Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
►B OVEREENKOMST
inzake wetenschappelijke en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Canada
(PB L 74 van 22.3.1996, blz. 26)
Gewijzigd bij: | |||
Publicatieblad | |||
nr. | blz. | datum | |
►M1 Overeenkomst tot wijziging van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Canada | L 156 | 24 | 23.6.1999 |
OVEREENKOMST
inzake wetenschappelijke en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Canada
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE namens de Europese Gemeenschap, enerzijds, en DE REGERING VAN CANADA, anderzijds, hierna de „partijen” te noemen,
OVERWEGENDE het belang van wetenschap en technologie voor hun economi sche en sociale ontwikkeling;
ERKENNENDE dat de Europese Gemeenschap, hierna „de Gemeenschap” te noemen, en Canada, zich bezighouden met onderzoek en technologische pro gramma's op een aantal gebieden van gemeenschappelijk belang, en dat weder zijdse voordelen kunnen voortvloeien uit een voortgezette samenwerking tussen partijen;
KENNIS NEMENDE van de actieve samenwerking en de uitwisseling van in formatie op een aantal wetenschappelijke en technologische gebieden krachtens de Kaderovereenkomst voor commerciële en economische samenwerking tussen Canada en de Europese Gemeenschappen, die in 1976 werd ondertekend;
GELET OP de verklaring betreffende de betrekkingen tussen de Europese Ge meenschap en Canada, die op 22 november 1990 werd aangenomen; en
VERLANGENDE een formeel kader op te zetten voor samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek waardoor de samenwerking op gebieden van gemeenschappelijk belang wordt uitgebreid en versterkt en de toepassing van de resultaten van die samenwerking zodanig wordt bevorderd dat hun sociaal en economisch belang daardoor wordt gediend,
ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1
Doel
Het doel van deze Overeenkomst is de samenwerking tussen de Ge meenschap en Canada te bevorderen en te vergemakkelijken op gebie den van gemeenschappelijk belang waarop de partijen onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten ondersteunen ter bevordering van wetenschap en/of technologie die voor de betrokken gebieden relevant is.
Artikel 2
Definities
In de zin van deze Overeenkomst:
a) wordt onder „samenwerkingsactiviteit” verstaan een activiteit die ten uitvoer wordt gelegd in het kader van deze Overeenkomst, met in begrip van gemeenschappelijk onderzoek;
b) wordt onder „informatie” verstaan wetenschappelijke of technische gegevens, resultaten of onderzoek en ontwikkelingsmethoden die voortvloeien uit het gemeenschappelijk onderzoek, alsmede alle an dere informatie die de bij de samenwerkingsactiviteit betrokken deel nemers en, voor zover nodig, de partijen zelf, noodzakelijk achten;
c) heeft „intellectuele eigendom” de betekenis als gedefinieerd in arti kel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor intellectuele eigendom, gedaan te Stockholm, op 14 juli 1967;
d) wordt onder „gemeenschappelijk onderzoek” verstaan onderzoek waarvoor financiële steun wordt verleend door een van de partijen of door beide partijen en waarbij deelnemers uit zowel de Gemeen schap als uit Canada zijn betrokken;
e) wordt onder „deelnemers” verstaan alle natuurlijke of rechtsper sonen, universiteiten, onderzoekinstellingen of andere lichamen of ondernemingen die deelnemen aan een samenwerkingsactiviteit, met inbegrip van de partijen zelf.
Artikel 3
Beginselen
De samenwerking vindt plaats op grond van onderstaande beginselen:
a) wederzijds voordeel;
b) tijdige uitwisseling van informatie die van invloed kan zijn op de werkzaamheden van deelnemers aan samenwerkingsactiviteiten;
c) binnen het kader van de geldende wetten en voorschriften — een doeltreffende bescherming van de intellectuele eigendom en een eer lijke verdeling van de intellectuele-eigendomsrechten, zoals uiteen gezet in de bijlage bij deze Overeenkomst, die hiervan een integre rend deel vormt;
d) het nastreven van evenredige economische en sociale voordelen voor de Gemeenschap en Canada gelet op de bijdragen van de respectieve deelnemers en/of partijen aan de samenwerkingsactiviteiten.
▼M1
Artikel 4
Gebieden van samenwerking
Voor de Gemeenschap omvatten deze alle activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie die onder de artikelen 130 G, onder a) (1), en 130 G, onder d) (2), van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vallen, onder d), alleen wat netwerken tussen infrastructuurexploitanten en desbetreffende onder zoeksprojecten betreft.
(1) „Tenuitvoerlegging van programma's voor onderzoek, technologische ontwik keling en demonstratie, waarbij de samenwerking met en tussen ondernemin gen, onderzoekcentra en universiteiten wordt bevorderd”.
(2) „Stimulering van de opleiding en de mobiliteit van onderzoekers in de Ge meenschap”
Voor Canada omvatten deze alle door departementen of agentschappen van de regering van Canada gefinancierde of verrichte activiteiten op wetenschappelijk en technologisch gebied die geen verband houden met defensie. Deze samenwerking kan activiteiten op wetenschappelijk en technologisch gebied omvatten die gefinancierd of uitgevoerd worden door de regeringen van de provincies of grondgebieden van Canada voor zover de betrokken provinciale of territoriale regering daarmee instemt. Canada stelt de Gemeenschap langs de diplomatieke kanalen in kennis van de toepassing van deze overeenkomst op deze provincies of grondgebieden.
▼B
Artikel 5
Wijze van samenwerking
a) De samenwerking kan de volgende activiteiten omvatten:
1. deelneming van natuurlijke en rechtspersonen, met inbegrip van de partijen zelf, universiteiten, onderzoekinstellingen en andere lichamen of ondernemingen, aan onderzoekprojecten van de Ge meenschap of van Canada, overeenkomstig de bij iedere partij geldende procedures;
2. gezamenlijk gebruik van onderzoekvoorzieningen;
3. bezoeken en uitwisselingen van wetenschappers, ingenieurs en ander ter zake dienend personeel met het oog op de deelneming aan studiedagen, symposia en workshops die relevant zijn voor de samenwerking in het kader van deze Overeenkomst;
4. uitwisseling van informatie over gebruiken, wetten, voorschriften en programma's die relevant zijn voor de samenwerking in het kader van deze Overeenkomst;
5. andere activiteiten die in onderling overleg door het Gemeen schappelijk Comité voor wetenschappelijke en technologische sa menwerking kunnen worden vastgesteld overeenkomstig de gel dende beleidslijnen en programma's van de partijen.
b) De gemeenschappelijke onderzoekprojecten in het kader van deze Over eenkomst mogen pas een aanvang nemen nadat de deelnemers aan een project een gemeenschappelijk plan voor technologiebeheer hebben aan genomen, als beschreven in de bijlage bij deze Overeenkomst.
Artikel 6
Gemeenschappelijk Comité voor wetenschappelijke en technologische samenwerking
a) Deze Overeenkomst wordt beheerd door een Gemeenschappelijk Comité voor wetenschappelijke en technologische samenwerking waarin vertegenwoordigers van elke partij zitting hebben.
b) Het Gemeenschappelijk Comité voor wetenschappelijke en techno logische samenwerking heeft tot taak:
1. de in het kader van de Overeenkomst beoogde activiteiten te bevorderen en te beoordelen;
▼B
3. toestemming te verlenen om onder artikel 5, onder a), punt 5, vallende activiteiten aan te merken als samenwerkingsactiviteiten waarop deze Overeenkomst van toepassing is;
4. de partijen te adviseren over de wijze waarop de samenwerking kan worden uitgebreid overeenkomstig de in deze Overeenkomst neergelegde beginselen;
5. jaarlijks verslag uit te brengen aan de partijen over het niveau, de stand en de doeltreffendheid van de samenwerking in het kader van deze Overeenkomst;
6. te beoordelen of de Overeenkomst doeltreffend functioneert.
c) Het Comité komt ongeveer eens in het jaar bijeen, afwisselend in de Gemeenschap en in Canada. In onderling overleg kunnen nog andere vergaderingen worden georganiseerd.
d) Besluiten van het Comité worden met eenstemmigheid genomen. Van iedere vergadering worden notulen opgesteld, waarin de beslui ten en de voornaamste besproken punten worden opgenomen. Deze notulen moeten worden goedgekeurd door de personen die door de partijen zijn gekozen om de vergadering gezamenlijk voor te zitten. Het jaarlijkse verslag moet worden verstrekt aan het Gemengd Samenwerkings-comité ingesteld bij de Kaderovereenkomst voor commerciële en economische samenwerking tussen de Europese Ge meenschappen en Canada van 1976, alsmede aan de bevoegde mi nisters van elk der partijen.
Artikel 7
Financiering
a) De samenwerkingsactiviteiten zijn afhankelijk van de beschikbare middelen en onderworpen aan de van toepassing zijnde wetten en voorschriften en aan de geldende beleidslijnen en programma's van de Gemeenschap en Canada.
b) Kosten die door de deelnemers aan samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze Overeenkomst worden gemaakt, mogen geen aan leiding geven tot overdracht van middelen tussen de partijen.
Artikel 8
Toelating van personeel en apparatuur
Elke partij treft alle redelijke maatregelen en stelt alles in het werk om, binnen de bestaande wetten en voorschriften, de toegang tot en het vertrek uit haar grondgebied te vergemakkelijken voor bij de samen werkingsactiviteiten in het kader van deze Overeenkomst betrokken personeel, materiaal en apparatuur van de deelnemers).
Artikel 9
Verspreiding en gebruik van informatie
De verspreiding en het gebruik van informatie alsmede het beheer, de toekenning en de uitoefening van intellec-tuele-eigendomsrechten, die het resultaat zijn van het gemeenschappelijk onderzoek in het kader van deze Overeenkomst, worden geregeld door het bepaalde in de bijlage bij deze overeenkomst.
Artikel 10
Andere overeenkomsten en overgangsbepalingen
a) Deze Overeenkomst annuleert en vervangt alle bepalingen van de Kaderovereenkomst voor commerciële en economische samenwer king tussen de Europese Gemeenschappen en Canada, van toepas sing op de bestaande samenwerking op wetenschappelijk en techno logisch gebied.
b) De partijen streven ernaar de bestaande regelingen voor wetenschap pelijke en technologische samenwerking tussen de Gemeenschap en Canada, die onder de werkingssfeer van artikel 4 vallen, in over eenstemming te brengen met deze Overeenkomst.
c) Onverminderd het bepaalde onder a) doet deze Overeenkomst geen afbreuk aan andere overeenkomsten of regelingen die bestaan tussen de partijen of aan enige overeenkomst of regeling tussen de partijen en derden.
Artikel 11
Territoriale toepassing van de Overeenkomst
Deze Overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepas sing is en onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden en, ander zijds, op het grondgebied van Canada.
Artikel 12
Inwerkingtreding en beëindiging
a) Deze Overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de par tijen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat aan hun wettelijke voorschriften voor de inwerkingtreding van deze Overeen komst is voldaan.
b) De Overeenkomst kan met instemming van beide partijen worden gewijzigd. Wijzigingen treden in werking op de datum waarop de partijen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat aan hun wettelijke voorschriften is voldaan.
c) Deze Overeenkomst kan te allen tijde door iedere partij worden beëindigd mits de andere partij daarvan twaalf maanden van tevoren schriftelijk in kennis wordt gesteld. Het aflopen of de beëindiging van deze Overeenkomst heeft geen invloed op de geldigheid of de looptijd van enige in het kader van de Overeenkomst getroffen regeling noch op de rechten en verplichtingen die zijn ontstaan uit hoofde van de bijlage bij deze Overeenkomst.
Artikel 13
Deze Overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden hun handtekening on- der deze Overeenkomst hebben gesteld.
Hecho en Halifax, el diecisiete de junio de mil novecientos noventa y cinco.
Udfærdiget i Halifax den syttende juni nittenhundrede og femoghalvfems.
Geschehen zu Halifax am siebzehnten Juni neunzehnhundertfünfund- neunzig.
Έγινε στο Χάλιφαξ, στις δέκα επτά Ιουνίου χίλια εννιακόσια ενενήντα πέντε.
Done at Halifax on the seventeenth day of June in the year one thousand nine hundred and ninety-five.
Fait à Halifax, le dix-sept juin mil neuf cent quatre-vingt-quinze.
Fatto a Halifax, addì diciassette giugno millenovecentonovantacinque.
Gedaan te Halifax, de zeventiende juni negentienhonderd vijfennegentig.
Feito em Halifax, em dezassete de Junho de mil novecentos e noventa e cinco.
Tehty Halifaxissa seitsemäntenätoista päivänä kesäkuuta vuonna tuha- tyhdeksänsataayhdeksänkymmentäviisi.
Som skedde i Halifax den sjuttonde juni nittonhundranittiofem.
Por la Comunidad Europea
For Det Europæiske Fællesskab Für die Europäische Gemeinschaft Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Voor de Europese Gemeenschap Pela Comunidade Europeia Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar
Por el Gobierno de Canadá For Canadas regering
Für die Regierung Kanadas
Για την Κυβέρνηση του Καναδά For the Government of Canada Pour le gouvernement du Canada Per il governo del Canada
Voor de Regering van Canada Pelo Governo do Canadá Kanadan hallituksen puolesta På Canadas regerings vägnar
BIJLAGE
BIJLAGE INZAKE DE VERSPREIDING EN HET GEBRUIK VAN INFORMATIE EN HET BEHEER, DE TOEKENNING EN DE UITOEFENING VAN INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN
I. EIGENDOM, TOEKENNING EN UITOEFENING VAN RECHTEN
1. Al het onderzoek dat uit hoofde van deze Overeenkomst wordt verricht, is „gemeenschappelijk onderzoek”. De deelnemers aan het gemeenschap- pelijk onderzoek ontwikkelen gezamenlijk gemeenschappelijke pro- gramma's inzake technologiebeheer (PTB's) (1) die ten minste de begin- selen moeten bevatten met betrekking tot de eigendom en het gebruik, inclusief de verspreiding, van informatie en intellectuele eigendom die voortvloeien uit het gemeenschappelijk onderzoek. Deze programma's kunnen door de partijen worden herzien en moeten door het verantwoor- delijke financieringsorgaan van de bij de financiering van het onderzoek betrokken partij worden goedgekeurd alvorens enige specifieke O & O-overeenkomst op het desbetreffende gebied kan worden gesloten. De gemeenschappelijke PTB's worden opgezet met inachtneming van de doelstellingen van het gemeenschappelijk onderzoek, de respectieve bij- dragen van de deelnemers, de voor- en nadelen van het verlenen van vergunningen per grondgebied of per toepassingsgebied, de door de geldende wetgeving opgelegde voorwaarden, de behoefte aan arbitra- geprocedures en andere factoren die door de deelnemers van belang worden geacht. Ook de rechten en verplichtingen inzake intellectuele eigendom met betrekking tot het door gastonderzoekers verrichte onder- zoek en de daaruit voortvloeiende informatie worden in de gemeenschap- pelijke PTB's geregeld.
2. Ten aanzien van informatie of intellectuele eigendom welke voortvloeit uit het gemeenschappelijk onderzoek en niet in een gemeenschappelijk PTB is geregeld, wordt op de in punt 1.1 bedoelde wijze te werk gegaan, overeenkomstig de beginselen van het desbetreffende gemeenschappelijk PTB. Bij onenigheid die niet via de overeengekomen arbitrageprocedure kan worden opgelost, komt de informatie of de intellectuele eigendom toe aan alle deelnemers aan het gemeenschappelijk onderzoek dat de informatie of de intellectuele eigendom heeft voortgebracht, en heeft elke deelnemer op wie deze bepaling van toepassing is het recht om die informatie of intellectuele eigendom zonder geografische beperking voor eigen commerciële doeleinden te gebruiken.
3. Overeenkomstig de geldende wetgeving zorgt elke partij ervoor dat de andere partij en haar deelnemers over de intellectuele-eigendomsrechten kunnen beschikken die hun overeenkomstig de beginselen van deze bijlage toekomen.
4. Met inachtneming van de concurrentievoorwaarden op de onder de Over- eenkomst vallende gebieden, streeft elke partij ernaar dat de krachtens deze Overeenkomst en de daaruit voortvloeiende regelingen verkregen rechten zodanig worden uitgeoefend, dat met name:
i) de verspreiding en het gebruik van gegevens die in het kader van de Overeenkomst zijn ontstaan, bekendgemaakt, of anderszins beschik- baar gesteld, worden aangemoedigd;
ii) de vaststelling en de uitvoering van internationale normen worden bevorderd.
II. WERKEN DIE ONDER HET AUTEURSRECHT VALLEN
Auteursrechten die aan de partijen of aan hun deelnemers toebehoren, wor- den geregeld overeenkomstig de Bemer Conventie (Akte van Parijs 1971).
(1) De indicatieve kenmerken van dergelijke PTB's zijn vermeld in het aanhangsel.
III. WETENSCHAPPELIJKE PUBLIKATIES
Behoudens het bepaalde in punt IV en tenzij in het PTB anders is over- eengekomen, geschiedt de publi-xxxxx van de resultaten van het gemeen- schappelijk onderzoek gezamenlijk door de deelnemers aan dat onderzoek. Naast deze algemene regel is het volgende van toepassing:
1. indien door een partij of door de overheidslichamen van die partij we- tenschappelijke en technische tijdschriften, artikelen, rapporten, boeken, video-opnamen of computerprogramma's worden gepubliceerd die het resultaat zijn van gemeenschappelijk onderzoek in het kader van deze Overeenkomst, ontstaat voor de andere partij, met schriftelijke toestem- ming van de uitgever, het wereldwijd geldende, alomvattende, onherroe- pelijke recht met vrijstelling van royalties, om die werken te vertalen, te reproduceren, te bewerken, te verspreiden en openbaar te maken;
2. de partijen streven naar de verspreiding op een zo ruim mogelijke schaal van wetenschappelijke geschriften die het resultaat zijn van gemeen- schappelijk onderzoek uit hoofde van deze Overeenkomst en die door onafhankelijke uitgevers zijn gepubliceerd;
3. op alle voor publikatie bestemde exemplaren van een werk waarop au- teursrechten rusten en dat volgens deze bepaling tot stand is gekomen, dient de naam van de auteur(s) van het werk te worden vermeld, tenzij een of meer auteurs uitdrukkelijk wensen daarvan af te zien. Ook moet op een duidelijk zichtbare plaats worden verwezen naar de medewerking en de steun van de partijen.
IV. GEHEIME INFORMATIE
A. Schriftelijke geheime informatie
1. Elke partij — of haar deelnemers, naar gelang van het geval — stelt in een zo vroeg mogelijk stadium en bij voorkeur in het gemeen- schappelijk PTB vast welke informatie zij geheim wenst te houden met betrekking tot deze Overeenkomst. Daarbij moet onder meer rekening worden gehouden met:
— het geheime karakter van de informatie, d.w.z. dat de gegevens — als geheel of in de gegeven samenstelling van de onderdelen — niet algemeen bekend zijn bij deskundigen en voor hen ook niet ge- makkelijk toegankelijk zijn met wettige middelen;
— de feitelijke of de potentiële handelswaarde van de informatie ingevolge het geheime karakter ervan;
— de voorafgaande bescherming van de informatie, in die zin dat door de wettelijk bevoegde persoon onder de gegeven omstan- digheden redelijke maatregelen zijn genomen om de geheimhou- ding van de gegevens te garanderen.
2. Van de deelnemers mag normaal niet worden gevraagd geheime informatie aan de partijen te verstrekken. Ingeval de partijen kennis krijgen van dergelijke informatie, respecteren zij de vertrouwelijk- heid daarvan en wordt deze niet verder bekendgemaakt door, binnen of tussen de partijen, zonder de schriftelijke toestemming van de deelnemers) aan wie de informatie toebehoort. Deze beperkingen worden automatisch opgeheven, wanneer de gegevens door de eige- naar ongelimiteerd worden bekendgemaakt aan deskundigen op het betreffende gebied.
3. Elke partij zorgt ervoor dat als geheim en dus als vertrouwelijk beschouwde informatie die ingevolge deze Overeenkomst aan de partijen wordt medegedeeld, door de andere partij gemakkelijk als zodanig kan worden herkend, bijvoorbeeld door een passend kente- ken of een beperkend opschrift. Dit geldt ook voor de gehele of gedeeltelijke reproduktie van de desbetreffende gegevens.
4. In het kader van de Overeenkomst door een van de partijen ver- strekte geheime informatie mag door de ontvangende partij worden verspreid onder personen die behoren tot of in dienst zijn van de ontvangende partij en andere betrokken departementen of instellin- gen van de ontvangende partij welke voor de specifieke doeleinden van het lopende gemeenschappelijk onderzoek gemachtigd zijn, mits deze geheime gegevens krachtens een schriftelijk akkoord inzake de vertrouwelijkheid worden verspreid en gemakkelijk — zoals boven vermeld — als zodanig kunnen worden herkend.
5. Indien de partij die de geheime gegevens in het kader van deze Overeenkomst verstrekt, vooraf schriftelijke toestemming verleent, mag de ontvangende partij de geheime gegevens op een ruimere schaal verspreiden dan volgens punt 3 is toegestaan. De partijen werken samen procedures uit voor het aanvragen en verkrijgen van een voorafgaande schriftelijke toestemming voor de verspreiding op ruimere schaal; elke partij verleent deze goedkeuring voor zover dit in het kader van haar binnenlands beleid en haar nationale voor- schriften en wetten mogelijk is.
B. Niet-schriftelijke geheime informatie
Niet op schrift gestelde geheime gegevens of andere vertrouwelijke informatie die worden verstrekt tijdens studiedagen en andere bijeen- komsten welke in het kader van deze Overeenkomst worden gehouden, of gegevens verkregen door de indienstneming van personeel, het ge- bruik van voorzieningen of gemeenschappelijke projecten, worden door de partijen of hun deelnemers behandeld overeenkomstig de beginselen welke in punt A zijn vastgesteld, mits de ontvanger van dergelijke geheime of anderszins vertrouwelijke gegevens vooraf en schriftelijk is gewezen op het vertrouwelijk karakter van de te verstrekken informatie.
C. Beheer
Elke partij doet haar uiterste best om ervoor te zorgen dat geheime informatie die zij uit hoofde van deze Overeenkomst ontvangt, wordt beheerd zoals in de Overeenkomst is bepaald. Indien een van de partijen zich realiseert dat zij niet in staat is, of redelijkerwijs verwacht niet in staat te zullen zijn, om de in de punten A en B vervatte bepalingen inzake niet-verspreiding na te leven, stelt zij de partij die vermoedelijk door de verspreiding wordt benadeeld, daarvan onmiddellijk in kennis. De betrokken partijen plegen vervolgens overleg om een passende ge- dragslijn vast te stellen.
Aanhangsel
INDICATIEVE KENMERKEN VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJK PROGRAMMA INZAKE TECHNOLOGIEBEHEER (PTB)
Het gemeenschappelijk PTB is een tussen de deelnemers aan gemeenschappelijk onderzoek te sluiten specifieke overeenkomst waarin hun respectieve rechten en verplichtingen worden vastgesteld. Wat de intellectuele eigendom betreft, heeft het gemeenschappelijk PTB normaliter onder meer betrekking op: eigendom, bescherming, gebruikersrechten voor O & O-doeleinden, exploitatie en versprei- ding, met inbegrip van regelingen voor gemeenschappelijke publikatie, rechten en verplichtingen van gastonderzoekers en arbitrageprocedures. Het PTB kan ook betrekking hebben op essentiële en achtergrondinformatie, regels voor het vrij- geven van geheime informatie, vergunningen en te verwachten resultaten.