Contract
OVEREENKOMST TOT VASTSTELLING NAKOMING EN UITWERKING CONVENANT CO-EXISTENTIE WINDPARK DE DRENTSE MONDEN EN OOSTERMOER EN DE LOFAR RADIOTELESCOOP VAN ASTRON VAN 19 SEPTEMBER 2016
DE ONDERGETEKENDEN:
1. de stichting STICHTING NEDERLANDSE WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK INSTITUTEN, rechtsopvolger van Stichting ASTRON, Netherlands Institute for Radio Astronomy, gevestigd te Dwingeloo, ingeschreven in het handelsregister met KvK-nummer 41150068, in dezen handelend onder de naam ASTRON,
hierna te noemen: ‘Astron’,
2. de besloten vennootschap RAEDTHUYS DDM B.V.,
verkrijger van de rechtsverhouding van Raedthuys Windenergie B.V. onder het Convenant tot Astron, Duurzame Energieproductie en Windpark Oostermoer,
gevestigd te Enschede, ingeschreven in het handelsregister met KvK-nummer 70659311,
hierna te noemen: ‘RHDDM’,
3. de besloten vennootschap DUURZAME ENERGIEPRODUCTIE EXLOËRMOND B.V., gevestigd te Eerste Exloërmond, ingeschreven in het handelsregister met KvK-nummer 53107128,
hierna te noemen: ‘Duurzame Energieproductie’,
4. de besloten vennootschap WINDPARK OOSTERMOER EXPLOITATIE B.V., gevestigd te Eexterveen, ingeschreven in het handelsregister met KvK-nummer 58385371,
hierna te noemen: ‘Windpark Oostermoer’,
waarbij RHDDM, Duurzame Energieproductie en Windpark Oostermoer hierna gezamenlijk worden aangeduid als ‘Initiatiefnemers’ en ieder van hen als ‘Initiatiefnemer’,
waarbij Astron, RHDDM, Duurzame Energieproductie en Windpark Oostermoer hierna gezamenlijk worden aangeduid als ‘Partijen’, en ieder van hen als ‘Partij’,
NEMEN HET VOLGENDE IN OVERWEGING:
a) Partijen hebben op 19 september 2016 het Convenant gesloten. Doel van het Convenant is het vastleggen van de tussen Partijen gemaakte afspraken over co-existentie van het Windpark en Lofar. Om co-existentie te bewerkstelligen hebben Partijen afgesproken dat de Initiatiefnemers de EM-stoorstraling van het Windpark op Lofar verder zullen reduceren dan de Norm. In dat kader is het Reductie Vereiste tot stand gekomen.
b) In artikel 2 van het Convenant is vastgelegd dat het Windpark niet in gebruik mag worden genomen indien niet wordt voldaan aan het Reductie Vereiste. Ten tijde van de ondertekening van het Convenant was nog niet bekend welke Reductie haalbaar was. In dat verband is in het Convenant rekening gehouden met verschillende reductie
scenario’s, zoals weergegeven in onderstaande tabel uit artikel 3 van het Convenant. Daarbij is afgesproken dat het Windpark in gebruik mag worden genomen als de
Reductie ≥35dB (zegge: ten minste 35 dB) ten opzichte van de Norm bedraagt.
c) In overweging 5 van het Convenant hebben Partijen twee typen verstoring onderscheiden: EM stoorstraling van de windturbines en reflecties via windturbines. Partijen hebben op grond van de metingen aan de Testturbine kennis genomen van het optreden van reflectie. Partijen hebben in het Convenant uitsluitend afspraken gemaakt over reductie van EM-stoorstraling en niet over reflectie. Deze Overeenkomst dient tot nakoming van het Convenant en is daarom eveneens beperkt tot de reductie van EM- stoorstraling.
d) De planologische basis voor de realisatie van het Windpark staat vast door het Inpassingsplan, dat onherroepelijk is geworden door de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 21 februari 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:616). Het Reductie Vereiste uit het Convenant is opgenomen in artikel 4.2 van het Inpassingsplan.
e) Door middel van EM Testing is onderzocht welk reductie scenario uit het Convenant van toepassing is. Ten behoeve van de EM Testing heeft Nordex als leverancier van alle windturbines voor het Windpark een Testturbine ontworpen en geïnstalleerd, die, voor zover relevant voor de EM-stoorstraling, de eigenschappen heeft van en representatief is voor de nog te plaatsen windturbines op het Windpark.
f) De uitkomsten van de EM Testing zijn neergelegd in het EM Testing Eindrapport deel 1 en het EM Testing Eindrapport deel 2.
g) Op basis van de uitkomsten bedoeld onder f) willen Partijen vaststellingen doen over de wijze van nakoming van het Convenant en willen zij tevens afspraken maken in relatie tot het Convenant, waaronder over Stilstand met toepassing van artikel 4 lid 2 van het Convenant en een programma voor Doorlopende Monitoring zoals bedoeld in artikel 8 van het Convenant.
h) Partijen gaan deze Overeenkomst aan tegen de achtergrond van het hiervoor geschetste kader en wensen de in dat verband gemaakte afspraken en bereikte overeenstemming vast te leggen.
KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:
A. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1: Definities
1. Bij uitleg van deze Overeenkomst geldt dat de met een hoofdletter geschreven woorden de betekenis hebben zoals gedefinieerd in het Convenant en in artikel 1.3 van deze Overeenkomst.
2. Bij verschil tussen de definities in het Convenant en deze Overeenkomst zijn de definities in deze Overeenkomst leidend voor de uitleg van deze Overeenkomst.
3. In deze Overeenkomst hebben de met een hoofdletter geschreven woorden (of zij nu in het enkelvoud dan wel het meervoud worden gebruikt) de volgende betekenis:
AT het Agentschap Telecom, onafhankelijk expert op het gebied van elektromagnetische compatibiliteit (EMC);
Convenant het Convenant co-existentie Windpark De Drentse Monden en Oostermoer en de Lofar radiotelescoop van Astron van 19 september 2016;
Doorlopende Monitoring de doorlopende monitoring van de Vastgestelde
Reductie conform het bepaalde in artikel 6 van deze Overeenkomst;
EMC eigenschappen de EMC eigenschappen bedoeld in de navolgende vertrouwelijke documenten:
EM Testing metingen van de EM stoorstraling van de Testturbine met gebruik van een door Partijen overeengekomen Meetinstrument en Meetmethode;
EM Testing Eindrapport deel 1 het eindrapport van S&T van 19 november 2019
“Measuring the EMI radiation with Lofar at the test turbine at location DEE-2.1 – Windpark De Drentse Monden en Oostermoer – Final Report” dat als bijlage 1 aan deze Overeenkomst is gehecht;
EM Testing Eindrapport deel 2 het eindrapport van S&T van 19 november 2019
“Wind Turbine EMI Measurement Uncertainty Assessment” dat als bijlage 2 aan deze Overeenkomst is gehecht;
Flexibel Stilstandsblok een aaneengesloten periode van minimaal 6 uur
en maximaal 12 uur, gedurende welke alle windturbines in het Windpark in Stilstand conform Shutdown verkeren;
Inpassingsplan het (Rijks)inpassingsplan “Windpark De Drentse Monden en Oostermoer”, vastgesteld op 22 september 2016 en onherroepelijk geworden op 21 februari 2018;
Meetinstrument de combinatie van LOFAR antennevelden en systemen en een referentiebron en software (beide ontwikkeld door S&T), waarmee met behulp van een kraan, die de referentiebron op de vereiste hoogte opstelt, volgens de Meetmethode metingen zijn verricht, zoals beschreven in het EM Testing Eindrapport deel 1, hoofdstuk 3, “Measurements”;
Meetmethode de overeenkomstig artikel 8 Convenant ontwikkelde en door AT vastgestelde meetmethode zoals beschreven in het document “Method for measuring the EMI radiation of wind turbines in relation to the LOFAR radio telescope”, nummer V1.0, Agentschap Telecom 08 september 2017, in het EM Testing
Eindrapport deel 1 aangeduid als MeasMeth, dat als bijlage 3 aan deze Overeenkomst is gehecht;
Overeenkomst de onderhavige overeenkomst tot vaststelling nakoming en uitwerking van het Convenant;
Radiofotografie de combinatie van integratie van de door S&T ontwikkelde software met de software van Lofar en de door Astron te maken radiofoto’s waarop iedere individuele windturbine in het Windpark zichtbaar is ten behoeve van Doorlopende Monitoring;
Reductie reductie van EM-stoorstraling ten opzichte van de Norm;
S&T Science [&] Technology B.V., een onderneming die onderzoeks- en ontwikkelingsoplossingen aanbiedt op het gebied van ruimte, wetenschap en defensie;
Stilstand stilstand van de individuele windturbines in het Windpark;
Stilstandsblok een aaneengesloten periode van hetzij 12 uur, hetzij 24 uur, gedurende welke alle windturbines in het Windpark in Stilstand conform Shutdown verkeren, niet zijnde een Flexibel Stilstandsblok;
Shutdown de EMC-Shutdown configuratie zoals beschreven in het vertrouwelijke document
en de bijbehorende toekomstige updates;
Testturbine de door Nordex ontworpen en op locatie DEE-
2.1 binnen het Windpark geïnstalleerde testturbine ten behoeve van de EM Testing;
Vastgestelde Reductie het geheel van de vaststellingen ten aanzien van
EM stoorstraling zoals neergelegd in artikel 3 van deze Overeenkomst;
Windluwe periode een periode waarin de verwachte gemiddelde windsnelheid, op de positie van de LIDAR meetinstallatie als bedoeld in artikel 7 lid 3 van deze Overeenkomst, op ashoogte van de windturbines (ca. 145m boven maaiveld), minder bedraagt dan 3 meter per seconde.
Artikel 2: Aard van de Overeenkomst
1. Partijen beschouwen deze Overeenkomst als een overeenkomst tot vaststelling van de nakoming van diverse afspraken uit het Convenant alsmede tot nadere uitwerking van diverse afspraken uit het Convenant.
2. Partijen brengen met deze Overeenkomst geen wijzigingen aan in het Convenant. Met toepassing van artikel 4 lid 2 van het Convenant maken Partijen wel aanvullende afspraken over Stilstand.
3. Indien en voor zover Partijen vaststellingen doen door middel van de woorden “Partijen stellen vast dat” geldt deze Overeenkomst als vaststellingsovereenkomst in de zin van artikel 7:900 van het Burgerlijk Wetboek.
B. VASTSTELLINGEN TER ZAKE VAN REDUCTIE VEREISTE Artikel 3: Vastgestelde Reductie
1. Partijen stellen vast dat de op basis van EM Testing gemeten uitstoot van EM- stoorstraling door de Testturbine representatief is voor de te verwachten uitstoot van EM-stoorstraling door elke individuele windturbine in het Windpark.
2. Partijen stellen vast, met inachtneming van lid 1 van dit artikel, dat op basis van de uitgangspunten en conclusies uit het EM Testing Eindrapport deel 1 en het EM Testing Eindrapport deel 2 door de Testturbine aan het Reductie Vereiste wordt voldaan.
3. Partijen stellen vast dat het in een beperkt aantal frequentiebanden niet mogelijk is om met volledige nauwkeurigheid te meten of wordt voldaan aan het Reductie Vereiste, maar dat deze omstandigheid geen gevolgen heeft voor de vaststelling in lid 2 van dit artikel, omdat op grond van technische afwegingen kan worden geconstateerd dat de windturbines op het Windpark aan het Reductie Vereiste voldoen.
4. Partijen stellen vast dat het Reductie Scenario ≥35dB – <40dB t.o.v. Norm, zoals weergegeven in de in overweging b) bij deze Overeenkomst opgenomen tabel, van toepassing is. Derhalve gelden de voorwaarden uit artikel 4 lid 1 sub a tot en met i van het Convenant. Met toepassing van artikel 4 lid 2 van het Convenant maken Partijen afspraken over Stilstand, die zijn opgenomen in artikel 7 van deze Overeenkomst.
5. Onder verwijzing naar de voorgaande artikelleden van dit artikel stellen Partijen vast dat het Windpark in gebruik kan worden genomen onder de voorwaarden voor de instandhouding en exploitatie van de individuele windturbines in het Windpark zoals bepaald in het Convenant en deze Overeenkomst.
Artikel 4: Reductie Astron
Partijen stellen vast dat, gezien artikel 3 lid 5 van deze Overeenkomst, aan de voorwaarde voor de toezegging van Astron in artikel 7 van het Convenant is voldaan. Dat betekent dat Astron het effect van de alsnog resterende en ontvangen EM stoorstraling richting de Lofar kern in omvang zal terugbrengen op de wijze zoals bepaald in artikel 7 van het Convenant.
C. OPLEVERING WINDTURBINES VOOR WINDPARK
Artikel 5: Verplichtingen ter zake van oplevering windturbines voor Windpark
1. De Initiatiefnemers verplichten zich – elk voor de eigen windturbine(s) in het Windpark –
jegens Astron:
a. ervoor te zorgen dat elke individuele windturbine voor het Windpark hetzelfde typecertificaat heeft als de Testturbine en beschikt over componenten met identieke, gelijkwaardige of betere EMC eigenschappen en installatie daarvan; en
b. in het leveringscontract met Nordex vast te leggen dat elke individuele windturbine voor het Windpark blijvend moet voldoen aan de Reductie van ten minste 35 dB EM stoorstraling ten opzichte van de Norm; en
c. met Nordex een preventief onderhoudsprogramma overeen te komen. Xxxxxx verklaart zich bereid vrijblijvend te adviseren over het door de initiatiefnemers en Nordex uitgewerkte onderhoudsprogramma.
2. De Initiatiefnemers melden de voorziene overnamedatum (“taking over”) van (een) individuele windturbine(s) in het Windpark aan AT. AT heeft de mogelijkheid om de inspecteur van de Initiatiefnemer(s) te adviseren en/of om aanwezig te zijn bij de
inspectie voorafgaand aan de overname (“taking over”). In ieder geval worden de kwaliteitsinspectierapporten van de installatie (in de – vertrouwelijke – turbineleverings- en installatieovereenkomst aangeduid als “mechanical completion”) van de individuele windturbine(s) door de Initiatiefnemers aan AT ter beschikking gesteld. Een individuele windturbine voor het Windpark wordt niet in gebruik genomen (“commissioning”) dan nadat (i) het kwaliteitsinspectierapport aan AT is verstrekt en (ii) het kwaliteitsinspectierapport bevestigt dat de desbetreffende windturbine voldoet aan de vereisten van lid 1 onder a. van dit artikel.
3. De Initiatiefnemers stellen tevens de tijdens de ”taking over” opgestelde overname- inspectierapporten aan AT ter beschikking.
D. OPERATIONELE FASE WINDTURBINES VOOR WINDPARK Artikel 6: Doorlopende Monitoring
1. Elke Initiatiefnemer voor zich verklaart aan Astron de door hem geëxploiteerde individuele windturbine(s) in het Windpark zodanig in stand te houden dat die windturbines blijven voldoen aan het Reductie Vereiste en daartoe een adequate (onderhouds)overeenkomst met Nordex te hebben gesloten. Teneinde te controleren of tijdens de operationele fase aan het Reductie Vereiste blijft worden voldaan, vindt Doorlopende Monitoring plaats. Doorlopende Monitoring vindt uitsluitend plaats als het Windpark in productie is (niet tijdens periodes van onderhoud) en indien de LIDAR meetinstallatie zoals bedoeld in artikel 7 lid 3 van deze Overeenkomst op ashoogte in de nabijheid van de windturbine DEE-2.7 in een periode van 10 minuten een gemiddelde
windsnelheid meet van meer dan 4 meter per seconde en minder dan 9 meter per seconde.
2. In overeenstemming met artikel 8 van het Convenant beschouwen Partijen de Meetmethode als de referentie voor Doorlopende Monitoring.
3. Partijen stellen vast dat uitsluitend de metingen waarop de in artikel 3 van deze Overeenkomst bedoelde vaststellingen zijn gebaseerd de referentie bepalen voor de emissie van EM-stoorstraling door een windturbine in het Windpark.
4. Partijen komen overeen dat een Doorlopende Monitoring van de Vastgestelde Reductie plaatsvindt overeenkomstig het bepaalde in lid 5 t/m 9 van dit artikel.
5. Doorlopende Monitoring vindt plaats door middel van Radiofotografie. Partijen onderkennen dat door middel van Radiofotografie slechts kan worden waargenomen dat in aanzienlijke mate niet aan het Reductie Vereiste wordt voldaan.
6. Indien de Radiofotografie een verstoring aantoont, die duidt op het niet voldoen aan het Reductie Vereiste bij (een) windturbine(s) in het Windpark, dienen de volgende stappen te worden doorlopen:
a. Astron voert een visuele inspectie uit naar eventuele andere oorzaken van storing in de omgeving van de windturbine(s) die op de radiofoto als potentiële storingsbron(nen) is/zijn aangeduid;
b. Indien Astron van oordeel is dat voldoende aannemelijk is dat de storing/storingen afkomstig is/zijn van (een) windturbine(s) in het Windpark, stelt hij een proces-verbaal op van de bevindingen van de Radiofotografie en van de visuele inspectie en stuurt hij het proces-verbaal naar de directie van Astron, naar een door de Initiatiefnemers aan te wijzen centraal aanspreekpunt en naar AT;
c. Na ontvangst van het proces-verbaal zoals bedoeld in lid 6 sub b van dit artikel valideert AT zo spoedig als mogelijk, doch uiterlijk binnen één week na ontvangst, de waarneming zoals beschreven in het proces-verbaal op de specifieke windturbine(s) (al dan niet via een geaccrediteerde procedure) en stuurt AT haar bevindingen naar de directie van Astron en het door de Initiatiefnemers aan te wijzen centraal aanspreekpunt.
7. Indien uit de bevindingen van AT zoals bedoeld in lid 6 sub c van dit artikel blijkt dat (een) windturbine(s) in het Windpark niet voldoet/voldoen aan het reductie Vereiste, word(t)(en) de betreffende windturbine(s) door de Initiatiefnemer(s) die het aangaat/aangaan onmiddellijk uit bedrijf genomen conform Shutdown, tenzij zich een situatie voordoet als bedoeld in lid 8 van dit artikel.
8. Shutdown op grond van het bepaalde in dit artikel vindt niet plaats indien:
(i) sprake is van een technische beperking van de windturbines in verband met de veiligheid van de turbines, in verband met de veiligheid voor de omgeving of in verband met behoud van de door de windturbinefabrikant gestelde garanties (inclusief vereist onderhoud voor het behoud van de garantieaanspraken);
(ii) de LIDAR meetinstallatie zoals bedoeld in artikel 7 lid 3 van deze Overeenkomst op ashoogte in de nabijheid van de windturbine DEE-2.7 in een periode van 10
minuten een gemiddelde windsnelheid van meer dan 9 meter per seconde meet.
Indien een situatie als bedoeld onder (i) of (ii) zich niet meer voordoet, word(t)(en) de betreffende windturbine(s) door de Initiatiefnemer(s) die het aangaat/aangaan (wederom) onmiddellijk uit bedrijf genomen conform Shutdown, totdat de windturbine(s) zijn gerepareerd dan wel de storing is weggenomen.
9. Zodra de Initiatiefnemer(s) die de desbetreffende windturbine(s) in het Windpark exploite(e)(rt)(en) de windturbine(s) hebben gerepareerd dan wel de storing hebben weggenomen, kan/kunnen de desbetreffende windturbine(s) weer in bedrijf worden genomen.
10. Na inbedrijfname zoals bedoeld in lid 9 van dit artikel, wordt een controle Radiofotografie uitgevoerd om te verifiëren of er niet langer een verstoring optreedt dan wel of aannemelijk is dat weer wordt voldaan aan het Reductie Vereiste. Astron meldt de uitkomst van de nieuwe Radiofotografie aan de Initiatiefnemer(s) die het aangaat/aangaan. Indien de controle Radiofotografie nog steeds een storing die duidt op het niet voldoen aan het Reductie Vereiste aantoont, dienen wederom de stappen uit de artikelleden 7, 9 en dit lid van dit artikel te worden doorlopen. Lid 8 van dit artikel is in deze situatie van overeenkomstige toepassing.
11. De kosten van de Doorlopende Monitoring worden gedragen door de Initiatiefnemers
tot een bedrag van € 30.000,= per jaar.
12. Indien Astron op grond van langlopende Lofar waarnemingen aannemelijk maakt dat sprake is van degradatie van de getroffen EMC-reductiemaatregelen als gevolg van veroudering, wordt op verzoek van Xxxxxx, na validatie door AT van bedoelde waarnemingen, dan wel op verzoek van de Initiatiefnemers, een meting aan de Testturbine uitgevoerd met het Meetinstrument (of een daartoe tussen Partijen overeen te komen vereenvoudigde versie daarvan), waarbij Partijen overleggen over het moment waarop die meting kan plaatsvinden. Indien uit de meting blijkt dat de Testturbine niet voldoet aan het Reductie Vereiste, worden tevens maximaal vier andere windturbines die zich het dichtst in de nabijheid van de Lofar-kern bevinden met het Meetinstrument gemeten. De kosten van de meting met het Meetinstrument zijn voor rekening van de Initiatiefnemers.
13. Als de meting met het Meetinstrument zoals bedoeld in lid 12 van dit artikel aantoont dat de gemeten windturbines niet voldoen aan het Reductie Vereiste, instrueren de Initiatiefnemers de windturbineleverancier (of, in voorkomend geval, de partij die de windturbineleverancier opvolgt als partij die verantwoordelijk is voor het onderhoud van de windturbines) om alle windturbines in het Windpark te controleren op de noodzaak van preventief of correctief onderhoud en waar nodig dit onderhoud uit te voeren, zodanig dat is geborgd dat alle windturbines voldoen aan het Reductie Vereiste.
Artikel 7: Stilstand windturbines in Windpark
1. Gezien de Vastgestelde Reductie is artikel 4 van het Convenant van toepassing. Op grond van artikel 4 lid 2 van het Convenant kiezen Partijen voor een nadere invulling van
het regime omtrent Stilstand van de windturbines in het Windpark op de wijze zoals in dit artikel 7 van deze Overeenkomst is bepaald.
2. Partijen stellen op grond van het EM Testing Eindrapport deel 1 en het EM Testing Eindrapport deel 2 en met inachtneming van artikel 3 lid 1 van deze Overeenkomst vast dat de individuele windturbines in het Windpark in Shutdown modus voldoende Reductie realiseren.
3. De Initiatiefnemers investeren in een LIDAR meetinstallatie die extern door derden periodiek wordt gekalibreerd en waarmee metingen kunnen worden uitgevoerd conform IEC 00000-00-0 : 2017, Annex L, die ten tijde van Xxxxxxxxx conform Shutdown de windsnelheid meet op ashoogte van de windturbines. Een Initiatiefnemer behoudt te allen tijde het recht een Stilstandsblok te annuleren of af te breken in een situatie zoals bedoeld in artikel 6 lid 8 van deze Overeenkomst. De data van de windmetingen worden door de Initiatiefnemers uitgelezen en opgeslagen. AT krijgt op verzoek van (een) Partij(en) de gelegenheid vorenbedoelde data controleren.
4. De Initiatiefnemers zullen alle windturbines in het Windpark per jaar 50 blokken van 12 uur (“Korte Termijn Blokken”) tegelijkertijd tot Stilstand conform Shutdown brengen ten behoeve van Astron. Artikel 6 lid 8 van deze Overeenkomst is van overeenkomstige toepassing.
5. Voor wat betreft de Korte Termijn Blokken gelden de volgende voorwaarden:
a. Er vinden 8 Korte Termijn Blokken plaats in de Zomer, 12 in de Herfst, 18 in de Winter en 12 in de Lente;
b. De Korte Termijn Blokken worden genomineerd door de Initiatiefnemers bij een voorspelde gemiddelde windsnelheid van minder dan 9 meter per seconde;
c. De Korte Termijn Blokken worden minimaal 48 uur voor de Stilstand conform Shutdown door de Initiatiefnemers aangemeld bij Astron;
d. De Korte Termijn Blokken kunnen op elk uur van de dag starten;
e. Er kunnen maximaal twee Korte Termijn Blokken aaneengesloten worden genomineerd.
6. Bij toerekenbare overtreding of toerekenbare tekortkoming in de nakoming de in lid 4 en lid 5 sub a van deze Overeenkomst bedoelde verplichtingen, wordt door de Initiatiefnemers ten behoeve van Astron een terstond opeisbare boete verbeurd van
€ 25.000,= (zegge: vijfentwintigduizend euro) voor elk blok dat in een seizoen minder wordt uitgevoerd dan het in lid 5 sub a genoemde aantal keren. Uitzondering hierop is de situatie dat onvoldoende blokken worden aangemeld vanwege een voorspelde gemiddelde windsnelheid van 9 meter per seconde of meer, dan wel dat aangemelde blokken niet worden uitgevoerd of dat in uitvoering zijnde blokken worden afgebroken vanwege een door de LIDAR meetinstallatie bedoeld in lid 3 van dit artikel op ashoogte in de nabijheid van de windturbine DEE-2.7 gemeten gemiddelde windsnelheid in een tijdsbestek van 10 minuten meer dan 9 meter per seconde bedraagt. De aanspraak op een boete beperkt Astron niet in haar recht op vergoeding van meer geleden schade en het recht van Astron om tegelijk nakoming van de boete en van de betreffende verbintenis te verlangen.
7. Naast de Korte Termijn Blokken zullen de Initiatiefnemers alle windturbines in het Windpark per jaar 6 blokken van 24 uur (“Lange Termijn Blokken”) tegelijkertijd tot Stilstand conform Shutdown brengen ten behoeve van Astron. Artikel 6 lid 8 van deze Overeenkomst is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van een situatie van gepland onderhoud.
8. Voor wat betreft de Lange Termijn Blokken gelden de volgende voorwaarden:
a. De Lange Termijn Blokken worden genomineerd door Astron, waarbij Xxxxxx een periode van minimaal 72 uur tussen twee Lange Termijn Blokken in acht dient te nemen;
b. Astron meldt 3 Lange Termijn Blokken aan bij de Initiatiefnemers vóór 1 januari van elk jaar voor de periode januari – juni van dat jaar en 3 Lange Termijn Blokken vóór 1 juli van elk jaar voor de periode juli – december van datzelfde jaar;
c. Een Lange Termijn Blok kan op elk uur van de dag starten;
d. Indien een Lange Termijn Blok wordt afgebroken naar aanleiding van een door de LIDAR meetinstallatie bedoeld in lid 3 van dit artikel op ashoogte in de nabijheid van windturbine DEE-2.7 gemeten gemiddelde windsnelheid van meer dan 9 meter per seconde in een tijdsbestek van 10 minuten, dan vervalt het recht van Astron op dat Lange Xxxxxxx Xxxx.
9. Naast de Korte Termijn Blokken en de Lange Termijn Blokken adviseren de Initiatiefnemers Astron over mogelijkheden om een Flexibel Stilstandsblok te realiseren met geen of zeer gering productieverlies.
10. Voor wat betreft de Flexibele Stilstandsblokken gelden de volgende voorwaarden:
a. Het aantal individuele Flexibele Stilstandsblokken kent geen maximum in aantal, maar de duur is beperkt van minimaal 6 uur tot maximaal 12 uur;
b. De Initiatiefnemers informeren Astron over elke verwachte Windluwe Periode gedurende een kalenderdag minimaal 48 uur voor de aanvang van de eerste verwachte Windluwe Periode, waarbij de Initiatiefnemers in ieder geval de verwachte begintijd en tijdsduur van de Windluwe Periode aangeven;
c. Een Flexibel Stilstandsblok kan op elk uur van de dag starten;
d. Astron meldt de Initiatiefnemers uiterlijk 24 uur voorafgaand aan een aangekondigde Windluwe Periode of zij gebruik wil maken van een Flexibel Stilstandsblok;
e. Gedurende een Flexibel Stilstandsblok zullen alle windturbines in het Windpark tegelijkertijd tot Stilstand conform Shutdown gebracht worden voor de volledige duur (afgerond op hele klokuren) van de betreffende door de Initiatiefnemers voorspelde Windluwe Periode, waarbij artikel 6 lid 8 van deze Overeenkomst van overeenkomstige toepassing is;
f. Indien gedurende een Flexibel Stilstandsblok door de LIDAR meetinstallatie bedoeld in lid 3 van dit artikel op ashoogte in de nabijheid van de windturbine DEE-2.7 een gemiddelde windsnelheid van 4 meter per seconde of meer wordt gemeten in een tijdsbestek van 10 minuten, hebben de Initiatiefnemers het recht het Flexibel Stilstandsblok af te breken.
g. Een Flexibel Stilstandsblok kan niet plaatsvinden tijdens onderhoud aan één of meerdere windturbines in het Windpark.
Artikel 8 Agentschap Telecom
1. Partijen komen overeen dat AT in het kader van deze Overeenkomst handelt zoals omschreven in dit artikel.
2. In de situatie zoals bedoeld in artikel 5 leden 2 en 3 van deze Overeenkomst toetst AT op verzoek van de Initiatiefnemer(s) de individuele windturbine(s) op EMC eigenschappen door middel van controle van de kwaliteitsinspectierapporten van oplevering en van de overname-inspectierapporten.
3. Indien, na een verzoek van (een der) Partijen om controle van de Meetmethode, AT vaststelt dat de Meetmethode niet meer voldoet, treedt AT met Partijen in overleg om de Meetmethode weer in overeenstemming te brengen met de vereisten.
4. In de situatie bedoeld in artikel 6 lid 6 sub c van deze Overeenkomst stelt AT op verzoek van Xxxxxx vast of één of meerdere windturbines niet voldoet of voldoen aan het Reductie Vereiste door validatie van het door Astron aangeleverde proces-verbaal. AT zal een door (een der) Partijen opgestelde en door AT geaccrediteerde procedure volgen voor de situatie zoals bedoeld in artikel 6 lid 6 sub c van deze Overeenkomst.
5. In de situatie zoals bedoeld in artikel 6 lid 12 van deze Overeenkomst vindt op verzoek van (een) Partij(en) controle door AT plaats op grond van een door (een) Partij(en) aangeleverde EM Testing rapportage.
6. In de situatie zoals bedoeld in artikel 7 lid 3 van deze Overeenkomst vindt op verzoek van (een der) Partijen controle door AT plaats op grond van door de Initiatiefnemers opgeslagen data van de windmetingen.
7. AT heeft verklaard in te stemmen met de rol die zij op basis van dit artikel in het kader van deze Overeenkomst vervult bij brief van 18 december 2019, als bijlage 4 aan deze Overeenkomst gehecht.
8. Na ingebruikname van het Windpark zullen Partijen nadere afspraken maken met AT over de continuering door AT van deze taken en de betaling van de kosten van AT of over de inzet van een door AT geaccrediteerde partij.
Artikel 9 Operationeel overleg
Partijen stellen een werkgroep in die operationeel overleg voert over inrichting en onderhoud van het Windpark met als doel de instandhouding van het Reductie Vereiste. De werkgroep bestaat uit de onderhoudsmanager van het Windpark, de vertegenwoordiger(s) van de Initiatiefnemers, de vertegenwoordiger(s) van Astron en de vertegenwoordiger(s) van AT. De werkgroep komt minstens twee keer per jaar bij elkaar en brengt verslag uit aan Partijen en AT.
D. SLOTBEPALINGEN
Artikel 10 Contractsovername
1. Anders dan in de gevallen die zijn geregeld in de leden 2 en 3 van dit artikel en in artikel 11 kan een Partij haar rechtsverhouding noch enig recht onder het Convenant of onder deze Overeenkomst overdragen aan of bezwaren ten gunste van een derde zonder instemming van de andere Partijen.
2. Een Partij kan haar rechtsverhouding (maar niet enig afzonderlijk recht) onder het Convenant of onder deze Overeenkomst overdragen aan een groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De andere Partijen zullen hieraan medewerking verlenen onder geen andere voorwaarden dan redelijkerwijs kunnen worden gesteld met het oog op de zekerheid dat de verbintenissen onder het Convenant onderscheidenlijk deze Overeenkomst onverkort jegens hen zullen worden nagekomen.
3. Een Initiatiefnemer kan zijn rechtsverhouding onder het Convenant of onder deze Overeenkomst overdragen en/of zijn rechten onder of voortvloeiende uit het Convenant of deze Overeenkomst (waaronder enig recht op schadevergoeding) verpanden aan een first class financiële instelling die partij is bij de financieringsdocumentatie met betrekking tot de door de Initiatiefnemer te realiseren en exploiteren windturbines (of een door die instelling aangewezen instapentiteit), doch uitsluitend indien en voor zover op grond van de financieringsdocumentatie voor die Initiatiefnemer daartoe een verplichting bestaat om financiering mogelijk te maken dan wel te kunnen blijven voldoen aan alle verplichtingen, convenanten (“covenants”), (opschortende en ontbindende) voorwaarden en voortdurende voorstellingen van zaken (“repeating representations”) gesteld bij en krachtens de financieringsdocumentatie. De andere Partijen verlenen aan zodanige overdracht en verpanding nu reeds voor alsdan instemming en medewerking.
Artikel 11 Contractsovername RHWE-RHDDM
Raedthuys Windenergie B.V., gevestigd te Enschede, ingeschreven in het handelsregister met KvK-nummer 06080761 (‘RHWE’), was oorspronkelijk Partij bij het Convenant. Op 29 november 2019 heeft zij haar aandeel in het Windpark overgedragen aan een daartoe speciaal opgerichte dochtermaatschappij, zijnde RHDDM. Daarbij heeft XXXX tevens haar rechtsverhouding onder het Convenant door middel van een akte van contractovername als bedoeld in artikel 6:159 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek overgedragen aan RHDDM. XXXXX heeft die rechtsverhouding aanvaard. Door middel van deze Overeenkomst verklaren de overige Partijen expliciet daaraan hun medewerking (met terugwerkende kracht tot 29 november 2019) te verlenen.
Artikel 12 Kettingbeding
1. Partijen zullen, aansluitend op artikel 13 van het Convenant, ook de in deze Overeenkomst aangegane verplichtingen aan opvolgende verkrijger(s) – hetzij in eigendom; hetzij in huur; hetzij als lessee; hetzij als bruiklener; hetzij als zakelijk gerechtigde – van de windturbines in het Windpark of Lofar opleggen. In verband hiermee, zullen Partijen
ervoor zorgdragen dat deze bepaling in de akte van levering of in de akte van vestiging van een beperkt gebruiks- of genotsrecht en/of in de overeenkomst met de derde verkrijger woordelijk wordt opgenomen met de verplichting dit aan opvolgende derde verkrijgers op te leggen.
2. Indien de Initiatiefnemers met toepassing van het eerste lid de verplichtingen uit deze Overeenkomst opleggen aan opvolgende verkrijger(s) van individuele windturbines van het Windpark doet dat niet af aan de verantwoordelijkheid van de Initiatiefnemers jegens Astron tot nakoming van deze Overeenkomst. De Initiatiefnemers en niet de opvolgende verkrijger(s) van individuele windturbines van het Windpark blijven ook na overdracht bedoeld in het eerste lid het aanspreekpunt voor Astron.
3. Bij overtreding of toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de in artikel 12 lid 1 van deze Overeenkomst bedoelde verplichting, wordt door de overtreder of nalatige Partij ten behoeve van de andere Partijen een terstond opeisbare boete verbeurd van
€ 250.000,= (zegge: tweehonderd vijftigduizend euro), onverminderd het recht van de andere Partijen op vergoeding van eventueel meer geleden schade en onverminderd het recht van de andere Partijen om tegelijk nakoming van de boete en van de betreffende verbintenis te verlangen.
Artikel 13 Afstand ontbinding en vernietiging
Voor zover rechtens geoorloofd, doen Partijen afstand van enige bevoegdheid op grond van de artikelen 6:265 tot en met 6:270 van het Burgerlijk Wetboek om deze Overeenkomst te ontbinden of in rechte ontbinding te vorderen, dan wel zich in of buiten rechte op nietigheid van deze Overeenkomst te beroepen, dan wel deze Overeenkomst in of buiten rechte te (doen) vernietigen (met inbegrip, ter voorkoming van misverstand, wegens dwaling).
Artikel 14 Toepasselijk recht en bevoegde rechter
1. Op deze Overeenkomst en alle daaruit voortvloeiende gevolgen is Nederlands recht van toepassing.
2. Partijen leggen eventuele geschillen in verband met deze Overeenkomst ter beslechting voor aan de in eerste aanleg bevoegde rechtbank Noord-Nederland.
3. Indien en voor zover het geschil mede is verbonden met de uitleg of uitvoering van het Convenant, zullen Partijen de geschillenregeling op grond van dit artikel 14 laten prevaleren.
Artikel 15 Aanvulling en/of wijziging van deze Overeenkomst
Deze Overeenkomst kan slechts worden aangevuld of gewijzigd door een schriftelijk document dat door en namens alle Partijen is ondertekend.
Artikel 16 Vertrouwelijkheid en publiciteit
Partijen zullen over de (inhoud van) de als vertrouwelijk aangemerkte documenten in deze Overeenkomst volledige vertrouwelijkheid en geheimhouding in acht nemen, met uitzondering van wettelijke openbaarmakingsverplichtingen van Partijen.
Artikel 17 Inwerkingtreding
Deze Overeenkomst treedt in werking op de dag waarop zij door en namens alle Partijen is ondertekend en eindigt op de datum waarop het Convenant eindigt.
Deze Overeenkomst heeft 16 genummerde pagina’s en heeft de volgende bijlagen:
1. het eindrapport van S&T van 19 november 2019 “Measuring the EMI radiation with Lofar at the test turbine at location DEE-2.1 – Windpark De Drentse Monden en Oostermoer – Final Report”;
2. het eindrapport van S&T van 19 november 2019 “Wind Turbine EMI Measurement Uncertainty Assessment”;
3. het document “Method for measuring the EMI radiation of wind turbines in
relation to the LOFAR radio telescope”, nummer V1.0, Agentschap Telecom 08 september 2017;
4. de brief van 18 december 2019 waarin AT haar rol bij deze Overeenkomst aanvaardt.
Aldus overeengekomen en in zevenvoud opgemaakt en ondertekend.
1. Namens stichting Nederlands Wetenschappelijk Onderzoek Instituten, in deze handelend onder de naam Astron
(datum) (plaats) (handtekening)
2. Namens Raedthuys DDM B.V.
(datum) (plaats) (handtekening)
3. Namens Duurzame Energieproductie Exloërmond B.V.
(datum) (plaats) (handtekening)
4. Namens Windpark Oostermoer Exploitatie B.V.
(datum) (plaats) (handtekening)
Namens Raedthuys Windenergie B.V. (uitsluitend in verband met artikel 12 van deze Overeenkomst)
(datum) (plaats) (handtekening)