Hoofd- en onderaannemerschap Presentatie door Muriël Bos van de Bascule
Hoofd- en onderaannemerschap Presentatie door Xxxxxx Xxx van de Bascule
Xxxxxx Xxx van de Bascule is verantwoordelijk voor de zorg contractering. Zij vertelt over hoofd- en onderaannemerschap en haar eigen ervaringen hiermee. Zij geeft ook handreikingen die in de Toolkit op de website te vinden zijn, evenals haar powerpointpresentatie. Hier volgt een verslag van haar presentatie.
Muriël vertelt dat de Xxxxxxx al enige tijd in een ontwikkel- en leerproces zit. Het is een uitdaging om samen te werken in woelig water. Ook het hoofd- en onderaannemerschap gaat daar eigenlijk over, omdat nog niet duidelijk is hoe dit straks precies gaat lopen. Muriël is één van de weinige aanwezigen die zowel nu als in 2015 aanwezig was. Vorig jaar vertelde zij, samen met Xxxxxxx Xxx, over een visie die met een groot aantal werkgroepen is neergezet.
Eén van de kernelementen in die visie was het samenwerken tussen de verschillende partijen, zodat hulp tijdig aaneengesloten, niet gefragmenteerd en met dezelfde doelstelling efficiënt kan neergezet. Het hoofd- en onderaannemerschap is eigenlijk een soort formalistische invulling van die manier van samenwerken. De titel van de presentatie is daarom ‘het nieuwe samenwerken’ en niet hoofd- en onderaannemerschap.
Hoofd- en onderaannemerschap is het nieuwe samenwerken
Het nieuwe samenwerken, betekent enerzijds dat men dingen met elkaar wil verbeteren om te zorgen dat zaken beter aansluiten bij de behoeften van het kind en het gezin. Daarnaast gaat het ook over het formaliseren van een aantal zaken. Als hoofdaannemer wordt men verantwoordelijk voor het resultaat. Het is daarom belangrijk dat er goede afspraken met de onderaannemers worden gemaakt over wat het resultaat is en hoe men daar een bijdrage aan kan leveren. Verder hoe men ervoor zorgt dat het binnen de afgesproken trajectprijs valt.
Belangrijke uitgangspunten:
• Het gaat om het neerzetten van een integraal traject voor het hele gezin om stagnatie te voorkomen of uit de weg te helpen. Dit betekent dat gekeken moet worden wat er in het gezin speelt.
• Proactief betrekken van expertise die men zelf als aanbieder niet biedt. Geen enkele aanbieder kan alles bieden en dat hoeft ook niet als men hier proactief goede afspraken met elkaar over maakt en de expertise betrekt die men zelf niet in huis heeft.
• Het samen werken (bij voorkeur een vorm van partnership) en onderling goed afstemmen om er voor te zorgen dat men elkaar versterkt.
• Ieder werkt vanuit zijn eigen professionaliteit (en heeft ook vertrouwen in de professionaliteit van de ander) en ieder neemt zijn eigen verantwoordelijkheid richting de cliënt daarin.
Samenwerken in drie gradaties:
De Bascule heeft - toen zij nadacht over de praktijk - eerst geïnventariseerd voor wat voor soort zaken onderaannemers ingezet gaan worden. Hierbij is een ordening aangebracht in drie gradaties, namelijk:
1. Strategische samenwerking
2. Veel voorkomende samenwerking
3. Ad hoc samenwerking
Strategische samenwerking
Dit betreft de samenwerking met één of meerdere partijen waar men langere tijd mee samenwerkt, samen investeert in een methodiekontwikkeling, en een gezamenlijke zorgvisie ontwikkelt. Op den duur wordt men hierdoor partners die lastig uitwisselbaar zijn.
Inmiddels is er een multifocale samenwerkingsovereenkomst tussen vier partijen afgesloten, namelijk: Spirit, Altra, Lijn5 en de Bascule. Dit is eigenlijk een formalisering van een aantal
samenwerkingsverbanden die al jarenlang bestond. Dit is voor specifieke doelgroepen, bij voorbeeld: jeugdigen bij de Koppeling, jeugdigen in pleeggezinnen en jeugdigen die in een gezinshuis of op een woongroep wonen en jeugdigen die speciaal onderwijs volgen bij Altra. Bij al deze trajecten is Spirit de hoofdaannemer. Dit is in nauwe samenwerking met elkaar vormgegeven.
De kenmerken van een strategische samenwerking naast de gezamenlijke visie, is dat er een strategische samenwerkingsovereenkomst met elkaar is afgesloten. Bovendien is vastgelegd wat het doel is van de samenwerking, de toegevoegde waarde van de verschillende partijen, welk type mensen erbij zijn betrokken, en hoe hier in de toekomst met elkaar mee om te gaan. Daarnaast is er een bilaterale samenwerkingsovereenkomst tussen de hoofd- en onderaannemer (een samenwerkingsovereenkomst met alle onderaannemers apart dus). In deze samenwerkingsovereenkomst staat wat de onderaannemer levert. In een bijlage wordt het aantal fte’s vermeld, evenals tarieven etc.
Om te zorgen dat de samenwerking zijn beslag krijgt is er een gezamenlijk professioneel statuut ontwikkeld. Dit is bedoeld voor de professionals en daarin staat vermeld hoe de verschillende organisaties zich tot elkaar verhouden. Hier is een gezamenlijke zorgvisie in verwerkt. Een wens is ook een gezamenlijk dossier, maar dit blijkt ingewikkeld o.a. door wet- en regelgeving. Het is mooi om samen dit soort zaken neer te zetten, maar het kost veel tijd. Om dit zoor elkaar te krijgen zijn veel, soms lastige, gesprekken nodig. Wat het gemakkelijker gaat maken is dat er geen schotten meer in de financiering zijn.
Veel voorkomende samenwerking
Dit betreft partijen waarmee de Bascule 80% van de individuele zorgtrajecten uitvoert. Geïnventariseerd is met welke onderaannemers men hierbij te maken kan krijgen. Dit bleken wel 50 of 60 partijen te zijn. Met een aantal partijen is inmiddels gesproken, maar niet met allemaal. Er zijn partijen waarvan men de werkwijze inmiddels een beetje kent en waar men regelmatig zaken mee doet. Het is de bedoeling met die partijen een raamovereenkomst af te sluiten. Daarin staan de algemene afspraken over welk type traject wordt geleverd en hoe om te gaan met algemene zaken, zoals de start van het traject, verantwoordelijkheden en de tarieven. Belangrijk is ook maatwerk te kunnen leveren en daarom is bedacht om per startend traject een nadere overeenkomst af te sluiten waarin de concrete afspraken staan vermeld. De concepten hiervoor zijn inmiddels klaar en staan op de website. De Xxxxxxx stelt deze graag ter beschikking aan andere aanbieders om te benutten. De verwachting is dat de Bascule ongeveer met tien partijen een raamovereenkomst sluit.
Ad hoc samenwerking
Met de overige partijen waar de Bascule mee samenwerkt, wil zij een ad hoc samenwerking aangaan. Dit zijn teveel partijen om van te voren individuele gesprekken mee te voeren. De Bascule wil daarom een uitvraag gaan doen bij die partijen met vragen over bijvoorbeeld: soort hulp dat zij voor de doelgroep van de Bascule kunnen leveren, voor welke profielen en intensiteiten, een inschatting van de inzet in uren, de kwaliteitseisen en een tariefvoorstel. Op het moment dat de Xxxxxxx denkt zo’n partij nodig te hebben, dan maken zij een een soort raamcontract en nadere overeenkomst in één. Vervolgens kan de hulp van start gaan. Het is mogelijk dat uiteindelijk veel met een partij uit deze categorie wordt samengewerkt. Dan zou dit een veel voorkomende samenwerking of een strategische samenwerking kunnen worden.
Proces in de praktijk
Het is mooi om dit proces gezamenlijk vorm te geven. Bij de Bascule wordt de regiebehandelaar verantwoordelijk voor het hele traject (dit is nu ook zo) en daarnaast denkt de regiebehandelaar na of er een andere partij nodig is. Zo ja, dan kijkt de regiebehandelaar welke onderaannemer het stukje hulp/ondersteuning kan bieden dat de Bascule zelf niet in
huis heeft. De regiebehandelaar benadert die partij en gaat het gesprek aan over hoe de ondersteuning/hulp eruit ziet. Op basis van de eerder afgesproken vaste prijs maken we afspraken over inzet en resultaat.
De Bascule bedacht ook een nieuwe rol voor iemand die de regiebehandelaar ondersteunt. Dit is de JOOP (Jouw Onderaannemers Ondersteunings Persoon) en is bedoeld om het onderaannemerschap te faciliteren (administratieve kant, contracten, plannen van voortgangsgesprekken, goed verloop van betalingen). De Bascule is voornemens om voor de betaling van onderaannemers hetzelfde principe te hanteren als de gemeenten voor de hoofdaannemers doen, namelijk 70% betaling vooraf en 30% achteraf.
Als de Bascule onderaannemer wordt
Ingeval de Bascule onderaannemer wordt, hoopt zij vergelijkbare afspraken met de hoofdaannemer te maken. Dit betekent dat de Xxxxxxx zoveel mogelijk als een partner betrokken wil zijn en mee wil denken over het totale behandelbeleid met verantwoordelijkheid om het werk dat zij doet, goed te doen. Dit betekent dat de Bascule geen voorstander is van cherry picking of uurtje factuurtje (behalve voor bijvoorbeeld consultatie). Als het gaat om een totaal behandeltraject wil de Bascule hier onderdeel van uitmaken, wat echt het verschil maakt. Dit in goed overleg en partnership.
Belangrijkste uitdagingen
De belangrijkste uitdaging is tijd, omdat er nog heel veel moet gebeuren. Daarnaast ook overzichtelijkheid en eenduidigheid van afspraken. Het zou lastig en bijna onbeheersbaar zijn als er nog heel veel eisen van onderaannemers komen. Ook uitdagend is de logistiek rondom het starten van het traject, het stoppen, betalen en het berichtenverkeer met alle partijen onderling. Hier zijn geen standaarden en techniek voor beschikbaar.
Op de lange termijn is spannend hoe het werkt, omdat aanbieders vanuit een andere achtergrond komen. Op sommige onderdelen heeft men een eigen ‘taal’ ontwikkeld. Een behandelplan betekent bij een aanbieder heel iets anders dan bij een gemeente. Daar moeten we ons allemaal bewust van zijn. Eigenlijk moet iedereen ‘relationele lenigheid ontwikkelen’ door flexibel te schakelen. We doen wat een gezin nodig. Dat staat voorop. We moeten af en toe over onze eigen protocollen heen durven stappen. Dit is ingewikkeld, maar als men het doel goed voor ogen houdt, dan komen we hier uiteindelijk uit. Een andere uitdaging is om alle professionals mee te krijgen in de nieuwe gezamenlijke manier van werken. Binnenkort vinden bij de Bascule de eerste trainingen plaats. Het delen van gegevens en het in acht nemen van privacy kan ook spannend zijn.