Contract
Deze aansluitvoorwaarden zijn van toepassing op alle aansluitin- gen van Duurzame energie voorzieningen waarvoor een warmte, warmtapwater en koude leverings overeenkomst is afgesloten. Deze aansluitvoorwaarden maken onlosmakelijk deel uit van de ze overeenkomsten.
Inhoudsopgave. | ||
Begripsomschrijving | artikel | 1 |
Ruimte ten behoeve van de aansluiting | artikel | 2 |
Ruimte ten behoeve van leidingen | artikel | 3 |
Berekening van het aansluitvermogen | artikel | 4 |
Vereisten voor de verwarmingsinstallatie | artikel | 5 |
Aansluiting van een warmtewisselaar | ||
voor de bereiding van warm tapwater | artikel | 6 |
Vereisten voor de warmtapwaterinstallatie | artikel | 7 |
Aanvraag, beoordeling en realisatie | ||
van de aansluiting | artikel | 8 |
Inbedrijfname van de aansluiting | artikel | 9 |
Afwijkingen van deze aansluitvoorwaarden | artikel | 10 |
Wijzigingen van deze aansluitvoorwaarden | artikel | 11 |
Slotbepaling | artikel | 12 |
Artikel 1 Begripsomschrijving
In deze aansluitvoorwaarden wordt verstaan onder:
Aansluiting
De leidingen van het bedrijf die de verwarmingsinstallatie en/of de koelinstallatie en/of de warmtapwaterinstallatie met de hoofdleidingen verbindt, met inbegrip van de meetinrichting en alle andere door of vanwege het bedrijf in of aan de leidingen aangebrachte apparatuur;
Aanvoertemperatuur
De temperatuur waarmee het verwarmingswater ten be- hoeve van de warmte en koudelevering door het bedrijf ter beschikking wordt gesteld;
Aanvrager
Degene die een aanvraag voor het tot stand brengen, uit- breiden of wijzigen van een aansluiting bij het bedrijf heeft ingediend;
Algemene Voorwaarden
De van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden voor de levering van warmte en/of koude en/of warmte en warm tapwater aan huishoudelijke verbruikers óf de Algemene Voorwaarden voor de levering van warmte of warmte en warm tapwater aan zakelijke verbruikers.
Bedrijf
De bedrijven zoals deze op bijlage 1 welke onderdeel uit- maakt van deze aansluitvoorwaarden staan vermeld of een met haar verbonden rechtspersoon of vennootschap;
Hoofdleiding
De leiding van het bedrijf waarop aansluitingen tot stand gebracht kunnen worden;
Koelinstallatie
De in een perceel aanwezige leidingen en de daarmee ver- bonden toestellen en verwarmingslichamen, bestemd voor het betrekken van koude ten behoeve van ruimtekoeling of vergelijkbare toepassingen, één en ander met inbegrip van de nodige meet- en regelinstrumenten, te rekenen vanaf de aansluiting. Deze kan met de verwarmingsinstal- latie in één installatie verenigd zijn.
Koelwater
Het water dat als thermische energiedrager via de aanslui- ting door de koelinstallatie kan stromen en dat als opge- warmd water in de aansluiting terugkeert;
Perceel
Elke roerende of onroerende zaak, gedeelte of samenstel daarvan, ten behoeve waarvan een aansluiting tot stand is gekomen of zal komen, dan wel levering van warmte of warmte en warm tapwater geschiedt of zal geschieden, één en ander ter beoordeling van het bedrijf;
Retourtemperatuur
De temperatuur waarmee het afgekoelde van de verwar- mingsinstallatie of verwarmingswater of waarmee het op-
gewarmde koelwater van de koelinstallatie in de aanslui- ting terugkeert;
Verbruiker
Degene die warmte, koude c.q. warm tapwater van het bedrijf betrekt en/ of de beschikking over een aansluiting heeft;
Verwarmingsinstallatie
De in een perceel aanwezige leidingen en de daarmee ver- bonden toestellen en verwarmingslichamen, bestemd voor het betrekken van warmte ten behoeve van ruimtever- warming of vergelijkbare toepassingen, één en ander met inbegrip van de nodige meet- en regelinstrumenten, te re- kenen vanaf de aansluiting; Deze kan met de koelinstalla- tie in één installatie verenigd zijn.
Verwarmingswater
Het water dat als thermische energiedrager via de aanslui- ting door de verwarmings- en/of koelinstallatie kan stro- men en dat als afgekoeld/opgewarmd water in de aanslui- ting terugkeert;
Warmtapwater-installatie
De in een perceel aanwezige leidingen en de daarmee ver- bonden toestellen bestemd voor het betrekken van warm tapwater één en ander met inbegrip van de nodige meet- en regelinstrumenten, te rekenen vanaf de aansluiting;
Deze voorwaarden maken deel uit van de overeenkomst tussen het bedrijf en de aanvrager en/of de verbruiker. Daarnaast zijn de Algemene Voorwaarden op die overeenkomst van toepassing. Alle overeenkomsten waarop deze voorwaarden van toepassing zijn, zijn onderworpen aan Nederlands recht.
Artikel 2 Ruimte ten behoeve van de aansluiting
2.1 De apparatuur, welke deel uitmaakt van de aansluiting, wordt geplaatst in een ruimte welke door de aanvrager en/of de verbruiker ter beschikking wordt gesteld.
2.2 Indien de apparatuur, zoals bedoeld in lid I van dit artikel, hiervoor geschikt is zal deze worden geplaatst in een me- terkast welke moet voldoen aan NEN 2768, en in het geval van laagbouwwoningen de 'Richtlijnen voor meterkasten in laagbouwwoningen met warmtelevering' (uitgave mei 2000) van de Interprovinciale Werkgroep Uniformering Normmeterkast, en in geval van hoogbouwwoningen in overleg met het bedrijf.
2.3 Indien de apparatuur, zoals bedoeld in lid I van dit artikel niet in de meterkast kan worden geplaatst, moet door de aanvrager en/of verbruiker een ruimte ter beschikking worden gesteld. Deze ruimte moet voldoen aan de eisen welke door het bedrijf worden gesteld en moet daartoe onder meer weer en winddicht zijn en vorstvrij gehouden worden, voorzien zijn van een elektriciteitsaansluiting (230V), verlichting en een goede toegang. Specificaties van deze eisen worden desgewenst door het bedrijf be- schikbaar gesteld.
2.4 Het bouwkundig onderhoud van de ruimte voor de aanslui- ting geschiedt ter beoordeling van het bedrijf door de aan- vrager en/of verbruiker, of door het bedrijf zelf, doch steeds voor rekening van de aanvrager en/of verbruiker.
2.5 De door het bedrijf, ten behoeve van de levering op het perceel aangebrachte aansluitingen is en blijft eigendom van het bedrijf.
Artikel 3 Ruimte ten behoeve van leidingen
3.1 Ten behoeve van de aanleg van de hoofdleidingen en de leidingen die deel uitmaken van de aansluiting moeten, volgens de voorschriften van het bedrijf, sparingen in fun- deringen, muren, en/of vloeren, leidingkokers en/of man- telbuizen door de aanvrager ter beschikking worden ge- steld. Deze voorschriften worden desgewenst kosteloos door het bedrijf beschikbaar gesteld.
3.2 De door het bedrijf, ten behoeve van de levering, op het perceel aangebrachte (hoofd-) leidingen zijn en blijven ei- gendoom van het bedrijf. De aanvrager en/of de verbrui-
ker en/of de eigenaar van het perceel moet de nodige maatregelen nemen voor en/of medewerking verlenen aan het waarborgen van het eigendomsrecht van het bedrijf ten aanzien van de (hoofd-)leiding.
3.3 Indien de hoofdleidingen en de leidingen die deel uitmaken van de aansluiting zicht in de kruipruimte van het perceel bevinden, dan moeten afdoende maatregelen zijn getrof- fen om er voor te zorgen dat de leidingen droog blijven. De aanvrager en/of verbruiker moeten de hiertoe noodza- kelijke maatregelen nemen en/of instandhouden. De kruipruimte heeft een hoogte van temminste 500mm, ten- zij anders is overeengekomen. Alle delen van de genoem- de leidingen moeten, via kruipluiken met een afmeting van tenminste 600 x 400mm, bereikbaar blijven.
3.4 Voor percelen waarin op meer dan één verdieping meter- kasten worden opgenomen, moeten deze meterkasten zich recht boven elkaar bevinden. Naast de meterkast moet een leidingkoker of -schacht voor de hoofdleidingen wor- den opgenomen.
3.5 Indien hoofdleidingen en van de aansluiting deel uitma- kende leidingen zich in leidingkokers of -schachten bevin- den, moeten deze leidingen middels afneembare panelen voor inspectie, onderhoud en vervanging bereikbaar zijn en blijven.
Artikel 4 Berekening van het aansluitvermogen
Het aansluitvermogen moet worden berekend volgens de me- thode zoals voorgeschreven in paragraaf 5.1 van ISSO publicatie
51. Voor percelen waarop paragraaf 5.1 van ISSO publicatie 51 niet van toepassing is, moet het aansluitvermogen worden berekend volgens de methode zoals voorgeschreven in ISSO 53. Voor percelen waarop paragraaf 5.1 van ISSO publicatie 51 en/of ISSO 53 niet van toepassing zijn, moet het aansluitver- mogen worden berekend volgens de methode zoals voorge- schreven in ISSO 57.
Voor percelen waarop de bovenstaande ISSO publicaties niet van toepassing zijn, moet het aansluitvermogen worden bere- kend volgens de methode zoals voorgeschreven in de NEN 5066.
Artikel 5 Vereisten voor de verwarmingsinstallatie
5.1 De verwarmingsinstallatie moet zodanig ontworpen, ge- bouwd en in stand gehouden worden dat de retourtem- peratuur bij de overeengekomen ontwerpwaarde van de aanvoertemperatuur en de maximale volumestroom van het verwarmingswater, zoals gesteld in artikel 7 van de Algemene Voorwaarden, maximaal gelijk is aan de ont- werpwaarde van de retourtemperatuur welke is overeen- gekomen.
5.2 De verwarmings en/of koelinstallatie moet zodanig ont- worpen, gebouwd en in stand gehouden worden dat de re- tourtemperatuur in afhankelijkheid van de aanvoertem- peratuur maximaal gelijk is aan de retour- temperatuurfunctie welke is overeengekomen.
5.3 De verwarmings en/of koelinstallatie moet zodanig ont- worpen, gebouwd en in stand gehouden worden dat bij de ontwerpwaarde van het aangeboden drukverschil, zoals deze is overeengekomen, nooit meer dan de maximale vo- lumestroom van het verwarmingswater, zoals gesteld in artikel 7 van de Algemene Voorwaarden, kan optreden.
5.4 De verwarmings en/of koelinstallatie moet zodanig ont- worpen, gebouwd en in stand gehouden worden dat elke deelstroom verwarmingswater en/of koel water bij het passeren van de installatie tenminste één warmteafgevend verwarmingslichaam of een warmte opnemend koelli- chaam doorstroomt, zodanig dat elke deelstroom aan de eisen met betrekking tot de retourtemperatuur overeen- komstig het gestelde in lid 2 voldoet.
5.5 De verwarmings- en/of koelinstallatie moet zodanig ont- worpen, gebouwd en in stand gehouden worden dat:
a. Deze voldoet aan de eisen volgens ISSO publicatie 5 en/of 76, voor zover er in deze voorwaarden niet van wordt afgeweken.
b. Het verwarmings- en/of koelwater niet hoger be- hoeft te komen dan tot een hoogte van 20 meter
boven het maaiveld. Bij verwarmings- en/of koel- installaties in hogere percelen moeten de aanvra- ger en het bedrijf in overleg met elkaar treden. De extra kosten die rechtstreeks voortvloeien uit de extra hoogte van de verwarmings- en/of koelin- stallatie zijn (altijd) voor rekening van de aanvra- ger en/of verbruiker.
c. Deze bestand is tegen de maximale verwarmings- waterdruk en de maximale verwarmingswatertem- peratuur welke zijn overeengekomen.
d. De regelorganen en/of regelafsluiters nog kunnen luiten bij een drukverschil ter grootte van de maximale verwarmings- en/of koelwaterdruk.
e. Deze bestand is tegen verwarmingswater met een pH tussen de 9 en 10,5. In verband hiermee is het gebruik van aluminium en/of aluminiumlegerin- gen, op een zodanige manier dat deze in contact kan komen met het verwarmingswater, niet toe- gestaan.
f. Deze bestand is tegen verwarmings- en/of koelwa- ter waarin zwevende vuildeeltjes met een diame- ter van ten hoogste 500 μm kunnen voorkomen.
g. Bij een aansluitvermogen van meer dan 50 kW; het uit de verwarmingsinstallatie in de aansluiting terugkerende water in de verwarmingsinstallatie wordt gefilterd met een maaswijdte van ten hoog- ste 500 μm en dienen direct na de aansluiting in de aanvoer- en de retourleiding van de verwar- mingsinstallatie afsluiters geplaatst te worden.
h. Indien in de verwarmingsinstallatie kunststof wordt toegepast, bijvoorbeeld ten behoeve van radiator aansluitslangen of vloerverwarming, dit kunststof een KOMO-arrest met produktcertificaat (KOMO-keur) heeft volgens de beoordelingsricht- lijnen BRL 5602, BRL 5603, BRL 5604, BRL 5605 of BRL 5606.
5.6 In verband met het bepaalde in dit artikel moet de ver- warmings- en/of koelinstallatie ontworpen, gebouwd en in stand gehouden worden volgens de volgende specifieke ei- sen:
a. Eén-pijps-verwarmingsinstallaties, waardoor het water uit de aanvoerleiding rechtstreeks, zonder door een verwarmingslichaam te stromen, in de retour terecht kan komen, zijn niet toegestaan.
b. Omlopen in de verwarmingsinstallatie, waardoor het verwarmingswater uit de aanvoerleiding recht- streeks, zonder door een verwarmingslichaam te stromen, in de retour terecht kan komen, zijn niet toegestaan.
c. Een open verdeler, waardoor het water uit de aan- voerverdeler rechtstreeks, zonder door een ver- warmingslichaam te stromen, in de retourverdeler terecht kan komen, is niet toegestaan.
d. Appendages waarbij het gestelde in lid 4 of lid 6 leden a, b en c van dit artikel berust op een be- dienbare instelling zijn niet toe gestaan.
e. De verwarmingsinstallatie moet, wanneer deze is ontworpen voor temperaturen hoger dan 55oC, middels daartoe bestemde inregelappendages, per verwarmingslichaam zodanig ingeregeld worden en blijven dat de volumestroom van elke deel- stroom van het verwarmingswater evenredig is aan het af te geven thermische vermogen van die deelstroom.
f. De verwarmingsinstallatie aan de verbruikers zijde pompen in serie met de aanvoer- en/ of retourlei- ding van de aansluiting mogen worden opgenomen zonder dat deze met een omloopleiding met een juist gerichte terugslagklep hydraulisch passief worden gemaakt.
g. Bij verwarmingslichamen ten behoeve van lucht- verwarming, waarbij met een ventilator gedwon- gen convectie optreedt, moet de verwarmingswa- tertoevoer automatisch worden afgesloten bij stil- stand van de ventilator.
5.7 Indien de verwarmingsinstallatie of delen van deze instal- latie niet zijn bedoeld voor ruimteverwarming, maar voor overige verwarmingsdoeleinden, dan moet de aanvrager en/of de verbruiker deze toepassing ter beoordeling aan het bedrijf voorleggen. Ten minste moet worden aange-
toond dat deze verwarmingsinstallatie voldoet aan alle be- palingen van dit artikel. Bovendien kan het bedrijf naar aanleiding van de aanvraag aanvullende eisen stellen aan de constructie van de verwarmingsinstallatie.
5.8 Indien de koelinstallatie of delen van deze installatie niet zijn bedoeld voor ruimtekoeling, maar voor overige koel- doeleinden, dan moet de aanvrager en/of de verbruiker deze toepassing ter beoordeling aan het bedrijf voorleg- gen. Ten minste moet worden aangetoond dat deze koel- installatie voldoet aan alle bepalingen van dit artikel. Bo- vendien kan het bedrijf naar aanleiding van de aanvraag aanvullende eisen stellen aan de constructie van de koel- installatie.
Artikel 6 Aansluiting van een warmtewisselaar voor de bereiding van warm tapwater
Indien het warm tapwater in een warmtewisselaar bij de aanslui- ting wordt bereid, dan moet de aanvrager en/of verbruiker zorgdragen voor de aansluiting van de drinkwaterleiding op en de levering van drinkwater aan de door het bedrijf ter beschik- king gestelde warmtewisselaar. Hierbij moet de aanvrager en/of verbruiker zorgen voor de montage en de blijvend goede wer- king van een deugdelijke, op een afvoer aangesloten, inlaatcom- binatie.
Artikel 7 Vereisten voor de warmtapwaterinstallatie
7.1 De warmtapwaterinstallatie moet voldoen aan de relevante wet-en regelgeving, waaronder begrepen de voorschriften van het plaatselijke drinkwaterbedrijf. In het bijzonder moet de warmtapwaterinstallatie voldoen aan het de rele- vante bepalingen van NEN 1006 en het VEWIN werkbla- den.
7.2 Indien delen van de warmtapwaterinstallatie meer dan 20 meter boven het maaiveld zijn gelegen, dan moeten de aanvrager en het bedrijf in overleg met elkaar treden. De extra kosten die rechtstreeks voortvloeien uit de extra hoogte van de warmtapwaterinstallatie zijn voor rekening van de aanvrager en/of verbruiker.
Artikel 8 Aanvraag, beoordeling en realisatie van de aansluiting
8.1 Voor het aanvragen van een aansluiting, of het aanvragen van een wijziging van de aansluiting moet de aanvrager er voor zorgen dat het (combi- ) aanvraagformulier volledig ingevuld in het bezit van het bedrijf is. Deze aanvraag moet op aanwijzing van het bedrijf tijdig voor de start van de bouw c.q. wijziging van de installatie in het bezit van het bedrijf zijn.
8.2 Voordat tot aansluiting kan worden overgegaan, dient de aanvrager er voor te zorgen dat er, volgens richtlijnen van het bedrijf, voldoende informatie aan het bedrijf verstrekt wordt, zodat het bedrijf de overeen te komen aard en om- vang van de aansluiting en levering kan vaststellen en kan vaststellen dat aan het bepaalde in deze aansluitvoor- waarden is voldaan. De richtlijnen worden desgewenst kosteloos door het bedrijf beschikbaar gesteld.
8. Tenminste 5 werkdagen voor het gereedkomen van de werkzaamheden aan de verwarmingsinstallatie en/of de koelinstallatie en/of de warmtapwaterinstallatie moet het bedrijf hiervan in kennis worden gesteld door het inzenden van een volledig ingevulde gereedmeldingskaart. Na in- zending van de gereedmeldingskaart is het bedrijf gerech- tigd een controle uit te voeren of te doen uitvoeren en zal de aanvrager de daartoe benodigde medewerking verle- nen, teneinde vast te stellen of de gerealiseerde verwar- mings en/of koelinstallatie en/of de warmtapwaterinstalla- tie daadwerkelijk en overeenkomstig de in lid 2 bedoelde informatie van de aanvrager en aan het bepaalde in deze aansluitvoorwaarden voldoet.
8.4 Indien het bedrijf de controle als bedoeld in lid 3 uitvoert, kunnen de installaties slechts worden aangesloten en in bedrijf worden genomen als bij deze controle geen afwij- kingen met de aansluitvoorwaarden worden geconsta- teerd. Voor het overige kan de aanvrager en/ of verbruiker aan deze controle geen rechten ontlenen m.b.t. de wer- king, de veiligheid en de betrouwbaarheid van de installa-
tie. De controle door het bedrijf brengt geen enkele aan- sprakelijkheid met zich mee voor het bedrijf.
Artikel 9 Inbedrijfname van de aansluiting
9.1 Vóór het in bedrijf nemen van de verwarmings en/of koelinstallatie moeten de montagewerkzaamheden gereed zijn en moet de installatie worden afgeperst met leiding- water. Het afpersen van de installatie moet onder toezicht van een medewerker van of namens het bedrijf plaatsvin- den. Na het afpersen moet de installatie worden afgetapt. Het afpersen geschiedt onder verantwoordelijkheid en voor risico van de aanvrager/verbruiker.
9.2 Het vullen van de verwarmingsinstallatie met verwar- mingswater uit de aansluiting na de werkzaamheden als bedoeld in lid I en vóór het in bedrijf nemen van de ver- warmings-installatie, mag slechts plaatsvinden onder toe- zicht van een medewerker van of namens het bedrijf. Dit geldt tevens voor het in bedrijf nemen na iedere aftapping van de verwarmingsinstallatie. Na het vullen moet de in- stallatie met verwarmingswater worden gespoeld door de aanvrager/verbruiker.
9.3 De warmtapwaterinstallatie moet conform de voorschriften van het lokale waterleiding-bedrijf voor drinkwaterinstalla- ties in bedrijf worden genomen.
Artikel 10 Afwijkingen van deze aansluitvoorwaarden
10.1 In bijzondere gevallen, zulks ter beoordeling van het bedrijf, kunnen afwijkingen van deze voorwaarden worden toegestaan. Deze afwijkingen zullen zoveel mogelijk schrif- telijk worden vastgelegd.
10.2 In alle gevallen waarin deze voorwaarden niet voorzien, beslist het bedrijf.
Artikel 11 Wijzigingen van deze aansluitvoorwaarden
11.1 Deze aansluitvoorwaarden en de op grond daarvan van toepassing zijnde voorschriften en regelingen kunnen door het bedrijf worden gewijzigd.
11.2 Wijzigingen gelden ook ten aanzien van reeds bestaande overeenkomsten. Indien en voor zover deze wijzigingen er toe zouden leiden dat een reeds bestaande verwarmings- installatie en/of warmtapwaterinstallatie welke voldeed aan deze of een vorige versie van deze aansluitvoorwaar- den, dat na de wijziging niet meer zouden doen, dan tre- den de daarop betrekking hebbende wijzigingen pas in op het moment dat de installatie gewijzigd wordt. Indien een verbruiker/aanvrager een wijziging niet wenst te accepte- ren, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 lid 4 van de Algemene Voorwaar- den.
Artikel 12 Slotbepalingen
12.1 Deze aansluitvoorwaarden treden in werking op 1 januari 2016. Met ingang van die datum vervallen de tot dan gel- dende voorwaarden.
12.2 Deze aansluitvoorwaarden kunnen worden aangehaald als ‘Aansluitvoorwaarden Warmte en Koude'.
12.3 Deze aansluitvoorwaarden liggen ter inzage bij het bedrijf en zijn aldaar op aanvraag kosteloos verkrijgbaar.