Metaalhandel
Metaalhandel
Nationale overeenkomsten 2023 – 2024
INHOUDSOPGAVE
000 Werkingssfeer Paritair subcomité
011 Uitbreiding toepassingsgebied - Bijzondere C.A.O.
147 Scheidingspremie, ploegenpremie en premie voor nachtarbeid
a. Scheidingspremie, ploegenpremie en premie voor nachtarbeid (12/09/2019)
b. Scheidingspremie, ploegenpremie en premie voor nachtarbeid (27/01/2022)
149 Vergoedingen bij stand-by regeling 150 Regeling inzake vervoer en mobiliteit
a. Regeling inzake vervoer en mobiliteit (27/01/2022)
b. Regeling inzake vervoer en mobiliteit (05/03/2024)
160 Sectoraal systeem ecocheques
a. Anciënniteitsverlof (12/09/2019)
b. Anciënniteitsverlof (27/01/2022)
230 Stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag
a. Stelsel Werkloosheid met Bedrijfstoeslag (02/12/2021)
b. Verschillende stelsels met bedrijfstoeslag (05/07/2023)
c. Verschillende stelsels met bedrijfstoeslag (04/10/2023)
d. Vrijstelling aangepaste beschikbaarheid (02/12/2021)
e. Vrijstelling aangepaste beschikbaarheid (05/07/2023)
f. Vrijstelling aangepaste beschikbaarheid (04/10/2023)
233 Berekeningswijze van de aanvullende vergoeding 240 Flexibiliteit
242 Invoering van nieuwe arbeidsregelingen 244 Overuren
315 Carenzdag
320 Opzeggingstermijnen
330 Verlof om dwingende redenen
340 Recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen
a. Recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen (02/12/2021)
b. Recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen (05/07/2023)
c. Recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen (04/10/2023)
d. Aanbeveling tijdskrediet servicetechniekers
362 Meldingsplicht
400 Opleiding en bevordering werkgelegenheid
400 Vorming en opleiding
a. Vorming en opleiding (27/01/2022)
b. Vorming en opleiding (28/09/2023)
417 OpleidingsCV
430 Werkbaar werk en instroom
a. Werkbaar werk en instroom (27/01/2022)
b. Werkbaar werk en instroom (04/10/2023)
470 Non-discriminatieclausule
490 Outplacement
a. Outplacement (27/01/2022)
b. Outplacement (05/07/2023)
c. Outplacement (04/10/2023)
500 Sociaal overleg
510 Statuut vakbondsafvaardigingen
513 Erkenning van de representatieve functie 520 Vakbondsvorming
530 Werkzekerheid
550 Syndicale premie
600 Bestaanszekerheid
610 Statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid
a. Statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid (02/12/2021)
b. Statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid (04/10/2023)
620 Bijdrage aan het sociaal fonds
630 Wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel
a. Wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel (02/12/2021)
b. Wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel (14/12/2023)
631 Uitsluiting toepassingsgebied
700 Sociale programmatie
700 Nationaal akkoord van 2023 - 2024
800 Tabellen
810 Minimumlonen
820 Tabel indexkoppeling
830 Tabel verplaatsing met eigen vervoermiddel 840 Tabel vergoedingen bij stand-by regeling
010 Toepassingsgebied
K.B.: 13/03/85 B.S.: 16/04/85 (laatst gewijzigd: 24/10/12) |
1. Inhoud: Toepassingsgebied van het PsC voor de metaalhandel. |
2. Verlenging/vervanging van C.A.O.'s: |
3. Duurtijd: Vanaf 16 april 1985 voor onbepaalde duur. |
Koninklijk besluit van 13 maart 1985
PARITAIR SUBCOMITE BENAMING & BEVOEGDHEID
Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van paritaire subcomités voor de sectors die aan de metaal-, machine- en elektrische bouw verwant zijn en tot vaststelling van het aantal leden ervan.
Paritair subcomité voor de metaalhandel, te weten, de ondernemingen die, met uitsluiting van die welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, het Paritair Comité voor het garage- bedrijf, het Paritair Comité voor de warenhuizen of het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, zich hoofdzakelijk bezighouden met:
a) de groothandel (met inbegrip van de import-export) of de kleinhandel in de hieronder vermelde ontwerpen, zelfs indien zij deze voorwerpen en/ of toestellen gewoonlijk bewerken, afwerken, onderhouden, herstellen of plaatsen, voor zover deze ondernemingen niet ressorteren onder het Paritair subcomité voor de elektriciens: installatie en distributie of onder het Paritair subcomité voor de edele metalen:
1. materieel voor de burgerlijke bouwkunde en/of voor intern transport ;
2. fietsen ;
3. landbouwmateriaal, met inbegrip van de landbouwtractoren ;
4. elektrische en elektronische toestellen en materieel die specifiek bestemd zijn voor al dan niet gemotoriseerde wegvoertuigen ;
5. mechanische, elektrische of elektronische kantoormachines ;
6. evenals elk ander voorwerp in metaal en/of mechanisch toestel ;
b) de handel in kroonluchters ;
c) de handel in sanitair en centrale verwarming zonder plaatsing ;
Werkincssfeer Paritair comité
d) de exploitatie, met inbegrip van de herstelling of het onderhoud van ver- koopautomaten, biljarten en andere elektrische of elektronische spelen ;
Werkincssfeer Paritair comité 8
010-1
Het paritair subcomité is niet bevoegd voor de ondernemingen gelijkgesteld met ondernemingen die voor rekening van derden uitsluitend logistieke acti- viteiten uitoefenen zoals bepaald in het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, behalve als deze activiteiten een onlosmakelijk onderdeel vormen van een handelsactiviteit.
Werkincssfeer Paritair comité 010-3
Werkincssfeer Paritair comité
010-2
Uitbreiding toepassingsgebied - Bijzondere C.A.O.
C.A.O.: 30/11/01 K.B.: 10/12/02 B.S.: 02/04/03 |
Neerlegging: 11/12/01 Registratiedatum: 29/01/02 Registratienummer: 60761/CO/149.4 Publicatie van registratie in B.S.: 13/02/02 |
1. Inhoud: Toepassing van de sectorale CAO's en overgangsmaatregelen voor de nieuwe ondernemingen uit de metaaldistributie die onder de sector ressorteren. |
2. Verlenging/vervanging van C.A.O.'s: |
3. Duurtijd: Vanaf 30 november 2001 voor onbepaalde duur. |
Bijzondere Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2001 met betrekking tot de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair subcomité voor de metaalhandel
PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE METAALHANDEL 149.4
Gelet op het koninklijk besluit van 27 april 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 1985 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van paritaire subcomités voor de sectors die aan de metaal-, machine- en elektrische bouw verwant zijn en tot vaststelling van het aantal leden ervan.
Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 1985 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van Paritaire subcomités voor de sectors die aan de metaal-, machine- en elektrische bouw verwant zijn en tot vaststelling van het aantal leden ervan.
Wordt onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst gesloten:
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de onderne- mingen met een activiteit vermeld onder punt "e" van artikel 1, punt 4 van het koninklijk besluit van 13 maart 1985 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van Paritaire subcomités voor de sectors die aan de metaal-, machine- en elektrische bouw verwant zijn en tot vaststel- ling van het aantal leden ervan zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 27 april 2000 en het koninklijk besluit van 21 juni 2001.
Meer bepaald: het verrichten van een of meerdere handelingen met betrek- king tot de behandeling of distributie van goederen voor ondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair subcomité voor de metaalhandel
Werkincssfeer Paritair comité 010-4
Werkincssfeer Paritair comité
011-1
Onder het verrichten van een of meerdere handelingen met betrekking tot de behandeling of distributie van goederen wordt verstaan:
• het opslaan ;
• het stouwen ;
• het verzenden ;
• het verpakken of herverpakken in kleinere eenheden ;
• het merken ;
• alle andere activiteiten gericht op de bewaring, de verkoop of de levering van goederen.
§ 2. Het Paritair subcomité voor de metaalhandel is niet bevoegd wanneer de onderneming hoofdzakelijk het vervoer voor rekening van derden verricht of wanneer zij valt onder de bevoegdheid van het Paritair comité voor het havenbedrijf.
HOOFDSTUK II. - TOEPASSING VAN DE SECTORALE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN
Artikel 2
§ 1. Onder voorbehoud van § 2 van dit artikel zijn alle collectieve arbeids- overeenkomsten gesloten in het Paritair subcomité voor de metaalhandel, die van kracht zijn op 30 november 2001, van onmiddellijke toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen vermeld in artikel 1 van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst.
§ 2. De in artikel 3 vermelde collectieve arbeidsovereenkomsten zijn, mits de in artikel 3 bepaalde overgangsmaatregelen, eveneens onverminderd geldig voor de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen vermeld in artikel 1 van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst.
HOOFDSTUK III. - OVERGANGSMAATREGELEN
Artikel 3
Voor volgende collectieve arbeidsovereenkomsten wordt een overgangs- maatregel bepaald:
1. De collectieve arbeidsovereenkomst van 7 maart 1985 inzake de arbeids- duur zal, voor de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemin- gen vermeld in artikel 1 van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst, slechts van af 1 januari 2003 in werking treden.
2. De collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 1999 inzake de eindejaars- premie zal, voor de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de onderne- mingen vermeld in artikel 1 van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst, slechts op 1 januari 2003 in werking treden.
3. Voor wat de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2000 inzake de bij- drage aan het sociaal fonds betreft, zal de inning van de bijdrage voor het sociaal fonds slechts een aanvang nemen op 1 januari 2002.
4. Voor wat de collectieve arbeidsovereenkomst inzake de uurlonen van 4 juli 2001 betreft, wordt er een overgangsregeling voorzien voor de aan- passing van lonen van de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen vermeld in artikel 1, aan de minimumbarema's.
Wanneer het uurloon van de arbeiders en arbeidsters van een onderneming zoals vermeld in artikel 1, op 30 november 2001, minstens 20 BEF (€ 0.5) lager ligt dan het sectorale minimumbarema, dan dient deze onderneming uiterlijk bij de laatste collectief overeengekomen loonaanpassing van 1 oktober 2002 dit verschil te hebben weggewerkt.
Wanneer het uurloon van de arbeiders en arbeidsters van een onderneming zoals vermeld in artikel 1, op 30 november 2001, tot 20 BEF (€ 0.5) lager ligt dan het sectorale minimumbarema, dan dient deze onderneming uiterlijk bij de collectief overeengekomen indexaanpassing van 1 mei 2002 dit verschil te hebben weggewerkt.
Afwijkingen van deze overgangsregeling zijn mogelijk mits een op onder- nemingsvlak afgesloten CAO, die werd goedgekeurd op het paritair comité.
Werkincssfeer Paritair comité
Werkincssfeer Paritair comité
011-2 011-3
HOOFDSTUK IV. - SLOTBEPALINGEN
Artikel 4
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 30 november 2001 en geldt voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van zes maand, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair comité voor de metaalhandel.
Werkincssfeer Paritair comité 011-5
Werkincssfeer Paritair comité
011-4
111 Beroepenclassificatie
C.A.O.: 23/03/93 K.B.: 17/06/94 B.S.: 30/09/94 |
Neerlegging: Registratiedatum: 15/04/93 Registratienummer: 32419/CO/149.4 Publicatie van registratie in B.S.: 30/09/94 |
1. Inhoud: Beroepenclassificatie A.1. Hulpwerkman A.2. Hulpwerkman (10 jaar anciënniteit in de onderneming) B. Geoefende werkman X. Geschoolde D. Hoog geschoolde E. Geschoolde buiten categorie Verplichte vermelding van de klasse op de loonfiche (Artikel 4). |
2. Verlenging/vervanging van C.A.O.'s: C.A.O.: 13/03/91 K.B.: 28/11/91 B.S.: 23/01/92 |
3. Duurtijd: Vanaf 1 april 1993 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993
BEROEPENCLASSIFICATIE
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair subcomité voor de metaalhandel.
Artikel 2
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "werklieden" verstaan: de werklieden of de werksters.
HOOFDSTUK II. - BEROEPENCLASSIFICATIE
Artikel 3
De werklieden tewerkgesteld in de bij artikel 1 bedoelde ondernemingen worden in zes categorieën ingedeeld rekening houdend met de aard der uitgevoerde werken, van de beroepsbekwaamheid en van de graad van zelfstandigheid bij de uitvoering van de taken die hun worden toevertrouwd.
Worden beschouwd als:
A.1. Hulpwerkman:
De werkman van wie geen speciale kennis of bijzondere lichamelijke ge- schiktheid wordt gevergd en die de meest eenvoudige werken verricht waar- voor geen leertijd wordt vereist.
A.2. Hulpwerkman (10 jaar anciënniteit in de onderneming):
De werkman zoals omschreven onder A.1. en die 10 jaar anciënniteit in de onderneming heeft.
Lonen 011-6
Lonen
111-1
De werkman die bekwaam is eenvoudige en geregeld terugkerende werken uit te voeren waarvoor slechts een beroepsopleiding nodig is welke na een
Artikel 5
HOOFDSTUK III. - SLOTBEPALINGEN
korte aanpassingsperiode wordt verworven.
C. Geschoolde:
De werkman die bekwaam is professionele werken te verrichten welke vak- kennis vereisen verworven door ervaring en zoveel mogelijk gestaafd door een bepaalde theoretische opleiding en welke worden uitgevoerd onder hogere leiding. De geschoolde moet bekwaam zijn een eenvoudig plan, dat op zijn beroep betrekking heeft, te lezen.
D. Hoog geschoolde:
De werkman die ervaring en handigheid bezit vereist voor het uitoefenen van werken welke meerdere jaren beroepsopleiding en theoretische kennis vergen.
E. Geschoolde buiten categorie:
De werkman die bekwaam is zelfstandig alle kwaliteitswerk betreffende zijn beroep uit te oefenen of die een grote kennis, handigheid en ervaring bezit in verscheidene beroepen.
Artikel 4
Op iedere individuele loonfiche en loonafrekening, overhandigd aan de werk- man, moet de juiste beroepencategorie, waartoe betrokkene hoort, vermeld worden. Iedere werkman behoort noodzakelijkerwijze tot één van de beroe- pencategorieën vermeld onder artikel 3.
Voor de vermelding volstaat het gebruik van de kenletter behorende bij iedere beroepencategorie: A.1. of A.2. of B. of C. of D. of E.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 13 maart 1991, gesloten in het Paritair subcomité voor de metaalhandel, tot vaststelling van de beroepenclassificatie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 28 november 1991 (Belgisch Staatsblad van 23 januari 1992).
Artikel 6
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 1993 en geldt voor een onbepaalde tijd.
Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van drie maand, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair subcomité voor de metaalhandel.
Lonen
Lonen
111-2 111-3
112 Loonvorming
C.A.O.: 18/06/09 K.B.: 17/03/10 B.S.: 05/05/10 |
Neerlegging: 02/07/09 Registratiedatum: 19/10/09 Registratienummer: 95106/CO/149.04 Publicatie van registratie in B.S.: 04/11/09 |
1. Inhoud: 1) Vaststelling minimumuurlonen 2) Indexkoppeling: jaarlijkse aanpassing van de lonen aan de sociale index op 1 februari 3) Afronding van de uurlonen - Verhoging gebeurt steeds op basis van het 4e decimaal - Afronding naar dichtst gelegen eenheid: • € ...,0001 tot en met € ...,0049 naar lagere eurocent • vanaf € ...,0050 naar hogere eurocent 4) Loonspanning van de minimumuurlonen: loonsverhogingen of – aanpassingen van de minimumlonen houden rekening met de loonspanning. |
2.Verlenging/vervanging van C.A.O.'s: C.A.O.: 04/03/08 K.B.: 16/12/08 B.S.: 05/02/09 |
3. Duurtijd: Vanaf 1 juli 2009 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2009
LOONVORMING
In uitvoering van artikel 5 van het nationaal akkoord 2009-2010 van 12 mei 2009.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. - LONEN
Artikel 2
De minimumuurlonen van de arbeiders tewerkgesteld in de bij artikel 1 bepaalde ondernemingen, worden vastgesteld door het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
HOOFDSTUK III. - KOPPELING VAN DE LONEN
AAN HET INDEXCIJFER VAN DE CONSUMPTIEPRIJZEN
Artikel 3
De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen zijn gekoppeld aan de sociale index, maandelijks vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Alle indexberekeningen worden uitgevoerd rekening houdend met de derde decimaal en afgerond tot op het honderdste, het halve honderdste wordt tot het hogere honderdste afgerond.
Lonen 111-4
Lonen
112-1
Artikel 4
Sinds 2005 worden de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen telkens op 1 februari aangepast aan de sociale index. De aanpassing wordt
Artikel 8
HOOFDSTUK VI. - SLOTBEPALINGEN
berekend door de sociale index van de maand januari van het kalenderjaar te vergelijken met de sociale index van de maand januari van het voorgaande kalenderjaar.
HOOFDSTUK IV. - AFRONDINGSREGELS
Artikel 5
Conform de wettelijke bepalingen, worden alle verhogingen of aanpassingen van de lonen berekend, rekening houdend met de vierde decimaal.
De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt afge- rond tot op de dichtst bijgelegen eurocent.
Voorbeeld
….,0001 EUR tot en met ….,0049 EUR wordt afgerond naar de lagere eurocent
….,0050 EUR tot en met ….,0099 EUR wordt afgerond naar de hogere eurocent
HOOFDSTUK V. - BIJZONDERE BEPALINGEN
Artikel 6
Alle verhogingen of aanpassingen van de minimumuurlonen worden op het minimumuurloon van de hulpwerkman (spanning 100) toegepast en schom- melen voor de andere categorieën volgens de hierna bepaalde loonspanning:
A.1. Hulpwerkman: 100
A.2. Hulpwerkman: 105
(10 jaar anciënniteit in de onderneming)
B. Geoefende: 112,5
C. Geschoolde: 125
D. Hoog geschoolde: 132
E. Geschoolde buiten categorie: 140
Artikel 7
Wanneer een verhoging samenvalt met een aanpassing, wordt de verhoging eerst toegepast.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 4 maart 2008, geslo- ten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende de loonvor- ming, algemeen verbindend verklaard bij Koninklijk Besluit van 16 december 2008 (Belgisch Staatsblad van 5 februari 2009).
Artikel 9
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2009 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van drie maand, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Lonen
Lonen
112-2 112-3
120 Uurlonen
C.A.O.: 02/12/21 K.B.: 25/07/22 B.S.: |
Neerlegging: 08/12/21 Registratiedatum: 16/02/22 Registratienummer: 170277/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 28/02/22 |
1. Inhoud: Vaststelling minimumuurlonen |
2. Vervanging van C.A.O.’s: C.A.O.: 26/06/2019 K.B.: 14/11/2019 B.S.: 27/11/2019 |
3. Duurtijd: Van 1 januari 2022 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021
UURLONEN
In uitvoering van artikel 4 van het nationaal akkoord 2021-2022 van 2 decem- ber 2021.
HOOFDSTUK I. – TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. – LONEN
Artikel 2 – Minimumuurlonen
De minimumuurlonen die op 1 februari 2021 werden geïndexeerd op basis van het referte-indexcijfer 107,86 (januari 2021), worden op 1 januari 2022
met 0,4% verhoogd.
De minimumuurlonen van toepassing vanaf 1 januari 2022 zijn:
CATEGORIEEN | Spanning | 37,5u/w | 38u/w | 39u/w | 40u/w |
01.01.2022 | |||||
A.1 Hulpwerkman | 100 | 13,48 | 13,34 | 13,04 | 12,76 |
A.2 Hulpwerkman (10 j. anc. in de onderneming) | 105 | 14,15 | 14,01 | 13,69 | 13,40 |
B. Geoefende | 112,5 | 15,17 | 15,01 | 14,67 | 14,36 |
C. Geschoolde | 125 | 16,85 | 16,68 | 16,30 | 15,95 |
D. Hoog geschoolde | 132 | 17,79 | 17,61 | 17,21 | 16,84 |
E. Buiten categorie | 140 | 18,87 | 18,68 | 18,26 | 17,86 |
Lonen 112-4
Lonen
120-1
Artikel 3 – Werkelijk betaalde lonen
De werkelijk betaalde uurlonen die op 1 februari 2021 werden geïndexeerd op basis van het referte-indexcijfer 107,86 (januari 2021), worden op 1 januari 2022 met 0,4% verhoogd.
In afwijking van het eerste lid, kan de beschikbare loonmarge van 0,4% op een alternatieve manier worden ingevuld via een ondernemingsenveloppe, zoals bepaald in artikel x van het nationaal akkoord 2021-2022 van 2 december 2021.
HOOFDSTUK III. – KOPPELING VAN DE LONEN AAN HET INDEXCIJFER VAN DE CONSUMPTIEPRIJZEN
Artikel 4
De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde lonen van kracht op 1 januari 2022 schommelen overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeids- overeenkomst van 18 juni 2009 betreffende de loonvorming, en de in voege zijnde wettelijke bepalingen.
HOOFDSTUK IV. - GELDIGHEID
Artikel 5
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsover- eenkomst van 26 juni 2019 inzake uurlonen, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, geregistreerd op 31 juli 2019 onder het nummer 153.157/CO/149.04 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 november 2019 (BS 27 november 2019).
Artikel 6
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2022 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en aan de onder- tekenende organisaties.
Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 juli 2023.
Lonen 120-3
Lonen
120-2
130 Eindejaarspremie
C.A.O.: 12/09/19 K.B.: 09/02/20 B.S.: 27/02/20 |
Neerlegging: 02/10/19 Registratiedatum: 24/10/19 Registratienummer: 154698/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 04/11/19 |
1. Inhoud: Eindejaarspremie Bedrag: uurloon op 31/12 x wekelijkse arbeidsduur x 52 gedeeld door 12 Referteperiode: 1 januari – 31 december Betaalperiode: eerste loonuitbetaling na 31/12 Prorata: - Minder dan 1 jaar in dienst op 31/12 - Beëindiging van contract van onbepaalde duur ongeacht de wijze waarop - Einde contract van bepaalde duur, tijdelijk contract of vervangingsover- eenkomst van minimum 3 maanden Volledige premie: bij pensioen en overlijden Verlies van het recht: ontslag door arbeider (indien minder dan 3 jaar anciënniteit) of om dringende reden Gelijkstellingen: - zwangerschapsverlof, geboorteverlof en profylactisch verlof - adoptieverlof, pleegouderverlof, verlof medische bijstand (maximum 3 maanden, per referteperiode, per arbeider) en palliatief verlof - militaire verplichtingen - (beroeps)ziekte en (arbeids)ongeval (maximum 12 maanden) - tijdelijke werkloosheid (maximum 150 dagen per refertejaar) |
2. Vervanging van C.A.O.’s: C.A.O.:11/09/17 K.B.: 25/02/18 B.S.: 12/03/18 |
3. Duurtijd: Van 1 januari 2020 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019
EINDEJAARSPREMIE
In uitvoering van artikel 10 van het nationaal akkoord 2019-2020 van 26 juni 2019.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. - TOEPASSINGSMODALITEITEN
Artikel 2
Onverminderd de in de ondernemingen bestaande voordeliger toestanden, wordt een eindejaarspremie door de werkgevers toegekend aan de in artikel 1 bedoelde arbeiders.
Artikel 3
Het bedrag van deze eindejaarspremie is gelijk aan de tegenwaarde van een aantal uren, berekend op basis van het op 31 december van het beschouwde jaar van kracht zijnde uurloon.
De berekening van het aantal uren, voorzien hierboven, gebeurt volgens hierna vermelde formule: wekelijkse arbeidsduur op basis van het betaalregime x 52 weken: 12 maanden.
Lonen 120-4
Lonen
130-1
Artikel 4
De referteperiode voor de berekening van de eindejaarspremie vangt aan op 1 januari van het beschouwde jaar en eindigt op 31 december van het beschouwde jaar.
Artikel 5
De periodes van zwangerschapsverlof, bevallingsverlof en geboorteverlof worden met effectieve prestaties gelijkgesteld voor de berekening van de eindejaarspremie.
Vanaf 1 januari 2020 worden schorsingen van de arbeidsovereenkomst wegens profylactisch verlof, adoptieverlof, pleegouderverlof, verlof medische bijstand (maximum 3 maanden, per referteperiode, per arbeider) en palliatief verlof gelijkgesteld met effectieve prestaties.
In deze gevallen, wordt de eindejaarspremie berekend op basis van het uurloon dat de arbeiders normaal zouden ontvangen hebben op 31 december van de referteperiode.
Artikel 6
Afwezigheden ingevolge militaire verplichtingen of arbeidsongeschiktheden voortvloeiend uit ziekte, ongeval, beroepsziekte of arbeidsongeval, worden voor de berekening van de eindejaarspremie gelijkgesteld met effectieve prestaties.
Deze gelijkstellingen worden evenwel begrensd tot de eerste twaalf maanden volgend op de eerste dag van deze afwezigheden.
Artikel 7
De werkloosheidsdagen voorzien bij de artikelen 26, 28, 1°, 49, 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, worden voor de berekening van de eindejaarspremie gelijkgesteld met effectieve prestaties.
Deze gelijkstelling wordt evenwel begrensd tot honderd vijftig werkloosheids- dagen gedurende de referteperiode.
In dit geval wordt de eindejaarspremie berekend op basis van het uurloon dat de arbeiders normaal zouden ontvangen hebben op 31 december van de referteperiode.
Artikel 8
De in de loop van de referteperiode gepensioneerde arbeiders hebben recht op de uitbetaling van het volledig bedrag van de vermelde eindejaarspremie.
Dezelfde regel geldt voor de rechthebbenden van de in de loop van de refer- teperiode overleden arbeiders.
In deze gevallen wordt de eindejaarspremie berekend op basis van het uurloon dat normaal wordt betaald op het ogenblik dat de gebeurtenis zich voordoet.
Artikel 9
§ 1. Er wordt een pro rata eindejaarspremie toegekend, ongeacht de wijze waarop er een einde komt aan de arbeidsovereenkomst, behalve indien:
- De arbeider ontslagen wordt wegens een dringende reden in zijnen hoofde.
- De arbeider ontslag neemt en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een anciënniteit van minder dan 3 jaar heeft in de onderneming.
In toepassing van deze paragraaf hebben de arbeiders recht op een pro rata eindejaarspremie gelijk aan een twaalfde per maand tewerkstelling/gelijk- gestelde periode in de referteperiode.
Elke begonnen maand wordt beschouwd als een volledig gepresteerde/ gelijkgestelde maand.
Ook de periode gedekt door een verbrekingsvergoeding geeft recht op een pro rata eindejaarspremie.
§ 2. De arbeiders met een contract van bepaalde duur, of voor een duidelijk omschreven werk, of een tijdelijk contract in de zin van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers (BS 20 augustus 1987), of een vervangingsovereenkomst hebben eveneens recht op een pro rata eindejaarspremie .
Lonen
Lonen
130-2 130-3
§ 3. De pro rata eindejaarspremie wordt berekend op basis van het uurloon dat normaal betaald wordt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst een einde neemt.
Artikel 10
De eindejaarspremie wordt betaald bij de eerste loonuitbetaling die volgt op 31 december van de referteperiode, behoudens de gevallen bedoeld bij de artikelen 8 en 9. In deze gevallen wordt de eindejaarspremie betaald ten laatste gedurende de maand die volgt op deze tijdens welke de gebeurtenis zich heeft voorgedaan.
Artikel 11
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn minimumvoordelen die de in de onder- nemingen bestaande voordeliger toestanden onverkort laten.
HOOFDSTUK III. - SLOTBEPALINGEN
Artikel 12
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt, vanaf 1 januari 2020, de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2017 inzake eindejaar- spremie, geregistreerd onder het nummer 141.937/CO/149.04 en algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 februari 2018 (BS 12 maart 2018).
Artikel 13
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en aan de onder- tekenende organisaties.
Lonen 130-5
Lonen
130-4
C.A.O.: 04/10/2023 K.B.: B.S.:
Neerlegging: 21/11/2023 Registratiedatum: 23/11/2023 Registratienummer: 184231/CO/149.04
Publicatie registratie in het B.S.: 14/12/2023
1. Inhoud:
• Basis: ondernemingen die in 2022 een bedrijfsresultaat (code 9901) boeken in vergelijking met het gemiddelde bedrijfsresultaat in de peri- ode 2017 tot en met 2021
• Bedrag:
Hoge winst
€ 250: gemiddelde bedrijfsresultaat in 2022 is minstens 15% hoger dan het gemiddelde bedrijfsresultaat 2017 – 2021
€ 375: gemiddelde bedrijfsresultaat in 2022 is minstens 30% hoger dan het gemiddelde bedrijfsresultaat 2017 - 2021
€ 500: gemiddelde bedrijfsresultaat in 2022 is minstens 50% hoger dan het gemiddelde bedrijfsresultaat 2017 - 2021
Uitzonderlijk hoge winst
€ 750: gemiddelde bedrijfsresultaat in 2022 is minstens 75% hoger dan het gemiddelde bedrijfsresultaat 2017 – 2021
De totale kost van de koopkrachtpremies toegekend aan alle werkne- mers kan niet hoger zijn dan 15% van de winst na belastingen (code 9904); proratisering bij overschrijding
• Betalingsmodaliteiten:
- In dienst op 30.11.2023
- Uitzendkracht moet niet in dienst zijn op 30.11.2023, wel 1 dag pres- taties in november 2023
- Gelijkstelling dagen gewaarborgd loon en tijdelijke werkloosheid
- Een begonnen dag wordt als effectief gepresteerd beschouwd
- Pro rata tewerkstellingsbreuk
- Minstens 60 dagen effectieve prestaties in 2021: recht op de volledige premie
- Te betalen uiterlijk 31 december 2023
- Mogelijkheid om betere premie te onderhandelen op ondernemingsvlak
2. Duurtijd:
Lonen 130-6
1 juli 2023 tot 30 juni 2025
140 Koopkrachtpremie
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 2023
KOOPKRACHTPREMIE
In uitvoering van artikel 4 van het nationaal akkoord 2023-2024 van 4 oktober 2023.
HOOFDSTUK I. – TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het paritair subcomité voor de Metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder “arbeiders” verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. – VOORWERP
Artikel 2
Deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziet in de toekenning van een koopkrachtpremie zoals bepaald in artikel 19quinquies, § 5, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot her- ziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschap- pelijke zekerheid der arbeiders, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 april 2023 (Belgisch Staatsblad van 28 april 2023). Zij legt de voorwaarden vast die van toepassing zijn voor de toekenning van de koopkrachtpremie.
Ondertekenende partijen vragen dat onderhavige collectieve arbeidsovereen- komst bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt verklaard.
Lonen
140-1
HOOFDSTUK III. – BEGRIPPEN, BEDRAGEN, PLAFOND EN TOEKENNINGSMODALITEITEN
Artikel 3
§ 1. Begrippen
Overeenkomstig de hogervermelde wetgeving wordt in ondernemingen die in 2022 een hoge of een uitzonderlijk hoge winst hebben behaald, een eenmalige koopkrachtpremie toegekend in de vorm van consumptiecheques.
De begrippen “hoge winst in 2022” en “uitzonderlijk hoge winst in 2022”, zoals toegevoegd in artikel 19quinquies van het Koninklijk Besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluit- wet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals gewijzigd door het KB van 23 april 2023 worden als volgt gedefinieerd.
Een onderneming heeft in 2022 een hoge winst behaald indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- het operationele bedrijfsresultaat in 2022 (code 9901) is gestegen met 15 % t.a.v. de gemiddelde winst (code 9901) over de periode 2017-2021.
- het operationele bedrijfsresultaat in 2022 (code 9901) is gestegen met 30 % t.a.v. de gemiddelde winst (code 9901) over de periode 2017-2021.
- het operationele bedrijfsresultaat in 2022 (code 9901) is gestegen met 50 % t.a.v. de gemiddelde winst (code 9901) over de periode 2017-2021.
Een onderneming heeft in 2022 een uitzonderlijk hoge winst behaald indien aan de volgende voorwaarde wordt voldaan:
- het operationele bedrijfsresultaat in 2022 (code 9901) is gestegen met 75 % t.a.v. de gemiddelde winst over de periode 2017-2021.
De som van de operationele bedrijfsresultaten in de voormelde periode 2017- 2021 wordt steeds gedeeld door 5 om het gemiddelde bedrijfsresultaat te berekenen.
De definities van hoge winst en uitzonderlijk hoge winst zijn enkel van toe- passing op dit akkoord.
§ 2. Bedragen
Indien een onderneming in 2022 een hoge winst heeft behaald, zoals bepaald in hoger vermeld artikel 3, § 2, 2e lid, 1ste streepje van deze CAO, bedraagt de koopkrachtpremie:
- € 250
Indien een onderneming in 2022 een hoge winst heeft behaald, zoals bepaald in hoger vermeld artikel 3, § 2, 2e lid, 2de streepje van deze CAO, bedraagt de koopkrachtpremie:
- 375 €
Indien een onderneming in 2022 een hoge winst heeft behaald , zoals bepaald in hoger vermeld artikel 3, § 2, 2e lid, 3de streepje van deze CAO, bedraagt de koopkrachtpremie:
- 500 €
Indien een onderneming in 2022 een uitzonderlijk hoge winst heeft behaald, zoals bepaald in hoger vermeld artikel 3, § 2, 3e lid van deze CAO, bedraagt de koopkrachtpremie:
- € 750.
§ 3. Plafond
De totale kost van de koopkrachtpremies toegekend aan alle werknemers kan niet hoger zijn dan 15% van de winst na belastingen (code 9904) van de onderneming in 2022.
Bij het einde van het boekjaar op 1 juli telt de jaarrekening van het boekjaar dat eindigt in 2022.
Bij overschrijding van het plafond wordt het beschikbare bedrag van de koop- krachtpremies geproratiseerd onder de gerechtigden.
§ 4. Toekenningsmodaliteiten
Onder de voorwaarden van deze collectieve arbeidsovereenkomst kent elke onderneming een koopkrachtpremie toe aan haar arbeiders.
De koopkrachtpremie wordt toegekend op een papieren drager (cheques) of in elektronische vorm.
De koopkrachtpremie wordt op dezelfde wijze toegekend aan uitzendkrachten op basis van de hierboven vermelde modaliteiten.
Lonen
Lonen
140-2 140-3
De premie wordt toegekend aan de arbeiders op basis van onderstaande modaliteiten:
- Om gerechtigd te zijn op de premie dient de arbeider met een arbeids- overeenkomst verbonden te zijn op 30 november 2023. De uitzendkracht moet niet in dienst zijn op deze datum, maar minstens één dag prestaties geleverd hebben in november 2023.
- Minstens 60 effectieve arbeidsdagen gepresteerd te hebben in 2023 waarbij de dagen tijdelijke werkloosheid en gewaarborgd loon worden gelijkgesteld met effectieve arbeidsdagen. Een dag die werd begonnen, wordt als effectief gepresteerd beschouwd.
De premie wordt toegekend pro rata het arbeidsregime van de arbeider.
Op ondernemingsniveau kan een betere regeling bedongen worden (met een maximum van 750 €) uiterlijk op 30 november 2023. Het recht op een verhoging ontstaat op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst op onderne- mingsvlak of een schriftelijke individuele overeenkomst in de ondernemingen zonder syndicale delegatie.
De door de onderneming reeds toegekende koopkrachtpremie kan in minde- ring worden gebracht van de sectorale koopkrachtpremie.
Het totale bedrag van de door de werkgever toegekende koopkrachtpremie mag niet meer bedragen dan 750 euro per werknemer.
Bij gebreke aan CAO op ondernemingsvlak op 30 november 2023 is de sectorale regeling van toepassing.
De voorwaarden worden getoetst op niveau van de juridische entiteit.
Artikel 4 - Besteding en geldigheid
§ 1. De koopkrachtpremie mag alleen gebruikt worden voor:
De betaling van en eetmaal of voor de aankoop van verbruiksklare voeding; en De aankoop van producten en diensten met een ecologisch karakter die zijn opgenomen in de lijst bij cao nr. 98 van 20 februari 2009 betreffende de eco- cheques.
§ 2. De geldigheid van de koopkrachtpremie is beperkt tot 31 december 2024. Dit is de uiterste datum waarop de werknemer de koopkrachtpremie kan besteden.
HOOFDSTUK IV. – UITREIKINGSDATUM EN TERBESCHIKKINGSTELLINGSDATUM
Artikel 5
Uiterlijk op 31 december 2023 kennen de ondernemingen een eenmalige koopkrachtpremie toe.
HOOFDSTUK V. – INWERKINGTREDING EN GELDIGHEID
Artikel 6
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur vanaf 4 oktober 2023 tot 31 december 2023.
Lonen
Lonen
140-4 140-5
147 a
Scheidingspremie, ploegenpremie en premie voor nachtarbeid (12/09/2019)
C.A.O.: 12/09/19 K.B.: 04/02/20 B.S.: 26/02/20 |
Neerlegging: 02/10/19 Registratiedatum: 24/10/19 Registratienummer: 154699/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 04/11/19 |
1. Inhoud: 1) Scheidingspremie: - Toegekend aan arbeiders die de nacht buiten hun woonplaats doorbrengen omwille van beroepsbezigheden: € 18,50 2) Ploegenpremie: - Ploegenarbeid: + 10% - Nachtarbeid: + 20% 3) Definitie ploegenarbeid: - Opeenvolging van 2 ploegen zonder onderbreking of - Ploegen die hoogstens 2 uur samenwerken - Ploegen bestaan uit ongeveer gelijk aantal werknemers (minimum 2) |
2. Vervanging van C.A.O.’s: C.A.O.: 21/06/07 K.B.: 09/09/08 B.S.: 29/10/08 |
3. Duurtijd: Van 1 juli 2019 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019
SCHEIDINGSPREMIE, PLOEGENPREMIE EN PREMIE VOOR NACHTARBEID
In uitvoering van artikel 6 van het nationaal akkoord 2019-2020 van 26 juni 2019.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. - TOEPASSINGSMODALITEITEN
A. Scheidingspremie
Artikel 2
Onverminderd gunstiger bepalingen op ondernemingsvlak wordt aan de bij artikel 1 bedoelde arbeiders, die de nacht buiten hun woonplaats doorbren- gen omwille van beroepsbezigheden, een scheidingspremie toegekend van
€ 18,50 per nacht.
B. Ploegenpremie
Artikel 3 – Definitie ploegenarbeid
Onverminderd gunstiger bepalingen op ondernemingsvlak is er sprake van ploegenarbeid wanneer:
Lonen 140-6
Lonen
147a-1
- de ploeg minstens uit 2 werknemers bestaat
- de ploegen die elkaar aflossen ongeveer uit een gelijk aantal werknemers bestaan.
Arbeiders die zijn tewerkgesteld in ploegen staat het vrij om – in overleg met de bedrijfsleiding en met behoud van de ploegenpremie - onderling van ploeg te wisselen.
Artikel 4 - Premie voor ploegenarbeid
Onverminderd gunstiger bepalingen op ondernemingsvlak wordt het basis- loon van de arbeiders die ploegenarbeid verrichten (vroege en/of late shift) verhoogd met 10%.
C. Premie voor nachtarbeid
Artikel 5
Onverminderd gunstiger bepalingen op ondernemingsvlak wordt het basisloon van de arbeiders die nachtarbeid verrichten (tussen 20 u. en 6 u.) verhoogd met 20%.
HOOFDSTUK III. - GELDIGHEID
Artikel 6
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsover- eenkomst van 21 juni 2007 betreffende de scheidingspremie, ploegenpremie en premie voor nachtarbeid, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaal- handel, geregistreerd op 2 oktober 2007 onder het nummer 85.028/CO/149.04 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 september 2008 (BS 29 oktober 2008).
Artikel 7
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2019, en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd, mits een opzegging van zes maanden betekend met een ter post aangetekende brief aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en aan de in dat paritair subcomité vertegenwoordigde organisaties.
Lonen
Lonen
147a-2 147a-3
147 b
Scheidingspremie, ploegenpremie en premie voor nachtarbeid (27/01/2022)
C.A.O.: 27/01/22 K.B.: 19/01/23 B.S.: 30/03/23 |
Neerlegging: 11/03/22 Registratiedatum: 22/06/22 Registratienummer: 173649/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 27/06/22 |
1. Inhoud: 1) Scheidingspremie: - Toegekend aan arbeiders die de nacht buiten hun woonplaats doorbrengen omwille van beroepsbezigheden: € 18,80 2) Ploegenpremie: - Ploegenarbeid: + 10% - Nachtarbeid: + 20% 3) Definitie ploegenarbeid: - Opeenvolging van 2 ploegen zonder onderbreking of - Ploegen die hoogstens 2 uur samenwerken - Ploegen bestaan uit ongeveer gelijk aantal werknemers (minimum 2) |
2. Vervanging van C.A.O.’s: C.A.O.: 12/09/19 K.B.: 04/02/20 B.S. 26/02/20 |
3. Duurtijd: Van 1 januari 2022 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2022
SCHEIDINGSPREMIE, PLOEGENPREMIE EN PREMIE VOOR NACHTARBEID
In uitvoering van artikel 7 van het nationaal akkoord 2021-2022 van 2 december 2021.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. - TOEPASSINGSMODALITEITEN
A. Scheidingspremie
Artikel 2
Onverminderd gunstiger bepalingen op ondernemingsvlak wordt aan de bij artikel 1 bedoelde arbeiders, die de nacht buiten hun woonplaats doorbren- gen omwille van beroepsbezigheden, een scheidingspremie toegekend van
€ 18,80 per nacht.
B. Ploegenpremie
Artikel 3 – Definitie ploegenarbeid
Onverminderd gunstiger bepalingen op ondernemingsvlak is er sprake van ploegenarbeid wanneer:
Lonen 147a-4
Lonen
147b-1
- de ploeg minstens uit 2 werknemers bestaat
- de ploegen die elkaar aflossen ongeveer uit een gelijk aantal werknemers bestaan.
Arbeiders die zijn tewerkgesteld in ploegen staat het vrij om – in overleg met de bedrijfsleiding en met behoud van de ploegenpremie - onderling van ploeg te wisselen.
Artikel 4 – Premie voor ploegenarbeid
Onverminderd gunstiger bepalingen op ondernemingsvlak wordt het basis- loon van de arbeiders die ploegenarbeid verrichten (vroege en/of late shift), verhoogd met 10%.
C. Premie voor nachtarbeid
Artikel 5
Onverminderd gunstiger bepalingen op ondernemingsvlak wordt het basisloon van de arbeiders die nachtarbeid verrichten (tussen 20 u. en 6 u.) verhoogd met 20%.
HOOFDSTUK III. - GELDIGHEID
Artikel 6
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsover- eenkomst van 12 september 2019 betreffende de scheidingspremie, ploe- genpremie en premie voor nachtarbeid, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, geregistreerd op 24 oktober 2019 onder het nummer 154.699/CO/149.04 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 februari 2020 (BS 26 fébruari 2020).
Artikel 7
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2022, en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd, mits een opzegging van zes maanden betekend met een ter post aangetekende brief aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en aan de in dat paritair subcomité vertegenwoordigde organisaties.
Artikel 8
Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de vergadering en aan de ondertekenende organisaties.
Lonen
Lonen
147b-2 147b-3
149 Vergoedingen bij stand-by regeling
C.A.O.: 12/09/19 K.B.: 09/02/20 B.S.: 27/02/20 |
Neerlegging: 02/10/19 Registratiedatum: 24/10/19 Registratienummer: 154700/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 04/11/19 |
1. Inhoud: Definiëring en bepaling principe stand-by Minimumregeling op sectoraal niveau Stand-by vergoeding naargelang periode waarin stand-by Uitrukvergoeding afhankelijk van aantal oproepen Principe van vrijwilligheid Mededeling aan vakbondsafvaardiging |
2. Vervanging van C.A.O.’s: C.A.O.: 29/04/14 K.B.: 10/04/15 B.S.: 20/05/15 |
3. Duurtijd: Van 1 juli 2019 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019
VERGOEDINGEN BIJ STAND-BY XXXXXXXX
In uitvoering van artikel 20 van het nationaal akkoord 2019-2020 van 26 juni 2019.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II.- DEFINITIES
Artikel 2
Onder “stand-by” of beschikbaarheidstijd verstaat men: de periode gedurende dewelke de arbeider buiten zijn normale arbeidstijd en na voorafgaand akkoord van zijn werkgever, niet aanwezig hoeft te zijn op de werkplek maar beschik- baar moet zijn om gevolg te kunnen geven aan eventuele oproepen en om een dringende hulpverlenende service aan de klanten te verlenen. De arbeiders treden op vrijwillige basis toe tot het stand-by systeem, maar zijn wel verplicht gevolg te geven aan de oproepen eenmaal ze in het stand-by systeem zitten.
De normale grenzen van de arbeidsduur kunnen overschreden worden voor de uitvoering voor rekening van een derde van dringende arbeid aan machines en materieel zoals bepaald in artikel 26, §2,2° van de Arbeidswet van 16 maart 1971, zoals het verhelpen van een panne bij een klant, wat een dringende interventie vereist.
Lonen
Voor zover de arbeid die de arbeider presteert ingevolge een oproep, boven de normale daggrens zoals bepaald in het arbeidsreglement en boven de normale weekgrens van de arbeidsduur gepresteerd wordt, spreken we van overuren.
Lonen 147b-4
149-1
Artikel 3
HOOFDSTUK III.- VERGOEDINGEN
Artikel 5
§ 1. Indien een arbeider die zich in een systeem van stand-by bevindt, ook effectief een oproep krijgt en daardoor moet worden ingezet, ontvangt hij
Er wordt een stand-by vergoeding door de werkgevers toegekend aan de arbeiders die zich in stand-by bevinden zoals omschreven in artikel 2 van onderhavige overeenkomst.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen 4 systemen van stand-by:
- Week-dag: Stand-by tijdens de periode van 6 uur ’s ochtends tot 22 uur ’s avonds van maandag tot en met vrijdag;
- Week-nacht: Stand-by tijdens de periode van 22 uur ’s avonds tot 6 uur ’s ochtends, startende op maandagavond 22 uur en lopende tot zaterdagoch- tend 6 uur;
- Weekend-dag: Stand-by tijdens de periode van 6 uur ’s ochtends tot 22 uur ’s avonds tijdens het weekend, met name zaterdag en zondag, alsook feest- dagen;
- Weekend-nacht: Stand-by tijdens de periode van 22 uur ’s avonds tot 6 uur ’s ochtends startende op zaterdagavond 22 uur en lopende tot maandagochtend 6 uur, alsook op feestdagen.
Artikel 4
Volgende minimumvergoedingen voor de systemen van stand-by, zoals bepaald in artikel 3, § 2 zijn van toepassing sinds 1 februari 2019:
- Voor de arbeiders die onder systeem a. met name Week-dag stand-by zijn:
€ 1,86 per uur;
- Voor de arbeiders die onder systeem b. met name Week-nacht stand-by zijn: € 2,49 per uur;
- Voor de arbeiders die onder systeem c. met name Weekend-dag stand-by zijn: € 2,49 per uur;
Voor de arbeiders die onder systeem d. met name Weekend-nacht stand-by zijn: € 3,13 per uur.
Arbeiders kunnen cumulatief in verschillende systemen stand-by zijn en worden daarvoor ook cumulatief vergoed.
Lonen
149-2
hiervoor een uitrukvergoeding.
§ 2. De minimumhoogte van deze uitrukvergoeding bedraagt sinds 1 februari 2019:
- € 31,25 voor 1 oproep per kalenderdag;
- € 49,99 in totaal voor 2 oproepen per kalenderdag;
- € 62,48 in totaal voor 3 oproepen per kalenderdag;
- € 6,25 per extra oproep (boven de 3) per kalenderdag.
§ 3. Onder “kalenderdag” wordt verstaan de periode van 24 uur, startende om 6 uur ’s ochtends en lopende tot 6 uur ’s ochtends van de volgende dag.
Artikel 6
De bedragen van de vergoedingen zoals vastgesteld in artikel 4 en artikel 5 van onderhavige overeenkomst, worden sinds 1 februari 2007 jaarlijks geïndexeerd op 1 februari, op basis van de sociale index van januari van het betreffende kalenderjaar tegenover de sociale index van januari van het voorgaande kalenderjaar.
HOOFDSTUK IV.- PRESTATIES TIJDENS STAND-BY XXXXXXXX
Artikel 7
Onverminderd de bepalingen in artikel 4 en 5 van onderhavige overeenkomst, ontvangt een arbeider, die tijdens de stand-by periode effectieve prestaties levert, het effectief verschuldigde loon voor die prestaties.
Artikel 8
De effectief gewerkte tijd wordt meegeteld als arbeidstijd, zowel voor de duur als voor de berekening van het loon.
Artikel 9
De arbeider heeft, op zijn vraag, recht op een rustperiode van tenminste 11 opeenvolgende uren tussen zijn laatste prestaties tijdens een stand-by en het begin van zijn prestaties in uitvoering van zijn normale uurrooster (cfr artikel 38ter, §1 van de Arbeidswet van 16 maart 1971).
Lonen
149-3
HOOFDSTUK V.- TOEPASSINGSMODALITEITEN
Artikel 10
Een arbeider kan enkel op vrijwillige basis stand-by zijn.
Artikel 11
Aan het begin van elke maand, wordt de lijst van de arbeiders die stand-by zijn medegedeeld aan de vakbondsafvaardiging. Indien er in de onderneming geen vakbondsafvaardiging bestaat, wordt deze lijst bekendgemaakt aan het voltallige arbeiderspersoneel.
De arbeiders die aan het begin van elke maand op deze lijst vermeld staan, genieten automatisch de stand-by vergoeding, behoudens voor de periodes of dagen waarop hun arbeidsovereenkomst arbeidsrechterlijk geschorst is.
Wie om onvoorziene omstandigheden een arbeider, vermeld op bovenver- melde lijst dient te vervangen, ontvangt dezelfde vergoedingen en voordelen.
HOOFDSTUK IV. DUUR VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 12
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsover- eenkomst inzake stand-by van 29 april 2014, geregistreerd onder het nummer 122.690/CO/149.04 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 april 2015 (BS 20 mei 2015).
Artikel 13
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2019 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd, mits een opzegging van zes maanden betekend met een ter post aangetekende brief aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en aan de in dat paritair subcomité vertegenwoordigde organisaties.
Lonen 149-5
Lonen
149-4
150 a
Regeling inzake vervoer en mobiliteit (27/01/2022)
C.A.O.: 27/01/22 K.B.: 19/01/23 B.S.: 03/03/23 |
Neerlegging: 10/03/22 Registratiedatum: 20/06/22 Registratienummer: 173503/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 27/06/22 |
1. Inhoud: Woon-werkverkeer: - Openbaar vervoer: volledige terugbetaling - Privé-vervoer • Dagvergoeding op basis van tabel • Jaarlijkse aanpassing of 1 februari • Regeling voor wegwerkzaamheden - Betalingsmodaliteiten Mobiliteit: - Regeling inzake kosten - Regeling inzake verplaatsingstijd Specifieke mobiliteitsregeling voor service-techniekers Verplaatsing naar een opleiding en voor leerlingen in een systeem van alternerend leren die zich naar het werk verplaatsen Fietsvergoeding: Een fietsvergoeding van 0,20 euro per effectief afgelegde kilometer (heen en terug), vanaf 1 juli 2022, voor maximaal 40 km per dag, met minimaal een vergoeding gelijk aan de tussenkomst van de werkgever in het privévervoer - Xxxxx xx 00 xx per dag blijft de tussenkomst van de werkgever in het privévervoer van toepassing |
2. Vervanging van C.A.O.’s: C.A.O.: 16/06/11 K.B.: 10/10/12 B.S.: 13/11/12 |
3. Duurtijd: Van 1 juli 2022 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2022
REGELING INZAKE VERVOER EN MOBILITEIT
In uitvoering van artikel 10 van het nationaal akkoord 2021-2022 van 2 december 2021.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, alsook op de leerlingen in een systeem van alternerend leren.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. - VERVOERKOSTEN VOOR VERPLAATSINGEN VAN DE WOONPLAATS NAAR DE WERKPLAATS
Artikel 2
De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn alleen toepasse- lijk indien de werkelijke heen en terug opgetelde afstanden van de woonplaats naar de werkplaats ten minste 1 kilometer bedragen.
Afdeling 1. - Vervoer per spoor
Artikel 3
De arbeider die zich met de trein verplaatst, ontvangt een werkgeverstege- moetkoming gelijk aan de volledige terugbetaling van de totale kost van het sociaal abonnement.
Lonen 149-6
Lonen
150a-1
Afdeling 2. - Ander gemeenschappelijk openbaar vervoer
Artikel 4
Wat de andere gemeenschappelijke openbaar vervoermiddelen betreft, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, zullen deze kosten eveneens volledig worden terugbetaald door de werkgever.
Artikel 5
De modaliteiten van de bijdrage van de werkgevers ten gunste van de arbeiders die dit type van vervoer gebruiken, worden vastgesteld als volgt:
- De arbeider legt aan de werkgever een ondertekende verklaring voor, waarbij verzekerd wordt dat hij gewoonlijk een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, voor de verplaatsing van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling en omgekeerd en preciseert het aantal effectief afgelegde kilometers.
- Hij waakt erover in de kortst mogelijke tijd alle wijzigingen in deze toe- stand te signaleren.
- De werkgever kan op elk ogenblik de authenticiteit van de hierboven bedoelde verklaring nagaan.
Afdeling 3. - Gemengde openbare vervoermiddelen
Artikel 6
Als de arbeider verschillende openbare vervoermiddelen gebruikt, zullen deze volledig worden terugbetaald door de werkgever.
Afdeling 4. - Vervoer geheel of gedeeltelijk door de werkgever georganiseerd
Artikel 7
Op ondernemingsvlak kunnen afspraken worden gemaakt over collectief georganiseerd vervoer.
Afdeling 5. - Privévervoer
Artikel 8
Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het eigen vervoer of te voet, heeft de arbeider recht op een dagvergoeding, gebaseerd op de werk- geversbijdrage in het weekabonnement van de NMBS, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst 19/9 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 23 april 2019.
De verplaatsing met het eigen vervoer heeft betrekking op alle mogelijke eigen vervoermiddelen.
Artikel 9
Deze dagvergoeding wordt bekomen door de werkgeversbijdrage in het weekabonnement van de NMBS te delen door 5.
Artikel 10
Deze dagvergoeding dient jaarlijks op 1 februari te worden geïndexeerd overeenkomstig de jaarlijkse indexering van de treintarieven van de NMBS.
Hierdoor werden de dagvergoedingen op 1 februari 2022 vastgelegd conform de tabel opgenomen in bijlage.
Artikel 11
§ 1. Voor de arbeider die zich, voor een gedeelte of de volledige afstand, met de fiets verplaatst, wordt door de werkgever vanaf 1 juli 2022 een fietsver- goeding van €0,20 voorzien voor elke effectief afgelegde kilometer met een maximum van 40 km (heen en terug) per arbeidsdag.
§ 2. De fietsvergoeding, zoals opgenomen in § 1 kan in geen geval lager zijn dan de dagvergoeding, gebaseerd op de werkgeversbijdrage in het weeka- bonnement, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van de collec- tieve arbeidsovereenkomst nr. 19/9 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer van de werknemers gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 23 april 2019.
§ 3. Boven de 40 kilometer per arbeidsdag blijft de dagvergoeding, geba- seerd op de werkgeversbijdrage in het weekabonnement, zoals opgenomen
Lonen
Lonen
150a-2 150a-3
§ 4. De werkgever zal op vraag van de arbeider jaarlijks de nodige gegevens bevestigen die het de arbeider mogelijk maakt zijn fietsgebruik aan te tonen. Deze gegevens hebben betrekking op de in aanmerking genomen afstand tot de werkplaats, het aantal gewerkte dagen en de betaalde vergoeding. De modaliteiten van de toekenning van de fietsvergoeding worden vastgelegd op ondernemingsvlak.
§ 5. De arbeider legt aan zijn werkgever een ondertekende verklaring voor waarin hij verklaart dat hij bij de verplaatsing tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling gebruik maakt van de fiets. Hij deelt iedere wijziging van deze toestand zo spoedig mogelijk mee. De werkgever mag op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.
Artikel 12
Als de arbeider zich met zijn eigen voertuig naar zijn werk verplaatst en als werkzaamheden op de weg tussen zijn woonplaats en zijn werkplaats uitge- voerd worden, moet de werkgever de aanvullende verplaatsing betalen voor zover de volgende criteria aanwezig zijn:
- werkzaamheden met een minimale duur van 4 weken;
- de normale afstand moet 5 km langer zijn (heen– terug).
Afdeling 6. - Betalingsmodaliteiten
Artikel 13
De bijdrage van de werkgevers in de door de arbeiders gedragen vervoerkos- ten wordt maandelijks betaald voor het vervoerbewijs met geldigheid voor één maand, en éénmaal per week voor de vervoerbewijzen met geldigheid van één week.
Artikel 14
De bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten per spoor wordt betaald tegen indiening van het speciaal getuigschrift voor de sociale abonnementen afgeleverd door de NMBS.
De bijdrage van de werkgevers in de kosten voor het vervoer, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, wordt betaald tegen overhandiging van het vervoerbewijs afgeleverd door deze maatschappijen.
Artikel 15
De werkgever komt tussen in de kosten veroorzaakt door de andere vervoer- middelen op voorwaarde dat de arbeider het bewijs levert van de werkelijk afgelegde afstand.
Indien de arbeider dit bewijs niet kan leveren, wordt de berekening, in gemeen akkoord tussen de partijen, afzonderlijk in iedere onderneming opgemaakt, rekening houdende met de plaatselijke bijzonderheden.
De arbeider mag niet weigeren het(de) eventueel(ele) vervoerbewijs(zen) of, bij ontstentenis, een door hem ondertekende verklaring, nodig voor het vaststellen van de afgelegde afstand, aan de werkgever voor te leggen.
Artikel 16
In het kader van de toepassing van artikel 12, betaalt de werkgever de aanvul- lende verplaatsing veroorzaakt door de werkzaamheden vanaf de dag waarop deze werkzaamheden gestart zijn.
HOOFDSTUK III. - VERPLAATSINGEN VAN DE WOONPLAATS NAAR DE WERF OF EEN KLANT
Afdeling 1. - Kosten voor verplaatsing naar een werf of een klant
Artikel 17
De werkgever moet de volledige verplaatsingskosten betalen aan de arbeider die van de werkplaats naar de werf/klant gaat en omgekeerd of die van de ene werf/klant naar de andere werf/klant gaat.
Artikel 18
De werkgever betaalt aan de arbeider het verschil tussen de door de arbeider betaalde onkosten om zich van zijn woonplaats naar de werf/klant te bege- ven en deze welke de arbeider normaal had moeten dragen om zich van zijn woonplaats naar de werkplaats te begeven.
Lonen
Lonen
150a-4 150a-5
De werkgever betaalt deze laatste kost volgens de bepalingen opgenomen in hoofdstuk II.
Artikel 19
De verplaatsingskosten worden berekend volgens de officiële tarieven van de normaal gebruikte gemeenschappelijke vervoermiddelen, zoals opgenomen in hoofdstuk II.
Artikel 20
De werkgever is niet verplicht de verplaatsingskosten te betalen indien hij een vervoermiddel ter beschikking stelt van de arbeider. Dit vervoermiddel dient te beantwoorden aan de terzake geldende wettelijke voorschriften.
Afdeling 2. - Tijd voor verplaatsing naar een werf of een klant
Artikel 21
De werkgever moet de hele verplaatsingstijd betalen wanneer hij de verplaat- singskosten betaalt of wanneer hij een vervoermiddel ter beschikking stelt van zijn arbeiders die zich van de werkplaats naar de werf/klant en omgekeerd of van de ene werf/klant naar de andere werf/klant begeven.
Artikel 22
De werkgever moet het verschil betalen tussen de tijd die de arbeider nodig heeft om zich van zijn woonplaats naar de werf/klant te begeven en er terug te keren en de tijd die de arbeider normaal zou nodig hebben gehad om zich van zijn woonplaats naar de werkplaats te begeven en er terug te keren.
Artikel 23
De vergoeding wordt berekend op grond van het werkelijk uurloon van de betrokken arbeider.
Artikel 24
De werkgever die een arbeider naar een werf/klant zendt, moet hem behoor- lijke kost en inwoon verschaffen, voor zover deze verplaatsing een dagelijkse afwezigheid van meer dan 12 uren voor betrokkene veroorzaakt.
Artikel 25
Het is niet uitgesloten dat de werkgever ingaat op het verzoek van de arbeider die wenst onder dergelijke voorwaarden dagelijks huiswaarts te keren.
HOOFDSTUK IV. - VERPLAATSINGEN VOOR SERVICE-TECHNIEKERS VAN DE WOONPLAATS NAAR EEN KLANT
Afdeling 1. - Definitie service-techniekers
Artikel 26
Onder service-techniekers wordt verstaan:
- techniekers die een service leveren bij de klant of gebruiker zelf;
- met een belangrijke verplaatsingsgraad;
- die beschikken over een belangrijke uitrustingsgraad;
- met een hoge opleidingsgraad;
- die vaak instaan voor een bepaalde regio;
- die vaak gespecialiseerd zijn op bepaalde machines;
- met een grote onmisbaarheid in de organisatie van de onderneming;
- die in een aparte classificatiecategorie worden opgenomen.
Afdeling 2. - Sectoraal kader
Artikel 27
De tijd die de service-technieker nodig heeft om zich te verplaatsen van de woonplaats naar de klant en omgekeerd, dient te worden beschouwd als arbeidstijd en dient als dusdanig te worden verloond.
Afdeling 3. - Collectieve arbeidsovereenkomst op het vlak van de onderneming
Artikel 28
Op het vlak van de onderneming kunnen de sociale partners een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst afsluiten, waarin kan worden overeenge- komen dat een gedeelte van de verplaatsingstijd, gaande van 30 minuten tot maximum 1 uur per werkdag, niet dient te worden beschouwd als arbeidstijd.
Lonen
Lonen
150a-6 150a-7
HOOFDSTUK V. - SPECIFIEKE BEPALINGEN
Artikel 29 - Alternerend leren
Indien een leerling in een systeem van alternerend leren zich naar het werk verplaatst, heeft hij recht op dezelfde vervoerkosten, zoals opgenomen in hoofdstuk II en III van onderhavige overeenkomst.
Deze bepaling betreft alleen de jongeren die een leervergoeding ontvangen in het kader van het industrieel leerlingwezen of van het middenstandsonderwijs.
Artikel 30 - Verplaatsing naar opleiding
Indien een arbeider zich verplaatst naar een vormingscursus, heeft hij recht op de bepalingen zoals opgenomen in hoofdstuk III.
HOOFDSTUK VI. - SLOTBEPALINGEN
Artikel 31
De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn minimumbepa- lingen, die geen afbreuk doen om op het vlak van de onderneming gunstiger regelingen en/of verloningen overeen te komen.
Artikel 32
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsover- eenkomst met betrekking tot de regeling inzake vervoer en mobiliteit van 16 juni 2011, geregistreerd onder het nummer 104.833/CO/149.04 gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 oktober 2012 (Belgisch Staatsblad 13 november 2012).
Artikel 33
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2022 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en aan de onder- tekenende organisaties.
Artikel 34
Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de hand- tekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorgani- saties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedge- keurde notulen van de vergadering en aan de ondertekenende organisaties.
Werkincssfeer Paritair comité
Lonen
Lonen
150a-8 150a-9
AAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OMTRENT DE REGELING INZAKE VERVOER EN MOBILITEIT VAN 27 JANUARI 2022
Afstand in km | Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5d./week) | Afstand in km | Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5d./week) |
18 | 2,84 | 116 - 120 | 10,91 |
19 | 2,99 | 121 - 125 | 11,17 |
20 | 3,08 | 126 - 130 | 11,56 |
21 | 3,19 | 131 - 135 | 11,91 |
22 | 3,29 | 136 - 140 | 12,16 |
23 | 3,40 | 141 - 145 | 12,68 |
24 | 3,51 | 146 - 150 | 13,17 |
25 | 3,60 | 151 - 155 | 13,17 |
26 | 3,73 | 156 - 160 | 13,67 |
27 | 3,80 | 161 - 165 | 13,90 |
28 | 3,86 | 166 - 170 | 14,17 |
29 | 4,01 | 171 - 175 | 14,65 |
30 | 4,10 | 176 - 180 | 14,89 |
31-33 | 4,28 | 181 - 185 | 15,41 |
34-36 | 4,63 | 186 - 190 | 15,64 |
37-39 | 4,88 | 191 - 195 | 15,90 |
40-42 | 5,22 | 196 -200 | 16,40 |
In uitvoering van hoofdstuk II, afdeling 5
De dagbedragen worden op 1 februari 2022 als volgt vastgelegd:
Afstand in km | Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5d./week) | Afstand in km | Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5d./week) |
1 | 1,06 | 43 - 45 | 5,52 |
2 | 1,17 | 46 - 48 | 5,85 |
3 | 1,31 | 49 - 51 | 6,12 |
4 | 1,43 | 52 - 54 | 6,33 |
5 | 1,55 | 55 - 57 | 6,57 |
6 | 1,64 | 58 - 60 | 6,83 |
7 | 1,72 | 61 - 65 | 7,09 |
8 | 1,81 | 66 - 70 | 7,46 |
9 | 1,92 | 71 - 75 | 7,69 |
10 | 2,01 | 76 - 80 | 8,18 |
11 | 2,13 | 81 - 85 | 8,45 |
12 | 2,23 | 86 - 90 | 8,84 |
13 | 2,33 | 91 - 95 | 9,19 |
14 | 2,44 | 96 - 100 | 9,44 |
15 | 2,54 | 101 - 105 | 9,81 |
16 | 2,66 | 106 - 110 | 10,16 |
17 | 2,74 | 111 - 115 | 10,58 |
Werkincssfeer Paritair comité
Werkincssfeer Paritair comité
150a-10 150a-11
150 b
Regeling inzake vervoer en mobiliteit (05/03/2024)
Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 maart 2024
REGELING INZAKE VERVOER EN MOBILITEIT
In uitvoering van artikel 6 van het nationaal akkoord 2023-2024 van 4 oktober 2023.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, alsook op de leerlingen in een systeem van alternerend leren.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. - VERVOERKOSTEN VOOR VERPLAATSINGEN VAN DE WOONPLAATS NAAR DE WERKPLAATS
Afdeling 1. - Vervoer per spoor
Artikel 2
De arbeider die zich met de trein verplaatst, ontvangt een werkgeverstege- moetkoming gelijk aan de volledige terugbetaling van de totale kost van het sociaal abonnement.
Afdeling 2. - Ander gemeenschappelijk openbaar vervoer
Artikel 3
Wat de andere gemeenschappelijke openbaar vervoermiddelen betreft, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, zullen deze kosten eveneens volledig worden terugbetaald door de werkgever.
Lonen 150a-12
Lonen
150b-1
C.A.O.: 05/03/2024 K.B.: | B.S.: | ||
Neerlegging: 12/04/24 Registratiedatum: 15/04/24 Registratienummer: 187239 Publicatie registratie in het B.S.: | |||
1. Inhoud: Woon-werkverkeer: - Openbaar vervoer: volledige terugbetaling - Privé-vervoer • Dagvergoeding op basis van tabel • Jaarlijkse aanpassing of 1 februari • Regeling voor wegwerkzaamheden - Betalingsmodaliteiten Mobiliteit: - Regeling inzake kosten - Regeling inzake verplaatsingstijd Specifieke mobiliteitsregeling voor service-techniekers Verplaatsing naar een opleiding en voor leerlingen in een systeem van alternerend leren die zich naar het werk verplaatsen Fietsvergoeding: Een fietsvergoeding van 0,27 euro per effectief afgelegde kilometer (heen en terug), vanaf 1 juli 2023, voor maximaal 40 km per dag, met minimaal een vergoeding gelijk aan de tussenkomst van de werkgever in het privévervoer Xxxxx xx 00 xx per dag blijft de tussenkomst van de werkgever in het privévervoer van toepassing | |||
2. Vervanging van C.A.O.’s: | |||
C.A.O.: 16/06/2011 K.B.: 10/10/2012 | B.S.: 13/11/2012 | ||
C.A.O.: 27/01/2022 K.B.: 19/01/2023 | B.S.: 03/03/2023 | ||
3. Duurtijd: Van 1 juli 2023 voor onbepaalde duur. | |||
Artikel 4
De modaliteiten van de bijdrage van de werkgevers ten gunste van de arbeiders die dit type van vervoer gebruiken, worden vastgesteld als volgt:
- De arbeider legt aan de werkgever een ondertekende verklaring voor, waarbij verzekerd wordt dat hij gewoonlijk een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, voor de verplaatsing van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling en omgekeerd en preciseert het aantal effectief afgelegde kilometers.
- Hij waakt erover in de kortst mogelijke tijd alle wijzigingen in deze toe- stand te signaleren.
- De werkgever kan op elk ogenblik de authenticiteit van de hierboven bedoelde verklaring nagaan.
Afdeling 3. - Gemengde openbare vervoermiddelen
Artikel 5
Als de arbeider verschillende openbare vervoermiddelen gebruikt, zullen deze volledig worden terugbetaald door de werkgever.
Afdeling 4. - Vervoer geheel of gedeeltelijk door de werkgever georganiseerd
Artikel 6
Op ondernemingsvlak kunnen afspraken worden gemaakt over collectief georganiseerd vervoer.
Afdeling 5. - Privévervoer
Artikel 7
Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het eigen vervoer of te voet, heeft de arbeider recht op een dagvergoeding, gebaseerd op de werk- geversbijdrage in het weekabonnement van de NMBS, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst 19/9 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 23 april 2019.
Lonen
150b-2
De verplaatsing met het eigen vervoer heeft betrekking op alle mogelijke eigen vervoermiddelen.
Artikel 8
Deze dagvergoeding wordt bekomen door de werkgeversbijdrage in het weekabonnement van de NMBS te delen door 5.
Artikel 9
Deze dagvergoeding dient jaarlijks op 1 februari te worden geïndexeerd overeenkomstig de jaarlijkse indexering van de treintarieven van de NMBS.
Hierdoor werden de dagvergoedingen op 1 februari 2023 vastgelegd conform de tabel opgenomen in bijlage.
Artikel 10
§ 1. Voor de arbeider die zich, voor een gedeelte of de volledige afstand, met de fiets verplaatst, wordt door de werkgever vanaf 1 juli 2024 een fietsver- goeding van €0,27 voorzien per kilometer met een maximum van 40 km (heen en terug) per arbeidsdag.
§ 2. De fietsvergoeding, zoals opgenomen in § 1 kan in geen geval lager zijn dan de dagvergoeding, gebaseerd op de werkgeversbijdrage in het weeka- bonnement, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van de collec- tieve arbeidsovereenkomst nr. 19/9 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer van de werknemers gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 23 april 2019.
§ 3. Boven de 40 kilometer per arbeidsdag blijft de dagvergoeding, geba- seerd op de werkgeversbijdrage in het weekabonnement, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/9 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer van de werknemers gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 23 april 2019, van toepassing.
§ 4. De werkgever zal op vraag van de arbeider jaarlijks de nodige gegevens bevestigen die het de arbeider mogelijk maakt zijn fietsgebruik aan te tonen. Deze gegevens hebben betrekking op de in aanmerking genomen afstand tot de werkplaats, het aantal gewerkte dagen en de betaalde vergoeding. De modaliteiten van de toekenning van de fietsvergoeding worden vastgelegd op ondernemingsvlak.
Lonen
150b-3
Artikel 11
Als de arbeider zich met zijn eigen voertuig naar zijn werk verplaatst en als werkzaamheden op de weg tussen zijn woonplaats en zijn werkplaats uitge- voerd worden, moet de werkgever de aanvullende verplaatsing betalen voor zover de volgende criteria aanwezig zijn:
- werkzaamheden met een minimale duur van 4 weken;
- de normale afstand moet 5 km langer zijn (heen– terug).
Afdeling 6. - Betalingsmodaliteiten
Artikel 12
De bijdrage van de werkgevers in de door de arbeiders gedragen vervoerkos- ten wordt maandelijks betaald voor het vervoerbewijs met geldigheid voor één maand, en éénmaal per week voor de vervoerbewijzen met geldigheid van één week.
Artikel 13
De bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten per spoor wordt betaald tegen indiening van het speciaal getuigschrift voor de sociale abonnementen afgeleverd door de NMBS.
De bijdrage van de werkgevers in de kosten voor het vervoer, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, wordt betaald tegen overhandiging van het vervoerbewijs afgeleverd door deze maatschappijen.
Artikel 14
De werkgever komt tussen in de kosten veroorzaakt door de andere vervoer- middelen op voorwaarde dat de arbeider het bewijs levert van de werkelijk afgelegde afstand.
Indien de arbeider dit bewijs niet kan leveren, wordt de berekening, in gemeen akkoord tussen de partijen, afzonderlijk in iedere onderneming opgemaakt, rekening houdende met de plaatselijke bijzonderheden.
De arbeider mag niet weigeren het(de) eventueel(ele) vervoerbewijs(zen) of, bij ontstentenis, een door hem ondertekende verklaring, nodig voor het vaststellen van de afgelegde afstand, aan de werkgever voor te leggen.
Artikel 15
In het kader van de toepassing van artikel 11, betaalt de werkgever de aanvul- lende verplaatsing veroorzaakt door de werkzaamheden vanaf de dag waarop deze werkzaamheden gestart zijn.
HOOFDSTUK III. - VERPLAATSINGEN VAN DE WOONPLAATS NAAR DE WERF OF EEN KLANT
Afdeling 1. - Kosten voor verplaatsing naar een werf of een klant
Artikel 16
De werkgever moet de volledige verplaatsingskosten betalen aan de arbeider die van de werkplaats naar de werf/klant gaat en omgekeerd of die van de ene werf/klant naar de andere werf/klant gaat.
Artikel 17
De werkgever betaalt aan de arbeider het verschil tussen de door de arbeider betaalde onkosten om zich van zijn woonplaats naar de werf/klant te bege- ven en deze welke de arbeider normaal had moeten dragen om zich van zijn woonplaats naar de werkplaats te begeven.
De werkgever betaalt deze laatste kost volgens de bepalingen opgenomen in hoofdstuk II.
Artikel 18
De verplaatsingskosten worden berekend volgens de officiële tarieven van de normaal gebruikte gemeenschappelijke vervoermiddelen, zoals opgenomen in hoofdstuk II.
Lonen
Lonen
150b-4 150b-5
Artikel 19
De werkgever is niet verplicht de verplaatsingskosten te betalen indien hij een vervoermiddel ter beschikking stelt van de arbeider. Dit vervoermiddel dient te beantwoorden aan de terzake geldende wettelijke voorschriften.
Afdeling 2. - Tijd voor verplaatsing naar een werf of een klant
Artikel 20
De werkgever moet de hele verplaatsingstijd betalen wanneer hij de verplaat- singskosten betaalt of wanneer hij een vervoermiddel ter beschikking stelt van zijn arbeiders die zich van de werkplaats naar de werf/klant en omgekeerd of van de ene werf/klant naar de andere werf/klant begeven.
Artikel 21
De werkgever moet het verschil betalen tussen de tijd die de arbeider nodig heeft om zich van zijn woonplaats naar de werf/klant te begeven en er terug te keren en de tijd die de arbeider normaal zou nodig hebben gehad om zich van zijn woonplaats naar de werkplaats te begeven en er terug te keren.
Artikel 22
De vergoeding wordt berekend op grond van het werkelijk uurloon van de betrokken arbeider.
Artikel 23
De werkgever die een arbeider naar een werf/klant zendt, moet hem behoor- lijke kost en inwoon verschaffen, voor zover deze verplaatsing een dagelijkse afwezigheid van meer dan 12 uren voor betrokkene veroorzaakt.
Artikel 24
Het is niet uitgesloten dat de werkgever ingaat op het verzoek van de arbeider die wenst onder dergelijke voorwaarden dagelijks huiswaarts te keren.
HOOFDSTUK IV. - VERPLAATSINGEN VOOR SERVICE-TECHNIEKERS VAN DE WOONPLAATS NAAR EEN KLANT
Afdeling 1. - Definitie service-techniekers
Artikel 25
Onder service-techniekers wordt verstaan:
- techniekers die een service leveren bij de klant of gebruiker zelf;
- met een belangrijke verplaatsingsgraad;
- die beschikken over een belangrijke uitrustingsgraad;
- met een hoge opleidingsgraad;
- die vaak instaan voor een bepaalde regio;
- die vaak gespecialiseerd zijn op bepaalde machines;
- met een grote onmisbaarheid in de organisatie van de onderneming;
- die in een aparte classificatiecategorie worden opgenomen.
Afdeling 2. - Sectoraal kader
Artikel 26
De tijd die de service-technieker nodig heeft om zich te verplaatsen van de woonplaats naar de klant en omgekeerd, dient te worden beschouwd als arbeidstijd en dient als dusdanig te worden verloond.
Afdeling 3. - Collectieve arbeidsovereenkomst op het vlak van de onderneming
Artikel 27
Op het vlak van de onderneming kunnen de sociale partners een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst afsluiten, waarin kan worden overeenge- komen dat een gedeelte van de verplaatsingstijd, gaande van 30 minuten tot maximum 1 uur per werkdag, niet dient te worden beschouwd als arbeidstijd.
De overeengekomen tijd, die niet wordt beschouwd als arbeidstijd, dient echter wel te worden verloond aan het normale loon.
Lonen
Lonen
150b-6 150b-7
BIJLAGE
AAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OMTRENT DE REGELING INZAKE VERVOER EN MOBILITEIT VAN 21 FEBRUARI 2024
HOOFDSTUK V. - SPECIFIEKE BEPALINGEN
Artikel 28 - Alternerend leren
Indien een leerling in een systeem van alternerend leren zich naar het werk verplaatst, heeft hij recht op dezelfde vervoerkosten, zoals opgenomen in hoofdstuk II en III van onderhavige overeenkomst.
Deze bepaling betreft alleen de jongeren die een leervergoeding ontvangen in het kader van het industrieel leerlingwezen of van het middenstands- onderwijs.
Artikel 29 - Verplaatsing naar opleiding
Indien een arbeider zich verplaatst naar een vormingscursus, heeft hij recht op de bepalingen zoals opgenomen in hoofdstuk III.
HOOFDSTUK VI. - SLOTBEPALINGEN
In uitvoering van hoofdstuk II, afdeling 5
De dagbedragen zijn als volgt vastgesteld vanaf 1 februari 2023:
Aantal km | Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5d./week) | Aantal km | Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5d./week) |
1 | 1,16 | 43 - 45 | 6,06 |
2 | 1,28 | 46 - 48 | 6,42 |
3 | 1,44 | 49 - 51 | 6,72 |
4 | 1,57 | 52 - 54 | 6,95 |
5 | 1,70 | 55 - 57 | 7,21 |
6 | 1,80 | 58 - 60 | 7,49 |
7 | 1,89 | 61 - 65 | 7,78 |
8 | 1,99 | 66 - 70 | 8,19 |
9 | 2,11 | 71 - 75 | 8,44 |
10 | 2,21 | 76 - 80 | 8,98 |
11 | 2,34 | 81 - 85 | 9,27 |
12 | 2,45 | 86 - 90 | 9,70 |
13 | 2,56 | 91 - 95 | 10,08 |
14 | 2,68 | 96 - 100 | 10,36 |
15 | 2,79 | 101 - 105 | 10,76 |
16 | 2,92 | 106 - 110 | 11,15 |
17 | 3,01 | 111 - 115 | 11,61 |
Artikel 30
De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn minimumbepa- lingen, die geen afbreuk doen om op het vlak van de onderneming gunstiger regelingen en/of verloningen overeen te komen.
Artikel 31
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsover- eenkomst met betrekking tot de regeling inzake vervoer en mobiliteit van 4 oktober 2023, geregistreerd onder het nummer 184.230/CO/149.04 gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Artikel 32
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2023 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en aan de onder- tekenende organisaties.
Lonen
Lonen
150b-8 150b-9
AAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OMTRENT DE REGELING INZAKE VERVOER EN MOBILITEIT VAN 21 FEBRUARI 2024
Aantal km | Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5d./week) | Aantal km | Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5d./week) |
18 | 3,12 | 116 - 120 | 11,97 |
19 | 3,28 | 121 - 125 | 12,26 |
20 | 3,38 | 126 - 130 | 12,68 |
21 | 3,50 | 131 - 135 | 13,07 |
22 | 3,61 | 136 - 140 | 13,34 |
23 | 3,73 | 141 - 145 | 13,91 |
24 | 3,85 | 146 - 150 | 14,45 |
25 | 3,95 | 151 - 155 | 14,45 |
26 | 4,09 | 156 - 160 | 15,00 |
27 | 4,17 | 161 - 165 | 15,25 |
28 | 4,24 | 166 - 170 | 15,55 |
29 | 4,40 | 171 - 175 | 16,08 |
30 | 4,50 | 176 - 180 | 16,34 |
31-33 | 4,70 | 181 - 185 | 16,91 |
34-36 | 5,08 | 186 - 190 | 17,16 |
37-39 | 5,35 | 191 - 195 | 17,45 |
40-42 | 5,73 | 196 -200 | 18,00 |
In uitvoering van hoofdstuk II, afdeling 5
De dagbedragen zijn als volgt vastgesteld vanaf 1 februari 2024:
Aantal km | Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5d./week) | Aantal km | Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5d./week) |
1 | 1,23 | 43 - 45 | 6,42 |
2 | 1,36 | 46 - 48 | 6,80 |
3 | 1,52 | 49 - 51 | 7,12 |
4 | 1,66 | 52 - 54 | 6,36 |
5 | 1,80 | 55 - 57 | 7,64 |
6 | 1,91 | 58 - 60 | 7,93 |
7 | 2,00 | 61 - 65 | 8,24 |
8 | 2,11 | 66 - 70 | 8,67 |
9 | 2,23 | 71 - 75 | 8,94 |
10 | 2,34 | 76 - 80 | 9,51 |
11 | 2,48 | 81 - 85 | 9,82 |
12 | 2,59 | 86 - 90 | 10,27 |
13 | 2,71 | 91 - 95 | 10,67 |
14 | 2,84 | 96 - 100 | 10,97 |
15 | 2,95 | 101 - 105 | 11,39 |
16 | 3,09 | 106 - 110 | 11,81 |
17 | 3,19 | 111 - 115 | 12,29 |
Lonen
Lonen
150b-10 150b-11
Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5d./week) | Aantal km | Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5d./week) | |
18 | 3,30 | 116 - 120 | 12,68 |
19 | 3,47 | 121 - 125 | 12,98 |
20 | 3,58 | 126 - 130 | 13,43 |
21 | 3,71 | 131 - 135 | 13,84 |
22 | 3,82 | 136 - 140 | 14,13 |
23 | 3,95 | 141 - 145 | 14,73 |
24 | 4,08 | 146 - 150 | 15,30 |
25 | 4,18 | 151 - 155 | 15,30 |
26 | 4,33 | 156 - 160 | 15,89 |
27 | 4,42 | 161 - 165 | 16,15 |
28 | 4,49 | 166 - 170 | 16,47 |
29 | 4,66 | 171 - 175 | 17,03 |
30 | 4,77 | 176 - 180 | 17,30 |
31-33 | 4,98 | 181 - 185 | 16,91 |
34-36 | 5,38 | 186 - 190 | 18,17 |
37-39 | 5,67 | 191 - 195 | 18,48 |
40-42 | 6,07 | 196 -200 | 19,06 |
Lonen 150b-13
Lonen
150b-12
160 Sectoraal systeem ecocheques
C.A.O. 11/09/17 K.B.: 15/04/18 B.S.: 29/05/18 |
Neerlegging: 19/09/17 Registratiedatum: 13/10/17 Registratienummer: 141938/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 03/11/17 |
1. Inhoud: 1) Toekenning van ecocheque van 250 euro per jaar 2) Prestaties en gelijkstellingen 3) Pro rata toekenning 4) Alternatieve besteding op ondernemingsvlak 5) Recurrentie |
2.Verlenging/vervanging van C.A.O.'s: C.A.O. 29/04/14 K.B.: 10/04/15 B.S.: 20/05/15 |
3. Duurtijd: Van 1 januari 2018 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2017
SECTORAAL SYSTEEM ECOCHEQUES
In uitvoering van artikel 26 van het nationaal akkoord 2017-2018 van 27 juni 2017.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder “arbeiders” verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. - ALGEMEEN KADER
Artikel 2
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig en in uitvoering van
- het interprofessioneel akkoord 2009-2010 van 22 december 2008 ;
- de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98 gewijzigd bij de collec- tieve arbeidsovereenkomst nummer 98 bis betreffende de ecocheques, en gesloten in de Nationale Arbeidsraad van respectievelijk 20 februari 2009 en 21 december 2010 ;
- de adviezen betreffende de ecocheques met nummers 1675, 1728, 1758 en 1787 van de Nationale Arbeidsraad van respectievelijk 20 februari 2009, 16 maart 2010, 21 december 2010 en 20 december 2011 ;
- het koninklijk besluit van 14 april 2009 tot invoeging van een artikel 19qua- ter in het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de
Lonen 150b-14
Lonen
160-1
Artikel 9
HOOFDSTUK IV. - PRESTATIES EN GELIJKSTELLINGEN
HOOFDSTUK III. - TOEKENNING VAN DE ECOCHEQUES
Artikel 3
Per referteperiode van 12 maanden van 1 juni van het voorgaande jaar tot en met 31 mei van het lopende jaar, worden aan elke voltijds tewerkgestelde arbeider ecocheques betaald ter waarde van € 250,00.
Artikel 4
Vanaf 1 januari 2018, de betaling van deze ecocheques in een schijf van
€ 250,00 zal uiterlijk op 15 juni voor de referteperiode van 1 juni van het voorgaande jaar tot en met 31 mei van het lopende jaar uitgevoerd worden.
Artikel 5
De hoogste nominale waarde van de ecocheque die wordt toegekend, zoals opgenomen in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, bedraagt
€ 10,00 per ecocheque.
Artikel 6
De ecocheque wordt op naam van de arbeider afgeleverd. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld als de toekenning ervan en de daarop betrekking hebbende gegevens voorkomen op de individuele rekening van de arbeider, overeenkomstig de reglementering betreffende het bijhouden van sociale documenten.
Artikel 7
Bovendien dient op de ecocheque duidelijk te worden vermeld dat zijn geldig- heid tot 24 maanden beperkt is en dat hij slechts mag aangewend worden voor de aankoop van producten en diensten met een ecologisch karakter, zoals opgenomen in de lijst gevoegd als bijlage bij de collectieve arbeidsovereen- komst nummer 98 bis.
Artikel 8
De ecocheques kunnen geheel noch gedeeltelijk voor geld omgeruild worden.
Voor de toekenning van de ecocheques wordt per referteperiode rekening gehouden met de gewerkte dagen van de arbeider die voltijds is tewerkgesteld.
Artikel 10
Met gewerkte dagen worden gelijkgesteld alle dagen die zijn opgenomen in artikel 6 van de hierboven vermelde collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98, en gewijzigd bij artikel 2 van de hierboven vermelde collectieve arbeids- overeenkomst nummer 98 bis.
Bovendien worden ook met gewerkte dagen gelijkgesteld, alle dagen van tijdelijke werkloosheid en 30 dagen ziekte of (arbeidsongeval) bovenop de dagen gedekt door gewaarborgd maandloon.
Artikel 11
Uitzendkrachten, tewerkgesteld in een onderneming behorende tot het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, krijgen ecocheques uitbetaald ten laste van het uitzendkantoor dat hen tewerkstelt binnen de termijn die in hierboven artikel 4 is opgesteld.
Het bedrag van € 250,00 wordt aangepast in functie van het aantal tewerkge- stelde dagen, en dit volgens het pro rata principe van in- en uitdiensttreders, zoals opgenomen in artikel 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
HOOFDSTUK V. - PRO RATA TOEKENNING
Artikel 12
§ 1. Arbeiders die in de loop van de betrokken referteperiode in de onderne- ming in dienst of uit dienst treden, hebben recht op een pro rata bedrag op basis van 1/50e per week, met een maximum van 50/50e.
Voor de toepassing van het voorgaande lid wordt met week bedoeld, elke week waarin minimum 1 dag wordt gewerkt of gelijkgesteld.
§ 2. Deeltijdse arbeiders hebben recht op een pro rata in functie van de tewerk- stellingsbreuk. De tewerkstellingsbreuk is de verhouding tussen de gemid-
Lonen
Lonen
160-2 160-3
Artikel 19
HOOFDSTUK VII. - RECURRENTIE
Artikel 13
Bij uitdiensttreding dienen de ecocheques, die pro rata worden toegekend, te worden uitbetaald ten laatste op het moment van uitdiensttreding.
HOOFDSTUK VI. - ALTERNATIEVE BESTEDING OP ONDERNEMINGSNIVEAU
Artikel 14
Een alternatieve besteding voor deze ecocheques op ondernemingsvlak is mogelijk op voorwaarde dat het jaarlijks bedrag van € 250,00 gegarandeerd wordt en mits een akkoord op ondernemingsvlak, en dit via een collectieve arbeidsovereenkomst.
Artikel 15
Een kopie van deze collectieve arbeidsovereenkomst dient ter informatie te worden overgemaakt aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, uitdrukkelijk vermeldend “Kopie aan de Voorzitter in uitvoering van artikel 15 van de CAO omtrent ecocheques”.
Artikel 16
Indien er geen akkoord wordt gesloten op het vlak van de onderneming, dient het sectoraal systeem van de ecocheques te worden toegepast.
Artikel 17
In de collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak dienen minstens dezelfde gelijkstellingen te worden voorzien die ook zijn opgenomen binnen het sectoraal systeem van ecocheques, zoals voorzien in artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst
Artikel 18
In de collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak dient een evalu- atie te worden voorzien. Op basis van deze evaluatie moet het mogelijk zijn om nadien terug aan te sluiten op de sectorale regeling.
Elke vorm van invulling van de koopkracht geldt voor onbepaalde duur. De waarde van het voordeel bedraagt € 250,00 per jaar (inclusief RSZ bijdragen voor werkgever en werknemer) en dit sinds 2011.
HOOFDSTUK VIII. - GELDIGHEID
Artikel 20
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 29 april 2014 betref- fende het sectoraal systeem ecocheques, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, geregistreerd op 29 juli 2017 onder het nummer 122.691/CO/149.04 en algemeen verbindend verklaard bij Koninklijk Besluit van 10 april 2015 (Belgisch Staatsblad van 20 mei 2015).
Artikel 21
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door een van de partijen worden opgezegd mits een opzeg van 6 maan- den betekend met een ter post aangetekende brief gericht aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en aan de ondertekenende organisaties.
Lonen
Lonen
160-4 160-5
210 Wekelijkse arbeidsduur
C.A.O.: 07/03/85 K.B.: 03/06/85 B.S.: 19/06/85 |
1. Inhoud: Vermindering van de wekelijkse arbeidsduur tot: • 37,5 uur (bedrijven van 10 of meer werknemers of bedrijven met ‹10 werknemers mits akkoord werkgever) • 38 uur (bedrijven met ‹10 werknemers) |
2.Verlenging/vervanging van C.A.O.'s: |
3. Duurtijd: Vanaf 1 januari 1985 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 maart 1985
ARBEIDSDUUR
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de sectoren die aan de metaal-, machine- en elektrische bouw verwant zijn, welke zich hoofdzakelijk inlaten met:
a) de klein- of groothandel in voorwerpen in metaal en/of mechanische toe-stellen, elektrische en elektronische kantoormachines, zelfs indien zij deze voorwerpen en/of toestellen en machines gewoonlijk bewerken, conditioneren, onderhouden of herstellen, met uitsluiting van de onderne- mingen van de klein- of groothandel in elektrisch materieel en elektrische toestellen andere dan deze welke specifiek bestemd zijn voor al dan niet gemotoriseerde wegvoertuigen, alsook de ondernemingen van de klein- of groothandel in de uurwerkmakerij, edelsmeedkunst, bijouterie en juwe- lierskunst ;
b) de exploitatie, inbegrepen de herstelling of het onderhoud van verkoops- automaten, biljarten en andere elektrische of elektronische spelen.
HOOFDSTUK II. - ARBEIDSDUUR
Artikel 2
Krachtens artikel 29 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, wordt de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur berekend op jaarbasis, met een half uur verminderd en tot zevenendertig en een half uur gebracht, zoals hierna voorzien:
Arbeidstijd en loopbaan 160-6
Arbeidstijd en loopbaan
210-1
a) in de ondernemingen die 50 werknemers en meer tewerkstellen ;
Artikel 6
HOOFDSTUK III. - GELDIGHEID
b) in de ondernemingen die van 10 tot 49 werknemers tewerkstellen en die niet uitdrukkelijk hebben gekozen voor de toepassing van het koninklijk besluit nr. 185 van 30 december 1982 houdende de organisatie, voor de kleine en middelgrote ondernemingen, van een specifiek stelsel voor de aanwending van de loonmatiging voor de tewerkstelling.
2. Vanaf 1 oktober 1986:
in de ondernemingen die van 10 tot 49 werknemers tewerkstellen en die uitdrukkelijk hebben gekozen voor de toepassing van het bovengenoemd koninklijk besluit nr. 185.
Artikel 3
De bepalingen van artikel 2, 2°. zijn slechts van toepassing op de onderne- mingen die minder dan 10 werknemers tewerkstellen, met het akkoord van de werkgever.
Artikel 4
Andere toepassingsmodaliteiten van de verkorting van de arbeidsduur kunnen op het vlak van de bij artikel 1 bedoelde ondernemingen worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tussen de partijen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst moet, ter inlichting, aan het Paritair Comité voor de sectoren die aan de metaal-, machine- en elektrische bouw verwant zijn, worden medegedeeld langs zijn Voorzitter om.
Artikel 5
De verkorting van de arbeidsduur mag geen loonsvermindering met zich brengen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1985 en geldt voor een onbepaalde tijd.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maand, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor de sectoren die aan de metaal-, machine- en elektrische bouw verwant zijn.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
210-2 210-3
221 a Anciënniteitsverlof (12/09/2019)
C.A.O.: 12/09/19 K.B.: 06/03/20 B.S.: 12/05/20 |
Neerlegging: 02/10/19 Registratiedatum: 24/10/19 Registratienummer: 154705/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 04/11/19 |
1. Inhoud: Anciënniteitsverlof - 1ste dag in kalenderjaar waarin arbeider 10 jaar anciënniteit bereikt - 2de dag in kalenderjaar waarin arbeider 15 jaar anciënniteit bereikt - Pro rata voor deeltijdsen |
2. Vervanging van C.A.O.’s: C.A.O.: 11/09/17 K.B.: 15/04/18 B.S.: 29/05/18 |
3. Duurtijd: Van 1 januari 2019 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019
ANCIËNNITEITSVERLOF
In uitvoering van artikel 17 van het nationaal akkoord 2019-2020 van 26 juni 2019.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. - TOEKENNINGSMODALITEITEN
Artikel 2
Vanaf 1 januari 2019, heeft de arbeider recht op 1 dag anciënniteitverlof na 10 jaar anciënniteit in de onderneming.
Vanaf 1 januari 2019, heeft de arbeider recht op een 2de dag anciënniteitverlof na 15 jaar anciënniteit in de onderneming.
Voor deeltijdse arbeiders wordt het recht op anciënniteitverlof toegekend in verhouding tot hun arbeidsstelsel op het ogenblik van opname van het verlof.
Artikel 3
De dagen anciënniteitverlof worden toegekend in het kalenderjaar waarin de arbeider hierboven vermelde anciënniteit bereikt.
Bovendien blijft de arbeider deze anciënniteitdagen behouden tijdens de jaren volgend op het jaar waarin hij de nodige anciënniteit bereikt.
Arbeidstijd en loopbaan 210-4
Arbeıdstıjd en loopbaan
221a-1
Artikel 4
Bij overgang van de onderneming blijft de anciënniteit die de arbeider heeft opgebouwd behouden.
Artikel 5
Gunstiger regelingen op ondernemingsvlak blijven onverminderd van toepas- sing. Wanneer echter op het vlak van de onderneming de 1ste anciënniteitdag later valt dan de sectorale regeling, dient de 1ste anciënniteitdag te worden geënt op de sectorale regeling, met name vanaf 10 jaar anciënniteit.
Artikel 6.
Elke dag van het anciënniteitverlof wordt door de werkgever betaald op basis van het normale loon, berekend met inachtneming van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen, en de hieraan aangebrachte wijzigingen.
HOOFDSTUK III. - GELDIGHEID
Artikel 7
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsover- eenkomst van 11 september 2017 betreffende het anciënniteitverlof, geslo- ten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, geregistreerd onder het nummer 141.939/CO/149.04 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 april 2018 (BS 29 mei 2018).
Artikel 8
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2019 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Arbeıdstıjd en loopbaan 221a-3
Arbeidstijd en loopbaan
221a-2
221 b Anciënniteitsverlof (27/01/2022)
C.A.O.: 27/01/22 K.B.: 03/02/23 B.S.: 26/06/23 |
Neerlegging: 10/03/22 Registratiedatum: 20/06/22 Registratienummer: 173501/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 27/06/22 |
1. Inhoud: Anciënniteitsverlof - 1ste dag in kalenderjaar waarin arbeider 8 jaar anciënniteit bereikt - 2de dag in kalenderjaar waarin arbeider 12 jaar anciënniteit bereikt - Pro rata voor deeltijdsen |
2. Vervanging van C.A.O.’s: C.A.O.: 12/09/19 K.B.: 06/03/20 B.S.: 12/05/20 |
3. Duurtijd: Van 1 januari 2022 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2022
ANCIËNNITEITSVERLOF
In uitvoering van artikel 19 van het nationaal akkoord 2021-2022 van 2 december 2021.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. - TOEKENNINGSMODALITEITEN
Artikel 2
Vanaf 1 januari 2022, heeft de arbeider recht op 1 dag anciënniteitverlof na 8 jaar anciënniteit in de onderneming.
Vanaf 1 januari 2022, heeft de arbeider recht op een 2de dag anciënniteitverlof na 12 jaar anciënniteit in de onderneming.
Voor deeltijdse arbeiders wordt het recht op anciënniteitverlof toegekend in verhouding tot hun arbeidsstelsel op het ogenblik van opname van het verlof.
Artikel 3
De dagen anciënniteitverlof worden toegekend in het kalenderjaar waarin de arbeider de hierboven vermelde anciënniteit bereikt.
Bovendien blijft de arbeider deze anciënniteitdagen behouden tijdens de jaren volgend op het jaar waarin hij de nodige anciënniteit bereikt.
Arbeidstijd en loopbaan 000x-0
Xxxxxxxxxxx en loopbaan
221b-1
Artikel 4
Bij overgang van de onderneming blijft de anciënniteit die de arbeider heeft opgebouwd behouden.
Artikel 5
Gunstiger regelingen op ondernemingsvlak blijven onverminderd van toepas- sing. Wanneer echter op het vlak van de onderneming de 1ste anciënniteitdag later valt dan de sectorale regeling, dient de 1ste anciënniteitdag te worden geënt op de sectorale regeling, met name vanaf 8 jaar anciënniteit.
Artikel 6
Elke dag van het anciënniteitverlof wordt door de werkgever betaald op basis van het normale loon, berekend met inachtneming van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen, en de hieraan aangebrachte wijzigingen.
HOOFDSTUK III. - GELDIGHEID
Artikel 7
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsover- eenkomst van 12 september 2019 betreffende het anciënniteitverlof, geslo- ten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, geregistreerd onder het nummer 154.705/CO/149.04 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 6 april 2020 (BS 12 mei 2020).
Artikel 8
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2022 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Artikel 9
Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de hand-
tekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorgani- saties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedge- keurde notulen van de vergadering en aan de ondertekenende organisaties.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
221b-2 221b-3
225 Loopbaanverlof
C.A.O.: 12/09/19 | K.B.: 04/02/20 | B.S.: 26/02/20 |
Neerlegging: 02/10/19 Registratiedatum: 24/10/19 Registratienummer: 154704/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 04/11/19 | ||
1. Inhoud: Loopbaanverlof: - 1ste bijkomende verlofdag vanaf de leeftijd van 50 jaar - 2de bijkomende verlofdag vanaf de leeftijd van 55 jaar - 3de bijkomende verlofdag vanaf de leeftijd van 60 jaar - Pro rata voor deeltijdsen | ||
2. Vervanging van C.A.O.’s: C.A.O.: 11/09/17 | K.B.: 25/03/18 | B.S.: 19/04/18 |
3. Duurtijd: Van 1 januari 2019 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 0000
XXXXXXXXXXXXXX
In uitvoering van artikel 18 van het nationaal akkoord 2019-2020 van 26 juni 2019.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. - TOEKENNINGSMODALITEITEN
Artikel 2
§ 1. Vanaf het kalenderjaar waarin de arbeider de leeftijd van 50 jaar bereikt, heeft hij recht op 1 bijkomende verlofdag per jaar.
§ 2. Vanaf het kalenderjaar waarin de arbeider de leeftijd van 55 jaar bereikt, heeft hij recht op een 2de bijkomende verlofdag per jaar.
§ 3. Vanaf het kalenderjaar waarin de arbeider de leeftijd van 60 jaar bereikt, heeft hij recht op een 3de bijkomende verlofdag per jaar.
§ 4. Voor deeltijdse arbeiders wordt het recht op loopbaanverlof toegekend in verhouding tot hun arbeidsstelsel op het ogenblik van opname van het verlof.
Artikel 3
De berekening van de verloning voor deze bijkomende verlofdagen dient te gebeuren conform de wettelijke bepalingen omtrent feestdagen.
Arbeidstijd en loopbaan 000x-0
Xxxxxxxxxxx en loopbaan
225-1
Artikel 4
Ondernemingen die reeds over eenzelfde of hoger aantal extralegale vakan- tiedagen beschikken, kunnen van het sectoraal systeem afwijken, middels een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak die voor dezelfde doelgroep, met name de arbeiders zoals vermeld in artikel 2 van deze collec- tieve arbeidsovereenkomst, een ander voordeel voorziet.
HOOFDSTUK III. - GELDIGHEID
Artikel 5
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeids- overeenkomst inzake loopbaanverlof van 11 september 2017, geregistreerd onder het nummer 141.940/CO/149.04 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 maart 2018 (BS 19 april 2018).
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2019 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Arbeıdstıjd en loopbaan 225-3
Arbeidstijd en loopbaan
225-2
230 a
Stelsel Werkloosheid met Bedrijfstoeslag (02/12/2021)
C.A.O.: 02/12/21 K.B.: 20/07/22 B.S.: 17/01/23 |
Neerlegging: 08/12/21 Registratiedatum: 16/02/22 Registratienummer: 170282/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 28/02/22 |
1. Inhoud: Stelsel Werkloosheid met Bedrijfstoeslag van 60 jaar Voorwaarden beroepsloopbaan: - 33 jaar beroepsverleden waarvan 20 jaar nachtarbeid - 33 jaar beroepsverleden mits zwaar beroep - 35 jaar beroepsverleden mits zwaar beroep - 40 jaar beroepsverleden Solidarisering aanvullende vergoeding via het Sociaal Fonds |
2. Vervanging/verlenging van C.A.O.’s: C.A.O.: 23/10/19 K.B.: 11/06/20 B.S.: 22/07/20 |
3. Duurtijd: Vanaf 1 juli 2021 tot 30 juni 2023 |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 0000
XXXXXXX WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT)
HOOFDSTUK I. TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder “arbeiders” verstaan, de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. TOEGEPASTE STELSELS
SWT 60 jaar na 33 jaar beroepsverleden waarvan 20 jaar nachtarbeid.
Artikel 2
In toepassing van artikel 3, § 1 van het Koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en van de col- lectieve arbeidsovereenkomst nr. 151 van de Nationale Arbeidsraad van 15 juli 2021, wordt het recht op een bedrijfstoeslag in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toegekend aan de arbeiders die ontslagen worden en de leeftijd van 60 jaar of ouder bereikt hebben op het einde van de arbeidsovereenkomst en een beroepsloopbaan van minstens 33 jaar hebben alsook minimaal 20 jaar gewerkt hebben in een nachtregeling zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990.
SWT 60 jaar na 33 jaar beroepsverleden mits zwaar beroep.
Artikel 3
In toepassing van artikel 3, § 1 van het Koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en van de col-
Arbeidstijd en loopbaan 225-4
Arbeıdstıjd en loopbaan
230a-1
Voor de toepassing van het vorige lid, moeten van de 33 jaar beroepsverle- den, ofwel minstens 5 jaar een zwaar beroep behelzen gelegen in de laatste 10 kalenderjaren voor het einde van de arbeidsovereenkomst, ofwel minstens 7 jaar een zwaar beroep behelzen gelegen in de laatste 15 kalenderjaren voor het einde van de arbeidsovereenkomst.
Voor de omschrijving van zwaar beroep wordt verwezen naar artikel 3, §1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloos- heid met bedrijfstoeslag.
SWT 60 jaar na 35 jaar beroepsverleden mits zwaar beroep.
Artikel 4
In toepassing van artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 143 van de Nationale Arbeidsraad van 23 april 2019, wordt het recht op een bedrijfstoeslag in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toegekend aan de arbeiders die in een zwaar beroep worden tewerkgesteld en die ontslagen worden en de leeftijd van 60 jaar of ouder bereikt hebben op het einde van de arbeidsovereenkomst, alsook een beroepsverleden van 35 jaar kunnen bewijzen.
Voor de toepassing van het vorige lid, moeten van de 35 jaar beroepsverle- den, ofwel minstens 5 jaar een zwaar beroep behelzen gelegen in de laatste 10 kalenderjaren voor het einde van de arbeidsovereenkomst, ofwel minstens 7 jaar een zwaar beroep behelzen gelegen in de laatste 15 kalenderjaren voor het einde van de arbeidsovereenkomst.
Voor de omschrijving van zwaar beroep wordt verwezen naar artikel 3, §3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloos- heid met bedrijfstoeslag.
SWT 60 jaar na 40 jaar beroepsverleden.
Artikel 5
In toepassing van artikel 3, §7 van het Koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en van de col- lectieve arbeidsovereenkomst nr. 152 van de Nationale Arbeidsraad van 15 juli 2021, wordt het recht op SWT en het recht op een bedrijfstoeslag in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toegekend aan arbeiders die tijdens de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 152 ontslagen worden en die in de periode van 1 juli 2021 tot 30 juni 2023, 60 jaar of ouder zijn op het einde van de arbeidsovereenkomst en op het einde van de arbeidsovereenkomst een beroepsloopbaan als loontrekkende van 40 jaar aantonen.
HOOFDSTUK III. BETALING VAN DE AANVULLENDE VERGOEDING
Artikel 6
Het Sociaal Fonds voor de voor de metaalhandel neemt de betaling op zich van de aanvullende vergoeding, volgens de voorwaarden bepaald in artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 2 december 2021 , alsmede van de bijzondere werkgeversbijdragen zoals opgenomen in artikel 24 en 24bis van onderhavige overeenkomst.
Het Sociaal Fonds voor de metaalhandel zal hiertoe de nodige modaliteiten uitwerken.
HOOFDSTUK IV. GELDIGHEID
Artikel 7
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2021 en treedt buiten werking op 30 juni 2023.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
230a-2 230a-3
230 b
Verschillende stelsels met bedrijfstoeslag (05/07/2023)
C.A.O.: 05/07/2023 K.B.: 22/12/2023 B.S.: 19/01/2024 |
Neerlegging: 13/07/2023 Registratiedatum: 10/08/2022 Registratienummer: 181615 en 181616 en 181618/CO/14904 Publicatie registratie in het B.S.: 29/08/2023 |
1. Inhoud: Xxxxxxx Werkloosheid met Bedrijfstoeslag van 60 jaar Voorwaarden beroepsloopbaan: 33 jaar beroepsverleden waarvan 20 jaar nachtarbeid 33 jaar beroepsverleden mits zwaar beroep 35 jaar beroepsverleden mits zwaar beroep 40 jaar beroepsverleden Solidarisering aanvullende vergoeding via het Sociaal Fonds |
2. Vervanging/verlenging van C.A.O.’s: C.A.O.: 23/10/2019 K.B.: 11/06/2020 B.S.: 22/07/2020 C.A.O.: 02/12/2021 K.B.: 20/07/2022 B.S.: 17/01/2023 |
3. Duurtijd: Vanaf 1 juli 2023 tot 31 december 2023 |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2023
STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG NACHTARBEID EN ZWAAR BEROEP
Artikel 1 - Toepassingsgebied
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Onder "werknemers" wordt verstaan: de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.
Artikel 2 - Wettelijke basissen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van:
- artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007);
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen;
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 166 van 30 mei 2023 van de Nationale Arbeidsraad tot vaststelling, voor de periode van 1 juli 2023 tot 30 juni 2025, van de voorwaarden voor de toekenning van een bedrijfs- toeslag in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die 20 jaar hebben gewerkt in een regeling van nachtarbeid, die hebben gewerkt in een zwaar beroep of die hebben gewerkt in het bouwbedrijf en arbeids- ongeschikt zijn.
Artikel 3 - Toekenningsvoorwaarden
§ 1. De bedrijfstoeslag, ingevoerd in het kader van de collectieve arbeidsover- eenkomst nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt toegekend aan werknemers die worden ontslagen, behalve bij ontslag
Arbeidstijd en loopbaan 000x-0
Xxxxxxxxxxx en loopbaan
230b-1
§ 2. De werknemer moet worden ontslagen tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
§ 3. De leeftijdsvoorwaarde is 60 jaar en dient te worden bereikt tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst en op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst.
§ 4. De beroepsloopbaanvereiste bedraagt 33 jaar en moet uiterlijk bereikt zijn op het einde van de arbeidsovereenkomst.
Bovendien moeten de werknemers:
- hetzij minimaal 20 jaar hebben gewerkt in een arbeidsregeling zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegen- arbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 46sexies van 9 januari 1995, nr. 46septies van 25 april 1995 en nr. 46duodecies van 19 december 2001;
- hetzij gewerkt hebben in een zwaar beroep:
1° gedurende minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, voor het einde van de arbeidsovereenkomst;
of
2° gedurende minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.
Wordt als "zwaar beroep" beschouwd:
1° het werk in wisselende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de
overlapping meer bedraagt dan één vierde van hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen alterneert;
2° het werk in onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur. Onder "permanent" verstaat men dat de onderbroken dienst de gewone arbeidsregeling van de werknemer vormt en dat hij niet occasioneel in een dergelijke dienst wordt tewerkgesteld;
3° het werk in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbin- dend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990.
Wordt gelijkgesteld met werknemers bedoeld in artikel 1 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, het varend personeel tewerkgesteld aan werken van vervoer in de lucht dat gewoonlijk tewerkgesteld is in arbeids- regelingen met prestaties tussen 20 uur en 6 uur, maar met uitsluiting van:
1) de werknemers die uitsluitend prestaties verrichten tussen 6 uur en 24 uur;
2) de werknemers die gewoonlijk beginnen te werken vanaf 5 uur.
§ 5. De werknemer wiens opzegtermijn verstrijkt na de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, behoudt het recht op de bedrijfstoe- slag.
Bovendien moet de werknemer voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarde die van toepassing is op het einde van de arbeidsovereenkomst, uiterlijk op het einde van zijn/haar arbeidsovereenkomst.
Artikel 4 - De bedrijfstoeslag
De bedrijfstoeslag is ten laste van het fonds voor de metaalhandelonder- nemingen, volgens de voorwaarden bepaald in artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 2 december 2021, alsmede van de bijzondere werkgeverbijdragen zoals opgenomen in artikel 24 en 24bis van bovenvermelde overeenkomst. De bedrijfstoeslag bovenvermelde en wordt berekend volgens de bepalingen voorzien in de artikelen 5, 6 en 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 (uitgezonderd andere (gunstigere) berekeningsmodaliteiten overeengekomen tussen ondertekenende partijen).
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
230b-2 230b-3
De bedrijfstoeslag wordt maandelijks betaald, tenzij de partijen een kortere betalingstermijn overeenkomen, en dit tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. De bedrijfstoeslag wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.
Het recht op de bedrijfstoeslag blijft ten laste van het fonds in geval van werk- hervatting als werknemer of als zelfstandige.
Artikel 5 - Vervanging van de werkloze met bedrijfstoeslag
Indien de werkloze met bedrijfstoeslag op het einde van de arbeidsovereen- komst geen 62 jaar oud is, moet de werkgever hem/haar vervangen overeen- komstig de artikelen 5, 6 en 7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007.
Artikel 6 - Slotbepalingen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 juli 2023 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2023.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2023
STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG 60 JAAR NA 35 JAAR BEROEPSVERLEDEN
MITS ZWAAR BEROEP
Artikel 1 - Toepassingsgebied
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de onderne-mingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.
Artikel 2 -Wettelijke basissen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van :
- artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met be-drijfstoeslag (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007);
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale Arbeidsraad tot invoe-ring van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen;
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 143 van 23 april 2019 van de Nationale Arbeidsraad tot vaststelling van de leeftijd vanaf welke een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag kan worden toegekend aan sommige oudere werknemers in een zwaar beroep die worden ontslagen.
Artikel 3 -Toekenningsvoorwaarden
§ 1. De bedrijfstoeslag, ingevoerd in het kader van de collectieve arbeidsover- eenkomst nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt toegekend aan werknemers die worden ontslagen, behalve bij ontslag om dringende redenen, in de zin van de wetgeving betreffende de arbeids- overeenkomsten, en die voldoen aan de hieronder vermelde voorwaarden.
§ 2. De werknemer moet worden ontslagen tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
230b-4 230b-5
§ 4. De beroepsloopbaanvereiste is 35 jaar voor een werknemer tewerkgesteld als loontrekkende in een zwaar beroep en moet uiterlijk op het einde van de arbeidsovereenkomst worden bereikt.
Van deze 35 jaar moeten :
- ofwel minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen. Deze periode van 5 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst;
- ofwel minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen. Deze periode van 7 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.
Wordt als "zwaar beroep" beschouwd :
- het werk in wisselende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in min- stens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de over-lapping meer bedraagt dan één vierde van hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen alter-neert;
- het werk in onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de be-gintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en mini-mumprestaties van 7 uur.
Onder "permanent" verstaat men dat de onderbroken dienst de gewone arbeidsregeling van de werknemer vormt en dat hij niet occasioneel in een dergelijke dienst wordt tewerkgesteld;
- het werk in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, ge-sloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990.
Wordt gelijkgesteld met werknemers bedoeld in artikel 1 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, het varend personeel tewerkgesteld aan werken van vervoer in de lucht dat gewoonlijk tewerkgesteld is in arbeids- regelingen met prestaties tussen 20 uur en 6 uur, maar met uitsluiting van :
1) de werknemers die uitsluitend prestaties verrichten tussen 6 uur en 24 uur;
2) de werknemers die gewoonlijk beginnen te werken vanaf 5 uur.
§ 5. De werknemer wiens opzegtermijn verstrijkt buiten de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsover-eenkomst, behoudt het recht op de bedrijfstoeslag.
Bovendien moet de werknemer voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarde die van toepassing is op het einde van de arbeidsovereenkomst, uiterlijk op het einde van zijn/haar arbeidsovereenkomst.
Artikel 4 - De bedrijfstoeslag
De bedrijfstoeslag wordt toegekend overeenkomstig de bepalingen voorzien in de voormelde collectieve ar-beidsovereenkomst nr. 17.
De bedrijfstoeslag is ten laste van het fonds voor de metaalhandelonder- nemingen, volgens de voorwaarden bepaald in artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 2 december 2021, als- mede van de bijzondere werkgeverbijdragen zoals opgenomen in artikel 24 en 24bis van bovenver-melde overeenkomst. De bedrijfstoeslag bovenvermelde en wordt berekend volgens de bepalingen voorzien in de artikelen 5, 6 en 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 (uitgezonderd andere (gunstigere) bereke-ningsmodaliteiten overeengekomen tussen ondertekenende partijen).
Bijgevolg is de bedrijfstoeslag gelijk aan de helft van het verschil tussen het netto-referteloon en de werk-loosheidsuitkering.
De bedrijfstoeslag wordt maandelijks betaald, tenzij de partijen een kortere betalingstermijn overeenkomen, en dit tot aan de pensioengerechtigde leeftijd.
De bedrijfstoeslag wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.
Het recht op de bedrijfstoeslag blijft ten laste van het fonds in geval van werk- hervatting als werknemer of als zelfstandige.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
230b-6 230b-7
Artikel 5 - Vervanging van de werkloze met bedrijfstoeslag
Indien de werkloze met bedrijfstoeslag op het einde van de arbeidsovereen- komst geen 62 jaar oud is, moet de werkgever hem/haar vervangen overeen- komstig de artikelen 5, 6 en 7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007.
Artikel 6 - Slotbepalingen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 juli 2023 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2023.
Het recht op de bedrijfstoeslag blijft ten laste van het fonds in geval van werk- hervatting als werknemer of als zelfstandige.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2023
STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG LANGE LOOPBAAN – 40 JAAR
Artikel 1 - Toepassingsgebied
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de onderne-mingen die ressorteren onder het Paritair (Sub)Comité voor de metaalhandel
Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.
Artikel 2 -Wettelijke basissen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van:
- artikel 3, § 7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met be-drijfstoeslag (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007);
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij wor-den ontslagen;
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 167 van 30 mei 2023 van de Nationale Arbeidsraad tot invoering, voor de periode van 1 juli 2023 tot 30 juni 2025, van een stelsel van bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen.
Artikel 3 -Toekenningsvoorwaarden
§ 1. De bedrijfstoeslag, ingevoerd in het kader van de collectieve arbeidsover- eenkomst nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt toegekend aan werknemers die worden ont-slagen, behalve bij ontslag om dringende redenen, in de zin van de wetgeving betreffende de arbeids- overeen-komsten en die voldoen aan de hieronder vermelde voorwaarden.
§ 2. De werknemer moet worden ontslagen tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
230b-8 230b-9
§ 4. De beroepsloopbaanvereiste is 40 jaar en moet uiterlijk op het einde van de arbeidsovereenkomst worden bereikt.
§ 5. De werknemer wiens opzegtermijn verstrijkt na de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereen-komst, behoudt het recht op de bedrijfs- toeslag.
Bovendien moet de werknemer voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarde die van toepassing is op het einde van de arbeidsovereenkomst, uiterlijk op het einde van zijn/haar arbeidsovereenkomst.
Artikel 4 - De bedrijfstoeslag
De bedrijfstoeslag wordt toegekend overeenkomstig de bepalingen voorzien in de voormelde collectieve ar-beidsovereenkomst nr. 17.
De bedrijfstoeslag is ten laste van het fonds voor de metaalhandelonder- nemingen, volgens de voorwaarden bepaald in artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 2 december 2021, als- mede van de bijzondere werkgeverbijdragen zoals opgenomen in artikel 24 en 24bis van bovenver-melde overeenkomst. De bedrijfstoeslag bovenvermelde en wordt berekend volgens de bepalingen voorzien in de artikelen 5, 6 en 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 (uitgezonderd andere (gunstigere) bereke-ningsmodaliteiten overeengekomen tussen ondertekenende partijen).
Bijgevolg is de bedrijfstoeslag gelijk aan de helft van het verschil tussen het netto-referteloon en de werkloos-heidsuitkering.
De bedrijfstoeslag wordt maandelijks betaald, tenzij de partijen een kortere betalingstermijn overeenkomen, en dit tot aan de pensioengerechtigde leeftijd.
De aanvullende vergoeding wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.
Het recht op de bedrijfstoeslag blijft ten laste van het sociaal fonds voor de metaalhandelondernemingen, in geval van werkhervatting als werknemer of als zelfstandige.
Artikel 5 - Vervanging van de werkloze met bedrijfstoeslag
Indien de werkloze met bedrijfstoeslag op het einde van de arbeidsovereen- komst geen 62 jaar oud is, moet de werkgever hem/haar vervangen overeen- komstig de artikelen 5, 6 en 7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007.
Artikel 6 - Slotbepalingen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 juli 2023 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2023.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
230b-10 230b-11
230 c
Verschillende stelsels met bedrijfstoeslag (04/10/2023)
C.A.O.: 04/10/23 K.B.: B.S.: |
Neerlegging: 21/11/23 Registratiedatum: 30/011/2022 Registratienummer: 184225 en 184226 en 184227/CO/14904 Publicatie registratie in het B.S.: 21/12/2023 |
1. Inhoud: Xxxxxxx Werkloosheid met Bedrijfstoeslag van 60 jaar Voorwaarden beroepsloopbaan : 33 jaar beroepsverleden waarvan 20 jaar nachtarbeid 33 jaar beroepsverleden mits zwaar beroep 35 jaar beroepsverleden mits zwaar beroep 40 jaar beroepsverleden Solidarisering aanvullende vergoeding via het Sociaal Fonds |
2. Vervanging/verlenging van C.A.O.’s: CAO : 23/10/2019 K.B.: 11/06/2020 B.S. : 22/07/2020 CAO : 02/12/2021 K.B. : 20/07/2022 B.S. : 17/01/2023 CAO : 05/07/2023 K.B. : 22/12/2023 B.S. :19/01/2024 |
3. Duurtijd: Vanaf 1 januari 2024 tot 30 juni 2025 |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 0000
XXXXXXX VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG NACHTARBEID EN ZWAAR BEROEP
Artikel 1 - Toepassingsgebied
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Onder "werknemers" wordt verstaan: de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.
Artikel 2 -Wettelijke basissen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van:
- artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007);
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen;
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 166 van 30 mei 2023 van de Nationale Arbeidsraad tot vaststelling, voor de periode van 1 juli 2023 tot 30 juni 2025, van de voorwaarden voor de toekenning van een bedrijfs- toeslag in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die 20 jaar hebben gewerkt in een regeling van nachtarbeid, die hebben gewerkt in een zwaar beroep of die hebben gewerkt in het bouwbedrijf en arbeids- ongeschikt zijn.
Artikel 3 -Toekenningsvoorwaarden
§ 1. De bedrijfstoeslag, ingevoerd in het kader van de collectieve arbeidsover- eenkomst nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad,
Arbeidstijd en loopbaan 230b-12
Arbeıdstıjd en loopbaan
230c-1
§ 2. De werknemer moet worden ontslagen tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
§ 3. De leeftijdsvoorwaarde is 60 jaar en dient te worden bereikt tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst en op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst.
§ 4. De beroepsloopbaanvereiste bedraagt 33 jaar en moet uiterlijk bereikt zijn op het einde van de arbeidsovereenkomst.
Bovendien moeten de werknemers:
- hetzij minimaal 20 jaar hebben gewerkt in een arbeidsregeling zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegen- arbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 46sexies van 9 januari 1995, nr. 46septies van 25 april 1995 en nr. 46duo- decies van 19 december 2001;
- hetzij gewerkt hebben in een zwaar beroep:
1° gedurende minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, voor het einde van de arbeidsovereenkomst;
2° het werk in onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur. Onder "permanent" verstaat men dat de onderbroken dienst de gewone arbeidsregeling van de werknemer vormt en dat hij niet occasioneel in een dergelijke dienst wordt tewerkgesteld;
3° het werk in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbin- dend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990.
Wordt gelijkgesteld met werknemers bedoeld in artikel 1 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, het varend personeel tewerkgesteld aan werken van vervoer in de lucht dat gewoonlijk tewerkgesteld is in arbeids- regelingen met prestaties tussen 20 uur en 6 uur, maar met uitsluiting van:
1) de werknemers die uitsluitend prestaties verrichten tussen 6 uur en 24 uur;
2) de werknemers die gewoonlijk beginnen te werken vanaf 5 uur.
§ 5. De werknemer wiens opzegtermijn verstrijkt na de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, behoudt het recht op de bedrijfs- toeslag.
Bovendien moet de werknemer voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarde die van toepassing is op het einde van de arbeidsovereenkomst, uiterlijk op het einde van zijn/haar arbeidsovereenkomst.
of
2° gedurende minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.
Wordt als "zwaar beroep" beschouwd:
1° het werk in wisselende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan één vierde van hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen alterneert;
Artikel 4 - De bedrijfstoeslag
De bedrijfstoeslag is ten laste van het fonds voor de metaalhandel, volgens de voorwaarden bepaald in artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 4 oktober 2023, alsmede van de bijzondere werkgeverbijdragen zoals opgenomen in artikel 24 en 24bis van bovenver- melde overeenkomst. De bedrijfstoeslag bovenvermelde en wordt berekend volgens de bepalingen voorzien in de artikelen 5, 6 en 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 (uitgezonderd andere (gunstigere) berekenings- modaliteiten overeengekomen tussen ondertekenende partijen).
Bijgevolg is de bedrijfstoeslag gelijk aan de helft van het verschil tussen het netto-referteloon en de werkloosheidsuitkering.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
230c-2 230c-3
De bedrijfstoeslag wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.
Het recht op de bedrijfstoeslag blijft ten laste van het fonds in geval van werk- hervatting als werknemer of als zelfstandige.
Artikel 5 - Vervanging van de werkloze met bedrijfstoeslag
Indien de werkloze met bedrijfstoeslag op het einde van de arbeidsovereen- komst geen 62 jaar oud is, moet de werkgever hem/haar vervangen overeen- komstig de artikelen 5, 6 en 7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007.
Artikel 6 - Slotbepalingen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2024 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2025.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 0000
XXXXXXX VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG
60 JAAR NA 35 JAAR BEROEPSVERLEDEN MITS ZWAAR BEROEP
Artikel 1 - Toepassingsgebied
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Onder "werknemers" wordt verstaan: de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.
Artikel 2 -Wettelijke basissen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van:
- artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007);
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen;
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 143 van 23 april 2019 van de Nationale Arbeidsraad tot vaststelling van de leeftijd vanaf welke een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag kan worden toegekend aan sommige oudere werknemers in een zwaar beroep die worden ontslagen.
Artikel 3 -Toekenningsvoorwaarden
§ 1. De bedrijfstoeslag, ingevoerd in het kader van de collectieve arbeidsover- eenkomst nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt toegekend aan werknemers die worden ontslagen, behalve bij ontslag om dringende redenen, in de zin van de wetgeving betreffende de arbeids- overeenkomsten, en die voldoen aan de hieronder vermelde voorwaarden.
§ 2. De werknemer moet worden ontslagen tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
230c-4 230c-5
§ 4. De beroepsloopbaanvereiste is 35 jaar voor een werknemer tewerkgesteld als loontrekkende in een zwaar beroep en moet uiterlijk op het einde van de arbeidsovereenkomst worden bereikt.
Van deze 35 jaar moeten:
- ofwel minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen. Deze periode van 5 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst;
- ofwel minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen. Deze periode van 7 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.
Wordt als "zwaar beroep" beschouwd:
- het werk in wisselende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in min- stens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan één vierde van hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen alterneert;
- het werk in onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en minimum- prestaties van 7 uur.
Onder "permanent" verstaat men dat de onderbroken dienst de gewone arbeidsregeling van de werknemer vormt en dat hij niet occasioneel in een dergelijke dienst wordt tewerkgesteld;
- het werk in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990.
Wordt gelijkgesteld met werknemers bedoeld in artikel 1 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, het varend personeel tewerkgesteld aan werken van vervoer in de lucht dat gewoonlijk tewerkgesteld is in arbeids- regelingen met prestaties tussen 20 uur en 6 uur, maar met uitsluiting van:
1) de werknemers die uitsluitend prestaties verrichten tussen 6 uur en 24 uur;
2) de werknemers die gewoonlijk beginnen te werken vanaf 5 uur.
§ 5. De werknemer wiens opzegtermijn verstrijkt buiten de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, behoudt het recht op de bedrijfs- toeslag.
Bovendien moet de werknemer voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarde die van toepassing is op het einde van de arbeidsovereenkomst, uiterlijk op het einde van zijn/haar arbeidsovereenkomst.
Artikel 4 - De bedrijfstoeslag
De bedrijfstoeslag wordt toegekend overeenkomstig de bepalingen voorzien in de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.
De bedrijfstoeslag is ten laste van het fonds voor de metaalhandelonder- nemingen, volgens de voorwaarden bepaald in artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 2 december 2021, alsmede van de bijzondere werkgeverbijdragen zoals opgenomen in artikel 24 en 24bis van bovenvermelde overeenkomst. De bedrijfstoeslag bovenvermelde en wordt berekend volgens de bepalingen voorzien in de artikelen 5, 6 en 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 (uitgezonderd andere (gunstigere) berekeningsmodaliteiten overeengekomen tussen ondertekenende partijen).
Bijgevolg is de bedrijfstoeslag gelijk aan de helft van het verschil tussen het netto-referteloon en de werkloosheidsuitkering.
De bedrijfstoeslag wordt maandelijks betaald, tenzij de partijen een kortere betalingstermijn overeenkomen, en dit tot aan de pensioengerechtigde leeftijd.
De bedrijfstoeslag wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.
Het recht op de bedrijfstoeslag blijft ten laste van het fonds in geval van werk- hervatting als werknemer of als zelfstandige.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
230c-6 230c-7
Artikel 5 - Vervanging van de werkloze met bedrijfstoeslag
Indien de werkloze met bedrijfstoeslag op het einde van de arbeidsovereen- komst geen 62 jaar oud is, moet de werkgever hem/haar vervangen overeen- komstig de artikelen 5, 6 en 7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007.
Artikel 6 - Slotbepalingen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2024 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2025.
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 0000
XXXXXXX VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG LANGE LOOPBAAN – 40 JAAR
Artikel 1 - Toepassingsgebied
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel
Onder "werknemers" wordt verstaan: de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.
Artikel 2 -Wettelijke basissen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van:
- artikel 3, § 7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007);
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen;
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 167 van 30 mei 2023 van de Nationale Arbeidsraad tot invoering, voor de periode van 1 juli 2023 tot 30 juni 2025, van een stelsel van bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen.
Artikel 3 -Toekenningsvoorwaarden
§ 1. De bedrijfstoeslag, ingevoerd in het kader van de collectieve arbeidsover- eenkomst nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt toegekend aan werknemers die worden ontslagen, behalve bij ontslag om dringende redenen, in de zin van de wetgeving betreffende de arbeids- overeenkomsten en die voldoen aan de hieronder vermelde voorwaarden.
§ 2. De werknemer moet worden ontslagen tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
230c-8 230c-9
§ 4. De beroepsloopbaanvereiste is 40 jaar en moet uiterlijk op het einde van de arbeidsovereenkomst worden bereikt.
§ 5. De werknemer wiens opzegtermijn verstrijkt na de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, behoudt het recht op de bedrijfstoe- slag.
Bovendien moet de werknemer voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarde die van toepassing is op het einde van de arbeidsovereenkomst, uiterlijk op het einde van zijn/haar arbeidsovereenkomst.
Artikel 4 - De bedrijfstoeslag
De bedrijfstoeslag wordt toegekend overeenkomstig de bepalingen voorzien in de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.
De bedrijfstoeslag is ten laste van het fonds voor de metaalhandelonder- nemingen, volgens de voorwaarden bepaald in artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 4 oktober 2023, als- mede van de bijzondere werkgeverbijdragen zoals opgenomen in artikel 24 en 24bis van bovenvermelde overeenkomst. De bedrijfstoeslag bovenvermelde en wordt berekend volgens de bepalingen voorzien in de artikelen 5, 6 en 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 (uitgezonderd andere (gunstigere) berekeningsmodaliteiten overeengekomen tussen ondertekenende partijen).
Bijgevolg is de bedrijfstoeslag gelijk aan de helft van het verschil tussen het netto-referteloon en de werkloosheidsuitkering.
De bedrijfstoeslag wordt maandelijks betaald, tenzij de partijen een kortere betalingstermijn overeenkomen, en dit tot aan de pensioengerechtigde leeftijd.
De aanvullende vergoeding wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.
Het recht op de bedrijfstoeslag blijft ten laste van het sociaal fonds voor de metaalhandel, in geval van werkhervatting als werknemer of als zelfstandige.
Artikel 5 - Vervanging van de werkloze met bedrijfstoeslag
Indien de werkloze met bedrijfstoeslag op het einde van de arbeidsovereen- komst geen 62 jaar oud is, moet de werkgever hem/haar vervangen overeen- komstig de artikelen 5, 6 en 7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007.
Artikel 6 - Slotbepalingen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2024 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2025.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
230c-10 230c-11
230 d
Vrijstelling aangepaste beschikbaarheid (02/12/2021)
C.A.O.: 02/12/21 K.B.: 20/07/22 B.S.: 17/01/23 |
Neerlegging: 08/12/21 Registratiedatum: 16/02/22 Registratienummer: 170280/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 28/02/22 |
1. Inhoud: Vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid Voorwaarden op uiterlijk 30 juni 2023: - ontslag - 62 jaar oud of 42 jaar beroepsverleden en 60 jaar oud |
2. Vervanging/verlenging van C.A.O.’s: |
3. Duurtijd: Vanaf 1 januari 2023 tot 31 december 2024 |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021
VRIJSTELLING VAN DE VERPLICHTING VAN AANGEPASTE BESCHIKBAARHEID
HOOFDSTUK I. TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder “arbeiders” verstaan, de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. DRAAGWIJDTE VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 2
§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten om uitvoering te geven aan de regelgeving betreffende de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid bepaald in het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en aan de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 155 van de Nationale Arbeidsraad van 15 juli 2021.
§ 2. Zij heeft tot doel, tijdens de periode van 1 januari 2023 tot 31 december 2024, de voorwaarden vast te stellen voor de toekenning van de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor oudere werkne- mers die worden ontslagen vóór 1 juli 2023 in het raam van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, die 20 jaar hebben gewerkt in een stelsel van nachtarbeid, die in een zwaar beroep hebben gewerkt, die tewerkgesteld werden in een zwaar beroep en 35 jaar beroepsverleden aantonen, die een lange loopbaan hebben.
Arbeidstijd en loopbaan 230c-12
Arbeıdstıjd en loopbaan
230d-1
HOOFDSTUK III. VRIJSTELLING VAN AANGEPASTE BESCHIKBAARHEID
Artikel 3
In toepassing van artikel 22 § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 155 van de Nationale Arbeidsraad van 15 juli 2021, geldt dat de arbeiders die de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt of 42 jaar beroepsverleden kunnen bewijzen, op hun vraag vrijgesteld kunnen worden van de verplichting aangepast beschikbaar te zijn, op voorwaarde dat:
- ze uiterlijk op 30 juni 2023 ontslagen werden;
- ze op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, uiterlijk op 30 juni 2023 de leeftijd van 60 jaar of meer hebben bereikt.
HOOFDSTUK IV. GELDIGHEID
Artikel 4
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2023 en treedt buiten werking op 31 december 2024.
Arbeıdstıjd en loopbaan 230d-3
Arbeidstijd en loopbaan
230d-2
230 e
Vrijstelling aangepaste beschikbaarheid (05/07/2023)
C.A.O.: 05/07/23 K.B.: 08/01/24 B.S.: 25/01/24 |
Neerlegging: 13/07/23 Registratiedatum: 10/08/23 Registratienummer: 181619/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 29/08/23 |
1. Inhoud: Vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid Voorwaarden op uiterlijk 31 december 2024: - ontslag - 62 jaar oud of 42 jaar beroepsverleden en 60 jaar oud |
2. Vervanging/verlenging van C.A.O.’s: CAO: 02/12/21 K.B.: 06/08/22 B.S.: 17/01/23 |
3. Duurtijd: Vanaf 1 juli 2023 tot en met 31 december 2024 |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2023
STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG VRIJSTELLING VAN DE VERPLICHTING VAN AANGEPASTE BESCHIKBAARHEID VOOR DE PERIODE 2023-2024
Artikel 1 - Toepassingsgebied
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Onder "werknemers" wordt verstaan: de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.
Artikel 2 - Wettelijke basissen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van:
- artikel 22, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007);
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 168 van 30 mei 2023 van de Nationale Arbeidsraad tot vaststelling, voor de periode van 1 juli 2023 tot 31 december 2024, van de voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling van verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor oudere werknemers die worden ontslagen vóór 1 januari 2025 in het raam van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, die 20 jaar hebben gewerkt in een stelsel van nachtarbeid, die in een zwaar beroep of in de bouwsector tewerkgesteld werden en arbeidsongeschikt zijn, die tewerkgesteld werden in een zwaar beroep en 35 jaar beroepsverleden aantonen, die een lange loopbaan hebben, of die tewerkgesteld waren in een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering.
Artikel 3 - Draagwijdte van de collectieve arbeidsovereenkomst
§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 168 van 30 mei 2023 van de Nationale Arbeidsraad.
Arbeidstijd en loopbaan 230d-4
Arbeıdstıjd en loopbaan
230e-1
Artikel 4 - Voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid
§ 1. Tijdens de periode van 1 juli 2023 tot 31 december 2024, kunnen de werknemers bedoeld in artikel 3, §§ 1, 3 en 7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 vragen te worden vrijgesteld van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, op voorwaarde dat:
- ze uiterlijk op 31 december 2024 ontslagen werden;
- ze, uiterlijk op 31 december 2024 en op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst, de leeftijd van 60 jaar of meer hebben bereikt.
§ 2. Tijdens de periode van 1 juli 2023 tot 31 december 2024, kunnen de werk- nemers bedoeld in § 1 vragen vrijgesteld te worden van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, voor zover ze:
1° ofwel de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt; 2° ofwel 42 jaar beroepsverleden bewijzen.
Artikel 5 - Slotbepalingen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 juli 2023 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2024.
Arbeıdstıjd en loopbaan 230e-3
Arbeidstijd en loopbaan
230e-2
230 f
Vrijstelling aangepaste beschikbaarheid (04/10/2023)
C.A.O.: 04/10/23 K.B.: B.S.: |
Neerlegging: 21/11/23 Registratiedatum: 23/11/23 Registratienummer: 184223/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 14/12/23 |
1. Inhoud: Vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid Voorwaarden op uiterlijk 30 juni 2025: - ontslag - 62 jaar oud of 42 jaar beroepsverleden en 60 jaar oud |
2. Vervanging/verlenging van C.A.O.’s: C.A.O.: 02/12/21 K.B.: 06/08/22 B.S.: 17/01/23 C.A.O.: 05/07/23 K.B.: 08/01/23 B.S.: 25/01/23 |
3. Duurtijd: Vanaf 1 januari 2025 tot 31 december 2026 |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 0000
XXXXXXX VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG VRIJSTELLING VAN DE VERPLICHTING VAN AANGEPASTE BESCHIKBAARHEID VOOR DE PERIODE 2025-2026
Artikel 1 - Toepassingsgebied
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor metaalhandel.
Onder "werknemers" wordt verstaan: de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.
Artikel 2 - Wettelijke basissen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van:
- artikel 22, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007);
- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 169 van 30 mei 2023 van de Nationale Arbeidsraad tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2025 tot 31 december 2026, van de voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling van verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor oudere werknemers die worden ontslagen vóór 1 juli 2025 in het raam van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, die 20 jaar hebben gewerkt in een stelsel van nachtarbeid, die in een zwaar beroep of in de bouwsector tewerkgesteld werden en arbeidsongeschikt zijn, die tewerkgesteld werden in een zwaar beroep en 35 jaar beroepsverleden aantonen, die een lange loopbaan hebben, of die tewerkgesteld waren in een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering.
Artikel 3 - Draagwijdte van de collectieve arbeidsovereenkomst
§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 169 van 30 mei 2023 van de Nationale Arbeidsraad.
Arbeidstijd en loopbaan 230e-4
Arbeıdstıjd en loopbaan
230f-1
Artikel 4 - Voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid
§ 1. Tijdens de periode van 1 januari 2025 tot 31 december 2026, kunnen de werknemers bedoeld in artikel 3, §§ 1, 3 en 7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 vragen te worden vrijgesteld van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, op voorwaarde dat:
- ze uiterlijk op 30 juni 2025 ontslagen werden;
- ze, uiterlijk op 30 juni 2025 en op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst, de leeftijd van 60 jaar of meer hebben bereikt.
§ 2. Tijdens de periode van 1 januari 2025 tot 31 december 2026, kunnen de werknemers bedoeld in § 1 vragen vrijgesteld te worden van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, voor zover ze:
1° ofwel de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt; 2° ofwel 42 jaar beroepsverleden bewijzen.
Artikel 5 - Slotbepalingen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2025 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2026.
Arbeıdstıjd en loopbaan 230f-3
Arbeidstijd en loopbaan
230f-2
230 g Medisch SWT (02/12/2021)
C.A.O.: 02/12/21 K.B.: 06/08/22 B.S.: 17/01/23 |
Neerlegging: 08/12/21 Registratiedatum: 16/02/22 Registratienummer: 170283/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 28/02/22 |
1. Inhoud: Medisch SWT voor medewerkers met ernstige lichamelijke problemen of met het statuut van werknemer met een handicap. Een beroepsloopbaan van 35 jaar is vereist. |
2. Vervanging/verlenging van C.A.O.’s: |
3. Duurtijd: Vanaf 1 januari 2021 tot 30 juni 2023 |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021
MEDISCH SWT
HOOFDSTUK I. TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder “arbeiders” verstaan, de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. TOEGEPASTE STELSEL
SWT 58 jaar voor sommige oudere mindervalide werknemers en werknemers met ernstige problemen na 35 jaar beroepsverleden.
Artikel 2
In toepassing van artikel 3, § 6 van het Koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag en van de collec- tieve arbeidsovereenkomst nr. 150 van de Nationale Arbeidsraad van 15 juli 2021, wordt het recht op een bedrijfstoeslag in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toegekend aan de arbeiders die worden ontslagen tijdens de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 150 en die gedurende de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2023 en ten laatste op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn en een beroepsloopbaan van minstens 35 jaar hebben op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, op voorwaarde dat zij:
- Ofwel het statuut van mindervalide werknemers erkend door een bevoegde overheid hebben;
Arbeidstijd en loopbaan 230f-4
Arbeıdstıjd en loopbaan
230g-1
HOOFDSTUK III. BETALING VAN DE AANVULLENDE VERGOEDING
Artikel 3
Het Sociaal Fonds voor de voor de metaalhandel neemt de betaling op zich van de aanvullende vergoeding, volgens de voorwaarden bepaald in artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 2 december 2021 , alsmede van de bijzondere werkgeversbijdragen zoals opgenomen in artikel 24 en 24bis van onderhavige overeenkomst.
Het Sociaal Fonds voor de metaalhandel zal hiertoe de nodige modaliteiten uitwerken.
HOOFDSTUK IV. GELDIGHEID
Artikel 4
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2021 en treedt buiten werking op 30 juni 2023.
Arbeıdstıjd en loopbaan 230g-3
Arbeidstijd en loopbaan
230g-2
230 h Medisch SWT (05/07/2023)
C.A.O.: 05/07/23 K.B.: 08/01/24 B.S.: 25/01/24 |
Neerlegging: 13/07/23 Registratiedatum: 10/08/23 Registratienummer: 181617/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 29/08/23 |
1. Inhoud: Medisch SWT voor medewerkers met ernstige lichamelijke problemen of met het statuut van werknemer met een handicap. Een beroepsloopbaan van 35 jaar is vereist. |
2. Vervanging/verlenging van C.A.O.’s: C.A.O.: 02/12/21 K.B.: 06/08/22 B.S.: 17/01/23 |
3. Duurtijd: Vanaf 1 juli 2023 tot 31 december 2023 |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2023
XXXXXXX WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG VOOR SOMMIGE OUDERE MINDERVALIDE WERKNEMERS EN WERKNEMERS MET ERNSTIGE LICHAMELIJKE PROBLEMEN
HOOFDSTUK I. TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Sub-comité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder “arbeiders” verstaan, de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. TOEGEPASTE STELSEL
SWT 58 jaar voor sommige oudere mindervalide werknemers en werknemers met ernstige problemen na 35 jaar beroepsverleden
Artikel 2
In toepassing van artikel 3, § 6 van het Koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 165 van de Nationale Arbeidsraad van 30 mei 2023, wordt het recht op een bedrijfstoeslag in het kader van het stelsel van werk- loosheid met bedrijfstoeslag toegekend aan de arbeiders die worden ontslagen tijdens de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 165 en die gedurende de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 en ten laatste op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn en een beroepsloopbaan van minstens 35 jaar hebben op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, op voorwaarde dat zij:
- Ofwel het statuut van mindervalide werknemers erkend door een bevoegde overheid hebben;
Arbeidstijd en loopbaan 230g-4
Arbeıdstıjd en loopbaan
230h-1
HOOFDSTUK III. BETALING VAN DE AANVULLENDE VERGOEDING
Artikel 3
Het Sociaal Fonds voor de koetswerkondernemingen neemt de betaling op zich van de aanvullende vergoeding, volgens de voorwaarden bepaald in arti- kel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 2 december 2021 , alsmede van de bijzondere werkgeversbijdragen zoals opgenomen in artikel 24 en 24bis van onderhavige overeenkomst.
Het Sociaal Fonds voor de koetswerkondernemingen zal hiertoe de nodige modaliteiten uitwerken.
HOOFDSTUK IV. GELDIGHEID
Artikel 4
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2023 en treedt buiten werking op 31 december 2023.
Arbeıdstıjd en loopbaan 230h-3
Arbeidstijd en loopbaan
230h-2
230 i Medisch SWT (04/10/2023)
C.A.O.: 04/10/23 K.B.: B.S.: |
Neerlegging: 17/11/23 Registratiedatum: 27/11/23 Registratienummer: 184140/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 12/12/23 |
1. Inhoud: Medisch SWT voor medewerkers met ernstige lichamelijke problemen of met het statuut van werknemer met een handicap. Een beroepsloopbaan van 35 jaar is vereist. |
2. Vervanging/verlenging van C.A.O.’s: CAO: 02/12/21 K.B.: 06/08/22 B.S.: 17/01/23 CAO: 05/07/23 K.B.: 08/01/24 B.S.: 25/01/24 |
3. Duurtijd: Vanaf 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2025 |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 0000
XXXXXXX WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG VOOR SOMMIGE OUDERE MINDERVALIDE WERKNEMERS EN WERKNEMERS MET ERNSTIGE LICHAMELIJKE PROBLEMEN
HOOFDSTUK I. TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Sub-comité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder “arbeiders” verstaan, de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. TOEGEPASTE STELSEL
SWT 58 jaar voor sommige oudere mindervalide werknemers en werknemers met ernstige problemen na 35 jaar beroepsverleden
Artikel 2
In toepassing van artikel 3, § 6 van het Koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 165 van de Nationale Arbeidsraad van 30 mei 2023, wordt het recht op een bedrijfstoeslag in het kader van het stelsel van werk- loosheid met bedrijfstoeslag toegekend aan de arbeiders die worden ontslagen tijdens de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 165 en die gedurende de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 en ten laatste op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn en een beroepsloopbaan van minstens 35 jaar hebben op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, op voorwaarde dat zij:
- Ofwel het statuut van mindervalide werknemers erkend door een bevoegde overheid hebben;
Arbeidstijd en loopbaan 230h-4
Arbeıdstıjd en loopbaan
230i-1
HOOFDSTUK III. BETALING VAN DE AANVULLENDE VERGOEDING
Artikel 3
Het Sociaal Fonds voor de koetswerkondernemingen neemt de betaling op zich van de aanvullende vergoeding, volgens de voorwaarden bepaald in arti- kel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 2 december 2021 , alsmede van de bijzondere werkgeversbijdragen zoals opgenomen in artikel 24 en 24bis van onderhavige overeenkomst.
Het Sociaal Fonds voor de koetswerkondernemingen zal hiertoe de nodige modaliteiten uitwerken.
HOOFDSTUK IV. GELDIGHEID
Artikel 4
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2023 en treedt buiten werking op 30 juin 2025.
Arbeıdstıjd en loopbaan 230i-3
Arbeidstijd en loopbaan
230i-2
233 Berekeningswijze van de aanvullende vergoeding
C.A.O.: 05/10/98 K.B.: 31/05/01 B.S.: 22/08/01 |
Neerlegging: 27/10/98 Registratiedatum: 06/11/98 Registratienummer: 49417/CO/149.4 Publicatie van registratie in B.S.: 03/02/99 |
1. Inhoud: Berekeningswijze van de aanvullende vergoeding van de brugpensioenen: berekening van het nettoreferteloon op 100%. |
2. Verlenging/vervanging van C.A.O.'s: |
3. Duurtijd: Vanaf 1 juli 1998 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1998
BEREKENINGSWIJZE VAN DE AANVULLENDE VERGOEDING VAN DE BRUGPENSIOENEN
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair subcomité voor het metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder werklieden verstaan: de werklieden of werksters.
HOOFDSTUK II. - TOEPASSINGSMODALITEITEN
Artikel 2
Voor alle werklieden die vanaf 1 juli 1998 ontslagen worden met het oog op brugpensioen, volgens geldende collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten op sectoraal- of ondernemingsvlak zullen, om het in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst n° 17 van 19 december 1974 bepaalde nettoreferteloon te berekenen, de sociale zekerheidsbijdragen berekend worden op 100% van het referte brutomaandloon.
HOOFDSTUK III. - GELDIGHEID
Artikel 3
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1998 en geldt voor onbepaalde tijd.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair subcomité voor het metaalhandel.
Arbeidstijd en loopbaan 230i-4
Arbeıdstıjd en loopbaan
233-1
240 a Flexibiliteit (27/01/2022)
C.A.O.: 27/01/22 K.B.: 19/01/23 B.S.: 30/03/23 |
Neerlegging: 11/03/22 Registratiedatum: 22/06/22 Registratienummer:173647/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 27/06/22 |
1. Inhoud: Enkel van toepassing in sectoren met activiteiten: - van laden en lossen van goederen en vervoer; - van monteren, plaatsen, takelen en herstellen van onderstaande pro- ducten en machines; - machines voor openbare werken, burgerlijke bouwkunde en goederen- behandeling; - land- en tuinbouwtractoren, -machines en uitrusting voor boerderijen; - rijwieltuigen; - gereedschap en uitrusting voor werkplaatsen, garages en de industrie. Uitbreiding toepassingsgebied tot chauffeurs Geen afwijkingen bij ploegenarbeid Toegestane afwijkingen inzake arbeidstijd: - Overschrijding dagrooster met maximum 2 u (max. 9 u) - Overschrijding van xxxxxxxxx met maximum 5 u |
2. Verlenging van C.A.O.’s: C.A.O.: 12/09/19 K.B.: 06/03/20 B.S.: 12/05/20 |
3. Duurtijd: Van 1 december 2021 tot 30 juni 2023. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2022
FLEXIBILITEIT
In uitvoering van artikel 24 van het nationaal akkoord 2021-2022 van 2 december 2021.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. - DRAAGWIJDTE EN TOEPASSINGSSFEER VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 2
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van arti- kel 20bis, § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971 (BS van 30 maart 1971), gewijzigd door artikel 37 van hoofdstuk V van titel III van de wet van 26 juli 1996 (BS van 1 augustus 1996) tot bevordering van de werkgelegenheid en tot de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en artikel 2 van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk (BS van 15 maart 2017).
Dit impliceert dat deze collectieve arbeidsovereenkomst de afwijkingen inzake arbeidstijd regelt voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel ressorteren.
Artikel 3
Arbeıdstıjd en loopbaan
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is enkel van toepassing in sectoren met activiteiten:
Arbeidstijd en loopbaan 233-2
240a-1
- van laden en lossen van goederen en vervoer;
- van monteren, plaatsen, takelen en herstellen van onderstaande pro- ducten en machines;
- machines voor openbare werken, burgerlijke bouwkunde en goederen- behandeling;
- land- en tuinbouwtractoren, -machines en uitrusting voor boerderijen;
- rijwieltuigen;
- gereedschap en uitrusting voor werkplaatsen, garages en de industrie. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is ook van toepassing op chauffeurs.
HOOFDSTUK III. - TOEPASSINGSMODALITEITEN
Afdeling 1. - Voorwaarden inzake arbeidsregime
Artikel 4
De hierna volgende afwijkingen inzake arbeidsduur zijn enkel van toepassing in het normale dagstelsel.
De hierna volgende afwijkingen inzake arbeidsduur zijn niet van toepassing ingeval van ploegenarbeid.
Afdeling 2. - Grenzen inzake arbeidsduur
Artikel 5
Ondernemingen kunnen een flexibele uurregeling instellen zoals voorzien in artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, volgens de hierna vermelde modaliteiten, op voorwaarde dat zij, over een periode van één jaar, de con- ventionele gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, vastgelegd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 maart 1985, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 juni 1985, niet overschrijdt.
Artikel 6
§ 1. Over een periode van één jaar die overeenstemt met het kalenderjaar, bedraagt het te presteren aantal arbeidsuren, 52 maal de wekelijkse arbeids- duur voorzien in het arbeidsreglement van de onderneming.
De rustdagen bepaald bij de wet van 4 januari 1974 (BS van 31 januari 1974) betreffende de feestdagen en de periodes van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst vastgelegd bij de wet van 3 juli 1978 (BS van 22 augustus 1978) betreffende de arbeidsovereenkomsten, gelden als arbeids- tijd voor de berekening van de arbeidsduur die over een jaar moet nageleefd worden.
§ 2. Het aantal uren dat gepresteerd mag worden beneden of boven het nor- maal dagrooster dat voorzien is in het arbeidsreglement, bedraagt maximum 2 uur per dag. Het maximum aantal te presteren uren mag evenwel nooit meer bedragen dan 9 uren per dag.
§ 3. Het aantal uur dat gepresteerd mag worden beneden of boven de conven- tioneel bepaalde weekgrens, bedraagt maximum 5 uur per week.
HOOFDSTUK IV. - UITZONDERING
Artikel 7
Deze overeenkomst is niet van toepassing in ondernemingen waar er bij collectieve arbeidsovereenkomst reeds afwijkingen inzake de arbeidstijd werden vastgelegd.
HOOFDSTUK V. - GELDIGHEID
Artikel 8
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 december 2021 en treedt buiten werking op 30 juni 2023.
Artikel 9
Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de hand- tekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorgani- saties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedge- keurde notulen van de vergadering en aan de ondertekenende organisaties.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
240a-2 240a-3
240 b Flexibiliteit (04/10/2023)
C.A.O.: 04/10/23 | K.B.: | B.S.: |
Neerlegging: 04/10/23 Registratiedatum: 21/11/23 Registratienummer:184228/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 21/12/23 | ||
1. Inhoud: Enkel van toepassing in sectoren met activiteiten: - van laden en lossen van goederen en vervoer; - van monteren, plaatsen, takelen en herstellen van onderstaande pro- ducten en machines; - machines voor openbare werken, burgerlijke bouwkunde en goederen- behandeling; - land- en tuinbouwtractoren, -machines en uitrusting voor boerderijen; - rijwieltuigen; - gereedschap en uitrusting voor werkplaatsen, garages en de industrie. Uitbreiding toepassingsgebied tot chauffeurs Geen afwijkingen bij ploegenarbeid Toegestane afwijkingen inzake arbeidstijd: - Overschrijding dagrooster met maximum 2 u (max. 9 u) - Overschrijding van xxxxxxxxx met maximum 5 u | ||
2. Verlenging van C.A.O.’s: | ||
C.A.O.: 12/09/19 | K.B.: 06/03/20 | B.S.: 12/05/20 |
C.A.O.: 27/01/22 | K.B.: 11/03/22 | B.S.: |
3. Duurtijd: Van 1 juli 2023 tot 30 juni 2025. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 2023
FLEXIBILITEIT
In uitvoering van artikel 15 van het nationaal akkoord 2023-2024 van 3 oktober 2023.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. - DRAAGWIJDTE EN TOEPASSINGSSFEER VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 2
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van arti- kel 20bis, § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971 (BS van 30 maart 1971), gewijzigd door artikel 37 van hoofdstuk V van titel III van de wet van 26 juli 1996 (BS van 1 augustus 1996) tot bevordering van de werkgelegenheid en tot de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en artikel 2 van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk (BS van 15 maart 2017).
Dit impliceert dat deze collectieve arbeidsovereenkomst de afwijkingen inzake arbeidstijd regelt voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel ressorteren.
Artikel 3
Arbeıdstıjd en loopbaan
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is enkel van toepassing in sectoren met activiteiten:
Arbeidstijd en loopbaan 240a-4
240b-1
- van laden en lossen van goederen en vervoer;
- van monteren, plaatsen, takelen en herstellen van onderstaande pro- ducten en machines;
- machines voor openbare werken, burgerlijke bouwkunde en goederen- behandeling;
- land- en tuinbouwtractoren, -machines en uitrusting voor boerderijen;
- rijwieltuigen;
- gereedschap en uitrusting voor werkplaatsen, garages en de industrie. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is ook van toepassing op chauffeurs.
HOOFDSTUK III. - TOEPASSINGSMODALITEITEN
Afdeling 1. - Voorwaarden inzake arbeidsregime
Artikel 4
De hierna volgende afwijkingen inzake arbeidsduur zijn enkel van toepassing in het normale dagstelsel.
De hierna volgende afwijkingen inzake arbeidsduur zijn niet van toepassing ingeval van ploegenarbeid.
Afdeling 2. - Grenzen inzake arbeidsduur
Artikel 5
Ondernemingen kunnen een flexibele uurregeling instellen zoals voorzien in artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, volgens de hierna vermelde modaliteiten, op voorwaarde dat zij, over een periode van één jaar, de con- ventionele gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, vastgelegd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 maart 1985, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 juni 1985, niet overschrijdt.
Artikel 6
§ 1. Over een periode van één jaar die overeenstemt met het kalenderjaar, bedraagt het te presteren aantal arbeidsuren, 52 maal de wekelijkse arbeids- duur voorzien in het arbeidsreglement van de onderneming.
De rustdagen bepaald bij de wet van 4 januari 1974 (BS van 31 januari 1974) betreffende de feestdagen en de periodes van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst vastgelegd bij de wet van 3 juli 1978 (BS van 22 augustus 1978) betreffende de arbeidsovereenkomsten, gelden als arbeid- stijd voor de berekening van de arbeidsduur die over een jaar moet nageleefd worden.
§ 2. Het aantal uren dat gepresteerd mag worden beneden of boven het nor- maal dagrooster dat voorzien is in het arbeidsreglement, bedraagt maximum 2 uur per dag. Het maximum aantal te presteren uren mag evenwel nooit meer bedragen dan 9 uren per dag.
§ 3. Het aantal uur dat gepresteerd mag worden beneden of boven de conven- tioneel bepaalde weekgrens, bedraagt maximum 5 uur per week.
HOOFDSTUK IV. - UITZONDERING
Artikel 7
Deze overeenkomst is niet van toepassing in ondernemingen waar er bij collectieve arbeidsovereenkomst reeds afwijkingen inzake de arbeidstijd werden vastgelegd.
HOOFDSTUK V. - GELDIGHEID
Artikel 8
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2023 en treedt buiten werking op 30 juni 2024.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
240b-2 240b-3
242 Invoering van nieuwe arbeidsregelingen
C.A.O.: 19/11/90 K.B.: 15/03/91 B.S.: 18/04/91 |
1. Inhoud: Procedure en bepalingen inzake de invoering van nieuwe arbeidsrege- lingen in de ondernemingen. |
2. Verlenging/vervanging van C.A.O.'s: |
3. Duurtijd: Vanaf 1 december 1990 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 1990
INVOERING VAN NIEUWE ARBEIDSREGELINGEN
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair subcomité voor de metaalhandel.
HOOFDSTUK II. - DRAAGWIJDTE EN TOEPASSINGSSFEER VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 2
In uitvoering van artikel 7 a) en b) van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 juni 1987 (algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 juni 1987 - Belgisch Staatsblad 26 juni 1987) beslissen de partijen dat de onderhandelingen over de inhoud van nieuwe arbeidsregelingen, gelet op de verscheidenheid van de sector, kunnen gevoerd worden op ondernemingsvlak, en dit vanaf 1 december 1990.
Onder nieuwe arbeidsregelingen worden verstaan de regelingen omschre- ven overeenkomstig de Wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de onderneming, die ertoe strekken de uitbreiding of de aanpassing van de bedrijfstijd mogelijk te maken en de werkgelegenheid te bevorderen.
HOOFDSTUK III. - WEERSLAG OP DE WERKGELEGENHEID
Artikel 3
De invoering van de nieuwe arbeidsregeling moet een positieve weerslag heb- ben op de werkgelegenheid met name toename van het aantal tewerkgestelde arbeiders met extra aandacht voor de aanwerving van personen behorende tot de "risicogroepen", de vermindering van het aantal dagen gedeeltelijke
Arbeidstijd en loopbaan 000x-0
Xxxxxxxxxxx en loopbaan
242-1
HOOFDSTUK IV. - VOORAFGAANDELIJKE INFORMATIE
Artikel 4
Wanneer de werkgever voornemens is een nieuwe arbeidsregeling in te voeren moet hij minstens 1 maand voorafgaandelijk aan de ondernemingsonderhan- deling schriftelijke informatie verstrekken aan de syndicale afvaardiging en bij ontstentenis aan de werknemers van zijn onderneming en de vertegenwoor- digers van de syndicale- en werkgeversorganisaties in het Paritair subcomité voor de metaalhandel, dit laatste door een aangetekend schrijven aan de Voorzitter van het Paritair subcomité voor de metaalhandel. De informatie moet betrekking hebben op het soort van arbeidssysteem en de factoren die de invoering ervan rechtvaardigen.
HOOFDSTUK V. - ONDERHANDELING OP ONDERNEMINGSNIVEAU
Artikel 5
De onderhandeling op ondernemingsvlak moet ten minste betrekking hebben op de navolgende elementen:
• de regeling inzake organisatie van de arbeidstijd, waaronder met name de arbeidsduur, de werktijden, de rustpauzes en de rusttijden ;
• de arbeidsvoorwaarden met bijzondere aandacht voor de relatie arbeid-ge- zin ;
• modaliteiten inzake de positieve weerslag op de werkgelegenheid ;
• wanneer er een vakbondsafvaardiging bestaat, de vakbondsvertegenwoor- diging rekening houdend met de arbeidsregeling overeenkomstig Artikel 8, 2° en 6° van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 van 24 mei 1971 gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende het statuut van de syndi- cale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen ;
• de modaliteiten betreffende de periodieke evaluatie van en controle op de nieuwe regeling ;
• de consequenties van de nieuwe arbeidsregeling op de sociale zekerheid van de betrokken werknemers ;
• de modaliteiten van individueel en/of collectieve terugstap naar de vroegere arbeidsregeling ;
• de modaliteiten inzake vorming en opleiding van de betrokken werknemers.
Artikel 6
Indien er in de onderneming een vakbondsafvaardiging - voor arbeiders - bestaat, kan de nieuwe arbeidsregeling maar gebeuren door tussen de werkgevers en alle representatieve werknemersorganisaties die in de vak- bondsafvaardiging vertegenwoordigd zijn, een collectieve arbeidsovereen- komst af te sluiten in de zin van de Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
Artikel 7
Indien er in de onderneming geen vakbondsafvaardiging - voor arbeiders - bestaat kan de nieuwe arbeidsregeling maar gebeuren door xxxxxxx met de representatieve werknemersorganisaties van het Paritair subcomité voor de metaalhandel een collectieve arbeidsovereenkomst af te sluiten in de zin van de Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkom- sten en de Paritaire Comités.
Artikel 8
In afwijking van de artikelen 11 en 12 van de Wet van 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen worden de bepalingen van de collectieve arbeids- overeenkomst, zoals omschreven in de artikelen 6 en 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst die het arbeidsreglement wijzigen, in dit reglement ingevoerd zodra deze collectieve arbeidsovereenkomst werd neergelegd op de Griffie van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
HOOFDSTUK VI. - TOEPASSINGSMODALITEITEN
Artikel 9
De bij de invoering van de nieuwe arbeidsregeling betrokken werknemers moeten zijn tewerkgesteld in het kader van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
242-2 242-3
Artikel 10
De inschakeling van de werknemers in de nieuwe arbeidsregeling mag slechts gebeuren op vrijwillige basis.
Artikel 14
HOOFDSTUK VIII. - DUURTIJD
Artikel 11
Aan de werknemers wordt werkzekerheid geboden, dit wil zeggen dat er niet zal overgegaan worden tot afdanking om economische redenen of motieven van reorganisatie.
Indien deze redenen toch zouden worden ingeroepen zal de werkgever eerst alle andere middelen tot herverdeling van de arbeid, met inbegrip van gedeeltelijke werkloosheid, inschakelen. Desgevallend zal hij overgaan tot een bespreking met de vakbondsafvaardiging of bij ontstentenis met de repre- sentatieve werknemersorganisaties teneinde andere maatregelen te treffen.
HOOFDSTUK VII. - SECTORIËLE EVALUATIE
Artikel 12
Tegelijkertijd met de neerlegging van de ondernemingsovereenkomst, zoals omschreven bij Artikel 6, 7 en 8, wordt een kopie van de afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst overgemaakt aan de Voorzitter van het Paritair subco- mité van de metaalhandel. Deze informatie gebeurt bij aangetekend schrijven.
Artikel 13
Na het verstrijken van een periode van 18 maanden, te rekenen vanaf 1 december 1990, zal in het Paritair subcomité overgegaan worden tot een evaluatie van de in de ondernemingen toegepaste arbeidsregelingen in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 en de Wet van 17 maart 1987 vermeld in artikel 2.
Deze evaluatie zal zowel de gevolgde procedure als de inhoud en de gevolgen van de arbeidsregelingen betreffen.
Deze evaluatie kan eventueel leiden tot het afsluiten van een aanvullende sectorale collectieve arbeidsovereenkomst.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 december 1990 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan worden opgezegd op verzoek van een der ondertekenende partijen, mits inachtneming van een opzeggingstermijn van 6 maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de Voorzitter van het Paritair subcomité voor de metaalhandel.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
242-4 242-5
244 a Overuren (27/01/2022)
C.A.O.: 27/01/22 K.B.: 15/06/23 B.S.: 03/07/23 |
Neerlegging: 11/03/22 Registratiedatum: 22/06/22 Registratienummer: 173648/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 27/06/22 |
1. Inhoud: Alleen voor servicetechniekers Mits op ondernemingsvlak met alle vakbonden een cao wordt gesloten vóór 31 december 2022 kan: - het aantal vrijwillige overuren worden verhoogd van 120 uur tot maxi- mum 300 uur per kalenderjaar - het aantal vrijwillige overuren dat niet meetelt voor de interne grens worden verhoogd naar maximum 60 u - de interne grens worden verhoogd tot maximum 383 u En dit voor een periode van 1 januari tot 30 juni 2023. Xxxxxxxxxx voor de arbeiders en opvolging door de overlegorganen |
2. Verlenging/vervanging van C.A.O.’s: |
3. Duurtijd: Van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2022
OVERUREN
In uitvoering van artikel 25 van het nationaal akkoord 2021-2022 van 2 december 2021.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder “servicetechniekers” verstaan:
- Techniekers die een service leveren bij de klant of gebruiker zelf;
- Met een belangrijke verplaatsingsgraad (van de woonplaats of de onderne- ming naar het bedrijf, de klant of van klant naar klant);
- Die beschikken over een belangrijke uitrustingsgraad (gereedschap, per- soonlijke tools, enz.);
- Met hoge opleidingsgraad (specifieke opleidingsprogramma's meerdere keren per jaar);
- Die vaak instaan voor een bepaalde regio;
- Die vaak gespecialiseerd zijn in bepaalde machines;
- Met een grote onmisbaarheid in de organisatie van de onderneming;
- Die in een aparte classificatiecategorie worden opgenomen.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst moeten de servicetechniekers betaald worden aan een uurloon dat hoger is dan het baremaloon van categorie E of zich in een groeipad bevinden waarbij zij binnen een termijn van twee jaar betaald worden aan een uurloon dat hoger is dan het baremaloon van categorie E.
Arbeidstijd en loopbaan 242-6
Arbeıdstıjd en loopbaan
244a-1
HOOFDSTUK II. - DRAAGWIJDTE EN TOEPASSINGSSFEER VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 2
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van artikel 25bis, § 1 en artikel 26bis, § 1bis, van de arbeidswet van 16 maart 1971 (BS 30 maart 1971), gewijzigd door artikel 4 en 5 van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk (BS 15 maart 2017) en overeenkom- stig cao nr. 129 van 23 april 2019 betreffende vrijwillige overuren (BS 8 mei 2019).
HOOFDSTUK III. - TOEPASSINGSMODALITEITEN
Artikel 3
Voor de servicetechniekers kan onder de voorwaarden bepaald in de artikelen 4, 9 en 10, op het niveau van de onderneming, het aantal vrijwillige overuren per kalenderjaar worden verhoogd van 120 uur tot maximum 300 uur voor de periode 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023.
Artikel 4
De onderneming die gebruik wil maken van de bovenvermelde mogelijkheid om het aantal vrijwillige overuren te verhogen, dient hiertoe een collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten vóór 31 december 2022.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt ondertekend door alle secre- tarissen van de vakbonden vertegenwoordigd in de vakbondsafvaardiging.
Indien er in de onderneming geen vakbondsafvaardiging is, wordt de col- lectieve arbeidsovereenkomst ondertekend door alle secretarissen van de vakbonden vertegenwoordigd in het paritair subcomité.
Artikel 5
Onverminderd artikel 3, kan voor de servicetechniekers, onder de voorwaar- den bepaald in de artikelen 6, 9 en 10, op het niveau van de onderneming het aantal vrijwillige overuren dat niet meetelt voor de interne grens worden verhoogd van 25 uur tot maximum 60 uur voor de periode 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023.
Artikel 6
De onderneming die gebruik wil maken van de bovenvermelde mogelijkheid om het aantal vrijwillige overuren dat niet meetelt voor de interne grens te verhogen, dient hiertoe een collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten vóór 31 december 2022.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt ondertekend door alle secre- tarissen van de vakbonden vertegenwoordigd in de vakbondsafvaardiging.
Indien er in de onderneming geen vakbondsafvaardiging is, wordt de col- lectieve arbeidsovereenkomst ondertekend door alle secretarissen van de vakbonden vertegenwoordigd in het paritair comité.
Artikel 7
Onverminderd de artikel 3 en 5, kan voor de servicetechniekers, onder de voor- waarden bepaald in de artikelen 8, 9 en 10, op het niveau van de onderneming de interne grens worden verhoogd van 143 uur naar maximum 383 uur, voor de periode 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023.
Artikel 8
De onderneming die gebruik wil maken van de bovenvermelde mogelijkheid om de interne grens te verhogen, dient hiertoe een collectieve arbeidsover- eenkomst te sluiten vóór 31 december 2022.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt ondertekend door alle secre- tarissen van de vakbonden vertegenwoordigd in de vakbondsafvaardiging.
Indien er in de onderneming geen vakbondsafvaardiging is, wordt de col- lectieve arbeidsovereenkomst ondertekend door alle secretarissen van de vakbonden vertegenwoordigd in het paritair comité.
Artikel 9
§ 1. De arbeiders hebben het recht om zich bij het sluiten van een individuele overeenkomst waarbij vrijwillige overuren worden gepresteerd in uitvoering van de artikelen 3, 5 en 7, te laten bijstaan door een vakbondsafgevaardigde en/of door een vakbondssecretaris.
§ 2. Een kopie van de individuele overeenkomst waarbij vrijwillige overuren worden gepresteerd in uitvoering van de artikelen 3, 5 en 7 moet worden neergelegd bij de ondernemingsraad, of bij ontstentenis bij het comité voor
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
244a-2 244a-3
preventie en bescherming op het werk, of bij ontstentenis bij de vakbonds- afvaardiging.
§ 3. Met het oog op een evaluatie ontvangt de ondernemingsraad of bij onts- tentenis het comité voor preventie en bescherming op het werk wanneer wordt vergaderd, of bij ontstentenis de vakbondsafvaardiging driemaandelijks, een overzicht van het totaal aantal gepresteerde overuren en inhaalrustdagen.
§ 4. De arbeider die een individuele overeenkomst heeft gesloten waarbij vrijwillige overuren worden gepresteerd in uitvoering van de artikelen 3, 5 en 7, heeft het recht om definitief of tijdelijk af te zien van het effectief presteren van de vrijwillige overuren. De arbeider verwittigt zijn werkgever hiervan binnen een redelijke termijn die kan bepaald worden op ondernemingsniveau.
Artikel 10
De in uitvoering van de artikelen 4, 6 en 8 gesloten collectieve arbeidsovereen- komst wordt neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg.
Een kopie ervan wordt gelijktijdig overgemaakt aan de voorzitter van het paritair subcomité.
Artikel 11
Deze cao doet geen afbreuk aan de wettelijke bepalingen en met name aan artikel 25bis, § 2, van de arbeidswet.
HOOFDSTUK IV. - GELDIGHEID
Artikel 12
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2023 en treedt buiten werking op 30 juni 2023.
Arbeıdstıjd en loopbaan 244a-5
Arbeidstijd en loopbaan
244a-4
244 b Overuren (04/10/2023)
C.A.O.: 4/10/23 K.B.: B.S.: |
Neerlegging: 21/11/23 Registratiedatum: 23/11/23 Registratienummer: 184232/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 14/12/23 |
1. Inhoud: Alleen voor servicetechniekers Mits op ondernemingsvlak met alle vakbonden een cao wordt gesloten vóór 31 december 2022 kan: - het aantal vrijwillige overuren worden verhoogd van 120 uur tot maxi- mum 300 uur per kalenderjaar - het aantal vrijwillige overuren dat niet meetelt voor de interne grens worden verhoogd naar maximum 60 u - de interne grens worden verhoogd tot maximum 383 u En dit voor een periode van 1 juli 2023 tot 30 juni 2025. Xxxxxxxxxx voor de arbeiders en opvolging door de overlegorganen |
2. Verlenging/vervanging van C.A.O.’s: C.A.O.: 27/01/22 K.B.: 15/06/2023 B.S.: 03/07/23 |
3. Duurtijd: Van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 2023
OVERUREN
In uitvoering van artikel 16 van het nationaal akkoord 2023-2024 van 4 oktober 2023 en ter verlenging van de CAO van 27 januari 2022.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder “servicetechniekers” verstaan:
- Techniekers die een service leveren bij de klant of gebruiker zelf;
- Met een belangrijke verplaatsingsgraad (van de woonplaats of de onderne- ming naar het bedrijf, de klant of van klant naar klant);
- Die beschikken over een belangrijke uitrustingsgraad (gereedschap, per- soonlijke tools, enz.);
- Met hoge opleidingsgraad (specifieke opleidingsprogramma's meerdere keren per jaar);
- Die vaak instaan voor een bepaalde regio;
- Die vaak gespecialiseerd zijn in bepaalde machines;
- Met een grote onmisbaarheid in de organisatie van de onderneming;
- Die in een aparte classificatiecategorie worden opgenomen.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst moeten de servicetechniekers betaald worden aan een uurloon dat hoger is dan het baremaloon van categorie E of zich in een groeipad bevinden waarbij zij binnen een termijn van twee jaar betaald worden aan een uurloon dat hoger is dan het baremaloon van categorie E.
Arbeidstijd en loopbaan 000x-0
Xxxxxxxxxxx en loopbaan
244b-1
HOOFDSTUK II. - DRAAGWIJDTE EN TOEPASSINGSSFEER VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 2
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van artikel 25bis, § 1 en artikel 26bis, § 1bis, van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad 30 maart 1971), gewijzigd door artikel 4 en 5 van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk (Belgisch Staatsblad 15 maart 2017) en overeenkomstig cao nr. 129 van 23 april 2019 betreffende vrijwillige overuren (Belgisch Staatsblad 8 mei 2019) en betreft een verlenging van de CAO van 27 januari 2022, algemeen verbindend ver- klaard bij K.B. 15 juni 2023 (Belgisch Staatsblad 3 juli 2023).
HOOFDSTUK III. - TOEPASSINGSMODALITEITEN
Artikel 3
Voor de servicetechniekers kan onder de voorwaarden bepaald in de artikelen 4, 9 en 10, op het niveau van de onderneming, het aantal vrijwillige overuren per kalenderjaar worden verhoogd van 120 uur tot maximum 300 uur voor de periode 1 juli 2023 tot en met 30 juin 2025.
Artikel 4
De onderneming die gebruik wil maken van de bovenvermelde mogelijkheid om het aantal vrijwillige overuren te verhogen, dient hiertoe een collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten vóór 31 december 2023 of de eerder gesloten collectieve arbeidsovereenkomst te verlengen zonder het in deze arbeidsover- eenkomst opgenomen maximale quotum op jaarbasis te overstijgen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt ondertekend door alle secre- tarissen van de vakbonden vertegenwoordigd in de vakbondsafvaardiging.
Indien er in de onderneming geen vakbondsafvaardiging is, wordt de col- lectieve arbeidsovereenkomst ondertekend door alle secretarissen van de vakbonden vertegenwoordigd in het paritair subcomité.
Artikel 5
Onverminderd artikel 3, kan voor de servicetechniekers, onder de voorwaar- den bepaald in de artikelen 6, 9 en 10, op het niveau van de onderneming het aantal vrijwillige overuren dat niet meetelt voor de interne grens worden
Arbeidstijd en loopbaan
244b-2
verhoogd van 25 uur tot maximum 60 uur voor de periode 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025.
Artikel 6
De onderneming die gebruik wil maken van de bovenvermelde mogelijkheid om het aantal vrijwillige overuren dat niet meetelt voor de interne grens te verhogen, dient hiertoe een collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten vóór 31 december 2023.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt ondertekend door alle secre- tarissen van de vakbonden vertegenwoordigd in de vakbondsafvaardiging.
Indien er in de onderneming geen vakbondsafvaardiging is, wordt de col- lectieve arbeidsovereenkomst ondertekend door alle secretarissen van de vakbonden vertegenwoordigd in het paritair comité.
Artikel 7
Onverminderd het artikel 3 en 5, kan voor de servicetechniekers, onder de voorwaarden bepaald in de artikelen 8, 9 en 10, op het niveau van de onder- neming de interne grens worden verhoogd van 143 uur naar maximum 383 uur, voor de periode 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025.
Artikel 8
De onderneming die gebruik wil maken van de bovenvermelde mogelijkheid om de interne grens te verhogen, dient hiertoe een collectieve arbeidsover- eenkomst te sluiten vóór 31 december 2023.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt ondertekend door alle secre- tarissen van de vakbonden vertegenwoordigd in de vakbondsafvaardiging.
Indien er in de onderneming geen vakbondsafvaardiging is, wordt de col- lectieve arbeidsovereenkomst ondertekend door alle secretarissen van de vakbonden vertegenwoordigd in het paritair comité.
Artikel 9
§ 1. De arbeiders hebben het recht om zich bij het sluiten van een individuele overeenkomst waarbij vrijwillige overuren worden gepresteerd in uitvoering van de artikelen 3, 5 en 7, te laten bijstaan door een vakbondsafgevaardigde en/of door een vakbondssecretaris.
Arbeıdstıjd en loopbaan
244b-3
§ 3. Met het oog op een evaluatie ontvangt de ondernemingsraad of bij onts- tentenis het comité voor preventie en bescherming op het werk wanneer wordt vergaderd, of bij ontstentenis de vakbondsafvaardiging driemaandelijks, een overzicht van het totaal aantal gepresteerde overuren en inhaalrustdagen.
§ 4. De arbeider die een individuele overeenkomst heeft gesloten waarbij vrijwillige overuren worden gepresteerd in uitvoering van de artikelen 3, 5 en 7, heeft het recht om definitief of tijdelijk af te zien van het effectief presteren van de vrijwillige overuren. De arbeider verwittigt zijn werkgever hiervan binnen een redelijke termijn die kan bepaald worden op ondernemingsniveau.
Artikel 10
De in uitvoering van de artikelen 4, 6 en 8 gesloten collectieve arbeidsovereen- komst wordt neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg.
Een kopie ervan wordt gelijktijdig overgemaakt aan de voorzitter van het paritair subcomité voor de metaalhandel.
Artikel 11
Deze cao doet geen afbreuk aan de wettelijke bepalingen en met name aan artikel 25bis, § 2, van de arbeidswet.
HOOFDSTUK III. - GELDIGHEID
Artikel 12
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2023 en treedt buiten werking op 30 juni 2025.
Arbeıdstıjd en loopbaan 244b-5
Arbeidstijd en loopbaan
244b-4
247 Nachtarbeid
C.A.O.: 05/10/98 K.B.: 10/11/01 B.S.: 25/01/02 |
Neerlegging: 27/10/98 Registratiedatum: 06/11/98 Registratienummer: 49416/CO/149.4 Publicatie van registratie in B.S.: 03/02/99 |
1. Inhoud: Sectorale omkadering van de regimes met nachtprestaties. |
2.Verlenging/vervanging van C.A.O.'s: |
3. Duurtijd: Vanaf 5 oktober 1998 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1998
SECTORALE OMKADERING VAN DE REGIMES MET NACHTPRESTATIES
HOOFDSTUK I. - INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1 - Toepassingsgebied
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder werklieden verstaan: de werklieden of werksters.
Artikel 2 - Voorwerp
a) De collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van de Wet betreffende de nachtarbeid van 17 februari 1997 en het konink- lijk besluit van 16 april 1998 tot uitvoering van vermelde wet en van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 46 betreffende de begeleidings- maatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties en nr. 49 betreffende de waarborg van een specifieke financiële vergoeding ten gunste van de werknemers die zijn tewerkgesteld in het kader van ploegenarbeid met nachtprestaties of andere vormen van arbeid met nachtprestaties.
Partijen maken toepassing van de CAO nr. 42 betreffende het invoeren van nieuwe arbeidsregelingen in ondernemingen en verkrijgen aldus een afwijking op het verbod om nachtarbeid te verrichten, zoals bepaald in artikel 35 van de Arbeidswet van 16 maart 1971, althans wat betreft de regimes met nachtprestaties ingevoerd na 8 april 1998.
Arbeidstijd en loopbaan 000x-0
Xxxxxxxxxxx en loopbaan
247-1
b) Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de omkaderingsmaatregelen die gelden bij:
- het openstellen vanaf 8 april 1998 van regimes met nachtprestaties, toepasselijk voor mannelijke werklieden vóór 8 april 1998, op vrouwelijke werklieden ;
- de invoering van regimes met nachtprestaties na 8 april 1998, voor zowel mannelijke als vrouwelijke werklieden.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt eveneens de te volgen pro- cedure bij de invoering van regimes met nachtprestaties.
c) Onder nachtarbeid wordt verstaan de prestaties gewoonlijk verricht tussen 20 en 6 uur met uitsluiting van:
- prestaties uitsluitend verricht tussen 6 en 24 uur ;
- prestaties die gewoonlijk vanaf 5 uur's morgens worden aangevat.
Artikel 3 - Positieve weerslag op de tewerkstelling
De invoering van regimes met nachtprestaties moet een positieve weerslag hebben op de werkgelegenheid.
Die positieve weerslag kan met name het gevolg zijn van een toename van het aantal tewerkgestelde werklieden, van de vermindering van het aantal dagen tijdelijke werkloosheid of van de vermindering van het aantal in het vooruitzicht gestelde ontslagen in het kader van de procedure die voor collectief ontslag is vastgesteld.
HOOFDSTUK II. - OMKADERINGSMAATREGELEN
Artikel 4 - Vrijwilligheid
Zowel bij aanwerving als bij overschakeling naar een regime met nachtpresta- ties moet het principe van de vrijwilligheid worden toegepast op de werklieden.
Conform de bepalingen van artikel 2 - voorwerp van huidige collectieve arbeidsovereenkomst, hebben werklieden recht op een proefperiode van drie maanden gedurende welke zij een einde kunnen maken aan hun tewerkstelling met nachtprestaties door middel van een opzegging van zeven dagen.
Bij overschakeling is er een terugkeerrecht naar de vroegere werkpost.
Artikel 5 - Contractvormen
De werklieden die betrokken zijn bij de invoering van regimes met nachtpres- taties moeten tewerkgesteld zijn in het kader van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.
Artikel 6 - Zwangere arbeidsters
De zwangere arbeidster, tewerkgesteld in een arbeidsregeling met nacht- prestaties, heeft het recht om, na schriftelijk verzoek, gestaafd door medisch attest, in een arbeidsregeling zonder nachtprestaties te worden tewerkgesteld met behoud van minimum het inkomen verbonden aan nachtprestaties en dit tot drie maanden na de bevallingsrust.
Artikel 7 - Terugkeerrecht
De werklieden tewerkgesteld in regimes met nachtprestaties hebben het recht tijdelijk of definitief terug te keren naar een arbeidsregime zonder nachtpres- taties omwille van ernstige medische, familiale en sociale redenen.
Op bedrijfsvlak dient er een overeenkomst te worden gemaakt dewelke de precisering geeft van ernstige medische, familiale en sociale redenen.
Artikel 8 - Gelijke behandeling
a) In regimes met nachtprestaties geldt het principe van gelijk loon en gelijke functieclassificaties voor mannelijke en vrouwelijke werklieden.
b) De werklieden tewerkgesteld in regimes met nachtprestaties kunnen op hun verzoek bij voorrang een vacante betrekking met dagprestaties verkrijgen in zoverre zij aan de vereiste kwalificaties voldoen.
c) De werkgever dient aandacht te besteden aan de veiligheid van de werklie- den tewerkgesteld in regimes met nachtprestaties. Hij dient ook te zorgen voor het nodige toezicht en voor de bereikbaarheid van de vertrouwens- persoon inzake "ongewenst seksueel gedrag".
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
247-2 247-3
HOOFDSTUK III. - PROCEDURE BIJ INVOERING VAN NIEUWE REGIMES MET NACHTPRESTATIES
Artikel 9 - Voorafgaandelijke informatie en motivatie
Wanneer de werkgever voornemens is nachtarbeid in te voeren moet hij voor-afgaandelijk aan de werklieden schriftelijke informatie verstrekken omtrent het soort arbeidsregeling die hij wil invoeren en omtrent de factoren die de invoering ervan rechtvaardigen. Ook de concrete omkaderingsmaatre- gelen voorzien in hoofdstuk II van deze collectieve arbeidsovereenkomst en de concrete uurroosters worden besproken met de leden van de vakbonds- afvaardiging of bij ontstentenis met de individuele werklieden.
Artikel 10 - Procedure bij ondernemingen met vakbondsafvaardiging
Is er een vakbondsafvaardiging, dan kan een arbeidsregeling met nacht- prestaties maar worden ingevoerd mits er tussen de werkgever en alle organisaties die in deze vakbondsafvaardiging vertegenwoordigd zijn, een collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in de zin van de Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en Paritaire Comités.
Artikel 11 - Procedure bij ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging
a) Het Paritair subcomité voor de metaalhandel controleert of er voldaan wordt aan de voorwaarden van onderhavige overeenkomst.
b) In de ondernemingen waar geen vakbondsafvaardiging bestaat worden de resultaten van besprekingen met de werklieden zoals voorzien in artikel 9 ter goedkeuring van het Paritair subcomité voor de metaalhandel (Paritair subcomité 149.4) voorgelegd. Ingeval van eenparig advies van het betrok- ken paritair subcomité wordt het regime automatisch ingeschreven in het arbeidsreglement.
c) De Voorzitter van het Paritair subcomité voor de metaalhandel stelt de onderneming hiervan in kennis.
HOOFDSTUK IV. - SLOTBEPALINGEN
Artikel 12 - Jaarlijkse evaluatie
Ondertekenende partijen zullen jaarlijks en voor de eerste keer één jaar na de inwerkingtreding van huidige collectieve arbeidsovereenkomst, de toepassing ervan in het Paritair subcomité evalueren.
Artikel 13 - Duurtijd
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 5 oktober 1998 en is gesloten voor onbepaalde duur. Ze kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzeg van zes maanden, betekend bij een ter post aan- getekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair subcomité voor de metaalhandel.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd ter Griffie van de Dienst der Collectieve Arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
De algemeen bindend verklaring bij koninklijk besluit van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gevraagd.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
247-4 247-5
248 Arbeidsorganisatie
C.A.O.: 09/10/15 K.B.: 06/11/16 B.S.: 02/12/16 |
Neerlegging: 17/11/15 Registratiedatum: 03/03/16 Registratienummer: 131928/CO/149.04 Publicatie van registratie in B.S.: 15/03/16 |
1. Inhoud: Overuren in het kader van: - Een buitengewone vermeerdering van werk - Werkzaamheden ingevolge een onvoorziene noodzakelijkheid Overuren kunnen in dit kader enkel worden gepresteerd mits het vooraf- gaande akkoord van de vakbondsafvaardiging. Eerste 91 overuren per kalenderjaar: keuzemogelijkheid aan arbeider om te recupereren of uit te betalen (binnen wettelijk kader). Invoering bijkomende schijf van overuren (tot maximaal 143 overuren): kan enkel worden geregeld in een cao op ondernemingsvlak. Deze cao bepaalt of de overuren moeten worden gerecupereerd of uit- betaald. Daarnaast worden in de cao ook regels afgesproken omtrent informatie naar vakbondsafvaardiging (bij ontstentenis aan de betrokken vakbondssecretarissen). |
2.Verlenging/vervanging van C.A.O.'s: C.A.O.: 28/03/14 K.B.: 08/01/15 B.S.: 12/02/15 |
3. Duurtijd: Vanaf 1 juli 2015 en dit voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015
ARBEIDSORGANISATIE
In uitvoering van artikel 12 van het nationaal akkoord 2015-2016 van 9 oktober 2015.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. - TOEPASSINGSMODALITEITEN
Artikel 2
In toepassing van artikel 26 bis § 1 en § 1 bis van de Arbeidswet van 16 maart 1971, wordt de referteperiode op 1 jaar gebracht en de interne grens vast- gesteld op 91 uren. Deze verhoging is evenwel slechts van toepassing vanaf drie maanden na het begin van de referteperiode van één jaar.
De mogelijkheid om binnen het wettelijk kader af te wijken van voormelde 91 overuren, kan enkel bij collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten op het niveau van de onderneming. Deze collectieve arbeidsovereenkomst, afgesloten op het niveau van de onderneming, kan de interne grens verhogen tot maximaal 143 uren.
Artikel 3
De arbeiders hebben binnen het wettelijk kader de keuzemogelijkheid om de eerste 91 overuren per kalenderjaar in het kader van buitengewone vermeer- dering van werk (artikel 25 van de Arbeidswet van 16 maart 1971) of van de
Arbeidstijd en loopbaan 247-6
Arbeıdstıjd en loopbaan
248-1
Artikel 7
HOOFDSTUK III. - GELDIGHEID
Artikel 4
De mogelijkheid om binnen het wettelijk kader een hogere schijf dan voor- melde 91 overuren per kalenderjaar in het kader van buitengewone vermeer- dering van werk (artikel 25 van de Arbeidswet van 16 maart 1971) of van de werkzaamheden ingevolge een onvoorziene noodzakelijkheid (artikel 26 § 1,3° van de Arbeidswet van 16 maart 1971) in te voeren, kan enkel worden geregeld in een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten op het niveau van de onderneming. Deze collectieve arbeidsovereenkomst, afgesloten op het niveau van de onderneming, kan het aantal te recupereren of uit te betalen overuren verhogen tot maximaal 143 uren.
Artikel 5
In deze collectieve arbeidsovereenkomst, afgesloten op het niveau van de onderneming, dient te worden bepaald of deze bijkomende schijf zal worden gerecupereerd (en op welke wijze) of uitbetaald.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is slechts geldig indien ze afspraken bevat over de plicht tot en de wijze van informatie over het totaal aantal gepres- teerde overuren (het totaal aantal uitbetaalde en gerecupereerde overuren) en over het gebruik van tijdelijke contracten (uitzendcontracten, contracten van bepaalde duur en onderaanneming) aan de vakbondsafvaardiging en bij ontstentenis aan de betrokken vakbondssecretarissen.
Artikel 6
Conform artikel 25 van de Arbeidswet van 16 maart 1971 (buitengewone vermeerdering van werk) en conform artikel 26 § 1,3° van de Arbeidswet van 16 maart 1971 (werkzaamheden ingevolge een onvoorziene noodzakelijkheid) kunnen overuren in dit kader enkel worden gepresteerd mits het voorafgaande akkoord van de vakbondsafvaardiging van de onderneming wanneer er een bestaat.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2015 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Arbeidstijd en loopbaan
Arbeıdstıjd en loopbaan
248-2 248-3
310 Kort verzuim
C.A.O.: 12/09/19 K.B.: 08/07/20 B.S.: 10/08/20 |
Neerlegging: 02/10/19 Registratiedatum: 24/10/19 Registratienummer: 154706/CO/149.04 Publicatie registratie in het B.S.: 04/11/19 |
1. Inhoud: Recht op betaalde afwezigheid bij huwelijk, geboorte, adoptie, overlij- den, communie, feest van de “vrijzinnige jeugd” en bepaalde burgerlijke verplichtingen. Uitbreiding periode van opname bij overlijden: tot dertig dagen na dag van overlijden. |
2. Vervanging van C.A.O.’s: C.A.O.: 09/10/15 K.B.: 12/12/16 B.S.: 27/01/17 |
3. Duurtijd: Vanaf 1 juli 2019 voor onbepaalde duur. |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019
KORT VERZUIM
In uitvoering van artikel 19 van het nationaal akkoord 2019-2020 van 26 juni 2019.
HOOFDSTUK I. - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II - VOORWERP
Artikel 2
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van:
1. het koninklijk besluit betreffende het behoud van het normaal loon van de werklieden, de dienstboden, de bedienden en de werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke plich- ten of van burgerlijke opdrachten van 28 augustus 1963 (Belgisch Staatsblad van 11 september 1963) en alle latere wijzigingen ;
2. het koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende het behoud van het normale loon van de werknemers voor de afwezigheidsdagen ter gelegenheid van bepaalde gebeurtenissen van 3 december 1974 (Belgisch Staatsblad van 23 januari 1975) ;
Arbeidsovereenkomsten 248-4
Arbeidsovereenkomsten
310-1
4. de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, van 17 november 1999, betreffende het behoud van het normaal loon van wettelijk samenwonende werknemers voor de afwezigheidsdagen ter gelegenheid van bepaalde familiegebeurtenissen ;
5. de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgele- genheid en kwaliteit van het leven (Belgisch Staatsblad van 15 september 2001) ;
6. de programmawet van 9 juli 2004 (Belgisch Staatsblad van 15 juli 2004) en in uitvoering daarvan, artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten ;
7. artikel 133 van de programmawet van 22 december 2008 (Belgisch Staatsblad van 29 december 2008 4de uitg.) ;
8. de wet van 13 april 2011 tot wijziging, wat betreft de meeouders, van de wetgeving inzake het geboorteverlof (Belgisch Staatsblad van 10 mei 2011).
HOOFDSTUK III. - REDEN EN DUUR VAN DE AFWEZIGHEID
Artikel 3
Ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor vervulling van staatsbur- gerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten welke hierna opgesomd zijn, hebben de in artikel 1 bedoelde arbeiders het recht, met behoud van hun normaal loon, van het werk afwezig te zijn voor een als volgt bepaalde duur:
1. Huwelijk van de arbeider alsmede bij de ondertekening en het officieel neerleggen van een samenlevingscontract: drie dagen te kiezen door de arbeider tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsvindt of tijdens de daaropvolgende week.
2. De dag van het huwelijk, voor het huwelijk:
- van een kind van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e),
- van een regelmatig door hem opgevoed kind,
- van een broer of zuster,
- van een schoonbroer of schoonzuster,
- van zijn vader of moeder,
- van de grootvader of grootmoeder,
- van de schoonvader of schoonmoeder,
- van de stiefvader of stiefmoeder,
- van een kleinkind van de arbeider,
- van de schoonbroer of de schoonzuster van de echtgeno(o)t(e) van de arbeider
- van gelijk welk ander familielid van de arbeider. Voor dit familielid geldt uitzonderlijk de voorwaarde dat deze onder hetzelfde dak als dat van de arbeider dient te wonen.
3. De dag van de plechtigheid bij een priesterwijding of intrede in het klooster:
- van een kind van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e),
- van een regelmatig door hem opgevoed kind,
- van een kleinkind,
- van een broer of zuster,
- van een schoonbroer of schoonzuster van de arbeider,
- van een schoonbroer of een schoonzuster van de echtgeno(o)t(e) van de arbeider
- van gelijk welk ander familielid van de arbeider. Voor dit familielid geldt uitzonderlijk de voorwaarde dat deze onder hetzelfde dak als dat van de arbeider dient te wonen.
4. Geboorte van een kind waarvan de afstamming langs de zijde van de arbei- der vaststaat: drie dagen voor de arbeider te kiezen binnen vier maanden te rekenen vanaf de dag der bevalling.
Hetzelfde recht komt, onder de voorwaarden en modaliteiten die op art.30
§2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten zijn vastgesteld, toe aan de arbeider van wie de afstamming die in de vorige alinea wordt beoogd, niet kan worden vastgesteld maar die, op het moment van de geboorte:
- gehuwd is met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat ;
- wettelijk samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstam- ming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, en niet is verbonden door een band van bloedverwantschap die leidt tot een huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen ;
- sedert een onafgebroken periode van drie jaar voorafgaand aan de geboorte op permanente en affectieve wijze samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn
Arbeidsovereenkomsten
Arbeıdsovereenkomsten
310-2 310-3