ALGEMENE VOORWAARDEN BEMIDDELING VAARTUIGEN
ALGEMENE VOORWAARDEN BEMIDDELING VAARTUIGEN
Deze Algemene Voorwaarden Bemiddeling van HISWA Vereniging (Brancheorganisatie van de watersportindustrie) zijn tot stand gekomen in overleg met de Consumentenbond en de ANWB in het kader van de Coördinatiegroep Zelfreguleringsoverleg van de Sociaal-Economische Raad en gelden exclusief voor leden van HISWA Vereniging.
HISWA Vereniging zal tegen misbruik van deze voorwaarden optreden.
Leden worden dan ook verzocht HISWA Vereniging te informeren wanneer misbruik wordt geconstateerd. Ter versterking is copyright gevestigd op de diverse teksten. Gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam op 18 februari 2009 onder nummer 18/2009.
HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN ARTIKEL1 DEFINITIES
a. De bemiddelaar: de ondernemer die als lid van HISWA Vereniging (Brancheorganisatie van de watersportindustrie) een bemiddelingsovereenkomst sluit met een consument.
b. De consument/opdrachtgever: natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf en die een bemiddelingsovereenkomst aangaat met een bemiddelaar.
c. De bemiddelingsovereenkomst: de overeenkomst van opdracht tot dienstverlening. Onder dienstverlening wordt verstaan: de bemiddeling met betrekking tot koop of verkoop.
d. Courtage: het honorarium dat verschuldigd is ter zake van bemiddeling met betrekking tot koop of verkoop.
e. De Geschillencommissie: De Geschillencommissie Waterrecreatie te Den Haag.
ARTIKEL 2 DE TOEPASSELIJKHEID
Met uitsluiting van de eventuele algemene voorwaarden van de opdrachtgever of een derde zijn deze voorwaarden uitsluitend van toepassing indien de bemiddelaar lid is van HISWA Vereniging en mede kantoor houdt in het Koninkrijk der Nederlanden en aldaar in het desbetreffende handelsregister is ingeschreven.
De bemiddelaar wijst uitdrukkelijk de eventueel door de opdrachtgever van toepassing verklaarde algemene voorwaarden van de hand.
Deze voorwaarden zijn alleen van toepassing op de overeenkomst tussen opdrachtgever en bemiddelaar. Deze voorwaarden hebben geen werking ten aanzien van derden.
HOOFDSTUK II - DE BEMIDDELINGSOVEREENKOMST ARTIKEL 3
1. Een bemiddelingsovereenkomst is een opdracht, waarbij de bemiddelaar zich tegenover de opdrachtgever verplicht tegen betaling van courtage als tussenpersoon werkzaam te zijn bij de totstandkoming en het sluiten van de koop-/verkoopovereenkomst in opdracht en op naam van de opdrachtgever en een derde. In de bemiddelingsovereenkomst kan niet ten nadele van de opdrachtgever, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, van deze voorwaarden worden afgeweken.
2. De bemiddelingsovereenkomst komt tot stand op het moment dat partijen het eens zijn over: de vraagprijs, de hoogte van de courtage, de duur van de overeenkomst, de wijze waarop de overeenkomst beëindigd kan worden en verdere condities waaronder de bemiddeling wordt verricht.
3. De bemiddelingsopdracht en alle overeenkomsten die in aansluiting daarop worden aangegaan, dienen, zo mogelijk, schriftelijk of elektronisch te worden aangegaan. Mondelinge wijzigingen en/of aanvullingen dienen zo spoedig mogelijk schriftelijk of elektronisch te worden bevestigd.
4. Deze voorwaarden kunnen zijn vertaald vanuit de Nederlandse taal in een vreemde taal. In geval van mogelijke verschillen in de teksten, die het gevolg van deze vertaling zijn, prevaleert de Nederlandse tekst.
ARTIKEL 4
In het kader van de bemiddelingsovereenkomst stelt de bemiddelaar de volgende diensten ter beschikking:
- de bespreking en advisering betreffende de totstandkoming van de beoogde overeenkomst;
- de beoordeling van de marktwaarde van het desbetreffende object, waarna in onderling overleg met opdrachtgever de vraagprijs zal worden vastgesteld;
- activiteiten ondernemen ten einde het betreffende object onder de aandacht te brengen van potentiële kopers;
- de beoordeling en advisering betreffende de juridische, financiële, fiscale, technische en andere van belang zijnde aspecten die verband houden met de beoogde overeenkomst met betrekking tot het object;
- de advisering over en onderhandelingen met derden namens de opdrachtgever;
- de actieve bevordering van de totstandkoming van een overeenkomst tussen de opdrachtgever en een derde;
- de begeleiding bij de gebruikelijke afwikkeling.
ARTIKEL 5
Ingeval de begeleiding door de bemiddelaar bij de afwikkeling van de overeenkomst meer omvat dan de diensten die de bemiddelaar, in het kader van de bemiddelingsovereenkomst, ter beschikking stelt, dient hij zijn opdrachtgever daarvan vooraf in kennis te stellen.
De opdrachtgever is gehouden de kosten gemoeid met het meerwerk te voldoen indien partijen daaromtrent vooraf schriftelijke overeenstemming hebben bereikt.
ARTIKEL 6
De bemiddelingsovereenkomst eindigt door:
a. opzegging;
b. het verstrijken van de overeengekomen tijd;
c. de totstandkoming en afwikkeling van de beoogde overeenkomst tussen opdrachtgever en een derde;
d. het onbemiddelbaar worden van het object als gevolg van onder meer de staat waarin het object komt te geraken, zware beschadiging, algehele teloorgang of de door de opdrachtgever nader gewenste prijsstelling van het object.
ARTIKEL 7
1. Ingeval de bemiddelingsovereenkomst een opdracht tot verkoop dan wel koop betreft, treedt de bemiddelaar met betrekking tot één en hetzelfde object niet op voor én de verkoper én de koper in hun hoedanigheid van opdrachtgever.
2. Ingeval sprake is van een (ver)koopopdracht kan de te sluiten overeenkomst niet afhankelijk worden gesteld van een door de desbetreffende bemiddelaar opgesteld expertiserapport.
3. De bemiddelaar dient de naam en het adres van de koper c.q. verkoper aan zijn opdrachtgever bekend te maken zodra partijen overeenstemming hebben bereikt over de prijs van het object en over de voorwaarden waaronder het object is verkocht.
4. In het geval dat opdrachtgever te kennen heeft gegeven dat zijn gegevens niet aan de toekomstig koper c.q. verkoper mogen worden bekendgemaakt, verplicht de bemiddelaar zich tot het tot stand brengen van een koop/verkoop waarbij de bemiddelaar in eigen naam handelt.
HOOFDSTUK III - DE AANSPRAKELIJKHEID ARTIKEL 8
Indien de bemiddelaar een object onder zich heeft, is hij alleen aansprakelijk voor schade aan of door het object, onderdelen of toebehoren daarvan indien de schade het rechtstreekse gevolg is van een tekortkoming die aan hem is toe te rekenen dan wel is toe te rekenen aan personen in zijn dienst en/of aan personen die door hem zijn aangesteld ten behoeve van de uitvoering van de opdracht.
HOOFDSTUK IV - DE VERPLICHTINGEN VAN DE BEMIDDELAAR ARTIKEL 9
1. De bemiddelaar voert de door hem aanvaarde opdracht naar beste weten en kunnen uit en met inachtneming van de belangen van de opdrachtgever.
2. De bemiddelaar houdt de opdrachtgever regelmatig op de hoogte van de vorderingen.
3. De bemiddelaar is verplicht zijn aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit een toerekenbare tekortkoming dan wel uit onrechtmatige daad afdoende te verzekeren en verzekerd te houden.
HOOFDSTUK V - DE VERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER ARTIKEL 10
1. De opdrachtgever moet op zijn kosten het object gereed voor keuring en/of voor proefvaart ter beschikking stellen.
2. De opdrachtgever verschaft de bemiddelaar naar beste weten en kunnen die informatie die de bemiddelaar nodig heeft voor de uitvoering van de opdracht.
3. De opdrachtgever staat in voor zijn bevoegdheid tot verkoop van het object. De opdrachtgever vrijwaart de bemiddelaar ten aanzien hiervan voor aanspraken van derden.
4. De opdrachtgever verstrekt de benodigde bescheiden, welke noodzakelijk zijn voor een ongestoord genot van het object.
5. Ten aanzien van schepen die uit het buitenland afkomstig zijn, dient opdrachtgever, voorafgaand doch uiterlijk bij de juridische levering van het vaartuig, een verklaring afgegeven door het betreffende scheepsregister van non-registratie of van uitschrijving te overleggen.
6. De helling- en expertisekosten komen voor rekening van degene die tot de desbetreffende werkzaamheden opdracht geeft, tenzij anders overeengekomen.
7. De opdrachtgever moet een deugdelijke casco- en aansprakelijkheidsverzekering voor het object hebben en in stand houden.
HOOFDSTUK VI - DE BETALINGSVOORWAARDEN ARTIKEL 11
1. De aan de bemiddelaar toekomende courtage is verschuldigd zodra wilsovereenstemming tussen de opdrachtgever en een derde over een overeenkomst is ontstaan, tenzij een in de beoogde overeenkomst opgenomen ontbindende voorwaarde in werking treedt.
2. Indien de derde de overeenkomst niet nakomt, dan zal de aanbetaling voor de helft ten goede komen aan de bemiddelaar en voor de andere helft aan de opdrachtgever. Is de helft van de aanbetaling minder dan de courtage, dan komt de verplichting voor betaling van het meerdere te vervallen.
3. De courtage is opeisbaar op het moment van levering. Indien opdrachtgever niet op de overeengekomen datum aan zijn leveringsverplichting voldoet, is de courtage opeisbaar op de overeengekomen datum van levering.
4. Later afwijkende afspraken tussen de opdrachtgever en de derde of (gedeeltelijke) ontbinding van de overeenkomst doet de aanspraak op courtage niet teloor gaan.
5. Voor het ontvangen van de koopsom dient de bemiddelaar, indien hij beschikt over een Stichting Derdengelden, gebruik te maken van deze Stichting Derdengeldenrekening. De bemiddelaar zal in dat geval de (ver)kooppenningen voor opdrachtgever in ontvangst nemen.
6. Indien de bemiddelaar niet over een deugdelijke Stichting Derdengelden beschikt dan dient de bemiddelaar dit schriftelijk te melden aan zijn opdrachtgever. De bemiddelaar maakt samen met de opdrachtgever afspraken over de wijze waarop de geldstromen gaan lopen en de bemiddelaar bevestigt dit schriftelijk aan opdrachtgever. De bemiddelaar is, zowel zakelijk als in persoon, aansprakelijk voor de nakoming van deze afspraken.
7. De bemiddelaar heeft het recht om de middelen die hem op grond van de bemiddelingsovereenkomst toekomen en andere met de overeenkomst samenhangende kosten te verrekenen met de onder hem gestelde geldmiddelen.
ARTIKEL 12
1. Indien de overeenkomst zoals bedoeld in artikel 3 lid 1, tot stand komt binnen de looptijd van de bemiddelingsovereenkomst, wordt deze geacht te zijn tot stand gekomen door bemiddeling van de bemiddelaar, tenzij de opdrachtgever aantoont dat deze overeenkomst tot stand is gekomen zonder enige bemiddeling van de bemiddelaar.
2. Wanneer de opdrachtgever binnen negen maanden na beëindiging van zijn opdracht alsnog de destijds beoogde overeenkomst sluit met een gegadigde die aanvankelijk in het kader van de bemiddelingsovereenkomst door de bemiddelaar rechtstreeks met betrekking tot de beschikbaarheid van het desbetreffende vaartuig voor deze transactie op de hoogte is gesteld, dan wel wanneer de opdrachtgever binnen de termijn van negen maanden het object duurzaam in gebruik geeft aan bovenbedoelde gegadigde, is de opdrachtgever alsnog de volledige courtage over de laatstelijk schriftelijk overeengekomen vraagprijs aan de bemiddelaar verschuldigd.
ARTIKEL 13
1. Bij beëindiging van de bemiddelingsopdracht door een oorzaak als genoemd in artikel 6 lid 1onder a en d is de opdrachtgever aan de bemiddelaar de door de bemiddelaar redelijk gemaakte kosten verschuldigd.
2. De redelijk gemaakte kosten in lid 1 van dit artikel worden gefixeerd op:
- 15% van de overeengekomen courtage berekend over de laatstelijk schriftelijk vastgelegde vraagprijs, bij beëindiging (opzegging) tot en met twee maanden na aanvang van de bemiddelingsovereenkomst.
- 30% van de overeengekomen courtage berekend over de laatstelijk schriftelijk vastgelegde vraagprijs, bij beëindiging (opzegging) langer dan twee maanden maar niet langer dan vier maanden na aanvang van de bemiddelingsovereenkomst.
- 50% van de overeengekomen courtage berekend over de laatstelijk schriftelijk vastgelegde vraagprijs, bij beëindiging (opzegging) langer dan vier maanden na aanvang van de bemiddelingsovereenkomst.
HOOFDSTUK VII - IN VERZUIM ZIJN, RETENTIERECHT EN PANDRECHT ARTIKEL 14
1. Xxxxxxx van niet-tijdige betaling van de courtage of van de kosten verschuldigd ingevolge één of meer van deze bepalingen, is de bemiddelaar gerechtigd om de wettelijke rente plus 3% op jaarbasis over het verschuldigde bedrag aan de opdrachtgever in rekening te brengen. Deze rente wordt berekend vanaf de vervaldag.
2. Indien één van de partijen wordt genoodzaakt om rechtsbijstand in te roepen in verband met een geschil dat betrekking heeft op de bemiddelingsovereenkomst, is de in verzuim zijnde partij dan wel de in het ongelijk gestelde partij (tevens) de aan de rechtsbijstand verbonden buitengerechtelijke kosten verschuldigd. Deze buitengerechtelijke kosten bedragen 15% van het verschuldigde bedrag met een minimum van € 115,00 te vermeerderen met de werkelijk gemaakte verschotten, tenzij de wederpartij bewijst dat met een lager minimum had kunnen worden volstaan. Eén en ander onverminderd het bepaalde in artikel 17 lid 13 van deze voorwaarden.
ARTIKEL 15
1. De bemiddelaar is gerechtigd het object van de bemiddelingsovereenkomst onder zich te houden totdat zijn opdrachtgever het totaal verschuldigde bedrag - daaronder begrepen de uit dit retentierecht voortvloeiende kosten - heeft voldaan, tenzij de koper de koopsom heeft gestort op de in artikel 11 lid 5 genoemde Derdengeldenrekening. Bij gedeeltelijke of niet- behoorlijke nakoming is opschorting van de afgifte van het object slechts toegestaan, voorzover de tekortkoming dat rechtvaardigt.
2. De bemiddelaar heeft te allen tijde vuistpandrecht op het bemiddelingsobject, waar ook gelegen of afgemeerd, voor elk onbetaald deel van hetgeen de opdrachtgever aan hem verschuldigd is, tenzij de koper de koopsom heeft gestort op de in artikel 11 lid 5 bedoelde Derdengeldenrekening.
3. Het retentierecht en pandrecht van de bemiddelaar vervallen zodra de opdrachtgever het geschil aanhangig maakt bij de in artikel 17 van deze voorwaarden genoemde Geschillencommissie en deze commissie aan de bemiddelaar heeft bevestigd dat het verschuldigde door de opdrachtgever bij haar in depot is gestort.
HOOFDSTUK VIII - KLACHTEN ARTIKEL 16
Klachten over de uitvoering van de bemiddelingsovereenkomst dienen bij voorkeur schriftelijk en behoorlijk omschreven en toegelicht, binnen bekwame tijd nadat de opdrachtgever de klacht heeft geconstateerd of heeft kunnen constateren, ter kennis te worden gebracht van de bemiddelaar. De gevolgen van niet tijdig reclameren komen voor rekening van de opdrachtgever.
HOOFDSTUK IX - GESCHILLEN: DE GESCHILLENCOMMISSIE EN DE GEWONE RECHTER ARTIKEL 17
1. Op alle geschillen met betrekking tot de bemiddelingsovereenkomst is Nederlands recht van toepassing. Uitsluitend een Nederlands rechtscollege dan wel de hierna te noemen Geschillencommissie is bevoegd van deze geschillen kennis te nemen.
2. Geschillen tussen de opdrachtgever en de bemiddelaar over de totstandkoming of uitvoering van de bemiddelingsovereenkomst waarop deze voorwaarden van toepassing zijn, kunnen zowel door de opdrachtgever als door de bemiddelaar worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Waterrecreatie, Postbus 90600, 2509 LP 's-Gravenhage.
3. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien de opdrachtgever zijn klacht eerst binnen bekwame tijd aan de bemiddelaar heeft voorgelegd.
4. De opdrachtgever moet het geschil uiterlijk drie maanden nadat hij zijn klacht aan de bemiddelaar heeft voorgelegd schriftelijk bij de Geschillencommissie aanhangig maken onder vermelding van namen en adressen van de opdrachtgever en van de bemiddelaar en een duidelijke omschrijving van het geschil en de eis.
Wanneer de opdrachtgever het geschil aan de Geschillencommissie heeft voorgelegd, is de bemiddelaar aan deze keuze gebonden en staat hem ter zake geen beroep op de gewone rechter meer open.
5. De Geschillencommissie is niet bevoegd een geschil in behandeling te nemen dat uitsluitend betrekking heeft op de niet-betaling van een factuur en waaraan geen materiële klacht ten grondslag ligt.
6. Ingeval de opdrachtgever zijn factuur niet tijdig betaalt, is de bemiddelaar bevoegd een procedure bij de gewone rechter aanhangig te maken, mits de bemiddelaar vóór de aanvang van de procedure de opdrachtgever een termijn van één maand na ontvangst van de aanmaning heeft gegeven om het geschil aan de Geschillencommissie voor te leggen.
7. Indien de bemiddelaar een geschil voorlegt aan de Geschillencommissie, neemt de Geschillencommissie dit geschil pas in behandeling, nadat de opdrachtgever binnen een maand schriftelijk heeft verklaard dat hij zich aan de uitspraak van de Geschillencommissie zal onderwerpen en het eventueel verschuldigde (restant)bedrag bij de Geschillencommissie in depot heeft gestort.
8. Indien de opdrachtgever een geschil voorlegt aan de Geschillencommissie, neemt de Geschillencommissie dit geschil pas in behandeling, nadat de opdrachtgever het aan de bemiddelaar eventueel verschuldigde (restant)bedrag bij de Geschillencommissie in depot heeft gestort. De opdrachtgever moet dit bedrag binnen een maand op een door de Geschillencommissie aan te geven rekening storten. Ingeval de opdrachtgever bedoeld depot niet tijdig heeft gestort, wordt aangenomen dat hij zich niet aan het oordeel van de Geschillencommissie wil onderwerpen.
9. De Geschillencommissie doet uitspraak bij wege van bindend advies. HISWA Vereniging staat ten opzichte van de opdrachtgever borg voor de nakoming van het door de Geschillencommissie uitgebrachte advies. Voor deze borgstelling geldt een maximum van € 14.000,00 per bindend advies.
10. Ingeval van faillissement, surséance van betaling of bedrijfsbeëindiging van de bemiddelaar geldt de borgstelling alleen als de opdrachtgever het geschil bij de Geschillencommissie aanhangig heeft gemaakt vóórdat van een dergelijke situatie sprake is. Voornoemde borgstelling geldt niet ingeval de bemiddelaar het bindend advies binnen twee maanden na de toezending ervan ter toetsing aan de rechter voorlegt en het vonnis waarbij de rechter het bindend advies onverbindend verklaart in kracht van gewijsde is gegaan.
11. De Geschillencommissie neemt slechts een geschil in behandeling indien met het geschil een bedrag van niet meer dan € 14.000,00 (inclusief BTW) is gemoeid.
12. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd.
13. Ingeval het geschil aan de Geschillencommissie wordt voorgelegd, is artikel 14 lid 2 niet van toepassing.
14. Voor de behandeling van geschillen wordt verwezen naar het Reglement Geschillencommissie Waterrecreatie.
HOOFDSTUK X - AFWIJKING EN WIJZIGING ARTIKEL 18 AFWIJKINGEN
Individuele afwijkingen van deze Algemene Voorwaarden, met inbegrip van individuele aanvullingen, moeten schriftelijk dan wel elektronisch tussen ondernemer en consument worden vastgelegd en mogen niet ten nadele van de consument zijn.
ARTIKEL 19 WIJZIGINGEN
HISWA Vereniging zal deze Algemene Voorwaarden slechts wijzigen in overleg met de ANWB en de Consumentenbond.