betrokkene in een eerder stadium op grond van artikel 16 lid 1b onder 2 Wpg politiegegevens zijn verstrekt aan de burgemeester óf op grond van artikel 15 Wpg politiegegevens ter beschikking zijn gesteld aan een Buitengewone Opsporingsambtenaar van een gemeente óf op grond van het Besluit politiegegevens (Bpg), voor een ander doel politiegegevens zijn verstrekt aan een van de convenantpartijen, dan worden deze gegevens door de desbetreffende ontvanger in principe niet als persoonsgegevens door verstrekt aan de procesregisseur van Veiligheidskamer Delft. Bij voorkeur worden door de politie op grond van artikel 20 Wpg opnieuw actuele politiegegevens verstrekt aan de procesregisseur van Veiligheidskamer Delft en de Wijkmarshall voor de doelen zoals genoemd in artikel 3.2, 3.3 en bijlage 2. De politie kan in uitzonderingsgevallen ook toestemming geven aan de ontvanger voor doorverstrekking aan de procesregisseur van Veiligheidskamer Delft en de Wijkmarshall maar legt deze toestemming vast in haar systemen.
7.2 Indien voor het inbrengen en/of verstrekken van persoonsgegevens zoals bedoeld in de artikelen 5.2 en 5.3 toestemming noodzakelijk is voor doorbreken geheimhoudingsbepalingen zoals bijvoorbeeld verwoord in de Wgbo (artikel 7:457 BW) en artikel 88 wet big, de beroepscode van de Jeugdzorgwerker artikel J, beroepscode NIP artikel 71 t/m 87 (psycholoog), of beroepscode NVO artikel 8 (pedagoog), de Reclasseringsregeling 1995 artikel 37, dan:
a. wordt deze gevraagd op het moment dat duidelijk is dat het inbrengen of verstrekken noodzakelijk is t.b.v. van de in de betreffende fase aan de orde zijnde doelen, of de uitvoering van de in 5.3.1 a t/m c genoemde activiteiten;
b. worden deze persoonsgegevens uitsluitend verstrekt voor zover hiervoor de uitdrukkelijke toestemming is verkregen van de betrokkene of diens wettelijke vertegenwoordiger;
c. legt de partij die de toestemming heeft verkregen deze schriftelijk vast en informeert Xxxxxxxxxx dat hij zijn toestemming altijd weer kan intrekken;
d. draagt de partij die toestemming heeft verkregen bij intrekking van die toestemming er zorg voor dat er geen verdere verstrekkingen meer plaats vinden;
e. maakt de betrokken zorg- of hulpverlener een eigen afweging conform de voor hem geldende professionele standaarden, indien toestemming niet verkregen wordt en hij ervan overtuigd is dat zich hier een conflict van plichten voordoet, of goed hulpverlenerschap het verstrekken van persoonsgegevens verlangd.
8.1. Indien Partijen daartoe verplicht zijn door voor hen geldende materiewetgeving, dan leggen zij de afzonderlijke verstrekkingen van Persoonsgegevens, inclusief onderbouwing van de noodzakelijkheid daarvan met het oog op de in artikel 5 en 6 vastgelegde grondslagen, vast. Dit geldt ten minste voor politie en OM. De politie documenteert iedere verstrekking conform de documentatieplicht van art 32 Wpg, het Openbaar Ministerie conform artikel 39j Wjsg.
9.1 Partijen Verwerken niet meer Persoonsgegevens dat noodzakelijk met het oog op de in artikel 2.1 van dit Protocol geformuleerde doeleinden.
9.2 Ten behoeve van de Intake van een Casus verstrekt de Partij die de Casus bij de Procesregisseur aanmeldt enkel die Persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de Procesregisseur om de Casus te toetsen aan de criteria van complexe casuïstiek zoals geformuleerd in Bijlage 2 van het Convenant. De Procesregisseur en de Wijkmarshall registreren enkel die Persoonsgegevens in het informatiesysteem van Veiligheidskamer Delft die noodzakelijk zijn voor Weeg.
9.3 In het Procesoverleg Verwerken Partijen alleen die Persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor het opstellen en uitvoeren van een integraal plan van aanpak.
9.4 In het kader van Afschaling Verwerken Partijen alleen die Persoonsgegevens die noodzakelijk zijn om te bepalen of het plan van aanpak in het Procesoverleg tot de gewenste resultaten heeft geleid. Indien wordt besloten dat behandeling van de Casus in Veiligheidskamer Delft en PAD niet of niet langer noodzakelijk is, worden de betreffende Persoonsgegevens niet langer in Veiligheidskamer Delft Verwerkt. De Procesregisseur en Wijkmarshall zien erop toe dat Persoonsgegevens conform artikel 11 worden geanonimiseerd of vernietigd.
9.5 Wanneer de Partij die Persoonsgegevens in Veiligheidskamer Delft heeft verstrekt, kennis verkrijgt over de onjuistheid van die Persoonsgegevens, informeert die Partij de Casuscoördinator en Procesregisseur hierover. De Procesregisseur coördineert de eventuele correctie van Persoonsgegevens in Veiligheidskamer Delft en PAD.
9.6 Enkel de Procesregisseur/Wijkmarshall/Casuscoördinator/Manager/administratief medewerker-Informatiecoördinator/afgevaardigden van Partijen in het Procesoverleg hebben toegang tot de Persoonsgegevens die worden Verwerkt op locatie of in het informatiesysteem van Veiligheidskamer Delft en PAD en enkel voor zover noodzakelijk voor hun rol in een specifieke Casus.
10.1 Partijen dragen er zorg voor dat de Persoonsgegevens die zij in het kader van de onder artikel 3.2 geformuleerde doeleinden verstrekken toereikend, ter zake dienend, niet bovenmatig, juist en nauwkeurig zijn. De Partij die Persoonsgegevens in Veiligheidskamer Delft verstrekt blijft verantwoordelijk voor de juistheid, actualiteit en nauwkeurigheid van die Persoonsgegevens.
11.1 Persoonsgegevens worden niet langer bewaard dan noodzakelijk voor het doel of de doeleinden waarvoor ze worden Verwerkt zoals geformuleerd onder artikel 3 en met inachtneming van artikel 9.
11.2 Persoonsgegevens worden vernietigd zodra de Verwerking daarvan niet langer nodig is voor het doel waarvoor zij zijn Verwerkt, maar uiterlijk binnen 1 jaar na het besluit tot Afschaling.
a. Persoonsgegevens kunnen tot zes maanden na besluit tot Afschaling worden bewaard in een vorm waarmee enkel de Procesregisseur en de Wijkmarshall toegang hebben tot de gegevens.
b. Na zes maanden na besluit tot Afschaling worden persoonsgegevens gearchiveerd en heeft enkel de Procesregisseur en de Wijkmarshall toegang tot die Persoonsgegevens.
c. Na één jaar na besluit tot Afschaling worden de Persoonsgegevens vernietigd.
11.3 Na één jaar kunnen gegevens, niet zijnde Persoonsgegevens, enkel worden bewaard voor managementdoeleinden.
12.1 Partijen dragen zorg voor passende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen om Persoonsgegevens te beschermen tegen verlies of enige vorm van onrechtmatige Verwerking. Die maatregelen betreffen onder meer, maar niet uitsluitend, maatregelen met betrekking tot de toegang tot Persoonsgegevens, alsook het gebruik van beveiligde verbindingen voor de verstrekking van Persoonsgegevens.
12.2 Wanneer Persoonsgegevens aan andere Partijen worden verstrekt, gebeurt dit uitsluitend op een adequaat beveiligde manier, conform de geldende beveiligingsnormen voor de betreffende gegevens.
12.3 Gemeente Delft draagt zorg voor de adequate beveiliging van Persoonsgegevens die worden Verwerkt op locatie en in de informatiesystemen van Veiligheidskamer Delft en rapporteert hierover indien nodig aan de Stuurgroep.
13.1. Een ieder die op grond van dit Protocol kennis neemt van Persoonsgegevens is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij de wet tot bekendmaking verplicht. De Manager, Procesregisseur, de Wijkmarshall en eventueel ander ondersteunend personeel van Veiligheidskamer Delft worden door middel van een geheimhoudingsverklaring tot geheimhouding gehouden.
13.2. Partijen dragen er zorg voor dat iedere medewerker die in de uitvoering van het Convenant of dit Protocol in aanraking komt met Persoonsgegevens geheimhouding van die gegevens waarborgt.
13.3. Alle medewerkers van Veiligheidskamer Delft, de Wijkmarshall, inclusief medewerkers op basis van een dienstverleningsovereenkomst, deelnemers aan Procesoverleggen en overige afgevaardigden van Partijen die toegang hebben tot Persoonsgegevens die onder dit Protocol worden Verwerkt, beschikken over een positieve Verklaring Omtrent Gedrag, danwel hebben een veiligheidsonderzoek op grond van de voor de eigen organisatie geldende wet- en regelgeving doorlopen.
13.4. Wettelijke geheimhoudingsplichten zijn onverminderd van toepassing op eenieder die Strafrechtelijke persoonsgegevens of andere Bijzondere Persoonsgegevens in het kader van de samenwerking in Veiligheidskamer Delft ontvangt.
13.5. De Partijen in het samenwerkingsverband mogen de Persoonsgegevens afkomstig van de politie en Openbaar Ministerie slechts verwerken voor het specifieke doel waarvoor deze zijn verstrekt ten behoeve van de Casus. Deze Persoonsgegevens mogen alleen verder worden Verwerkt door de ontvangende Partijen indien het doel van de verdere verwerking verenigbaar is met dit doel waarvoor de Persoonsgegevens zijn verstrekt. Onverenigbaar gebruik van de gegevens, ook intern binnen de organisaties van de ontvangende Partijen, is niet toegestaan.
13.6. De Partijen in het samenwerkingsverband mogen de Persoonsgegevens afkomstig van andere Partijen die aan een geheimhoudingsplicht als onder meer bedoeld in de Wet Geneeskundige behandelovereenkomst (artikel 7:457 BW), Reclasseringsregeling 1995, Jeugdwet of Wet Maatschappelijke Ondersteuning zijn gebonden, slechts Verwerken voor het specifieke doel van de casus waarvoor deze zijn verstrekt. De Persoonsgegevens mogen alleen verder worden Verwerkt door de ontvangende Partijen met toestemming van de verstrekkende Partij en indien het doel van de verdere verwerking verenigbaar is met dit doel waarvoor de Persoonsgegevens zijn verstrekt. Onverenigbaar gebruik van de Persoonsgegevens, ook intern binnen de organisaties van de ontvangende Partijen, is niet toegestaan.
13.7. Wanneer de grond voor het verstrekken van de Persoonsgegevens als bedoeld in lid 7 gebaseerd is op toestemming van Xxxxxxxxxx als bedoeld artikel 6 lid 1 onder a AVG en/of artikel 9 lid 2 onder a AVG en Betrokkene trekt deze toestemming in, laat de
verstrekkende Partij dit aan de ontvangende Partij weten, waarbij ook de toestemming voor Verwerking en verdere Verwerking voor de ontvangende Partij vervalt.
14.1. Partijen houden procedures in stand die er op gericht zijn om inbreuken in de beveiligingsmaatregelen met betrekking tot de bescherming van Persoonsgegevens redelijkerwijs te detecteren en daarop actie te ondernemen, daaronder begrepen maatregelen tot herstel.
14.2. Gemeente Delft is verantwoordelijk voor het in stand houden van procedures zoals bedoeld in artikel 14.1 voor de Verwerking van Persoonsgegevens op locatie of in de informatiesystemen van het Veiligheidskamer Delft.
14.3. Partijen stellen Procesregisseur onverwijld maar uiterlijk binnen 24 uur na kennisneming op de hoogte van een inbreuk op persoonsgegevens in de zin van artikel 4, onder 12, AVG dan wel artikel 26g Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens die een risico inhoudt voor de rechten en vrijheden van betrokkenen zoals bedoeld in artikel 33 AVG. Deze kennisgeving omvat in ieder geval:
a. De aard en omvang van de inbreuk;
b. De contactgegevens van de persoon bij wie meer informatie over de inbreuk kan worden verkregen;
c. De maatregelen die kunnen worden genomen om de gevolgen van de inbreuk te voorkomen of beperken;
d. De mogelijke gevolgen en risico’s van de inbreuk op de bescherming van Persoonsgegevens voor de Betrokkene;
e. De maatregelen die Partij zelf reeds heeft genomen of zal nemen om de bescherming van Persoonsgegevens te herstellen.
14.4. Procesregisseur informeert Partijen schriftelijk over een inbreuk zoals bedoeld in artikel 14.3.
14.5. Verwerkingsverantwoordelijken melden, indien wettelijk verplicht, een inbreuk zoals bedoeld in Artikel 14.3 bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dezen sturen een afschrift van de melding aan de Autoriteit Persoonsgegevens aan het Partneroverleg en de Stuurgroep.
14.6. Wanneer een inbreuk als bedoeld in Artikel 14.3 waarschijnlijk een hoog risico voor de rechten en vrijheden van Betrokkene(n) zal inhouden als bedoeld in artikel 34 AVG, wordt deze over de inbreuk geïnformeerd. Verwerkingsverantwoordelijken informeren de Betrokkene over de inbreuk. De beslissing tot melding aan de Betrokkene wordt in het Partneroverleg genomen. De inhoud van die melding wordt in het afgestemd, dan wel aan één Partij gemandateerd.
14.7. Partijen verlenen elkaar de medewerking die redelijkerwijs van elkaar mag worden verwacht om aan de op Partijen rustende kennisgevingsverplichtingen te voldoen, mede met het oog op een eventueel onderzoek door de Autoriteit Persoonsgegevens.
14.8. Kennisgeving van de inbreuk aan de Autoriteit Persoonsgegevens door Verwerkingsverantwoordelijken gebeurt zonder onredelijke vertraging maar in ieder geval binnen 72 uur na ontdekking en geschiedt volgens de daartoe door de Autoriteit Persoonsgegevens ter beschikking gestelde procedure. De kennisgeving aan de Autoriteit Persoonsgegevens omvat minimaal:
a. de aard van de inbreuk;
b. een omschrijving van de categorieën Betrokkenen van wie Persoonsgegevens zijn betrokken bij de inbreuk;
c. de categorieën Persoonsgegevens;
d. of de Persoonsgegevens zijn versleuteld, geanonimiseerd, of anderszins onbegrijpelijk zijn gemaakt;
e. de aanbevolen maatregelen om de negatieve gevolgen van de inbreuk te beperken;
f. de geconstateerde en de vermoedelijke gevolgen van de inbreuk voor de verwerking van de Persoonsgegevens en de maatregelen die Partij heeft getroffen of voorstelt te treffen om deze gevolgen te verhelpen.
14.9. Kennisgeving van de inbreuk aan Betrokkene zoals bedoeld in Artikel 14.5 is niet vereist indien:
a. passende technische en organisatorische maatregelen zijn genomen die de bescherming van Persoonsgegevens ook na de inbreuk garanderen;
b. achteraf genomen maatregelen de waarschijnlijkheid op een hoog privacy risico hebben weggenomen, of;
c. wanneer mededeling aan Xxxxxxxxxx een onevenredig inspanning zou vragen. 14.10.Voorts kan de mededeling aan betrokkene worden uitgesteld, beperkt of achterwege
gelaten worden, indien de inbreuk enkel ziet op gegevens afkomstig van het Openbaar Ministerie, en indien dit noodzakelijk en evenredig is:
a. ter vermijding van belemmering van gerechtelijke onderzoeken of procedures;
b. ter vermijding van nadelige gevolgen voor de voorkoming, de opsporing, het onderzoek en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen;
c. ter bescherming van de openbare veiligheid;
d. ter bescherming van de rechten en vrijheden van derden;
e. ter bescherming van de nationale veiligheid.
14.11.Partijen houden een overzicht bij van iedere inbreuk op de beveiliging die per ongeluk of op onrechtmatige wijze leidt tot de vernietiging, het verlies, de wijziging of de ongeoorloofde verstrekking van of de ongeoorloofde toegang tot doorgezonden, opgeslagen of anderszins verwerkte gegevens. Het overzicht bevat in ieder geval feiten en gegevens omtrent de aard van de inbreuk, de gevolgen daarvan en de genomen corrigerende maatregelen, alsmede de tekst van de kennisgeving aan de Betrokkene.
Gelijksoortige inbreuken die plaatsvinden op locatie of in de informatiesystemen van Veiligheidskamer Delft worden geregistreerd volgend uit het Privacybeleid van Gemeente Delft.
15.1. Voorafgaand aan een (nieuwe) Verwerkingen onder dit Protocol, of de inzet van nieuwe technologieën voor de Verwerkingen onder dit Protocol, voeren Partijen middels het Partneroverleg een Gegevensbeschermingseffectbeoordeling uit conform artikel 35 AVG. Er worden afspraken gemaakt over de coördinatie van dit proces.
15.2. Bij de uitvoering van de Gegevensbeschermingseffectbeoordeling wordt zo mogelijk het model Gegevensbeschermingseffectbeoordeling van Delft gevolgd, dan wel die van de Rijksdienst. Hier worden in het Partneroverleg nadere afspraken over gemaakt.
15.3. Bij een voornemen omtrent de inzet van nieuwe technologieën kan dit voornemen ter advies worden voorgelegd aan het Landelijk Overleg Managers Veiligheidshuizen. Het Landelijk Overleg Managers Veiligheidshuizen kan advies uitbrengen over de beoogde inzet van nieuwe technologieën.
15.4. De uitkomsten van de Gegevensbeschermingseffectbeoordeling worden ter besluitvorming voorgelegd aan de Stuurgroep. De Stuurgroep kan hiervoor advies vragen , aan het Partneroverleg over de voorgenomen nieuwe Verwerking zoals bedoeld in artikel
15.1. De Stuurgroep legt waar nodig op grond van artikel 36 AVG namens alle gezamenlijke Verwerkingsverantwoordelijken de beoogde Verwerking voor aan de Autoriteit Persoonsgegevens.
16.1. Vóór het verstrekken van Persoonsgegevens in het kader van de samenwerking wordt Xxxxxxxxxx door de verstrekkende Partij, dan wel de Partij die de Casusregie voert,
geïnformeerd over het voornemen diens Persoonsgegevens verder te Verwerken in het kader van samenwerking in het Veiligheidskamer Delft onder dit Protocol. De Procesregisseur kan dit doen namens de verstrekkende Partij.
16.2. Deze informerende Partij maakt de het tijdstip waarop en de wijze van informeren kenbaar aan de overige, bij een Casus betrokken, Partijen.
16.3. Alle deelnemende partijen zorgen op hun eigen website voor vermelding van deelname aan Veiligheidskamer Delft en voor een verwijzing naar de website van Veiligheidskamer Delft waaraan zij deelnemen.
16.4. De onder artikel 16.1 bedoelde informatieverstrekking bevat ten minste de volgende informatie:
a. De doeleinden voor de Verwerking van Persoonsgegevens in Veiligheidskamer Delft zoals beschreven in artikel 3.2.
b. De Partijen die deelnemen aan de samenwerking in Veiligheidskamer Delft;
c. De termijn waarvoor de Persoonsgegevens worden opgeslagen en bewaard zoals omschreven onder artikel 11, danwel de criteria voor het bepalen van die termijn;
d. Dat Xxxxxxxxxx verscheidene rechten heeft met betrekking tot de Verwerking van diens Persoonsgegevens zoals geformuleerd onder artikel 17 tot en met 21;
e. Indien de Verwerking van Persoonsgegevens is gebaseerd op toestemming, dat Betrokkene het recht heeft deze te allen tijde in te trekken, zonder dat dit afbreuk doet aan de rechtmatigheid van de Verwerking van de Persoonsgegevens die heeft plaatsgevonden vóór intrekking van de toestemming;
f. Dat Betrokkene het recht heeft een klacht in te dienen over de Verwerking van zijn of haar Persoonsgegevens onder dit Protocol bij Veiligheidskamer Delft en bij de Autoriteit Persoonsgegevens;
g. Nadere uitleg indien de Persoonsgegevens moeten worden verstrekt of verder Verwerkt op grond van een wettelijke of contractuele verplichting;
h. Nadere uitleg indien Betrokkene verplicht is de Persoonsgegevens te verstrekken;
i. Indien sprake is van geautomatiseerde besluitvorming, met inbegrip van profilering, uitleg over de achterliggende logica, het belang van de verwerkingsactiviteiten en de verwachte gevolgen voor de Betrokkene.
j. De contactgegevens van de Procesregisseur en de Wijkmarshall bij wie de Betrokkene terecht kan voor meer informatie over de Verwerking van zijn Persoonsgegevens, dan wel waar hij zijn rechten geldend kan maken.
16.5. De informatieverplichting zoals bedoeld in artikel 16.1 is niet van toepassing indien het achterwege laten van informeren van Xxxxxxxxxx noodzakelijk is in het belang van:
a. De veiligheid van de staat;
b. De voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten;
c. Gewichtige economische en financiële belangen van de staat en andere openbare lichamen;
d. Het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de belangen, bedoeld onder b en c, of;
e. De bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen.
16.6. Partijen leggen de motivatie voor het niet voldoen aan de informatieplicht op grond van Artikel 16.6 schriftelijk vast en leggen vast wanneer zij verwachten dat betrokkene wel geïnformeerd kan worden, alsook van welke omstandigheden dit afhankelijk is, hoe periodiek wordt getoetst of deze omstandigheden nog aanwezig zijn en hoe dan wel wanneer Xxxxxxxxxx geïnformeerd zal worden.
17.1. Betrokkenen kunnen bij Partijen een verzoek indienen om:
a. Inzage te krijgen in de Persoonsgegevens die door Partijen over hem of haar worden Verwerkt;
b. Correctie of verwijdering van de hem betreffende Persoonsgegevens dan wel beperking van de Verwerking;
c. bezwaar te maken tegen de Verwerking;
d. zijn of haar Persoonsgegevens over te dragen.
17.2. Verzoeken door Xxxxxxxxxx ten aanzien van Persoonsgegevens die worden Verwerkt op locatie of in het informatiesysteem van Veiligheidskamer Delft worden gecoördineerd door de Procesregisseur. Procesregisseur wordt hierbij ondersteund door de administratief medewerker/informatie coördinator. Procesregisseur stemt daarin met Partijen de beantwoording van het verzoek af.
17.3. Indien het verzoek als bedoeld in Artikel 17.1 direct is gericht aan een der Partijen wordt de Procesregisseur hierover zo spoedig mogelijk door die Partij in kennis gesteld, opdat deze de beantwoording van het verzoek conform artikel 17.2 kan coördineren. Beantwoording van het verzoek door de Partij wordt in het met de in de casus betrokken partners afgestemd.
17.4. Het bepaalde in artikel 17.2 en artikel 17.3 ontslaat Partijen niet van diens verantwoordelijkheid als Verwerkingsverantwoordelijke ten aanzien van een verzoek van Xxxxxxxxxx.
17.5. Artikel 17.1 t/m 17.4, alsmede de artikelen 18, 19 en 20 zijn niet van toepassing op gegevens die verstrekt zijn door het College van procureurs-generaal. Op deze gegevens is de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens van toepassing. Verstrekkingen van gegevens door het College van procureurs-generaal worden ingevolge artikel 8 van dit Protocol en artikel 39j Wjsg schriftelijk vastgelegd en bewaard voor de duur van 4 jaar. Inzage- en rectificatieverzoeken worden beoordeeld door de privacyfunctionaris van het verstrekkende parket van het Openbaar Ministerie. Verzetschriften tegen verwerking van gegevens worden beoordeeld door de afdeling Bestuurlijke en juridische zaken van het Parket-Generaal.
17.6. Op gegevens die eerder verstrekt zijn door de politie is de geheimhoudingsplicht van de Wet politiegegevens van toepassing. Derhalve zijn artikel 18, 19 en 20 van dit Protocol niet van toepassing. Inzage- en correctieverzoeken worden beoordeeld door het Wpg loket van de verstrekkende eenheid van de politie. Verzet- en bezwaarschriften tegen verwerking van gegevens worden beoordeeld door de privacyfunctionaris en/ of jurist van de verstrekkende eenheid van de politie, conform art. 29 Wpg.
18.1. In het geval het verzoek ziet op inzage in de Verwerking van Persoonsgegevens in het Veiligheidskamer Delft door Partijen zoals bedoeld in artikel 17.1 onder a, dient de beantwoording van dat verzoek een volledig overzicht in begrijpelijke vorm met ten de informatie volgend uit artikel 15 Algemene Verordening Gegevensbescherming.
18.2. Het verzoek wordt binnen vier weken door de Procesregisseur beantwoord. Een verzoek tot inzage wordt enkel geweigerd, indien en voor zover dit noodzakelijk is met het oog op in de wet gespecificeerde weigeringsgronden.
18.3. Een eventuele (gedeeltelijke) afwijzing is schriftelijk en gemotiveerd.
18.4. Alvorens aan een verzoek als bedoeld in artikel 17.1 wordt voldaan, verifiëren Partijen de identiteit van de Betrokkene die het verzoek indient.
18.5. Bij voldoen aan een verzoek als bedoeld in artikel 17.1, verstrekt de Manager namens de Verwerkingsverantwoordelijke aan de Betrokkene een kopie van de Persoonsgegevens die worden verwerkt of biedt de mogelijkheid om langs te komen om de Persoonsgegevens in te zien.
19.1. Indien de Betrokkene op grond van zijn verzoek om inzage een verzoek tot correctie of verwijdering van bepaalde hem of haar betreffende Persoonsgegevens zoals bedoeld in artikel 17.1 onder b doet bij Veiligheidskamer Delft, legt de Procesregisseur
dit verzoek voor aan in de casus betrokken partners met het oog op de beoordeling van het verzoek.
19.2. Onjuiste Persoonsgegevens betreffende de Betrokkene worden op diens verzoek onverwijld gecorrigeerd.
19.3. Persoonsgegevens betreffende de Betrokkene worden zonder onredelijke vertraging op diens verzoek verwijderd wanneer deze:
a. voor het doel van de Verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn; of
x. xxxxxxxxxx in strijd met een wettelijk voorschrift worden Verwerkt.
19.4. Procesregisseur informeert de Xxxxxxxxxx over de beslissing omtrent zijn verzoek tot correctie of verwijdering van hem of haar betreffende Persoonsgegevens schriftelijk en gemotiveerd zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 4 weken na ontvangst van het verzoek.
20.1. Indien de Verwerking van Persoonsgegevens door Partijen is gebaseerd op de grondslagen van artikel 6 Algemene Verordening Gegevensbescherming, kan de Betrokkene daartegen te allen tijde verzet aantekenen in verband met zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden.
20.2. Indien een verzoek tot verzet door Xxxxxxxxxx bij één der Partijen wordt ingediend, informeert die Partij onverwijld de Procesregisseur over het ingediende verzoek.
20.3. Procesregisseur legt het door Xxxxxxxxxx ingeroepen recht tot verzet voor aan het in de casus betrokken partners om te beoordeling of het verzoek gerechtvaardigd is en coördineert de afhandeling daarvan.
20.4. Procesregisseur informeert de Betrokkene over de beslissing zoals bedoeld in artikel
17.3 binnen 4 weken en draagt er zorg voor dat de beslissing binnen deze 4 weken wordt uitgevoerd. Een beslissing om niet, of niet geheel, te voldoen wordt altijd gemotiveerd en kan met het oog op artikel 21 Algemene Verordening Gegevensbescherming enkel worden gebaseerd op dwingende gerechtvaardigde gronden.
21.1. Het recht op overdraagbaarheid van Persoonsgegevens is niet van toepassing op Partijen in het Veiligheidskamer Delft.
22.1. Partijen besteden de Verwerking van Persoonsgegevens onder dit Protocol niet uit zonder dat de Partijen tevoren schriftelijk toestemming hebben gegeven over de beoogde verandering inzake de inzet van Verwerkers die ten behoeve van Veiligheidskamer Delft Persoonsgegevens Verwerken.
22.2. Een overeenkomst van opdracht tussen Partijen en een door de Partijen goedgekeurde Verwerker inzake Verwerking van Persoonsgegevens dient ten minste hetzelfde beschermingsniveau te bieden aan de belangen van Betrokkene als het onderhavige Protocol. Meer in het bijzonder moet de Bewerker voor de Verwerkingen van Persoonsgegevens in het kader van dit Protocol een vergelijkbaar niveau van beveiliging garanderen als in Bijlage 3 van dit Protocol.
22.3. Partijen leggen de afspraken tussen hen en Verwerkers(s) omtrent de omgang met Persoonsgegevens die Verwerker ten behoeve van Partijen Verwerkt, in een schriftelijke overeenkomst vast.
23.1. Persoonsgegevens die in het kader van dit Protocol worden Verwerkt, worden niet verstrekt aan anderen dan deelnemers aan het Procesoverleg, behoudens het bepaalde in Artikel 19 en tenzij Partijen hiertoe wettelijk verplicht zijn. Deze verstrekking wordt schriftelijk vastgelegd door Procesregisseur.
23.2. Indien een verstrekking van Persoonsgegevens aan derden plaatsvindt, is dat een individuele afweging van elke Partij op grond van zijn eigen wet- en regelgeving.
24.1. Partijen registeren hun Verwerkingen van Persoonsgegevens onder dit Protocol in een eigen register van verwerkingsactiviteiten. Deze wordt bijgehouden zoals de wet dat voorschrijft.
24.2. Aanvullend neemt Procesregisseur de Verwerkingen van Persoonsgegevens op locatie en in de informatiesystemen van het Veiligheidskamer Delft, zoals bedoeld in artikel 2.2, op in een gezamenlijk register van verwerkingsactiviteiten onder dit Protocol ten behoeve van Partijen.
24.3. De Functionarissen Gegevensbescherming van de afzonderlijke Partijen hebben, zonder aankondiging van bezoek vooraf, recht op toegang tot de gebouwen en overlegruimtes van Veiligheidskamer Delft en tot de Verwerkingen en register van Verwerkingen, alsook toegang tot enige andere informatie, voor zover dit noodzakelijk is voor diens toezichthoudende werkzaamheden.
24.4. De Procesregiseur van Veiligheidskamer Delft dient als eerste aanspreekpunt voor de betrokken Functionarissen Gegevensbescherming.
24.5. De Functionarissen Gegevensbescherming van de Verwerkingsverantwoordelijken houden toezicht op de naleving van de verplichtingen in dit Protocol en zijn bevoegd aanwijzingen te geven aan de Manager en Procesregisseur.
25.1. Partijen zetten zich in voor een goede uitvoering van het bepaalde in dit Protocol en zullen zich houden aan de dienaangaande in dit Protocol gemaakte afspraken.
25.2. Partijen zijn ieder voor zich aansprakelijk voor aanspraken van Betrokkenen, of Derden op schadevergoeding op grond van directe of indirecte schade, administratieve boetes of andere aanspraken van derden in geval van toerekenbare tekortkoming door de aangesproken Partij in de nakoming van het bepaalde in dit Protocol en de bijbehorende Bijlagen.
25.3. Wanneer meerdere Verwerkingsverantwoordelijken of Verwerkers bij dezelfde Verwerking betrokken zijn, en verantwoordelijk zijn voor schade die door die Verwerking is veroorzaakt, wordt elke Verwerkingsverantwoordelijke of Verwerker voor de gehele schade aansprakelijk gehouden teneinde te garanderen dat de betrokkene daadwerkelijk wordt vergoed.
25.4. Een Verwerker is slechts aansprakelijk voor de schade die door Verwerking is veroorzaakt wanneer bij de Verwerking niet is voldaan aan de specifiek tot Verwerkers gerichte verplichtingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming of buiten dan wel in strijd met de rechtmatige instructies van de Verwerkingsverantwoordelijke is gehandeld.
25.5. Onverminderd het gestelde in lid 4 kan iedere Verwerkingsverantwoordelijke of Verwerker die de volledige vergoeding heeft betaald vervolgens bij de andere
Verwerkingsverantwoordelijken of Verwerkers die bij dezelfde Verwerking betrokken zijn, het deel van de schadevergoeding verhalen dat overeenkomt met hun deel van de aansprakelijkheid voor de schade. Een Verwerkingsverantwoordelijke of Verwerker kan door andere Verwerkingsverantwoordelijken of Verwerkers worden vrijgesteld van onderlinge betaling van schadevergoeding indien hij bewijst dat hij op geen enkele wijze verantwoordelijk is voor het schadeveroorzakende feit.
26.1. Onverminderd de verantwoordelijkheden van de Functionarissen Gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijken houden de Manager en de Procesregisseur toezicht op de naleving van de verplichtingen in dit Protocol en zijn bevoegd aanwijzingen te geven aan medewerkers in Veiligheidskamer Delft omtrent de uitvoering van het bepaalde in dit Protocol.
27.1. De bepalingen in dit Protocol kunnen door de Partijen in gezamenlijk overleg worden gewijzigd. Wijzigingen in dit Protocol worden door de Stuurgroep besloten. Mondelinge mededelingen, toezeggingen of afspraken welke betrekking hebben op de inhoud van dit Protocol, hebben geen rechtskracht, tenzij deze uitdrukkelijk schriftelijk zijn bevestigd door de Stuurgroep.
27.2. Wijziging van het Protocol vergt het opnieuw ondertekenen door Partijen van het gewijzigde Protocol.
27.3. In geval van wijzigingen, waaronder inbegrepen toetreding van een nieuwe organisatie tot dit Protocol, die door een Partij onaanvaardbaar worden ervaren, kan deze Partij deelname aan Veiligheidskamer Delft schriftelijk opzeggen met ingang van het tijdstip waarop het gewijzigde Protocol van kracht wordt. Na opzegging van deelname aan het Convenant en dit Protocol verkrijgt die Partij niet langer toegang tot de Persoonsgegevens die op locatie of in de informatiesystemen van Veiligheidskamer Delft worden verwerkt onder dit Protocol.
28.1. Toetreding door andere organisaties tot dit Protocol kan enkel wanneer die Partij is toegetreden tot het Convenant conform Artikel 20 van dat Convenant.
28.2. Partijen worden vooraf door de secretaris van de Stuurgroep op de hoogte gebracht van de voorgenomen toetreding. Indien de toetredende partij niet staat benoemd in het Handvat dient voorafgaand aan de uitwisseling van Persoonsgegevens met de toetredende partij een juridische analyse te worden opgesteld conform hoofdstuk 5 van het Handvat. De toetredende Partij voert waar nodig de aanbeveling uit die analyse uit, alvorens uitwisseling van Persoonsgegevens in het Veiligheidskamer Delft met die partij plaatsvindt.
28.3. In geval van toetreding tot het Convenant, vindt toetreding tot het Protocol plaats door middel van ondertekening van een ondertekeningsblad (bijlage 1b) bij dit Protocol door die andere organisatie en de voorzitter van de Stuurgroep.
29.1. Dit Protocol treedt in werking op de dag van ondertekening door Partijen en wordt voor dezelfde duur als het Convenant. In geval van verlenging van het Convenant wordt dit Protocol met een gelijkluidende termijn verlengt.
29.2. De Stuurgroep kan, zonder rechterlijke tussenkomst en met meerderheid van stemmen, na ingebrekestelling, een Partij met onmiddellijke ingang uitsluiten van de
samenwerking in Veiligheidskamer Delft, indien de afspraken zoals neergelegd in dit Protocol niet door de desbetreffende Partij worden nagekomen.
29.3. Verplichtingen die naar hun aard zijn bestemd om ook na beëindiging of uitsluiting van het project voort te duren, blijven na beëindigingen van dit Protocol bestaan. Tot deze verplichtingen behoren onder meer die ter zake van geheimhouding en de beveiliging van Persoonsgegevens.
Dit Protocol vervangt alle eerdere door Partijen gesloten Protocollen met betrekking tot de Verwerking van Persoonsgegevens in Veiligheidskamer Delft voor de doelen zoals beschreven in Artikel 3.1 van dit Protocol.
30.2 In het kader van een opdracht tot uitvoering van een wetenschappelijk onderzoek
zijn Partijen gezamenlijk opdrachtgever en worden de specifieke bepalingen uit wet- en regelgeving alsmede de interne voor Partijen geldende voorschriften voor wetenschappelijk onderzoek van Partijen in acht genomen.
30.2 Partijen zullen dit Protocol twee jaar na inwerking treden evalueren, waarbij bij voorkeur een audit zal plaatsvinden door een externe onafhankelijke partij.
Op dit Protocol is Nederlands recht van toepassing.
Aldus overeengekomen door ondertekening van de ondertekeningsbladen.
Bijlage 1b: Toetredingsformulier nieuwe partner tot Protocol
Toetredingsformulier partij tot
Veiligheidskamer Delft
[naam organisatie], te […], hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door [naam, functie], overwegende dat:
• Deelname aan het Protocol gelet op de publieke en/of maatschappelijke taak die zichzelf in het kader van integrale veiligheid en complexe casuïstiek toedicht en gelet op de verantwoordelijkheid en/of bevoegdheid van ondergetekende een bijdrage levert aan de doelstelling zoals geformuleerd in artikel 2 van het Convenant en artikel 3.2 van het Protocol;
• De Stuurgroep positief heeft besloten op toetreding van ondergetekende aan het Convenant en dit Protocol;
verklaart daartoe het volgende:
• Ondergetekende onderschrijft de in het Protocol geformuleerde doelstellingen, verplicht zich de bepalingen in het Protocol te zullen naleven en verklaart zich in dit kader gerechtigheid tot het uitwisselen van Persoonsgegevens met Partijen.
Aldus ondertekend op datum […]
Naam organisatie:
Naam bevoegde functionaris:
………………….
Namens Stuurgroep:
Naam:
…………………
Bijlage 2:
Doeleinden Verwerking van Persoonsgegevens per processtap
Partijen Verwerken in het kader van het Veiligheidskamer Delft voor ieder van onderstaande fasen enkel de Persoonsgegevens die voor die afzonderlijke fase noodzakelijk zijn voor de uitvoering van ieder van de daarbij geformuleerde toepasselijke processtappen:
• Beoordelen of een Casus die door een Partij wordt aangedragen voldoet aan de criteria voor behandeling in het Veiligheidskamer Delft. Deze criteria volgen uit het Landelijk Kader.
• Xxxxxxx eerste beeld en verrijken van informatie uit Intake;
• Op basis van informatie van partners komen tot een nadere afweging ten aanzien van de routering van de casus, tot een bepaling van doel en thema’s van een eventueel Procesoverleg, en tot een afweging welke partners relevant zijn om te betrekken bij een Procesoverleg;
• Voorbereiding Procesoverleg.
• Opstellen gezamenlijk toestandbeeld door bij het Procesoverleg betrokken Partijen;
• Opstellen integraal plan van aanpak;
• Monitoren van de uitvoering en resultaten van het plan van aanpak;
• Bepalen of verdere verstrekking van Persoonsgegevens aan andere samenwerkingsverbanden noodzakelijk en mogelijk is;
• Besluiten tot afbouwen betrokkenheid Veiligheidskamer Delft;
• Besluiten tot Opschaling van de Casus;
• Bepalen van noodzakelijke te verstrekken Persoonsgegevens in het kader van Afschaling en de verstrekking daarvan aan bijvoorbeeld de Casuscoördinator;
Bijlage 3:
Categorieën Persoonsgegevens en Betrokkenen
Partijen Verwerken ten behoeve van de doelstellingen en onder voorwaarden zoals beschreven in dit Protocol enkel de volgende categorieën Persoonsgegevens van de volgende categorieën Betrokkenen:
Categorie Betrokkenen:
Van Personen, op wie het onder dit Protocol beschreven plan van aanpak en bijbehorende interventies zijn gericht, worden geen andere dan de volgende categorieën Persoonsgegevens verwerkt:.
Persoonsgegevens:
• volledige personalia (naam, geboorteplaats, geboortedatum);
• adresgegevens (straat, huisnummer, postcode, woonplaats);
• contactgegevens (telefoonnummer, e-mailadres);
• gegevens omtrent woonsituatie;
• financiële gegevens;
• gegevens betreffende relaties met overige gezinsleden/ directe sociale contacten;
• toezicht- en handhavingsgegevens, gegevens omtrent bestuursrechtelijke maatregelen of voornemens daartoe
Strafrechtelijke Persoonsgegeven, te weten:
• Politiegegevens (artikel 8 en 13 Politiegegevens);
• Strafvorderlijke gegevens en relevante justitiële gegevens;
• Tenuitvoerleggingsgegevens
Bijzondere Persoonsgegevens die mogelijk kunnen worden verwerkt zijn:
• Gezondheidsgegevens;
o Diagnostische medische gegevens
o Ziektes en aandoeningen
o Beperkingen en mogelijkheden
o Verzuim en re-integratie
• Seksuele leven
• Godsdienst/levensovertuiging
• Ras
• Identificatienummer (BSN)
Categorie Betrokkenen:
Van directe relaties van Categorie1 Betrokkenen, waaronder gezinsleden en directe sociale contacten, worden geen andere dan de volgende categorieën Persoonsgegevens verwerkt:
Persoonsgegevens:
• volledige personalia (naam, geboortedatum, geboorteplaats);
• adresgegevens (straat, huisnummer, postcode, woonplaats);
• contactgegevens (telefoonnummer, e-mailadres;
• toezicht- en handhavingsgegevens of omtrent bestuurlijke maatregelen of voornemens daartoe voor zo ver in directe relatie met Xxxxxxxxxx van Categorie 1;
• Gegevens omtrent xxxxxx verzoeken, verzoeken om rectificatie, verzet en klachten.
Strafrechtelijke Persoonsgegeven, te weten:
• Politiegegevens (artikel 8 en 13 Politiegegevens);
• Strafvorderlijke gegevens;
Bijzondere Persoonsgegevens en gegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten zoals bedoeld in artikel 9 en 10 AVG, die mogelijk kunnen worden verwerkt zijn:
• Gezondheidsgegevens;
o Diagnostische medische gegevens
o Ziektes en aandoeningen
o Beperkingen en mogelijkheden
• Identificatienummer (BSN)
• Godsdienst/levensovertuiging
Categorie Betrokkenen:
Van medewerkers van instanties of instellingen die betrokken zijn bij de begeleiding, (Zorg- en) hulpverlening van betrokkene (ook interventies voorafgaande aan de Aanmelding), worden geen andere dan de volgende categorieën Persoonsgegevens verwerkt:
Persoonsgegevens:
• naam;
• naam organisatie organisatieaanduiding (typering bijv. instelling voor GGZ);
• Contactgegevens (zakelijk telefoonnummer, e-mailadres);
• Datum start betrokkenheid en einde betrokkenheid
Categorie Betrokkenen:
Van Medewerkers van derden die betrokken zijn bij de uitvoering van interventies (ook interventies voorafgaande aan de Aanmelding), worden geen andere dan de volgende categorieën Persoonsgegevens verwerkt:
Persoonsgegevens:
• naam;
• naam organisatie organisatieaanduiding (typering bijv. instelling voor GGZ);
• functie binnen het Veiligheidskamer Delft;
• contactgegevens (zakelijk telefoonnummer, e-mailadres);