Bijlage I
Bijlage I
Algemene bruikleenvoorwaarden - Uitgaand bruikleen
Tenzij anders overeengekomen gelden voor voorwerpen onder beheer van Nationaal Museum van Wereldculturen te Leiden, verder te noemen het NMVW, die tijdelijk in bruikleen worden afgestaan, de navolgende voorwaarden:
Algemeen
1. De Bruikleennemer dient als een goed huisvader voor het Bruikleen zorg te dragen.
2. De Bruikleennemer geeft, in geval van vaststelling van vermissing of schade aan (enig object behorende tot) het Bruikleen, hiervan onverwijld kennis aan het NMVW.
3. Alle kosten voortvloeiend uit het verstrekken van het Bruikleen komen ten laste van de Bruikleen- nemer. Indien (enig object van) het Bruikleen speciale conservering of restauratie, dan wel emballage zou vereisen in verband met het aangaan van de Bruikleenovereenkomst, dan zal Bruikleennemer hieraan voorafgaande worden geraadpleegd, aangezien deze kosten eveneens ten laste komen van de Bruikleennemer.
4. De Bruikleennemer overlegt bij de aanvraag, of zo spoedig mogelijk daarna, een facility report. Indien een facility report niet aanwezig is, wordt de Bruikleennemer verzocht het door de Bruikleengever toegezonden blanco exemplaar van het standard facility report in te vullen en terug te zenden. Tenzij
anders is overeengekomen met het NMVW, draagt de Bruikleennemer, voor de duur van de bruikleenperiode, er zorg voor dat de omstandigheden op locatie dezelfde zijn zoals beschreven in zijn facility report.
Gebruik en opstellen
5. De Bruikleennemer zal zorgdragen voor optimale omgevingscondities in depot en tentoonstellings- ruimte(s). Hierbij wordt als norm gehanteerd een temperatuur van 18° - 25° C, een relatieve lucht vochtigheid van 42% - 58%, beiden met een maximale fluctuatie van 5% per dag, en een lichttoetreding van
ultravioletstraling van maximum 75μW per lumen. Voor kwetsbaar materiaal als textilia, prenten en tekeningen
wordt een lichtintensiteit van maximum 50 lux toegestaan.
6. Tentoonstellen in een goed afgesloten vitrine met veiligheidsglas; verlichting buiten de vitrine, geen hittebron binnen de vitrine.
7. Indien voor (enig object van) het Bruikleen - in afwijking van de in lid 5 en 6 genoemde conserverings- bepalin- gen bijzondere bepalingen gelden, worden deze vermeld in de tentoonstellingsvoorwaarden (Bijlage III) die onderdeel zijn van de bruikleenovereenkomst. De Bruikleennemer draagt er zorg voor dat deze bepalingen onverkort worden nagekomen.
8. Het is niet toegestaan aan (enig object van) het Bruikleen veranderingen aan te brengen, zonder
hiertoe schriftelijk toestemming te hebben gekregen van het NMVW. Hieronder wordt mede begrepen iedere verandering ten goede, in geval van schade of achteruitgang.
9. Indien het NMVW dit wenst, zal bij het uitpakken van het Bruikleen, bij de inrichting en/of ontmantelen van het Bruikleen in de tentoonstelling en bij het wederom inpakken een koerier van het NMVW betrokken zijn.
10. In de tentoonstelling of bij enige publicatie dient het eigendom van het object samen met het inventarisnummer worden vermeld, e.e.a. overeenkomstig de creditline zoals aangegeven in Bijlage II van de bruikleenovereenkomst.
11. Fotograferen of andere wijzen van visuele vastlegging van het Bruikleen is toegestaan aan de pers en voor publiciteitsdoeleinden ten behoeve van de tentoonstelling, of - in geval van conservering of restauratie - aan de betrokken restaurator ter documentatie.
12. Visuele vastlegging voor commerciële doeleinden behoeft voorafgaande toestemming van het NMVW. Het NMVW kan hiervoor copyrightkosten in rekening brengen.
13. Indien bij de tentoonstelling een publicatie verschijnt, stelt de Bruikleennemer één exemplaar daarvan aan het NMVW ter beschikking (t.a.v. fotografie en documentatie).
14. Het NMVW behoudt ten alle tijde het recht van toegang tot (ieder object behorend tot) het Bruikleen.
laatst herzien: jan 2018
Bijlage I – pagina 2
Verzekering
15. Museale cultuurgoederen die behoren tot de Rijkscollectie worden zonder verzekeringsplicht in bruikleen gegeven aan instellingen die zijn opgenomen in het Museumregister, met dien verstande dat algeheel verlies van de bruikleen niet aan bruikleennemer in rekening wordt gebracht en dat herstelbare schade wel voor rekening komt van de bruikleennemer.
16. Indien een bruikleennemer niet is opgenomen in het Museumregister, dan verzekert het het NMVW het bruikleen van spijker tot spijker voor herstelbare schade en total loss. Museale Cultuurgoederen in beheer van het NMVW die niet behoren tot de Rijkscollectie worden door het NMVW verzekert conform de voorwaarden die zijn overeengekomen met de eigenaar. De kosten van de verzekering van het Bruikleen komen voor rekening van de Bruikleennemer.
17. Alle kosten voortvloeiend uit het herstel van schade, waarvoor krachtens deze overeenkomst de Bruikleen- nemer aansprakelijk is, komen ten laste van de Bruikleennemer, voor zover deze niet gedekt zijn door de maatschappij waar de verzekering is ondergebracht.
Transport
18. Transport van het Bruikleen wordt geïnitieerd door Bruikleennemer en geschiedt onder voorwaarden van en in overleg met het NMVW. Bruikleennemer is verantwoordelijk voor het transport en de kosten daarvan.
19. Indien het NMVW het noodzakelijk acht het transport naar en van tentoonstellingslocatie te laten plaatsvinden onder begeleiding van een koerier zullen de kosten voor reis en verblijf én evt. per diem van de koerier voor rekening van de Bruikleennemer komen.
20. Verpakken van het Bruikleen geschiedt onder voorwaarden van het NMVW. Indien een gespecialiseerde verpakking noodzakelijk is, draagt Bruikleennemer zorg voor de kosten. Tenzij anders overeengekomen dient het Xxxxxxxxx bij terugzending op dezelfde wijze verpakt te worden als op de heenreis.
21. Indien het NMVW het noodzakelijk acht uitpakken en/of montage en bij demontage en/of inpakken van het Bruikleen te laten plaatsvinden onder begeleiding van een koerier zullen de kosten voor reis en verblijf én evt. per diem van de koerier voor rekening van de Bruikleennemer komen.
22. Onverminderd het bepaalde in art.1788 BW is het NMVW bevoegd tussentijds de bruikleenovereenkomst zonder enige termijn op te zeggen en van de Bruikleennemer de onmiddellijke teruggave van het Bruikleen te verlangen indien:
b. één van de beide partijen het vrije beheer over zijn vermogen verliest.
23. In geval van het gestelde in het voorgaande lid zal de Bruikleennemer, na dusdanige vordering door het NMVW, elk object direct teruggeven. Alle kosten hieraan verbonden zullen door de Bruikleennemer worden betaald. Ook zal de Bruikleennemer de schade, die voor hem hieruit eventueel voortkomt, niet op het NMVW verhalen.
laatst herzien: feb. 2018