NL
NL
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 7.5.2010 COM(2010)220 definitief
2010/0119 (NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking
TOELICHTING
De overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds (hierna de "TDCA" genoemd), werd op 11 oktober 1999 in Pretoria ondertekend en is op 1 mei 2004 in werking getreden.
Krachtens de artikelen 18 en 103 moet de TDCA binnen vijf jaar na inwerkingtreding worden geëvalueerd.
Op zijn bijeenkomst van 7 november 2005 heeft de Samenwerkingsraad de grote lijnen van de toekomstige herziening van de TDCA uitgetekend. Het gaat om verdere liberalisering van de handel, kleine wijzigingen van de titel betreffende ontwikkelingssamenwerking, bijwerking van de formulering van verschillende bepalingen betreffende economische samenwerking en samenwerking op andere gebieden en toevoeging van nieuwe bepalingen inzake onder meer terrorisme, het Internationaal Strafhof, massavernietigingswapens, huurlingen en handvuurwapens.
Op basis daarvan heeft de Commissie in juni 2006 een voorstel voor een onderhandelingsmandaat ingediend.
Op 17 november 2006 heeft de Raad een tweeledig besluit goedgekeurd, waarbij twee mandaten aan de Commissie werden verleend. Krachtens het ene mandaat werden aan de Commissie richtsnoeren verstrekt voor de herziening van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking op grond van artikel 106, lid 1, van de TDCA, dat de Samenwerkingsraad de bevoegdheid verleent besluiten te nemen ten aanzien van door een partij voorgestelde wijzigingen. Krachtens het andere mandaat werd machtiging verleend tot het openen van onderhandelingen tussen de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid- Afrika, anderzijds, om de overeenkomst te herzien wat betreft de politieke dimensie, alsmede wat betreft justitie, vrijheid en veiligheid.
In de loop van de onderhandelingen kwamen beide partijen echter met het oog op coherentie overeen af te zien van de "lichtere" procedure van artikel 106, lid 1, van de TDCA en te onderhandelen over één wijzigingsovereenkomst. Daarom heeft de Commissie over deze overeenkomst onderhandeld op basis van de samengevoegde onderhandelingsrichtsnoeren die de Raad had aangenomen, en in overleg met de Groep ACS en de Groep Afrika. Deze twee organen had de Raad overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden aangewezen als de speciale comités om de Commissie in haar taak bij te staan. De TDCA-onderhandelingen die betrekking hadden op handel en handelsgerelateerde kwesties, werden geschorst in afwachting van de resultaten van de besprekingen over de economische partnerschapsovereenkomst1.
1 Er dient op te worden gewezen dat de Commissie op 23 februari 2010 een afzonderlijk voorstel heeft aangenomen (COM 2010/57) over het standpunt van de Unie in de Samenwerkingsraad EU-Zuid- Afrika over een wijziging van de bijlagen inzake het tarief bij de TDCA. Deze afzonderlijke wijziging is bedoeld om de tarieven volgens de TDCA die door Zuid-Afrika worden toegepast, gelijk te trekken met de tarieven die zijn vastgesteld bij de tussentijdse economische partnerschapsovereenkomst waarover is onderhandeld met de SADC/EPO-groep en die moeten worden toegepast door de andere landen van de Douane-unie van Zuidelijk Afrika (SACU).
Gedurende de onderhandelingen heeft de Commissie ervoor gezorgd dat naar behoren rekening werd gehouden met het proces voor de tenuitvoerlegging van het strategische partnerschap tussen Zuid-Afrika en de EU. De onderhandelingen werden op 10 oktober 2007 tot tevredenheid van de Commissie afgesloten.
Op 1 april 2008 keurde de Raad een besluit2 goed ter ondertekening van de overeenkomst tot wijziging. Overeenkomstig dit besluit van de Raad werd de overeenkomst vervolgens op 11 september 2009 in Kleinmond, Zuid-Afrika namens de Gemeenschap en haar lidstaten ondertekend.
Na de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, treedt de Europese Unie in de plaats van de Europese Gemeenschap voor de goedkeuring van de overeenkomst. Zoals bepaald in artikel 3 van de overeenkomst stellen de partijen elkaar in kennis van de voltooiing van de desbetreffende goedkeuringsprocedures en leggen zij hun instrumenten voor ratificatie neer bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.
Zoals vastgesteld bij artikel 4, treedt de overeenkomst tot wijziging in werking op de eerste dag van de maand volgende op de maand waarin de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de noodzakelijke procedures.
Dit voorstel omvat een besluit van de Raad houdende sluiting van de overeenkomst tot wijziging.
De Commissie stelt derhalve voor dat de Raad het bijgevoegde besluit goedkeurt.
2 Raadsdocument 7437/08 van 1 april 2008.
2010/0119 (NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
van […]
betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a),
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien de instemming van het Europees Parlement3, Overwegende hetgeen volgt:
(1) De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking werd namens de Gemeenschap en de lidstaten op 11 september 2009 in Kleinmond, Zuid-Afrika, ondertekend overeenkomstig Besluit 7437/08 van de Raad van 1 april 2008 betreffende de ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking.
(2) In artikel 3 van de overeenkomst tot wijziging is bepaald dat deze door de Unie, de lidstaten en de Republiek Zuid-Afrika wordt goedgekeurd overeenkomstig hun eigen procedures.
(3) Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking, wordt gesloten.
3 PB C […] van […], blz. […].
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wijst de persoon aan die bevoegd is om namens de Europese Unie de in artikel 3 van de overeenkomst genoemde akten van goedkeuring neer te leggen, waarmee de instemming van de Europese Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen. Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst wordt bekendgemaakt in het
Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel,
Voor de Raad De voorzitter
BIJLAGE
OVEREENKOMST
TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN HAAR LIDSTATEN, ENERZIJDS,
EN DE REPUBLIEK ZUID-AFRIKA, ANDERZIJDS, TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST
INZAKE HANDEL, ONTWIKKELING EN SAMENWERKING
HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE,
DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN,
DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, IERLAND,
DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK CYPRUS,
DE REPUBLIEK LETLAND, DE REPUBLIEK LITOUWEN,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, DE REPUBLIEK HONGARIJE,
MALTA,
HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE REPUBLIEK POLEN,
DE PORTUGESE REPUBLIEK, ROEMENIË,
DE REPUBLIEK SLOVENIË, DE REPUBLIEK SLOWAKIJE, DE REPUBLIEK FINLAND, HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna "de lidstaten" genoemd, en
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
hierna "de Gemeenschap" genoemd, en
DE REPUBLIEK ZUID-AFRIKA,
hierna tezamen "de partijen" genoemd,
OVERWEGENDE DAT de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds (hierna "de TDCA" genoemd), op 11 oktober 1999 in Pretoria werd ondertekend en op 1 mei 2004 in werking is getreden;
OVERWEGENDE DAT krachtens de artikelen 18 en 103 de TDCA binnen vijf jaar na inwerkintreding moet worden herzien; dat de partijen de TDCA in 2004 opnieuw hebben bezien en in een gezamenlijke verklaring van de Samenwerkingsraad van 23 november 2004 zijn overeengekomen dat bepaalde wijzigingen noodzakelijk zijn;
OVERWEGENDE DAT de herzieningen van de bepalingen van de TDCA inzake liberalisering van de handel en handelsgerelateerde vraagstukken deel uitmaken van de onderhandelingen over een economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de landen van zuidelijk Afrika;
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
De TDCA wordt als volgt gewijzigd:
(1) in de preambule wordt de volgende zesde overweging toegevoegd:
"Erkennende dat alle componenten van het multilaterale ontwapenings- en non- proliferatieverdragsstelsel cruciaal zijn en dat vorderingen moeten worden gemaakt bij de implementatie van alle daaruit voortvloeiende verplichtingen, wensen de partijen in de overeenkomst een clausule op te nemen waarmee zij op dit terrein kunnen overgaan tot samenwerking en een politieke dialoog.";
(2) Artikel 2, lid 1, wordt vervangen door:
"De eerbiediging van de democratische beginselen en fundamentele mensenrechten die zijn opgenomen in de universele verklaring van de rechten van de mens, en de eerbiediging van de rechtsstaat alsmede samenwerking bij ontwapening en de non- proliferatie van massavernietigingswapens als vastgesteld bij artikel 91 bis, leden 1 en 2, vormen de grondslag van het binnen- en buitenlandse beleid van de Europese Unie en Zuid-Afrika en zijn een essentieel onderdeel van deze overeenkomst.";
(3) Artikel 55 wordt vervangen door: "Artikel 55
Informatiemaatschappij en informatie- en communicatietechnologieën (ICT)
1. De partijen komen overeen samen te werken voor de ontwikkeling van de informatiemaatschappij en de toepassing van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) als instrumenten om de sociaaleconomische ontwikkeling in het informatietijdperk te bevorderen. Het doel van de samenwerking is:
a) bevordering van de totstandbrenging van een geïntegreerde en ontwikkelingsgerichte informatiemaatschappij;
b) steun voor de groei en ontwikkeling van de ICT-sector, met inbegrip van het midden- en kleinbedrijf4;
c) steun voor samenwerking op dit gebied tussen de landen van Zuidelijk Afrika en meer in het algemeen op het niveau van het hele continent.
2. De samenwerking omvat dialoog, informatie-uitwisseling en eventuele technische bijstand bij verschillende aspecten van de opbouw van de informatiemaatschappij. Dit omvat:
a) beleid, regelgeving, innovatieve en geïntegreerde toepassingen en diensten, ontwikkeling van vaardigheden;
4 Kleine, middelgrote en micro-ondernemingen.
b) bevordering van de interactie tussen regelgevingsautoriteiten, overheidsinstanties, bedrijven en maatschappelijke organisaties;
c) nieuwe voorzieningen, onder meer onderzoek- en onderwijsnetwerken die op de onderlinge aansluiting van netwerken en de interoperabiliteit van toepassingen zijn gericht;
d) bevordering en uitvoering van gezamenlijk onderzoek, technologische ontwikkeling voor projecten op het gebied van nieuwe technologieën betreffende de informatiemaatschappij.
In onderling overleg vastgestelde projecten die het resultaat zijn van interactie op bovengenoemde terreinen zouden via het programma voor ontwikkelingssamenwerking moeten worden uitgevoerd.";
(4) Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:
a) In lid 1 wordt de inleidende zin vervangen door:
"1. Het doel van de samenwerking op dit terrein is onder meer:";
b) lid 2 wordt vervangen door:
"2. De samenwerking is specifiek gericht op:
a) steun voor de uitwerking van een passend energiebeleid, het regelgevingskader en de infrastructuur daarvoor in Zuid-Afrika;
b) zorgen voor continuïteit van de energievoorziening in Zuid-Afrika door diversificatie van de energiebronnen;
c) verbetering van de technische, economische, ecologische en financiële prestaties van energiebedrijven, met name in de sectoren elektriciteit en vloeibare brandstoffen;
d) stimulering van capaciteitsopbouw met gebruikmaking van lokale expertise, met name door algemene en technische scholing;
e) ontwikkeling van nieuwe, duurzame energiebronnen en ondersteunende infrastructuur voor de energiebehoeften op nationaal en plattelandsniveau en de elektriciteitsvoorziening;
f) bevordering van het rationele energiegebruik in gebouwen en de industrie, met name door de bevordering van energie-efficiëntie;
g) bevordering van de wederzijdse overdracht en het gebruik van milieuvriendelijke en schonere energietechnologieën;
h) bevordering van de samenwerking bij de regelgeving in de energiesector in Zuidelijk Afrika;
i) stimulering van de regionale energiesamenwerking in Zuidelijk Afrika.";
c) het volgende lid wordt toegevoegd aan artikel 57:
"3. De samenwerking omvat Zuid-Afrikaanse werkzaamheden in het kader van het EU-energie-initiatief voor uitroeiing van de armoede en duurzame ontwikkeling, de doelstellingen van het uitvoeringsplan van Johannesburg en de VN-commissie voor duurzame ontwikkeling.";
(5) Artikel 58 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1, onder a), worden de woorden "gezondheids- en veiligheidsnormen" vervangen door "gezondheids-, veiligheids- en milieunormen";
b) in lid 1, onder b), wordt de tweede zin vervangen door: "De samenwerking moet onder meer ook bijdragen tot een voor beide zijden gunstig klimaat voor het aantrekken van investeringen in de sector, met name ook wat de kleine en middelgrote ondernemingen betreft, en moet ook voorheen achtergestelde gemeenschappen omvatten.";
c) aan lid 1 wordt het volgende punt toegevoegd:
"d) steun voor beleidsmaatregelen en programma's die de plaatselijke verrijking van ertsen stimuleren en mogelijkheden voor samenwerking bij de ontwikkeling van de verrijking van ertsen creëren.";
d) lid 1, onder d), wordt lid 1, onder e);
e) in lid 2 worden achteraan de woorden "en het Afrikaanse mijnbouwpartnerschap (African Mining Partnership - AMP)" toegevoegd;
(6) Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd: a) in lid 1, onder b), worden de woorden "een duurzaam vervoersnetwerk" vervangen door "een veilig en duurzaam vervoersnetwerk";
b) in lid 2, onder c), worden de woorden "het lucht- en zeeverkeer" vervangen door "het lucht-, spoor- en zeeverkeer";
c) in lid 2 worden de volgende punten toegevoegd:
"d) uitwisseling van informatie en verbetering van de samenwerking in verband met de respectieve beleidslijnen en praktijken inzake vervoersveiligheid, meer in het bijzonder in de sectoren zeevaart, luchtvaart en landtransport, met inbegrip van intermodale goederenstromen;
e) harmonisatie van het vervoerbeleid en de regelgeving door een versterkte beleidsdialoog en de uitwisseling van regelgevings- en operationele expertise met bevoegde instanties;
f) ontwikkeling van partnerschappen op het gebied van wereldwijde satellietnavigatiesystemen, met inbegrip van onderzoek en technologische ontwikkeling, en toepassing van die systemen voor duurzame ontwikkeling.";
(7) Het volgende artikel wordt ingevoegd: " Artikel 59 bis
Zeevaart
1. Met het oog op de ontwikkeling van hun maritieme industrie moedigen de partijen hun bevoegde autoriteiten, scheepvaartmaatschappijen, havens, relevante onderzoekinstellingen, zeevrachtexpediteuren, douane-expediteuren, logistieke ondernemingen, universiteiten en hogescholen aan om samen te werken, onder meer op de volgende gebieden:
a) uitwisseling van standpunten betreffende hun activiteiten in het kader van internationale maritieme organisaties;
b) opstelling en verbetering van de wetgeving betreffende zeevervoer en marktbeheer;
c) bevordering van efficiënte vervoerdiensten voor de internationale zeevaart door doeltreffende exploitatie en beheer van de havens en vloten van de partijen;
d) handhaving van internationaal bindende normen en wettelijke voorschriften voor de veiligheid van de zeevaart en preventie van verontreiniging van de zee;
e) bevordering van maritieme studie en opleiding, meer in het bijzonder de opleiding van zeevarenden;
f) uitwisseling van personeel, wetenschappelijke informatie en technologie;
g) versterkte inspanningen voor de verbetering van de maritieme veiligheid.
2. De partijen bevestigen hun grote gehechtheid aan de door hen geratificeerde internationale verdragen inzake de regelgeving voor gevaarlijke biologische, chemische en nucleaire materialen en komen overeen bilateraal en in multilateraal verband samen te werken op dit gebied.
3. De samenwerking in dit verband kan plaatsvinden via gezamenlijk ontwikkelde programma's voor capaciteitsopbouw betreffende veiligheid en het milieu."
(8) Artikel 60 wordt als volgt gewijzigd:
a) lid 1, onder c), wordt vervangen door:
"c) de ontwikkeling van producten en markten, het menselijk potentieel en institutionele structuren te bevorderen;"
b) lid 1, onder e), wordt vervangen door:
"e) samen te werken bij het ontwikkelen en stimuleren van toerisme met een basis in de plaatselijke gemeenschappen;";
c) lid 2, onder e), wordt vervangen door:
"e) stimulering van de samenwerking op regionaal en continentaal niveau.”
(9) Artikel 65 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1 worden de woorden "heeft plaats in een context van beleidsdialoog en partnerschap" vervangen door "vindt plaats in een context van beleidsdialoog, partnerschap en doeltreffende steun";
b) in lid 3 achteraan worden na het woord "bestrijden" de woorden "en meer in het bijzonder de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling helpen verwezenlijken " toegevoegd;
(10) Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 65 bis
Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling
De partijen bevestigen zich te willen inzetten voor de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling tegen de streefdatum van 2015. De partijen komen ook overeen om hun inspanningen te verdubbelen om hun verbintenissen in het kader van de Conferentie van Monterrey over ontwikkelingsfinanciering5 na te komen en de in het uitvoeringsplan van Johannesburg (WSSD)6 vastgestelde resultaten te halen. De partijen geven voorts uitdrukking aan hun steun voor de Afrikaanse Unie en haar sociaaleconomische programma, en zullen gezamenlijk de middelen voor de uitvoering daarvan mobiliseren."
(11) Artikel 66 wordt als volgt gewijzigd:
a) lid 1 wordt vervangen door:
"1. De terreinen van de ontwikkelingssamenwerking worden in overeenstemming met de desbetreffende samenwerkingsinstrumenten
5 De internationale conferentie over ontwikkelingsfinanciering werd in maart 2002 in Monterrey (Mexico) gehouden en leidde tot de consensus van Monterrey en een reeks verbintenissen voor de toekomstige financiering van ontwikkelingshulp en het uitbannen van armoede in de wereld.
6 World Summit on Sustainable Development.
van de EU vastgesteld in onderling overeengekomen meerjarige programmeringsdocumenten, met inbegrip van met de EU-lidstaten overeengekomen gezamenlijke programmeringsdocumenten.";
b) in lid 2 worden de woorden "niet-gouvernementele ontwikkelingspartners en –actoren" vervangen door "niet- overheidsactoren";
c) in lid 3 worden de woorden "in het voormalige stelsel" geschrapt;
(12) Artikel 67 wordt vervangen door: "Artikel 67
Begunstigden
De voor financiële en technische bijstand in aanmerking komende samenwerkingspartners zijn nationale, provinciale en lokale overheden en overheidsinstanties, niet-overheidsactoren en regionale en internationale organisaties en instellingen."
(13) Artikel 68 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1 worden de woorden "alsmede financiële controles en evaluatie- en controlemissies" vervangen door "alsmede evaluatie en monitoring, financiële controles en andere missies";
b) in lid 2, onder c), worden de woorden "niet-gouvernementele partner" vervangen door "niet-overheidsactor";
c) in lid 4 wordt het woord "kan" vervangen door "zal";
(14) Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1 worden de woorden "op basis van specifieke doelstellingen gekozen in overeenstemming met de in artikel 66 aangegeven prioriteiten" geschrapt;
b) lid 2 wordt vervangen door: "de overeenkomsten en/of contracten betreffende afzonderlijke projecten en programma's omvatten een gedetailleerde omschrijving van de procedures en bepalingen betreffende de tenuitvoerlegging van en het toezicht op de ontwikkelingssamenwerking";
(15) Artikel 71 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1 wordt het woord "financieringsvoorstel" vervangen door "jaarlijks actieplan";
b) in lid 2 wordt het woord "financieringsvoorstel" vervangen door "jaarlijks actieplan";
(16) Artikel 73 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1 worden na de woorden "Zuid-Afrika en de ACS-staten" de woorden "alsook landen en gebieden die in aanmerking komen overeenkomstig de EG-verordeningen inzake ontkoppeling van de hulp" ingevoegd;
b) in lid 2 worden na de woorden "Zuid-Afrika of de ACS-staten" de woorden "alsook landen of gebieden die in aanmerking komen overeenkomstig de EG-verordeningen inzake ontkoppeling van de hulp" ingevoegd;
(17) In artikel 76 wordt het woord "Samenwerkingsraad" vervangen door "EU-Raad van Ministers";
(18) In artikel 77 wordt het woord "Samenwerkingsraad" vervangen door "EU-Raad van Ministers";
(19) Artikel 79 wordt als volgt gewijzigd:
a) in het kopje van het artikel wordt het woord "hoofdordonnateur" vervangen door "ordonnateur";
b) in de tekst van het artikel wordt het woord "hoofdordonnateur" vervangen door "ordonnateur";
(20) In artikel 82, lid 2, wordt de eerste zin geschrapt;
(21) Artikel 83 wordt vervangen door: "Artikel 83
Wetenschap en technologie
1. De partijen sluiten wederzijds voordelige partnerschappen op het gebied van wetenschap en technologie, waarbij zij de samenwerking uit hoofde van de EU-kaderprogramma's bevorderen in het kader van de in november 1997 gesloten overeenkomst inzake samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie, en in het kader van deze overeenkomst en andere relevante instrumenten. De partijen besteden bijzondere aandacht aan de aanwending van wetenschap en technologie ter ondersteuning van de duurzame groei en ontwikkeling van Zuid-Afrika in overeenstemming met de bepalingen van deze overeenkomst, en aan de voortgang van de maatregelen voor duurzame ontwikkeling wereldwijd en de versterking van de Afrikaanse capaciteiten op het gebied van wetenschap en technologie.
De partijen gaan regelmatig over tot dialoog om de prioriteiten voor de wetenschappelijke en technologische samenwerking gezamenlijk vast te stellen.
2. Het samenwerkingsverband omvat onder meer de toepassing van wetenschap en technologie voor armoedebestrijdingsprogramma's; uitwisseling op het
gebied van wetenschappelijk en technologisch beleid; onderzoek- en innovatiepartnerschappen ter ondersteuning van economische samenwerking en het scheppen van werkgelegenheid; samenwerking bij wereldwijde programma's voor speerpuntonderzoek en wereldwijde onderzoekinfrastructuur; steun voor Afrikaanse wetenschappelijke en technologische programma's op continentaal en regionaal niveau; versterking van de multilaterale wetenschappelijke en technologische dialoog en partnerschappen; benutting van de synergie tussen multilaterale en bilaterale wetenschappelijke en technologische samenwerking; ontwikkeling van het menselijke potentieel en mondiale mobiliteit van onderzoekers; gecoördineerde en gerichte samenwerking op specifieke wetenschappelijke en technologische themagebieden die door de partijen gezamenlijk worden vastgesteld.";
(22) Artikel 84 wordt als volgt gewijzigd:
a) in lid 1 achteraan worden de woorden ", onder meer in het kader van de Verenigde Naties en andere multilaterale fora." toegevoegd;
b) in lid 3 wordt na het woord "waterkwaliteitscontrole" het woord "; luchtkwaliteit;" ingevoegd en worden de woorden "rond de vermindering van broeikasemissies" vervangen door "betreffende de oorzaken en gevolgen van de klimaatverandering.";
(23) Artikel 85 wordt vervangen door: "Artikel 85
Cultuur
1. Algemeen - beleidsdialoog
a) De partijen werken samen op cultureel gebied om wederzijds begrip en de kennis van de cultuur/culturen van Zuid-Afrika en de lidstaten van de Europese Unie te bevorderen.
b) De partijen streven ernaar een beleidsdialoog op cultureel gebied tot stand te brengen; in het bijzonder betreffende de versterking en ontwikkeling van een competitieve cultuursector in Zuid-Afrika en de Europese Unie.
2. Culturele diversiteit en interculturele dialoog
De partijen werken samen in het kader van de relevante internationale fora (bijvoorbeeld UNESCO) om de bescherming en bevordering van de culturele diversiteit te verbeteren en de interculturele dialoog op internationaal niveau te stimuleren.
3. Culturele samenwerking en uitwisselingen
De partijen bevorderen de samenwerking bij culturele activiteiten, deelname aan evenementen en culturele uitwisselingen tussen cultuurondernemingen in Zuid-Afrika en de Europese Unie.";
(24) Artikel 86, lid 1, wordt vervangen door:
"1. De partijen gaan een dialoog aan op het gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid. Deze dialoog betreft onder meer vraagstukken met betrekking tot sociale problemen in de samenleving na het apartheidstijdperk, armoedebestrijding, fatsoenlijk werk voor iedereen, sociale bescherming, werkloosheid, gelijkheid van vrouwen en mannen, geweld tegen vrouwen, rechten van kinderen, mensen met een handicap, ouderen, jongeren, arbeidsbetrekkingen, gezondheidzorg, veiligheid op het werk en bevolking.";
(25) Artikel 90 wordt vervangen door: "Artikel 90
Samenwerking op het gebied van drugs
1. De partijen werken binnen hun respectieve bevoegdheden samen aan een evenwichtige en geïntegreerde aanpak van het drugsprobleem. Het beleid en de maatregelen tegen drugs worden gericht op het verminderen van de levering van, de handel in en de vraag naar illegale drugs en de preventie van het misbruik van precursoren.
2. De partijen bereiken overeenstemming over de wijze van samenwerking om deze doelstellingen te verwezenlijken. De maatregelen worden gebaseerd op de beginselen die zijn vastgesteld op de bijzondere zitting van de Algemene Vergadering van de VN over drugs in 1998 en de volledige naleving van de fundamentele mensenrechten.";
(26) Artikel 91 wordt als volgt gewijzigd:
a) de titel wordt vervangen door:
"Bescherming van persoonsgegevens";
b) lid 1 wordt vervangen door:
"1. De partijen werken samen om de bescherming van persoonsgegevens op te trekken tot het niveau van de strengste internationale normen, zoals onder meer de richtsnoeren voor de regulering van computerbestanden met persoonsgegevens, zoals gewijzigd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1990, en om de uitwisseling van gegevens overeenkomstig de nationale wetgeving te bevorderen, onder naleving van de strengste internationale normen, met inbegrip van de bescherming van de fundamentele rechten.";
c) lid 3 wordt geschrapt;
(27) De volgende artikelen worden ingevoegd: "Artikel 91 bis
Massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen daarvoor
1. In het licht van de mogelijke gevaren voor de internationale veiligheid en stabiliteit komen de partijen overeen samen te werken aan en bij te dragen tot de versterking van het multilaterale ontwapenings- en non-proliferatiestelsel en in dat verband de proliferatie van alle massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor tegen te gaan door de volledige naleving en nationale tenuitvoerlegging van hun respectieve verplichtingen en verbintenissen op grond van de desbetreffende verdragen en overeenkomsten en andere relevante internationale verplichtingen.
2. De partijen komen voorts overeen samen te werken aan en bij te dragen tot deze doelstellingen door:
a) stappen te ondernemen voor de ondertekening, ratificatie of toetreding tot andere relevante internationale ontwapenings- en non-proliferatie- instrumenten, naargelang van het geval, en alle internationale juridisch bindende instrumenten volledig te implementeren en na te leven;
b) een doeltreffend systeem van nationale exportcontroles vast te stellen en/of te handhaven, door toezicht op de export en de doorvoer van goederen die verband houden met massavernietigingswapens, met inbegrip van een controle op het eindgebruik als massavernietigingswapen van technologieën voor tweeërlei gebruik alsmede doeltreffende, onder meer strafrechtelijke, sancties tegen overtredingen van de exportcontroles.
3. De partijen komen overeen dat de leden 1 en 2 van dit artikel een essentieel onderdeel van de overeenkomst vormen. De partijen komen overeen een regelmatige politieke dialoog aan te gaan ter begeleiding en consolidatie van hun samenwerking op dit gebied in het kader van de beginselen die in de preambule zijn uiteengezet.
Artikel 91 ter Terrorismebestrijding
1. De partijen veroordelen met klem alle daden, methoden en praktijken van terrorisme in alle vormen en uitingen als misdadig en ongerechtvaardigd, ongeacht waar en door wie zij worden begaan.
2. De partijen erkennen voorts nadrukkelijk dat terrorisme niet kan worden overwonnen zonder tegelijk de factoren die tot de verspreiding van het terrorisme leiden, bij de wortels aan te pakken. De partijen bevestigen vastberaden te zijn alomvattende actieprogramma's te ontwikkelen en uit te voeren om deze factoren weg te werken. De partijen onderstrepen dat de strijd tegen het terrorisme moet worden gevoerd onder volledige naleving van het internationale recht, de mensenrechten en het vluchtelingenrecht, en dat alle maatregelen duidelijk op de rechtsstaat gebaseerd moeten zijn. De partijen beklemtonen dat doeltreffende maatregelen voor terrorismebestrijding en de mensenrechtenbescherming geen tegenstrijdige, maar complementaire en wederzijds versterkende doelstellingen zijn.
3. De partijen beklemtonen het belang van de implementatie van de mondiale terrorismebestrijdingsstrategie van de VN en verklaren dat zij bereid zijn daaraan mee te werken. Zij blijven zich inzetten om zo spoedig mogelijk een overeenkomst over het alomvattende verdrag betreffende internationaal terrorisme te bereiken.
4. De partijen komen overeen samen te werken aan de preventie en bestraffing van terroristische daden overeenkomstig het Handvest van de Verenigde Naties en het internationale recht, relevante verdragen en instrumenten en in het kader van hun respectieve wet- en regelgeving. Zij doen dit meer in het bijzonder:
a) in het kader van de tenuitvoerlegging van Resolutie 1373 (2001) van de VN-Veiligheidsraad en andere relevante VN-resoluties, en van de geldende internationale verdragen en instrumenten;
b) door de uitwisseling van informatie over terroristische groeperingen en hun ondersteuningsnetwerken, in onderling overleg en overeenkomstig internationale en nationale wetgeving;
c) door uitwisseling van inzichten over methoden om het terrorisme te bestrijden, onder meer op technisch gebied en wat betreft opleiding, en door uitwisseling van ervaringen met betrekking tot het voorkomen van terrorisme.
Artikel 91 quater
Xxxxxxxxx van geld en terrorismefinanciering
1. De partijen zijn het erover eens dat al het mogelijke moet worden gedaan en dat moet worden samengewerkt om te voorkomen dat hun financiële systemen worden gebruikt voor het witwassen van de opbrengsten uit criminele activiteiten in het algemeen en misdrijven in verband met drugs en psychotrope stoffen in het bijzonder.
2. De samenwerking op dit gebied kan administratieve en technische bijstand omvatten voor de goede tenuitvoerlegging van voorschriften en de doeltreffende toepassing van passende normen en mechanismen voor de bestrijding van het witwassen van geld en van terrorismefinanciering overeenkomstig internationale normen en in het bijzonder de aanbevelingen van de Financial Action Task Force (FATF).
Artikel 91 quinquies
Bestrijding van georganiseerde misdaad
De partijen komen overeen samen te werken bij de bestrijding van georganiseerde en financiële misdaad, met inbegrip van corruptie. Die samenwerking is meer in het bijzonder gericht op de toepassing en bevordering van desbetreffende internationale normen en instrumenten, zoals het VN-Verdrag ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit en de aanvullende protocollen en het VN-Verdrag inzake bestrijding van corruptie.
Artikel 91 sexies Handvuurwapens en lichte wapens
De partijen erkennen dat het illegaal fabriceren, opslaan, bezitten en verhandelen van handvuurwapens en lichte wapens en de excessieve accumulatie en ongecontroleerde verspreiding daarvan in belangrijke mate blijven bijdragen tot onstabiliteit en de bedreiging van veiligheid en duurzame ontwikkeling. De partijen komen daarom overeen nauw te blijven samenwerken aan de preventie, bestrijding en uitroeiing van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens met betrekking tot alle aspecten die in het VN-actieprogramma zijn vastgesteld, en de excessieve accumulatie van handvuurwapens en lichte wapens aan te pakken. De partijen komen overeen hun verplichtingen krachtens het internationale recht en de desbetreffende verdragen en hun verbintenissen in het kader van relevante multilaterale instrumenten nauwgezet na te komen en volledig ten uitvoer te leggen.
Artikel 91 septies Huurlingen
De partijen verbinden zich ertoe een regelmatige politieke dialoog aan te gaan en samen te werken bij de preventie van activiteiten van huurlingen, overeenkomstig hun verplichtingen op grond van internationale verdragen en instrumenten en hun respectieve wet- en regelgeving ter uitvoering van die verplichtingen.
Artikel 91 octies Internationaal Strafhof
De partijen zijn vastbesloten een eind te maken aan de straffeloosheid en de internationale vrede en veiligheid alsook de blijvende eerbiediging van de handhaving van het internationale recht te bevorderen, en bevestigen hun steun voor het Internationale Strafhof en zijn werkzaamheden. De partijen komen voorts overeen samen te werken om de universaliteit en integriteit van het Statuut van Rome en de aanverwante instrumenten te bevorderen, en hun samenwerking met het Internationale Strafhof en zijn werkzaamheden te versterken.
Artikel 91 novies Samenwerking inzake migratie
1. Migratie vormt het onderwerp van een diepgaande politieke dialoog, die in overeenstemming is met het belang dat de partijen aan dit onderwerp hechten.
De partijen bevestigen hun inzet voor de verplichtingen die krachtens het internationale migratierecht bestaan en die gericht zijn op de eerbiediging van de mensenrechten en de uitbanning van alle vormen van discriminatie, in het bijzonder op grond van afkomst, geslacht, ras, taal of religie.
2. Teneinde de samenwerking tussen de partijen te versterken heeft de dialoog betrekking op een breed spectrum van onderwerpen, onder meer:
a) eerlijke behandeling van buitenlandse onderdanen die wettelijk op het grondgebied van de partijen verblijven, een integratiebeleid om die onderdanen rechten en verplichtingen te verlenen die vergelijkbaar zijn met die van de eigen burgers, terugdringing van de discriminatie in het economische, sociale en culturele leven en ontwikkeling van beschermende maatregelen tegen racisme, vreemdelingenhaat en daarmee verband houdende intolerantie en gewelddadigheid;
b) de behandeling die EU-lidstaten wat betreft arbeidsomstandigheden, bezoldiging en ontslag toekennen aan Zuid-Afrikanen die legaal op hun grondgebied tewerkgesteld zijn, moet gelijk zijn aan die van hun eigen onderdanen. Evenzo verleent Zuid-Afrika een vergelijkbare, niet- discriminerende behandeling aan EU-werknemers die legaal op zijn grondgebied werken;
c) visumkwesties van wederzijds belang, onder meer vereenvoudiging van de toegangsprocedures voor Zuid-Afrikaanse onderdanen die de EU bezoeken en onderdanen van EU-lidstaten die Zuid-Afrika bezoeken;
d) beveiliging van reisdocumenten en identiteitskwesties;
e) verband tussen migratie en ontwikkeling, met inbegrip van:
– strategieën voor armoedebestrijding, verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, het creëren van werkgelegenheid en het ontwikkelen van de daartoe vereiste vaardigheden,
– bevordering van de deelname van migranten aan de ontwikkeling van hun land van herkomst,
– samenwerking ter versterking van de capaciteit, in het bijzonder in de sectoren gezondheidszorg en onderwijs, om het negatieve effect van de brain drain op de duurzame ontwikkeling in Zuid-Afrika te compenseren,
– middelen om legale, snelle en rendabele overmakingen te vergemakkelijken;
f) ontwikkeling en tenuitvoerlegging van nationale wetgeving en praktijken inzake internationale bescherming, teneinde te voldoen aan de bepalingen van het VN-Verdrag betreffende de status van vluchtelingen en het protocol van 1967 daarbij en te zorgen voor naleving van het beginsel van niet-uitzetting;
g) vaststelling van een doeltreffend en preventief beleid tegen illegale immigratie, het smokkelen van migranten en de mensenhandel, met inbegrip van de bestrijding van netwerken van mensensmokkelaars en - handelaars en de bescherming van slachtoffers;
h) kwesties in verband met grenscontrole, met inbegrip van capaciteitsopbouw, opleiding, uitwisseling van goede praktijken en technische bijstand;
i) alle kwesties in verband met terugkeer en overname, met inbegrip van de noodzaak om de terugkeer op menselijke en waardige wijze te laten verlopen onder volledige naleving van de mensenrechten, en de bevordering van vrijwillige terugkeer.
3. a) In het kader van de samenwerking op het gebied van de preventie en de vermindering van illegale immigratie komen de partijen overeen hun illegale migranten over te nemen. Daartoe
– aanvaarden de EU-lidstaten de terugkeer en overname van hun onderdanen die zich illegaal op het grondgebied van Zuid- Afrika bevinden, op verzoek van Zuid-Afrika en zonder verdere formaliteiten,
– aanvaardt Zuid-Afrika de terugkeer en overname van zijn onderdanen die zich illegaal op het grondgebied van een EU- lidstaat bevinden, op verzoek van die lidstaat en zonder verdere formaliteiten.
– verstrekken de EU-lidstaten en Zuid-Afrika hun onderdanen de nodige identiteitsdocumenten daartoe. De partijen komen overeen om in geval van twijfel over de nationaliteit of identiteit van een persoon, hun vermeende onderdaan/onderdanen te identificeren.
b) Op verzoek van de partijen worden onderhandelingen gestart om te goeder trouw en met inachtneming van de desbetreffende regels van het internationale recht een bilaterale overeenkomst betreffende de specifieke verplichtingen inzake de overname en terugkeer van de respectieve onderdanen te sluiten. Indien de partijen dit nodig achten, zou deze overeenkomst ook regelingen voor de overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kunnen omvatten. De overeenkomst bevat nadere gegevens betreffende de categorieën personen die onder deze regelingen vallen en de procedures voor hun overname en terugkeer.";
(28) Artikel 94 wordt vervangen door: "Artikel 94
Subsidies
Financiële bijstand in de vorm van subsidies wordt gedekt door financiële middelen uit de EU-begrotingslijnen voor ontwikkelings- en internationale samenwerkingsactiviteiten die onder het toepassingsgebied van die begrotingslijnen vallen. Voor de indiening en goedkeuring van aanvragen, de uitvoering en de controle en evaluatie geldt de procedure overeenkomstig de algemene voorwaarden voor de desbetreffende begrotingslijn.";
(29) In bijlage IV bij protocol 1 wordt de versie in het Afrikaans als volgt gewijzigd:
De woorden "Die uitvoerder van die produkte gedek deur hierdie dokument (doeanemagtiging No ...(1)) verklaar dat, uitgesonderd waar andersins duidelik aangedui, hierdie produkte van ... voorkeuroorsprong (2) is" worden vervangen door "Die uitvoerder van die produkte gedek deur hierdie dokument (doeanemagtigingsno. ...(1)) verklaar dat, behalwe waar duidelik anders aangedui word, hierdie produkte van ... voorkeuroorsprong (2) is".
ARTIKEL 2
Deze overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal en in de officiële talen van Zuid-Afrika andere dan het Engels, namelijk het Sepedi, het Sesotho, het Setswana, het siSwati, het Tshivenda, het Xitsonga, het Afrikaans, het isiNdebele, het isiXhosa en het isiZulu, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
ARTIKEL 3
1. Deze overeenkomst wordt door de Gemeenschap, de lidstaten en de Republiek Zuid- Afrika goedgekeurd overeenkomstig hun eigen procedures.
2. De partijen stellen elkaar in kennis van de voltooiing van de desbetreffende procedures bedoeld in voorgaand lid 1. De akten van goedkeuring worden nedergelegd bij het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.
ARTIKEL 4
Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de maand waarin de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de noodzakelijke procedures.