Tijdelijke verhuur via de Leegstandwet
Tijdelijke verhuur via de Leegstandwet
In Nederland is de bescherming van huurders goed geregeld. De huurder ontleent zijn of haar rechten aan het Burgerlijk Wet- boek. Dat houdt in dat het voor de verhuurder in beginsel niet eenvoudig is om eenzijdig een huurovereenkomst op te zeggen. De Leegstandwet maakt het wel mogelijk om bepaalde catego- rieën woningen en gebouwen tijdelijk te verhuren, waarbij een aantal dwingendrechtelijke huurbeschermingsbepalingen niet van toepassing zijn.
Korte geschiedenis Leegstandwet
In 1980 werd een ontwerp Leegstandwet ingediend die beoogde ‘maatschappelijk onaanvaardbare leegstand van woningen en andere gebouwen krachtig terug te dringen’. Na een groot aantal amendementen en wijzigingen zou de wet ondermeer voorzien in een verplicht leegstandregis-
ter voor woonruimte in elke gemeente, een verplichting voor eigenaren van woonruimte tot het melden van leegstand, een strafrechtelijke bescherming tegen kraken, een vergemakkelijking van het vorderen van het gebruik als woonruimte, en een regeling voor tijdelijke verhuur. Omdat een verplichte leegstandadministratie te grote administratieve lasten zou opleveren, is een deel van de wet uiteindelijk niet ingevoerd.
In 1993 zijn verschillende onderdelen van de Leegstandwet in de nieuwe Huisvestingswet opgenomen. De Leegstandwet bevat daardoor uitsluitend nog de regeling met betrekking tot tijdelijke verhuur van leegstaande woningen en gebouwen. De Leegstandwet bestaat momenteel uit drie artikelen: de artikelen 1, 15 en 16.
Hoe werkt de Leegstandwet?
Artikel 15 van de Leegstandwet voorziet in de mogelijkheid voor de eigenaar om bepaalde leegstaan- de woningen en gebouwen tijdelijk te verhuren. In het eerste lid van artikel 15 van de Leegstandwet zijn de gevallen opgesomd waarop de regeling van tijdelijke huur en verhuur van toepassing is. In alle overige gevallen is deze regeling van tijdelijke huur en verhuur niet van toepassing.
De volgende categorieën woonruimte kunnen op grond van de Leegstandwet tijdelijk worden ver- huurd:
• Woonruimte in een gebouw bestemd voor groepsgewijze huisvesting, verzorging of verpleging, logiesverschaffing, administratie en/of onderwijs dat in afwachting is van een bepaalde andere bestemming;
• Woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning, die:
• Nog nooit bewoond is geweest (nieuwbouwwoning);
• In de twaalf maanden voordat de woning leeg kwam te staan door de eigenaar geheel of gro- tendeels bewoond is geweest (of, wanneer de woning minder
dan een jaar geleden is opgeleverd, sindsdien door de eige-
naar bewoond is geweest);
hts
zes maanden
Kunnen alleen zelfstandige woningen
tijdelijk worden verhuurd op grond van de
Leegstandwet?
• In de tien jaar voordat de woning leeg kwam te staan slec drie jaar (geheel of gedeeltelijk) verhuurd is geweest;
De wet spreekt van woonruimte in een woning of
gebouw. Dat betekent dat ook onzelfstandige wo-
ningen (kamers) tijdelijk kunnen worden verhuurd
op grond van de Leegstandwet.
• Woonruimte in een voor sloop of renovatie bestemde huur- woning.
Bij tijdelijke (ver)huur op grond van de Leegstandwet zijn de huurbeschermingsbepalingen uit het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing. Wel moet de huurovereenkomst voor ten minste
worden aangegaan en geldt een opzegtermijn van minimaal drie maanden voor de verhuurder. Voor de huurder is de opzegtermijn maximaal één maand.
Voor tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet is een vergunning nodig van de gemeente waarin de woonruimte ligt. De vergunning geldt voor maximaal twee jaar. Op verzoek van de eigenaar of beheerder van de woning kan de vergunning worden verlengd met telkens maximaal één jaar, maar de totale duur van de vergunning is nooit meer dan vijf jaar.
De huurovereenkomst stopt automatisch als de vergunning is verlopen. Als in dat geval een verlenging van de vergunning is aangevraagd en er is nog geen beslissing genomen, loopt de huurovereenkomst door totdat er beslist is.
In de vergunning moet staan wat de maximale huurprijs is. De huurovereenkomst moet schriftelijk zijn en hierin moet duidelijk staan dat het gaat om tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet, voor welke termijn de vergunning is verleend en welke maximale huurprijs in de vergunning is vermeld.
Andere vormen van ‘tijdelijke huur’
Het huurrecht in het Burgerlijk Wetboek gaat uit van huurovereenkomsten van onbepaalde duur. De huurder kan de huur altijd opzeggen, maar de verhuurder is gebonden aan een aantal specifieke opzeg- gingsgronden wanneer hij de huur wil opzeggen.
Een vorm van tijdelijke huur is de zogenaamde ‘tussenhuur’, waarbij de woning tijdelijk kan worden ver- huurd en de oorspronkelijke bewoner (verhuurder of huurder) na bepaalde tijd weer in de woning kan terugkeren (7:274 lid 1 sub b jo. lid 2 BW). Een andere vorm is de verhuur aan een bijzondere doelgroep (gehandicapten, ouderen, studenten/campuscontracten), waarbij de huur kan worden opgezegd wan- neer de huurder niet langer tot die doelgroep behoort (7:274 lid 1 sub c jo. lid 3 sub b-c of lid 4 BW).
Ook het gebruik van een dienstwoning of zorgwoning kan eenvoudig worden beëindigd.
Bij anti-kraak is er geen sprake van huur, maar van een gebruiksovereenkomst (overeenkomst van bruiklening, 7A:1777 BW). Er is geen sprake van een huurrelatie, omdat voor het in gebruik geven van de woonruimte door de gebruiker geen tegenprestatie verschuldigd is. Zodra er wel een tegenprestatie betaald wordt, is er sprake van huur. Een onkostenvergoeding (kosten van gas, licht en water) is wel mogelijk.
Tot slot kan er nog sprake zijn van huur die een gebruik van woonruimte betreft dat naar zijn aard slechts van korte duur is (7:232 lid 2 BW). Klassieke voorbeelden zijn het gebruik van woonruimte als vakantiewoning of als wisselwoning. In een dergelijk geval is het huurrecht voor woonruimte niet van toepassing, dus de huurbescherming geldt ook niet.
In geval van geplande renovatie of sloop kan in plaats van tijdelijk te verhuren op grond van de Leeg- standwet de huur van woonruimte worden opgezegd in verband met dringend eigen gebruik voor renovatie (7:274 lid 1 sub c jo. lid 3 sub a BW), ter uitvoering van een bestemmingsplan (7:274 lid 1 sub e BW), of wanneer er sprake is van een gemeentelijke sloopwoning (7:232 lid 4 BW).
Moet een gemeente leegstandbeleid hebben om
Welke beleidsvrijheid heeft de gemeente?
s elt
n; de
vergunningen op basis van de leegstandwet af te
kunnen geven?
Nee, de gemeente hoeft geen leegstandbeleid te hebben om
vergunningen te kunnen afgeven. De gemeente kan de ver-
gunningaanvragen beoordelen aan de hand van de criteria
uit de wet. Een gemeente kan uiteraard wel een
beleidskader opstellen.
Als een vergunning voor tijdelijke verhuur wordt aange- vraagd, moet de gemeente die aanvraag in behandeling nemen. De Leegstandwet stelt een aantal voorwaarden voor het verlenen van een vergunning. Zolang daar geen afbreuk aan wordt gedaan kan de gemeente eigen beleid voeren. Het i niet de bedoeling dat de gemeente meer of strengere eisen st dan de wet.
Voor het afwijzen van een aanvraag zijn geen criteria gegeve
gemeente zal een eventuele afwijzing uiteraard wel moeten motiveren aan de hand van de aanvraag, de wettelijke eisen en het eventuele leegstandbeleid. Tegen een afwijzing is geen bezwaar of beroep mogelijk.
ddel men-
n t,
Kunnen alleen woningcorporaties gebruik
maken van de Leegstandwet?
Nee, de eigenaar van de woonruimte kan een ver-
gunning aanvragen. Met ‘eigenaar’ wordt degene
bedoeld die bevoegd is tot in gebruik geven van
een woning of gebouw.
Dat kan een sociale of particuliere verhuurder
zijn, maar ook een particuliere woningeigenaar
of projectontwikkelaar. Bij de beoordeling van
hetgeen van de eigenaar gevergd kan worden kan
overigens wel relevant zijn wie deze eigenaar is.
Overig instrumentarium om leegstand te bestrijden Tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet is een mi om leegstand te bestrijden. Een ander deel van het instru tarium tegen leegstand is te vinden in de Huisvestingswet. Deze wet biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid het gebruik van woningen en gebouwen als woonruimte te vorderen, e melding van leegstand die langer dan twee maanden duur verplicht te stellen.
Wanneer is er sprake van leegstand?
De definitie van leegstaan in de Leegstandwet is: ‘het niet
of niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht in gebruik
zijn alsmede een gebruik dat de kennelijke strekking heeft
afbreuk te doen aan de werking van deze wet’.
Proces van vergunningverlening voor tijdelijke verhuur
d.
n.
Het is voor vergunningverlening op grond van de Leeg-
standwet niet nodig dat de woonruimte al geruime tijd,
bijvoorbeeld een half jaar of een jaar, leegstaat. Het enkele
leegstaan is voldoende.
Via de Leegstandwet is de vergunningverlening voor de tij- delijke verhuur van woonruimte bij gemeenten neergeleg Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor tijdelijke verhuur kan een gemeente kostendekkende leges vragen. Dit dient in de legesverordening te zijn opgenome
Voorbeeld Legesverordening Gemeente Nijmegen
Vergunning tijdelijke verhuur
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
a. het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 15 lid 1 van de Leegstandwet i.v.m. het aan- gaan van een tijdelijke huurovereenkomst € […]
b. verlenging van de onder a genoemde vergunning € […]
Het proces van vergunningverlening bestaat uit verschillende onderdelen: 1. de vergunningaanvraag,
2. de behandeling van de aanvraag, 3. de toetsing van de aanvraag, 4. de vergunningverlening, 5. de huurovereenkomst, en 6. de eventuele verlenging van de vergunning. Deze stappen worden hieronder toegelicht.
1. De vergunningaanvraag
De woningeigenaar dient bij de gemeente een aanvraag in via het aanvraagformulier. De minister van VROM heeft een model aanvraagformulier beschikbaar gesteld in bijlage I van de Regeling formulieren Leegstandwet. Dit formulier is te vinden via xxx.xxxxxxxx.xx/xxx-xx regelgeving en via
xxx.xxxx.xx. Gemeenten kunnen hierop de gemeentelijke huisstijl toepassen, maar de in het model gevraagde gegevens zijn verplicht. Gemeenten dienen dit formulier op aanvraag beschikbaar te stellen.
Hoe om te gaan met complexgewijze
toewijzing van een tijdelijk
verhuurvergunning?
De Leegstandwet maakt het verlenen van één
Wat te doen als de
toekomstige huurder nog niet
bekend is?
2. In behandeling nemen van de aanvraag
k
vergunning voor een complex mogelijk. Dat zal
dan wel als zodanig aangevraagd moeten wor-
den. Natuurlijk moet wel duidelijk zijn om welke
woningen het gaat; er mag geen misverstand
(kunnen) ontstaan over de vraag of een bepaalde
woning nu wel of niet onder de vergunning valt.
In de vergunningaanvraag moet
worden vermeld wie de toe-
omstige huurder is. Is nog niet
bekend wie dat zal zijn, dan
kan bijvoorbeeld in de vergun-
Het volledig ingevulde formulier moet door de gemeente in behandeling wor- den genomen.
nog
In de vergunning dienen de individuele adressen
die het betreft dan ook duidelijk
aangegeven te worden, evenals de
ning worden bepaald dat de
huurder op een later tijdstip
aan de gemeente bekend
3. Toetsing van de aanvraag
nd-
de
bijbehorende maximale huurprijzen.
wordt gemaakt (bijvoorbeeld
middels een afschrift van
huurovereen-
komst).
De gemeente toetst de aanvraag aan de criteria uit artikel 15 van de Leegsta wet:
a. De vergunning wordt aangevraagd voor een in artikel 15 lid 1 aangewezen categorie woonruimte;
b. De woonruimte staat leeg;
c. Van de eigenaar kan in redelijkheid niet worden gevergd dat deze het gebouw of de woning op een andere wijze dan door het aangaan van een of meer huurovereenkomsten op grond van de Leegstandwet aan de volkshuisvesting dienstbaar maakt;
d. De eigenaar toont aan dat de te verhuren woonruimte, gelet op de omstandigheden en mogelijkhe- den, in voldoende mate bewoond zal worden.
e. Voor woonruimte in een voor sloop of renovatie bestemde huurwoning: de (te verwachten) renova-
Wat wordt bedoeld met ‘de woning kan niet op een
andere wijze aan de volkshuisvesting dienstbaar
worden gemaakt’?
tie of sloop moet ingrijpend zijn en binnen een redelijke termijn plaatsvinden
Dit betekent dat van de eigenaar niet kan worden gevergd
dat deze de woning verkoopt, op normale (niet tijdelijke)
wijze verhuurt of zelf bewoont. De eigenaar zou bijvoor-
f. Er is nog niet eerder een vergunning voor dezelfde woonruimte afgegeven;
g kunnen zijn om
beeld onevenredig worden benadeeld door verkoop op dat
tijdstip of door een beroep op huurbescherming door een
niet-tijdelijke huurder op het moment dat de eigenaar de
bestemming kan verwezenlijken.
De gemeente toetst niet of de hypotheekverstrekker met de tijdelijke verhuur akkoord gaat. Dat is een zaak tus- sen de eigenaar/verhuurder en zijn hypotheekverstrek- ker. Het ontbreken van huurbescherming bij verhuur
op grond van de Leegstandwet zou voor banken aanleidin dergelijke tijdelijke verhuur toe te staan.
Voorbeeld Gemeente Utrecht
Uitbesteding en criteria voor sloop
De gemeente Utrecht heeft de organisatie Het vierde Huis gemandateerd om de aanvragen voor tijde- lijke verhuur in het kader van de Leegstandwet in behandeling te nemen. Een vergunning voor tijdelijke verhuur van de voor sloop of renovatie bestemde huurwoningen van Utrechtse corporaties wordt pas afgegeven op het moment dat de herstructureringsplannen vrijwel zeker zijn. Dat wil zeggen dat er een besluit tot sloop genomen is door de corporatie en dit bevestigd is door de gemeente. Hiervoor is het noodzakelijk dat er voldoende draagvlak onder de bewoners is en de corporatie een sociaal plan heeft opgesteld.
4. Vergunningverlening
ol-
oor e er-
s.
male huurprijs wordt
Wat te doen als de renovatie of sloop niet doorgaat?
Indien de gemeente de vergunning afgeeft, moet het v gende in de vergunning worden vermeld:
Voorwaarde voor het verstrekken van een vergunning in
het geval van renovatie of sloop is dat de (te verwachten) re-
novatie of sloop ingrijpend moet zijn en binnen een redelijke
termijn moet plaatsvinden.
Of dit zo is, zal de gemeente bij de aanvraag van de vergun-
ning moeten beoordelen. Relevant kan zijn of reeds een
• De duur van de vergunning. De vergunning wordt v hetzelfde gebouw slechts eenmalig voor ten hoogst twee jaar afgegeven. Eventuele verlenging van de v gunning vindt telkens voor maximaal één jaar plaat
sloop- of onttrekkingsvergunning is afgegeven.
Als later blijkt dat verkeerde informatie is verstrekt over
de termijn waarop de renovatie of sloop zou plaatsvinden,
dan zal verlenging van de vergunning uiteraard niet voor
de hand liggen. De bestaande vergunning blijft dan wel in
stand.
• De maximale huurprijs waartegen de woonruimte mag worden verhuurd. Deze maximale huurprijs wordt per woonruimte aangegeven.
• Tegen de beslissing van burgemeester en wethou- der kan niet in beroep worden gegaan.
Artikel 16 van de Leegstandwet geeft aan dat de maxi
bepaald op grond van de artikelen 10 eerste lid en 12 tweede lid van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw). Artikel 10 eerste lid Uhw verwijst naar het woningwaarderingsstelsel
(bijlage I bij het Besluit huurprijzen woonruimte), artikel 12 tweede lid Uhw naar de gebrekenregeling (bijlage II bij het Besluit huurprijzen woonruimte).
De gemeente maakt bij het bepalen van de maximale huurprijs dus gebruik van het woningwaarde- ringsstelsel (puntenstelsel), en kan daarbij rekening houden met in de woning aanwezige gebreken. Als er geen gebreken zijn, kan de gemeente de maximale huurprijs die op grond van het puntenstelsel berekend is gebruiken.
Voorbeeld Gemeente Breda
Vergunning tijdelijke verhuur ex artikel 15 Leegstandswet
Geachte […],
Op [datum] hebben wij uw verzoek om vergunning tijdelijke verhuur ex artikel 15 van de Leegstandwet voor de woning gelegen aan de [adres] te [plaats] ontvangen.
In uw verzoek heeft u verklaard:
• dat u de woning vanaf [datum] tijdelijk wil verhuren in afwachting [motief aanvraag];
• dat voldaan wordt aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 15, lid 3 van de Leegstandwet.
Op basis van uw verklaring verlenen wij u op grond van artikel 15 van de Leegstandwet vergunning voor de tijdelijke verhuur van de woning gelegen aan de [adres] te [plaats]. De verhuur zal ingaan op [datum]. Het huis dient voor minimaal zes maanden en maximaal twee jaar te worden verhuurd. Bij verkoop van het huis dient u een opzegtermijn richting de huurder te hanteren van drie maanden.
Op grond van de Leegstandwet kan de tijdelijke verhuur met drie afzonderlijke jaren worden verlengd tot een maximum van vijf jaar. Indien u een verlenging van de tijdelijke verhuur wenst, dient steeds op- nieuw voor ieder afzonderlijk jaar een verzoek te worden ingediend. Elk nieuw verzoek wordt getoetst aan de bepalingen van de Leegstandwet. De Leegstandwet bepaalt uitdrukkelijk dat een verzoek tot verlenging uiterlijk tot het tijdstip waarop de vergunning haar geldigheid verliest kan worden ingediend.
Wij bepalen op grond van de wettelijke bepalingen de netto huurprijs voor het tijdelijk verhuren van de woning op een maximum van € [huurprijs] per maand.
De huurovereenkomst moet schriftelijk worden aangegaan, waarbij melding moet worden gemaakt van deze vergunning, het tijdvak waarvoor deze is verleend en de maximale netto huurprijs per maand die in de vergunning is opgenomen.
Tegen de hoogte van de huurprijs staat op grond van de Leegstandwet geen beroep open. Omdat geen beroep open staat, staat hiertegen ingevolge de Xxxxxxxx wet bestuursrecht ook geen bezwaar open.
Hoogachtend,
ente]
Welke maximale huurprijs moet worden aangehouden als het
woningwaarderingsstelsel een puntenaantal aangeeft boven de maximale
huurgrens voor huurtoeslag/liberalisatiegrens?
De maximale huurprijs die in de vergunning wordt vermeld, wordt bepaald op grond van
het woningwaarderingsstelsel. Dit geldt ook als de maximale huurprijs hoger is dan de
huurtoeslag- of liberalisatiegrens. Geliberaliseerd verhuren is op grond van de Leegstand-
wet niet mogelijk.
De tabel met maximale huurprijzen voor zelfstandige woningen loopt door tot 250 pun-
ten. Wanneer een woning meer dan 250 punten heeft, kan de huurprijs worden bepaald
door de tabel te extrapoleren: de extra punten worden dan vermenigvuldigd met het
verschil tussen de maximale huurprijs bij 250 en die bij 249 punten.
Wat kan de huurder doen als de woning gebreken
vertoont?
Bij het vaststellen van de maximale huurprijs kan de
gemeente rekening houden met in de woning aanwezige
(onderhouds)gebreken.
Ook kan de huurder zelf naar de huurcommissie gaan als
hij gebreken aantreft en van mening is dat de huur te hoog
is. De Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte is
immers gewoon van toepassing.
Wie kan een puntentelling opstellen?
De gemeente kan zelf een puntentelling opstellen aan de
hand van de bijlage bij het Besluit huurprijzen woonruimte.
De gemeente kan ook uitgaan van een door de eigenaar
opgestelde puntentelling, of een makelaar of
de huurcommissie inschakelen.
Burgemeester en wethouders van [geme
Voorbeeld Gemeente Woudenberg
Vergunning tijdelijke verhuur ex artikel 15 Leegstandswet
Geachte […],
Op [datum] heeft u, wegens [motief aanvraag], een vergunning aangevraagd voor het aanbieden van een tijdelijke huurovereenkomst voor een woning aan [adres] te [plaats].
Wij hebben besloten om u een vergunning te verstrekken ex artikel 15 van de Leegstandswet voor het aanbieden van een tijdelijke huurovereenkomst ten behoeve van de bovengenoemde woning. De ver- gunning gaat in per [datum] en loopt af op [datum]. Hierna kunt u, indien nodig, vóór [datum] schrifte- lijk verlenging aanvragen, met dien verstande dat de gehele duur van de vergunning ten hoogste 5 jaar kan bedragen. De maximaal toegestane huurprijs voor deze woning is € [huurprijs].
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van [gemeente]
5. De huurovereenkomst
De gemeente kan de aanvrager erop wijzen dat de huurovereenkomst aan de volgende voorwaarden moet voldoen:
a. De huurovereenkomst duurt ten minste zes maanden.
Wat gebeurt er als na verloop van de tijdelijke
verhuurvergunning de woning nog steeds bewoond is?
b. De opzegtermijn voor de huurder is niet langer dan een maand.
Wanneer de verhuurder de huurder in de woning laat blijven
wanneer de vergunning voor tijdelijke verhuur verlopen is,
ontstaat een gewone huurovereenkomst. De verhuurder
c. De opzegtermijn voor de verhuurder is niet korter dan drie maanden.
kan dan geen beroep meer doen op de uitzondering op de
huurbescherming. De verhuurder moet hier op bedacht zijn.
De gemeente hoeft hier niet op te handhaven!
d. De huurovereenkomst eindigt in ieder geval op het moment dat de vergunning haar geldigheid verliest.
oor
e. De huurprijs mag niet hoger zijn dan de in de vergunning vastgestelde maximale huurprijs. In het geval dat huurder en verhuurder een hogere huurprijs overeenkomen, geldt de d de gemeente vastgestelde, in de vergunning vermelde, huur- prijs.
f. De huurovereenkomst moet schriftelijk worden vastgelegd.
g. Indien van toepassing moet de huurder aan de regels in de plaatselijke huisvestingverordening vol- doen.
6. Verlenging van de vergunning
De eigenaar kan een verzoek tot verlenging van de tijdelijke verhuur doen met het aanvraagformulier
voor verlenging van tijdelijke verhuur van VROM (Bijlage II bij de Regeling formulieren Leegstandwet).
i-
gt n-
Xxx een woonruimte na 5 jaar nog steeds tijdelijk
worden verhuurd?
Niet op grond van de Leegstandwet. Als de vergunning
voor tijdelijke verhuur, inclusief verlengingen, 5 jaar heeft
geduurd, is de termijn voor tijdelijke verhuur op grond van
de Leegstandwet verstreken. Als de verhuurder de huur
dan toch laat voortduren, ontstaat een gewone huurover-
eenkomst met volle huurbescherming voor de
huurder.
De gemeente kan de duur van de vergunning steeds met max maal één jaar verlengen. Over het aantal verlengingen is in de wet niets vastgelegd, maar de totale vergunningduur bedraa ten hoogste vijf jaar. Het verzoek tot verlenging van de vergu ning wordt op dezelfde wijze beoordeeld als het oorspronke- lijke verzoek tot verlening van de vergunning, uiteraard op het vereiste van leegstand van de woonruimte na.
Colofon
Samenstelling
Deze informatiefolder is tot stand gekomen in samenwerking tussen de VNG en het ministerie van VROM/WWI.
Meer informatie
Het model-aanvraagformulier is beschikbaar via xxx.xxxxxxxx.xx/xxx-xx regelgeving en via xxx.xxxx.xx.
Meer voorbeelden en een overzicht van veelgestelde vragen vindt u op xxx.xxx.xx.
Vragen
Hebt u nog vragen, neem dan contact op met het informatiecentrum van de VNG via xxxxxxxxxxxxxxxxx@xxx.xx of 070-3738393.
2009/04-060