AFVALBRENGSTATION HAVELTE
AFVALBRENGSTATION HAVELTE
GEZAMENLIJK GEBRUIK DOOR GEMEENTEN:
MEPPEL WESTERVELD
mei 2016
Inhoudsopgave
1 Inleiding/aanleiding
2 Technische voorwaarden voor gezamenlijk gebruik
3 Financiële consequenties voor beide gemeenten
4 Juridische vormgeving van de samenwerking
5 Voorstel aan gemeentebesturen
bijlagen:
a plattegrond afvalbrengstation Havelte
b afvalstromen op afvalbrengstation Meppel en Havelte c financiële gevolgen van samenwerking
d overzicht juridische mogelijkheden samenwerking
1 Inleiding/aanleiding
In huishoudens komt afval vrij en gemeenten hebben wettelijk de taak dit afval in te zamelen. Hiertoe hebben inwoners beschikking over mini-containers of wijkcontainers. Daarnaast moet elke gemeente een plek aanwijzen waar inwoners grof huishoudelijk afval kunnen brengen. Dit is vastgelegd in de wet Milieubeheer:
Artikel 10.22 Wet Milieubeheer. Elke gemeente draag er zorg voor:
a. dat grove huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld bij elk binnen haar grondgebied gelegen perceel waar zodanige afvalstoffen ontstaan, en
b. dat er op ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats binnen de gemeente of binnen de gemeenten waarmee wordt samengewerkt, in voldoende mate gelegenheid wordt geboden om grove huishoudelijke afvalstoffen achter te laten.
Voorgaande lijkt erop dat het zou gaan om maar een afvalstroom, namelijk grof huishoudelijk afval. Echter, op basis van nadere regelingen, zijn gemeenten verplicht om dit grof huishoudelijk afval te scheiden in tenminste 18 verschillende stromen. Dit leidt ertoe dat veel verschillende afvalbakken nodig zijn om aan deze voorschriften te voldoen.
Op dit moment kunnen inwoners van Meppel hiervoor terecht op het terrein van Rova aan de Hesselterlandweg. Rova voert deze taak uit in opdracht van de gemeente Meppel. Inmiddels hebben Rova en gemeente Meppel overeenstemming bereikt over het beëindigen van deze opdracht op uiterlijk 1 juli 2017.
Inwoners van Westerveld kunnen terecht op een nieuw afvalbrengstation aan de Oeversaseweg in Havelte. Dit is een nieuw gebouwd afvalbrengstation; het is geopend op 3 januari 2014.
In het kader van de samenwerking tussen de ambtelijke organisaties van de gemeenten Meppel en Westerveld is ook gekeken naar de mogelijkheden van gezamenlijk gebruik van het terrein aan de Oeveraseweg in Havelte. Uit voorgaande wetstekst blijkt, dat dit is toegestaan.
Vanaf het jaar 2014 is er sprake van samenwerking tussen de gemeenten Meppel en Westerveld. Door de toenemende complexiteit van de samenleving en de kwetsbaarheid van diverse functies binnen de ambtelijke organisaties, is besloten toe te groeien naar een ambtelijke organisatie die werkt voor beide gemeentebesturen. Vanaf 1 mei 2015 zijn de teams Openbare Werken samengevoegd en is er sprake van een team dat voor beide gemeenten werkt.
In deze notitie wordt ingegaan op de consequenties voor het terrein aan de Oeveraseweg in Havelte: welke technische aanpassing zijn nodig, wat kost dit, wat betekent dit voor de bedrijfsvoering, hoe kunnen kosten worden verdeeld tussen de gemeenten Meppel en Westerveld en hoe kan de samenwerking juridisch vorm gegeven.
2 Technische voorwaarden voor gezamenlijk gebruik.
Wanneer het afvalbrengstation ook dienst gaat doen voor de gemeente Meppel heeft dit consequenties voor een aantal zaken:
- de hoeveelheid afval neemt toe, hierdoor zijn meer gestationeerde bakken nodig
- gedurende de openingstijden moet afval verdicht kunnen worden
- het toegang systeem moet kunnen omgaan met twee soorten pasjes
- een heroverweging van de openingsuren is nodig
- bemensing
In onderstaande wordt dit nader verkend.
2.1 toename afval/bakken
Het afval dat door inwoners wordt aangeboden, wordt gedeponeerd in bakken; deze bakken worden door afvalverwerkers/-transporteurs geplaatst. Met name op drukke dagen kan het voorkomen dat een bak dan voor sluiting vol is; om die reden is het nodig dat bij een aantal ‘hard lopende ‘ afvalstromen meerdere bakken beschikbaar zijn. Dit geldt met name voor restafval en hout en papier. De bak voor papier staat op het gratis veld; daar is voldoende ruimte voor het bijplaatsen voor een bak. De bakken voor restafval en hout (zowel A/B hout als C-hout) staan aan het bordes. Om hier voldoende plaats voor te creëren kan een aantal afvalstromen geplaatst worden buiten het bordes. Hier voor is het nodig dat een deel van de asfaltverharding wordt vervangen door een betonverharding. Dit is nodig omdat bij het plaatsen en laden van bakken, deze bakken voor een korte tijd staan op een tweetal metalen rollen. Zeker in de zomerperiode als het asfalt warmer is, snijden deze rollen (zeker na een paar keer) diep in het asfalt. Hiervoor is het nodig om circa 680 m2 asfalt door beton te vervangen.
Een mogelijk alternatief is het aanbrengen van metalen platen op het asfalt waar een bak dan op geplaatst wordt. Op deze manier kan schade aan het asfalt voorkomen, maar dan mag de bak er nooit even naast komen. Ook verdwijnt dan de flexibiliteit van het plaatsen van bakken. Uit oogpunt van bedrijfsvoering wordt dit alternatief afgewezen.
Dit geldt temeer omdat regenwater dat door bakken met afval stroomt/sijpelt, afgevoerd moet worden naar het vuilwaterriool. Het regenwater dat nu op het asfalt valt, wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. Met andere woorden, ook al zou je de bakken op metalen platen op het asfalt plaatsen, dan nog moet het terrein ‘op de kop ‘ om de afwatering te regelen.
2.2 verdichten van afval
Tijdens het volgooien van de bakken, en met name met grotere delen afval (bijvoorbeeld een bankstel) ontstaat vaak veel ‘loze ruimte’ in de bak. Veel lucht en weinig belading waardoor onrendabel transport ontstaat. In de praktijk wordt het afval verdicht door een kraan van een gemeentelijk vrachtwagen (die toch al langs kwam of even omrijdt) of buiten de openingsuren door een kraan van een plaatselijke aannemer (stopwerk). Bij een geschatte verdubbeling van de hoeveelheid afval, kan niet gewacht worden op een toevallig langskomende auto of een kraan in de avonduren. Een kraan ter plekke is dan nodig om op ieder gewenst moment het afval te kunnen verdichten.
Buiten de openingsuren van het afvalbrengstation kan de kraan ingezet worden voor andere klussen. Op die manier kan de kraan zich voor een deel zelf terugverdienen, mits en verrekening van kosten wordt toegepast.
2.3 toegang systeem voor twee gemeenten.
Het afvalbrengstation is gebouwd voor inwoners van gemeente Westerveld; om die reden hebben alle huishoudens een toegangspas. Hiermee wordt de toegang tot het terrein beperkt tot eigen inwoners.
De inwoners van de gemeente Meppel beschikken over een pasje voor de ondergrondse containers. Door dit pasje ook te benutten voor het afvalbrengstation, vraagt dit van het toegang systeem dat dit twee soorten pasjes kan lezen. Uit een eerste verkenning is gebleken dat dit mogelijk is; wel zal het systeem hierop ingericht moeten worden. Daarnaast zullen inwoners van de gemeente Meppel die geen gebruik maken van ondergrondse containers (buitengebieden), alsnog een pasje moeten krijgen. Relatief gaat het om een klein aantal.
2.4 openingsuren
Het huidige afvalbrengstation in Havelte is op dinsdag tot en met vrijdag geopend tussen 13 en 15.30 uur; op zaterdagochtend is het open van 9 tot 11.30 uur. Tezamen is het afvalbrengstation hiermee 12,5 uur per week open. Uitgaande van 50 openingsweken is het terrein gedurende het jaar 625 uur
geopend. In een jaar bedraagt het aantal bezoekers ongeveer 10.000. Dit leidt tot een gemiddeld aantal van 16 bezoekers per openingsuur. In de praktijk blijkt een dubbel aantal geen problemen op te leveren. In feite kan hiermee vastgesteld worden er nog een behoorlijke verborgen capaciteit aanwezig is om meer bezoekers te ontvangen.
De drukste dagen zijn de vrijdag en de zaterdag. De kans dat op deze dagen de capaciteit wordt overschreden, is reëel te noemen. Om die reden wordt voorgesteld om op deze dagen de openingsuren te verlengen met een uur per dag. Dit resulteert dan in 14,50 uur per week open. Dit is vergelijkbaar met De Wolden (14 uur), Zweeloo (15 uur), Coevorden (15 uur), Tynaarlo (18,5 uur) en Aa en Hunze (15 uur). In de praktijk zal blijken of aanpassing van de openingsuren nodig en of wenselijk is. Op dit moment is het terrein van Rova Meppel voor inwoners 33 uur per week open. Op dit terrein wordt niet alleen afval door burgers aangevoerd, maar ook door bedrijven en is er overslag van afvalstromen. In die zin ‘is het terrein toch al open’ en hoeft er niet specifiek voor inwoners voor bemensing gezorgd te worden. Voor het terrein in Havelte geldt dat er specifiek voor openingstijden mensen aanwezig zijn die buiten de openingstijden een andere taak hebben. Verlenging van openingstijden betekent dan onmiddellijk uitzetting van bemensing.
2.5 bemensing
Op dit moment draait het ABS met een vaste gemeentelijke beheerder en een viertal medewerkers met afstand tot de arbeidsmarkt, hier verder ‘social return’ genoemd. De taak van de beheerder is om alle administraties te voeren, contacten met aannemers te onderhouden, rekeningen te betalen, contacten onderhouden met allerlei instanties (Nedvang, Wastetool, CBS, etc.), zorgen dat alle systemen naar behoren functioneren en waar nodig acties ondernemen, etc. Daarnaast worden aanpalende werkzaamheden uitgevoerd als zwerfvuilacties in het kader van Nederland Schoon, batterijen inzameling bij scholen, jaarlijkse kerstboomactie, jaarlijkse compostacties, e.d. Uit ervaring van de afgelopen twee jaar is gebleken dat dit, samen met het bedienen van het loket, al meer dan een volledige dagtaak is. Er is sprake van vervanging van de beheerder ter grootte van 0,3 fte. Wanneer ook de gemeente Meppel gebruik maakt van het afvalbrengstation moet deze beheerder ook taken voor Meppel gaan uitvoeren. Zonder het bedienen van het loket wordt het dan een voltijd functie.
Om klanten tijdens de openingstijden te kunnen bedienen is derhalve aanvullend een lokettist nodig. Uitgaande van bijna 15 uur open, 50 weken per jaar, betekent dit een functie van 750 uur (half Fte). Hierbij is het van belang dat de beheerder en de lokettist elkaars werk kunnen overnemen. Hierdoor is de kwetsbaarheid voor een belangrijk deel opgelost in geval van ziekte en vakanties. Ook nu is reeds een derde en vierde vervanger in noodgevallen beschikbaar; dit zal in de toekomst blijvend gewenst zijn.
In voorgaande is reeds gemeld dat ’social return’ aanwezig is; hun taak is om toezicht te houden op de burgers opdat het afval goed gescheiden wordt en in de juiste bak terecht komt. Dit is tijdens de openingsuren. Buiten de openingsuren wordt het terrein schoon gehouden, wordt het gebrachte klein chemisch afval gesorteerd en worden de mini-milieustraatjes bij de supermarkten in de vier hoofdkernen ‘onderhouden’.
Door uitbreiding van het aantal bakken, en daarmee het aantal plekken waar bakken staan, is het nodig om tijdens de openingsuren meer mensen van ‘social return’ beschikbaar te hebben.
3 Financiële consequenties voor beide gemeenten.
Uit voorgaande komt naar voren dat er sprake is van enerzijds het doen van investeringen; anderzijds is sprake van toename van exploitatiekosten.
3.1 Investeringen
Uit voorgaande komt naar voren dat er sprake is van een tweetal investeringen:
3.1.1 aanpassing van het terrein
Om meerdere bakken buiten het bordes te plaatsen is het nodig een stuk asfalt te vervangen door beton. In totaal moet er 680 m2 asfalt vervangen worden door beton.
Daarnaast is aanpassing van de afwatering nodig. De waterafvoer op het afvalbrengstation is gescheiden: het water dat op het asfalt komt, wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. Het water van het beton (waarop de afvalbakken en waar mogelijk vervuiling uit vloeit) wordt afgevoerd naar het vuilwaterriool. Om te voorkomen dat olie in het riool terecht komt, is een olie/water/slib-scheider (OWS) aanwezig. Door de toename van het oppervlak aan beton, is de capaciteit van de huidige OWS ontoereikend; deze zal vervangen moeten worden.
Deze investering van civiele aanpassing kost naar raming € 135.000,= (exclusief BTW)
3.1.2 Aanschaf van een kraan
De kraan die nodig is voor de verdichting van het afval in de bakken kost naar raming € 150.000,= (excl. BTW) Met deze kraan kan niet alleen het afval verdicht worden, maar kan ook afval dat in de verkeerde bak ligt, er weer uit gehaald worden. Tot nu toe moet dit ‘met de hand’ gedaan worden. Uit oogpunt van ARBO is dit een ongewenste situatie.
Deze kraan heeft vooral een functie tijdens de openingsuren; dit betekent dat de kraan ‘tijd over’ heeft. Deze kan dan ingezet worden voor andere klussen. Op voorhand is dit begrotingstechnisch niet vast te leggen omdat niet op voorhand bekend op welke klus de kraan wordt ingezet. Voor de klussen groen/civiel betekent het de inzet van een eigen kraan en geen kraan van derden; voor het afvalbrengstation betekent dit opbrengst die op voorhand nog niet te becijferen is (In feite zit hier een verborgen plusje dat in de praktijk vorm gaat krijgen).
3.1.3 Aanpassing van het poortsysteem
Om onderscheid te kunnen maken tussen bezoekers van Meppel en Westerveld, is het nodig dat het poortsysteem twee soorten pasjes gescheiden kan registreren. Dit vergt niet alleen een aanpassing van de kaartlezer, maar ook van de achterliggende software. Hiermee is naar raming een bedrag gemoeid van € 10.000,=
(Inwoners van Meppel die gebruik van ondergrondse containers in de woonwijk, hebben al een pasje; bewoners van de buitengebieden van de gemeente Meppel moeten nog een pasje krijgen. Deze kosten worden separaat door Meppel gedragen.)
3.2 Exploitatiekosten.
De exploitatielasten nemen in vergelijking met de huidige situatie toe met de volgende kosten:
3.2.1 meer bakken op reserve.
In totaal gaat het om een viertal extra bakken. Uitgaande van een jaarlijkse huurprijs van € 700,= brengt dit een jaarlijkse exploitatielast van € 2800,= met zich mee.
3.2.2 toename bemensing
In voorgaande is naar voren gebracht dat het gaat om enerzijds de behoefte van een lokettist/beheerder en anderzijds toename van toezichthoudende ‘social return’. Bij de lokettist gaat het om een halve arbeidsplaats; bij het toezicht gaat het om tijdens de openingsuren 1 persoon extra te hebben boven de bestaande groep. Met deze extra bemensing is naar raming een bedrag gemoeid van € 45.000,=
3.2.3 toename van de afvalstromen
Wanneer ook inwoners van de gemeente Meppel afval komen brengen, neemt de hoeveelheid toe. Uit vergelijking van de afvalstromen (zie bijlage 2) van gemeente Westerveld en Meppel blijkt dat er
behoorlijke verschillen bestaan in afvalstromen (in beide gemeente worden verschillende stromen ingezameld). Daarnaast zitten er behoorlijke verschillen in hoeveelheden die niet te relateren zijn aan het aantal inwoners. Zo wordt in Meppel meer puin aangeboden dan in Westerveld, maar heeft Xxxxxxxxxx met minder inwoners meer dan twee keer zoveel restafval. In hoeverre dit te maken met meer stedelijk/landelijk of met de tarieven die aan de poort gehanteerd worden, is niet duidelijk. In de berekeningen is uitgegaan van een verdubbeling van de kosten die gemoeid zijn met
3.3 Verdeling kosten tussen Meppel en Westerveld
Bij de verdeling van de kosten gaat het zowel om de investeringskosten als de exploitatiekosten. Hiervoor zijn verschillende verdeelsleutels hanteerbaar:
- verdeling naar grootte van de gemeente (oppervlak). Omdat afval vrijkomt bij particulieren huishoudens en niet afkomstig is een bepaald oppervlak van een gemeente, valt deze parameter af.
- veredeling op basis van geleverde hoeveelheden afval
- verdeling naar aantal inwoners/aantal huishoudens
- verdeling naar aantal bezoekers.
- verdeling op basis van aangeleverde kilo’s
Alvorens de overweging te maken een paar opmerkingen vooraf.
Kosten hebben te maken met enerzijds investeringen en anderzijds de exploitatie, zie voorgaande.
Bij de dagelijkse exploitatie gaat het om : bemensing, huur van bakken, transport en verwerken van de afvalstromen. Feit is dat er dan inwoners van beide gemeenten afval brengen. Van het gebrachte afval is op het gratis veld niet te achterhalen hoeveel afval uit welke gemeente komt, de bezoekers van dit veld passeren niet de weegbrug. Wel worden op dit veld kosten gemaakt; asbest en klein chemisch afval wordt hier aangeleverd.
Op het betaalde veld is wel te achterhalen hoeveel kilo’s uit de verschillende gemeenten komen, maar het is niet te achterhalen om welke afvalstromen het gaat. De verwerking van de verschillende stromen kennen verschillende prijzen; zo kost puin slechts € 15,=/ton, matrassen kosten € 220,=/ton.
Uit voorgaande blijkt dat een rechtstreekse toerekening van kosten aan beide gemeenten, geen optie is. Resteren twee opties: op basis van het aantal bezoekers uit de twee gemeenten, of op basis van het aantal inwoners/huishoudens van de gemeenten. Omdat Meppel een meer stedelijk gebied is, met veel meer woningen die in het geheel geen tuin hebben, kan verondersteld worden dat het deelnemerspercentage in Westerveld hoger ligt dan in Meppel. Uit bijlage 2 blijkt ook dat hoewel gemeente meer dan 80% meer inwoners heeft dan gemeente Westerveld, de hoeveelheden afval van Meppel hetzelfde of minder is dan van Westerveld.
Om die reden wordt voorgesteld om de exploitatiekosten van het afvalbrengstation te verdelen op basis van het aantal bezoekers uit beide gemeenten. Dit is goed mogelijk omdat elke bezoeker, zowel van het gratis veld en/of het betaalde veld, binnen komt met zijn/haar pasje.
Voor de investeringskosten kan de redenering gevolgd worden dat een afvalbrengstation per gemeente verplicht is (samenwerking is toegestaan). Op dit punt kunnen twee redeneringen worden gevolgd:
- een gemeente is verplicht tot het hebben van een afvalbrengstation. Als je het samen doet, deel je gewoon de kosten.
- je deelt de kosten naarmate je er gebruik van maakt. In dat geval is een verdeling op basis van het aantal bezoekers te verdedigen.
Echter, een gemeente is verplicht tot het hebben van een afvalbrengstation, en er op dit moment moeten ten minste 18 stromen afval gescheiden gehouden worden. In die zin is er geen relatie met het aantal bezoekers, maar zijn wettelijke verplichtingen die leiden tot de inrichting van een terrein.
Om die reden wordt voorgesteld om de investeringslasten te verdelen op basis van 50/50.
In bijlage 3 zijn deze kosten inzichtelijk gemaakt.
Uit deze bijlage blijkt dat samenwerken voor de gemeente Westerveld positief uitvalt. Op zich is dat ook logisch, zowel investeringslasten als exploitatielasten worden gedeeld.
Ook voor de gemeente Meppel valt de samenwerking positief uit. Hierbij moet nog de volgende opmerking gemaakt worden.
Op dit moment moeten inwoners van de gemeente Meppel betallen voor het aanleveren van afval op het terrein van Rova. Dit geld wordt door Xxxx geïnd en wordt door Rova gezien als dekking van de kosten die men maakt. In de nieuwe situatie komen de opbrengsten ten goede van de gemeente Meppel. Deze opbrengsten zijn niet opgenomen in bijlage 3. Wanneer wordt uitgegaan van 1500 ton afval (zie bijlage 2) en er wordt gemiddeld 10 ct/kg gevraagd, dan levert dit een bedrag op van € 150.000,=. Dit bedrag komt bovenop het positieve saldo dat er al is.
3.4 Tarief aan de poort
Op dit moment moeten inwoners in Meppel betalen; deze inkomsten zijn voor Rova als dekking voor gemaakte kosten. In de nieuwe situatie komen de opbrengsten ten goede aan de gemeente Meppel; deze opbrengsten zijn meegenomen in bijlage 3. Uitgaande van 1500 ton afval (zie bijlage 2) levert dit een bedrag op van € 75.000 Dit bedrag komt boven het positieve saldo voor Meppel dat er al is.
Gemeente Westerveld hanteert op dit moment een tarief van 5 ct/kg. Dit tarief is niet geheel kostendekkend; het resterende deel wordt betaald uit de afvalstoffenheffing. Door een relatief laag tarief wordt zwerfafval en illegale stort voorkomen.
Rova hanteert voor verschillende afvalstromen verschillende tarieven; het tarief varieert van 2 tot 22 ct/kg. In de nieuwe situatie hanteert Meppel hetzelfde tarief als Westerveld. Hierdoor kan een levendige handel in pasjes voorkomen worden.
4 Samenwerkingsvorm
In voorgaande is duidelijk geworden dat met de inzameling van afval zowel investeringskosten als exploitatiekosten gemoeid zijn. In paragraaf 3.3 is een voorstel gedaan hoe deze kosten verdeeld worden. Echter, samenwerken is niet vrijblijvend, het is ook nodig hiervoor juridische afspraken te maken.
In bijlage 4 zijn alle mogelijke manieren waarop de samenwerking juridisch vormgegeven kan worden, inzichtelijk gemaakt. Op basis van deze bijlage wordt voorgesteld om de samenwerking vorm te geven in de vorm van een bestuursovereenkomst (in de volksmond kan het ook gezien worden als een dienstverleningsovereenkomst). Dit is een publiekrechtelijke overeenkomst die juridisch/bestuurlijk de voorkeur verdient boven een private overeenkomst.
Een bestuursovereenkomst wordt gesloten door de colleges van de gemeenten Meppel en Westerveld. In de gemeente Meppel gaat het om uitvoering; de gemeenteraad van Meppel wordt hierover geïnformeerd. Bij gemeente Meppel gaat het ook om het doen van investeringen; hier wordt de raad in de gelegenheid gesteld zienswijzen en bedenkingen kenbaar te maken.
Qua uitvoering komt het er in de praktijk op neer dat het afvalbrengstation wordt uitgevoerd door het gemeenschappelijk team Openbare Ruimte. In dit team is kennis en expertise aanwezig om dit goed tot zijn recht te laten komen.
In de huidige situatie is het terrein eigendom van de gemeente Westerveld; deze gemeente heeft ook de investeringen gedaan. Dit kan in de toekomst zo blijven. Consequentie hiervan is dat de aanvullende investeringen ook door de gemeente Westerveld worden gedaan. De gemeente Meppel wordt in deze constructie medegebruiker, en dit wordt in de overeenkomst vastgelegd.
Daarnaast is nog een tweetal zaken van belang:
- de duur van de overeenkomst. In principe is deze voor onbepaalde tijd.
- wanneer gemeente Meppel de samenwerking wil beëindigen (hetgeen natuurlijk altijd kan), dan is het van belang dat de extra investeringen die in feite ten behoeve van Meppel worden gedaan, door gemeente Meppel wordt betaald voor zover de investering nog niet is afgeschreven.
5 Voorstel aan de gemeentebesturen Voorgaande leidt tot de volgende voorstellen:
5.1 de gemeenten Meppel en Westerveld gaan gezamenlijk gebruik maken van het afvalbrengstation in Havelte
5.2 het eigendom van het afvalbrengstation blijft bij de gemeente Westerveld
5.3 de extra investering die nodig om medegebruik Meppel mogelijk te maken wordt gedaan door gemeente Westerveld
5.4 de jaarlijkse investeringslasten van het afvalbrengstation worden door de gemeenten gedeeld op basis van 50/50.
5.5 de jaarlijkse exploitatielasten worden gedeeld op basis van het aantal bezoekers afkomstig uit de verschillende gemeenten
5.6 de samenwerking wordt juridisch vorm gegeven door middel van een bestuursovereenkomst. Belangrijkste afspraak hierin is dat de gemeente Meppel de nog niet afgeschreven ‘bij- investering’ bij beëindiging eenmalig afkoopt.
Bijlage 1: afvalbrengstation in Havelte. Links het gratis veld met oranje route, rechts het veld waar voor het afval betaald moet worden; de blauwe rijroutes gaan over weegbruggen onderaan in de figuur.
Bijlage 2 Afvalstromen in de gemeenten Meppel en Westerveld op de huidige afvalbrengstations (in tonnen).
afvalstroom | Meppel 2014 | Meppel 2015 | Xxxxxxxxxx 0000 | Xxxxxxxxxx 2015 |
Gratis veld | ||||
Asbest | 30 | 30 | 57 | 45 |
Elektrische apparaten | 130 | 126 | 61 | 82 |
Autobanden | 2 | 2 | 1 | 14 |
Frituurvet | 1 | 5 | ||
Verpakkingsglas | 1 | 2 | ||
Kadavers huisdieren | 2 | 1 | ||
Kca | 15 | 36 | 19 | 23 |
Metalen | 1 | 32 | 41 | |
Oud papier/karton | 2 | 1 | 27 | 43 |
Textiel | 2 | 2 | ||
Tuinstoelen | 5 | 8 | ||
Vlak glas | 9 | 16 | ||
Totaal gratis veld | 179 | 207 | 217 | 281 |
Betaald veld | ||||
A en B hout | 000 | 000 | 000 | 413 |
C-hout | 475 | 528 | 131 | 112 |
Bitumen | 7 | 9 | 16 | 14 |
Gips | 19 | 27 | ||
Houtsnippers | 95 | 284 | ||
Harde plastics | 22 | 32 | ||
Puin | 311 | 299 | 254 | 287 |
Schone grond | 83 | 124 | ||
Vloerbedekking | 4 | 14 | ||
Tuinafval | 233 | 223 | 114 | 259 |
Totaal betaald veld | 1434 | 1528 | 1420 | 1934 |
Xxxxxxxx totaal | 1624 | 1735 | 1637 | 2215 |
Bijlage 3 Financiële bijlage van het ABS
Financiële bijlage bij het ABS
Om te kijken welke kosten doorberekend kunnen worden aan de gemeente Meppel is in eerste instantie in kaart gebracht wat de huidige kosten zijn en welke extra kosten gemaakt moeten worden. In onderstaand overzicht is dit allemaal opgenomen. Zie voor een toelichting op de extra kosten de reg els onder de tabel.
Bakken op reserve
Zoals eerder is aangegeven zullen er grotere afvalstromen komen, waarbij de huidige bakken niet toereikend kunnen zijn. Om dit voor te zijn is het nodig om 4 bakken extra op reserve te houden. De totale huurkosten hiervan worden geschat op € 2.800.
Extra kosten i.v.m. werkelijke lasten
De afgelopen twee jaar heeft het ABS voor het eerst gedraaid en zijn de ervaringen opgedaan. Gebleken is dat de kosten voor het verwerken van afval hoger is geweest dan de geraamde € 56.075. Totaal kunnen de kosten reëel worden geraamd op € 140.000.
Extra kosten i.v.m. toetreding Meppel
Zoals ook al eerder is aangegeven zijn de aangeleverde hoeveelheden ongeveer gelijk. De diversiteit van de afvalstromen is wel verschillend. Aangezien niet duidelijk is hoe deze afvalstromen op termijn zullen zijn, wordt nu ervan uitgegaan dat de kosten voor het verwerken van het afval op het ABS voor Meppel gelijk zullen zijn aan de kosten van Westerveld. Na twee jaar zal dit opnieuw worden bekeken, wanneer ook de evaluatie plaats zal vinden.
Inflatiecorrectie
Er was nog geen rekening gehouden met een inflatiecorrectie op de verwerkingskosten. De prijzen zullen toch jaarlijks toenemen. Vandaar dat rekening is gehouden met een cumulatieve correctie van 2%.
Overige kosten transport
Wanneer er een eigen kraan op het terrein staat, hoeft deze niet te worden ingehuurd van een derde. De kosten hiervan kunnen komen te vervallen.
Kapitaallasten
Zoals aangegeven zijn er een drietal investeringen nodig om de capaciteit aan te kunnen. Dit zijn de volgende investeringen:
Kapitaallasten
Investeringen | Investering | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Beton en uitbreiding capaciteit olie/water/slibscheider (20 jaa | 132.000 | 9.240 | 9.108 | 8.976 | 8.844 | 8.712 |
Kraan voor het verdichten | 150.000 | 18.000 | 17.700 | 17.400 | 17.100 | 16.800 |
Aanpassing pasjessysteem 10.000 2.700 2.650 2.600 2.550 2.700
292.000 29.940 29.458 28.976 28.494 28.212
Deze kapitaallasten zijn doorgerekend in het overzicht.
Uren buitendienst
Aangezien de openingstijden verruimd worden en de ABS intensiever gebruikt zal worden is het nodig om een vaste persoon aan het loket te hebben. De openingstijden worden verruimd naar
totaal 14,5 uur. De kosten voor een ‘nieuw’ persoon aan het loket zullen € 45.000 bedragen voor een heel jaar, tegen het buitendiensttarief van de gemeente Westerveld.
Reestmond
In de eerder opgenomen teksten is ook aangegeven dat het aantal mensen van Reestmond voor ondersteuning moet worden uitgebreid van 4 naar 6. Aangezien er nog voldoende ruimte is binnen het budget voor inhuur, hoeft hier geen extra budget voor opgenomen te worden.
Verdeling over de gemeenten
Er zijn, zoals eerder genoemd, meerdere mogelijkheden om de kosten te verdelen. Er is voor gekozen om de investeringen 50/50 te verdelen. Deze kosten zullen dan als volgt verdeeld worden:
Investeringskosten Totaal Westerveld Meppel
Kapitaallasten 2017 | 162.458 | 81.229 | 81.229 |
Kapitaallasten 2018 | 160.090 | 80.045 | 80.045 |
Kapitaallasten 2019 | 157.724 | 78.862 | 78.862 |
Kapitaallasten 2020 | 155.357 | 77.679 | 77.679 |
Voor de overige exploitatielasten zou de verdeling plaats vinden op basis van het aantal cliënten. Op dit moment wordt het aantal cliënten voor Westerveld op 10.000 geschat en voor Meppel ook op
10.000. De verdeling zal dan als volgt zijn:
Exploitatielasten Totaal Westerveld Meppel
Totale exploitatielasten 2017 | 525.831 | 262.916 | 262.916 |
Totale exploitatielasten 2018 | 551.887 | 275.944 | 275.944 |
Totale exploitatielasten 2019 | 578.343 | 289.172 | 289.172 |
Totale exploitatielasten 2020 | 603.724 | 301.862 | 301.862 |
De totale kosten per gemeente komen dan uit op:
Xxxxxxxxxx Xxxxxx
0000 | 344.145 | 344.145 |
2018 | 355.989 | 355.989 |
2019 | 368.034 | 368.034 |
2020 | 379.541 | 379.541 |
Wanneer we dit nu afzetten tegen de huidige kosten dan geeft dit het volgende beeld:
Gemeente Westerveld
Huidige kosten | Nieuwe kosten | Voordeel | |
2017 | 409.968 | 344.145 | 65.823 |
2018 | 408.082 | 355.989 | 52.093 |
2019 | 406.198 | 368.034 | 38.164 |
2020 | 402.838 | 379.541 | 23.297 |
Gemeente Meppel
Huidige kosten | Nieuwe kosten | Voordeel | |
2017 | 359.800 | 344.145 | 15.655 |
2018 | 375.900 | 355.989 | 19.911 |
2019 | 392.400 | 368.034 | 24.366 |
2020 | 392.400 | 379.541 | 12.859 |
Per saldo is dit dus voor beide gemeenten een voordeel.
Bijlage 4 Afvalbrengstation Havelte
Samenwerking gemeenten Westerveld en Meppel, mogelijkheden op een rij
De gemeente is vanuit de Wet milieubeheer verantwoordelijk voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. In zoverre is er een openbaar belang, een publiek belang, bij de uitoefening van deze taken en bevoegdheden.
Bij het samenbrengen van de beide afvalbrengstations op één locatie gaat het in feite om de behartiging van gemeenschappelijke openbare belangen. De wetgever geeft aan dat in dat geval het publiekrecht de voorkeur heeft boven het privaatrecht (artikel 160, tweede lid van de Gemeentewet).
Publiekrecht
Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR)
Indien rechtspersoonlijkheid vereist is, dan liggen het gemeenschappelijk openbaar lichaam of de bedrijfsvoeringsorganisatie voor de hand. Een organisatie met rechtspersoonlijkheid kan mensen in dienst hebben of contracten sluiten. Wanneer rechtspersoonlijkheid niet vereist is, kan gebruik worden gemaakt van een gemeenschappelijk orgaan. Zie bijlage Rechtsvormen op een rij.
Afspraken op basis van de WGR vereisen naast een besluit van het college, ook een raadsbesluit.
De colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters gaan niet over tot het treffen van een regeling dan na verkregen toestemming van de gemeenteraden. De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. (art. 1 WGR)
De WGR biedt ook de mogelijkheid van een lichte vorm van samenwerking tussen gemeenten, zoals o.a. convenanten, bestuursafspraken/overeenkomst, intentieovereenkomsten e.d. Daarin kan worden geregeld de intentie tot samenwerking evenals het doel, de aard en de wijze waarop deze zal plaatsvinden.
Deze vorm wordt niet expliciet in de WGR genoemd, maar bestaat wel als zodanig. Het is een lichte samenwerkingsovereenkomst die wordt aangegaan op grond van artikel 1 van de WGR, waarbij geen orgaan in het leven wordt geroepen of bevoegdheden worden overgedragen. Er worden in de WGR geen eisen gesteld ten aanzien van de totstandkoming en inrichting van deze regelingen en is wat dat betreft te vergelijken met een convenant.
N.B deze lichte vorm van samenwerking kan ook privaatrechtelijk worden geregeld (zie verderop)
Privaatrecht
Indien rechtspersoonlijkheid is vereist, kan worden gedacht aan een besloten of naamloze vennootschap, vereniging of coöperatie. Indien geen rechtspersoonlijkheid
vereist is, bijvoorbeeld de maatschap, de vennootschap onder firma of de commanditaire vennootschap. Zie bijlage Rechtsvormen op een rij.
Het oprichten van of deelneming in een privaatrechtelijke vorm vereist ook een raadsbesluit.
Het college besluit slechts tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerp-besluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen. (art. 160, tweede lid Gemeentewet)
Privaatrechtelijk kan eveneens worden gekozen voor een vorm van samenwerking, zoals convenant, bestuursovereenkomst of intentieovereenkomst. Hierin kunnen afspraken worden gemaakt over het doel en wijze van samenwerking, evenals praktische uitvoerings- en financiële bepalingen.
Bijlage
Rechtvormen op een rij
WGR, openbaar lichaam
Dit is de zwaarste vorm van een gemeenschappelijke regeling. Het openbaar lichaam heeft de status van rechtspersoon. Het bestuur van zo’n gemeenschappelijke regeling kan zelfstandig deelnemen aan het rechtsverkeer en bijvoorbeeld overeenkomsten sluiten en personeel in dienst nemen. Gemeenten kunnen vrijwel al hun taken en bevoegdheden overdragen aan een gemeenschappelijke regeling met een openbaar lichaam. Deze variant wordt het meest gebruikt.
Voor de meeste vormen van intergemeentelijke samenwerking wordt door gemeenten een regeling met een openbaar lichaam ingesteld. De kenmerken van deze constructie luiden:
- Een openbaar lichaam heeft rechtspersoonlijkheid en kan zelfstandig deelnemen aan het private verkeer;
- Gemeenten kunnen aan een openbaar lichaam – behoudens enkele wettelijke uitzonderingen – alle gemeentelijke taken en bevoegdheden overdragen;
- Een openbaar lichaam heeft een verplicht voorgeschreven bestuursstructuur, bestaande uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. Het algemeen bestuur kan bestuurscommissies instellen. Daarnaast kan elk bestuursorgaan andere commissies instellen;
- De regeling dient informatie- en verantwoordingsbepalingen te bevatten; Het bestuur stelt jaarlijks een begroting en een rekening vast.
WGR, gemeenschappelijk orgaan
Dit is een lichtere vorm van een gemeenschappelijke regeling. Zo heeft een gemeenschappelijk orgaan geen rechtspersoonlijkheid, waardoor het geen personeel in dienst kan hebben. Een gemeenschappelijk orgaan is vooral geschikt als overlegorgaan tussen gemeenten.
Voor samenwerkings- of overlegvormen waarbij geen rechtspersoonlijkheid of een duidelijke bestuursstructuur vereist is, kan door gemeenten een regeling met een gemeenschappelijk orgaan worden ingesteld. De structuur daarvan heeft de volgende kenmerken:
- Een gemeenschappelijk orgaan bezit geen rechtspersoonlijkheid en kan niet zelfstandig opereren in het private verkeer;
- Gemeenten kunnen aan zo’n orgaan wel taken en bevoegdheden overdragen, behalve de bevoegdheid tot belastingheffing en het vaststellen van andere algemeen verbindende voorschriften;
- Vanwege het ontbreken van rechtspersoonlijkheid wordt niet het gemeenschappelijk orgaan, maar de deelnemende gemeenten gebonden aan de effecten van de besluitvorming door het algemeen orgaan;
- Een gemeenschappelijk orgaan dient te beschikken over een algemeen bestuur en een voorzitter, een dagelijks bestuur is niet verplicht;
- Naast bepalingen over informatie en verantwoording dient een begroting en rekening te worden vastgesteld.
WGR, lichte vorm
De kenmerken van deze zogenaamde lichte gemeenschappelijke regeling luiden als volgt:
- een lichte gemeenschappelijke regeling bezit geen rechtspersoonlijkheid en kan niet als zelfstandig rechtspersoon optreden in het private verkeer
- aan de regeling kunnen geen taken of bevoegdheden van deelnemende gemeenten worden overgedragen
- er is geen sprake van verplichte geleding in een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter
- de deelnemende gemeenten worden in beginsel niet gebonden door de besluitvorming van de regeling
- voor gezamenlijk beleid of binding daaraan is gelijkluidende besluitvorming door de afzonderlijke deelnemers noodzakelijk
- de bepalingen uit de Wgr voor het verschaffen van informatie of het afleggen van verantwoording zijn niet van toepassing In feite is sprake van een vorm van een convenant.
NV
De NV is een open samenwerkingsverband met een in overdraagbare aandelen verdeeld maatschappelijk kapitaal. De oprichting van een NV vindt plaats bij notariële akte. De NV kent een bestuur en een algemene vergadering van aandeelhouders. Bij de statuten kan bepaald worden dat er een raad van commissarissen zal zijn. Aandeelhouders en bestuurders zijn niet aansprakelijk met hun privé vermogen voor schulden van de rechtspersoon. De bestuurders zijn verplicht de NV in te schrijven in het handelsregister, gehouden door de Kamer van Koophandel.
Bestuurders zijn in de volgende gevallen naast de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk:
- Indien de opgave ter eerste inschrijving in het handelsregister nog niet heeft plaatsgevonden;
- Indien het gestorte deel van het kapitaal niet ten minste bij de oprichting het voorgeschreven minimumkapitaal bedraagt;
- Indien bij de oprichting van geplaatste kapitaal niet tenminste ¼ deel van het nominale bedrag is gestort.
De NV is een rechtspersoon, zelfstandig drager van rechten en plichten, die onder eigen naam deelneemt aan het rechtsverkeer. De aandelen worden uitgegeven aan toonder of op naam en zijn vrij verhandelbaar, tenzij in de statuten is geregeld dat de overdraagbaarheid van de aandelen op naam is beperkt. De NV is in het Burgerlijk Wetboek geregeld.
BV
Een BV wordt aangegaan met het oog op de persoonlijke eigenschappen en kwaliteiten van de aandeelhouders. De oprichting van een BV vindt plaats bij notariële akte. De BV kent een bestuur en een algemene vergadering van aandeelhouders. Bij de statuten kan bepaald worden dat er een raad van commissarissen zal zijn.
Aandeelhouders en bestuurders zijn niet aansprakelijk met hun privé vermogen voor schulden van de rechtspersoon.
De bestuurders zijn verplicht de BV in te schrijven in het handelsregister, gehouden door de Kamer van Koophandel.
Bestuurders zijn in de volgende gevallen naast de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk:
- Indien de opgave ter eerste inschrijving in het handelsregister nog niet heeft plaatsgevonden;
- Indien het gestorte deel van het kapitaal niet ten minste bij de oprichting het voorgeschreven minimumkapitaal bedraagt;
- Indien bij de oprichting van geplaatste kapitaal niet tenminste ¼ deel van het nominale bedrag is gestort.
De BV is een rechtspersoon, zelfstandig drager van rechten en plichten, die onder eigen naam deelneemt aan het rechtsverkeer. De aandelen worden uitgegeven op naam en zijn niet vrij verhandelbaar. De BV is in het Burgerlijk Wetboek geregeld.
Commanditaire vennootschap (CV)
Een CV is een samenwerkingsverband waarop de regels van het BW en van het Wetboek van Koophandel van toepassing zijn. De CV bestaat uit twee soorten vennoten:
commanditaire vennoten (ook wel ‘stille’ vennoten) en beherende vennoten. Commanditaire vennoten mogen geen beheersdaden of vertegenwoordigingshandelingen verrichten.
Indien een commanditaire vennoot beheersdaden verricht, is hij mede-aansprakelijk. Zijn aansprakelijkheid is beperkt tot het bedrag van de inbreng. Beherende vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de CV.
De CV is een maatschapvorm waarbij alle vennoten een inbrengplicht hebben. Een CV bezit geen rechtspersoonlijkheid en kan derhalve niet zelfstandig rechten en plichten dragen. De CV is beperkt geregeld in de wet, waardoor veel aandacht besteed moet worden aan het CV-contract. Vanwege het karakter van de CV zal deze rechtsvorm enkel in PPS-constructies in combinatie met een BV of NV worden gebruikt.
Vereniging
Een vereniging is een rechtspersoon met leden die is gericht op een bepaald doel. Een vereniging wordt bij meerzijdige rechtshandeling en bij notariële akte opgericht.
Informele verenigingen (verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid) kunnen zonder notariële akte tot stand komen.
De bestuurders van een vereniging waarvan de statuten zijn opgenomen in een notariële akte, zijn verplicht de vereniging te doen inschrijven in een openbaar register, gehouden door de Kamer van Koophandel binnen het gebied waarin de vereniging haar woonplaats heeft. Wanneer dit niet heeft plaatsgevonden is iedere bestuurder voor een rechtshandeling waardoor hij de vereniging bindt, naast de vereniging hoofdelijk aansprakelijk. Bestuurders van een vereniging waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte, zijn, naast de vereniging, hoofdelijk aansprakelijk voor schulden uit een rechtshandeling die tijdens hun bestuur opeisbaar worden.
De vereniging is een duale rechtsvorm met een bestuur en een algemene ledenvergadering.
Coöperatie
Een coöperatie is een speciale vereniging, die overeenkomsten aangaat met en voor haar leden. Veel voorkomende coöperaties voor ondernemers zijn de bedrijfscoöperatie en de ondernemerscoöperatie.
Een coöperatie moet door ten minste 2 partijen worden opgericht. De hoogste zeggenschap ligt bij de Algemene Ledenvergadering. Deze vergadering benoemt het bestuur. De oprichting vindt plaats met een door een notaris opgemaakte akte en de coöperatie moet worden ingeschreven in het Handelsregister. De leden betalen mee aan
de kosten voor oprichting en het in stand houden van de coöperatie. Winst kan bijvoorbeeld worden verdeeld op basis van het werk dat een lid voor de coöperatie heeft uitgevoerd. De leden mogen hier zelf afspraken over maken.
De coöperatie is als rechtspersoon aansprakelijk. Als de coöperatie wordt ontbonden en er zijn schulden, dan zijn de leden voor een gelijk deel aansprakelijk hiervoor. De aansprakelijkheid kan worden uitgesloten door een 'coöperatie met beperkte aansprakelijkheid' (BA) of een 'coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid' (UA) op te richten. Bij een ondernemerscoöperatie zijn de leden die meedoen aan een project aansprakelijk voor de goede uitvoering van dat project. Voor bestuurders geldt de anti- misbruikwetgeving.