ARTIKEL 1 ALGEMEEN
ARTIKEL 1 ALGEMEEN
1.1 De stichting Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid te Utrecht (hierna te noemen: het CCV) is beheerder van de certificatieschema’s en kwaliteitsregelingen waarvoor het in dit reglement aangegeven woordmerk- beeldmerk (hierna te noemen: het merk) toegepast wordt.
Het merk staat voor kwaliteitsborging bij
beveiliging van voertuigen.
Het merk geeft aan dat er gerechtvaardigd vertrouwen aanwezig is dat er gecertificeerde producten of gecertificeerde diensten zijn toegepast die aan de gestelde kwaliteitseisen voldoen.
Het merk is een certificatiemerk.1
1.2 Afbeelding en betekenis van het merk.
In bijlage 1 van dit reglement zijn de certificatieschema’s aangegeven waar het merk wordt toegepast.
1.3 Aanpassing van het merk of delen hiervan in een afgeleide vorm is niet
toegestaan, tenzij schriftelijke toestemming door de directie van het CCV verleend is.
ARTIKEL 2 LICENTIEVERLENING
2.1 Het CVV sluit voor het gebruik van een merk een licentieovereenkomst met een daarvoor in aanmerking komende organisatie of instelling. De licentie op het gebruik van een merk kan onderdeel uitmaken van een andere licentieovereenkomst (bijvoorbeeld de licentie met een certificatie-instelling voor het gebruik van een certificatieschema).
2.2 Uit de licentie blijkt of de licentienemer gerechtigd is om een merk in sublicentie te geven aan daarvoor in aanmerking komende organisaties of instellingen. Indien sublicenties zijn toegestaan zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing op de sublicentie. Licentienemer is verplicht om sub-gelicentieerde hiervan schriftelijk in kennis te stellen.
2.3 De licentienemers zijn verplicht de sublicentienemers te wijzen op dit reglement op zodanige wijze dat de sublicentienemers gehouden zijn zich eveneens te gedragen naar de letter en de geest van dit reglement, en het reglement ter beschikking te stellen.
1 Conform richtlijn (EU) 2015/2436.
ARTIKEL 3 RECHTEN EN PLICHTEN
3.1 Het merk mag door de sublicentienemer uitsluitend worden toegepast onder de volgende voorwaarden:
a. De sublicentienemer heet een geldige overeenkomst met de licentienemer, en is niet geschorst;
b. De licentienemer heeft een geldige overeenkomst met het CCV;
Bij het niet voldoen aan bovengenoemde voorwaarden vervalt het recht per onmiddellijk.
3.2 Ander gebruik van het merk is niet toegestaan, tenzij schriftelijke toestemming door de directie van het CCV verleend is, en na toestemming uitsluitend volgens de bepalingen van dit reglement.
3.3 Het gebruiksrecht door de sublicentienemer is niet overdraagbaar aan derden.
3.4 De licentienemer is verplicht registraties bij te houden van overeenkomsten met de hieraan gekoppelde licentie voor het gebruik van het merk, en/of registraties bij te houden van het gebruik van het merk. Op verzoek van het CCV dienen deze registraties ter beschikking gesteld te worden.
3.5 De sublicentienemer is verplicht registraties bij te houden waar het merk is toegepast. Op verzoek van de licentienemer of van het CCV dienen deze registraties ter beschikking gesteld te worden.
ARTIKEL 4 GEBRUIK VAN HET MERK
4.1 De licentienemer past het merk toe op certificaten, diploma’s of andere kwaliteitsdocumenten. In geen geval mag er misverstand ontstaan over het onderwerp waarop het merk betrekking heeft. Door middel van onderschrift of anderszins dient dit te worden aangegeven.
4.2 De sublicentienemer past het merk toe op de te leveren producten, diensten of documenten verbonden aan de levering, als deze zeker heeft gesteld dat het te leveren product/dienst bij levering aan in het certificatieschema of de kwaliteitsregeling gestelde eisen voldoet.
4.3 De vorm, grootte, typografische uitvoering en het kleurgebruik van het merk dienen te voldoen aan de daartoe door het CCV in de gebruikshandleiding vastgestelde voorschriften.
4.4 Het merk mag door de licentienemer en sublicentienemer illustratief gebruikt worden in/op publicaties, websites, foldermateriaal en dergelijke uitsluitend in combinatie met een verwijzing naar het certificatieschema.
Hierbij moet vermeden worden dat er misverstand ontstaat over het onderwerp waarop het merk betrekking heeft en de wijze waarop het gebruikt wordt. Door middel van onderschrift of anderszins dient dit te worden aangegeven.
4.5 Het merk mag niet als eigen merk, eigen fabrieksmerk of eigen handelsmerk worden gebruikt.
ARTIKEL 5 MISBRUIK
5.1 Onder misbruik wordt verstaan: onbevoegd gebruik, verkeerd gebruik en/of misleidend gebruik.
5.2 De licentienemer is verplicht om bij de sublicentienemers, toe te zien op een bevoegd en correct gebruik van het merk, zoals aangegeven in dit reglement.
5.3 De licentienemer is verplicht bij misbruik van het merk de sublicentienemer
sancties op te leggen, zoals beschreven in het certificatieschema of de kwaliteitsregeling.
5.4 De licentienemer is verplicht om misbruik van het merk door andere partijen te melden bij het CCV.
5.5 Het CCV is bevoegd op te treden bij misbruik van het merk door organisaties en personen zonder overeenkomst met het CCV sancties op te leggen, zoals aangegeven in artikel 6.
5.6 Het CCV is niet aansprakelijk voor de consequenties van misbruik van het merk.
ARTIKEL 6 SANCTIES
6.1 Indien geconstateerd wordt dat een organisatie of persoon onbevoegd gebruik heeft gemaakt van het recht op het gebruik van het merk is het CCV verantwoordelijk voor en bevoegd tot het nemen van maatregelen:
a. Het opleggen van een nader te bepalen boete, waarbij de hoogte van de boete zal worden ingegeven door de mate waarin het CCV en/of belanghebbende partijen direct of indirect schade leiden door misbruik van het merk;
b. Het opleggen van de verplichting het CCV te informeren met welke partijen het gebruik van het merk gecommuniceerd is;
c. Het opleggen van de verplichting de partijen genoemd in artikel 6 lid 1 sub c te informeren over misbruik van het merk;
d. Publicatie in één of meerdere dagbladen, periodieken en/of websites met vermelding van de naam van de organisatie of persoon en met vermelding van de aard van het misbruik;
e. Het informeren van de andere partijen en/of neerleggen van een klacht bij een hogere instantie
6.2 Eventuele kosten verbonden aan deze sancties worden ten laste gelegd van de
ARTIKEL 7 SLOTBEPALINGEN
6.3 Dit reglement kan worden aangehaald als Reglement gebruik Keurmerk CCV Voertuigbeveiliging.
6.4 Het CCV is bevoegd dit reglement aan te passen, met inachtneming van een passende overgangstermijn indien de wijziging dit noodzakelijk maakt.
BIJLAGE 1: OVERZICHT CERTIFICATIESCHEMA’S
MERK | |
CCV Certificatieschema Systemen Voertuigbeveiliging, inclusief - CCV Keuringsvoorschrift Voertuigbeveiliging - CCV Keuringsvoorschrift Opsporingssystemen - CCV Keuringsvoorschrift Mechanische Beveiliging | |
CCV Erkenningsregeling Voertuigbeveiliging, inclusief CCV Inbouwvoorschrift Voertuigbeveiliging |
BIJLAGE 2: INSTRUCTIES
Digitale versies van het merk worden beheerd door het CCV en worden door de certificatie- instelling ter beschikking gesteld.
Gebruik het beeldmerk zoveel mogelijk op witte en lichtgekleurde ondergronden. Aan het beeldmerk is één kleur gekoppeld: PMS-021 (Oranje).
• CMYK kleurstelling: C0, M51, Y87, K0.
• RGB kleurstelling: R243, G145, B45.