Bestuursovereenkomst (BO)
Bestuursovereenkomst (BO)
tussen verschillende provincies, gemeenten, waterschappen, hoogheemraadschap en de Staat betreffende het maken van afspraken ten behoeve van capaciteitsuitbreiding van Rijksweg A27 voor het gedeelte tussen Houten en Hooipolder
Versie: 1. 0 (overkoepelende overeenkomst en opmerkingen Partijen verwerkt) Datum: 24-10-2017
Connectnr. RWS00017-16-576
Overeenkomst tussen verschillende provincies, gemeenten, waterschappen, hoogheemraadschap en de Staat betreffende het maken van afspraken ten behoeve van capaciteitsuitbreiding van rijksweg A27 voor het gedeelte tussen Houten en Hooipolder.
Bijlage: overzichtskaart
De ondergetekenden:
1. De minister van Infrastructuur en Milieu, handelende als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de directeur-generaal Rijkswaterstaat, inzake de uitvoering van deze overeenkomst vertegenwoordigd door de Hoofdingenieur-Directeur van de directie Zuid-Nederland,
<…>, hierna te noemen ‘de Staat’;
2. De provincie Noord-Brabant te dezen vertegenwoordigd door mevrouw M.S. Xxxx, directeur cluster Mobiliteit en Infrastructuur, bevoegd op grond van het mandaatbesluit van de Commissaris van de Koning, ter uitvoering van het door Gedeputeerde Staten op 201. genomen besluit, hierna te noemen ‘de
provincie Noord-Brabant’;
3. De provincie Utrecht, dan wel voor zover het bestuursbevoegdheden betreft van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde, <…>, en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van Gedeputeerde Staten van <datum>, daartoe gemachtigd door de commissaris van de Koning en Gedeputeerde Staten, hierna te noemen ‘de provincie Utrecht’;
4. De provincie Zuid-Holland, dan wel voor zover hun bestuursbevoegdheden betreft, college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde, <…>, en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van Gedeputeerde Staten van <datum>, daartoe gemachtigd door de commissaris van de Koning en Gedeputeerde Staten, hierna te noemen ‘de provincie Zuid-Holland’;
5. De gemeente Geertruidenberg, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder, de heer/mevrouw <>, krachtens volmacht van de burgemeester van
<datum> en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van <datum>, hierna te noemen ‘de gemeente Geertruidenberg’;
6. De gemeente Giessenlanden, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door waarnemend burgemeester, de heer Xxx Xxxx , en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van
<datum>, hierna te noemen ‘de gemeente Giessenlanden’;
7. De gemeente Gorinchem, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder, de heer/mevrouw <>, krachtens volmacht van de burgemeester van
<datum> en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van <datum>, hierna te noemen ‘de gemeente Gorinchem’;
8. De gemeente Houten, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder, de xxxx X. xxx Xxxxx, krachtens volmacht van de burgemeester van <datum> en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van <datum>, hierna te noemen ‘de gemeente Houten’;
9. De gemeente Nieuwegein, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder, de heer/mevrouw <>, krachtens volmacht van de burgemeester van
<datum> en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van <datum>, hierna te noemen ‘de gemeente Nieuwegein’;
10. De gemeente Oosterhout, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder, de heer/mevrouw <>, krachtens volmacht van de burgemeester van
<datum> en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van <datum>, hierna te noemen ‘de gemeente Oosterhout’;
11. De gemeente Vianen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder, de heer/mevrouw <>, krachtens volmacht van de burgemeester van <datum> en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van <datum>, hierna te noemen ‘de gemeente Vianen’;
12. De gemeente Werkendam, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder, de heer/mevrouw <>, krachtens volmacht van de burgemeester van
<datum> en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van <datum>, hierna te noemen ‘de gemeente Werkendam’;
13. De gemeente Zederik, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder, de heer/mevrouw <>, krachtens volmacht van de burgemeester van <datum> en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van <datum>, hierna te noemen ‘de gemeente Zederik’;
14. Het waterschap Brabantse Delta, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de dijkgraaf C.P.M. Moonen namens het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta, verder te noemen ‘het waterschap Brabantse Delta’;
15. Het waterschap Rivierenland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heemraad X. xxx Xxxxxx namens het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden, verder te noemen ‘het waterschap Rivierenland’;
16. Het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de dijkgraaf de heer P.J.M. Poelmann namens het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden, verder te noemen ‘het hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden’;
De hiervoor onder sub 2 tot en met 16 genoemde ondergetekenden hierna gezamenlijk ook te noemen ‘Partijen’’.
Overwegende dat
a. De minister van Infrastructuur en Milieu het Ontwerp-Tracébesluit A27 Houten – Hooipolder en het Ontwerp-Saneringsbesluit A27 Houten - Hooipolder heeft vastgesteld op 30 mei 2016;
b. Het vastgestelde Ontwerp-Tracébesluit en het Ontwerp-saneringsbesluit zijn gepubliceerd op de website van Directie Participatie:
xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx/xxxx-xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxx/x00- houten-hooipolder/ontwerptracebesluit/documenten/;
c. De Staat, als opdrachtgever, voornemens is de capaciteitsuitbreiding van Rijksweg A27 tussen Houten en Hooipolder door een opdrachtnemer te laten realiseren middels een Design Build Maintain (DBM) en/of Design & Construct (D&C) contract. De opdrachtnemers van deze contracten zullen met betrekking tot de uit te voeren werkzaamheden in overleg treden met Partijen, dit indien en voor zover de belangen van Partijen bij de uitvoering van deze werkzaamheden worden geraakt. De Staat blijft niettemin aanspreekbaar voor Partijen met het oog op de nakoming van de afspraken uit deze overeenkomst;
d. De Staat zich zal inspannen om in het realisatieproces voorrang te geven aan het traject tussen Scheiwijk en Werkendam, mits dit naar het oordeel van de Staat de planning en uitvoering van het totale project niet nadelig beïnvloedt én niet leidt tot een verslechtering van de bereikbaarheid en/of doorstroming van andere trajecten of wegen.
e. De Staat en Partijen nadere afspraken wensen te maken over de wijze waarop de Staat en Partijen met elkaar samenwerken gedurende de fasen van voorbereiding, uitvoering en oplevering van het Project. De Staat en Partijen sluiten hiertoe deze overeenkomst;
f. De Staat en Partijen tevens afspraken zullen maken over de infrastructuur die op het grondgebied van deze Partijen is gelegen en wordt gekruist door het Project. Deze afspraken per partij worden vastgelegd in een Uitvoeringsovereenkomst (UVO) dan wel nader te bepalen overeenkomst;
g. Op 15 juni 2015 een Bestuursovereenkomst is gesloten tussen de gemeente Gorinchem en de Staat inzake ‘Aansluiting Gorinchem-Noord: Planologische samenhang tussen bedrijventerrein Groote Haar en de capaciteitsuitbreiding van Rijksweg A27 Houten-Hooipolder’, met zaaknummer 31105618;
h. Op 22 februari 2017 een Bestuursovereenkomst is gesloten tussen de provincie Noord-Brabant en de Staat inzake ‘inpassing van maatregel 5 van het ‘HooipolderPlus-plan 2019’ in het Tracébesluit A27 Houten – Hooipolder;
i. Een Bestuursovereenkomst wordt gesloten tussen de gemeente Giessenlanden, de gemeente Gorinchem en de Staat inzake ‘Realisatie Aansluiting Scheiwijk A27 en verbindingsweg’;
j. Een Bestuursovereenkomst wordt gesloten tussen de gemeenten Houten, Nieuwegein enVianen, de provincie Utrecht en de Staat inzake bestuurlijke samenwerking en besluitvorming ten behoeve van ‘Fietsverbinding Hagensteinsebrug A27’;
k. Partijen en de Staat vaststellen dat door het aangaan van deze Overeenkomst een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan de spoedige uitvoering van het Project.
Partijen en de Staat zijn als volgt overeengekomen:
Artikel 1. Definities
Overeenkomst: de voorliggende Bestuursovereenkomst A27 Houten-Hooipolder tussen Partijen en de Staat;
Het Project: de capaciteitsuitbreiding van de A27 Houten-Hooipolder op basis van het Tracébesluit en Saneringsplan;
Uitvoeringsovereenkomst: de uitvoeringsovereenkomst per partij en de Staat;
Xxxxxx: de (publiekrechtelijke) verantwoordelijkheid voor infrastructuur. Hieronder wordt onder andere verstaan de zorg voor de instandhouding en de verantwoordelijkheid voor veilig gebruik van de infrastructuur met bijkomende voorzieningen en de verantwoordelijkheid dat deze zich in goede staat bevindt;
Onderhoud: de feitelijke werkzaamheden om infrastructuur met bijkomende voorzieningen in een goede staat te houden, zoals vanuit functioneel beheer is voorgeschreven;
Eigendom: het juridisch eigendom van de ondergrond waarop de infrastructuur met bijkomende voorzieningen die onderwerp zijn van deze overeenkomst is gelegen;
Inpassingsmaatregel: ruimtelijke maatregelen die noodzakelijk zijn om de ruimtelijke kwaliteit van de projectomgeving te behouden of te verbeteren, zoals opgenomen in het Esthetisch Programma van Eisen en Landschapsplan.
Artikel 2. Doel van de overeenkomst
1. Het doel van deze Overeenkomst is het vastleggen van afspraken tussen Partijen en de Staat omtrent het Project, voor zover het betreft het grondgebied en/of beheergebied van Partijen.
2. Partijen en de Staat beogen met deze Overeenkomst onder meer de volgende subdoelen:
- het bevorderen van een spoedige uitvoering van het Project en
- het rekening houden met elkaars belangen door o.a. het tijdig sluiten van een Uitvoeringsovereenkomst dan wel nader te bepalen overeenkomst per partij afzonderlijk waarin o.a. eisen en nadere afspraken worden vastgelegd over bereikbaarheid, veiligheid, leefbaarheid en beperking overlast voor het hoofd- en onderliggend wegennet ten tijde van de uitvoering.
Artikel 3. Verantwoordelijkheden Partijen / Uitvoering en planning
1. De Staat is verantwoordelijk voor de uitvoering van het Project. Als de Staat besluit tot uitvoering van het Project, zal dit plaatsvinden voor rekening en risico van de Staat.
2. De Staat is, als opdrachtgever, verantwoordelijk voor het DBM/D&C-contract waarin de gehonoreerde wensen en eisen van Partijen zijn opgenomen, zoals deze worden
vastgelegd in de in artikel 4 lid 1 genoemde Uitvoeringsovereenkomsten dan wel nader te bepalen overeenkomsten.
3. De Staat streeft ernaar dat:
- het Tracébesluit 2019 wordt vastgesteld;
- het Tracébesluit in 2020 onherroepelijk wordt;
- de uitvoering van het Project in 2022 gestart zal worden;
- openstelling voor het traject Zuid (Everdingen – Hooipolder) in 2027 – 2029
- openstelling voor het traject Noord (Houten – Everdingen) in 2028 - 2030
- 2 jaar na oplevering de gronden, die buiten de overeengekomen beheergrenzen van de Staat vallen, overgedragen zijn aan Partijen.
Dit met inachtneming van de nog af te ronden wettelijke procedures en behoudens onvoorziene omstandigheden en overmacht door zienswijzen en beroep van derden.
4. Partijen en de Staat spannen zich in om met inachtneming van hun eigen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden op een dusdanige wijze te handelen dat daarmee de voortgang van het Project wordt bevorderd.
5. Het bepaalde in deze Overeenkomst laat de wettelijke verplichtingen en publiekrechtelijke bevoegdheid van Partijen en de Staat onverlet. Dit geldt bijvoorbeeld bij het maken van een zelfstandige afweging, van alle betrokken belangen van derden, bij het nemen van het Tracébesluit of bij de verlening van vergunningen. Dit geldt tevens voor de verplichting om op enig moment te moeten voldoen aan geldende (Europese) wet- en regelgeving.
De aan de realisatie van het Project gerelateerde kosten komen voor rekening van de Staat. Dit geldt niet voor de kosten die Partijen vanuit publieke taken geacht worden te maken, met uitzondering van leges.
Artikel 4. Samenwerking
1. De Staat stelt het programma van eisen voor de aanleg van het Project, met betrekking tot objecten in eigendom of beheer bij Partijen, in overleg op en legt dit per partij vast in een Uitvoeringsovereenkomst dan wel nadere te bepalen overeenkomst.
2. Partijen verlenen bestuurlijke medewerking aan de totstandkoming van het Project.
3. Partijen spannen zich in, met inachtneming van de publiekrechtelijke bevoegdheid, voor de realisatie van inpassingsmaatregelen en natuurcompensatie ten gevolge van de aanleg van het Project.
4. Partijen en de Staat werken, na overleg, in het kader van grondverwerving van derden samen, waar dit wenselijk en mogelijk is en maken indien nodig hierover separate afspraken.
5. Partijen en de Staat verbinden zich binnen het gebied van het Project geen werkzaamheden te verrichten of plannen te ontwikkelen, waarbij belangen van de andere partij kunnen zijn betrokken, anders dan na overleg met en schriftelijke vastlegging door de andere partij.
6. Partijen verlenen actief medewerking bij verplaatsing of verbouwing/aanpassing van bedrijven of andere objecten van derden, die als gevolg van de aanleg van het Project verplaatst dan wel verbouwd/aangepast dienen te worden.
7. Het bovenstaande geldt voor Partijen enkel voor zover dit passend is binnen haar taken en bevoegdheden, met inachtneming van artikel 3, vijfde lid van deze overeenkomst.
8. Partijen zijn zich ervan bewust dat uit het ontwerptracébesluit een aantal ontwerpopgaven (deels bestaande uit bestuurlijke restpunten) voortvloeit die gezamenlijke uitwerking behoeven. Partijen spannen zich gezamenlijk in om deze ontwerpopgaven binnen het Project nader uit te werken. Het resultaat hiervan wordt in samenspraak vastgelegd in een Uitvoeringsovereenkomst dan wel een nader te bepalen overeenkomst.
Artikel 5. Overlegstructuur
Partijen en de Staat zullen over de voortgang van het Project, de raakvlakken met de omgeving en de naleving van deze overeenkomst regelmatig, in een gezamenlijk te bepalen frequentie, in overleg treden. De huidige overlegstructuur van de Bestuurlijke AdviesGroep (voorbereid in het Ambtelijk Overleg) en Maatschappelijke AdviesGroep wordt voortgezet.
Artikel 6. Schade rechtmatig overheidshandelen
1. De Staat zal op basis van artikel 22 Tracéwet verzoeken om vergoeding van schade ten gevolge van rechtmatig overheidshandelen, die derden stellen te lijden in verband met de uitvoering van het Project, behandelen conform het geldende beleid van de Minister van Infrastructuur en Milieu, vastgesteld in de Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Milieu 2014 (Staatscourant d.d. 16 juni 2014, nr. 16584).
2. Partijen zenden eventuele daartoe strekkende verzoeken, die bij haar zijn ingediend, op grond van het bepaalde in artikel 2:3, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht zo spoedig mogelijk ter behandeling door aan de Staat.
3. Weggebonden1 en niet weggebonden kabels en leidingen zijn onderdeel van het Project. De kosten voor het verleggen van deze kabels en leidingen worden vergoed door de Staat. Verlegging van niet-weggebonden kabels en leidingen wordt door de Staat vergoed conform het geldende beleid van de Minister van Infrastructuur en Milieu, zoals vastgelegd in:
- Nadeelcompensatieregeling inzake het verleggen van kabels en leidingen in en buiten rijkswaterstaatswerken en spoorwegwerken 1999 (NKL, gepubliceerd in de Staatscourant van 26 mei 1999, nr. 97);
1 Kabels en leidingen welke noodzakelijk zijn voor het functioneren van de weginfrastructuur (riolering, openbare verlichting, verkeerssignalering, dynamisch verkeersmanagement (DVM), gladheidmeldsysteem, telpunten e.d.).
- Overeenkomst inzake verleggen van kabels en leidingen buiten beheersgebied van 10 februari 1999.
Artikel 7. Eigendom
1. De Staat verwerft de gronden binnen de grenzen van het Tracébesluit, benodigd voor de aanleg van het Project.
2. Partijen dragen de eigendom van de gronden die benodigd zijn voor de uitvoering van het Project en een bestemming hebben waarop een publiek doel rust (verkeer, water, groen, natuur en waterkering) voor een bedrag van 1 euro per kadastraal perceel over aan de Staat. Voor de gronden waarop geen publiek doel rust, dragen Partijen het eigendom van de gronden voor een nader tussen Partijen en de Staat overeen te komen bedrag over aan de Staat. De kosten voor notaris, kadaster e.d. ten behoeve van de overdracht zijn voor rekening van de Staat. Ten behoeve van bedoelde eigendomsoverdracht sluiten Partijen en de Staat separate koopovereenkomsten.
3. Partijen stellen, na toestemming, de bij Partijen in eigendom zijnde gronden buiten de grenzen van het Tracébesluit, die tijdelijk benodigd blijken voor de uitvoering van het Project, zonder vergoeding aan de Staat ter beschikking.
4. De ondergrond van de ingevolge het bepaalde in de artikel 8 bij Partijen in beheer en onderhoud komende infrastructuur wordt, voor zover deze eigendom is van de Staat, behoudens goedkeuring van de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijkrelaties door de Staat voor een bedrag van 1 euro per kadastraal perceel in eigendom aan Partijen overgedragen. De kosten voor notaris, kadaster e.d. ten behoeve van de overdracht zijn voor rekening van de Staat. De overdracht van de eigendom wordt vanwege de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijkrelaties geregeld door het Rijksvastgoedbedrijf middels separate koopovereenkomsten.
5. Bij de in lid 4 bedoelde eigendomsoverdracht is het mogelijk om in specifieke situaties een antispeculatiebeding op te nemen in de hiervoor bedoelde koopovereenkomsten.
6. Voor zover van toepassing zal de exacte hoogte van de afkoopsom van de op het moment van de in lid 4 genoemde eigendomsoverdracht aanwezige privaatrechtelijke regelingen die door Partijen aan de Staat zullen moeten worden betaald, in een later stadium, doch uiterlijk 3 maanden voor de eigendomsoverdracht, worden uitgewerkt en berekend door de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijkrelaties, hierbij vertegenwoordigd door het Rijksvastgoedbedrijf.
7. Partijen dragen er zorg voor dat, indien er overeenstemming wordt bereikt over de grondverwervingen, de hiervoor bedoelde juridische overdracht van de gronden zal plaatsvinden uiterlijk vóór het tijdstip dat door of namens de Staat met de voor het Project uit te voeren werkzaamheden wordt aangevangen. Het bepaalde in dit artikel laat in het verleden tussen Partijen en de Staat gesloten overeenkomsten, waarin nadere afspraken over het aspect grondverwerving gerelateerd aan de uitvoering van het Project zijn vastgelegd, onverlet.
Artikel 8. Beheer en Onderhoud
1. Na gereedkomen van onderliggende infrastructuur (met bijkomende voorzieningen) van (een deel van) het Project én acceptatie hiervan door een partij berust het
beheer en onderhoud van deze infrastructuur bij deze partij, voor zover op het grondgebied van deze partij is gelegen of komt te liggen. Hiervoor wordt zo veel als mogelijk uitgegaan van de situatie vóór realisatie van het Project. Onder bijkomende werken worden onder andere begrepen watergangen van beperkt belang voor de waterhuishouding, duikers, stuwen, beplantingen, verlichting, bewegwijzering en overig wegmeubilair. Het in dit lid bepaalde wordt in nader overleg tussen Partij en de Staat vastgelegd in de te sluiten Uitvoeringsovereenkomst dan wel nader te bepalen overeenkomst.
2. Onder het in lid 1 van dit artikel vermelde beheer en onderhoud is tevens begrepen de infrastructuur, waarvan de onderhoudsplicht ten behoeve van de uitvoering van het Project tijdelijk bij de Staat heeft berust en waarvan het beheer bij een partij blijft berusten.
3. Er vindt tussen Partijen en de Staat geen verrekening plaats van meerdere of mindere (gekapitaliseerde) beheer- en onderhoudskosten als gevolg van toe- of afname van het areaal door het Project. Dit met uitzondering voor de nieuwe verbindingsweg gelegen langs Xxxxxxxx 00 tussen aansluiting 33 en knooppunt Hooipolder in de gemeenten Oosterhout en Geertruidenberg die noodzakelijk is vanwege het vervallen van afrit 34 van rijksweg 59. De Staat betaalt hiervoor een eenmalige afkoopsom bestaande uit de gekapitaliseerde meerdere beheer- en onderhoudskosten van de door de gemeente Oosterhout en Geertruidenberg in beheer en onderhoud te nemen werken volgens het vigerend beleid, ‘Overbrenging in beheer en onderhoud bij de gemeente Smilde van een in die gemeente gelegen gedeelte van de Molenwijk’, Kamerstuk 15679 Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 24 juni 1980). De berekening van deze afkoopsom wordt gebaseerd op dit beleid en CROW-publicaties 145 ‘Beheerkosten weginfrastructuur’, 146 ‘Handboek visuele inspectie’, 147 ‘Wegbeheer’ en 288 ‘Kwaliteitscatalogus openbare ruimte’. Berekening en betaling van deze afkoopsom geschiedt na oplevering van het Project.
Artikel 9. Onvoorziene omstandigheden
1. Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen welke van dien aard zijn dat de ongewijzigde instandhouding van deze Overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden verlangd, nodigt de partij die zich op de omstandigheden beroept de andere partij schriftelijk uit om in overleg te treden over een oplossing van de gerezen problemen.
2. Indien het overleg genoemd in het vorige lid niet binnen drie maanden, na verzending van de uitnodiging, plaatsvindt of niet leidt tot overeenstemming dan kan de in het eerste lid genoemde partij zich alsnog tot de rechter wenden met het verzoek de gevolgen van deze Overeenkomst te wijzigen of deze Overeenkomst te ontbinden.
3. Partijen en de Staat onderkennen de mogelijkheid dat zich omstandigheden voordoen die weliswaar de essentialia van de overeenkomst betreffen en uit dien hoofde tot ontbinding van de overeenkomst zouden kunnen leiden, doch die partijen ertoe nopen ter uitvoering van deze overeenkomst nadere afspraken met elkaar te maken. Zij verbinden zich alsdan op constructieve wijze met elkaar te overleggen en voorts al het mogelijke te doen ter verzekering van de nakoming van deze overeenkomst.
4. Indien het in het eerste lid bedoelde overleg tot overeenstemming leidt zal herziening, wijziging of aanvulling van de overeenkomst worden vastgelegd in een nader te sluiten wijzigings- of aanvullende overeenkomst.
Artikel 10. Inwerkingtreding en looptijd Overeenkomst
1. Deze Overeenkomst treedt in werking met ingang van de dag van ondertekening door Partijen en de Staat.
2. Deze Overeenkomst loopt zolang als voor een goede uitvoering van het Project noodzakelijk is, doch in ieder geval tot en met de voltooiing van het Project (inclusief overdracht aan de Partijen).
3. Rechtsgevolgen welke voortvloeien uit deze Overeenkomst en die naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na de beëindiging van deze Overeenkomst, worden afgehandeld overeenkomstig het bepaalde in deze Overeenkomst.
Artikel 11. Ontbindende voorwaarde
1. Indien de Staat, na door de private partijen gedane biedingen, besluit dat de aanleg van het Project niet haalbaar is, zullen Partijen en de Staat over deze Overeenkomst in overleg treden en zo nodig de overeenkomst beëindigen.
2. Elk der partijen is gerechtigd deze Overeenkomst geheel of gedeeltelijk buiten rechte te ontbinden, indien:
a. besluiten of andere rechtshandelingen die op grond van wettelijke regelingen vereist zijn om te kunnen overgaan tot uitvoering van het Project niet tot stand komen, dan wel de inhoud daarvan aan de nakoming van de in deze Overeenkomst aangegane verplichtingen geheel of gedeeltelijk in de weg staat;
b. van staatswege, al dan niet vanwege gewijzigde beleidsinzichten in de ministerraad en/of de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de voor realisering van het Project benodigde financiële middelen niet of in niet-voldoende mate ter beschikking worden gesteld.
Artikel 12. Toepasselijk recht en geschillenregeling
1. Op deze Overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing.
2. Een partij die meent dat een geschil bestaat, deelt dat schriftelijk aan de ander partij mee. De mededeling bevat een aanduiding van het geschil en een aanduiding van de mogelijke oplossing daarvan. Partijen treden in geval van een geschil met elkaar in overleg binnen twee weken na ontvangst van de mededeling.
3. Indien binnen twee maanden na het toepassing geven aan het vorige lid geen overeenstemming is bereikt, staat het ieder van de partijen vrij het geschil voor te leggen aan de bevoegde burgerlijke rechter te Den Haag.
4. Er is sprake van een geschil zodra één van de partijen dit schriftelijk aan de andere partijen meldt. Partijen dienen hierop met elkaar in overleg te treden teneinde te bezien of in der minne een oplossing voor dit geschil kan worden bereikt.
Artikel 13. Slotbepalingen
1. Kennisgevingen die Partijen en de Staat zelfstandig of vertegenwoordigd door de Bestuurlijke Adviesgroep op grond van deze Overeenkomst aan elkaar doen, vinden schriftelijk plaats. Mondelinge mededelingen, toezeggingen of afspraken, hebben geen rechtskracht, tenzij deze schriftelijk zijn bevestigd.
2. Partijen en de Staat zullen de inhoud van deze Overeenkomst bekend stellen, ieder bij het eigen vertegenwoordigend orgaan op de daartoe bij hen gebruikelijke wijze.
Aldus overeengekomen en in veelvoud van ondertekenaars ondertekend.
Directeur cluster Mobiliteit en Infrastructuur mevrouw M.S. Vlug namens Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant
Gedeputeerde @@@ namens de provincie Utrecht
Gedeputeerde @@@ namens de provincie Zuid-Holland
Burgemeester / Wethouder @@@ namens de gemeente Geertruidenberg
Burgemeester / Wethouder @@@ namens de gemeente Giessenlanden
Burgemeester / Wethouder @@@ namens de gemeente Gorinchem
Wethouder de heer van Dalen namens de gemeente Houten
Burgemeester / Wethouder @@@ namens de gemeente Nieuwegein
Burgemeester / Wethouder @@@ namens de gemeente Oosterhout
Burgemeester / Wethouder @@@ namens de gemeente Vianen
Burgemeester / Wethouder @@@ namens de gemeente Werkendam
Burgemeester / Wethouder @@@ namens de gemeente Zederik
Dijkgraaf de heer C.P.M. Moonen namens het Waterschap Brabantse Delta
Heemraad de heer X. xxx Xxxxxx namens het Waterschap Rivierenland
Dijkgraaf de heer P.J.M. Xxxxxxxx namens het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden
Hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat Zuid-Nederland mevrouw D.M. Beuting namens de Staat
Bijlage behorende bij Bestuursovereenkomst A27 Houten-Hooipolder Overzichtskaart