REGIONAAL ADMINISTRATIEPROTOCOL RSJ IJSSELLAND
REGIONAAL ADMINISTRATIEPROTOCOL RSJ IJSSELLAND
VERSIE 2.0 WERKDOCUMENT
Procesbeschrijving toewijzing en declaratie jeugdhulp voor de gemeenten:
Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle.
INHOUDSOPGAVE
2. Waarom dit protocol en voor wie is dit bestemd? 4
3. Het (Verzoek om) Toewijzingsproces 54
4.2 (afwijkende) Afspraken 1311
5. Wijzigen van al toegewezen zorg 1412
5.2 (afwijkende) Afspraken 1412
6. Declareren geleverde zorg 1816
6.2 (afwijkende) Afspraken 1816
7.2 (afwijkende) Afspraken 2320
8.2 Werkwijze (primair proces) 2623
8.4 Doorlooptijden berichten 2825
8.9 Cliëntgebonden overeenkomst niet gecontracteerde zorg 3329
Het administratieprotocol is opgesteld op basis van het landelijk protocol wat geldig was ten tijde van publicatie van de inkoop 2023, zijnde de berichtenstandaard iJw-standaard release 3.1. En daarnaast de Contractuele stukken vallend onder het INKOOPDOCUMENT jeugdzorg regio IJsselland 2023 versie 1.7 en bijlagen.
Deelnemende gemeenten
Hieronder een overzicht van de deelnemende gemeenten.
Dalfsen | Raalte |
Deventer | Staphorst |
Hardenberg* | Steenwijkerland |
Kampen | Zwartewaterland |
Olst-Wijhe | Zwolle |
Ommen |
* Gemeente Hardenberg neemt alleen deel aan het segment Wonen/Verblijf.
Leeswijzer
Dit document is als volgt opgebouwd. Ieder proces heeft een eigen hoofdstuk. Het start met een korte functionele beschrijving van het proces, waarna de (afwijkende) afspraken binnen het proces nader worden uitgewerkt. In de paragraaf daarna zijn eventuele definities die gehanteerd worden in het proces opgesomd met een link naar het definitieoverzicht. Tot slot is er een paragraaf gericht op het berichtenverkeer. Welke berichten moeten in welke situaties binnen welke termijnen worden gestuurd.
Wijzigingsbeheer
Dit document is aan wijziging onderhevig. De laatste versie zal steeds gepubliceerd worden op de website van het RSJ: xxx.xxx-xxxxxxxxxx.xx
Dit protocol refereert aan de stand van de administraties en de landelijke standaarden van dat moment. Het is mogelijk dat in de loop der tijd bepaalde aspecten van administraties wijzigen of dat de landelijke standaard wijzigt. Als dit het geval is, wordt dit protocol aangepast en wordt u hierover tijdig geïnformeerd.
Datum wijziging | Artikel | (reden) wijziging |
8-1-2024 | Correctie/aanvulling van bestaande teksten, zonder aanpassing van de inhoud. | |
8-1-2024 | 3.1.3 | Route GI aangevuld; uitkomst SWG 11 en verhelderd vanuit Q&A 2 |
8-1-2024 | 3.2.1 | Definitie herstel/duurzaam aangepast; uitkomst SWG 2 |
8-1-2024 | 3.2.4 | Bekostiging ambulant; Verhelderd vanuit Q&A |
8-1-2024 | 3.2.5 | Voorzieningfinanciering uitgewerkt |
8-1-2024 | 3.2.6 | Bekostiging dyslexie aangepast/uitgebreid |
8-1-2024 | 3.2.7 | Crisisfuncties; artikel toegevoegd |
8-1-2024 | 3.2.8 | Offertebudget; Verhelderd vanuit Q&A |
8-1-2024 | 3.2.9 | Twee interventies tegelijkertijd; Verhelderd vanuit Q&A |
8-1-2024 | 3.2.12 | Onderaannemer; verhelderd met afspraken xxxxxxxxxxxxxxxx |
8-1-2024 | 3.2.13 | Geen gezinsplan bij medicatiecontrole; uitkomst SWG2 |
8-1-2024 | 4.3 | Startdatum zorgtoewijzing aangevuld; verhelderd vanuit Q&A |
1 SWG staat voor samenwerkgroep. Deze groepen zijn conform artikel 4.6 van het Inkoopdocument vormgegeven met een afvaardiging van opdrachtgever en opdrachtnemers.
2 Q&A is gepubliceerd tijdens de implementatiefase en heeft verhelderende antwoorden gegeven op gestelde vragen. Deze verheldering is doorgevoerd in het RTP, zodat er minder spreiding is van verschillende documenten.
8-1-2024 | 5.2.2 | Verhuizing van jeugdigen; artikel toegevoegd, uitkomst SWG1 |
8-1-2024 | 5.2.4 | Wijziging dezelfde JHA; Aangepast/uitgebreid, uitkomst SWG 1 |
8-1-2024 | 6.1 | Declaratietermijn aangepast; verhelderd vanuit Q&A |
8-1-2024 | 6.1.1 | Controleproces aangevuld; uitkomst SWG1 |
8-1-2024 | 6.2.6 | Indexatie ED en voorzieningfinanciering aangevuld; verhelderd Q&A |
8-1-2024 | 8.1 | Standaardbudgetten verhelderd; vanuit nieuwsbrief |
8-1-2024 | 8.6.3 | Contactgegevens aangevuld |
8-1-2024 | 8.8 | Definities gelijk gehouden aan inkoopdocument/ aangevuld |
8-1-2024 | 8.9 | Cliëntgebonden overeenkomst niet gecontracteerd aanbod toegevoegd |
2.1 Laatste wijziging:
Met opmerkingen [Yv’G1]: Verplaatst ivm volgordelijkheid
Het administratieprotocol is opgesteld op basis van het landelijk protocol wat geldig was ten tijde van publicatie van de inkoop 2023, zijnde de berichtenstandaard iJw-standaard release 3.1. En daarnaast de Contractuele stukken vallend onder het INKOOPDOCUMENT jeugdzorg regio IJsselland 2023 versie 1.7 en bijlagen.
1.2. Waarom dit protocol en voor wie is dit bestemd?
Dit protocol beschrijft de wijze waarop het toewijzings- en declaratieproces in de regio IJsselland verloopt en welke stappen de jeugdhulpaanbieder en gemeente daarin moet nemen. Verder staan in dit protocol de afspraken over de verantwoordelijkheden en bevoegdheden rondom zorgtoewijzingen en declaratiegegevens, de wijze van aanlevering en de uiteindelijke betaling van declaraties.
Het protocol geldt voor alle jeugdhulpaanbieders en gemeenten die verbonden zijn aan het RSJ- IJsselland en die betrokken zijn bij het toewijzen en declareren van jeugdhulp.
Door het Regionaal Serviceteam Jeugd IJsselland, hierna te noemen RSJ IJsselland, is tussen jeugdhulpaanbieders en gemeenten in de regio IJsselland een overeenkomst afgesloten voor het leveren van specialistische jeugdhulp voor jeugdigen.
Het administratieprotocol is erop gericht om voor alle partijen de uitvoering van de administraties zo efficiënt mogelijk af te handelen.
Dit protocol gaat alleen over de ingekochte specialistische jeugdhulp via RSJ IJsselland inclusief de addenda ingangsdatum 01-01-2023. De opdrachten die gemeenschappelijk zijn ingekocht, zijn:
• Ambulante Jeugdhulp (individueel en groepsaanbod)
• Voorzieningfinanciering (MST en ZIT)
• Wonen en Verblijf
• Ernstige Dyslexie
Daarnaast is dit protocol van toepassing op:
• Eenmalige contractenCliëntgebonden overeenkomsten (zie bijlage 8.9),
• Inspannings- en Outputgerichte crisisfuncties,
en daar waar deze raamovereenkomst specialistische jeugdhulp van toepassing is verklaard.
Dit protocol gaat niet over de volgende contracten:
• LTA
2.3. Het (Verzoek om) Toewijzingsproces
Het proces om te komen tot een toewijzing is in deze paragraaf nader beschreven. Hiervoor is gebruik gemaakt van de drie “aanvliegroutes”:
• Via de Gemeente Toegang van de gemeente;
• Na verwijzing via de route Wettelijke verwijzer (zoals de huisarts);
• Op initiatief van de GI.
Ook is beschreven welke middelen beschikbaar zijn om deze taken uit te kunnen voeren.
3.1.1 Een jeugdige/gezin meldt zich via de gemeente Toegang van de gemeente
Een jeugdige/gezin meldt zich met een hulpvraag bij de Gemeente. De Gemeente bepaalt in afstemming met de jeugdige/het gezin het te behalen resultaat. De Gemeente en jeugdhulpaanbieder stemmen af welke hulp passend is bij het te behalen resultaat (hulpverleningstraject). Het gaat hierbij niet om de begrenzing van de standaardbudgetten, maar om de inhoudelijke afstemming wat er voor de Jeugdige nodig is. Op basis van die afstemming is het mogelijk om de te leveren jeugdhulp onder te brengen binnen de standaardbudgetten, dan wel met elkaar (Gemeente en jeugdhulpaanbieder) te concluderen dat in een specifieke situatie de standaardbudgetten niet voldoen en een specifiek offerte budget gehanteerd afgegeven dient te worden.
3.1.2 Een jeugdige/gezin meldt zich via een wettelijke verwijzer.
Huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen (een bevoegde wettelijk verwijzer) hebben de bevoegdheid om jeugdigen door te verwijzen naar jeugdhulp. Het is voor een Jeugdige ook mogelijk om zich zonder tussenkomst van de Gemeente via huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen te melden bij een jeugdhulpaanbieder. Als er hulp wordt verleend door een jeugdhulpaanbieder, terwijl een jeugdige of gezin zich heeft gemeld zonder wettige verwijzing, is betaling van de zorg door de gemeente onrechtmatig. De jeugdhulpaanbieder dient dus altijd te controleren of een jeugdige/gezin een verwijzing van een Wettelijke verwijzer heeft en deze verwijzing moet bewaard worden in het dossier van de jeugdige. Bij de accountantscontrole aan het einde van het jaar zal moet de instellingsaccountant dit kunnen controleren.
3.1.3 Route tot hulp via Gecertifieerde Instelling (GI)
Als er sprake is van een jeugdbeschermingsmaatregel dan is altijd een GI (zowel jeugdbescherming
xxxxxxxxx zowel naar de jeugdhulpaanbieder als naar de gemeenteToegang. De gemeente stelt op
als jeugdreclassering) betrokken. Er zijn afspraken gemaakt met gemeenten en GI’s over de route van toewijzen. Zie ook website. De GI overlegt met de Toegang en stuurt vervolgens de bepaling
Met opmerkingen [Yv’G2]: Verhelderd vanuit Q&A
basis van de bepaling jeugdhulp een toewijzing op en stuurt deze naar de jeugdhulpaanbieder. De GI is gemachtigd om alle vormen van zorg in te zetten.
Wanneer een gemeente een JW315 (VOT) ontvangt maar de bepaling nog niet heeft ontvangen, dan zal de gemeente de JW315 in onderzoek zetten in afwachting van de bepaling jeugdhulp van de GI. De beslistermijn wordt dan verlengd met 8 weken.
Met opmerkingen [Yv’G3]: Uitkomst SWG 1
De start- en einddatum van een JW315 moeten overeenkomen met de gegevens uit de GI-bepaling, omdat deze data leidend zijn. Als deze data niet overeenkomen, dan zal de gemeente de JW315 afwijzen.
Het proces rondom GI’s is beschreven op de website van het RSJ.
3.2.1 Verzoek om Toewijzing (VOT) na verwijzing van een wettelijke verwijzer
Indien de jeugdige/het gezin zich meldt bij een gecontracteerde jeugdhulpaanbieder via de Wettelijke verwijzer, dan heeft de jeugdhulpaanbieder de mogelijkheid om zonder verdere onderbouwing of het aanleveren van een gezinsplan, een standaardbudget van maximaal 8000 euro (of het budget behorend tot de standaardbudgetten 1 t/m 4) aan te vragen bij de gemeente. Dit doet de jeugdhulpaanbieder door een JW315 A-specifiek in te dienen op productcategorie 50 (Maatwerkarrangementen Jeugd, met het benodigde budget van maximaal 8000 euro en voor de gewenste benodigde looptijd.
medicatiecontrole.
Met opmerkingen [Yv’G4]: Xxxxxxxx XXX0
Indien de jeugdhulpaanbieder van mening is dat het standaardbudget van 8000 euro niet passend is, dan neemt de jeugdhulpaanbieder eerst contact op met de Gemeente. De gemeente en jeugdhulpaanbieder stemmen samen af welke hulp en budget passend is bij het te behalen beoogde resultaat (hulpverleningstraject). W anneer het budget vastgesteld is boven de 8000 euro, dan dient er een Gezinsplan opgesteld te worden door de jeugdhulpaanbieder, tenzij het slechts gaat om
Met opmerkingen [Yv’G5]: Definitie inkoopdocument aanhouden, uitkomst SWG2
De Gemeente bepaalt, na overleg met de jeugdhulpaanbieder of het een Herstel of Duurzaam traject is en stelt het budget vast. Een duurzaam budget is voor langdurige hulpverleningstrajecten (begeleidingsvragen) en een herstelbudget is voor hulpverleningstrajecten die eindig zijn (behandelvragen). Voor hersteltrajecten betreft het een periode van maximaal 2 jaar - tenzij in overleg anders afgesproken wordt – en is het afgegeven budget voor die hele periode. Bij duurzame trajecten is afgesproken dat het meegegeven budget een budget per jaar is, welke afgegeven kan worden voor de duur van de toewijzing (langdurig).Een Herstel budget heeft een looptijd van 0 tot 2 jaar, een Duurzaam budget heeft een looptijd van 1 jaar. Wanneer de toewijzing voor meerdere jaren af wordt gegeven dan dient in het budget voor de toewijzing daarmee rekening te worden gehouden.
Monitoring op evenredige verdeling van de looptijd en het budget dient dan anders ingericht te worden.
Met opmerkingen [Yv’G6]: Ondervangen in eerste regel dit hoofdstuk
Bij een hulpvraag van een nieuwe jeugdige die eerder geen jeugdhulpverlening heeft ontvangen en waarbij een budget van 8000 euro of minder wordt aangevraagd, hoeft door de jeugdhulpaanbieder geen Gezinsplan op te worden gesteld.
3.2.2 Wel/Niet jeugdige in zorg nemen
De jeugdhulpaanbieder neemt na toetsing het besluit of de hulpverlening aan de jeugdige kan worden geboden. Bij start zorg accepteert de jeugdhulpaanbieder het gestelde financiële budget en de afgegeven periode waarbinnen de resultaten moeten worden behaald.
De jeugdhulpaanbieder kan o.b.v. de toetsing of na ontvangen van een toewijzing ook besluiten geen Hulpverlening te bieden aan de jeugdige, maar dient dit altijd inhoudelijk te beargumenteren. Dit kan drie oorzaken hebben:
• Jeugdhulpaanbieder heeft niet de benodigde expertise om hulp te verlenen bij de specifieke hulpvraag (te zware hulpvraag voor jeugdhulpaanbieder).
• Jeugdhulpaanbieder is overgekwalificeerd ten aanzien van de specifieke hulpvraag (te lichte
hulpvraag voor jeugdhulpaanbieder).
• Jeugdhulpaanbieder is het niet eens met het afgegeven budget.
Wanneer een verwijzing niet wordt geaccepteerd door de jeugdhulpaanbieder dan moet de jeugdhulpaanbieder in overleg met de jeugdige, contact zoeken met de verwijzer (Gemeente of de Wettelijke verwijzer). Het is de verantwoordelijkheid van jeugdhulpaanbieder dat een jeugdige niet los
wordt gelaten tot er een overdracht heeft plaatsgevonden met de verwijzer. De jeugdhulpaanbieder heeft hierbij altijd meldingsplicht van doorverwijzing aan de initiële verwijzer.
Wanneer een Jeugdige toegewezen wordt aan een jeugdhulpaanbieder door de gemeente, maar jeugdhulpaanbieder accepteert de jeugdige niet, is de gemeente verantwoordelijk voor het zoeken van een passend alternatief. De jeugdhulpaanbieder moet wel motiveren waarom jeugdhulpaanbieder niet passend is en mogelijk een advies geven over een passende plaats voor de jeugdige.
Een verwijzing mag door de jeugdhulpaanbieder niet worden geweigerd op gronden, als leeftijd, geslacht, afkomst, geaardheid, inkomen, levensbeschouwing en gezondheidstoestand.
3.2.3 Toewijzen opdracht tot levering zorg
Na ontvangst van het Verzoek om Toewijzing (VOT, JW315) door de administratie van de gemeente, zal de toewijzing aan de jeugdhulpaanbieder binnen 5 werkdagen worden verzonden. Dit toewijzen gebeurt via een toewijzingsbericht(JW301). Als er zorg wordt geleverd zonder dat er een geldige toewijzing is, volgt er geen betaling.
3.2.4 Ambulante jeugdhulp wordt gezamenlijk met A-specifiek met budget toegewezen
Met opmerkingen [Yv’G7]: Verhelderd vanuit Q&A
De jeugdhulp individueel en groepsaanbod worden gecombineerd A-specifiek toegewezen. Beide delen worden onder de productcategorie 50dy (Maatwerkarrangementen jeugd) ondergebracht. Alle producten voor individueel en groepsaanbod hebben een productcode binnen productcategorie 50. Jeugdhulpaanbieders kunnen inzetten wat nodig is, individuele hulp en/of groepsaanbod. Voor groepsaanbod is er één1 uitzondering: groepsaanbod “groep zwaar” mag niet ingezet worden binnen een Duurzaam trajectbudget, tenzij het gaat om KDC/ODC locaties. Voor ambulant individueel geldt de uitzondering dat TG 3 t/m 7 niet mag worden ingezet binnen een Duurzaam traject.
Voor alle jeugdhulp wordt door de gemeente een toewijzingsbericht gestuurd. 3.2.5 Voorzieningfinanciering
Sommige ambulanteinterventies/trajecten zijn als voorzieningfinanciering ingekochtopgenomen, omdat dit zijn specifieke en vastomlijnde hulpverleningstrajecten zijn die als geheel worden toegewezen en bekostigdzijn ingekocht. Op dit moment zijn er twee hulpverleningstrajecten die als voorzieningfinanciering zijn opgenomen in de inkoop.Deze zorg heeft een vaste prijs standaardbudgetten met eigen productcodes in perceel 7 en wordt afgegeven op de eigen productcodes onder categorie 45.
Voorzieningen | Productcode |
Multi systeem therapie (MST) | 45MST |
Zeer intensieve traumabehandeling (ZIT) | 45ZIT |
Er gelden de volgende werkafspraken: |
a. Looptijd voorziening
De trajecten kennen de volgende looptijd voor het product: a. MST: 6 maanden
b. ZIT: 3 maanden
b. Moment van declareren en betalen
Omdat in het SAP geen landelijke afspraak is gemaakt over het moment van betalen van outputgerichte producten, wordt de afspraak hierover in dit RAP gemaakt. De afspraak voor MST en ZIT is dat de aanbieder na afloop van het traject in één keer declareert.
c. Betaling bij tussentijds afbreken
Met opmerkingen [Yv’G8]: Afspraken zijn afgestemd met desbetreffende aanbieders
Bij het tussentijds afbreken van een traject stemmen gemeente en aanbieder redelijkerwijs af over de hoogte van het bedrag en hoe dit gedeclareerd en betaald wordt.
3.2.5 Wonen/Verblijf wordt specifiek toegewezen
De jeugdhulp wonen/verblijf wordt specifiek toegewezen in productcategorie 44 (Jeugdhulp verblijf (excl. behandeling) in etmaal of dagdeel..
Voor alle jeugdhulp wordt door de gemeente een toewijzingsbericht gestuurd.
3.2.6 Dyslexie wordt specifiek toegewezen
De jeugdhulp ernstige dyslexie wordt specifiek toegewezen in productcategorie 54 in stuks of minuten.
Met opmerkingen [Yv’G9]: Nieuwe keuzes 2024 erbij gezet (Kampen en Olst-Wijhe gewijzigd). 2023 bewust laten staan.
Onderstaand een overzicht van de gemaakte keuze qua declaratie eenheid per gemeente voor 20243. Deze keuze wordt per kalenderjaar vastgesteld.
Dyslexie keuze per gemeente | Eenheid 0000 | ||||
Xxxxxxx | Stuks | ||||
Deventer | Stuks | ||||
Hardenberg | Nvt | ||||
Kampen | Minuut | ||||
Olst-Wijhe | Minuut | ||||
Ommen | Stuks | ||||
Raalte | Minuut | ||||
Staphorst | Stuks | ||||
Steenwijkerland | Minuut | ||||
Zwartewaterland | Minuut | ||||
Zwolle | Minuut |
Voor alle jeugdhulp wordt door de gemeente een toewijzingsbericht gestuurd. 3.2.7 Bekostiging crisisfuncties
De crisisdienst, crisisinterventie en crisisopvolging is vanaf 1 januari 2022 ingekocht via een separate overeenkomst crisisfuncties bij 7 aanbieders. Dit zijn Accare, Ambiq, Dimence, Karakter, Pactum, Xxxxx en Vitree.
De crisisdienst en -interventie is taakgericht bekostigd en wordt via het RSJ IJsselland namens de gemeenten betaald.
De crisisopvolging wordt inspannings- of outputgericht toegewezen en gedeclareerd via het berichtenverkeer. Het gaat daarbij om de volgende vormen:
Naam jeugdhulpvorm in de praktijk | Product- code | Productnaam | Cat. code | Uitvoerings variant | Decl. Eenheid | Maximale looptijd toewijzing |
Ambulante Spoedhulp | 46B01 | Jeugdhulp crisis ambulant: outputgericht | 46 | Outputgericht | Stuks | |
Crisisbed J&O/LVB | 46A04 | Jeugdhulp crisis verblijf (excl. Beh.) (inspanningsgericht) | 46 | Inspanningsgericht | Dag (24 uur) | 28 dagen |
Xxxxxxxxxxxxxxx | 00X00 | Jeugdhulp crisis pleegzorg (inspanningsgericht) | 46 | Inspanningsgericht | Dag (24 uur) | 90 dagen |
De productcodes, tarieven per aanbieder staan in het voorzieningenboek.
In het geval van crisisopvolging is stapeling met voorzieningen vanuit de overeenkomst crisisfunctie en voorzieningen vanuit de raamovereenkomst specialistische jeugdhulp mogelijk, wanneer hier een wettelijke verwijzing aan ten grondslag ligt. Een wettelijke verwijzing kan komen van de gemeentelijke Toegang, GI, Huisarts en medisch specialist.
3.2.8 Escalatie indien niet tijdig een toewijzing wordt ontvangen
Indien de jeugdhulpaanbieder meerdere malen niet binnen de gestelde termijn van 5 werkdagen een toewijzing of antwoordbericht ontvangt dient de jeugdhulpaanbieder na 2 keer rappelleren bij gemeente zelf te escaleren bij contractmanager van het RSJ IJsselland.
3.2.9 Standaard of Offertebudget
Wanneer uit de afstemming tussen Gemeente en jeugdhulpaanbieder naar voren komt dat de vereiste hulp niet past binnen de gehanteerde standaardbudgetten, dan zal de Gemeente aan
jeugdhulpaanbieder vragen om een offertebudget te berekenenvoor hulpverlening op te stellen. Met
Met opmerkingen [Yv’G10]: Verhelderd vanuit Q&A
de huidige standaardbudgetten betekent dit dat de gewenste zorg inzet een waarde heeft van meer dan 20.000 euro (budget 8). Na afstemming over het beoogde resultaat de offerte en het akkoord van de Gemeente over het budget zal het beschikbare benodigde bedrag uit het offertebudget bij de toewijzing als budget meegegeven worden.
3.2.10 Wat is de werkwijze als een jeugdhulpaanbieder twee interventies tegelijkertijd inzet?
Met opmerkingen [Yv’G11]: Verhelderd vanuit Q&A
Het is binnen een standaardbudget mogelijk om zoveel interventies in te zetten als men (jeugdhulpaanbieder) denkt dat nodig is om het vooraf bepaalde overeengekomen beoogde resultaat voor de jeugdige te kunnen behalen. Binnen de A-specifieke toewijzing wordt door het inkoopmodel deze ruimte gegeven. Wanneer de gewenste combinatie van interventies wat betreft budget en looptijd niet passend is onder de verkregen A-specifieke toewijzing, dan zal de aanbieder in overleg gaan met de gemeente om af te stemmen wat nodig is om het beoogde resultaat alsnog te behalen.
Het is mogelijk om een separate toewijzing af te geven of de al verstrekte toewijzing te wijzigen.dan zal hierover eerst contact overgezocht moeten worden gezocht met de gemeente om te onderzoeken of de gewenste interventie passend is bij het beoogde resultaat in het Gezinsplan en of dat er een separate toewijzing of wijziging van de al verstrekte toewijzing nodig is.
3.2.11 Geen toestemming/Privacyverklaring (OPT-OUT)
Jeugdhulpaanbieder bewaart een ondertekende privacyverklaring indien de Jeugdige/ouders aangeven het Gezinsplan uit privacyoverwegingen niet te willen delen. Het Gezinsplan, gemaakt door de jeugdhulpaanbieder, hoeft dan niet te worden gedeeld met de Gemeente van de gemeente.
3.2.12 Onbekende BSN
Hiervan is sprake bij pasgeboren en ongeboren kinderen, illegalen of asielzoekers die nog niet over een BSN beschikken. In deze gevallen wordt de volgende werkwijze gehanteerd:
• In het geval van ongeboren kinderen wordt de zorg aan de moeder toegewezen als zij wel een BSN heeft, omdat moeder en kind op dat moment nog onlosmakelijk verbonden zijn. Zo kan de zorg toch alvast verleend worden en na geboorte kan dit worden voortgezet zo lang moeder en kind verbonden blijven en de hulp in hetzelfde budget blijft. Of de hulp wordt overgezet op het kind zelf is ter beoordeling van de gemeente.
• In het geval van illegalen en asielzoekers zal de toewijzing en declaratie buiten het berichtenverkeer om geschieden. Deze communicatie kan niet langs het berichtenverkeer en
dient door middel van beveiligde e-mail verstuurd te worden. De VNG heeft een notitie gepubliceerd, welke handvatten geeft hoe hiermee om te gaan.3
3.2.13 Onderaannemer
Het kan zijn dat een jeugdige en/of gezin op basis van de in het Gezinsplan opgestelde resultaten, specialistische jeugdhulp nodig heeft die de jeugdhulpaanbieder zelf niet kan leveren. In dit geval kan er gebruik gemaakt worden van een onderaannemer. Onderaannemers handelen in opdracht van en communiceren met de hoofdaannemer. De jeugdhulpaanbieder is verantwoordelijk voor zijn onderaannemer(s). Het is niet toegestaan dat onderaannemers rechtstreeks berichten naar de gemeente insturen.
Jeugdhulpaanbieders hebben een meldingsplicht wanneer zij werkt met onderaannemers. Hieronder
wordt niet verstaan inhuur van medewerkers en zelfstandigen zonder personeel. Deze meldingsplicht houdt regio IJsselland in stand gedurende de looptijd van de overeenkomst. De reden hiervoor is dat regio IJsselland de ontwikkelingen in het zorglandschap wil bijhouden. Jeugdhulpaanbieders zijn als Opdrachtnemer volledig verantwoordelijk en aansprakelijk voor de door de onderaannemer geleverde jeugdhulp. Ook de hulpverlening van de onderaannemer dient te voldoen aan de (kwaliteits)eisen die worden gesteld in de raamovereenkomst.
Met opmerkingen [Yv’G12]: Toevoeging werkafspraken vanuit ROK.
Onderaannemers dienen voor de werkzaamheden aanvangen gemeld te worden door de jeugdhulpaanbieder via xxxxxxxxxxxxxx@xxx-xxxxxxxxxx.xx o.v.v. melding onderaannemer.
3.2.14 Gezinsplan
Eisen voor Gezinsplan kunnen lokaal worden bepaald. Verwachte vaste elementen hiervan zijn:
• Een beschrijving van de context van de jeugdige en zijn gezin.
• Een heldere beschrijving en verheldering van de vragen en zorgen ‘Wat is er aan de hand?’ (objectief afwegingskader).
• De doelen van jeugdige en gezin en de resultaten die bereikt moeten worden.
• Plan van aanpak voor begeleiding en of behandeling van de jeugdige/het gezin.
Met opmerkingen [Yv’G13]: Uitkomst SWG2
Gezinsplannen worden verstuurd via de beveiligde mail, de contactgegevens van de gemeenten staan op de website van het RSJ. Een VOT boven de 8000 euro dient altijd te worden voorzien van een Gezinsplan opgesteld door jeugdhulpaanbieder, tenzij het slechts gaat om medicatiecontrole.
3.2.15 Type Verwijzers in het Verzoek om Toewijzing (VOT)
De jeugdhulpaanbieder is verplicht om in het VOT (JW315) verzoek om toewijzing (VOT) het veld verwijzer te vullen. De jeugdhulpaanbieder heeft hierbij de keuze uit de volgende opties (landelijke standaard):
Code | Omschrijving | Toelichting |
01 | Gemeente | Niet toegestaan te gebruiken, gemeente geeft direct een toewijzing af, dit verloopt niet via een 315. |
02 | Huisarts | Huisarts van jeugdige |
03 | Jeugdarts | Jeugdarts van jeugdige |
04 | Gecertificeerde instelling | Instellingen die kinderbeschermings- en jeugdreclasseringsmaatregelen uitvoeren op basis van de Jeugdwet. |
05 | Medisch specialist | Medisch specialist van jeugdige |
06 | Zelfverwijzer | Gebruiken wanneer jeugdige wordt opgenomen in het kader van crisis |
08 | Rechter, Raad voor Kinderbescherming of Officier van Justitie |
3 h t t p s : / / v n g . n l / p u b l i c a t i e s / o n t b r e k e n - b sn - k i n d e r e n - in - e e n - c o a - l o c a t i e
Indien bekend wordt de AGB-code van de verwijzer opgenomen in het Verzoek om ToewijzingVOT. Alleen indien de AGB-code niet bekend is, mag de naam van de verwijzer worden doorgegeven.
4.2.15 Definities Gemeente
Privacyverklaring
Gemeente
Jeugdige/ ouder(s)
Verwijzer
Met opmerkingen [Yv’G14]: 1 plek met definities; 8.8
Gezinsplan
Toetsing
3.3.1 Verzoek om Toewijzing(JW315)
De jeugdhulpaanbieder stuurt na verwijzing door een Wettelijk verwijzer een ‘Verzoek om Toewijzing’ (JW315-bericht) binnen 5 werkdagen na Toetsing en acceptatie van de met jeugdige/gezin naar de gemeente die financieel conform het woonplaatsbeginsel verantwoordelijk is. De Toewijzing Ingangsdatum is de datum waarop de behandeling gepland is te starten.
De JW315 berichten worden allereerst technisch door de gemeente gecontroleerd en op basis daarvan binnen 3 werkdagen beantwoord met een JW316 retourbericht.
3.3.2 Antwoordbericht (JW319)
Naast dat een verzoek om toewijzing (JW315) technisch beoordeeld wordt, vindt er ook een inhoudelijke (functionele) controle plaats. De gemeente controleert het JW315-bericht op:
• Het woonplaatsbeginsel, contract met de jeugdhulpaanbieder en de leeftijd van een jeugdige.
• Mogelijk andere lopende jeugdhulp voor deze jeugdige/gezin. Bij A-specifiek toewijzen kan er op enig moment slechts één lopende toewijzing zijn per productcategorie per jeugdige per aanbieder.
Onderzoeken
Als er sprake is van een verzoek dat de gemeente niet binnen 5 werkdagen kan toewijzen of afkeuren (bijvoorbeeld wanneer bij de rechtbank het ouderlijk gezag moet worden opgevraagder gewacht wordt op een bepaling jeugdhulp of een gezinsplan) stuurt de gemeente een antwoordbericht (JW319) met Verzoek Antwoord “Onderzoek”. De jeugdhulpaanbieder weet dan dat het langer duurt (max 8 weken) voordat een toewijzing of afkeur wordt ontvangen.
De JW319 berichten worden technisch door de jeugdhulpaanbieder gecontroleerd en op basis daarvan binnen 3 werkdagen beantwoord met een JW320 retourbericht.
Afkeuren
Als de gemeente op basis van de beoordeling besluit het verzoek niet toe te wijzen (bv als gevolg van woonplaatsbeginsel), stuurt de gemeente een antwoordbericht (JW319) met Verzoek Antwoord
“Afgekeurd” voorzien van een reden. In geval van afkeur woonplaatsbeginsel, wordt ook (na afstemming met de verantwoordelijke gemeente) de gemeentecode van de verantwoordelijke gemeente meegegeven.
De JW319 berichten worden technisch door de jeugdhulpaanbieder gecontroleerd en op basis daarvan binnen 3 werkdagen beantwoord met een JW320 retourbericht.
3.3.3 Toewijzing(JW301)
De administratie backoffice van de gemeente stuurt, als het verzoek om Toewijzing (JW315) gehonoreerd kan worden, binnen 5 werkdagen het Toewijzingsbericht (JW301). In het JW301-bericht wordt de referentie jeugdhulpaanbieder overgenomen uit het JW315-bericht
De JW301 berichten worden technisch door de jeugdhulpaanbieder gecontroleerd en op basis daarvan binnen 3 werkdagen beantwoord met een JW302-retourbericht.
3.4. Start leveren zorg
De jeugdhulpaanbieder start niet eerder met de hulp alvorens daar door middel van een toewijzingsbericht (JW301) toestemming voor is gegeven, met uitzondering van crisis of als vanwege bijzondere omstandigheden bij een van de partijen het versturen of ontvangen van een toewijzingsbericht (JW301) niet mogelijk is.
De Jeugdhulpaanbieder neemt na ontvangst van het toewijzingsbericht (JW301) zo spoedig mogelijk contact op met de jeugdige en maakt op basis van het Gezinsplan met de jeugdige afspraken om te komen tot de levering van hulpverlening en het geformuleerde resultaat.
4.2.1 Verantwoordelijkheid voor overplaatsing
Wanneer er sprake is van overplaatsing van een jeugdige van de ene jeugdhulpaanbieder naar een andere jeugdhulpaanbieder is de jeugdhulpaanbieder die de jeugdige op dat moment onder xxxx heeft verantwoordelijk voor het zoeken van een andere plek (Zorgplicht). De overdracht van de jeugdige is altijd een warme overdracht (conform 7.1.3 inkoopdocument).
Met opmerkingen [Yv’G15]: 1 plek met definities; 8.8
Begindatum
5.3 Definities Datum Startzorg
Met opmerkingen [Yv’G16]: Verheldering vanuit Q&A
De jeugdhulpaanbieder dient een JW305 (start-zorg bericht) binnen 5 werkdagen na de daadwerkelijke datum start-zorg (zoals hiervoor gedefinieerd) te versturen. De Begindatum in het start-zorg bericht is de datum waarop daadwerkelijk wordt/is gestart met de behandeling van de jeugdige. Er is geen noodzaak om de startdatum van de zorgtoewijzing (JW301) gelijk te hebben aan de startdatum van de behandeling (JW305). Als er hulp geboden wordt tijdens de wachtperiode dan kan zorgaanbieder binnen 5 werkdagen de JW305 (startdatum behandeling) indienen en daarmee kan ook de hulp tijdens de wachtperiode gedeclareerd worden
De JW305 berichten worden technisch door de gemeente gecontroleerd en op basis daarvan binnen 3 werkdagen beantwoord met een JW306 retourbericht.
4.5. Wijzigen van al toegewezen zorg
Het kan in bijzondere situaties voorkomen dat een al in gang gezet hulpverleningstraject op enig moment niet meer als passend ervaren wordt. Als gedurende het traject blijkt dat de zorgvraag van de jeugdige is veranderd en de oorspronkelijke toewijzing niet meer passend is, neemt jeugdhulpaanbieder zo spoedig mogelijk contact op met de Gemeente (zie het (verzoek om) toewijzingsproces). De jeugdhulpaanbieder blijft verantwoordelijk voor de hulp en voert Xxxxxxxxxx (indien bij jeugdhulpaanbieder belegt) totdat de Gemeente of een andere jeugdhulpaanbieder deze taak heeft overgenomen.
6.2.1 Overdragen naar een andere jeugdhulpaanbieder
Wanneer er sprake is van overplaatsing van een jeugdige van de ene jeugdhulpaanbieder naar een andere jeugdhulpaanbieder is de jeugdhulpaanbieder die de jeugdige op dat moment onder xxxx heeft verantwoordelijk voor het zoeken van een andere plek (Zorgplicht). Beide jeugdhulpaanbieders nemen contact op met de Gemeente. De overdracht van de jeugdige is altijd een warme overdracht.
De gemeente Deventer, Olst – Wijhe en Raalte kunnen Jw317 berichten wel inlezen binnen hun applicatie, maar deze worden direct automatisch afgekeurd. Het is op dit moment binnen hun applicatie (nog) niet mogelijk dit anders te organiseren. Indien er een toewijzing wenselijk is om te wijzigen (ophoging, verlaging of opschuiven einddatum), dan dient de jeugdhulpaanbieder buiten het berichtenverkeer om contact op te nemen met de gemeentelijke gemeente. Dit kan per beveiligde e- mail.
Met opmerkingen [Yv’G17]: Staat in 5.2.1 dus hier verwijderen.
Met opmerkingen [Yv’G18]: Dit stukje verplaatst naar
6.2.4 (JW317)
65.2.1 Verhuizing van de Jeugdigen met gevolgen voor het woonplaatsbeginsel
De Wet Woonplaatsbeginsel bepaalt welke gemeente inhoudelijk en financieel verantwoordelijk is voor het bieden van jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.
Bij het bepalen wordt onderscheid gemaakt tussen jeugdhulp zonder verblijf en jeugdhulp met verblijf:
• Zonder verblijf: Voor ambulante jeugdhulp is de gemeente verantwoordelijk waar de jeugdige/het gezin het woonadres heeft volgens het BRP, ten tijde van de hulpvraag. Bij verhuizing neemt de nieuwe gemeente de jeugdhulp over als de jeugdige dit wenst en vergoedt deze. Dit geldt voor de periode waarvoor de latende gemeente waar de woonplaats van de jeugdige was de jeugdhulp heeft toekend of heeft ingestemd, met dezelfde voorwaarden, tarieven en tot maximaal één jaar. Daarna beoordeelt de overnemende gemeente waarnaar de jeugdige is verhuisd is of er ambulante jeugdhulp nodig is. Deze kent dit toe of stemt ermee in aan de hand van de eigen contractafspraken met jeugdhulpaanbieders.
• Met verblijf: Voor residentiële jeugdhulp en pleegzorg waar sprake is van een contract met de pleegzorgaanbieder, blijft de laatste gemeente voorafgaand aan de verhuizing naar de instelling of pleeggezin verantwoordelijk. Het gaat om verblijf in bijvoorbeeld een residentiële instelling, een jeugdzorgplusinstelling of een gezinsgericht verblijf, verblijf in het kader van pleegzorg in een (weekend)pleeggezin of in een logeerhuis. Verhuist een jeugdige tussentijds binnen de jeugdhulp dan blijft de oorspronkelijke gemeente verantwoordelijk. Dit geldt ook voor jeugdigen van 18 jaar en ouder.
5.2.2. Verhuizing van de jeugdigen
De latende gemeente zorgt voor een goede overdracht, geeft inzicht in het afgegeven budget over wat er tot nu toe ingezet is en draagt het nog niet benutte budget over aan de ontvangende gemeente. Is de ontvangende gemeente buiten onze regio dan is het aan hen om dit passend te maken binnen hun bekostigingssysteem (bijvoorbeeld. Taakgericht of ook p*q).
De ontvangende gemeente is verantwoordelijk voor de jeugdige vanaf de verhuisdatum. Zodra er een akkoord is van de ontvangende gemeente voor overname, dan wordt de toewijzing in het systeem van de latende gemeente afgesloten per verhuisdatum.
Met opmerkingen [Yv’G19]: Uitkomst SWG1
De latende gemeente heeft de taak om ontvangende gemeente te stimuleren om het toewijzen van de zorg n.a.v. de verhuizing zo snel mogelijk op te pakken, zodat er niet te veel administratieve lasten ontstaan, vervolgens kan Dde latende gemeente na verhuisdatum de zorgtoewijzing afsluiten en aanbieder kan declareren bij de juiste gemeente.
5.2.3 Voorgenomen weigering door jeugdhulpaanbieder tijdens hulpverleningstraject.
Bij een weigering voor aanvang van het zorgtraject, bijvoorbeeld op basis van het toegekende budget door de gemeente, is de gemeente verantwoordelijk voor het alsnog toe leiden van de jeugdige/het gezin naar een passende jeugdhulpaanbieder.
Bij een weigering voortijdige beëindiging tijdens een lopend zorgtraject, neemt de jeugdhulpaanbieder (buiten het berichtenverkeer) direct contact op met de jeugdige/ouders en/of de gemeente en/of de GI met een voorstel om tot een oplossing te komen. Van de jeugdhulpaanbieder(s) wordt verwacht dat zij actief en in samenwerking met de gemeente een beter passend aanbod organiseren, de jeugdige nazorg en/of overbruggingszorg leveren en ervoor zorgdragen dat de jeugdige met een warme overdracht overgedragen wordt aan de overnemende jeugdhulpaanbieder. aankomt bij de zorg die nodig is.
Als een Jeugdige/ouder(s) is verwezen door een Wettelijke verwijzer en de privacyverklaring is hier van toepassing, zal de jeugdhulpaanbieder in overleg treden met de Jeugdige/ouder(s) en bezien of een andere jeugdhulpaanbieder kan worden ingezet. Als dit niet mogelijk is, ondersteunt de jeugdhulpaanbieder de jeugdige/ouder(s) om in contact met de Verwijzer te zoeken naar een andere jeugdhulpaanbieder. De jeugdhulpaanbieder zal geanonimiseerd aan de gemeente melden dat er sprake is van weigering van het verlenen van jeugdhulp is.
Met opmerkingen [Yv’G20]: Uitkomst SWG 1
5.2.4 Wijziging bij dezelfde jeugdhulpaanbieder
In het geval van een verzoek tot wijziging of verlenging van een toewijzing bij dezelfde jeugdhulpaanbieder, dan heeft de jeugdhulpaanbieder contact met de Toegang om dit inhoudelijk te onderbouwen.
Een Verzoek om Xxxxxxxxx (JW317) wordt gestuurd na instemming door gemeente van de onderbouwing van de voorgestelde wijziging. De instemming geschiedt door een contactmoment tussen de aanbieder en de Toegang. Als de Toegang lastig te bereiken is (of wanneer er nog niemand aan de casus toegewezen is) dan is de afspraak dat de aanbieder een mail stuurt naar de Toegang, zodat het verzoek tijdig opgepakt kan worden.
De jeugdhulpaanbieder streeft ernaar om 8 weken voorafgaand aan de gewenste ingangsdatum van de wijziging/verlenging een Verzoek om Wijziging (JW317) naar de gemeente te sturen, ongeacht de (oorspronkelijke) verwijzer. Het is vervolgens aan de gemeente om over dit wijzigingsverzoek inhoudelijk te beslissen. Coulance vanuit beide partijen (aanbieders en gemeenten) is nodig om elkaar te blijven vinden op dit onderwerp. Als de gewenste ingangsdatum voor de wijziging binnen 8 weken ligt en de kans groot is dat het VOW bericht niet op tijd verwerkt kan worden zullen JHA en Toegang in overleg gaan welke route het beste doorlopen kan worden.
Nadat een inhoudelijke beoordeling van het verzoek heeft plaatsgevonden en is goedgekeurd, wordt door de administratie van de gemeente een gewijzigde toewijzing gestuurd. In de praktijk kan het voorkomen dat de gemeente zelf de verlenging verwerkt in het systeem en dat er dan geen JW317 nodig is. De werkwijze kan per gemeente verschillen, maar de mogelijkheid is er in ieder geval om met JW317 te werken daar waar wenselijk is.
De
Met opmerkingen [Yv’G21]: Verwijderen zodra dit begin 2024 geïmplementeerd is.
gemeente Deventer, Olst – Wijhe en Raalte kunnen Jw317 berichten wel inlezen binnen hun applicatie, maar deze worden direct automatisch afgekeurd. Het is op dit moment binnen hun applicatie (nog) niet mogelijk dit anders te organiseren. Indien er een toewijzing wenselijk is om te wijzigen (ophoging, verlaging of opschuiven einddatum), dan dient de jeugdhulpaanbieder buiten het berichtenverkeer om contact op te nemen met de gemeente. Dit kan per beveiligde e-mail.
Met opmerkingen [Yv’G22]: 1 plek met definities; 8.8
6.3 Definities Casusregie
Wanneer de jeugdhulpaanbieder het niet eens is met de gewijzigde toewijzing die door de gemeente wordt voorgesteld en is uitgezet bij de jeugdhulpaanbieder, dan neemt de jeugdhulpaanbieder zo spoedig mogelijk contact op met de gemeente.
Met opmerkingen [Yv’G23]: Uitkomst SWG1
65.3 Berichtenverkeer
5.3.1 Wijziging bij dezelfde jeugdhulpaanbieder
Nadat de jeugdhulpaanbieder merkt dat de toegewezen zorg niet meer passend is voor de hulpvraag moet een Verzoek om Wijziging (VOW JW317) worden ingediend:
• Jeugdhulpaanbieder stuurt een verzoek om wijziging (JW317) aan de gemeente met het verzoek de toegewezen zorg (per een datum in de toekomst) te wijzigen. Bij het indienen van een JW317 moet de startdatum van de toewijzing aangehouden worden en niet de startdatum van de wijziging.
• De maximale streefdoorlooptijd van een VOW is 8 weken.
• Gemeente stuurt binnen 3 werkdagen een JW318-bericht retour.
Als er sprake is van een verzoek dat de gemeente niet binnen 5 werkdagen kan toewijzen of afkeuren:
• Gemeente stuurt binnen 5 werkdagen na aanvraag een antwoordbericht (JW319) met Verzoek Antwoord “Onderzoek”. De jeugdhulpaanbieder weet dan dat het iets langer (max 8 weken) duurt voordat een toewijzing wordt ontvangen.
• Jeugdhulpaanbieder stuurt binnen 3 werkdagen na ontvangst een JW320-bericht retour.
Als de gemeente op basis van de beoordeling besluit het verzoek niet toe te wijzen (bv als gevolg van het Woonplaatsbeginsel), wordt het verzoek afgekeurd:
• Gemeente stuurt binnen 5 werkdagen na aanvraag een antwoordbericht (JW319) met Verzoek Antwoord “Afgekeurd” voorzien van een reden.
• Jeugdhulpaanbieder stuurt binnen 3 werkdagen na ontvangst een JW320-bericht retour.
De administratie van de gemeente stuurt, als het verzoek om Wijziging (JW317) gehonoreerd kan worden, binnen 5 werkdagen na aanvraag het Toewijzingsbericht (JW301).
De JW301 berichten worden technisch door de jeugdhulpaanbieder gecontroleerd en op basis daarvan binnen 3 werkdagen na aanvraag beantwoord met een JW302 retourbericht.
5.3.2 Overdragen naar een andere jeugdhulpaanbieder
Wanneer blijkt dat aan het begin of gedurende het traject de jeugdige beter door een andere jeugdhulppaanbieder geholpen kan worden en de gemeente, jeugdige/ouder(s) en/of Wettelijke Verwijzer gaan akkoord met het overdragen naar een andere jeugdhulpaanbieder, worden de volgende stappen gevolgd:
• De gemeente stuurt de nieuwe jeugdhulpaanbieder een JW301-bericht met de nieuwe start- en einddatum.
• De nieuwe jeugdhulpaanbieder stuurt binnen 3 werkdagen een JW302-bericht retour.
• De nieuwe jeugdhulpaanbieder stuurt binnen 5 werkdagen na de daadwerkelijke start zorg een
JW305-bericht.
• Gemeente stuurt binnen 3 werkdagen een JW306-bericht retour.
• De gemeente stuurt de voormalige jeugdhulpaanbieder een JW301-bericht met de definitieve einddatum.
• Voormalige jeugdhulpaanbieder stuurt binnen 3 werkdagen een JW302-bericht retour.
• Voormalige jeugdhulpaanbieder stuurt JW307-bericht, met code 31 (volgens plan beëindigd)
• Gemeente stuurt binnen 3 werkdagen een JW308-bericht retour.
• Jeugdhulpaanbieder draagt zo snel mogelijk na de overdracht aan een andere jeugdhulpaanbieder het dossier van de jeugdige compleet (voor zover passend binnen de geldende privacywetgeving) en kosteloos over. Dit geldt ook bij faillissement of andere oorzaken waarbij overdracht noodzakelijk is, tenzij anders is afgesproken.
5.6. Declareren geleverde zorg
De wens is dat er maandelijks binnen 30 dagen na afloop van de maand van zorglevering wordt de geleverde zorg wordt gedeclareerd met gebruik van een JW323-bericht . Er wordt elke maand gedeclareerd, met uitzondering van de eerste declaratie na een nieuw traject als gevolg van woonplaatsbeginsel.
6.1.1 Controleproces
N.B: Gemeenten kunnen een credit pas goedkeuren als er een gelijke debet tegenover staat.
Met opmerkingen [Yv’G24]: Uitkomst SWG1
De gemeente controleert binnen 10 werkdagen de declaratie tegen de afgegeven toewijzingen. Als blijkt dat er een fout zit in het declaratiebericht, wordt dit via een Declaratie-Antwoord bericht teruggekoppeld aan de jeugdhulpaanbieder.
6.1.2 Betaling
De goedgekeurde declaratieregels worden binnen 30 dagen na goedkeuring door de gemeente betaald. Het gehele proces heeft een betaaltermijn van 30 dagen na het correct indienen van een declaratiebericht.
6.2.1 Betaling bij onbekende en/of geheime BSN
Het kan voorkomen dat een jeugdige geholpen moet worden van wie het BSN (nog) onbekend is of van wie het BSN onbekend moet blijven in verband met veiligheid. We maken daartoe een onderscheid tussen onbekende BSN en geheime BSN. Declaraties van deze jeugdigen vinden buiten het berichtenverkeer plaats.
6.2.2 Declareren
Alle specialistische / niet vrij toegankelijke jeugdhulp die is ingezet gedurende het traject valt onder het toegewezen opdracht, profiel en de daarin benoemde Intensiteit. Alleen jeugdhulp die is toegewezen kan gedeclareerd worden. declareren die is toegewezen.
6.2.3 Tijdelijke onderbreking
Als er sprake is van een tijdelijke onderbreking (zie stopzorg) van de jeugdhulp, dan wordt bij de jeugdhulpaanbieder het declareren voor de betreffende jeugdige/ouder(s) opgeschort vanaf de eerste dag van de week waarin er geen jeugdhulp meer wordt geleverd tot het moment dat er weer jeugdhulp geleverd gaat worden. In het geval van het tijdelijk niet leveren van de zorg, dient de jeugdhulpaanbieder dit in het dossier van de jeugdige te registreren. Er is sprake van een tijdelijke onderbreking van de hulp als gevolg van crisis, ziekenhuis opname, vakantie langer dan 2 weken.
Als de jeugdhulp wordt opgeschort, kan de toewijzing binnen 8 weken worden hervat, indien de jeugdige/ouder(s) dat wenst. Na 8 weken vervalt de toewijzing.
6.2.4 Tijdigheid declaraties
Houdt u er rekening mee dat (cConform eis 35) uw dient de declaratie niet later dan 90 dagen na de maand waarin de hulp verleend is bij de gemeente binnen te zijn.
Uitzondering op deze regel zijn disputen over toewijzingen en toewijzingen die door de gemeente later dan 60 dagen na de ingangsdatum van de toewijzing zijn verstuurd. DZit zijn bijvoorbeeld toewijzingen met terugwerkende kracht waarvan de ingangsdatum verder meer dan 60 dagen in het verleden ligt.
6.2.5 Werkwijze declaratie Ernstige Dyslexiezorg met eenheid ‘stuks’
Met betrekking tot Ernstige Dyslexiezorg is afgesproken dat gemeenten jaarlijks kunnen aangeven of ze willen werken op basis van de eenheid ‘Minuten’ (declaratie op basis van geleverde minuten hulpverlening, inspanningsgericht) of op basis van de eenheid ‘Stuks’ (één declaratie voor het hele traject, outputgericht).
Ten aanzien van de declaratie bij de eenheid ‘Stuks’ (bij de eenheid ‘stuks’ is er immers sprake van één declaratie) moet het moment worden is het volgende afgesproken over het moment waarop de aanbieder van dyslexiezorg de declaratie stuurt. Om dit declaratiemoment te bepalen is een inventarisatie gehouden bij een aantal aanbieders van dyslexiezorg en bij de gemeenten. Op basis van de inventarisatie worden de volgende stelregels aangehouden:
1) voor Diagnostiek wordt de declaratie aan het eind van het traject verstuurd. Diagnostiek trajecten hebben doorgaans een korte doorlooptijd van gemiddeld 12 uur.
2) voor Behandeling wordt de declaratie halverwege het traject gestuurd. De gangbare doorlooptijd van een behandeltraject is 18 maanden. Dit betekent dat de declaratie 9 maanden na de start kan worden gestuurd (de maand waarin het startbericht is gestuurd, is maand 1). Is in specifieke gevallen het traject eerder klaar dan 9 maanden, dan kan de declaratie bij het einde van het traject worden verstuurd. Wanneer een traject langer duurt zal de declaratie ook na maand 9 gestuurd worden.
Het overzicht van gemeenten en de keuze tussen stuks en minuten toewijzingen kunt u vinden in paragraaf 4.2.6 in dit document.
6.2.6 Indexatie: ED stuks en Voorzieningfinanciering
Conform artikel 2.5.2 van het standaard administratieprotocol (SAP) declareert de aanbieder bij een outputgerichte bekostiging (stuks) dat wat is toegewezen. Dit betekent voor de outputgerichte inzet dat wordt gedeclareerd conform het vaste tarief per stuk/ traject in het jaar dat de toewijzing is afgegeven.
De minuuttarieven (inspanningsgericht) worden jaarlijks geïndexeerd (conform eis 34 inkoopdocument) en hiervoor geldt het tarief die op het moment dat de zorg geleverd is geldend is.
Met opmerkingen [Yv'G25]: Verhelderd Q&A
De stuks tarieven (outputgericht) worden ook jaarlijks geïndexeerd (conform eis 34 inkoopdocument) echter geldt het te declareren tarief die geldend was op het moment van toewijzen.
Met opmerkingen [Yv’G26]: 1 plek met definities; 8.8
7.3 Definities Geen
De wet stelt dat voor alle geleverde diensten een declaratie verstuurd moet worden met een JW323- bericht.
• Het is wenselijk dat de jeugdhulpaanbieder stuurt uiterlijk de laatste dag van de maand volgend op de zorglevering de in die periode geleverde prestaties door middel van een declaratiebericht (JW323) stuurt. Het declaratiebericht (JW323) bevat een overzicht met de jeugdigen en de aan hen geleverde zorg.
• De gemeente stuurt binnen 10 werkdagen na binnenkomst van het declaratiebericht een declaratie-antwoord bericht (JW325). Hiervoor controleert de gemeente het declaratiebericht tegen de afgegeven toewijzingen en gemaakte contract afspraken. Als bij de controle geconstateerd wordt dat er een foute declaratieregel zit in het JW323-bericht, ontvangt de indiener daarvan automatisch een melding in het declaratie-antwoordbericht (JW325-bericht). Het JW325-bericht ontvangt u altijd. Een JW325-bericht is volledig of gedeeltelijk toegekend. Bij gedeeltelijke toekenning worden de declaratieregels die zijn afgekeurd in het JW325-bericht opgenomen. Alle correcte regels in een bericht worden uitbetaald tenzij er gegronde redenen zijn om betaling te weigeren.
• De gemeente betaalt binnen 30 dagen na ontvangst van de declaratie de goedgekeurde declaratieregels.
6.7. Proces Stop Zorg
Met opmerkingen [Yv’G27]: Inconsitent met twee weken hieronder
Aan het einde van een traject (binnen 5 werkdagen na einde behandeling of wonen/verblijf), einde van de toewijzing (binnen 5 werkdagen na einde toewijzing), of bij een onderbreking van meer dan 8 weken, stuurt de jeugdhulpaanbieder een stop-zorg (JW307). Hiermee is het duidelijk dat een Jeugdige niet meer in zorg is. Jeugdhulpaanbieder houdt er rekening mee dat een melding van stop- zorg pas bedoeld is wanneer alle zorg van het Behandelplan van de jeugdige gestopt is en dat jeugdhulpaanbieder enkel een stop-zorgbericht kan sturen nadat eerder een start-zorg bericht gestuurd is door jeugdhulpaanbieder.
Voor de gemeente is de reden van beëindiging van jeugdhulp bij een jeugdige essentiële informatie. Hiermee houdt de gemeente zicht op de voortgang van de beoogde resultaten uit het Gezinsplan van een jeugdige en de financiële verplichtingen naar jeugdhulpaanbieders.
De jeugdhulpaanbieder heeft bij de reden beëindiging zorg de keuze uit de volgende opties voor het veld (landelijke standaard):
Code | Documentatie | Vervolgactie |
02 | Overlijden | Toewijzing sluiten |
20 | Levering is tijdelijke beëindigd | Toewijzing aanhouden |
31 | Levering is volgens plan beëindigd | Toewijzing sluiten |
32 | Voortijdig afgesloten: eenzijdig door jeugdige | Toewijzing sluiten |
33 | Voortijdig afgesloten: eenzijdig door jeugdhulpaanbieder | Mag alleen worden gebruikt, na overleg met contractmanagementToegang |
34 | Voortijdig afgesloten: in overeenstemming | Mag alleen worden gebruikt, na overleg met contractmanagementToegang |
35 | Voortijdig afgesloten: wegens externe omstandigheden | Toewijzing sluiten |
36 | Geïnitieerd door de gemeente | Toewijzing sluiten |
37 | In verband met wijzigingsverzoek | Toewijzing sluiten |
38 | Overstap naar andere jeugdhulpaanbieder | Mag niet worden gebruikt, initiatief ligt bij de gemeente. |
39 | Uitstroom naar ander domein | Toewijzing sluiten |
Levering is tijdelijk beëindigd (code 20)
In deze situatie blijft de toewijzing doorlopen, maar de jeugdhulpaanbieder zet (tijdelijk) het declareren stop. Dit is van toepassing op situaties waarin aannemelijk is dat de toewijzing, op een later moment weer uitvoering krijgt. Denk hierbij aan ziekenhuisopname, kortdurende detentie, vakantie enzovoorts. De Gemeente moet hierover wel geïnformeerd worden. Als over een periode van meer dan twee acht weken geen ondersteuning wordt geleverd, zet de jeugdhulpaanbieder de toewijzing tijdelijk stop met een stopzorgbericht.
Als uitzondering op het voorgaande geldt de situatie waarin met de jeugdige/het gezin is afgesproken dat de ondersteuning in een lagere frequentie plaatsvindt dan een keer per week. In dit geval stemt de jeugdhulpaanbieder dit af met de jeugdige/het gezin af en legt de jeugdhulpaanbieder deze afspraak vast in zijn jeugdige administratiehulpverleningsplan.
Levering volgens plan beëindigd (code 31)
Wanneer het resultaat en doelen volgens plan bereikt zijn of de einddatum bereikt is, moet een stopzorg bericht verzonden worden met reden “Levering volgens plan beëindigd (31)”.
Toelichting: Enige wijzigingen in het plan zijn normaal. Het is niet wenselijk om te rigide vast te houden aan een vooropgesteld plan. Als je met elkaar, zoals gepland, het traject doorloopt en niet voortijdig stopt, is het traject volgens plan afgesloten. Ook als de jongere de leeftijd van 18 jaar bereikt en de jeugdhulp wordt beëindigd óf wordt voortgezet onder een andere wet (Zvw, Wmo, Wlz) dan dient als reden beëindiging te worden gekozen voor ‘levering volgens plan beëindigd’ (31).
Voortijdig afgesloten: eenzijdig door Jeugdige (code 32)
Als de hulp op initiatief van de jeugdige (bijvoorbeeld doordat de jeugdige wegblijft, aangeeft geen hulp meer te wensen/nodig te hebben, of een andere reden) wordt beëindigd, stopt de toewijzing. De jeugdhulpaanbieder brengt Opdrachtgever hiervan onmiddellijk, uiterlijk binnen 2 werkdagen, op de hoogte. Indien nodig wordt ook de gemeente geïnformeerd. De betaling van de toewijzing stopt dan.
Toelichting: Het traject wordt voortijdig afgesloten, bijvoorbeeld omdat:
• de jeugdige op eigen initiatief naar een andere zorgjeugdhulpaanbieder gaat;
• de jeugdige ontevreden is over de zorg;
• de jeugdige vindt dat de zorg niet (meer) nodig is;
• de jeugdige geen hulp accepteert.
Voortijdig afgesloten: eenzijdig door jeugdhulpaanbieder (code 33)
Een jeugdhulpaanbieder mag alleen na akkoord van de Gemeente kiezen voor deze reden. De code 33 wordt zonder akkoord van de Gemeente wordt gezien als uitval.
Toelichting: Het lukt de jeugdhulpaanbieder niet voldoende passende hulp te bieden. De jeugdhulpaanbieder komt tot de conclusie dat verdere hulp vanuit jeugdhulpaanbieder niet meer haalbaar is, verantwoord is (bijvoorbeeld vanwege agressie richting de hulpverlener) en/of geen perspectief meer kent. Als de jeugdige/het gezin die conclusie niet deelt, geldt: ‘Voortijdig afgesloten: eenzijdig door de jeugdhulpaanbieder (33)’. Dit brengt het aantal jeugdigen in beeld die volgens de jeugdhulpaanbieder beter op een andere wijze geholpen kunnen worden, niet bij de betreffende jeugdhulpaanbieder zelf.
Voortijdig afgesloten: in overeenstemming (code 34)
Een jeugdhulpaanbieder mag alleen na akkoord van de gemeente kiezen voor deze reden. Anders is de code tegenstrijdig met de acceptatieplicht, die in het contract is opgenomen. De code 34 wordt zonder akkoord van de gemeente gezien als uitval.
Toelichting: De situatie van de jeugdige of het gezin is veranderd waardoor de gestarte hulp niet meer passend is. Als de jeugdige/het gezin en behandelaar het eens zijn dat de eerder afgesproken hulp geen toegevoegde waarde meer heeft, of dat andere hulp nodig is dan dat binnen het lopende traject geboden kan worden, geldt: Voortijdig afgesloten: in overeenstemming (34).
Voortijdig afgesloten: wegens externe omstandigheden (code 35)
Als de hulp wordt beëindigd vanwege verhuizing van de jeugdige, kan dit worden doorgegeven aan de gemeente met de code 35.
Toelichting: externe omstandigheden zijn bijvoorbeeld:
• Een verhuizing,
• Het overlijden van de jeugdige,
• Langdurige vermissing of ontvoering van de jeugdige.
Geïnitieerd door de gemeente (code 36)
Wanneer de gemeente een toewijzing beëindigd, wordt de code “geïnitieerd door de gemeente” gebruikt. De jeugdhulpaanbieder geeft daarmee aan dat de stop een vervolg is op een door de gemeente beëindigende toewijzing.
In verband met wijzigingsverzoek (code 37)
Wanneer een de gemeente een toewijzing wijzigt als gevolg van een ingediend wijzigingsverzoek door de jeugdhulpaanbieder, dient de toewijzing door de jeugdhulpaanbieder te worden afgesloten met een stopzorg met reden 37 (in verband met wijzigingsverzoek).
Overstap naar andere jeugdhulpaanbieder (code 38)
Wanneer blijkt dat aan het begin of gedurende het traject de jeugdige/het gezin beter door een andere jeugdhulpaanbieder geholpen kan worden gaat de jeugdhulpaanbieder in overleg met de jeugdige/het gezin, de Verwijzer en/of de Toegang zodat een andere jeugdhulpaanbieder de hulpverlening kan overnemen. Dit gebeurt buiten het berichtenverkeer om. Uiteindelijk is de gemeente in de lead voor de administratieve verwerking, dat kan een intrekking of een beëindiging van de toewijzing tot gevolg hebben. Bij een beëindiging stuurt de jeugdhulpaanbieder pas een stopzorg, nadat er een aangepaste (beëindigde) toewijzing is ontvangen. Jeugdhulpaanbieder gebruikt dan de reden 31. Volgens plan beëindigd.
Uitstroom naar ander domein (code 39)
Ook in dit geval ligt de regie bij de gemeente. De jeugdhulpaanbieder, neemt in geval van uitstroom naar een ander domein, contact op met de gemeente voor het administratief verwerken. De gemeente zal de toewijzing intrekken, waarna de jeugdhulpaanbieder middels reden 31 de toewijzing “volgens plan” stopt.
7.2.1 Einde toewijzing
Als de zorg niet is gestopt, maar de toewijzing zijn einddatum heeft bereikt, wordt een stopzorg gestuurd met stopdatum gelijk aan einddatum toewijzing en reden beëindiging: “Volgens plan beëindigd”. Dit is overeenkomstig de i-Standaarden, waarbij iedere toewijzing die is gestart met een startzorg, ook gestopt moet worden.
7.2.2 Voortijdige beëindiging
Wanneer een jeugdhulpaanbieder een jeugdige heeft geaccepteerd, blijft gedurende de hulpverlening de verantwoordelijkheid voor zorgcontinuïteit bij de jeugdhulpaanbieder. Indien de jeugdhulpaanbieder van mening is dat zij de noodzakelijke hulp om inhoudelijke redenen niet kan bieden of indien de inzet niet of onvoldoende werkt, blijft de verantwoordelijkheid voor (overbruggings-) hulp en veiligheid van deze jeugdige/het gezin bij de initiële jeugdhulpaanbieder tot het moment waarop de hulp gestart wordt bij een andere jeugdhulpaanbieder.
Het tussentijds stopzetten van de hulp wanneer het hulpverleningstraject nog niet is afgerond, kan slechts in uitzonderingssituaties plaatsvinden. De jeugdhulpaanbieder dient in dit geval eerst te overleggen met de gemeente.
Verder kan het voorkomen dat de eenmaal gestarte jeugdhulp, voortijdig tot een einde komt zonder dat het resultaat is behaald. Dit kan komen door:
• Eenzijdige beëindiging door de jeugdige en/of het gezin. Bijvoorbeeld omdat de jeugdige niet meer verschijnt (code 32).
• Voortijdige beëindiging wegens externe omstandigheden. Bijvoorbeeld bij verhuizing van jeugdige en/of gezin (code 35).
8.3 Definities
Met opmerkingen [Yv’G28]: 1 plek met definities; 8.8
Stopdatum zorg7.3 Berichtenverkeer
• De stopzorg (JW307) berichten worden binnen 5 werkdagen (nadat duidelijk is dat de zorg gestopt is, of dat de lopende toewijzing zijn einddatum heeft bereikt) naar de gemeente verstuurd.
• Gemeenten zullen deze berichten technisch controleren en op basis daarvan zal de gemeente
binnen 3 werkdagen een retourbericht JW308 versturen.
• Ook zal de gemeente op basis van het door de jeugdhulpaanbieder gestuurde JW307-bericht de toewijzing van een (nieuwe) einddatum voorzien en stuurt daarop een aangepast JW301-bericht.
• De JW301 berichten worden technisch door de jeugdhulpaanbieder gecontroleerd en op basis daarvan binnen 3 werkdagen beantwoord met een JW302 retourbericht
7.8. Bijlagen
Met opmerkingen [Yv’G29]: Tabel aangepast, historische referentie brengt misvattingen met zich mee.
8.1 Standaardbudgetten
Hieronder zijn de standaardbudgetten opgenomen zoals die tussen gemeenten en een vertegenwoordiging van jeugdhulpaanbieders zijn afgestemd. Alle ambulante jeugdhulpaanbieders kunnen alle 8 de standaardbudgetten toegewezen krijgen en een offertebudget aanvragen indien er meer nodig is dan budget 8 van € 20.000.
Standaardbudget | Budget in euro’s | Toepasbaar voor 1e verwijzing door medisch verwijzer? |
1 | 1.000 | Ja |
2 | 2.000 | Ja |
3 | 3.000 | Ja |
4 | 5.000 | Ja |
5 | 8.000 | Ja |
6 | 12.000 | Nee |
7 | 15.000 | Nee |
8 | 20.000 | Nee |
8.2 Werkwijze (primair proces)
Figuur 1 sheets uit training 'toewijzen'
- | Cat. 50 A-specifiek Ambulante Jeugdhulp | 4400A | Wonen & Verblijf Intensiteit A |
50451 | Tariefgroep 1 J&O/LVB | 4400B | Wonen & Verblijf Intensiteit B |
50452 | Tariefgroep 2 J&O/LVB | 4400C | Wonen & Verblijf Intensiteit C |
50453 | Tariefgroep 3 J&O/LVB | 4400D | Wonen & Verblijf Intensiteit D |
50454 | Tariefgroep 4 J&O/LVB | 4400E | Wonen & Verblijf Intensiteit E |
50455 | Tariefgroep 5 J&O/LVB | 4400F | Wonen & Verblijf Intensiteit F |
50456 | Tariefgroep 6 J&O/LVB | 4400G | Wonen & Verblijf Intensiteit G |
50457 | Tariefgroep 7 J&O/LVB | 4400H | Wonen & Verblijf Intensiteit H |
50541 | Tariefgroep 1 JGGZ | 4400I | Wonen & Verblijf Intensiteit I |
50542 | Tariefgroep 2 JGGZ | 4400J | Wonen & Verblijf Intensiteit J |
50543 | Tariefgroep 3 JGGZ | 4400K | Wonen & Verblijf Intensiteit K |
50544 | Tariefgroep 4 JGGZ | 54011 | Jeugd-ggz verblijf tariefklasse C |
50545 | Tariefgroep 5 JGGZ | 54012 | Jeugd-ggz verblijf tariefklasse D |
50546 | Tariefgroep 6 JGGZ | 54013 | Jeugd-ggz verblijf tariefklasse E |
50547 | Tariefgroep 7 JGGZ | 54014 | Jeugd-ggz verblijf tariefklasse F |
- | Cat. 50 A-specifiek Ambulante Jeugdhulp | 54015 | Jeugd-ggz verblijf tariefklasse G |
50411 | Groepsaanbod licht | 5401H | Jeugd-ggz verblijf tariefklasse H |
50412 | Groepsaanbod middel | 54050 | Diagnostiek/onderzoek ED (per stuk) |
50413 | Groepsaanbod middelzwaar | 54051 | Behandeling voor een Jeugdige met ED (per stuk) |
50414 | Groepsaanbod zwaar | 54052 | Diagnostiek/onderzoek ED (per minuut) |
45MST | Multi systeem therapie (MST) | 54053 | Behandeling voor een Jeugdige met ED (per minuut) |
45ZIT | Zeer intensieve traumabehandeling (ZIT) |
Type bericht | Berichtnaam | Verstuurd door | Doorlooptijd | Toelichting |
JW301- bericht | Toewijzing | Gemeente | < 5 werkdagen of < 40 werkdagen na ontvangst JW319 met reden “Onderzoek”. | Na ontvangst JW315- of JW317- bericht |
JW302- bericht | Toewijzing retour | JHA | < 3 werkdagen | Betreft retourbericht |
JW305- bericht | Startzorg | JHA | < 5 werkdagen | Nadat zorg is gestart |
JW306- bericht | Startzorg retour | Gemeente | < 3 werkdagen | Betreft retourbericht |
JW307- bericht | Stopzorg | JHA | < 5 werkdagen | Nadat zorg is gestopt |
JW308- bericht | Stopzorg retour | Gemeente | < 3 werkdagen | Betreft retourbericht |
JW315- bericht | Verzoek om Toewijzing | JHA | < 5 werkdagen | Na Toetsing en acceptatie |
JW316- bericht | Verzoek om Toewijzing retour | Gemeente | < 3 werkdagen | Betreft retourbericht |
JW317- bericht | Verzoek om Wijziging | JHA | Indien van toepassing | 8 weken voor de gewenste ingangsdatum |
JW318- bericht | Verzoek om Wijziging retour | Gemeente | < 3 werkdagen | Betreft retourbericht |
JW319- bericht | Antwoord | Gemeente | < 5 werkdagen | Waarde 1 (afgewezen) of waarde 2 (in onderzoek) |
JW320- bericht | Antwoord retour | JHA | < 3 werkdagen | Betreft retourbericht |
JW323- bericht | Declaratie | JHA | voor 1e van de 2e maand van levering | Maandelijks declareren binnen uiterlijk 9030 dagen na afloop van de maand van zorgverlening, elke maand declareren, uitzondering: eerste declaratie na nieuw traject als gevolg van woonplaatsbeginsel; |
JW325- bericht | Declaratie Antwoord | Gemeente | < 10 werkdagen | Betaling geschiedt binnen 30 dagen na indienen |
Gemeente | Gemeentecode |
Dalfsen | 0148 |
Deventer | 0000 |
Xxxxxxxxxx | 0000 |
Xxxxxx | 0000 |
Xxxx-Xxxxx | 0000 |
Xxxxx | 0000 |
Xxxxxx | 0000 |
Xxxxxxxxx | 0000 |
Xxxxxxxxxxxxxxx | 0000 |
Xxxxxxxxxxxxxxx | 0000 |
Xxxxxx | 0193 |
8.6.1 Contactgegevens RSJ-ContractmanagersGemeenten
Voor de meest actuele gegevens van de gemeenten kunt u terecht op de site van het RSJ: www.rsj- xxxxxxxxxx.xx via de kop RSJ IJsselland bij informatie over gemeenten.
Informatie over gemeenten | RSJ IJsselland (xxx-xxxxxxxxxx.xx) Informatie over gemeenten | RSJ IJsselland (xxx-xxxxxxxxxx.xx)
8.6.2 Contactgegevens Jeugdhulpaanbieders (Berichtenverkeer en Declaraties)
De contactgegevens van de Jeugdhulpaanbieders zullen zijn aan gemeenten beschikbaar worden gesteld via VendorLink, het contractmanagementsysteem van de regio.
8.6.3 Contactgegevens RSJ Contractmanagers
Voor de meest actuele gegevens van de contractmanagers kunt u terecht op de site van het RSJ: xxx.xxx-xxxxxxxxxx.xx
Jeugdhulpaanbieder dient zelf een format op te stellen welke in te zetten is voor de in te vullen privacyverklaring van de Jeugdige/ouders. Jeugdhulpaanbieders dienen deze verklaring op te slaan in de eigen administratie.
Accountmanager | Contactpersoon tussen gemeenten en jeugdhulpaanbieders. | |
Gezinsplan / BEHANDELPLAN / Hulpverleningsplan | Het plan waarin jeugdhulpaanbieder haar ondersteuning en de voortgang beschrijft. Daar waar u in dit document Gezinsplan ziet staan, mag u ook behandelplan of Hulpverlenersplan lezen. Voorheen ook bekend als behandelplan. | |
Beschikking | Formeel besluit van de gemeente aan de ouders en/of jeugdige inzake het al dan niet toelaten van een Jeugdige tot de niet vrij toegankelijke jeugdhulp. | |
Budget | Budget is een maximaal bedrag waarbinnen de jeugdhulpaanbieder het hulpverleningstraject kan bieden. Blijkt het budget niet voldoende, dan dient tijdig af te worden gestemd met gemeente. Let op: behalen resultaat is niet financieel afdwingbaar, de bekostiging is inspanningsgericht. Behaalt een jeugdhulpaanbieder verschillende keren niet het resultaat binnen de afgesproken budgetten, dan volgen er leveranciersgesprekken om de oorzaak vast te stellen en gevolgen vast te stellen. Is de gemeente (meermaals) niet tevreden met het werk van een jeugdhulpaanbieder, dan kan er gekozen worden hier minder/niet meer mee samen te werken. | |
Casusregie | De afstemming, overzicht en coördinatie tussen de gemeente en overige hulpverleners in een gezin, welke berust bij de gemeente of, indien een Gecertificeerde Instelling (GI) is betrokken in het kader van een maatregel, bij die instelling. In die gevallen waarin jeugdhulpaanbieder zelf het budget vaststelt (bij Privacyverklaring; wanneer een Jeugdige/het gezin geen toestemming geeft voor het delen van informatie aan de gemeente), heeft jeugdhulpaanbieder de regie. | |
Contractmanager | Contactpersoon tussen regio IJsselland, jeugdhulpaanbieder en gemeenten. | |
De gemeente(n) | De aan de Aanbesteding deelnemende gemeenten van het Regionaal Serviceteam Jeugd IJsselland (RSJ IJsselland) (Dalfsen, Deventer, Hardenberg*, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartwaterland en Zwolle). * Gemeente Hardenberg neemt alleen deel aan het segment Wonen/Verblijf. | |
Duurzaam traject | Een hulpverleningstraject waarbij meerjarig hulp wordt verleend en veelal gericht is op het begeleiden van de jeugdige of in het geval van medicatiecontrole meerjarig kortstondig behandelen van een jeugdige. | |
Gecertificeerde Instelling | Gecertificeerde Instellingen worden van overheidswege gecertificeerd om maatregelen in het kader van de |
Met opmerkingen [Yv'G30]: Definities aangepast; gelijk gehouden aan definities inkoopdocument/ aangevuld met juiste definitiebepaling. Definities geschrapt die niet in het RAP voorkomen. Op alfabetische volgorde gezet.
jeugdreclassering en jeugdbescherming te mogen uitvoeren. | |
Gezin | Een samenlevingsvorm van een aantal individuen waarin in ieder geval één of meerdere Jeugdige(n) een plek hebben. |
Gezinsplan | Het plan met resultaten en afspraken vastgesteld door Wettelijk verwijzer. Wettelijk verwijzer is verantwoordelijk een zo volledig mogelijke verwijzing op te stellen. Wanneer Xxxxxxxxx verwijzer geen of onvolledige resultaten en afspraken heeft meegegeven met de verwijzing is Xxxxxxxxxxxxx verantwoordelijk dit te borgen of hiervoor in contact te treden met de Toegang. |
Groepsaanbod | Alle vormen van groepsaanbod in de zin van dagbesteding en dagbehandelingsvormen. Niet zijnde logeren/deeltijdverblijf. |
Hersteltraject | Een hulpverleningstraject met een kop en een staart. Een Hersteltraject wordt gekozen wanneer de hulpverlening tijdelijk van aard is. |
Hulp | Jeugdhulp zoals bedoeld en omschreven in artikel 1 van de Jeugdwet. |
Hulpverleningsplan | Het plan waarin Xxxxxxxxxxxxx haar ondersteuning en de voortgang beschrijft. Daar waar u in dit document Hulpverleningsplan ziet staan, mag u ook behandelplan lezen. Voorheen ook bekend als behandelplan. |
Hulpverleningstraject | Een door de gemeente en jeugdhulpaanbieder afgestemd traject waarbij op basis van te behalen resultaten wordt besproken welke hulp nodig is om de gestelde resultaten te behalen. |
Jeugdige/ouder(s) | Een Jeugdige/ouder(s) zoals gedefinieerd in art 1 van de Jeugdwet. De Jeugdige/ouder(s) staat ingeschreven in BRP en kan op basis van de Jeugdwet aanspraak maken op jeugdhulp. |
Jeugdhulpaanbieder | De gecontracteerde jeugdhulpaanbieder die de hulp verleend. |
Landelijke standaard berichten | Gemeenten en jeugdhulpaanbieders wisselen berichten uit over Jeugdigen die een beroep doen op de Jeugdwet. In de bijlage is een overzicht opgenomen met de typeberichten. |
Offertebudget | Voor een offerte budget doet jeugdhulpaanbieder een inhoudelijk onderbouwd voorstel voor de hoogte van het budget o.b.v. individuele hulp en/of dagverblijf groepsaanbod. Jeugdhulpaanbieder en gemeente stemmen vervolgens in gesprek af wat de hoogte van het offerte budget moet zijn. Er zit geen bovengrens aan het offertebudget. |
Opdrachtgever | Bedrijfsvoeringsorganisatie Regionaal Serviceteam Jeugd (RSJ) IJsselland is Opdrachtgever. Deze bestaat uit de 11 gemeenten in de regio IJjsselland. |
Gemeente t | Laagdrempelig integraal toegangspunt van de Gemeente waar de Jeugdige/het gezin zich kan melden met een hulpvraag. |
Standaardbudget | Een financieel budget voor het hulpverleningstraject waarbij er regionaal al een voorselectie is gemaakt welke erkende interventies thuishoren bij de verschillende hoogtes in standaard budgetten. Afrekening vindt plaats o.b.v. P*Q. Een standaardbudget is het financieel maximum waarbinnen de Hulpverlening moet worden geleverd. Alle geleverde individuele en/of groepshulp binnen de kaders van het resultaat en keuzebudget wordt vergoed. Een Opdrachtnemer krijgt dus niet het gehele budget uitbetaald, maar alleen uitbetaald voor de Hulpverlening die is geleverd. De bekostiging is hiermee inspanningsgericht. |
Start zorg/ behandeling aanvang jeugdhulp | Onder de feitelijke start van de hulpverlening wordt verstaan de datum van de eerste afspraak na de Toetsing en acceptatie. Dit is het JW305-bericht. |
Stopdatum zorg | Het stopbericht geeft de jeugdhulpaanbieder aan de gemeente aan wanneer de levering beëindigd is en wat de reden is van de beëindiging. Dit is het JW307- bericht. |
Toegang | Laagdrempelig integraal toegangspunt van de Gemeente waar de Jeugdige zich kan melden met een hulpvraag. |
Toetsing | Bij toetsing kijkt de Jeugdhulpaanbieder of haar hulpaanbod past bij de door de Wettelijk verwijzer gestelde resultaten en of de veiligheid van de Jeugdige/het gezin in het geding is. Dus geen intake, diagnostiek of het opstellen van het Gezinsplan. Dit moment van toetsing vindt plaats voor er een toewijzing (gevraagd) is. |
Toewijzing | Een toewijzing is een opdracht aan de jeugdhulpaanbieder om zorg en ondersteuning te leveren aan de inwoner. De gemeente bevestigt dat er hulp aan de inwoner mag worden geleverd. Dit betekent ook dat de gemeente de declaratie hiervoor zal betalen. Dit is het JW301-bericht. |
(wettelijk) Verwijzer | Samenstel van Toegang, GI, Huisarts, medisch specialist, jeugdarts en rechter met de wettelijke bevoegdheid om een verwijzing voor jeugdhulp af te geven, conform artikel 2.6 lid 1 van de Jeugdwet. Jeugdwet Jeugdigen en/of hun ouders |
Gemeentetoestemming verleent tot (hoogh)specialistische jeugdhulp. | |
Verzoek Om Toewijzing (VOT) | Een digitale aanvraag via een JW315-bericht van jeugdhulpaanbieder naar de gemeente waarin toestemming wordt gevraagd voor inzet van jeugdhulp. |
Wijziging van Hulp (ook wel: mutaties) | Een herziening van het budget en/of volume en/of toewijzing, als sprake is van nieuwe feiten en/of omstandigheden die tot toekenning van een ander budget moet leiden. |
Woonplaats van de Jeugdige | Met de aanduiding ‘woonplaats van de Jeugdige’ of ‘gemeente waarin de Jeugdige woont’ wordt in dit document bedoeld de gemeente die op grond van het woonplaatsbeginsel verantwoordelijk is voor de jeugdhulp aan deze Jeugdige. |
Zorgplicht | Zorgplicht is de verplichting opm een Jeugdige van passende zorg te voorzien zolang deze onder de verantwoordelijkheid van de ]jeugdhulpaanbieders of gemeente valt. De zorgplicht is bij een ]jeugdhulpaanbieder pas van toepassing na aanvang zorg. |
8.9 Cliëntgebonden overeenkomst niet gecontracteerde zorg
De opdracht voor het opstellen van een cliëntgebonden overeenkomst kan alleen door de 11 gemeenten in de regio IJsselland aan het RSJ IJsselland worden gegeven. De 11 gemeenten zijn:
Zwolle, Ommen, Raalte, Dalfsen, Hardenberg, Staphorst, Kampen, Zwartewaterland, Deventer, Olst- Wijhe en Steenwijkerland.
Blijkt dat de hulpvraag niet door een gecontracteerde zorgaanbieder kan worden uitgevoerd, dan is het aan de gemeente een aanvraag in te dienen bij het RSJ IJsselland voor een cliëntgebonden overeenkomst.
Mocht RSJ IJsselland een aanvraag binnen krijgen voor een cliëntgebonden overeenkomst afkomstig van een zorgaanbieder of een wettelijke verwijzer anders dan de Toegang, dan zal het RSJ IJsselland de aanvrager verwijzen naar de desbetreffende gemeente die uitsluitend bevoegd is om aan RSJ IJsselland een opdracht te geven tot het aangaan van een cliëntgebonden overeenkomst.