Contract
: | Enschede (kostenplaatsnummer COA: xxx) | |
Adres | : | Xxxxxxxxxxxx 000, xxxxxxxxxx xxxxxx xxxxxxxx xxx, Sectie x, nr. x) |
Plaats | : | Enschede |
BESTUURSOVEREENKOMST OVER DE VESTIGING VAN EEN TIJDELIJKE EN ACUTE NOODOPVANGLOCATIE
Bestuursovereenkomst over de vestiging van een tijdelijke en acute noodopvanglocatie
PARTIJEN:
1. het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, ingesteld bij de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers, gevestigd en kantoorhoudend te [postcode] [plaatsnaam] aan de [straat en nummer], ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door [naam], [functie], hierna te noemen: “het COA”;
en
2. de publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Enschede, kantoorhoudend te (7511 HC) Enschede aan de Xxxxxxxxxxx 00, ten deze ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester, de heer drs. Th.J.F.M. Xxxxxx, daartoe gemandateerd krachtens en handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van [datum], hierna te noemen: “de Gemeente”,
hierna gezamenlijk en afzonderlijk te noemen “Partijen” respectievelijk “Partij”.
OVERWEGENDE:
• dat het COA als wettelijke kerntaak heeft de opvang en huisvesting van asielzoekers;
• dat de Gemeente bij brief van 14 december 2021 (kenmerk 2021-0000668848) een politiek- bestuurlijke aanwijzing ontving van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, hierna te noemen: “het Aanwijzingsbesluit”;
• dat in het Aanwijzingsbesluit de locatie Vliegveld Twenthe aan de Xxxxxxxxxxxx 000 xx Xxxxxxxx is aangewezen als acute locatie voor de noodopvang van asielzoekers: hierna: “de aangewezen locatie”;
• dat dit blijkens het Aanwijzingsbesluit, gelet op de noodsituatie over de opvang van asielzoekers in Nederland, nodig is om crisisnoodopvang te voorkomen;
• dat blijkens het Aanwijzingsbesluit het kabinet zich gedwongen ziet om aan het bestuur van de Gemeente de aanwijzing te geven om medewerking te verlenen aan, dan wel zelf alle maatregelen te treffen om op de kortst mogelijke termijn de aangewezen locatie gereed te maken voor de opvang en begeleiding van 500 asielzoekers voor een periode van 6 maanden;
• dat daarnaast blijkens het Aanwijzingsbesluit aan het bestuur van de Gemeente wordt verzocht om in afstemming met het COA de start-up van de aangewezen locatie vorm te geven, inclusief de exploitatie van de opvang en begeleiding van de asielzoekers in de eerste fase;
• dat in het Aanwijzingsbesluit wordt verzekerd dat de Gemeente gedurende het gehele traject zo maximaal mogelijk zal worden ondersteund;
• dat blijkens het Aanwijzingsbesluit de kosten die de Gemeente maakt, via het COA, door het Rijk worden vergoed;
• dat de Gemeente met het COA over die kosten blijkens het Aanwijzingsbesluit nadere afspraken dient te maken;
• dat blijkens het Aanwijzingsbesluit het COA ondersteuning zal bieden bij het opzetten een opvanglocatie, bijvoorbeeld in de vorm van advisering bij technische voorbereiding en wijze van inrichten, advisering over de wijze van exploitatie en het aanstellen van een locatieleider of liaison van het COA;
• dat de Gemeente geen eigenaar is van de aangewezen locatie;
• dat blijkens het Aanwijzingsbesluit het COA reeds contact met de eigenaar van de aangewezen locatie heeft en zij desgewenst de (huur)overeenkomsten met de eigenaar kan afsluiten, alsmede de vergunningsaanvraag samen met de eigenaar kan voorbereiden en indienen;
• dat het COA inmiddels met de eigenaar van de aangewezen locatie diverse overeenkomsten heeft gesloten, waaronder een huurovereenkomst en (een) overeenkomst(en) over te leveren goederen en/of diensten ten behoeve van de asielzoekers;
• dat de Gemeente de precieze inhoud van die overeenkomsten tussen het COA en de eigenaar van de aangewezen locatie niet kent;
• dat blijkens het Aanwijzingsbesluit het COA de exploitatie en verantwoordelijkheid van de aangewezen locatie binnen een nader te bepalen termijn zal overnemen;
• dat de Gemeente blijkens het Aanwijzingsbesluit wordt verzocht de vormgeving van een transitieplan over de overdracht van diensten samen met het COA tot stand te brengen, zo mogelijk vóór de start van de opvang;
• dat het Rijk blijkens het Aanwijzingsbesluit blijvend streeft naar stabilisatie van het opvangsysteem, zodat de tijdelijke en acute noodopvang op de aangewezen locatie zo spoedig mogelijk kan sluiten;
• dat de Gemeente onder voorwaarden bereid is mee te werken aan de tijdelijke en acute noodopvang van asielzoekers en zo te voldoen aan de opdracht in het Aanwijzingsbesluit;
• dat de tijdelijke noodopvanglocatie zal worden gevestigd op de locatie Vliegveld Twenthe (postadres: xxxx, kadastraal bekend: gemeente xxxx, Sectie x, nrs. xxxx);
• dat het COA en de Gemeente gezamenlijk invulling willen geven aan de opdracht in het Aanwijzingsbesluit en deze afspraken vastleggen in deze bestuursovereenkomst;
• dat het COA en de Gemeente een optimaal functioneren van de acute noodopvanglocatie in de plaatselijke gemeenschap en in relatie tot de betrokken diensten en instellingen willen bewerkstelligen door het maken van afspraken en het treffen van de nodige voorzieningen;
• dat het Faciliteitenbesluit opvangcentra van 29 juli 1994 (Stb. 636) en de aanvullingen van 8 juni 1998 (Stb. 347) en 25 januari 2001 (Stb. 60) [wel/niet] van toepassing zijn, alsmede eventuele toekomstige wijzigingen en aanvullingen, uitsluitend voor zover deze toekomstige wijzigingen en aanvullingen niet ten nadele strekken van de Gemeente;
• dat deze bestuursovereenkomst onverlet laat dat het COA en de eigenaar van de aangewezen locatie voor het gebruik van de acute noodopvanglocatie over de benodigde vergunning(en) en eventuele andere publiekrechtrechtelijke toestemmingen moet beschikken;
• dat het bestuur van de Gemeente zich binnen haar publiekrechtelijke verantwoordelijkheden inspant voor een zorgvuldige en voortvarende behandeling van de vergunningsaanvraag en eventueel andere aanvragen voor publiekrechtelijke toestemmingen;
• dat de directe verantwoordelijkheid voor het nemen van de noodzakelijk maatregelen op de beleidsterreinen Onderwijs, Gezondheidszorg en Openbare orde en veiligheid, behalve bij het COA en de Gemeente, bij meerdere partijen ligt, waarbij uitgangspunt is dat de randvoorwaarden voor de te nemen maatregelen in verband met de opvang van asielzoekers op genoemde terreinen daarvoor in beginsel voldoende vastliggen in bestaande wet- en regelgeving.
KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:
Hoofdstuk I Algemene bepaling
Artikel 1 Definities
Voor de toepassing van deze bestuursovereenkomst wordt verstaan onder:
a) Vreemdeling: een persoon die in de Noodopvanglocatie wordt opgevangen, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;
b) Capaciteitsplaatsen: plaatsen in de Noodopvanglocatie beschikbaar voor de opvang van vreemdelingen;
c) Noodopvanglocatie: de opvangvoorziening waarin opvang wordt geboden aan vreemdelingen in de vorm van noodopvang op de locatie zoals aangewezen in het Aanwijzingsbesluit;
d) Aanwijzingsbesluit: de politiek-bestuurlijke aanwijzing van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid waarin de locatie Vliegveld Twenthe aan de Xxxxxxxxxxxx 000 in Enschede is aangewezen als acute locatie voor de noodopvang van asielzoekers, zoals gedaan bij brief van 14 december 2021 (kenmerk 2021- 0000668848);
e) Datum van ingebruikname: de datum waarop de eerste vreemdeling gebruik maakt van de Noodopvanglocatie.
Hoofdstuk II De Noodopvanglocatie
Artikel 2 De Noodopvanglocatie
1. De Gemeente stemt in met de realisatie en het gebruik van de Noodopvanglocatie op de locatie als genoemd in het Aanwijzingsbesluit, met inachtneming van de daarvoor geldende procedures en voorschriften.
2. Het COA is samen met de Gemeente en de eigenaar van de gronden en opstallen van de Noodopvanglocatie verantwoordelijk voor het feitelijk realiseren van de Noodopvanglocatie.
3. De datum van ingebruikname is in onderling overleg tussen het COA en de Gemeente bepaald op dinsdag 4 januari 2022.
Artikel 3 Plaatsing, opvang en begeleiding
1. Het COA draagt zorg voor de plaatsing van vreemdelingen in de Noodopvanglocatie gedurende de gehele looptijd van deze bestuursovereenkomst.
a. De Gemeente draagt zorg voor de opvang en begeleiding van de vreemdelingen in de Noodopvanglocatie vanaf de datum van ingebruikname. Vanaf dat moment wordt de Noodopvanglocatie gebruikt onder verantwoordelijkheid van de Gemeente. De precieze afspraken over verantwoordelijkheden van de Gemeente zijn verwoord in [bijlage X; bijlage] bij deze bestuursovereenkomst.
2. Door het COA wordt gestreefd naar het overnemen van de opvang en begeleiding van vreemdelingen in de Noodopvanglocatie van de Gemeente vanaf 1 maart 2022 of zoveel eerder als mogelijk. Het COA zal zich daartoe maximaal inspannen.
3. De Gemeente en COA treden uiterlijk in januari 2022 met elkaar nader in overleg over de overdracht van de taken als bedoeld in het derde lid voornoemd en stellen uiterlijk op 31 januari 2022 in gezamenlijkheid een definitieve datum voor overdacht vast. Vanaf de vastgestelde overdrachtsdatum wordt de Noodopvanglocatie gebruikt onder verantwoordelijkheid van het COA.
4. Door Partijen zal zo spoedig mogelijk een transitieplan worden opgesteld voor de overdracht van opvang en begeleiding van de vreemdelingen in de Noodopvanglocatie, zo mogelijk vóór de datum van ingebruikname van de Noodopvanglocatie. Partijen zullen zich daartoe maximaal inspannen. Een concept-transitieplan is als [bijlage X] aan deze bestuursovereenkomst gehecht.
5. Het COA draagt vanaf de datum van overdacht als bedoeld in het derde lid voornoemd zorg voor een adequate inrichting en instandhouding van de Noodopvanglocatie in overeenstemming met de ter zake geldende wet- en regelgeving.
6. Het COA schept vanaf de datum van overdacht de voorwaarden en omstandigheden die nodig zijn om diensten en instellingen in de Noodopvanglocatie hun taken naar behoren te kunnen laten uitvoeren.
7. Uitgangspunt is dat alle activiteiten, zowel kort- als langlopend, en voorzieningen die de Gemeente ten behoeve van de vreemdelingen op de Noodopvanglocatie heeft georganiseerd gedurende de periode dat de Gemeente verantwoordelijk is voor het gebruik van de Noodopvanglocatie, als bedoeld in artikel 3, lid 2, van deze bestuursovereenkomst, op het moment van overdacht van de opvang en begeleiding van de vreemdelingen in de Noodopvanglocatie door het COA tot het einde van de looptijd van deze bestuursovereenkomst onverkort worden overgenomen door het COA.
8. In aanvulling op het vorige lid voeren het COA en de Gemeente vooraf overleg over de over te nemen activiteiten en voorzieningen, te weten op 24 december 2021, 3 januari 2022 en in de evaluatiebijeenkomst inzake vervoer op XXX, waarbij wordt verwezen naar bijlage X (lijst Nihad/COA).
9. In het geval de eigenaar van de gronden en opstallen van de Noodopvanglocatie diensten en/of goederen ten behoeve van vreemdelingen op de Noodopvanglocatie levert die naar het oordeel van de Gemeente niet voldoen aan de kwaliteitseisen van de Gemeente, dit ter bepaling van de Gemeente, dan kan de Gemeente zelf diensten en/of goederen (laten) leveren, waarbij de in dat kader te maken kosten voor rekening van het COA zijn. De onderwerpen waar dit artikellid op ziet zijn onder meer, maar niet uitsluitend: schoonmaak, verhuur van de verblijfsaccommodatie, nutsvoorzieningen en infrastructuur, beveiliging en catering.
10. In geval sprake is van een situatie in het vorige lid treedt de Gemeente hierover eerst in overleg met het COA.
11. Op verzoek van de Gemeente verstrekt het COA aan haar een opgave van het aantal én de samenstelling van vreemdelingen dat in een bepaalde periode is, wordt, dan wel zal worden, opgevangen.
12. Bij de in het vorige lid bedoelde informatieverstrekking zal steeds het bepaalde in de Wet bescherming persoonsgegevens en aanverwante regelingen over het uitwisselen van persoonsgegevens in acht worden genomen.
Artikel 4 Aantal vreemdelingen, capaciteitsplaatsen en doelgroepen
1. Op de Noodopvanglocatie worden maximaal 475 capaciteitsplaatsen gerealiseerd.
2. Op de Noodopvanglocatie geldt een maximale bezettingsgraad van 94%.
3. In het gebouw Hangar 18 op de Noodopvanglocatie worden uitsluitend alleenstaande meerderjarige mannen opgevangen, met een maximale bezettingsgraad van 94% en waarbij geldt: maximaal 8 alleenstaande meerderjarige mannen per kamer.
4. In het gebouw C15 op de Noodopvanglocatie worden uitsluitend gezinnen en/of alleenstaande meerderjarige vrouwen opgevangen, met een maximale bezettingsgraad van 94% en waarbij geldt: maximaal 1 gezin per kamer en maximaal 8 alleenstaande meerderjarige vrouwen per kamer.
5. Als het COA de bezettingsgraad wil ophogen, kan dit alleen in afstemming met en na toestemming van de Gemeente.
6. Ook in geval van een beroep op overmacht – bijvoorbeeld voortvloeiende uit een plotselinge toename van de toestroom van vreemdelingen – zal het COA zich houden aan de in lid 2 genoemde maximale bezettingsgraad.
7. Als de asielinstroom noodzaakt tot andere verdeling als bedoeld in het derde en vierde lid voornoemd vindt dit niet eerder plaats dan na overleg met en na toestemming van de Gemeente.
8. Vanaf de datum van ingebruikname van de Noodopvanglocatie is de bezettingsgraad niet direct maximaal. De Gemeente doet een uiterste inspanning om dusdanige bemensing te organiseren dat er in de eerste week na ingebruikname van de Noodopvanglocatie 300 vreemdelingen kunnen worden opgevangen. In de tweede week na ingebruikname van de Noodopvanglocatie wordt gestreefd naar de maximale bezettingsgraad van 94%. Daartoe
monitoren de Gemeente en het COA de in- en uitstroom en bepalen aan de hand daarvan gezamenlijk wat verantwoord is.
9. Het COA spant zich maximaal in voor een evenwichtige samenstelling van de vreemdelingen voor wat betreft herkomst, geslacht, leeftijd en gezinssituatie. Instroom is daarbij in beginsel bepalend.
10. Op de Noodopvanglocatie worden in ieder geval niet gehuisvest:
a. Kinderen onder 1 jaar en hun gezinsleden;
b. Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV’s);
c. Asielzoekers die direct een medische behandeling nodig hebben of asielzoekers met een complexe zorgvraag;
d. Asielzoekers die afhankelijk zijn van thuiszorg, een rolstoel of andere hulpmiddelen zonder welke een zelfstandig verblijf onmogelijk is;
e. Asielzoekers die herhaaldelijk een behandeling (moeten) ondergaan in een ziekenhuis, zoals trombosedienst of dialyse;
f. Tbc-patiënten;
g. Asielzoekers van wie bekend is dat er sprake is van psychiatrische problematiek;
h. Vrouwen in de periode van 6 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum;
i. Asielzoekers waarvan bekend is dat zij behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 1F uit het Vluchtelingenverdrag;
j. In gevallen waarin dit artikellid niet voorziet beslist de Gemeente, eventueel na voorafgaande consultatie met het COA.
11. Als het COA in strijd handelt met het vorige lid en desondanks de daarin beschreven doelgroep(en) plaatst in de Noodopvanglocatie, dan wordt het COA per direct verantwoordelijk voor het gebruik van de Noodopvanglocatie tot het einde van de looptijd van deze bestuursovereenkomst. De gemeentelijke verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 3, lid 2, van deze bestuursovereenkomst vervalt dan per direct.
Artikel 5 Duur van de overeenkomst
1. De looptijd van de bestuursovereenkomst vangt aan op de datum van ingebruikname van de Noodopvanglocatie en loopt tot en met uiterlijk 30 juni 2022. Op dat moment eindigt de bestuursovereenkomst van rechtswege, zonder dat daarvoor opzegging of enige andere kennisgeving vereist is.
2. De looptijd van deze bestuursovereenkomst kan door Partijen niet worden verlengd.
3. Op het moment dat de eerste vreemdeling gebruikt maakt van de Noodopvanglocatie wordt deze datum vastgelegd in de “Verklaring datum ingebruikname opvanglocatie”, zoals weergegeven in bijlage A en zal aan deze bestuursovereenkomst worden toegevoegd.
Hoofdstuk III De organisatie in de Noodopvanglocatie
Artikel 6 Verstrekkingen COA
1. Het COA zal iedere in het Opvangcentrum verblijvende vreemdeling de verstrekkingen toekennen als bedoeld in artikel 3, derde lid van de wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
2. Het COA draagt zorg voor de bekostiging van de verstrekkingen en de vergoeding van de organisatie en uitvoering van de werkzaamheden die samenhangen met de verstrekkingen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
Artikel 7 Publieke gezondheid en gezondheidszorg
1. De verantwoordelijkheid voor het onderkennen en bestrijden van besmettelijke ziekten in de Noodopvanglocatie en de overige preventieve gezondheidszorgtaken ten behoeve van de bewoners, heeft het COA contractueel belegd bij GGD-GHOR Nederland. Dit laat de
verantwoordelijkheid van de Gemeente krachtens de Wet Publieke gezondheid te dien aanzien onverlet.
2. De verantwoordelijkheid van het eerste- en tweedelijns zorgaanbod heeft het COA contractueel belegd bij de zorgverzekeraar die de Regeling Medische zorg Asielzoekers (RMA) uitvoert.
3. De screening en registratie van de vreemdelingen op gezondheidsaspecten zoals bedoeld in het eerste lid gebeurt door het COA in de aanmeldcentra, zoveel mogelijk voorafgaand aan de plaatsing in de Noodopvanglocatie. Voor zover screening en registratie niet vooraf hebben plaatsgevonden verzorgt het COA deze alsnog op de Noodopvanglocatie.
4. Het COA maakt tijdig voor de ingebruikname van de Noodopvanglocatie afspraken over de concretisering van de publieke gezondheidszorg asielzoekers en RMA op de Noodopvanglocatie met de betreffende uitvoerders. Het COA borgt dat partijen hun verantwoordelijkheden op gezondheidsgebied kunnen zoveel mogelijk kunnen waarmaken.
5. De medische gegevens van vreemdelingen op de Noodopvanglocatie worden door het COA integraal overgedragen aan de GZA. GZA borgt en draagt zorg voor de juiste medische ondersteuning van de vreemdelingen op de Noodopvanglocatie.
6. Vreemdelingen waar meer zorgbehoefte zichtbaar wordt of ontstaat die niet op de Noodopvanglocatie geboden kan worden, dit ter beoordeling van de Gemeente, worden door het COA binnen 24 uur overgeplaatst naar een locatie van het COA waar kan worden voldaan aan deze zorgbehoefte.
7. Het COA is verantwoordelijk voor het zorgvervoer.
Artikel 8 COVID-19
8. De Gemeente organiseert in samenwerking met de GGD het testen van vreemdelingen op COVID-19 bij binnenkomst op de Noodopvanglocatie. De Gemeente zorgt ervoor dat er voldoende zelftesten op de Noodopvanglocatie voorradig zijn.
9. Door de Gemeente wordt in samenwerking en afstemming met de GGD gestreefd naar het versneld vaccineren en/of boosteren van vreemdelingen op de Noodopvanglocatie en het aldaar aanwezige personeel/vrijwilligers.
10. De vreemdeling die positief is getest op COVID-19 en/of de vreemdeling die nauw contact had met een positief geteste vreemdeling, een en ander conform de protocollen en richtlijnen van de GGD inzake COVID-19, wordt nog diezelfde dag overgebracht naar een uitwijklocatie van het COA waar de vreemdeling(en) in quarantaine worden geplaatst, een en ander op basis van beschikbaarheid van die locatie.
11. Op de Noodopvanglocatie wordt een beperkte quarantainemogelijkheid gecreëerd voor de vreemdelingen die nog niet naar de uitwijklocatie van het COA als bedoeld in het vorige lid kunnen worden overgebracht.
12. In geval van een uitbraak van COVID-19 op de Noodopvanglocatie (meer dan 30 vreemdelingen per dag positief getest) treedt dezelfde dag een opnamestop van vreemdelingen in de Noodopvanglocatie in werking.
Artikel 9 Bedrijfsnoodplan
1. Het COA stelt, na hierover overleg, te hebben gepleegd met de Gemeente, een bedrijfsnoodplan vast dat voor de Noodopvanglocatie zal gelden en waarmee wordt beoogd in voorkomende gevallen de hulpverleningsorganisaties adequaat te kunnen doen handelen. Het plan zal door het COA in de daartoe bestemde gevallen worden gehanteerd.
2. Het in het voorgaande lid bedoelde bedrijfsnoodplan zal in ieder geval zijn vastgesteld op de datum van ingebruikname van de Noodopvanglocatie.
3. Het COA zal de Gemeente onverwijld en volledig informeren over alle situaties waarbij het bedrijfsnoodplan in werking is gesteld.
Artikel 10 Aanvullende werkafspraken
De Gemeente en het COA kunnen, rekening houdend met elkaars bevoegdheden en verantwoordelijkheden, nadere werkafspraken maken. Deze werkafspraken worden vastgelegd in een separaat document ‘Aanvullende werkafspraken’, die bijvoorbeeld kunnen gaan over de organisatie van en diensten op de Noodopvanglocatie.
Hoofdstuk IV Onderwijs
Artikel 11 Onderwijs
1. De Gemeente voorziet in onderwijs aan leerplichtige kinderen die in de Noodopvanglocatie verblijven voor zover dit voortvloeit uit geldende wet- en regelgeving.
2. De Gemeente voorziet in voor en vroegschoolse educatie (vve) en kinderopvang voor zover dit voortvloeit uit geldende wet- en regelgeving.
3. De kosten die de Gemeente maakt in het kader van het eerste en tweede lid voornoemd worden gefinancierd door het COA.
4. De Gemeente is verantwoordelijk voor de inrichting van de benodigde onderwijsvoorzieningen. Er wordt een schoollocatie en kinderopvanglocatie gerealiseerd in de directe nabijheid van de Noodopvanglocatie wegens onvoldoende beschikbaarheid in bestaande gemeentelijke onderwijsvoorzieningen. De in dat kader door de Gemeente te maken kosten worden gefinancierd door het COA.
5. Vervoer van en naar onderwijs- en/of kinderopvanglocaties wordt, indien noodzakelijk, door het COA gefinancierd.
6. Het COA faciliteert en financiert de inzet van Vluchtelingenwerk Nederland, het Rode Kruis en eventuele andere benodigde maatschappelijke organisaties, zoals de inzet van tolken, binnen de Noodopvanglocatie, een en ander voor zover dit past binnen de huidige raamovereenkomst(en) tussen het COA en de hiervoor genoemde organisaties. De hiervoor genoemde organisaties factureren rechtstreeks aan het COA. Aanvullende diensten van maatschappelijke organisaties die op de Noodopvanglocatie blijken noodzakelijk te zijn, dit ter beoordeling van de Gemeente, en buiten de genoemde raamovereenkomst(en) vallen, kunnen alsdan door de Gemeente worden ingekocht en worden gefinancierd door het COA.
Hoofdstuk V Werkgelegenheid en dagbesteding
Artikel 12 Werkgelegenheid
1. Het COA en de Gemeente bevorderen dat de diensten en/of goederen die nodig zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die onder zijn/haar zorg en verantwoordelijkheid vallen, zoveel mogelijk vanuit de gemeente en de regio worden ingekocht en/of aangetrokken, voor zover geldende wet- en regelgeving over aanbesteding dit toestaan en voor zover daarover nog geen contracten zijn afgesloten.
2. Werving van het personeel zal, met inachtneming van het personeelsbeleid van het COA, zoveel mogelijk geschieden in overleg met het Werkplein Twente, locatie Enschede. Het personeel zal zoveel mogelijk bestaan uit inwoners van de gemeente en de regio. Bij gelijke geschiktheid hebben mensen die in de nabijheid van de Noodopvanglocatie wonen, overige inwoners van de gemeente Enschede en van de regio voorrang. Geschikte kandidaten met een uitkering, die in de nabijheid van de Noodopvanglocatie wonen, krijgen voorrang bij sollicitatie en trajecten van scholing en training.
Artikel 13 Dagbesteding
1. Gedurende de periode dat de Gemeente verantwoordelijk is voor het gebruik van de Noodopvanglocatie, als bedoeld in artikel 3, lid 2, van deze bestuursovereenkomst, zal de Gemeente zich maximaal inspannen om zoveel mogelijk dagbestedingsactiviteiten binnen de
Noodopvanglocatie aan te bieden. Daartoe zal samenwerking worden gezocht met lokale organisaties. De Gemeente faciliteert en stimuleert deelname aan sportactiviteiten en gezondheidsbevordering in het algemeen. De kosten die de Gemeente maakt voor het organiseren van dagbestedingsactiviteiten worden gefinancierd door het COA.
2. De Gemeente kan besluiten om beperkt doelgroepenvervoer aan te bieden aan de vreemdelingen op de Noodopvanglocatie. De kosten daarvan worden gefinancierd door het COA. Partijen evalueren binnen 1 maand na ingebruikname van de Noodopvanglocatie in hoeverre daaraan behoefte bestaat en maken daarna nadere afspraken over de inzet van het doelgroepenvervoer. Daarin zijn de bevindingen van de gemeente leidend.
3. Gedurende de periode dat het COA verantwoordelijk is voor het gebruik van de Noodopvanglocatie, als bedoeld in artikel 3, lid 3, van deze bestuursovereenkomst, zal het COA zich maximaal inspannen om zoveel mogelijk dagbestedingsactiviteiten binnen de Noodopvanglocatie aan te bieden. Daartoe zal samenwerking worden gezocht met lokale organisaties.
Hoofdstuk VI Veiligheid en leefbaarheid
Artikel 14 Veiligheid en calamiteiten
1. Gedurende de periode dat de Gemeente verantwoordelijk is voor het gebruik van de Noodopvanglocatie, als bedoeld in artikel 3, lid 2, van deze bestuursovereenkomst, zal de Gemeente zich maximaal inspannen om problemen over veiligheid en leefbaarheid eerst zelf ter plekke op te lossen. Daarna heeft de Gemeente de mogelijkheden om, naar behoefte, het COA daarvoor in te schakelen.
2. Tussen 08.00 uur en 17.00 uur op werkdagen en in het weekend is er een aanspreekpunt voor de Gemeente vanuit het COA bereikbaar voor afstemming en calamiteiten. De bereikbaarheid gaat via de AZC locatie Hengelo. Buiten kantoortijden komt er een noodnummer beschikbaar voor calamiteiten.
3. Wanneer een vreemdeling zich gedurende de periode dat de Gemeente verantwoordelijk is voor het gebruik van de Noodopvanglocatie, als bedoeld in artikel 3, lid 2, van deze bestuursovereenkomst, in of buiten de Noodopvanglocatie, niet houdt aan de geldende huisregels en protocollen van het COA en/of de Gemeente, kan de Gemeente, in het uiterste geval, eenzijdig besluiten dat de vreemdeling van de Noodopvanglocatie moet worden verwijderd. Het COA zal deze vreemdeling nog dezelfde dag verplaatsen naar een andere locatie. Indien een dergelijke situatie zich voordoet treden de Gemeente en het COA daarover zo spoedig mogelijk met elkaar in overleg.
4. Het COA organiseert voor de vreemdelingen een spreekuur op de locatie. In de eerste twee weken na ingebruikname van de Noodopvanglocatie zal er steeds een medewerker van het COA een (deel van een) dagdeel tijdens werkdagen aanwezig zijn. Na de eerste twee weken wordt dit geëvalueerd en gezamenlijk tussen Partijen de vervolgbehoefte bepaald.
5. De burgemeester is op grond van de Gemeentewet verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente Enschede. De burgemeester en officier van justitie maken op grond van artikel 13 van de Politiewet in het driehoeksoverleg afspraken over de inzet van politie in de gemeente Enschede.
6. Gedurende de periode dat het COA verantwoordelijk is voor het gebruik van de Noodopvanglocatie, als bedoeld in artikel 3, lid 3, van deze bestuursovereenkomst moet het COA bij incidenten binnen de Noodopvanglocatie die gevolgen kunnen hebben voor de openbare orde de politie en de burgemeester daarover informeren.
7. Gedurende de periode dat het COA verantwoordelijk is voor het gebruik van de Noodopvanglocatie, als bedoeld in artikel 3, lid 3, van deze bestuursovereenkomst, informeert het COA de Gemeente steeds op haar verzoek over aspecten van veiligheid en overlast binnen of buiten de Noodopvanglocatie.
8. Gedurende de periode dat het COA verantwoordelijk is voor het gebruik van de Noodopvanglocatie, als bedoeld in artikel 3, lid 3, van deze bestuursovereenkomst, spant zij zich tot het uiterste in om overlast, in welke vorm dan ook, door gebruik van de Noodopvanglocatie in het algemeen en door vreemdelingen op de Noodopvanglocatie, voor de omgeving en omwonenden zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken.
9. Het COA is verantwoordelijk voor de beveiliging op het terrein van de Noodopvanglocatie en van de directe omgeving van het terrein. Het COA heeft ervoor gekozen om hierover afspraken te maken met de eigenaar van de grond en opstallen van de Noodopvanglocatie.
10. Het COA dient voor het gebruik van de acute noodopvanglocatie over de benodigde vergunning(en) en eventuele andere publiekrechtrechtelijke toestemmingen te beschikken.
11. Het bestuur van de Gemeente zal zich binnen haar publiekrechtelijke verantwoordelijkheden inspannen voor een zorgvuldige en voortvarende behandeling van de vergunningsaanvraag en eventueel andere aanvragen voor publiekrechtelijke toestemmingen.
12. Door of namens het COA zal op de kortst mogelijke termijn een aanvraag voor de benodigde vergunning(en) en eventuele andere publiekrechtrechtelijke toestemmingen worden ingediend.
Hoofdstuk VII Voorlichting, informatie en overleg
Artikel 15 Communicatie omgeving
1. Gedurende de periode dat de Gemeente verantwoordelijk is voor het gebruik van de Noodopvanglocatie, als bedoeld in artikel 3, lid 2, van deze bestuursovereenkomst ligt de primaire verantwoordelijkheid voor de communicatie naar de inwoners van de gemeente en andere betrokkenen bij de Gemeente. Het COA zal de gemeente hierin ondersteunen, daar waar de gemeente hierom verzoekt, dan wel daar waar de situatie dit vereist.
2. Gedurende de periode dat het COA verantwoordelijk is voor het gebruik van de Noodopvanglocatie, als bedoeld in artikel 3, lid 3, van deze bestuursovereenkomst is het COA, in overleg en na voorafgaande afstemming met de gemeente, primair verantwoordelijk voor de informatie aan de inwoners van de gemeente en andere betrokkenen, over alle zaken met betrekking tot de Noodopvanglocatie.
3. Het COA zet zich ervoor in om buurtbewoners en bewoners van de Noodopvanglocatie met elkaar te laten kennismaken. De locatiemanager van de Noodopvanglocatie onderhoudt in dat kader contact met onder meer de Gemeente, de noabers, de wijkagent en sociaal- culturele organisaties.
4. Het COA is telefonisch en per e-mail bereikbaar voor vragen en klachten uit de gemeente en stelt daartoe een vast lokaal aanspreekpunt aan. Het COA en de Gemeente monitoren de aard en omvang van de vragen en klachten.
Artikel 16 Informatie en overleg
1. Het COA en de gemeente verstrekken elkaar onverwijld de informatie die van belang is voor de uitvoering van de taken van eenieder, die verband houden met de aanwezigheid van de Noodopvanglocatie.
2. Op ambtelijk niveau zal er tenminste tweewekelijks, of zoveel vaker als nodig of wenselijk is, overleg plaatsvinden tussen het COA, de Gemeente en de eigenaar van de grond en opstallen van de Noodopvanglocatie.
3. Op bestuurlijk niveau zal er tenminste maandelijks, of zoveel vaker als nodig of wenselijk is, overleg plaatsvinden tussen het COA, de Gemeente en de eigenaar van de grond en opstallen van de Noodopvanglocatie.
4. De Gemeente neemt het initiatief voor deze overlegmomenten.
5. Er vindt maandelijks overleg plaats tussen het COA, de Gemeente en de politie om alle zaken te bespreken over de risico’s van het verstoren van de (openbare) orde buiten en binnen de Noodopvanglocatie. De burgemeester van de gemeente en de locatiemanager kunnen tevens
deelnemen aan die overleg. Op verzoek van de deelnemers kunnen ook andere belanghebbenden worden uitgenodigd. Na 2 maanden wordt bezien in welke frequentie dit overleg verder zal plaatsvinden.
6. Alle overleggen zullen in beginsel in de Noodopvanglocatie worden gehouden. De vergaderkosten zijn voor rekening van het COA.
Artikel 17 Overlegcommissie
1. Het COA en de Gemeente stellen zo spoedig mogelijk na ingebruikname van de Noodopvanglocatie gezamenlijk een overlegcommissie in ter bevordering van de relatie tussen de bewoners van de opvanglocatie en de omwonenden. Het COA faciliteert en financiert de vergaderkosten van de overlegcommissie.
2. Partijen maken nog nadere afspraken over, in ieder geval, de samenstelling van de overlegcommissie, de vergaderlocatie, het voorzitterschap en de vergaderfrequentie.
3. In de overlegcommissie hebben in ieder geval zitting: vertegenwoordigers van de gemeente, van de politie, een vertegenwoordiging namens de omwonenden [of van de plaatselijke bevolking?], door het COA aan te wijzen diensten en instellingen die in de Noodopvanglocatie werkzaam zijn en het lokale COA-management.
Hoofdstuk XIII Financiële bepalingen
Artikel 18 Financiën
[Nader te bepalen tussen Partijen, in afwachting van informatie van het COA].
Hoofdstuk IX Overige bepalingen
Artikel 19 Schade
1. Indien en voor zover sprake is van planschade als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), dan wel nadeelcompensatie die samenhangt met de komst van de Noodopvanglocatie dan komt de schade die daaruit voortvloeit voor rekening van het COA.
2. Indien de Gemeente door een derde aansprakelijk wordt gesteld, in welke vorm dan ook, in verband met de komst van de Noodopvanglocatie en dit uiteindelijk leidt tot een verplichting van de Gemeente om een schadevergoeding te betalen, al dan niet met rechterlijke tussenkomst, dan zal het COA deze schadevergoeding betalen. Het COA vrijwaart de Gemeente voor alle aanspraken van derden voor schade die samenhangen met de komst van de Noodopvanglocatie.
Artikel 20 Geschillenregeling
1. In situaties waarin deze bestuursovereenkomst niet voorziet, vindt er overleg plaats tussen de Gemeente en het COA.
2. Wijzigingen van deze overeenkomst zullen, na overeenstemming hierover tussen Partijen, schriftelijk worden vastgelegd, en als bijlage aan deze bestuursovereenkomst worden gehecht.
3. Op deze bestuursovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.
4. In geval van geschillen over deze bestuursovereenkomst, de uitleg en/of de uitvoering ervan, waaronder begrepen geschillen die slechts door één van de Partijen als zodanig wordt beschouwd, zullen Partijen in eerste instantie maximale inspanningen verrichten om deze geschillen in onderling overleg op te lossen. Xxxxx dat niet tot een voor beide Partijen acceptabele oplossing, dan zullen Partijen de mogelijkheden van achtereenvolgens mediation en arbitrage beproeven.
5. Indien het overleg in het vorige lid niet leidt tot een voor elke Partij acceptabele oplossing, zal (zullen) het geschil (de geschillen) door elk van de Partijen kunnen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter, zijnde de rechtbank Overijssel .
Artikel 21 Slotbepaling
Deze bestuursovereenkomst treedt pas in werking nadat deze door beide Partijen is ondertekend.
ONDERTEKENING:
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend.
[plaats] Enschede
[datum] [datum]
COA Gemeente
[naam] drs. Th.J.F.M. Bovens
[functie] (burgemeester)
Bijlage A:
Bijlage X:
Bijlage X: Bijlage X:
Van: COA 4
Verzonden: dinsdag 21 december 2021 15:54
Aan: Enschede 5
Onderwerp: overeenkomst VTE
Goedemiddag Enschede 5
Zodra ik de overeenkomst heb die wordt afgesloten met VTE zal ik die direct met jullie delen.
Vwb de a.s. vrijdag. We treffen elkaar deze week nog een paar keer digitaal om over de overeenkomst te spreken. Als dit voorspoedig verloopt dan heeft het onze voorkeur om vrijdag toch digitaal bij elkaar te komen. Dit ivm de corona pandemie en de enorme druk die op de agenda’s nog steeds staat. Mocht blijken dat er nog veel discussiepunten zijn en daarmee ook de behoefte om elkaar toch even live te treffen om dit af te wikkelen dan is een fysieke bijeenkomst beter en komen we jullie kant op. Ik stel voor dat we dit morgen even afstemmen.
Groet, COA 4
Van: gemeente 5
Verzonden: dinsdag 21 december 2021 09:30
Aan: COA 4
Onderwerp: Moties Goedemorgen COA 4,
Morgen en vrijdag praten wij over de bestuursovereenkomst. Mijn doel is om er vrijdag ook echt uit te komen vanuit perspectief zoals we in eerste bestuurlijke gesprek hebben besproken, we doen het samen. Ook de insteek om de komende 6 maanden het zodanig te organiseren/regelen dat we na 6 maanden terug kunnen kijken op een goed verlopen opvang. Dat betekent uiteraard wel dat we gedegen afspraken moeten maken over de financiële mogelijkheden en kaders.
Het is echter wel goed te realiseren dat de politiek bepaalde wensen/eisen heeft. Deze zijn verwoord in de 2 bijgaande moties die gisteravond zijn besproken in de raadsvergadering. Vanavond wordt hier over gestemd en de moties zullen zeker aangenomen worden.
Hebben jullie de contracten die jullie met VTE hebben afgesloten. Bedragen hoef ik niet te weten, maar wel belangrijk om te weten wat VTE exact gaat doen om ook te bepalen wat wij doen.
Wil jij zo vriendelijk zijn om deze mail door te sturen naar je collegae.
Met vriendelijke groet,
Gemeente 5
Algemeen Directeur/Gemeentesecretaris
Van: COA 4
Verzonden: vrijdag 17 december 2021 08:29
Aan: enschede 5
Onderwerp: RE: Afspraak maandag
Dag
Kan me heel goed voorstellen dat er nog veel vragen leven, geldt ook wel voor ons omdat dit ook een voor ons nieuwe situatie is vwb verantwoordelijkheden en organisatie. Goed om daar dan maandag het verder over te hebben. Ik zag dat de afspraak live in Enschede is. Onze agenda’s lopen momenteel zo vol met allerlei urgente zaken dat onze voorkeur er toch naar uitgaat om deze afspraak digitaal te doen via teams. Is dit wat jullie betreft ook akkoord ?
Groet, COA 4
Van: Enschede 5
Verzonden: vrijdag 17 december 2021 08:24
Aan: COA 4
CC: Enschede 4
Onderwerp: Afspraak maandag Dag COA 4
Wij hebben gisteravond overleg gehad en er kwamen nog zoveel vragen naar boven die verder gaan dan vragen wat en hoe we invulling kunnen geven aan een aantal zaken (die komen nog naar jullie toe). We hebben toch te maken met een ietwat complexere situatie doordat we met 3 partijen te maken hebben. Het lijkt ons daarom goed/belangrijk om maandag te gebruiken om vooral het speelveld helder te krijgen, naast de inhoudelijke component. Juist om de vervolgstappen de dagen daarna sneller te laten verlopen. Ons aller doel is om komende week tot overeenstemming te komen, waarbij we uiteraard het nog moeten voorleggen aan het college.
Ik zal maandag niet zelf aanwezig zijn, maar Xxxxxx geeft nog even door wie de deelnemers zullen zijn.
Met vriendelijke groet,
Van: COA 4
Verzonden: dinsdag 21 december 2021 15:42
Aan: enschede 4
CC: COA 13 en COA 12
Onderwerp: RE: Concept actielijst vanuit ons overleg gisteren
Dag
Als voorbereiding op de afspraak van morgen heb ik ook een aantal zaken op papier gezet o.a. gebaseerd op afspraken die met andere gemeenten zijn gemaakt. Met ons concept en jullie concept kunnen we ongetwijfeld een gezamenlijk gedragen concept opstellen voor de BO.
Groet, COA 4
Van: Enschede 4
Verzonden: dinsdag 21 december 2021 11:04
Aan: COA 13, COA 12
CC: Enschede 6 enschede 5
Onderwerp: Concept actielijst vanuit ons overleg gisteren
Urgentie: Hoog Beste COA
Bijgaand de actielijst vanuit ons overleg gisteren. Veel van de acties liggen bij jullie. Graag daarvoor jullie aandacht.
Voor ons overleg morgen ontvangen jullie een concept bestuursovereenkomst. Daarin staat alle punten waarover we afspraken willen maken met jullie, alsmede de wijze waarop wij de invulling van die afspraken voor ons zien.
Met vriendelijke groet,
Enschede 4
Ik ben aanwezig op maandag tot en met donderdag
1. In de opvanglocatie worden maximaal 500 vreemdelingen opgevangen in de periode 1 januari tot en met 30 juni 2022.
2. In de opvanglocatie worden maximaal 500 capaciteitsplaatsen gerealiseerd.
3. Het COA spant zich in voor een evenwichtige samenstelling van de vreemdelingen voor wat betreft herkomst, geslacht, leeftijd en gezinssituatie. Instroom is daarbij bepalend.
4. Mochten op de opvanglocatie opgevangen vreemdelingen toch voor overlast blijken te zorgen, dan doet het COA een maximale inspanning om te zorgen dat deze personen zo snel mogelijk worden uitgeplaatst.
5. Op verzoek van het gemeentebestuur verstrekt het COA het gemeentebestuur informatie over het aantal en over de in het vorige lid bedoelde samenstelling van de vreemdelingen dat in de gevraagde periode in de opvanglocatie verblijft.
Aanvullende afspraken:
- Er is sprake van een gefaseerde instroom (voorstel eerste dag van opening +/- 100 bewoners, de tweede en derde dag +/- 150 per dag. Daarna restcapaciteit opvullen op basis van beschikbare plekken. Bewonerslijsten worden 24 uur voorafgaand aan de instroom verstrekt
- Kinderen jonger dan 1 jaar worden niet geplaatst in de noodopvang. Minder validen alleen als blijkt dat daar ook passende voorzieningen voor zijn te treffen
- Het betreft geregistreerde bewoners die ook TBC gescreend zijn
- Gemeente heeft aangegeven graag 100 – 150 personen in de opvang te hebben die in een gezinssamenstelling samenwonen. In overleg met COA wordt gekeken of hier invulling aan kan worden gegeven
- In de praktijk is er vaak een effectieve bezettingsgraad van 93-95% van de beschikbare bedden
- De looptijd van de overeenkomst met VTE is 6 maanden (tot en met 30 juni). Deze termijn komt overeen met de termijn van de aanwijzing door de staatssecretaris. VTE heeft ook aangegeven niet open te staan voor verlenging van de overeenkomst na afloop van deze termijn.
Gezondheidszorg
Net als iedereen kunnen asielzoekers naar de huisarts, een verloskundige of het ziekenhuis. Medewerkers op de locatie informeren asielzoekers over de Nederlandse gezondheidszorg en begeleiden minder zelfredzame bewoners bij hun gang naar de zorg. Op elk azc houdt een huisarts spreekuur. Met vragen over hun gezondheid kunnen de bewoners van een azc 24/7 bellen met
een medisch contactcentrum.
Aanvullende afspraken:
- Gemeente zorgt voor huisarts die de samenwerking met de GZA aan kan gaan;
- Zorgvervoer voor de bewoners gaat via de GZA
GGD
Net als voor alle andere inwoners van Nederland is de GGD verantwoordelijk voor de publieke gezondheidszorg voor asielzoekers. Deze zorg omvat onder meer infectie-ziektepreventie en - bestrijding, gezondheidsvoorlichting en jeugdgezondheidszorg (JGZ). Ook voert de GGD bij aankomst in Nederland de verplichte controle op tuberculose uit, voor asielzoekers uit landen waar tbc veel voorkomt.
Aanvullende afspraken:
- Vaccineren en testen van bewoners wordt via de gemeente met de GGD georganiseerd
Vervoer ten behoeve van Asielzoekers
Het vervoer van en naar de locatie in het kader van instroom en doorstroom wordt georganiseerd door het COA. Overige vormen van vervoer in het kader van dagbesteding zijn optioneel in te richten en vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Het COA adviseert de gemeente om hierin terughoudend te zijn, ervaring leert dat bewoners veelal op de locatie blijven.
Organisatie op de locatie
- Er komt een periodiek operationeel driehoeksoverleg tussn VTE, de gemeente en het COA. Alle partijen wijzen hiervoor een medewerker aan. Overleg wordt naar behoefte ingepland.
- Het COA sluit de benodigde overeenkomsten met VTE.
- VTE is verantwoordelijk voor de aanvraag van de benodigde vergunningen
- De gemaakte afspraken tussen VTE en het COA worden gedeeld met de gemeente.
- Het COA organiseert voor de bewoners een spreekuur op de locatie. In de eerste twee weken na opening zal er telkens een COA medewerker een (deel van een) dagdeel tijdens werkdagen aanwezig zijn. Na twee weken wordt dit geevalueerd en de vervolgbehoefte bepaald.
- Tussen 08.00 en 17.00 op werkdagen en in het weekend is er een aanspreekpunt voor de gemeente vanuit het COA bereikbaar voor afstemming en calamiteiten. De bereikbaarheid gaat via de AZC locatie Hengelo. Buiten kantoortijden komt er een noodnummer beschikbaar voor calamiteiten.
Openbare orde en veiligheid
De burgemeester is op grond van de Gemeentewet verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente. De burgemeester en officier van justitie maken op grond van artikel 13 van de Politiewet in het driehoeksoverleg afspraken over de inzet van politie in de gemeente.
Het handhaven van de veiligheid binnen de opvanglocatie valt tot aan de transitiedatum onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Indien incidenten binnen de opvanglocaties gevolgen kunnen hebben voor de openbare orde wordt door de gemeente in eerste instantie de politie geïnformeerd en indien nodig de burgemeester.
Om opvanglocaties veilig en leefbaar te houden, heeft het COA huisregels die asielzoekers in alle azc's moeten naleven. Laten zij hun medebewoners of COA-medewerkers niet in hun waarde of overtreden ze op een andere manier de huisregels? Dan treft het COA maatregelen. Strafbare feiten meldt het COA altijd bij de politie. Samen met de partners uit de bestuursrecht- en strafrechtketen treft het COA maatregelen tegen overlastgevers.
Financiele afwikkeling
De kosten die de gemeente maakt worden via het COA door het Rijk worden vergoed. De kaders zoals opgesteld door het departement voor de mogelijk te declareren kosten worden door het COA verstrekt aan de gemeente. Ook de wijze van declareren door de gemeente wordt door het COA verstrekt
Onderwijs
In de Nederlandse leerplichtwet is opgenomen dat alle kinderen in de leerplichtige leeftijd naar school moeten. De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting en inrichting van de onderwijsvoorzieningen en handhaving van de leerplicht. De leerplicht geldt dus ook voor kinderen in de opvanglocatie. Vanaf het moment dat deze kinderen staan ingeschreven in de BRP heeft de gemeente de wettelijke taak de leerplicht van deze kinderen te handhaven.
Opvangtemijn gemeente en transitie naar COA
De aanwijzing vanuit de staatssecretaris betreft een periode van 6 maanden. Met VTE is een overeenkomst afgesloten voor de periode tot en met 30 juni. Het COA maakt nog nadere afspraken met de gemeente over de transitie periode. Hiervoor wordt een transitieplan opgesteld.