Opdrachten van de erkende certificeringsorganen (ECO's)
Opdrachten van de erkende certificeringsorganen (ECO's)
belast met de certificering van de installaties voor de productie van groene stroom in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Versie van 27.11.2023
Inhoudsopgave
1 Voorwerp 3
2 Update 3
3 Wettelijk kader 3
4 Documenten ter beschikking gesteld door XXXXXX 0
5 Erkenning van XXX'x door BRUGEL 4
5.1 Erkenningsvoorwaarden 4
5.2 Verbintenissen 5
5.3 Xxxxxxxxxxxxxxxxxx XXXXXX 0
5.4 BELAC-accreditatie – Uitbreiding van het activiteitendomein 6
5.5 Erkenningsaanvraag aan BRUGEL 6
5.6 Permanente evaluatie, schorsing, intrekking, verlenging van de erkenning 8
6 Beschrijving van de opdrachten van het ECO 9
6.1 Voorwerp van de certificering van de installatie 9
6.2 Algemene bepalingen die van toepassing zijn op alle installatietypes 10
6.2.1 Aanvraag om certificering van een installatie 10
6.2.2 Onderzoek van de certificeringsaanvraag 10
6.2.3 Vergunningen 10
6.2.4 Meetalgoritmen 11
6.2.5 Non-conformiteit 11
6.2.6 Doorgifte, invoer en toegang tot het certificeringsdossier 11
6.3 Specifieke bepalingen voor bepaalde installatietypes 12
6.3.1 Fotovoltaïsche zonne-installatie met een vermogen van 10 kWp of minder 12
6.3.2 Andere installaties voor de productie van groene stroom 12
6.4 Controlebezoeken 13
7 Vereiste vaardigheden van de medewerkers 14
8 Klachten 15
1 Voorwerp
1. Dit document vormt het 'bestek' bestemd voor de erkende certificeringsorganen (ECO's) die belast zijn met de certificering van de installaties voor de productie van groene stroom in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
2. Het concept van productie van groene stroom in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest omvat zowel de productie van elektriciteit uit hernieuwbare niet-fossiele energiebronnen als de productie van elektriciteit door middel van een warmtekrachtkoppelingsinstallatie met hoog rendement.
3. Dit document is beschikbaar op de website van BRUGEL.
2 Update
4. Elke actualisering van dit document door BRUGEL kan het voorwerp uitmaken van een voorafgaand overleg met de ECO's, met name indien het inhoudelijke wijzigingen betreft.
5. In het geval van een update van dit document:
a. treedt de update in werking op de eerste dag van de maand volgend op de publicatie ervan op de website van BRUGEL;
b. worden de ECO's er formeel van op de hoogte gebracht.
6. De ECO's moeten de updates in hun documentatie en procedures verwerken in overeenstemming met de daartoe door BRUGEL vastgestelde overgangsbepalingen.
3 Wettelijk kader
7. De ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hierna de 'Ordonnantie' en de wijzigingsordonnanties;
8. het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2015 betreffende de promotie van groene elektriciteit, hierna het 'Groenestroombesluit' en de wijzigingsbesluiten;
9. het ministerieel besluit van 12 oktober 2004 tot vaststelling van de berekeningscode voor de verbruikte en geproduceerde hoeveelheden energie van een installatie voor de productie van groene elektriciteit of van warmtekrachtkoppeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hierna de 'Berekeningscode' en de wijzigingsbesluiten;
10. het ministerieel besluit van 28 maart 2017 betreffende de procedure voor de erkenning van de certificeringsorganen van installaties voor de productie van groene elektriciteit, hierna het 'Erkenningsbesluit organen' en de wijzigingsbesluiten.
4 Documenten ter beschikking gesteld door XXXXXX
00. De documenten van BRUGEL voor ECO's of voor instellingen die een erkenning wensen, worden gepubliceerd op de website van BRUGEL.
12. Op de website van BRUGEL zijn minstens de volgende documenten beschikbaar:
- Aanvraagformulier erkenning als certificeringsorgaan, bestemd voor BRUGEL;
- Aanvraagformulier certificering van een fotovoltaïsche installatie;
- Aanvraagformulier certificering voor de uitbreiding van een fotovoltaïsche installatie;
- Aanvraagformulier certificering voor een warmtekrachtkoppelingsinstallatie;
- Model van een verslag van een eerste certificeringsbezoek voor een fotovoltaïsche installatie;
- Model van een verslag van een eerste certificeringsbezoek voor een warmtekrachtkoppelingsinstallatie;
- Model van een controlebezoekverslag voor een fotovoltaïsche installatie;
- Model van een controlebezoekverslag voor een warmtekrachtkoppelingsinstallatie;
- Model van een certificeringsattest;
- Dit bestek.
13. Indien nodig neemt BRUGEL richtlijnen aan die aanwijzingen geven over hoe BRUGEL dit bestek interpreteert en toepast. BRUGEL kan echter van deze richtlijnen afwijken mits dit afdoende wordt gemotiveerd. Deze richtlijnen worden binnen 10 werkdagen na hun goedkeuring op de website van BRUGEL gepubliceerd. In geval van tegenstrijdigheid tussen de richtlijnen en dit bestek prevaleren de bepalingen van het bestek.
14. Ter informatie: de aanbevelingen met betrekking tot de EECS-norm, gepubliceerd op de website van de Association of Issuing Bodies (xxx.xxx-xxx.xxx). In het bijzonder:
- Best Practice Recommendation For Inspections of Production Devices and their certified EECS Production, Release 1.0, 1 juli 2015
- Notes accompanying Best Practice Recommendation For Inspections of Production Devices and their certified EECS Production, Release 1.0, 14 juli 2015
5 Erkenning van XXX'x door XXXXXX
5.1 Erkenningsvoorwaarden
15. Erkenning is alleen beschikbaar voor rechtspersonen die vooraf bij BELAC zijn geaccrediteerd (of die beschikken over een gelijkwaardige accreditatie die in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte is opgesteld) als inspectie-orgaan van het type A of C voor de uitvoering van de norm EN ISO/IEC 17020:2012.
16. De accreditatie bij BELAC (of gelijkwaardig) van het certificeringsorgaan moet minstens het werkterrein "elektrische installaties" bestrijken.
17. Het certificeringsorgaan moet het bewijs leveren van zijn onafhankelijkheid ten opzichte van activiteiten die onverenigbaar zijn met de inspectie. Voor het inschatten van de onafhankelijkheid van de geaccrediteerde organen (type A of C) worden onder activiteiten die onverenigbaar zijn met inspectie, de volgende activiteiten verstaan:
- een rol spelen bij het ontwerp, de fabricage, de levering, de installatie, de verwerving, het bezit, het gebruik of het onderhoud van installaties voor de productie van groene stroom in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- een rol spelen bij het ontwerp, de fabricage, de levering, de installatie, de verwerving, het bezit, het gebruik of het onderhoud van meet- en tellingsinrichtingen die worden gebruikt bij de certificering van installaties voor de productie van groene stroom in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- elektriciteitsproducent;
- elektriciteitsleverancier;
- netbeheerder;
- elke activiteit als tussenpersoon en/of aggregator op de markten voor elektriciteit, groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong.
5.2 Verbintenissen
18. Het certificeringsorgaan verbindt zich ertoe de in dit bestek en de latere versies daarvan vastgestelde opdrachten en procedures na te leven.
19. Het certificeringsorgaan verbindt zich ertoe inspecteurs te kiezen met het oog op een strikte onafhankelijkheid tussen de inspecties met betrekking tot de certificering van de installaties voor de productie van groene stroom en de AREI-inspecties1.
20. Het certificeringsorgaan verbindt zich ertoe deel te nemen aan de vergaderingen en opleidingen die door BRUGEL worden georganiseerd.
21. Het certificeringsorgaan verbindt zich ertoe de certificeringsdossiers, de bezoekverslagen en de certificeringsattesten aan BRUGEL te bezorgen volgens de door BRUGEL vastgelegde procedures en binnen de door de wetgeving of, bij gebrek daaraan, door BRUGEL vastgelegde termijnen.
22. Het certificeringsorgaan verbindt zich ertoe de gegevens uit het certificeringsdossier in de BRUGEL-databank in te voeren op de wijze en binnen de termijnen die door BRUGEL zijn vastgelegd.
23. Het certificeringsorgaan verbindt zich ertoe zo snel mogelijk en uiterlijk binnen een termijn van tien werkdagen te antwoorden op de verzoeken van BRUGEL om informatie met betrekking tot een certificeringsdossier (bezoekverslagen, conformiteitsattest ...).
24. Het certificeringsorgaan verbindt zich ertoe rekening te houden met de opmerkingen van BRUGEL en, indien nodig, zijn beheer, procedures, follow-up of verwerking aan te passen.
25. Het certificeringsorgaan verbindt zich ertoe op transparante en niet-discriminerende wijze te communiceren over zijn activiteit als erkend certificeringsorgaan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze communicatie gebeurt minstens via zijn website, telefoon en e-mailsysteem.
26. Het certificeringsorgaan verbindt zich ertoe de producenten en/of de personen die in hun naam belast zijn met de indiening en de follow-up van het certificeringsdossier, in te lichten over de certificeringsprocedure en de toepasselijke reglementering, en in voorkomend geval hun vragen te beantwoorden.
27. Het certificeringsorgaan verbindt zich ertoe een duidelijk en transparant beleid te voeren op haar website met betrekking tot de General Data Protection Regulation (GDPR), en dit voornamelijk met betrekking tot de uitgevoerde verwerking, de uitoefening van de rechten, de bewaartermijnen en de omgeving waarin persoonsgegevens worden opgeslagen.
28. Bij de aanvraag tot goedkeuring door BRUGEL verbindt de certificerende instelling zich ertoe om de gegevensverwerkingsovereenkomst (Data processing agreement) tussen de ECO en BRUGEL in te vullen, te dateren en te ondertekenen via haar aanvraagformulier (zie essentiële bijlagen bij dit formulier).
1 Algemeen reglement op de elektrische installaties
5.3 Xxxxxxxxxxxxxxxxxx XXXXXX
00. Gezien de specifieke kenmerken in verband met de aard van de vereiste controles (inspectie ter plaatse, verificatie op basis van het dossier) of de complexiteit van de vereiste controles (elektriciteitsproductie, warmteproductie, verbrandingsinstallaties enz.) wordt voorzien in twee erkenningsdomeinen:
Xxxxxx 0 – Fotovoltaïsche zonne-installaties
Xxxxxx 0 – Installaties voor de productie van groene stroom
30. Xxxxxx 0 is beperkt tot de fotovoltaïsche zonne-installaties. Xxxxxx 0 omvat alle installaties voor de productie van groene stroom, met inbegrip van de fotovoltaïsche zonne-installaties.
31. Certificeringsorganen die hun activiteiten willen beperken tot de inspectie van fotovoltaïsche zonne-installaties, worden uitgenodigd een erkenningsaanvraag voor domein 1 in te dienen.
32. Certificeringsorganen die andere installaties voor de productie van groene stroom dan de fotovoltaïsche zonne-installaties willen inspecteren, worden uitgenodigd een erkenningsaanvraag voor domein 2 in te dienen.
5.4 BELAC-accreditatie – Uitbreiding van het activiteitendomein
33. Voorafgaand aan de erkenning door BRUGEL moet het certificeringsorgaan bij BELAC een uitbreiding van zijn activiteitendomein inzake de conformiteitsbeoordeling tot de door BRUGEL vastgestelde inspectietypes aanvragen en verkrijgen.
34. De inspectietypes waarvoor de certificeringsorganen bij BELAC een uitbreiding van hun activiteitendomein inzake de conformiteitsbeoordeling moeten aanvragen, zijn vermeld in de onderstaande tabel:
Erkenningsdomein BRUGEL | Activiteitendomein BELAC | Inspectietype BELAC |
Xxxxxx 0 | Certificering van fotovoltaïsche zonne- installaties gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | • Inspectie tijdens de initiële certificering van een installatie; • Controlebezoek aan een reeds gecertificeerde installatie; • Inspectie van een installatie na een wijziging of uitbreiding van een reeds gecertificeerde installatie. |
Xxxxxx 0 | Certificering van de installaties voor de productie van groene stroom gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
35. Dit document en het in hoofdstuk 3 vermelde wetgevingskader vormen de wettelijke voorschriften die voor dit soort BELAC-inspecties moeten worden vermeld.
5.5 Erkenningsaanvraag aan BRUGEL
36. De aanvraag wordt ingediend met behulp van een formulier dat door BRUGEL ter beschikking wordt gesteld en gepubliceerd op zijn website.
37. De aanvraag tot goedkeuring voor de certificering van installaties voor de productie van groene stroom wordt in één exemplaar naar BRUGEL gestuurd per gewone post naar de zetel van BRUGEL of bij voorkeur per e-mail naar xxxxxxxxxx@xxxxxx.xxxxxxxx. XXXXXX bevestigt onmiddellijk (binnen één werkdag) de ontvangst van de aanvraag.
38. In de aanvraag wordt het domein aangegeven waarvoor de BRUGEL-erkenning wordt aangevraagd (zie hierboven).
39. De aanvraag bevat de elementen die nodig zijn om te bewijzen dat aan de voorwaarden van artikel 4, § 4, van het Groenestroombesluit is voldaan, namelijk:
1. het BELAC-accreditatiecertificaat als inspectieorgaan van het type A of C voor de toepassing van de norm EN ISO/IEC 17020:2012, alsook de bijlage bij het accreditatiecertificaat met vermelding van het BELAC-activiteitendomein "elektrische installaties" en het domein dat overeenstemt met het gevraagde BRUGEL- erkenningsdomein (zie hierboven);
2. het bewijs van onafhankelijkheid van elektriciteitsproducenten, -tussenpersonen, - leveranciers en netbeheerders, door:
a. de statuten van de instelling;
b. documentatie inzake haar aandeelhoudersstructuur en haar eventuele dochterondernemingen;
c. een verklaring op erewoord dat het certificeringsorgaan geen activiteiten uitvoert die onverenigbaar zijn met de inspectie, zoals gedefinieerd in punt 5.1.
40. De aanvraag bevat ook de volgende elementen:
1. De verificatie- of inspectieprocedures die van toepassing zijn bij de initiële certificering van een nieuwe installatie. Afhankelijk van het erkenningsdomein worden deze procedures aangepast aan het type installatie.
2. De verificatie- of inspectieprocedures die van toepassing zijn bij de certificering van een wijziging, een uitbreiding of een verplaatsing van een bestaande installatie. Afhankelijk van het erkenningsdomein worden deze procedures aangepast aan het type installatie.
3. De verificatie- of inspectieprocedures die van toepassing zijn bij controlebezoeken aan een bestaande installatie. Afhankelijk van het erkenningsdomein worden deze procedures aangepast aan het type installatie.
4. De lijst van de gekwalificeerde medewerkers voor de verificatie of inspectie, de technisch verantwoordelijken en andere personen die betrokken zijn bij het beheer, de uitvoering, de registratie of het verslag van de verificaties of inspecties, evenals hun curriculum vitae.
5. De procedure waarmee een strikte onafhankelijkheid tussen de inspecties met betrekking tot de certificering van de installaties voor de productie van groene stroom en de AREI- inspecties wordt gewaarborgd2.
6. De commerciële voorwaarden die van toepassing zijn in het kader van opdrachten met betrekking tot de certificering van installaties voor de productie van groene stroom in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (tarieven, standaardcontracten, algemene voorwaarden enz.).
41. XXXXXX stuurt binnen tien werkdagen na ontvangst van de erkenningsaanvraag een ontvangstbevestiging van het volledige of onvolledige dossier.
2 Algemeen reglement op de elektrische installaties
42. Indien het dossier onvolledig is, informeert BRUGEL de aanvrager over de ontbrekende documenten/inlichtingen. XXXXXX stuurt de aanvrager binnen tien werkdagen na ontvangst van de ontbrekende documenten en inlichtingen een ontvangstbevestiging van het volledig of onvolledig verklaarde dossier.
43. XXXXXX beslist over de erkenningsaanvraag rekening houdend met de elementen vervat in het volledig verklaarde dossier. XXXXXX stelt de aanvrager binnen twintig werkdagen na de datum van toezending van de ontvangstbevestiging van het volledig verklaarde dossier in kennis van zijn besluit.
44. De erkenning wordt gepubliceerd op de website van BRUGEL.
5.6 Permanente evaluatie, schorsing, intrekking, verlenging van de erkenning
45. De erkenning wordt verleend voor vijf jaar. Zij kan met toestemming van BRUGEL telkens voor periodes van 5 jaar worden verlengd. De aanvraag tot verlenging moet uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de erkenning aan BRUGEL worden gericht.
46. Het certificeringsorgaan is verplicht om BRUGEL binnen de maand op de hoogte te brengen van elke wijziging aan haar erkenningsdossier, bij voorkeur per e-mail aan xxxxxxxxxx@xxxxxx.xxxxxxxx.
47. De regelmatige deelname aan de door BRUGEL georganiseerde opleidingsvergaderingen maakt integraal deel uit van de procedure inzake de permanente evaluatie van de erkenning.
48. In principe vinden deze vergaderingen eenmaal per kwartaal plaats. BRUGEL kan deze frequentie echter wijzigen.
49. Voor vragen over de certificering van een installatie of een inspectiebezoek kan het ECO contact opnemen met BRUGEL via xxxxxxxxxx@xxxxxx.xxxxxxxx.
50. Voor de duur van de erkenning stelt het ECO een uniek aanspreekpunt in tot wie BRUGEL zich via e-mail en telefoon kan richten voor alle vragen met betrekking tot de certificering van een installatie of een inspectiebezoek door het ECO.
51. XXXXXX voert minstens eenmaal tijdens de erkenningsperiode van vijf jaar een audit uit van de erkenningshouder. Deze audit kan worden gecombineerd met een audit die wordt uitgevoerd in het kader van de follow-up van de BELAC-accreditatie van de erkenningshouder.
52. BRUGEL kan bijkomende audits uitvoeren bij de erkenningshouder indien de regulator dit nuttig acht of indien hij herhaalde fouten vaststelt bij de uitvoering van de opdrachten van de erkenningshouder.
53. BRUGEL kan de erkenning intrekken indien hij vaststelt dat de houder niet langer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden of indien hij herhaalde fouten vaststelt bij de uitvoering van de opdrachten van de erkenningshouder. Elke intrekking van een erkenning wordt naar behoren met redenen omkleed.
54. Indien de erkenningshouder niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet, moet hij BRUGEL hiervan in kennis stellen en zijn situatie binnen vijftien dagen in orde brengen.
55. Elke beslissing tot intrekking wordt genomen nadat de erkenningshouder de kans heeft gekregen zijn opmerkingen ofwel mondeling ofwel schriftelijk bekend te maken. De beslissing tot intrekking wordt aan de erkenningshouder meegedeeld en vermeldt de periode waarin de houder van de ingetrokken erkenning geen nieuwe erkenningsaanvraag mag indienen. Ze wordt op de website van BRUGEL gepubliceerd.
6 Beschrijving van de opdrachten van het ECO
6.1 Voorwerp van de certificering van de installatie
56. De procedure voor de certificering van een installatie is van toepassing in het geval van de plaatsing van een nieuwe installatie, de verplaatsing van bestaande installaties, de uitbreiding door een verhoging van het elektrisch vermogen of de ingrijpende renovatie van bestaande installaties.
57. Het doel van de door het ECO uitgereikte certificering is te bevestigen dat:
(1) de gecontroleerde installatie een installatie voor de productie van groene stroom in de zin van de toepasselijke regelgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is;
(2) de gecontroleerde installatie voldoet aan de normen en voorschriften die op dergelijke installaties van toepassing zijn;
(3) het ontwerp van de gecontroleerde installatie het mogelijk maakt de hoeveelheden verbruikte en geproduceerde energie te berekenen overeenkomstig het technisch reglement van het net en de Berekeningscode.
58. Een installatie voor de productie van groene stroom die zich in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevindt, moet voldoen aan de voorschriften van de Berekeningscode om te worden gecertificeerd. De Berekeningscode bevat de bepalingen die van toepassing zijn op meet- en tellingsinstallaties met betrekking tot installaties voor de productie van groene stroom en de erdoor verkregen meetgegevens, en stelt de nauwkeurigheidsklasse vast die voor de verschillende onderdelen van de meetapparatuur vereist is, afhankelijk van het te meten volume.
59. In de Berekeningscode worden de taken die voorheen aan de "Dienst" waren toevertrouwd, overgedragen aan het ECO dat belast is met de certificering van de installatie voor de productie van groene elektriciteit.
60. Elke inspectie ter plaatse van de installatie maakt het voorwerp uit van een bezoekverslag dat door het ECO wordt opgesteld op basis van het door BRUGEL vastgestelde en op zijn website gepubliceerde model.
61. In het geval van een initiële certificering van een installatie, bij conformiteit van het dossier en, in voorkomend geval, de inspectie ter plaatse van de installatie, geeft het ECO een certificeringsattest af volgens het door BRUGEL vastgestelde en op zijn website gepubliceerde model.
62. In het geval van een certificering naar aanleiding van een verplaatsing, een uitbreiding door de verhoging van het elektrisch vermogen of een ingrijpende renovatie van bestaande installaties, bij conformiteit van het dossier en, in voorkomend geval, de inspectie ter plaatse van de installatie, geeft het ECO een certificeringsattest af volgens het door BRUGEL vastgestelde en op zijn website gepubliceerde model.
63. In geval van een andere wijziging, bij conformiteit van het dossier en, in voorkomend geval, de inspectie ter plaatse van de installatie, moet het certificeringsattest het voorwerp uitmaken van een door het ECO uitgereikt addendum.
6.2 Algemene bepalingen die van toepassing zijn op alle installatietypes
6.2.1 Aanvraag om certificering van een installatie
64. Elke certificeringsaanvraag wordt ingediend met behulp van het formulier dat door BRUGEL is opgesteld en op zijn website ter beschikking wordt gesteld, en wordt door de eigenaar van de installatie of een hem gemachtigde persoon verzonden naar een ECO, dat onmiddellijk (binnen één werkdag) de ontvangst bevestigt.
65. De certificering wordt uitgevoerd op kosten van de eigenaar van de installatie en onder de voorwaarden die zijn overeengekomen tussen de eigenaar van de installatie en het door hem geselecteerde ECO.
6.2.2 Onderzoek van de certificeringsaanvraag
66. Het ECO gaat na of de aanvraag volledig is en controleert de samenhang van de door de aanvrager verstrekte inlichtingen en bewijsstukken (beschrijving van de installatie, technische fiches, foto's enz.). De lijst van de door de aanvrager te verstrekken inlichtingen en documenten wordt nader toegelicht in het Groenestroombesluit en in het door BRUGEL opgestelde en ter beschikking gestelde aanvraagformulier.
67. Het ECO verifieert, met behulp van de elementen in het dossier, de conformiteit van de meet- en tellingsinstallaties met de bepalingen van de Berekeningscode: normen en voorschriften, nauwkeurigheidsklassen, ijkingsattesten enz.
68. Het ECO controleert in het bijzonder de authenticiteit van het conformiteitsattest van de installatie met het AREI. Zo nodig controleert het ECO de authenticiteit en de geldigheid van het verstrekte attest bij het inspectieorgaan dat dit attest heeft afgegeven.
69. Het ECO verifieert ook de authenticiteit van het door de netbeheerder afgegeven conformiteitsattest voor de aansluiting van de installatie voor de productie van groene stroom op het elektriciteitsnet. Indien nodig verifieert het ECO de authenticiteit en geldigheid bij de netbeheerder.
70. Het ECO brengt de aanvrager binnen een maand na de ontvangst van de aanvraag ervan op de hoogte of die al dan niet volledig is.
71. Wanneer het ECO vaststelt dat de aanvraag onvolledig is of inconsistenties bevat, specificeert het waarom de aanvraag onvolledig of inconsistent is. De aanvrager beschikt over een termijn van twee maanden om de door het ECO aangeduide ontbrekende inlichtingen of documenten in te dienen. Binnen een maand na ontvangst van de aanvullende inlichtingen of documenten deelt het certificeringsorgaan de aanvrager mee of zijn bijgewerkte aanvraag al dan niet volledig is.
6.2.3 Vergunningen
72. Tijdens de dossiercontrole of de inspectie ter plaatse moet het ECO zich ervan vergewissen dat de producent over alle vereiste vergunningen beschikt om zijn installatie voor de productie van groene stroom te exploiteren, zowel op het gebied van milieu en stedenbouw als op het gebied van de aansluiting op het gas- en het elektriciteitsnet. In voorkomend geval moet een kopie van de vergunningen en toelatingen voor de exploitatie van de installatie bij het certificeringsdossier worden gevoegd.
73. Indien de nodige vergunningen ontbreken, kan het ECO de installatie niet conform verklaren en kan het geen certificeringsattest afgeven.
6.2.4 Meetalgoritmen
74. Het ECO is verantwoordelijk voor de validering, na overleg met de producent, van de door de producent voorgestelde meetalgoritmen voor de volumes (netto geproduceerde elektriciteit, nuttige warmte, geproduceerde koude en verbruikte primaire energie) die worden gebruikt voor de berekening van de toekenning van groenestroomcertificaten (en, in voorkomend geval, garanties van oorsprong).
75. Het ECO specificeert enerzijds de belangrijkste meetalgoritmen en anderzijds de controlemeetalgoritmen (die voor reconstructiedoeleinden kunnen worden gebruikt).
76. Het ECO verifieert en valideert de toe te passen aanpassingscoëfficiënten in overeenstemming met de bepalingen van de Berekeningscode.
77. Het ECO stelt de meetschema's op om de plaats van de materiaal- en energiestromen te visualiseren, evenals de verschillende meters die betrokken zijn bij de voornaamste gebruikte meet- en controlealgoritmen. Deze meetschema's worden als bijlage bij het certificeringsattest gevoegd.
6.2.5 Non-conformiteit
78. In geval van een non-conformiteit die wordt vastgesteld tijdens een inspectie van een installatie die nog niet gecertificeerd is, stelt het ECO een bezoekverslag op waarin de vastgestelde non-conformiteit wordt gespecificeerd, volgens het door BRUGEL opgestelde model. Het ECO kan geen certificeringsattest afgeven zolang de non-conformiteit niet is verholpen. Het door het ECO opgestelde verslag wordt aan BRUGEL toegezonden overeenkomstig de door BRUGEL vastgestelde procedures en binnen de door de wetgeving of, bij ontstentenis daarvan, door BRUGEL vastgestelde termijnen.
79. In geval van een non-conformiteit die wordt vastgesteld op een bestaande installatie die reeds gecertificeerd is, stelt het ECO een controleverslag op, volgens het door BRUGEL opgestelde model, met als conclusie de intrekking van het certificeringsattest. Het door het ECO opgestelde verslag wordt aan de eigenaar van de installatie en BRUGEL toegezonden overeenkomstig de door BRUGEL vastgestelde procedures en binnen de door de wetgeving of, bij ontstentenis daarvan, door BRUGEL vastgestelde termijnen.
6.2.6 Doorgifte, invoer en toegang tot het certificeringsdossier
80. De door het ECO opgestelde certificeringsdossiers, bezoekverslagen, certificeringsattesten en addenda worden aan de eigenaar en aan BRUGEL bezorgd volgens de door BRUGEL vastgelegde procedures en binnen de door de wetgeving of, bij ontstentenis daarvan, door BRUGEL vastgelegde termijnen.
81. De inlichtingen die zijn vervat in de door het ECO opgestelde certificeringsdossiers, bezoekverslagen, certificeringsattesten en addenda worden door het ECO ingevoerd in de databank van BRUGEL volgens de door BRUGEL vastgelegde procedures en binnen de door de wetgeving of, bij gebrek daaraan, door BRUGEL vastgelegde termijnen.
82. Het certificeringsdossier dat bestaat uit alle documenten die zijn ingediend door de eigenaar(s) van de installatie en de verslagen opgesteld door de verschillende ECO's die betrokken waren bij de certificering van de installatie voor de productie van groene stroom, wordt bijgehouden door BRUGEL en wordt geactualiseerd door het ECO dat is belast met een inspectie van de installatie voor de productie van groene stroom volgens de door BRUGEL vastgelegde procedures.
83. Het certificeringsdossier wordt ter beschikking gesteld van de eigenaar van de geregistreerde installatie op het ogenblik van de indiening van het certificeringsaanvraagdossier, alsook van
het ECO dat is belast met een inspectie van de installatie voor de productie van groene stroom volgens de door BRUGEL vastgelegde procedures.
84. In geval van eigendomsoverdracht van de installatie heeft dit geen invloed op de geldigheid van het certificeringsattest dat aan de nieuwe eigenaar van de installatie wordt overgedragen.
6.3 Specifieke bepalingen voor bepaalde installatietypes
6.3.1 Fotovoltaïsche zonne-installatie met een vermogen van 10 kWp of minder
6.3.1.1 Certificeringsattest afgegeven door het ECO
85. Wanneer het ECO vaststelt dat de certificeringsaanvraag volledig is en er geen inconsistenties zijn, geeft het ECO het certificeringsattest af. Er wordt van het ECO geen inspectiebezoek van de installatie verlangd.
6.3.2 Andere installaties voor de productie van groene stroom
6.3.2.1 Onderzoek van de certificeringsaanvraag
86. Voor hoogrenderende aardgasgestookte warmtekrachtkoppelingsinstallaties die in aanmerking wensen te komen voor de toepassing van een vermenigvuldigingscoëfficiënt voor de toekenning van groenestroomcertificaten, moet het OCE:
a. controleren of de geproduceerde nuttige warmte, in termen van geleverde MWh, voor meer dan 75% wordt geleverd aan meerdere residentiële afnemers;
b. de correcte dimensionering van de installatie nagaan overeenkomstig de bepalingen van het Groenestroombesluit en, in voorkomend geval, volgens de methodologie die BRUGEL in dit verband heeft vastgesteld.
6.3.2.2 Inspectiebezoek met het oog op de afgifte van het certificeringsattest
87. Wanneer het ECO vaststelt dat de aanvraag volledig is en er geen inconsistenties zijn, brengt het binnen een maand nadat het heeft vastgesteld dat de aanvraag volledig is, een bezoek aan de betrokken installatie.
88. Het ECO gaat na of de in de certificeringsaanvraag verstrekte informatie overeenstemt met de geïnspecteerde installatie voor de productie van groene stroom. Het ECO inspecteert in het bijzonder de meet- en tellingsinstallaties en valideert de conformiteit ervan met de bepalingen van de Berekeningscode: normen en voorschriften, nauwkeurigheidsklassen, ijking, positiebepaling van de tellers.
89. Het ECO staat in voor de verzegeling van meet- en tellingsinstallaties overeenkomstig de bepalingen van de Berekeningscode.
90. Het ECO is ook verantwoordelijk voor het verzegelen van eventuele bypasskleppen op de meters.
91. Wanneer de technologie of het meetprincipe niet toelaat verzegelingen aan te brengen, is het ECO verantwoordelijk voor het valideren van de door de producent getroffen voorzieningen om een gelijkwaardige mate van manipulatiebestendigheid te waarborgen.
92. Het ECO neemt de eerste meteropnames van het begin van de meting meteen na het plaatsen van de zegels. Het ECO neemt foto's van de meteropname en de meter.
93. Het ECO controleert ook de staat van de eventueel reeds aangebrachte zegels op de meet- en tellingsinrichtingen en de overeenstemming van de reeds opgenomen meetgegevens (geproduceerde hoeveelheden elektriciteit) met de kenmerken van de installatie.
94. In het geval van een installatie voor de productie van elektriciteit met gebruik van brandstof, let het ECO met name op de naleving van de bepalingen van de Berekeningscode met betrekking tot de meting van primaire energie: bepaling van de lagere calorische waarde, leverings- en productieregisters enz.
95. In het geval van een installatie voor warmtekrachtkoppeling (of trigeneratie) besteedt het ECO bijzondere aandacht aan de naleving van de bepalingen van de Berekeningscode inzake de meting van de thermische energie (en/of koelenergie): bepaling van het nuttige karakter van de geproduceerde warmte, identificatie van de apparatuur voor de afvoer van overtollige warmte, meting van de nuttige warmte enz.
96. Het verslag van het bezoek wordt opgesteld door het ECO volgens de door BRUGEL bepaalde en op de website gepubliceerde modellen.
97. In zijn bezoekverslag stelt het ECO een algemene beschrijving op van de installatie en de werking ervan, die het bij elk bezoek ter plaatse actualiseert. Deze beschrijving wordt gedocumenteerd aan de hand van foto's van het locatie en de verschillende inrichtingen waaruit de installatie voor de productie van groene stroom bestaat, alsmede van de meet- en tellingsinstallaties.
98. In zijn bezoekverslag kan het ECO een algemeen advies over de installatie geven, onder meer over:
- de keuze van de locatie in relatie tot de betrokken technologie of energiebron;
- de algemene toestand van de installatie en het onderhoud ervan;
- de ontwikkelingsmogelijkheden van de installatie of de locatie;
- door de producent geïmplementeerde kwaliteitszorgsystemen.
99. Het ECO besluit in zijn bezoekverslag of de installatie al dan niet kan worden beschouwd als een installatie voor de productie van groene stroom die voldoet aan de normen en eisen die van toepassing zijn op dergelijke installaties en of het ontwerp ervan het mogelijk maakt de hoeveelheden verbruikte en geproduceerde energie te verantwoorden in overeenstemming met de technische voorschriften van het net en de Berekeningscode.
100. Wanneer het ECO in zijn bezoekverslag vaststelt dat de installatie niet aan de voorschriften voldoet, geeft het de redenen aan waarom de installatie niet conform is. De aanvrager kan om een nieuw inspectiebezoek verzoeken zodra zijn installatie conform is gemaakt.
101. Wanneer het ECO in zijn bezoekverslag vaststelt dat de installatie conform is, reikt het een certificeringsattest uit.
6.3.2.3 Certificeringsattest afgegeven door het ECO
102. Binnen een termijn van maximaal één maand na het inspectiebezoek waarbij de conformiteit van de installatie wordt vastgesteld, wordt door het ECO een certificeringsattest afgegeven. Dit certificaat wordt opgesteld volgens het model dat door BRUGEL is gedefinieerd en op zijn website is gepubliceerd.
6.4 Controlebezoeken
103. BRUGEL kan inspectiebezoeken van de installatie door een ECO eisen:
a. om de vijf jaar wanneer de productie aanleiding geeft tot de toekenning van garanties van oorsprong;
b. minstens één keer tijdens de periode van toekenning van de groenestroomcertificaten wordt op verzoek van XXXXXX een inspectiebezoek van de installatie door een ECO georganiseerd. Deze bepaling is niet van toepassing op fotovoltaïsche zonne-installaties met een vermogen van 10 kWp of minder;
c. in het kader van een steekproefsgewijze controle van een twintigste van de fotovoltaïsche zonne-installaties met een vermogen lager dan of gelijk aan 10 kWp per jaar.
Deze bezoeken gebeuren op kosten van BRUGEL, tenzij in het verslag wordt geconcludeerd dat het certificeringsattest moet worden aangepast of ingetrokken wegens non-conformiteit, in welk geval de controle wordt uitgevoerd op kosten van de eigenaar van de installatie.
104. Inspectiebezoeken van de installatie door een OCA kunnen door BRUGEL worden geëist in geval van wijzigingen aan de installatie. Deze bezoeken gebeuren op kosten van BRUGEL, tenzij in het verslag wordt geconcludeerd dat het certificeringsattest moet worden aangepast of ingetrokken wegens non-conformiteit, in welk geval de controle wordt uitgevoerd op kosten van de eigenaar van de installatie.
105. minstens één keer tijdens de periode van toekenning van de groenestroomcertificaten wordt op verzoek van XXXXXX een inspectiebezoek van de installatie door een ECO georganiseerd. De controle wordt uitgevoerd op kosten van BRUGEL.
106. Tijdens deze bezoeken leest het ECO alle meters af (hoofd- en controlemeters) die bij de meetalgoritmen zijn betrokken en gaat het na of de installatie in overeenstemming is met de inlichtingen van het certificeringsdossier en in het bijzonder met de technische kenmerken van de installatie. Het ECO controleert ook de staat van de eventueel aangebrachte zegels op de meet- en tellingsinrichtingen en de overeenstemming van de meetgegevens (geproduceerde hoeveelheden elektriciteit) met de kenmerken van de installatie. Indien dit nodig wordt geacht, kan het ECO de meet- en tellingsinrichtingen verzegelen.
107. De bezoekverslagen worden opgesteld door het ECO volgens de door BRUGEL bepaalde en op de website gepubliceerde modellen. Het ECO sluit zijn verslag af met de bevestiging, aanpassing (addendum) of intrekking van het certificeringsattest.
7 Vereiste vaardigheden van de medewerkers
108. De medewerkers van het erkend certificeringsorgaan die belast zijn met de inspectie van de installaties en de opstelling van de inspectieverslagen en certificeringsattesten, moeten de werkingsprincipes van de installatie voor de productie van groene stroom waarop de certificering betrekking heeft, beheersen.
109. De medewerkers van het erkend certificeringsorgaan die belast zijn met de inspectie van de installaties en de opstelling van de inspectieverslagen en certificeringsattesten, moeten de werkingsprincipes van meet- en tellingsinrichtingen die betrokken zijn bij de meetalgoritmen van de installatie voor de productie van groene stroom waarop de certificering betrekking heeft, beheersen.
110. De medewerkers van het erkend certificeringsorgaan die belast zijn met de inspectie van de locaties en de opstelling van de inspectieverslagen en certificeringsattesten, moeten de wetgeving in verband met de productie van groene stroom in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest perfect beheersen. Deze vaardigheid moet gelijktijdig met de wijzigingen van de wetgeving evolueren.
111. De medewerkers van het erkend certificeringsorgaan die belast zijn met de inspectie van de locaties en de opstelling van de inspectieverslagen en certificeringsattesten, moeten op de hoogte zijn van de wetgeving in verband met de berekeningscodes van de netten (gas en
elektriciteit) en de wetgeving in verband met de metrologie. Deze vaardigheid moet gelijktijdig met de wijzigingen van de wetgeving evolueren.
112. Het orgaan en de ambtenaar die belast is met een dossier zijn beiden verantwoordelijk voor de beslissing om de installatie te certificeren.
8 Klachten
113. Elk geschil tussen een producent en een ECO kan worden voorgelegd aan de Geschillendienst van BRUGEL in overeenstemming met de in de Ordonnantie vastgelegde regels.
114. In geval van klachten tegen BRUGEL kan het ECO contact opnemen met de Geschillendienst van BRUGEL in op de door de Ordonnantie voorgeschreven wijze, voor zover de klacht geen betrekking heeft op een beslissing van BRUGEL.
115. Onverminderd de gewone rechtsmiddelen heeft het ECO het recht om een klacht in te dienen tegen een beslissing van BRUGEL, een raadpleging of een voorstel van beslissing met het oog op een heroverweging ervan. Deze klacht heeft geen opschortende werking.
* *
*
Datum en handtekening